JACK DE ZANGER
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
ZUINIG GEMEENTEBEHEER.
No. 5327
DINSDAG 23 NOVEMBER 1920
48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: 0. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Inte.ro. Telefoon 50
Post-GIrorekentnz No. 16066.
FEUILLETON.
Zg hadden de tenten bereikt. Als bg af
spraak sloegen zg zgwaarts af, en in' de
schaduw van het zeildoek nestelde zg zich in
zgn armen, en kuste hg haar. De heerlgke
geur van haar haar bedwelmde zgn zinnen.
Het was een luchtige liefde, die vlug be
zegeld was.
Hg had een fantastischen droom. Hg was
koning David, en -hg had een langen baard
en droeg een wit kleed. Hg was op zee in
een motor-zeilboot van buitengewone oon-
ENGELAND.
(Wordt vervolgd).
COURANT
ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING:
Heidenette Ct. per 8 mnd. 1.50, franco p. poet 1.70. Buitenl. ƒ2.50
8 „0.57V,,,0.65. „1,05
8 „0.95.. 1,051,80
Loeee nummert der Courant 4 ct.
Zondacablad
Modeblad
ADVERTENTIEN:
"20 et. p. regel (gal Jard). Ingez. meded. (kolombr, als redact, tekst) 60 ct.
Kleine adv. (gevr, te koop, te huur) v, 1—4 rog. 50ct„ elko regel meer
10 ct. bij voorultb. (adret: Bur, v. d. bt. en met br, onder ao. 10 ct. p. adv.
extra). Bew.-ex. 4 cti Alle prijzen tijd. verh, m. 10% paplerduurtetoetl.
.IV.
Aan het slot van ons vorig artikel stelden
wij de vraag of het mogelijk is op de loonen
van het gemeentepersoneel te bezuinigen en
stelden een afzonderlijke bespreking dezer
vraag in uitzioht.
Bezien we derhalve thans de gemeen
telij k e loonpolitiek. Ook hier is na
tuurlijk in de allereerste plaats bezuiniging
mogelijk door inkrimping van de gemeente
lijke bemoeiingen. Naarmate de gemeente
lijke overhead een meer daadwerkelijke taak
in heit bedrijfsleven voor zich gaat opedschen
en het behoeft wel niet te worden gezegd,
dat dit de richting is, waarin de gemeente
politiek zich beweegt zullen de gevaren
voor het ambtemaarswezen. van het
zoozeer gehate fonotlonnarlsme in
beteekenls toenemen. De kostbare inrichting
en exploitatie van gemeentebedrijven hebben
reeds vele pennen in beweging gebracht.
Voor een deel moet die duurte worden ge
zocht in de omstandigheid, dat aan de hoof
den der' bedrijven nu eenmaal niet die zelf
standigheid kan worden geschonken, waar
mede hun collega's in niet-publieken dienst
plegen bedeeld te worden. Voor een ander
deel wijt men de duurte evenwel aan het
ambtenaarswezen.
In „Modern Gemeenitebeheer" treft men
«en aantal der hier bedoelde grieven bijeen
verzameld. Gewezen wordt op hetgeen de
Amsterdamsche burgemeester Den Tex des
tijds aanvoerde, nl., dat onze ambtenaren,
noe trouw en geschikt ook, niet zullen heb
ben wat particuliere geëmployeerden hebben,
aangevuurd door deel in de winst en betrek
kelijk vrijer werkkring. Een particuliere
directie, zegt men, kan gemakkelijker haar
personeel aanzetten, meer van de werkkracht
vorderen, de ongeschikten sneller uit het
oorps uitschieten, is niet door verordeningen
en instructies gebonden, geen rekenschap
verschuldigd aan den Raad, is ook vrijer in
de loonregeling. Door geen werkliedenregle-
inenten gebonden kan zij „den paarden, die
de haver verdienen", dezen ook geven en de
minder bekwamen ook Lager bezoldigen.
Wat de eerstbedoelde bezwaren betreft, de
Inkrimping (althans niet-uitbreiding) van de
gemeentelijke bemoeiingen., we gaan die om
de redenen in ons eerste artikel vermeld,
onbesproken voorbij.
