JACK DE ZANGER NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. ZUINIG GEMEENTEBEHEER. No. 5327 DINSDAG 23 NOVEMBER 1920 48e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: 0. DE BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 Inte.ro. Telefoon 50 Post-GIrorekentnz No. 16066. FEUILLETON. Zg hadden de tenten bereikt. Als bg af spraak sloegen zg zgwaarts af, en in' de schaduw van het zeildoek nestelde zg zich in zgn armen, en kuste hg haar. De heerlgke geur van haar haar bedwelmde zgn zinnen. Het was een luchtige liefde, die vlug be zegeld was. Hg had een fantastischen droom. Hg was koning David, en -hg had een langen baard en droeg een wit kleed. Hg was op zee in een motor-zeilboot van buitengewone oon- ENGELAND. (Wordt vervolgd). COURANT ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING: Heidenette Ct. per 8 mnd. 1.50, franco p. poet 1.70. Buitenl. ƒ2.50 8 „0.57V,,,0.65. „1,05 8 „0.95.. 1,051,80 Loeee nummert der Courant 4 ct. Zondacablad Modeblad ADVERTENTIEN: "20 et. p. regel (gal Jard). Ingez. meded. (kolombr, als redact, tekst) 60 ct. Kleine adv. (gevr, te koop, te huur) v, 1—4 rog. 50ct„ elko regel meer 10 ct. bij voorultb. (adret: Bur, v. d. bt. en met br, onder ao. 10 ct. p. adv. extra). Bew.-ex. 4 cti Alle prijzen tijd. verh, m. 10% paplerduurtetoetl. .IV. Aan het slot van ons vorig artikel stelden wij de vraag of het mogelijk is op de loonen van het gemeentepersoneel te bezuinigen en stelden een afzonderlijke bespreking dezer vraag in uitzioht. Bezien we derhalve thans de gemeen telij k e loonpolitiek. Ook hier is na tuurlijk in de allereerste plaats bezuiniging mogelijk door inkrimping van de gemeente lijke bemoeiingen. Naarmate de gemeente lijke overhead een meer daadwerkelijke taak in heit bedrijfsleven voor zich gaat opedschen en het behoeft wel niet te worden gezegd, dat dit de richting is, waarin de gemeente politiek zich beweegt zullen de gevaren voor het ambtemaarswezen. van het zoozeer gehate fonotlonnarlsme in beteekenls toenemen. De kostbare inrichting en exploitatie van gemeentebedrijven hebben reeds vele pennen in beweging gebracht. Voor een deel moet die duurte worden ge zocht in de omstandigheid, dat aan de hoof den der' bedrijven nu eenmaal niet die zelf standigheid kan worden geschonken, waar mede hun collega's in niet-publieken dienst plegen bedeeld te worden. Voor een ander deel wijt men de duurte evenwel aan het ambtenaarswezen. In „Modern Gemeenitebeheer" treft men «en aantal der hier bedoelde grieven bijeen verzameld. Gewezen wordt op hetgeen de Amsterdamsche burgemeester Den Tex des tijds aanvoerde, nl., dat onze ambtenaren, noe trouw en geschikt ook, niet zullen heb ben wat particuliere geëmployeerden hebben, aangevuurd door deel in de winst en betrek kelijk vrijer werkkring. Een particuliere directie, zegt men, kan gemakkelijker haar personeel aanzetten, meer van de werkkracht vorderen, de ongeschikten sneller uit het oorps uitschieten, is niet door verordeningen en instructies gebonden, geen rekenschap verschuldigd aan den Raad, is ook vrijer in de loonregeling. Door geen werkliedenregle- inenten gebonden kan zij „den paarden, die de haver verdienen", dezen ook geven en de minder bekwamen ook Lager bezoldigen. Wat de eerstbedoelde bezwaren betreft, de Inkrimping (althans niet-uitbreiding) van de gemeentelijke bemoeiingen., we gaan die om de redenen in ons eerste artikel vermeld, onbesproken voorbij. Met betrekking tot de grieven tégen het orabtenaarswezen moet worden erkend, dat aan de ipeeste bezwaren- een diepere grond van waarheid niet kan worden ontzegd. Ze ker, er ligt overdrijving, soms zelfs groote overdrijving