I
Tweede Blad.
VAN DINSDA6 23 NOVEMBER 1920.
PÏ.A ATSm.lJK NIEUWS.
Hr. Ma. „Zeeland".
Blijkens bij het departement van marine
ontvangen telegrafisch bericht is Hr. Ms.
pantserdekschip „Zeeland", onder bevel van
kapitein ter zee D. Keus, Zaterdag van Port-
Mahon vertrokken.
De Woningvereeniging „Verbetering zij
ons Streven*' alhier, schreef Maandag haar
iooe lid in.
Op 20 Nov. slaagden te Amsterdam
voor het examen kantoor-stenograaf, onze
plaat sgenooten de dames: H. Bakker, A,
Plenokers, C. Hoonhout en M. Plenckers,
allen leerlingen van mej. C. Bontea.
Onize vroegere plaatsgenoot, de heer
F. A. Vogelenzang, inspecteur van politie ie
klasse te Zutphen, is benoemd tot inspecteur
chef van politie in de gemeente Hengelo (O.)
Hij staat als een bekwaam palitde-ambte-
naar bekend, in wien het Zutphensch politie
korps veel verliest.
Naam der Gemeente „Helder".
Bij MiLnisterieele beschikking is de aan
dacht der autoriteiten erop gevestigd, dat de
naam onzer gemeente is „Helder", en wordt
voorgeschreven dat in offiaieele stukken
voortaan dien naam dient te wonden gebezigd.
Adres aan den Baad.
Door de af deeling Helder van den Neder-
landisofaen Aannemersbond is thet volgende
adres aan den Raad der gemeente Helder ge
zonden:
Ondergeteekende, de afd. Heider v. tL
Ned. Aannemersbond, heeft met verbazing
kennis genomen van het feit, dat ivoor het
inheien van ongeveer 800 heipalen aan het
Spuikanaal, een overeenkomst is aangegaan
•met een aannemersfirma 'buiten onze ge
meente;
'dat zelfs de hiervoor ter plaatse ingerichte
aannemers niet in de gelegenheid 'zijn gesteld
geworden prijsopgaaf naar <iit werk te doen;
dat hier momenteel aan dit soort van werk
groote behoefte bestaat en er voör de des
betreffende arbeiders thans geen werk is,
evenmin als voor de machines, zoodat er op
dit gebied „werkeloosheid" heerscht;
dat dus ongetwijfeld van aannemers-inge
zetenen een goadkoope, zoo niet goedkooper
prijsopgaaf zou zijn ingekomen, zoo zij zou
den zijn udtgenoodigd;
idat het onze 'bevreemding heeft gewekt dat,
hoewel op 3 November 1.1. door eeniige leden
onzer afdeeling bij Burgemeester en Wethou
ders was aangedrongen alsnog te mogen con-
curreeren naar dit wenk, zij desondanks hier
toe niet in de gelegenheid werden gesteld,
boewei op dien datum het werk nog niet was
opgedragen;
dat dus door de gemeente de 'belangen van
onze leden en de in hun dienst zijnde arbei
ders schromelijk 'zijn verwaarloosd, hetwelk
onze leden de lust moet ontnemen om onze
arbeiders „zoo lang mogelijk aan het werk te
houden";
dat een dergelijke verwaarloozing van de
gemeentebelangen ons zeer heeft gegriefd en
dat zij met belangstelling de redenen welke
hiertoe leidden, zal vernemen.
't Welk doende,
De afd. Helder v. d. Ned,
Aannemersbond,
Namens de afdeeling
A. Krijnen, Voorzitter.
H. Sterrenburg, Secretaris.
A. G. O.
Het bestuur van de vereeniging „A.G.O."
is er in geslaagd van den heer P. J. van Ra-
vesteyn te Hilversum de toezegging te ver
krijgen voor eene lezing over het Leven .van
den Europeaan in Nederlandsch-Indië, welke
genoemde heer op Maandag 29 November a.s.
in „Casino" zal houden. D®ze avond wordt
gegeven in samenwerking met het Koloniaal
Instituut te Amsterdam. Evenals vorige
avonden, is ook thans de toegangsprijs 25 ct.