Met betrekking tot de grieven tégen het
orabtenaarswezen moet worden erkend, dat
aan de ipeeste bezwaren- een diepere grond
van waarheid niet kan worden ontzegd. Ze
ker, er ligt overdrijving, soms zelfs groote
overdrijving in de tallooze verhalen, die de
ronde doen om de „ambtenarij" in een be
spottelijk daglicht te stellen. Feit is evenwel,
dat de dienstverbindingen bij de publieke
lichamen soms maar al te veel ruimte Laten
voor misbruiken, die de gemeenschap op ern
stige financieede nadeelen komen te staan.
Hierbij moet intusschen worden opgemerkt,
dat het kwaad niet uitsluitend schuilt in den
overheidsdienst, maar evenzeer, al is het dan
niet in dezelfde mate, is te zoeken bij eeiiige
andere grootere organisatie, ook wanneer zij
wordt beheerd door particulieren.
Ofschoon bijna ieder begrijpt wat onder
die veel gesmade ambtenarij wordt verstaan,
is het toch niet zoo heel eenvoudig onder
woorden te brengen waarin het euvel bestaat.
Het komt natuurlijk voornamelijk aan op
mindere activiteit van het personeel in over
heidsdienst. Wij meenen het kwaad het best
te kunnen typeeren door een bepaald geval,
dat ons uit ervaring bekend Is, aan onze
lezers mede te deelen. Het geval deed zich
aldus voor. Een ambtenaar moest op een be
paalde plaats in de gemeente dagelijks gedu
rende enkele uren aanwezig zijn om het
door
HUEBERT FOOTNER, v
voor Nederland bewerkt door
J. KUYLMAN.
24)
„Praat er niet over," mompelde zij, ter
wijl zjj het hoofd afwendde. Terzelfdertijd
welde er een kleine bron van vreugde in
haar 'borst op, want het was de eerste maal
dat hij zijn reserve tegenover haar liet val
len.
„Kon het u dan werkelijk iets schelen?"
vroeg hij, „ik dacht dat u tot het slag van
menschen behoorde, dat zich van zooiets niet
veel aantrok."
Zij wierp hem een vurigen blik toe. „Wil
de u dan hebben dat ik gelijk was aan ieder
een?" zeide zij.
Hij tilde haar op haar paard op de ma
nier die hem het natuurlijkst leek. Het was
wel niet volgens de chique conventies der
rijkunst, doch Linda beviel het wel. Zij legde
haar hand op zijn ronden, stevigen schou
der, en leunde er zwaarder op dan wel noo
dig was. Met kloppende harten reden zij ver
der en vermeden elkander's oogen.
Het beteekende enkel en alleen, dat hun
gezamenlijke levensgaren het getal vijftig
n°g niet bereikten, en dat elk hunner be
geerlijk was in de oogen van de andere. Zijn
hooghartig air had haar van het begin af
geërgerd, en hij had haar oogen voor hem'
«oh aien verzachten op «en oogenblik van
publiek inlichtingen te verstrekken. Door
verschillende omstandigheden, die nu niet
ter zake doen, kwam er sedert jaren zelden
of noodt meer iemand om de inlichtingen te
vragen, voor het verstrekken waarvan de
ambtenaar nu eenmaal was aangewezen. En
wat deed de ambtenaar? Hij trachtte die tot
niets gereduceerde belangstelling van het
publiek zoo lang mogelijk voor zijn superieu
ren te verbergen en toog lederen dag op
nieuw naar zijn kantoorwellicht om te
droomen van salarisveihoogingenmet
terugwerkende kracht.
Niemand zal ontkennen, dat dergelijke toe
standen onduldbaar zijn en dat zij in het
ambtelijk Iqven als regel langer onge
merkt zullen kunnen stand houden dan in
het particuliere bedrijf, waar het eigenbelang
der superieuren nu eenmaal tot scherper toe
zicht dwingt. Maar, gelijk gezegd, moge
lijk zijn ze in elke grootere organisatie, waar
het toezicht over 't geheele arbeidsveld moei
lijker wordt en verslapping inde uiterste hoe
ken zoo lidht kan ontstaan. Overigens ver-
gete men niet, dat de vroeger zoo ongekend
lage salarissen van het overheidspersonee
,wel niet tot verontschuldiging van het euve
'kunnen strekken, maar wel voor een goec
deel het kwaad kunnen verklaren.
Immers de vraag mag worden gesteld o:
het ernst geweest is, diat men vroeger belang
stelling vorderde voor den arbeid, dien men
door het overheidspersoneel het verrichten
en dan zijn arbeid (en de belangstelling) be
loonde met een salaris van 8.of 9.