in de tallooze verhalen, die de ronde doen om de „ambtenarij" in een be spottelijk daglicht te stellen. Feit is evenwel, dat de dienstverbindingen bij de publieke lichamen soms maar al te veel ruimte Laten voor misbruiken, die de gemeenschap op ern stige financieede nadeelen komen te staan. Hierbij moet intusschen worden opgemerkt, dat het kwaad niet uitsluitend schuilt in den overheidsdienst, maar evenzeer, al is het dan niet in dezelfde mate, is te zoeken bij eeiiige andere grootere organisatie, ook wanneer zij wordt beheerd door particulieren. Ofschoon bijna ieder begrijpt wat onder die veel gesmade ambtenarij wordt verstaan, is het toch niet zoo heel eenvoudig onder woorden te brengen waarin het euvel bestaat. Het komt natuurlijk voornamelijk aan op mindere activiteit van het personeel in over heidsdienst. Wij meenen het kwaad het best te kunnen typeeren door een bepaald geval, dat ons uit ervaring bekend Is, aan onze lezers mede te deelen. Het geval deed zich aldus voor. Een ambtenaar moest op een be paalde plaats in de gemeente dagelijks gedu rende enkele uren aanwezig zijn om het door HUEBERT FOOTNER, v voor Nederland bewerkt door J. KUYLMAN. 24) „Praat er niet over," mompelde zij, ter wijl zjj het hoofd afwendde. Terzelfdertijd welde er een kleine bron van vreugde in haar 'borst op, want het was de eerste maal dat hij zijn reserve tegenover haar liet val len. „Kon het u dan werkelijk iets schelen?" vroeg hij, „ik dacht dat u tot het slag van menschen behoorde, dat zich van zooiets niet veel aantrok." Zij wierp hem een vurigen blik toe. „Wil de u dan hebben dat ik gelijk was aan ieder een?" zeide zij. Hij tilde haar op haar paard op de ma nier die hem het natuurlijkst leek. Het was wel niet volgens de chique conventies der rijkunst, doch Linda beviel het wel. Zij legde haar hand op zijn ronden, stevigen schou der, en leunde er zwaarder op dan wel noo dig was. Met kloppende harten reden zij ver der en vermeden elkander's oogen. Het beteekende enkel en alleen, dat hun gezamenlijke levensgaren het getal vijftig n°g niet bereikten, en dat elk hunner be geerlijk was in de oogen van de andere. Zijn hooghartig air had haar van het begin af geërgerd, en hij had haar oogen voor hem' «oh aien verzachten op «en oogenblik van publiek inlichtingen te verstrekken. Door verschillende omstandigheden, die nu niet ter zake doen, kwam er sedert jaren zelden of noodt meer iemand om de inlichtingen te vragen, voor het verstrekken waarvan de ambtenaar nu eenmaal was aangewezen. En wat deed de ambtenaar? Hij trachtte die tot niets gereduceerde belangstelling van het publiek zoo lang mogelijk voor zijn superieu ren te verbergen en toog lederen dag op nieuw naar zijn kantoorwellicht om te droomen van salarisveihoogingenmet terugwerkende kracht. Niemand zal ontkennen, dat dergelijke toe standen onduldbaar zijn en dat zij in het ambtelijk Iqven als regel langer onge merkt zullen kunnen stand houden dan in het particuliere bedrijf, waar het eigenbelang der superieuren nu eenmaal tot scherper toe zicht dwingt. Maar, gelijk gezegd, moge lijk zijn ze in elke grootere organisatie, waar het toezicht over 't geheele arbeidsveld moei lijker wordt en verslapping inde uiterste hoe ken zoo lidht kan ontstaan. Overigens ver- gete men niet, dat de vroeger zoo ongekend lage salarissen van het overheidspersonee ,wel niet tot verontschuldiging van het euve 'kunnen strekken, maar wel voor een goec deel het kwaad kunnen verklaren. Immers de vraag mag worden gesteld o: het ernst geweest is, diat men vroeger belang stelling vorderde voor den arbeid, dien men door het overheidspersoneel het verrichten en dan zijn arbeid (en de belangstelling) be loonde met een salaris van 8.of 9. 