Een aantal lichtbeelden zal het verhaalde op
luisteren.
10-jarlg bestaan „Kunst aan 't Volk".
De A rbeider s - Zangvereenigi ng „Kunst
aan 't Volk" zal haar 10-jarig bestaan her
denken op Vrijdag 17 December a.s., door
het geven van een concert im „Casino". Be
reids is de medewerking van een 15-tal heeren
musici van het Stafmuziekkorps toegezegd,
zoodat dit een buitengewoon concert beloofd
te worden.
Voor dit concert zullen uitnoodiigingen
worden gezonden aan diverse vakvereenigin-
gen, zangvereenigingen, enz.
Asta Nlelsen ln Den Helder.
De 'beroemde filmdiva Asta Nielsen, welke
momenteel in Nederland vertoeft, zal ook
onze stad bezoeken. Het is de directie van
Tivoli gelukt, dank zij buitengewoon groote
fmancieele waarborg, haar ook in den Hel
der te laten optreden. Met medewerking van
twee leden van het gezelschap Van Eysden (de
Rotterdammers) zal zij optreden in het mi
misch spel „La Main" (De hand); verder
wordt zij vergezeld door ie klasse cabaret-
artisten, o.m. Marcel Rarger, zoodat het eene
buitengewone kunstavond zal worden.
Solistenconcert Toonkunst
Gisterenavond traden voor de leden der af
deeling van de Maatschappij tot Bevordering
der Toonkunst een drietal jonge muzikale
krachten op, die, elk op zijne wijze, getuigden
dat er in de Hollanders nog muzikale eigen
schappen aanwezig zijn. Dit sohsten-concert,
uitgaande van het Hoofdbestuur der Maat
schappij, had in de eerste plaats de bedoeling
om deze jonge krachten in wijder kring voor
bet voetlicht te brengen en ze eenige meer
dere ervaring te geven.
Mejuffrouw Nelly Wagenaar is eene pianis
te van beteekenis, die o.i. reden geeft aan een
goede toekomst te gelooven. Haar aanslag is
krachtig, haar spel sterk, en indien zij de
irriteerende maniertjes voor de piano kan af-
leeren bij Chopin was het af en toe of zij
van haar tabouretje omhoog veerde, en dat
is toch beusch niet de bedoeling van den
trouiwhartigen componist geweest, zal zij
nog meer tot de menigte spreken. Haar tech
niek en haar voordracht getuigden ongetwijfeld
van talent en bewezen, dat zij de muziek door
voelt. Zij speelde als solo-nummer Chopin's
op. 60 in fis (barcarolle), alsmede een drietal
nummers van Röntgen uit diens suite „Bui
ten" (op. 65). De beide eerste „Boerinnetje"
en „Duinvlinders" werden geestig en vlot
gespeeld; in het laatste, „Klompenfuga", gaf
'haar krachtig spel volkomen den door den
componist gewensahten indruk weer van een
klompendans. Daar zij den ganschen avond ails
begeleidster harer collega's optrad, 'had zij
wel het leeuwenaandeel. Ook als begeleid
ster toonde zij zich .berekend voor haar taak,
en dat zij, met manie in het samenspel met
de cello, deze laatste domineerde, was min
der haar schuld dan wel die vain Guillaume
Hesse. Deze jonge man, (die zich óók niet
stil kan houden onder zijn spel o schim
van Pablo Casals, de onbeweeglijke!) be-
heersaht volkamen de techniek. Zijn flageolet
ten waren zeer zuiver, de vele technische
moeielijkheden van Tschaikowsky's variaties
op een rococo-thema im A. werden glansrijk
overwonnen. Maar zijn streek was niet steeds
vol; wel had hij af en toe mooie momenten,
die moed geven op de verdere ontwikkeling
van zijn spel, maar zijn streek was ongelijk,
soms zelfs zijn spel onduidelijk en daardoor
overheersdit door de piano.
