JACK DE ZANGER RUBENS^SÏGAREN NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA ENORM VERMINDERDE PRIJZEN IN ALLE AFDEELINGEN Eerste Blad. dé fijnste. GEBRS. VAN 'T VEEN, No. 5335 ZATERDAG 11 DECEMBER 1920 48e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag RJ!DACTEUR-UITGEVER: C. DE .BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 50 Op- en ondergang van Zon en Maan en tijd van hoogwater (Texel). van den publleken dienst zóó moet zijn, dat er zooveel mogelijk wrijving .ls, omdat slechts dan de waarheid een kans krijgt aan FEUILLETON. (fabrikanten), ALKMAAR. hem, die in zjjn bedrijf leeft, maar voor den gemeenterad mee gemoeid zijn, dat alle bedrijfsuitkomstem met de grootste nauw keurigheid door de administratie worden vastgelegd. Wordt vervolgd. COURANT ABONNEMENTEN B Ij VOORUITBETALING': Helder»che Ct. per 3 mnd. ƒ1.50, franco p. port ƒ1.70. Bultenl. ƒ2.50 0.66, ii ii 1,05 „1,80 Zondagsblad Modeblad „0.57»/i, 8 8 ,i „0.95, „1,05, Loaae nuimntr» der Courant 4 ct. Pont-Glrorekpfitttg No, 18066. ADVERTENTIEN 20 et. p, regel (galjaid). Inge», meded, (kolombr. al« redact, tekst) 00 ct, Kleine adv, (gnvr,, te koop, te huur) v, 1—4 reg, 50 ot„ elke regel meer 10 et, btj voorultb. (adree: Bur, y.d. bi. en met br, onder fit», 10 ot, p, «iv, e»trft), Bewees, 4 et, Alle prijgen tijd, yerh, m, 1051 papterdutirtetowL (Wintertijd.) Maan Zon Hoogwater Dec. op: Zondag 12 m. 9.4 Maand. 13 9.39 Dinsdag 14 10.9 Woensd.15 10.35 Dond.d. 16 10.58 Vrydag 17 11.21 Zaterd. 18 11.43 ond.: op: ond.: v.m.:n.m.: 6.2 8.3 3.44 9.10 9.15 7.2 8.4 3.44 9.45 9.45 8.3 8.5 3.44101010.20 9.7 8.6 3.4410.5010.50 10.11 8.7 3.44 11.25 11.20 11.18 8.8 3.43—, 8.10 3.43 0.5 0.50 Onafhankelijke Centrale Boekhouding, Afhankelijke Centrale Boekhouding, of geen Centrale Boekhouding. De schrijver der met gesigneerde arti kelenreeks, die door overgroote drukte na de behandeling der vorige igemeentebegroo- ting niet meer in dit blad geschreven heeft, gevoelt zich gedrongen om betreffende de zaak der Centrale Boekhouding een enkele opmerking te maken. De breed opgezette beschouwingen van =ct over zuinig gemeentebeheer zijn uitgeloopen op een scherpen aanval op het instituut der Centrale Boekhouding zooals dat te Hel der is geregeld; een aanval, voor welks ge volgen wij te meer beducht zijn, wijl met fluweelgeschoeide hand de slag werd toege bracht. Was de aanval gerechtvaardigd? Ordening en feitelijke werking van een instituut zijn wèl van elkaar te onderschei den en het is mogelijk, dat de ordening goed is, terwijl niettemin door allerlei om standigheden van zakelijken en persoonlij ken aard, door de laatste veelal niet het minst, de werking niet aan de verwach tingen beantwoordt. Het is ook mogelijk, dat ordening en wer king beide goed zijn en dat nieuw opko- mende oorzaken gevolgen in het leven roe pen, waarvoor men binnen den kring van het bekende, van de dingen, waarmede men vertrouwd is, een verklaring zoekt, en waar voor men dus een bestaand instituut in zijn ordening of in zijn werking, of in deze beide, verantwoordelijk stelt. Schrijven over zuinig gemeentebeheer is, van een anderen kant bezien, schrijven over de onvolkomenheden dn ons bestaand ge meentebeheer en over de middelen om die te verbeteren. Hoe vindt men die onvolkomenheden? Door studie en ontledende critiek, niet, hier scheidt zdch mijn weg van den van door een in algemeene bewoordingen ver vatte stelling als waarheid op den voor grond te schuiven en daaruit allerlei oon- clusiën af te leiden, wier juistheid staat of valt met de waarheid der stelling, waarvan men uitging en met haar toepasbaar heid op de verhoudingen, welke zich aan ons voordoen. den dag te komen? Men gevoelt het ongerijmde. Maar als men de populaire uitspraak, dat ar op ieder schip slechts één kapitein mag