's weeks, of iets meer of minder wat doet het er toe? En toch meende men inderdaad z u i- n 1 g te zijn. Die toestanden liggen thans evenwel we zouden haast gezegd hebben, achter ons. Maar dit Is niet zoo. Voor wie eraan mocht twijfelen, zouden wij ernstig aanraden eens kennis te maken met een dezer dagen ver schenen vlugschrift van den burgemeester vain Harderwijk, den heer M. J. G. Kempers. Onder den titel: Minimumloon van den ge schoolden arbeider in Gemeentedienst geeft de genoemde magistraat eenige beschouwin gen, cijfers en wenken naar aanleiding van het voórloopig Rapport van de Staatscom missie, voor de salarieermg der gemeente ambtenaren. Het vlugschrift vermeldt o. m., dat er nog 10 gemeenten in ons land zijn, waarin weekloonen van tien gulden of min der voorkomen, 225 gemeenten,-die weekloo nen van tien tot vijftien gulden, 155 ge meenten, waar de loonen varieeren van z e b- tiem tottwinti'g gulden, terwijl eindelijk in slechts 27 -gemeenten loonen gelden van e en-em-twi-ntig tot vlj f-en-t wlntig gulden. Na deze opsomming roept de heer Kempers triomfantelijk uitEn, met name, kunnen zonder bezwaar voor de drukkosten, worden genoemd de gemeenten vijf in ge tal 1 van welke ons bekend is< dat zjj boven ƒ25.gingen. Dat zijn: Zaandijk met 2900 zielen 27.Koog aan de Zaan met 3600 zielen 26.—; Watergraafsmeer met 11000 zielen 80.Leeuwarderadeel en Schoten, bedde met 13000 zielen 26 en 30 gulden week loon.1) In de gemeente Harderwijk zelf be draagt het weekloon voor den ongeschoolden arbeider zeventien gulden. Schrijver'zi-et in zijn verbeelding verschil lende lezers zich verbazen, zich ergeren zelfs. Hij hoort ze 'uitroepen: „Maar zijn me dat nu toestanden? Zijn dat nu loonen voor den tegenwoordigen tijd?" Wij stellen er prijs op te verklaren, dat wij ons niet ergeren aan de feitelijke mede- deelingen voor den schrijver. Maar wel erge ren wij ons aan zijn motiveering van het Harderwijksdhe 'loon van 17.—. Zacht wat roept de schrijver. „In de eerste plaats zijrt hiet Gij, maar de Gemeenteraad -geroepen om te beoordeelen, wat noodig is, wat mogelijk is. En de Raad d-oet dat met meer kennis van zaken, dan waarover in den regel de buitenstaander be schikt. In de tweede plaats we verzoeken U, lezer, wel te willen begrijpen, dat het nog altijd de burgemeester van Harderwijk is, die groote geestelijke spanning. Men zou jonge menschen heel wat last besparen, indien men hun het romantische denkbeeld, dat deze gevoelens onherroepelijk zijn, niet zoo ijverig inprentte. In het kamp, na het souper, vonden zij elkander weder. „Wat zijn die muskieten lastig," zeide Jack een beetje schaapachtig. „Hoe zoo?" vroeg zij, met groote, onschul dige vraag-oogen. „Nou, we kunnen zóó nergens heengaan. „Laten we dan onder jouw muskietentent gaan zitten." Jack was een beetje verrast, en keek haar van terzijde aan. Wel is waar had zijn tent geen luifel, en verlichtte het vuur er ieder hoekje van, doch hoe dan ook, het was het verblijf van een -man. Linda zelf stelde zich de oonsternatie van Sir Bryson en zijn ge volg levendig voor als zij het eens te weten kwamen, doch men 'kon er gerust op rekenen dat ze nog minstens een uur lang zouden doorkaarten, en hoe dan ook, zij behoorde tot het slag van jongedames, die koppig wor den door tegenstand, zelfs al la hier ook slechts uitzicht op. „Humpy Juli kan' ons chaperoneeren," zeide zij gedwee. „Dan kun jij wat voor me zingen." „Goed," zeide hij. Linda ging in het midden der tent ritten, met een man aan weerszijden van haar, ter wijl het vuur lustig vóór hen brandde. Als gewoonlijk rustte Jack met