's weeks, of iets meer of minder wat doet het
er toe? En toch meende men inderdaad z u i-
n 1 g te zijn.
Die toestanden liggen thans evenwel
we zouden haast gezegd hebben, achter ons.
Maar dit Is niet zoo. Voor wie eraan mocht
twijfelen, zouden wij ernstig aanraden eens
kennis te maken met een dezer dagen ver
schenen vlugschrift van den burgemeester
vain Harderwijk, den heer M. J. G. Kempers.
Onder den titel: Minimumloon van den ge
schoolden arbeider in Gemeentedienst geeft
de genoemde magistraat eenige beschouwin
gen, cijfers en wenken naar aanleiding van
het voórloopig Rapport van de Staatscom
missie, voor de salarieermg der gemeente
ambtenaren. Het vlugschrift vermeldt o. m.,
dat er nog 10 gemeenten in ons land zijn,
waarin weekloonen van tien gulden of min
der voorkomen, 225 gemeenten,-die weekloo
nen van tien tot vijftien gulden, 155 ge
meenten, waar de loonen varieeren van z e b-
tiem tottwinti'g gulden, terwijl eindelijk
in slechts 27 -gemeenten loonen gelden van
e en-em-twi-ntig tot vlj f-en-t wlntig
gulden. Na deze opsomming roept de heer
Kempers triomfantelijk uitEn, met name,
kunnen zonder bezwaar voor de drukkosten,
worden genoemd de gemeenten vijf in ge
tal 1 van welke ons bekend is< dat zjj boven
ƒ25.gingen. Dat zijn: Zaandijk met 2900
zielen 27.Koog aan de Zaan met 3600
zielen 26.—; Watergraafsmeer met 11000
zielen 80.Leeuwarderadeel en Schoten,
bedde met 13000 zielen 26 en 30 gulden week
loon.1) In de gemeente Harderwijk zelf be
draagt het weekloon voor den ongeschoolden
arbeider zeventien gulden.
Schrijver'zi-et in zijn verbeelding verschil
lende lezers zich verbazen, zich ergeren zelfs.
Hij hoort ze 'uitroepen: „Maar zijn me dat
nu toestanden? Zijn dat nu loonen voor den
tegenwoordigen tijd?"
Wij stellen er prijs op te verklaren, dat wij
ons niet ergeren aan de feitelijke mede-
deelingen voor den schrijver. Maar wel erge
ren wij ons aan zijn motiveering van het
Harderwijksdhe 'loon van 17.—.
Zacht wat roept de schrijver.
„In de eerste plaats zijrt hiet Gij, maar de
Gemeenteraad -geroepen om te beoordeelen,
wat noodig is, wat mogelijk is. En de Raad
d-oet dat met meer kennis van zaken, dan
waarover in den regel de buitenstaander be
schikt.
In de tweede plaats we verzoeken U,
lezer, wel te willen begrijpen, dat het nog
altijd de burgemeester van Harderwijk is, die
groote geestelijke spanning. Men zou jonge
menschen heel wat last besparen, indien
men hun het romantische denkbeeld, dat
deze gevoelens onherroepelijk zijn, niet zoo
ijverig inprentte.
In het kamp, na het souper, vonden zij
elkander weder.
„Wat zijn die muskieten lastig," zeide
Jack een beetje schaapachtig.
„Hoe zoo?" vroeg zij, met groote, onschul
dige vraag-oogen.
„Nou, we kunnen zóó nergens heengaan.
„Laten we dan onder jouw muskietentent
gaan zitten."
Jack was een beetje verrast, en keek haar
van terzijde aan. Wel is waar had zijn tent
geen luifel, en verlichtte het vuur er ieder
hoekje van, doch hoe dan ook, het was het
verblijf van een -man. Linda zelf stelde zich
de oonsternatie van Sir Bryson en zijn ge
volg levendig voor als zij het eens te weten
kwamen, doch men 'kon er gerust op rekenen
dat ze nog minstens een uur lang zouden
doorkaarten, en hoe dan ook, zij behoorde
tot het slag van jongedames, die koppig wor
den door tegenstand, zelfs al la hier ook
slechts uitzicht op.
„Humpy Juli kan' ons chaperoneeren,"
zeide zij gedwee. „Dan kun jij wat voor me
zingen."
„Goed," zeide hij.