wezen, simpel weg tot grondslag neemt voor een betoog over de fouten en gebreken van de bestaande bestuursinrichting, doet men niet beter dan de wrijvingsmaniak zou doen, die met gelijke wetenschappelijke ze kerheid betoogde, dat de assen der gemeen telijke machine vooral niet op kogels moeten loopen. Bovendien vergeet men hgt één ding, n.L dit, dat als men alle gemeentelijke be- drijfshoofden tot k a p i t e i n promoveert, de ééne kapitein van het gemeentelijke schip, de Raad, straks bitter weinig meer te zeg gen heeft. Wij hebben in de gemeente boven alles een eenheid te zien. En de gemeente als eenheid kan haar taak niet ten volle naar behooren verrich ten, wanneer niet* alle krachten doelbewust worden samengetrokken op de bevordering van het gemeentebelang, als eenheid ge dacht, zóó, als de bevolking, dat is naar gel dend staatsrecht op een gegeven oogenblik, zóó ais de R a a d, dat belang ziet, Het is de grief der technische leiders van de gemeentebedrijven, dat zij de vrijheid van handelen der particuliere bedrijfsleiders missen. Maar het is het hooger belang, het belang der gemeenschap, dat zich met een zoo groote vrijheid in het gemeen schapsbedrijf niet verdraagt. Zij die dat niet begrijpen, moeten, met meer 'kans op gewin, maar met minder Idealen, den dienst der gemeenschap voor den dienst van het private kapitaal verruilen. Uit pieer dan één gemeente zijn Ons er voorbeelden van bekend, dat op bepaalde oogenblikken aan het streven naar tech nische vervolmaking der bedrijven het be lang der gemeente als zoodanig werd onder geschikt gemaakt. Men kan het betreuren, dat .het gemeen schapsbedrijf niet zoo commercieel kan werken als het particuliere bedrijf. "Van een anderen kant bezien komt die klacht dik wijls (niet altijd) hierop neer, dat men het betreurt, dat het gemeenschapsbedrijf zich naar een hoogere moraal heeft te richten dan het bedrijf van den particulieren onder nemer. In den hier slechts zeer sohetsmatig aan gegeven gedachtengang betreffende de ver houding der bedrijven tot de gemeenschap, welke zij moeten dienen en niet beheerschen, past uitnemend de van de technische be drijfsleiding geheel onafhankelijke administratie. Meer, zij is noodzakelijk. Niet, omdat men de technische bedrijfs leiders wantrouwt, maar omdat het gemeen tebestuur, om aan zijn roeping te kunnen voldoen, de volle zekerheid behoort te heb ben, dat de de administratie volledig voldoet aan dit gedeelte van haar taak: de volko men onpartijdige registratie van alle uit komsten der bedrijven. Juist om de moeilijke positie, waarin zij verkeeren, behoorden feitelijk de leiders der Dit is de fout, die ook professor Volmer begaat, waar hij aan de stelling, „wrijving technische bedrijven zeiven die zelfstandig- beteekent energieverlies", critiekloos ook buiten het gebied der natuurwetenschappen algemeene geldigheid toekent. Wrijvingde grootste stap, die ooit op den weg der beschaving en ontwik keling van de menschheid is -gezet, werd gedaan, toen voor het eerst de oermensch den vuurstok ronddraaide in den steen en met gespannen wangen de vlam uit het ton der blies. Prometheus stal den schat der Goden en werd met eeuwige pijnen gestraft voor het heil, dat hij den mensohen bracht. Uit de wrijving der gedachten ontspringt de waarheid of, eleganter, du choc des opi- nions jaillit la véritó. Heil de wrijving! Zullen wij nu zeggen, dat de organisatie door HULBERT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door J. KUYLMAN. 