den rug ergens tegen, met den banjo op zijn knieën. Ten minste één van zijn hoorders werd gesticht door de eenvoudige liedjes die hij zong. Een zeker instinct waarschuwde hem het al te sentimenteels te vermijden. aan het woord is de U zoo laag schijnende loonen zijn toch waarschijnlijk niet alleen in Harderwijk zoo laag, maar evenzeer in Er- melo, in Putten, in. Zouden die weekloonen van ƒ17.niet veel meer voorkomen, dan Ge denkt, en, evenzeer als in Harderwijk op den geheelen püaatselijken toestand en op de algemeene verdiensten van tandgenooten, niet-Gemeen- te-arbeiders berusten." Is het oneerbiedig wanneer we dergelijk geschrijf bestempelen met den naam van phraseologie? Begrijpt gij, de loonen in Harderwijk z ij n niet laag, zeschljnen het slechts te zijn. Mag men het argumen ten noemen, die de burgemeester in het be lang der zuinigheid aanvoert als hij zegt, dat er nog 10 gemeenten zijn, waar de weekloo nen twee, zegge twee gulden, bedroegen, 11 gemeenten van drie, zegge drie gulden, enz enz. Zijn dit argumenten, vragen we. De uitgever, zegt de schrijver im zijn inlei ding, waar hdj het vlugschrift opdraagt aan de Nederlandsohe Gemeenten beneden 20.000 zieilen, leverde k e u t i g werk, maar de schrijver, watleverdehij? Als er iets goeds in het werk van den heer Kempers is te Ontdekken, dan ligt het o. 1. hierin, dat de gemeenten er het bewijs uit kunnen putten, hoe zij niet moeten handelen om de zuinigheid te dienen. Juist die lage salarissen zijn oorzaak geweest, dat men vroeger gegadigden voor overheidsbe- trekkingen voornamelijk moest zoeken on der de minder -bekwamen. Zou men, om een voorbeeld te noemen, de besten hebben kunnen kiezen uit de sol llcitanten voor het burgemeesters- en het secretaris-ambt teen men hun diensten, voor al ten plattelande, placht te beloonen met enkele honderden guldens per jaar. Zal niet de keuze onder de meest geschikten zich verruimen al naarmate een billijker beloo ning in uitzicht kan worden gesteld En geldt niet hetzelfde ten aanzien der bedrijfs leiders en eigenlijk ten aanzien van het ge heele -gemeentepersoneel? Men streefde er naar goedkoop uit te zijn door te zoeken naar de goedkoopste arbeids krachten, met het gevolg, dat de zuinig- heidsbelangen, die men meende te beharti gen, in gevaar worden gebracht. Als er desniettemin toch nog zooveel uit stekende werkkrachten onder de ambtena ren worden gevonden,'dan pleit het te hun nen gunste. Als regel kodden evenwel de meer begaafden een- beter emplooi vin-den In particulieren dienst, met het gevolg, dat de publieke dienst met de minder -bekwamen werdi opgescheept. Het zijn dezen, die door hun beperkten gezichtskring, door hun onbekwaamheid -tot zooveel ellende hebben aanleiding gegeven. Zij tronen op hun zetel met de innerlijke overtuiging, dat hun arbei-d hoogst belang rijk is en besparen zich de moeite ook maar één blik zijwaarts te werpen teneinde zich te overtuigen of door andere organisatie van den arbeid .hun -krachten niet productiever zouden 'kunnen worden aangewend. Breeder inricht, meer ontwikkeling is het, die het kwaad kunnen bezweren. Maar juist daarom stonden wij zoo nadrukkelijk bij h^t vb- schrift van den heer Kempers stil, om-dat, ging men volgens zijn methode te werk, personeel met ruim inzicht op zich zal laten wachten en voorzoover het zich reeds in overheidsdienst bevindt, dien dienst zoo spoedig mogelijk zal verlaten. Een onbe kwaam personeel -behoeft aan salarissen, wij geven het toe, slechts -weinig te kosten, maar het vormt een onuitputtelijke duurte- oron, omdat bekrompenheid van inzicht nu eenmaal duur is. - Hoeveel-d'uizenden zijn er te loor gegaan door