Linda ging in het midden der tent ritten,
met een man aan weerszijden van haar, ter
wijl het vuur lustig vóór hen brandde. Als
gewoonlijk rustte Jack met den rug ergens
tegen, met den banjo op zijn knieën. Ten
minste één van zijn hoorders werd gesticht
door de eenvoudige liedjes die hij zong. Een
zeker instinct waarschuwde hem het al te
sentimenteels te vermijden.
aan het woord is de U zoo laag schijnende
loonen zijn toch waarschijnlijk niet alleen in
Harderwijk zoo laag, maar evenzeer in Er-
melo, in Putten, in.
Zouden die weekloonen van ƒ17.niet
veel meer voorkomen, dan Ge denkt, en,
evenzeer als in Harderwijk op den geheelen
püaatselijken toestand en op de algemeene
verdiensten van tandgenooten, niet-Gemeen-
te-arbeiders berusten."
Is het oneerbiedig wanneer we dergelijk
geschrijf bestempelen met den naam van
phraseologie? Begrijpt gij, de loonen
in Harderwijk z ij n niet laag, zeschljnen
het slechts te zijn. Mag men het argumen
ten noemen, die de burgemeester in het be
lang der zuinigheid aanvoert als hij zegt, dat
er nog 10 gemeenten zijn, waar de weekloo
nen twee, zegge twee gulden, bedroegen, 11
gemeenten van drie, zegge drie gulden, enz
enz. Zijn dit argumenten, vragen we.
De uitgever, zegt de schrijver im zijn inlei
ding, waar hdj het vlugschrift opdraagt aan
de Nederlandsohe Gemeenten beneden 20.000
zieilen, leverde k e u t i g werk, maar de
schrijver, watleverdehij?
Als er iets goeds in het werk van den
heer Kempers is te Ontdekken, dan ligt het
o. 1. hierin, dat de gemeenten er het bewijs
uit kunnen putten, hoe zij niet moeten
handelen om de zuinigheid te dienen. Juist
die lage salarissen zijn oorzaak geweest, dat
men vroeger gegadigden voor overheidsbe-
trekkingen voornamelijk moest zoeken on
der de minder -bekwamen.
Zou men, om een voorbeeld te noemen,
de besten hebben kunnen kiezen uit de sol
llcitanten voor het burgemeesters- en het
secretaris-ambt teen men hun diensten, voor
al ten plattelande, placht te beloonen met
enkele honderden guldens per jaar. Zal niet
de keuze onder de meest geschikten zich
verruimen al naarmate een billijker beloo
ning in uitzicht kan worden gesteld En
geldt niet hetzelfde ten aanzien der bedrijfs
leiders en eigenlijk ten aanzien van het ge
heele -gemeentepersoneel?
Men streefde er naar goedkoop uit te zijn
door te zoeken naar de goedkoopste arbeids
krachten, met het gevolg, dat de zuinig-
heidsbelangen, die men meende te beharti
gen, in gevaar worden gebracht.
Als er desniettemin toch nog zooveel uit
stekende werkkrachten onder de ambtena
ren worden gevonden,'dan pleit het te hun
nen gunste. Als regel kodden evenwel de
meer begaafden een- beter emplooi vin-den In
particulieren dienst, met het gevolg, dat de
publieke dienst met de minder -bekwamen
werdi opgescheept.
Het zijn dezen, die door hun beperkten
gezichtskring, door hun onbekwaamheid -tot
zooveel ellende hebben aanleiding gegeven.
Zij tronen op hun zetel met de innerlijke
overtuiging, dat hun arbei-d hoogst belang
rijk is en besparen zich de moeite ook maar
één blik zijwaarts te werpen teneinde zich
te overtuigen of door andere organisatie van
den arbeid .hun -krachten niet productiever
zouden 'kunnen worden aangewend. Breeder
inricht, meer ontwikkeling is het, die het
kwaad kunnen bezweren. Maar juist daarom
stonden wij zoo nadrukkelijk bij h^t vb-
schrift van den heer Kempers stil, om-dat,
ging men volgens zijn methode te werk,
personeel met ruim inzicht op zich zal laten
wachten en voorzoover het zich reeds in
overheidsdienst bevindt, dien dienst zoo
spoedig mogelijk zal verlaten. Een onbe
kwaam personeel -behoeft aan salarissen,
wij geven het toe, slechts -weinig te kosten,
maar het vormt een onuitputtelijke duurte-
oron, omdat bekrompenheid van inzicht nu
eenmaal duur is. -
Hoeveel-d'uizenden zijn er te loor gegaan
door verkeerd inricht of wat erger is, onver
schilligheid, van die leidende ambtenaren in
overheidsdienst? Wij geven het den pessi
misten toe: alles zal plotseling in gunstigen
zin 'veranderen. Doch dat door een -behoor
lijke salarieering op meer belangstelling van
het personeel kan worden gerekend, dat
meenen wij wel als vaststaand te mogen
aannemen.