82) Onder de leden van Sir Brysan's gezel schap bestond een algeheele afwezigheid van vormelijkheid, en tevens een volkomen afwe zigheid van alle intimiteit. En daar zij zoo weinig belangstelling voor elkaar koesterden, had Garrod's toestand nog niemand aanlei ding tot opmerkingen gegeven. Wel is waar had Mevrouw WorsJey zijn houding nu en dan eenigszins bevreemdend geaoht, doch zij had altijd een antipathie tegen Garrod gehad, en wat de anderen betrof, die zeiden enkel: „hij is zonderlinger dan ooit," haalden de schouders op, en dachten er verder niet over. Terwijl Jack de aarzelende gestalte naderbij zag komen, dacht hij aan den kranigen jonge man met zijn haviksoogen van vijf jaar gele den, en de verandering ..^ïaakte hem naden kend. „Goede God! 't Leven heeft hem te pak ken gehad!" dacty hij. Toen Garrod dichtbij genoeg was om zich verstaanbaar te maken, zeide hij stamelend, terwijl hij Jack's oogen vermeed „Ik ik wou je eens spreken, Malcolm." „Leg je geweer neer," zei Jack kalm. „Bui ten je bereik." beid der administratie te begeeren Ook hierom, wijl slechts bij uitzondering de beste technicus tevens de beste admi nistrateur is; omdat slechts hij uitzondering de technische bedrijfsleider volkomen over ziet en gevoelt, welke belangen er, niet voor Ingezonden mededeellng. Garrod legde het onmiddellijk op de stee- nen. „Je denkt toch niet, dat ik mam- pelde hij. Garrod's oogen dwaalden overal heen, en zijn stem was huilerig. „Je zult me wel 'n vreeselijken lafaard vinden. Ik weet, dat 't er niet erg gunstig voor me uit ziet. Maar dat nietMisschien denk je wel, dat ik je paard op de rots „Ik beschuldig je niet," zeide Jack. Garrod ging bij hem zitten. „Ik wou je wel eens spreken," zeide hij, vergetend, dat hij dit al eens gezegd had. ,,'t Eenige wat jij en ik tegen elkaar te zeggen hehben, kan in één vraag en één ant woord worden samengevat," izei-de Jack. „Ben je van plan mij In m'n eer te herstellen?" „Ik zou 't graag willen," stamelde Garrod. Jack keek verrast op. Er lag meer in dit antwoord dam hij had verwacht.. „Is 't tóch waar?" riep 'hij uit, met schitterende oogen. Kom je me dat vertellen? Waarachtig dat zou 'n kranig iets zijn na al die jaren. Ik dacht niet, dat je daar vent genoeg voor waart" „Ikik zou t graag willen," mompelde Garrod evenals tevoren. „Dat is gemakkelijk genoeg, als je het wer kelijk wilt" zeide Jaok. „Je hebt enkel maar de waarheid te zeggen." „Dat zou je niets helpen," zeide Garrod. „Wat bedoel je?" vroeg Jack. „De waarheid is niet zooals Jij denkt," zei Garrod. „Ik heb het geld niet weggenomen." „Wie dan wed?" „De bank is bestolen," zeide Garrod. „Op den morgen nadat jij wegging. Drie mannen braken in in den nacht, en verborgen zich tot De edsch, dat de administratie zelfstandig zij, is niet van het beginsel der centrale boekhouding een uitvloeisel. Die zelfstandigheid bestaat de facto in alle groote gemeentebedrijven, alleen heeft men in den regel nog de formuleering der oude verordeningen vastgehouden en den technischen directeur cp papier tot hoofd van het geheele bedrijf gemaakt. Waar men een anderen weg heeft inge slagen en in de bedrijfsverordening de er kenning van die feitelijk bestaande verhou dingen heeft vastgelegd, zou het 't karakter eener demonstratie krijgen, indien men daarvoor de oude formule weer in de plaats stellen ging. De vraag: centrale boekhouding, als be drijf georganiseerd, of afzonderlijke boek houding voor ieder bedrijf op zich'zelf, raakt den opzet van de geheele financieele administratie der gemeente, maar is aan den anderen kant toch ook een vraag van aller eenvoudigste praktische strekking: n.1. wan neer men haar niet ic het algemeen voor alle gemeenten stelt, maar voor een bepaal de,, kleine of mlddelgroote gemeente met een beperkt getal bedrijven, ieder van vrij ge ringen omvang. Ieder afzonderlijk k u n n e n die bedrijven geen werkelijk vakkundig onder bekwame leiding gevoerde administratie bekostigen De centralisatie der administratie in één bedrijf maakt het mogelijk ieder, ook het kleinste, bedrijf te voorzien van een ad ministratief apparaat, dat aan de hoogste