Hij speelde een sonate van Beethoven, maar
voornamelijk in het reeds genoemde thema
met variaties van Tschaikowsky, toonde hij
zijn volle kracht. Gottfried Manm's fraaie
andante in d vond een minutieus vertolker in
hem; en was aanleiding dat het enthousiaste
publiek hem terugriep.
Mejuffrouw Han Riibbius tenslotte ont
popte ziah als een mezzo-sopraan met vol
geluid. Het recitatief en de aria uit Handels
oratorium „Saimsiom" lag haar niet zoo goed;
haar geluid was daarvoor te licht van timbre,
maar dn de kleinere nummers, die zij na de
pauze gaf, bewees zij te zijn een zangeres van
groote capaciteiten, die met gevoel den zang
wiist weer te geven. Een vierde rangnummer
van Diepenbrock, werd door den heer Hesse
en mejuffrouw Wagenaar begeleid. Ook in
dit prachtige nummer was zij volkomen op
•dreef.
Het was een sympathiek denkbeeld om het
tweede deel van het programma uitsluitend
aan Hollandsche componisten te wijden;
Julius Röntgen was tweemaal vertegenwoor
digd in sympathiek-aandoende nummers; van
Gottfried Mann was een Andante voor de
cel, een fraai, melodieus nummer. Minder ge
lukkig leek ons Bemand Zweers' compositie
van Hélène Swarth. Hier en daar was er wel
wat aardigs, .maar bij het typisch vrouwelijke
van het vers, met de vele Hélène Swarth-
iaansühe alliteraties sloot zich niet altijd de
compositie aan, Diepenibrock's Berceuse was
voornaam en geniaal.
Jammer was het dat niet meerderen van
dit concert profiteerden. Voor niet-leden van
Toonkunst was wellicht de entrée wat hoog.
Naar wij vernemen 'hebben de drie con
certgevers aan het bestuur der A.GX). be
reids de toezegging gegeven voor een reprise.
Hierdoor wordt dus al aanstonds aan onzen
wensch, dat meerderen van dit spel genieten
mogen, tegemoetgekomen.
Concert Hanna Verbena en mevroaw
OlieReeders.
Wie mevrouw OlieReeders is weten onze
muziekliefhebbers reeds. Althans, zij kun
nen het weten, want bij eene vroegere gele
genheid gaf deze pianiste met eenige harer
(blinde) leerlingen een concert hier ter stede.
Indien zij thans weder kamt, kan daarin aan
leiding worden gevonden om haar nogmaals
te gaan hooren, want de kennismaking, her
inneren wij ons, v/as eeh zeer aangename.
Hoeveel te meer echter zal een tweede con
cert van deze pianiste trekken, indien daar
aan de naam verbonden is van Hanna Ver
bena. Hanna Verbena, met haar warme wel
dadige stem, haar frissche natuurlijkheid,
haar eenvoud, het innig-trouwhartige van
haar zangl Met haar spontane, ongekunstel
de voordracht. Luister, hoe men in de „Arnh.
Courant" over haar zang schrijft:
„Wat klinkt die stem van Hanna Verbena
in alle registers, hoe is dit mooi getimbreer-
de geluid prachtig afgewerkt, wat uitermate
verzorgd is de registerovergang! Glanzend,
vol en rein klonk zij over den geheelen om
vang, gemakkelijk spreekt de hoogte aan en
nooit krijgt het geluid iets saherps of hards;
uitmuntend verzorgd is de ademhaling en
adembeheersohing, en naast de uitspraak
dient ook de dictie zeer geprezen. Zij voelt
wat zij zingt en uit dat gevoel op een geest
en hartverkwikkende wijze. Schakeeringsrijk
is haar voordrachtskunst, zij kan jubelen van
lentegenot, zij kan ook zilverrein vrome lie
deren zingen."