Volgens de onsterfelijke gewoonten van
vrouwen, praatte Linda tusschen de ver
schillende liedjes met den man in wien zij
geen belang stelde.
„Houdt u er ook niet van, om naar figu
ren in het vuur te zoeken, meneer Juli?"
Juli, blij een gelegenheid tot praten te
lebben, beaamde dit ten volle en in een
breede.
Verlokt d-oor de hand die op den grond
naast hem lag, nam Jack haar op en drukte
haar aan de lippen. Toen hij weder begon te
zingen, tastte dezelfde hand naar zijn krulle-
kop en vond hem ook, terwijl de eigenares
van de hand onschuldig voor zich uit keek.
Bjj de aanraking er van beefde Jack's stem
in zijn keel.
Toen zjj. dacht dat de robber in de -groote
tent ongeveer ten einde zou loopen, liet
Linda zich door Jack terugbrengen. Terwijl
zij over de smalle tusschenruimte -tusschen
de tenten liepen, drukten hun schouders
zich warm tegen elkaar. Zij liepen erg lang
zaam.
„Ik had je mijn naam moeten zeggen,"
mompelde Jack, weinig op zijn gemak.
„Die weet ik al, Malcolm, schat 1" fluis
terde zjj.
„Wie heeft je die dan verteld?" vroeg hij,
loogst verbaasd. Zij vlocht haar vingers
door de zijne. „Ik heb het geraden, malle
ongeil."
„Nou, ik heb het geld niet weggenomen
loor," zei hg.
„Het kap me niets schelen of Je het ge
daan hebt of niet," zeide zij zacht.
„Maar ik hèb het niet gedaan," zeide hij,
het voorhoofd fronsende.
„Nu, goed dan," zeide zij, onovertuigd
•n zonder dat het haar scheen te kunnen
De loonen, zooals zij thans in deze ge
meente zijn, kunnen een vergelijking met
vrijwel alle andere èemeenitan best door
staan, zelfs staan onze loonen nTeê aan de
spits. Daarom stelle men zich niet voor, dat
alles zoo geruimen tijd kan blijven. Ook al
waren er de amendementen van de hee-
ren Baak ca, niet nog altijd om behandeling
vragen, dan nog is er het verslag van de
Staatscommissie Inzake de bezoldiging van
het gemeentepersoneel. Verwezenlijking van
de hierin neergelegde voorstellen zal op
nieuw tot verhooging der loonen leiden. Men
kan, als wij, met een bezorgd hart die tijden
tegemoet zien en zich de vraag stellen of de
belastingen dan nog hooger moeten worden
opgevoerd. Doch het antwoord kan niet an
ders dan bevestigend luiden. Als we door de
omstandigheden gedrongen met steeds meer
aandrang roepen om bezuiniging in de ge
meentelijke uitgaven, dan zal op het gebied
der loonpolitiek geen vruchtbaar arbeids
veld zijn te vinden. Worden de voorstellen
van de Staatscommissie werkelijkheid, dan
zal het opbieden van de eene gemeente
tegen de andere een einde nemen en dit op
zichzelf Is een verheugend feit. Maar he
rapport zal tevens tot verhooging der loonen
noodzaken
De lichtzijde? Zij is, gelijk uit ons betoog
reeds is gebleken, deze, dat onder de nieuwe
loonpolitiek thans en in de toekomst van elk
lid van het gemeentepersoneel kan worden
geëischt, dat hg zgn volle aandacht wgdt
aan de -belangen, die aan zgn zorgen zgn
toevertrouwd en zich bg voortduring de
vraag stelt of een betere, economischer ar
beidsorganisatie niet mogelijk ls en zal dan
het gemeentebelang niet zgn gediend? Waar
een betere arbeidsorganisatie tot verminde
ring van personeel kan leiden, daar is het,
thans, nu de salarissen op het vereischte peil
zgn gebracht, meer dan ooit gebiedende
plicht die reorganisatie ter hand te nemen.