eischen voldoet, zander dat, bij goede in richting, de kosten daarvan grooter behoe ven te zijn, dan van een gebrekkig func- •tioneerende eigen administratie. In hoeverre dat laatste hier te Helder het geval is, in hoeverre dus de kosten der cen trale administratie niet méér bedrage®, dan zij in verhouding tot de beteekenis der be drijven bedragen mogen, weten wij niet. Dat is echter te onderzoeken. Ook door een'Oonunissie. Mits er in die commissie genoeg deskun digen zitting hebben en men niet verschil lende vraagstukken, die dn beginsel niets met elkaar hebben uit te staan, naarstig dooreen werkt, tot geep sterveling den draad in het kluwen meer vinden kan. Wij hebben het artikel van den schrij ver met zeer veel belangstelling gelezen; het belang der zkak -kan slechts worden gediend wanneer ieder daarvan met dezelfde aandacht kennis neemt. Immers, om de woorden van onzenz geachten opponent te herhalen: Uit» de wrijving der ge dachten onjspringtde waarheid. Wij achten ons niet geroepen om de door den schrijver aangevallen stelling van professor Volmer dat wrijving bet ee kent energieverlies, ook buiten het gebied der natuurwetenschappen, nadPT e verdedigen. Maar dit gelooven wij wel als vaststaande te mogen aanvaarden dat prof. Volmer tegen wrijving door gedachten geen bezwaar heeft. En daar gaat het ook 'hief om! De wrijving waarop hier wel gedoeld wordt behoeft zich niet te tuten in woorden alleen, zij kan ook te onderkennen zijn uit bepaalde daden of bepaalde nalatigheden. En als dat zoo is, zou dan nog onze opposant uitroepen: Heil de wrijving! De schrijver wil wrijving, maar niet zooveel mogelijk. Hoever, vragen we, mag het dan komen, door wde en hoe zal dat 'beipaaid worden? Als Burgemeester en Wethouders iets (on verschillig wat) omtrent het Gasbedrijf wil len weten, don moeten zij oi. bij den Direc teur van dat bedrijf 'terecht kunnen. Het moet b.v. niet mogelijk zijn dat deze den volgenden morgen. Toen flockeby en ik de brandkast openden, overmanden ze ons, en gingen er met het geld van door. Wjj behoorden de brandkast eigenlijk niet ge opend te hebben voordat de anderen er wa ren, en dus waren we bang het te vertellen. Ik dacht dat het je geen kwaad zou doen zoolang als je weg waart. Als je teruggeko men was, zou ik het verteld hebben." Er klonk zooveel tist in dit verhaal door, dat Jack er de lippen van optrok. „Nou, en wat verhindert je het nu te vertellen?" vroeg hij. „Ze zouden me toch niet gelooven," zeide Garrod. „Ze zouden denken dat ik eenvoudig probeerde om jou, m'n ouden vriend, te ont- lastep." „Maar Rockeby kan toch staven wat je zegt," zeide Jack. „Hij is dood," mompelde Garrod. Jack barstte in een onwelluidend lachen uit „Je gelooft me zeker niet," zeide Garrod. „Nee, niet bijzonder," zeade Jack. ,,'t Past allemaal veel te mooi in elkaar." Garrod's stem verhief zich beverig en schril: ,,'t Is toch vaar! Ik zweer 'tl Dre man nen. Franschen waren '1 Ik zie ze nóg voor me! De eene was jong; bij had een litteeken over zijn voorhoofd. „Och kom, laat die mooie bijzonderheden er maar uit," zeide Jack verachtelijk. „De eerste de bet gek kan zien dat je hegt." Hij ging door imet het afschillen van zijn stok. Garrod's stem daalde tot een zacht gehuil, „'t Is tóch waar! 