De recensent der „N. Rott. Crt." liet zich
over haar optreden als volgt uit:
.„Het leek alsof de geroemde voordracht
der sopraanzangeres aan temperament nog
gewonnen heeft. Ook de stem beeft voller en
afgeronder geklonken. Als gewoonlijk was
het programma met veel zorg gekozen, zich
geheel aanpassend aan het talent der zan
geres."
Omtrent mevrouw OlieReeders schreef
de „Prov. Geld. en Nijm. Crt"., dat zij is
„een pianiste eerste rangs im alle opzichten
aantrekkelijk en door haar kunstprestaties en
door haar persoonlijkheid. Technische moei
lijkheden heb ik nergens kunnen constatee-
ren, omdat mevrouw Olie ze alle beheerscht,
voordrachtabezwaren evenmin, omdat de kun
stenares door haar meesterschap in staat is
allerlei kleuren en tinten aan te brengen van
af haar tonenpalet."
De heer Kersbergen („Nieuws v. d. Dag")
spreekt van .beschaafd spel" en „eenvoudige
muzikale voordracht".
Vrijdag 26 dezer treden de concertgeef-
sters op.
Do onderwijzerssalarissen.
Door een Vrijdag gehouden vergadering
van onderwijzers hier ter plaatse is de vol
gende motie aangenomen:
De Heldersche onderwijzers, zoowel open
bare als bijzondere, vergaderd op 19 Nov. in
Casino, geven uiting aan hun felle veront
waardiging over den grievenden hoon, het
onderwijzerskorps aan te doen door de ont
worpen salarisregeling, waardoor de meesten
blijven in de meest kommervolle omstandig
heden en spreken als hun overtuiging uit, dat
deze regeling een ramp zal zijn voor het on
derwijs,
protesteeren heftig tegen de schandelijke
achteruitzetting van de tegenwoordige on
derwijzers, ten opzichte van de leerkrachten,
opgeleid volgens de nieuwe wet,
vinden het een schande, dat 33000 onder
wijzers het tekort in de schatkist moeten aan
vullen, dat door 7 millioen Nederlanders niet
gedekt schijnt te kunnen worden,
hebben besloten, indien de regeling niet
afdoende verbeterd wordt, met alle midde
len de actie tot stopzetting van de opleiding
voort te zetten en te bewerken, dat zooveel
mogelijk de jonge leerkrachten het onderwijs
verlaten.
Rijkspostspaarbank,
Opgave uitsluitend betreffende het post
kantoor Helder en zijne bij- en hulppostkan
toren over de maand October 1920.
Op spaarbankboekjes, uitgegeven te Hel
der en elders, werd in den loop der maand,
te Helder ingelegd ƒ97.272.14*) en terug
betaald ƒ97.220.76; derhalve meer ingelegd
dan terugbetaald 51.38.
Het aantal te Helder nieuw uitgegeven
spaarbankboekjes bedroeg 62.
Door tusschenkomst der te Helder geves
tigde kantoren werd ter directie op staats
schuldboekjes ingeschreven een nominaal be
drag van 5000, en afgeschreven 1500,
derhalve meer in- dan afgeschreven 3500.
Het aantal te Helder uitgereikte, nieuwe
staatsschuldboekjes bedroeg 2.
Hieronder 11 formulieren ad 1 in
spaarbankzegels van 5 cent; en 175 formulie
ren ad 1 in spaarbamkzegels van 1 cent
(sahoolsparen).
GEMEENTERAAD.
'Verschenen ds de tweede vervolg agenda
voor de Raadsvergadering op 23 November.
Zij vermeldt o.a. de volgende onderwerpen:
Voorstel tot vaststelling van bet ie suppl.
kohier No. 4 der PI. Dar. Belasting naar het
Inkomen, dienst 1920, tot een bedrag van
2587.71;
het kohier van schoolgeldheffing No. 4,
dienst 1920, tot een bedrag van 1303.54 en
van het kohier van schoolgeldheffing No. 5,
dienst 1920, tot een bedrag van 2806.64.