In $e organisatie van den ar
beid, niet in vermindering van zgn beloo
ning moet uitkomst worden gezocht!
Over de verbetering der arbeidsorganisa
tie onzer gemeentediensten een volgende
maaL
1) Het onderzoek betreft alleen gemeenten van
beneden 20.000 zielen, zoodat onze gemeente er
niet in voorkomt
BUITENLAND.
De Volkenbond.
De vergadering te Genève.
In dé Vrijdag gehouden zitting van de ver
gadering van den Volkenbond heeft Jhr. van
Karnebeek, Nederlan-dsch gedelegeerde, arti
kel 18 van het VoLkenbon-diverdrag betreffen
de de registratie, voorkomend in het verdrag
van Versai-lles, gecritiseerd. De tekst van dit
art-ikel kwam hant dubbelzinnig voor, en hij
drong op herziening aan.
(Art. 18 luidt: Elk verdrag of elke inter
nationale overeenkomst, welke een lid van den
Volkenbond in de toekomst afsluit, moet on
verwijld bij het secetariaat worden geregis
treerd en zoo spoedig mogelijk door dit open
baar worden gemaakt. Geen verdrag of inter
nationale, overeenkomst heeft vóór deze re
gistratie rechtskracht.
RUSLAND.
Een correspondent van de „Times" heeft
een bezoek gebracht aan Wit-Rusland en
zendt nu uit Warschau een brief met in
drukken.
Het oVerheerschende gevoelen onder het
geheele Russische volk, met uitzondering van
de communistische afdeelingen, is een ver-,
angen naar vrede. Dien vrede verwacht men
niet van de bolsjewiki, daar deze wereidver-
overaars-ideeën blijven verkondigen. De Rus-
schelen.
I '„Wat moeten we nu beginnen?" zeide hg.
„O, begin daar nu niet over," zeide zg
snel. „We zgn bg elkaar, en laat ons dat
voor 't oogenblik genoeg zgn."
„Kus me nog eens," zeide zg zacht. „Kus
me véél en laten we ons niet -bekommeren
over de toekomst!"
HOOFDSTUK VHI.
Jack begaf zich ter ruste met een kwel
end gevoel van onvoldaanheid. Hij voelde
vaag dat hg gelukkig had behooren te zgn,
doch het was maar al te duideUjk, dat hg dit
niet was. Zg had goed zeggen: „Laten we
niet over de toekomst tobben," maar zgn
tragere geest liet zioh niet zoo gauw tevre
den stellen. Weliswaar had hg zich niet met
evqn zoovele woorden gecompromitteerd,
maar bg meisjes van Linda's slag was een
cus bindend, dacht hg. Dus moest er over
de toekomst gedacht worden. Het was nu
meer dan ooit noodig, dat zgn naam van den
smet die er op rustte gezuiverd werd. Het
scheen haar niet veel te kunnen schelen of
hg eerig-k was of niet. Dat was de grootste
moeligkheid. Hg fronste de wenkbrauwen,
draaide zich om, en viel in slaap.
sisohe volksmassa heeft echter geen leiders
en verder zijn de verkeersmiddelen in handen
der bolsjewiki. Vandaar dat er geen georga
niseerde opstand uitbreekt.
Veder dringt het spionnage-stelsel der
bolsjewiki overal door. Dit houdt de bevol
king ook onder de terreur. Tevens neemt het
aantal Chineesche soldaten in dienst der bols
jewiki nog steeds toe.
De eenige vooruitgang, dien de bolsjewiki
gebracht hebben, is het uitbreiden van het
leeren lezen. Maar daar dat ook het leeren
denken mee zal kunnen brengen, zal deze
vooruitgang, den bolsjewiki misschien fataal
worden.
Intusschen neemt het godsdienstig gevoe
len Overal zeer toe. De eenige, man van alge
meen gezag in Rusland is de patriarch Tik
ken. De bolsjewiki kunnen met hun propa
ganda niet tegen zijn invloed op.
Het economische leven is -in een ellendigen
staat van venval en de winter laat zich ver
schrikkelijk aanzien. Echter is het te ver
wachten, dat de vernietiging van Wrangel de
positie der bolsjewiki weer tijdelijk verster
ken zal, Balakovits loopt nu ook groot ge
vaar spoedig door de bolsjewiki verpletterd
te worden. Het is echter ook mogelijk, dat de
sowj et-regeering de verbetering in haar po
sitie zal trachten te gebruiken, om diploma
tieke pressie te oefenen op de Polén bij de
verdere besprekingen te Riga en misschien
zouden zij er reeds over denken om In bet ko
mend voorjaar ook militaire pressie te wil
len oefenen.