't Is tóch waar!" Jade begon te bemerken dat het nau welijks een redelijk wezen was, waarmede hij te do-n had. Hij gooide bet nu over een anderen boog. „Ik veronderstel dat je de laatste paar INGEZONDEN MEDEDEELINO. VROOM PR EESMANN VROOM&DREESMANN het College verwijst naar de Centrale Boek houding en deze dus op haar beurt de vraag weer terugwijst naar den Directeur. E n dl e mogelijkheid bestaat nu wel. Wij willen dat het gemeentebestuur zal weten wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is, het hoofd van den technischen of van den administratieven dienst. Daarom, meenen wij, dat het onjuist ge zien is, dat de zelfstandigheid van de admi nistratie, zooais wij die hier kennen, de facto in alle groote gemeentebedrijven voorkomt, doch dat men in den regel nog de formuleering der oude verordeningen heeft vastgehouden en den technischen directeur op papier tot hoofd van het geheele be drijf heeft gemaakt. Vanzelfsprekend willen wjj niet den Directeur achter de boeken heb ben en wij kunnen ons er het best mede vereenigen dat aan den boekhouder een ze kere mate van zelfstandigheid wordt ver leend. Maar in al die gemeenten waar de technische Directeur, al is het dan, volgens onzen opponent, slechts op papier tot hoofd van het geheele bedrijf is gemaakt, daar zal hij zich nimmer kunnen beroepen op zijn boekhouder, die aan hem onderge schikt i s. Daar zal a 1t ij d en voor alle geval 1 en hij de man zijn, die, a 1 s het er op aankom11, verantwoorde lijk is. En nu mag men bewereil dat de bedrijfsverordening, zooals ze hier luidt, slechts een erkenning is van de f e i t e- 1 ij k e verhoudingen, zooais die overal elders eveneens bestaan, wij houden vól dat, in den men terugging tot de oude formule, het meer zou wezen dan een demonstratie omdat o. i. ook de feitelijke verhoudingen daardoor veranderen. Logisch is het om de volledige verantwoordelijkheid te leggen op den technischen leider, maar dan geve men hem ook niet een boekhouder naast, maar onder zich. Een onafhankelijke administratie, zegt onze geachte opponent elders, is nood zakelijk, niet omdat men de technische lei ders wantrouwt, maar omdat het gemeente bestuur, om aan zijn roeping te kunnen vol doen, de volle zekerheid behoort te hebben, dat de administratie volledig voldoet aan dit gedeelte van haar taak: de volkomen onpar tijdige registratie van alle uitkomsten der be drijven. Is voor de bereiking van dit doel inder daad een onafhankelijke administratie noodig? Waarom hebben we dan een Verificateur der gemeenitefinanciën? Is 'het, maast andere werkzaamheden, niet z ij n t a a k om de boek houding der bedrijven te oontroleeren? Wat weerhoudt hem, of beter is bet niet juist zijn plicht om aan het gemeentebestuur jaar een (hondenleven ge.edd hebt." zeide nh ka'm. Garrod keek hem op eigenaardige wijze aan. „O, m'n Godl" zeide hy toonloos. „Dat weet niemand, wat ik voor een leven gehad leb!" „Ta. ve-moed dat ie weet wat er eigenlijk nu t je aan de hand is," zeide JaeV Fr volgde «•••■li antwoord. „H-t 'j wat ze in de boeken „berouw'' n ta-n," zeide Jack. Je k int nou eenmaal je beste '-rend niet ruïneeren, zondrr later bot ze drooiren Lebben." „Maar ii heb het geld ni>t weggenomen." mompride Garroa Jack «veerde dit. „En dan nog wel je vriend," ging hij voort, Garrod recht in de oogen ziende. „Herinner je je nog, dat toen we samen op den trein stonden te wachten, waar ik mee weg zou gaan, je je arm om mijn schouder sloeg en zea: „Hou je goed, ouwe jongen I We hebben samen in heel wat moei lijkheden gezeten, maar we hebben mekaar er toch altijd weer uitgeholpen. Je kunt op me rekenen, tot in den dood." Herinner je je dat?" „Ja," mompelde Garrod. „En den volgenden morgen nam je het geld weg om je schulden te betalen, terwijl je heel goed wist dat ze mij de schuld er van zouden geven." Garrod hield een bevende hand op alsof hij een slag wilde afweren. „Ik heb het niet weggenomen," mompelde (hij nogmaals. ,,Kijk mij in de oogen, en zweer het," eisoh- te Jack. Garrod kon dit niet. „Kijk eens hier," zeide Jack) „Je bent er slecht aan toe. Veel meer kun je niet hebben. Vanavond zullen we schoon schip maken. Denk Je dat je dat door kunt maken?" te rapporteeren wanneer de registratie van alle uitkomsten der bedrijven in onpartijdig heid te kort mocht schieten? Wjj zjjn het volmaakt eens met de bewe ring, dat