Voorstel om ingevolge art. 21, 3e lid, van
het W. R., te bepalen, boe groot percentage-
gewijze het aantal jeugdige werklieden bij
eiken diensttak ten hoogste mag zijn.
Beantwoording vragen raadslid Staalman,
betreffende de economische leiding in de ge
meentebedrijven, de gasprijsregeling en de
exploitatie der Zweminrichting.
Economische leiding Gemeentebedrijven.
Gasprijsregeling. Exploitatie Zwem
inrichting.
Door het lid van den Raad, den heer J. H.
Staalman, zijn aan B. en W. de volgende vra
gen gesteld:
Zijn B. en W. bereid om dn de e.v. Raads
vergadering te komen met een voorstel tot
het benoemen van eene Commissie, welke zal
hebben na te gaan de economische leiding in
de gemeentebedrijven, als Gasfabriek, Water
leiding, Reiniging, enz. om te komen tot een
bezuiniging dn de gemeentelijke uitgaven,
voor die bedrijven gedaan?
Zijn B. en W. bereid om in diezelfde Raads
vergadering voor te stellen de gasprijsrege
ling, tot nu toe aan het College overgelaten,
voor het venvolg weder in handen te stellen
van den gemeenteraad?
Kunnen B. en W. ook in diezelfde Raads
vergadering mededeelen, welke de resultaten
momenteel zijn van de exploitatie van de in
gemeentebeheer overgenomen Zweminrich
ting?
..Deze aangelegenheid nu, zeggen B. en
W. is van zoo groot belang, dat wij het
noodig geoordeeld hebben de beantwoording
dezer vragen aan uwen Raad mede te deelen.
ad 10.
Aangezien deze vraag niet voldoende ge
preciseerd is, hebben wij besloten den heer
Staalman de volgende wedervraag te stellen:
Naar aanleiding van uw schrijven hebben
wij de eer u te verzoeken ons nadere inlich
tingen te verstrekken nopens de door u ge-
wensohte Commissie, in het bijzonder, hoe u
zich de samenstelling en de werkwijzer eener
zoodanige Commissie denkt en welk resul
taat ze naar uwe meening zou kunnen af
werpen,
ad. 20.
Wij hebben geen aanleiding kunnen vinden
om de gasprijsregeling voor het vervolg in
handen te stellen van den gemeenteraad.
Mocht de Raad dit echter gewenscht achten,
dan kan deze het initiatief daartoe nemen,
ad. 30.
Financieel Overzicht van de loopende ex
ploitatie, dienst 1920, gemeentelijke Zwemin
richting.
Uit een bijgevoegd financieel overzicht
blijkt, dat de ontvangsten bedroegen 166.50,
de uitgaven 1050.14, zoodat er een nadee-
lig saldo was van 883.64. Hierbij was neg
geen rekening gehouden met rente en af
schrijving.
Jeugdige werklieden
Ingevolge art. 21, 3e lid van het Werklie
den-Reglement behoort door den Raad te
worden bepaald, hoe groot percentsgewijze
het aantal jeugdige werklieden bij eiken
diensttak ten hoogste mag zijn.
In verband met de bijzondere geaardheid
van eiken tak van dienst en in aanmerking
genomen de vooruitzichten der jeugdige
werklieden om bij het bereiken van den 20-
jarigen leeftijd voor een vaste aanstelling in
aanmerking te kunnen komen, stellen B. en
W. den Raad voor, Ln overeenstemming met
het terzake door de Centrale Commissie voor
Werkliedenaangelegenheden uitgebrachte ad
vies, 'het maximum percentage jeugdige
werklieden te bepalen voor:
de Water- en Lichtbedrijven op 5 pet.; de
Gemeente-Reiniging en Plantsoenen op 22
pet. en de Publieke Werken op 25 pet.
Georganiseerd overleg.