verkeerd inricht of wat erger is, onver schilligheid, van die leidende ambtenaren in overheidsdienst? Wij geven het den pessi misten toe: alles zal plotseling in gunstigen zin 'veranderen. Doch dat door een -behoor lijke salarieering op meer belangstelling van het personeel kan worden gerekend, dat meenen wij wel als vaststaand te mogen aannemen. Volgens de onsterfelijke gewoonten van vrouwen, praatte Linda tusschen de ver schillende liedjes met den man in wien zij geen belang stelde. „Houdt u er ook niet van, om naar figu ren in het vuur te zoeken, meneer Juli?" Juli, blij een gelegenheid tot praten te lebben, beaamde dit ten volle en in een breede. Verlokt d-oor de hand die op den grond naast hem lag, nam Jack haar op en drukte haar aan de lippen. Toen hij weder begon te zingen, tastte dezelfde hand naar zijn krulle- kop en vond hem ook, terwijl de eigenares van de hand onschuldig voor zich uit keek. Bjj de aanraking er van beefde Jack's stem in zijn keel. Toen zjj. dacht dat de robber in de -groote tent ongeveer ten einde zou loopen, liet Linda zich door Jack terugbrengen. Terwijl zij over de smalle tusschenruimte -tusschen de tenten liepen, drukten hun schouders zich warm tegen elkaar. Zij liepen erg lang zaam. „Ik had je mijn naam moeten zeggen," mompelde Jack, weinig op zijn gemak. „Die weet ik al, Malcolm, schat 1" fluis terde zjj. „Wie heeft je die dan verteld?" vroeg hij, loogst verbaasd. Zij vlocht haar vingers door de zijne. „Ik heb het geraden, malle ongeil." „Nou, ik heb het geld niet weggenomen loor," zei hg. „Het kap me niets schelen of Je het ge daan hebt of niet," zeide zij zacht. „Maar ik hèb het niet gedaan," zeide hij, het voorhoofd fronsende. „Nu, goed dan," zeide zij, onovertuigd •n zonder dat het haar scheen te kunnen De loonen, zooals zij thans in deze ge meente zijn, kunnen een vergelijking met vrijwel alle andere èemeenitan best door staan, zelfs staan onze loonen nTeê aan de spits. Daarom stelle men zich niet voor, dat alles zoo geruimen tijd kan blijven. Ook al waren er de amendementen van de hee- ren Baak ca, niet nog altijd om behandeling vragen, dan nog is er het verslag van de Staatscommissie Inzake de bezoldiging van het gemeentepersoneel. Verwezenlijking van de hierin neergelegde voorstellen zal op nieuw tot verhooging der loonen leiden. Men kan, als wij, met een bezorgd hart die tijden tegemoet zien en zich de vraag stellen of de belastingen dan nog hooger moeten worden opgevoerd. Doch het antwoord kan niet an ders dan bevestigend luiden. Als we door de omstandigheden gedrongen met steeds meer aandrang roepen om bezuiniging in de ge meentelijke uitgaven, dan zal op het gebied der loonpolitiek geen vruchtbaar arbeids veld zijn te vinden. Worden de voorstellen van de Staatscommissie werkelijkheid, dan zal het opbieden van de eene gemeente tegen de andere een einde nemen en dit op zichzelf Is een verheugend feit. Maar he rapport zal tevens tot verhooging der loonen noodzaken De lichtzijde? Zij is, gelijk uit ons betoog reeds is gebleken, deze, dat onder de nieuwe loonpolitiek thans en in de toekomst van elk lid van het gemeentepersoneel kan worden geëischt, dat hg zgn volle aandacht wgdt aan de -belangen, die aan zgn zorgen zgn toevertrouwd en zich bg voortduring de vraag stelt of een betere, economischer ar beidsorganisatie niet mogelijk ls en zal dan het gemeentebelang niet zgn gediend? Waar een betere arbeidsorganisatie tot verminde ring van personeel kan leiden, daar is het, thans, nu de salarissen op het vereischte peil zgn gebracht, meer dan ooit gebiedende plicht die reorganisatie ter hand te nemen. In $e organisatie van den ar beid, niet in