de eisch, dat de administratie zelf standig zij, met van de Centrale Boekhou ding een uitvloeisel is. Daarom -kan het in stituut als zoodanig best gehandhaafd wor den, als maar in de ordening een wijziging kome. Want de fout b 1 ij v e n wij zoeken in de ordening van het instituut. Van die ordening is de feitelijke werking een gevolg. Het is waar dat zelfs de meest volmaakte ordening -geen waarborgen kan hieden, dat ook de werking goed is, omdat déze wordt beïnvloed door omstandigheden, vooral van perso onljjken aard, maar het kon ook zjjn en zoo zien wjj het hier, dat de kiem van het bezwaar schuilt in de ordening en dan moet de werking nood wendig falen. Als wij ons, om het kwaad dat wij in- die ordening zien, te karakteriseeren, bediend hebben van de zeer populaire stelling, dat er geen twee kapiteins kunnen zijn op een schip, dan hadden wij onze redenen daarvoor. Eerstens lachte de stelling ons toe om haar eenvoud en bovendien trók zij ons aan om dat zij zóózeer is -geworteld in de volksover tuiging, dat haar gebruik spreekwoordelijk is geworden. Dat wij die stelling als grond slag' namen voor ons betoog moet voorts hieruit worden verklaard, dat de studie en de waarneming dter feiten reeds was voorafge gaan. Maar onze opponent zal toe moeten ge ven dat het niet mogelijk is om dit op deze plaats te bespreken. Het kan, gelooven wij, overigens ons betoog slechts versterken, nu we, na zoowel inductief als deductief te werk te zijn gegaan, tot dezelfde conclusie zijn gekomen. Dat wij niet uit het oog ver loren hebben, dat ten slotte de gemeenteraad de éénejkapitein is van het gemeenschappe lijke schip moet uit ons heele betoog wel duidelijk zijn geworden. Het zou b.v. geen zin hebben van verantwoordelijkheid tegen over het gemeentebestuur te spreken, wan neer wij den directeur absolute zelfstandig heid en onafhankelijkheid wilden geven Het doet ons ten slotte genoegen dat ook de schrijver het denkbeeld van een com missoriaal onderzoek aanvaardt In dit op zicht loopen onze meeningen zelfs parallel. Maar op één punt is er verschil. Wij verwachten van een onderzoek zon der voorafgaande wijziging der ordening absoluut geen heil. Integendeell Eerst wanneer onomstooteljjkvast- st-aat wie er voor elk bedrijf in zijn #v o 11 e n om vang verantwoordelijk is, dan eerst, maar ook miet eer, kan een bezuini- gingsoommissie goed werk doen. Ingezonden mededeellng. NIE&AANDOENINGEN BIJ KINDEREN. Kinderen zijn zoowel als volwaasenen on derhevig aan nieraandoeuingen en men heeft zelto opgemerkt, dat procentsgewijze meer blaassteenen voorkwamen bij kinderen dan bij volwassenen. Sommige kinderen erven nierzwakte over. Bij anderen is het een gevolg van mazelen, scharlakenkoorts, diphterilis, windpokken en dergelijke infectieziekten. De ouders dienen derhalve op te passen, als een kind klaagt oVer pijn in den rug en de ledematen, pijn in de schouders, of als de urine bezinksel bevat. Allicht is het meest voorkomende gevolg van nierzwakte bij kin deren het -verlies van de -macht over de blaas, hetgeen bedwateren en dergelijke on aangename kwalen veroorzaakt Ais uw kind teer en kwijnend is, niet speelt en draaft als andere kinderen, treurt en klaagt over moeheid, wees dan bedacht op een vorm van mi eraand oening en onder zoek dit spoedig. Foster's Rugpijn Nieren Pillen bleken suc cesvol in tal van dergelijke gevallen. Het verdient dan tevens aanbeveling om opwin ding door stoeien en lezen voor het slapen gaan te vermijden, het kind 's avonds niet te veel te laten drinken, het niet te warm toe te dekken en het vooral niet te straffen voor zijn kwaal. Foster's Rugpijn Nieren Pillen (let op den juisten naam) zijn te Helder verkrijgbaar bij A. ten klooster, Keizerstraat 93, f 1.75 per doos.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 1