Meermalen werd in den Raad gewezen op
de eenzijdigheid in de samenstelling van de
Centrale Commissies voor Werklieden- en
voor Ambtenaarsaangelegenheden, tengevolge
van het feit, dat daarin geen vertegenwoordi
gers van het Gemeentebestuur stem en zit
ting hebben.
Om hieraan tegemoet te komen zijn door
B. en W. de betrekkelijke verordeningen zoo
danig gewijzigd, dat onder de personen, die
deel uitmaken van de Commissies van Over
leg, worden genoemd 3 leden door den Raad
uit zijn midden aan te wijzen.
Aangezien het een beginselkwestie geldt,
leek het B. en W. gewenscht, dit principe
vast te leggen in het Werklieden- en het Amb
tenaren-Reglement door aanvulling respectie
velijk van de artikelen 3 en 4.
Voorts hebben zij in bovenbedoelde ver
ordeningen betreffende het georganiseerd
overleg wijziging gebracht in het aantal stem
men door iedere organisatie uit te brengen.
Het is niet meer dan billijk en het beginsel
van evenredige vertegenwoordiging brengt
ook mede, dat aan organisaties, die een groot
aantal leden in dienst der gemeente Helder
hebben, meer invloed bij het georganiseerd
overleg moet worden toegekend dan aan orga
nisaties met een luttel aantal leden achter
zich.
De hoofden van takken van dienst waren
tot dusver te sterk vertegenwoordigd. Voort
aan zal slechts één hunner stem hebben, ter
wijl de anderen alleen als technische adviseurs
optreden in zaken hun diensttak rakende.
Naar aanleiding van een en ander en met
verwijzing naar de uitvoerige toelichting, ge
geven door het betrokken lid van het College,
stellen B. en W. voor:
I. te besluiten tot de volgende wijziging van
het Werklieden- en het Ambtenaren-Regle
ment:
Artikel 3, lid 2, W. R. wordt ingetrokken
en vervangen door het onderstaande:
„Bij de samenstelling der Commissie wordt
er voor gezorgd, dat van elk der bovenbedoel
de landelijke organisaties, voor zoover zij on
der hun leden tenminste 5 werklieden in dienst
der Gemeente Helder tellen, één lid zitting
heeft, en dat 3 leden, door den Raad uit zijn
midden aan te wijizen, zitting hebben, terwijl
als Voorzitter der Commissie een-lid van het
Gollege van Burgemeester en Wethouders zal
optreden."
Voorgesteld wordt verder, het ambtenaren
reglement in denzelfden geest te wijzigen.
II. de door het College bij besluit van 16
November 1920 vastgestelde Verordeningen
regelende de samenstelling en bevoegdheid
van de Commissie van overleg voor Werk
liedenaangelegenheden en die van de Com
missie van overleg voor Ambtenaar^aangele-
genheden, voor kennisgeving aan te nemen.
III. over te gaan tot de verkiezing van
3 leden uit den Raad, die deel zullen uitmaken
van bovenbedoelde Commissies.
Marinebegrooting.
Voorloeplg verslag.
Verschenen is het voorloopig verslag over
Hoofdstak 6 (Marine) der Staatsbegrooting.
In de eerste plaats werd het beleid der
regeering aan critiek onderworpen.
De gang van saxen by de benoeming van
een minisier van "marine had bij sommige
leden bevreemding gewekt. Zij meenden dat
de regeering een onjuist beleid had gevoerd
dat zy niet zooals gewenscht ware geweest
eerst zelve haar vlootprogram heeft vastgesteld
en pas daarna gezocht heeft naar een titularis,
bereid dit program verder uit te werken en
te verwezenlijken, doch dat zfl eerst een be
paalden persoon heeft aangezocht om in het
kabinet zitting te nemen en vervolgens haar
marine-program heeft aangepast aan de voor
waarden, door dezen met name ten aanzien
van den afbouw der kruisers gesteld. De
verklaring van den minister in hetzelfde
staatsstuk, dat de regeering voor de samen
stelling der vloot zekere richtlijnen heeft ge
steld, waarmede de minister zich vereenigde
en waaromtrent het geheele kabinet dus een
stemmig denkt, vatten deze leden op als een
blijk van beminnelijke bescheidenheid van
dezen bewindsman. Zy zonden het op prijs
stellen, ten deze eenige nadere toelichting van
den minister te mogen vernemen.