De anti-dumpingwetgeving.
In het jongste nummer van Handelsberich
ten wordt erop gewezen, dat de Engelsche re-
geeri-ng. in den laatsten tijd herhaaldelijk in
het Parlement herinnerd is aan haar belofte
ten aanzien van eene nieuwe „anti-dumping-
bill". Daarop wordt dan geantwoord, dat het
ontwerp in voorbereiding is en er met be
kwamen spoed aan gewerkt wordt, dat het
voor het einde van het jaar zal ingediend wor
den, maar de Regeening de behandeling in
drie lezingen vóór het Kerstreces niet in uit
zicht kan stellen.
Verder zijn tal van vragen tot de Regee
ring gesteld over het aantal artikelen, waar-
Ingezonden mededeellng.
URINEZUUR EN DE NIEREN.
Overtollig urinezuur is de werkelgke oor
zaak van rheumatiek, ischias en spit, en het
kan zoowel de oorzaak als het gevolg zgn
van nierzwakte. Zware, moeiigk verteerbare
spgzen, alcohol, overwerking en nadeelige
gewoonten leiden tot de vorming van een
dusdanige hoeveelheid van dit vergift, dat
de nieren overweldigd worden door de over
spanning om het uit het bloed te filtreeren.
Voorzorgen en matigheid verminderen de
hoeveelheid urinezuur, vergemakkeig-ken
de taak der nieren en voorkomen, dat niet-
gefiltreerd urinezuur zich in de aderen, spie
ren, zenuwen en gewrichten afzet en kris
talliseert. Deze voorbehoedende maatregelen
kunnen worden aangevuld door tijdige ver
sterking van de nieren door Foster's Rugpgn
Nieren Pillen. Dit speciale niergeneesmid
del verschaft succes, zelfs in gevorderde ge
vallen van nieraandoening en verschgnselen
als rheumatiek, steen, spit, ischias, niergruis,
merwaterzucht, nier- en blaasontsteking, en
urinezuur-vergiftiging.
Foster's Rugpgn Nieren Pillen werken
niet op de ingewanden, doóh louter op de
nieren en blaas. Antiseptisch, voorbehoedend
sn genezend, wordt dit niergeneesmiddel
alom aanbevolen als gevolg van de uitmun
tende resultaten, die men ermede behaalde
Te Helder verkrijgbaar bg A. ten Klooster,
Keizerstr. 93, k 1.75 per doos.
structie, met een hooge, gebeeldhouwde
kajuit waarover men den dirk moest heen-
lichten als de boot over ging. Er stond een
laskar met een tulband op aan het roer, en
hg, koning David, behandelde dezen laskar
zeer ruw. Ook Linda was er, gekleed in een
)gbelsch gewaad, met een zilveren band om
liaar voorhoofd. Zg was vreemd soumis en
trok hem voortdurend aan de mouw.
Er kwam een zware storm op, de golven
deden de boot hevig slingeren, en zgn motor
wilde niet aanslaan. Hg verdacht er den las
kar van, dat deze veel .beter dan hg wist wat
te doen, doch uit louter koninklgke koppig
heid ging* hg tegen alles in wat de man aan
de hand deed. Ook lette hg niet op het trek
ken aan zgn mouw.
Toen verrees er plotseling een zeemeer
min naast de boot,, en de zee werd plotseling
zeer stil, als door een wonder. Haar lange,
zwarte haar hing over haar gelaat, en golfde
over haar hoogen boezem en mooie armen.
Hg voelde dat alles in orde zou komen, als
ig haar gezicht slechts kon zien. Hg boog
rich al verder en verder over de verschan
sing, terwgi het spgtige trekken aan zgn
mouw bleef voortduren. Hg smeekte de zee
meermin haar haren van baar gezicht wee
te strijken.
Toen werd hg wakker. Er was werkeigk
iemand bezig hem aan den mouw te trek
ken en een stern fluisterde hem toe: .Jack
wordt wakker!"
Hg ging plotseling overeind zitten,- en stak
le armen uit. Zg sloten rich om een magere,
kleine gestalte, die In een ruige jas gehuld
was. Hg deinsde terug.
„Ik ben het maar," zeide de stem zacht.