vermindering van zgn beloo ning moet uitkomst worden gezocht! Over de verbetering der arbeidsorganisa tie onzer gemeentediensten een volgende maaL 1) Het onderzoek betreft alleen gemeenten van beneden 20.000 zielen, zoodat onze gemeente er niet in voorkomt BUITENLAND. De Volkenbond. De vergadering te Genève. In dé Vrijdag gehouden zitting van de ver gadering van den Volkenbond heeft Jhr. van Karnebeek, Nederlan-dsch gedelegeerde, arti kel 18 van het VoLkenbon-diverdrag betreffen de de registratie, voorkomend in het verdrag van Versai-lles, gecritiseerd. De tekst van dit art-ikel kwam hant dubbelzinnig voor, en hij drong op herziening aan. (Art. 18 luidt: Elk verdrag of elke inter nationale overeenkomst, welke een lid van den Volkenbond in de toekomst afsluit, moet on verwijld bij het secetariaat worden geregis treerd en zoo spoedig mogelijk door dit open baar worden gemaakt. Geen verdrag of inter nationale, overeenkomst heeft vóór deze re gistratie rechtskracht. RUSLAND. Een correspondent van de „Times" heeft een bezoek gebracht aan Wit-Rusland en zendt nu uit Warschau een brief met in drukken. Het oVerheerschende gevoelen onder het geheele Russische volk, met uitzondering van de communistische afdeelingen, is een ver-, angen naar vrede. Dien vrede verwacht men niet van de bolsjewiki, daar deze wereidver- overaars-ideeën blijven verkondigen. De Rus- schelen. I '„Wat moeten we nu beginnen?" zeide hg. „O, begin daar nu niet over," zeide zg snel. „We zgn bg elkaar, en laat ons dat voor 't oogenblik genoeg zgn." „Kus me nog eens," zeide zg zacht. „Kus me véél en laten we ons niet -bekommeren over de toekomst!" HOOFDSTUK VHI. Jack begaf zich ter ruste met een kwel end gevoel van onvoldaanheid. Hij voelde vaag dat hg gelukkig had behooren te zgn, doch het was maar al te duideUjk, dat hg dit niet was. Zg had goed zeggen: „Laten we niet over de toekomst tobben," maar zgn tragere geest liet zioh niet zoo gauw tevre den stellen. Weliswaar had hg zich niet met evqn zoovele woorden gecompromitteerd, maar bg meisjes van Linda's slag was een cus bindend, dacht hg. Dus moest er over de toekomst gedacht worden. Het was nu meer dan ooit noodig, dat zgn naam van den smet die er op rustte gezuiverd werd. Het scheen haar niet veel te kunnen schelen of hg eerig-k was of niet. Dat was de grootste moeligkheid. Hg fronste de wenkbrauwen, draaide zich om, en viel in slaap. sisohe volksmassa heeft echter geen leiders en verder zijn de verkeersmiddelen in handen der bolsjewiki. Vandaar dat er geen georga niseerde opstand uitbreekt. Veder dringt het spionnage-stelsel der bolsjewiki overal door. Dit houdt de bevol king ook onder de terreur. Tevens neemt het aantal Chineesche soldaten in dienst der bols jewiki nog steeds toe. De eenige vooruitgang, dien de bolsjewiki gebracht hebben, is het uitbreiden van het leeren lezen. Maar daar dat ook het leeren denken mee zal kunnen brengen, zal deze vooruitgang, den bolsjewiki misschien fataal worden. Intusschen neemt het godsdienstig gevoe len Overal zeer toe. De eenige, man van alge meen gezag in Rusland is de patriarch Tik ken. De bolsjewiki kunnen met hun propa ganda niet tegen zijn invloed op. Het economische leven is -in een ellendigen staat van venval en de winter laat zich ver schrikkelijk aanzien. Echter is het te ver wachten, dat de vernietiging van Wrangel de positie der bolsjewiki weer tijdelijk verster ken zal, Balakovits loopt nu ook groot ge vaar spoedig door de bolsjewiki verpletterd te worden. Het is echter ook mogelijk, dat de sowj et-regeering de verbetering in haar po sitie zal trachten te gebruiken, om diploma tieke pressie te oefenen op de Polén