In zake de kruisers wenschten eenige leden
te weten of de tegenwoordige minister deze
afbonw óók wenscht uit commercieel oog
punt, dan wel of hy ze noodzakelyk acht als
onderdeel onzer strijdmacht in den Indischen
archipel.
Verscheidene leden hadden met bezorgd
heid gezien, dat de voorgestelde begrooting
boewei dnideiyk staande in het teeken
der bezuiniging niettemin ln elndcyfer de
begrooting voor het loopende dienstjaar, de
snppletoire inbegrepen, weder met ruim
f 4,260,000 overschrijdt. Groöter ^rbor^en
voor onze veiligheid achtten zy 8®le^®n
Je verhooging der materieele, intelle^eele
en moreele krachten van het volk; ra de
verdere ontwikkeling van den Volkenbond,,
ten slotte in de internationale vakbeweging,
welke, door uitroeping eener algemeene werk
staking, het uitbreken van oorlogen kan be
letten. In ontwapening zagen deze leden den
besten waarborg tegen oorlogsgevaar.
Andere leden stemden met déze beschou
wingen niet in. Het vertrouwen op den Vol-
konbond achtten zy voorshands niet voldoende
gerechtvaardigd. Met name voor de handhaving
van ons gezag in Indië, scheen hun het bezit
eener vloot vooralsnog noodzakelyk.
Zy ontveinsden zich echter niet, dat onze
marine, tengevolge van het slechte beleid, in
de laatste tyden door dt opeenvolgende mi
nisters van marine gevoerd, zich zoowel wat
het personeel als wat materieel betreft, in een
veelszins ontredderden toestand bevindt.
Eenige leden oordeelden, dat onze marine
slechts ten koste van eenige honderden mil-
lioenen nit haar verval ware op te heffen
zy betwyfelden, of in deze omstandigheden
handhaving onzer vloot te verantwoorden is.
Anderen meenden, dat onze vloot niet hon
derden millioenen voor haren wederopbouw
behoeft, maar wel een minister, die zich ten
volle wyden kan aan hare zaak, die eene
reorganisatie van het departement tot stand
brengt, toont dat hem de belangen van het
personeel ter harte gaan en naar een vast
plan arbeidt, om onze bescheiden vloot zoo
goed mogelyk voor hare taak toe te rusten.
Eenige leden bepleitten splitsing der vloot
in eene Nederlandsche en eene koloniale.
Anderen hadden tegen zoodanige splitsing
onzer vloot ernstig bezwaar om redenen van
technischen en personeelen aard.
Vele leden klaagden over de sobere toe
lichting van deze begrooting. Het is niet dui-
delyk wat de minister wil Vaststond volgens
(hen wel, dat de minister niets doet oan de
fouten weg te nemen, of de gevolgen er van
te matigen. Gaat men evenwel in de oude lijn
rvoort, dan zal merkten deze leden op
er weldra geen vloot meer zijn, noch wat ma
terieel, noch wat personeel betreft De regee
ring, die herhaaldeiyk nadruk legde op de
noodzakelijkheid van bet bezit eener krach
tige vloot voor onze koloniën, schijnt niet te
beseffen dat verloop der vloot in Nederland
inoodzakelyk den ondergang der marine ln
Indië ten gévolge moet hebben. Het verkrij
gen eener goede, zij het ook bescheiden vlost,
als bedoeld in het defensie rapport der R.K.
Staatspartij, wordt door het gemis van daar
toe strekkende maatregelen der regeering
belet
Ook wie heensturen naar een marine van
uitsluitend klein materieel voor Nederland en
Ned.-Indië, missen in deze begrooting maat
regelen om zoodanige vloot tot stand te bren
gen. Wat deze begrooting met baar eind
cijfer van f 52 millioen, biedt, is niet een»
kleine, goed geoutilleerde marine, doch een
'slap geheel, waarin alle leiding zoek is; een
marine, die administratief wellicht nog tame-
lyk in orde is, maar zonder ziel, waar de
oefenende vloot ontbreekt
Het onlangs gevallen besluit tot instelling
van een algemeen departement van defensie
werd ln verschillenden zin beoordeeld. Som
migen beschouwden den maatregel als
een logisch uitvloeisel van de steeds dalende
beteekenis onzer marine; anderen vreesden,
dat de minister van marine a. L, die daaraan
zijn goedkeuring hechtte, zich van den hul
digen toestand niet voldoende rekenschap
heeft gegeven.
Eenige 'leden vreesden, dat de minister,
thans met de zorg van twee departementen
belast, het geheel niet behoorlijk zou over
zien en zich te vóel door zijne ambtenaren
zou laten leiden; of door gebrek aan kennis
der marinezaken geneigd zou zijn, alles te
veel op de leest der landmacht te schoeien.
Men had vernomen, dat het contact met den
minister met zyn verschillende chefs zeer ge
ring is. Men zou dit, mocht het juist zyn, in
hooge mate betreuren.
Met name achtte imien de inrichting van
den marinestaf zeer onvoldoende. Eenige le
den drongen er op aan, dat het loodswezen
thans zal worden overgebracht naar het de
partement van landbouw, nijverheid en han
del, waar het beter op zijn plaats is.
Vele leden waren van oordeel, dat de mi
nister niet genoegzaam doordrongen is van
den ernst van het personeelvraagstuk bij de
marine. Het mag bekend worden geacht, dat
vrijwel in alle rangen van het personeel een
geest van ontevredenheid en lusteloosheid
heerscht.
Teekenend achtte men het, dat in de Me
morie van Toelichting met geen woord wordt
gesproken over de indertijd door minister
Naudin ten Cate ingestelde commissie tot
regeling van den rechtstoestand van het ma
rinepersoneel.
Door sommige leden werd dan ook aange
drongen op een spoedige regeling der récht»-
positie van onderofficieren en minderen.
Men vroeg, wanneer de vlootcammissie,
wier benoeming reeds zoo vaak is toegezegd,
zal worden ingesteld, en wanneer de benoe
ming der leden kan worden verwacht.
Voor de bemanning van het Voor de ver
dediging van Nederland bestemde deel der
vloot wil de minister zoo ruim mogelyk ge
bruik maken van zeemilitie; verhooging van
het contingent der zeemilitie van 600 op 1000
man werd te dien einde reeds voorgesteld.
Verscheidene leden betwijfelden, of by zoo
groote vermeerdering van contingent zich
nog een voldoende aantal mihtieplichtigen
zullen aanmelden, die bij voorkeur bij de
zeemacht wenschen te worden ingedeeld.
Of de regeering ook uitzending van de zee
militie naar Indië beoogt, blijkt niet duide
lijk uit de Memorie van Toelichting. Men
meende er de aandacht op te moeten vesti
gen, dat buitengewone omstandigheden voor
behouden, van een zoodanige uitzending zon
der wijziging der militiewet geen sprake zal
kunnen zijn.
Sommige leden spreken twijfel uit, of uit
breiding van het instituut der zeemilitie in
staat zal zijn het tekort aan geoefend per
soneel te kearen.
Eenige leden spraken er hunne bevreem
ding over nit, dat de Kamer niet gekend was
in het besluit betreffende het medenemen van
het gezin naar Indië. Zy meenden dat deze
maatregel hooge kosten zon, medebrengen en
raadden tot intrekking.
Andere leden voerden hiertegen aan, dat
geen maatregel zoo volhardend en eenstemmig
door het geheele personeel, van hoog tot laag,
is verlangd als de bevoegdheid, de gezinnen
naar Indië te mogen medenemen. Ware de
minister hieraan niet tegemoet gekomen, dan