bij de verdere besprekingen te Riga en misschien zouden zij er reeds over denken om In bet ko mend voorjaar ook militaire pressie te wil len oefenen. De anti-dumpingwetgeving. In het jongste nummer van Handelsberich ten wordt erop gewezen, dat de Engelsche re- geeri-ng. in den laatsten tijd herhaaldelijk in het Parlement herinnerd is aan haar belofte ten aanzien van eene nieuwe „anti-dumping- bill". Daarop wordt dan geantwoord, dat het ontwerp in voorbereiding is en er met be kwamen spoed aan gewerkt wordt, dat het voor het einde van het jaar zal ingediend wor den, maar de Regeening de behandeling in drie lezingen vóór het Kerstreces niet in uit zicht kan stellen. Verder zijn tal van vragen tot de Regee ring gesteld over het aantal artikelen, waar- Ingezonden mededeellng. URINEZUUR EN DE NIEREN. Overtollig urinezuur is de werkelgke oor zaak van rheumatiek, ischias en spit, en het kan zoowel de oorzaak als het gevolg zgn van nierzwakte. Zware, moeiigk verteerbare spgzen, alcohol, overwerking en nadeelige gewoonten leiden tot de vorming van een dusdanige hoeveelheid van dit vergift, dat de nieren overweldigd worden door de over spanning om het uit het bloed te filtreeren. Voorzorgen en matigheid verminderen de hoeveelheid urinezuur, vergemakkeig-ken de taak der nieren en voorkomen, dat niet- gefiltreerd urinezuur zich in de aderen, spie ren, zenuwen en gewrichten afzet en kris talliseert. Deze voorbehoedende maatregelen kunnen worden aangevuld door tijdige ver sterking van de nieren door Foster's Rugpgn Nieren Pillen. Dit speciale niergeneesmid del verschaft succes, zelfs in gevorderde ge vallen van nieraandoening en verschgnselen als rheumatiek, steen, spit, ischias, niergruis, merwaterzucht, nier- en blaasontsteking, en urinezuur-vergiftiging. Foster's Rugpgn Nieren Pillen werken niet op de ingewanden, doóh louter op de nieren en blaas. Antiseptisch, voorbehoedend sn genezend, wordt dit niergeneesmiddel alom aanbevolen als gevolg van de uitmun tende resultaten, die men ermede behaalde Te Helder verkrijgbaar bg A. ten Klooster, Keizerstr. 93, k 1.75 per doos. structie, met een hooge, gebeeldhouwde kajuit waarover men den dirk moest heen- lichten als de boot over ging. Er stond een laskar met een tulband op aan het roer, en hg, koning David, behandelde dezen laskar zeer ruw. Ook Linda was er, gekleed in een )gbelsch gewaad, met een zilveren band om liaar voorhoofd. Zg was vreemd soumis en trok hem voortdurend aan de mouw. Er kwam een zware storm op, de golven deden de boot hevig slingeren, en zgn motor wilde niet aanslaan. Hg verdacht er den las kar van, dat deze veel .beter dan hg wist wat te doen, doch uit louter koninklgke koppig heid ging* hg tegen alles in wat de man aan de hand deed. Ook lette hg niet op het trek ken aan zgn mouw. Toen verrees er plotseling een zeemeer min naast de boot,, en de zee werd plotseling zeer stil, als door een wonder. Haar lange, zwarte haar hing over haar gelaat, en golfde over haar hoogen boezem en mooie armen. Hg voelde dat alles in orde zou komen, als ig haar gezicht slechts kon zien. Hg boog rich al verder en verder over de verschan sing, terwgi het spgtige trekken aan zgn mouw bleef voortduren. Hg smeekte de zee meermin haar haren van baar gezicht wee te strijken. Toen werd hg wakker. Er was werkeigk iemand bezig hem aan den mouw te trek ken en een stern fluisterde hem toe: .Jack wordt wakker!" Hg ging plotseling overeind zitten,- en stak le armen uit. Zg sloten rich om een magere, kleine gestalte, die In een ruige jas gehuld was. Hg deinsde terug. „Ik ben het maar," zeide de stem zacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 1