JACK DE ZANGER
RUBENS^SÏGAREN
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA
ENORM VERMINDERDE
PRIJZEN IN ALLE
AFDEELINGEN
Eerste Blad.
dé fijnste.
GEBRS. VAN 'T VEEN,
No. 5335
ZATERDAG 11 DECEMBER 1920
48e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
RJ!DACTEUR-UITGEVER: C. DE .BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 50
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
van den publleken dienst zóó moet zijn, dat
er zooveel mogelijk wrijving .ls, omdat
slechts dan de waarheid een kans krijgt aan
FEUILLETON.
(fabrikanten), ALKMAAR.
hem, die in zjjn bedrijf leeft, maar voor den
gemeenterad mee gemoeid zijn, dat alle
bedrijfsuitkomstem met de grootste nauw
keurigheid door de administratie worden
vastgelegd.
Wordt vervolgd.
COURANT
ABONNEMENTEN B Ij VOORUITBETALING':
Helder»che Ct. per 3 mnd. ƒ1.50, franco p. port ƒ1.70. Bultenl. ƒ2.50
0.66, ii ii 1,05
„1,80
Zondagsblad
Modeblad
„0.57»/i,
8
8 ,i „0.95, „1,05,
Loaae nuimntr» der Courant 4 ct.
Pont-Glrorekpfitttg No, 18066.
ADVERTENTIEN
20 et. p, regel (galjaid). Inge», meded, (kolombr. al« redact, tekst) 00 ct,
Kleine adv, (gnvr,, te koop, te huur) v, 1—4 reg, 50 ot„ elke regel meer
10 et, btj voorultb. (adree: Bur, y.d. bi. en met br, onder fit», 10 ot, p, «iv,
e»trft), Bewees, 4 et, Alle prijgen tijd, yerh, m, 1051 papterdutirtetowL
(Wintertijd.)
Maan Zon Hoogwater
Dec. op:
Zondag 12 m. 9.4
Maand. 13 9.39
Dinsdag 14 10.9
Woensd.15 10.35
Dond.d. 16 10.58
Vrydag 17 11.21
Zaterd. 18 11.43
ond.: op: ond.: v.m.:n.m.:
6.2 8.3 3.44 9.10 9.15
7.2 8.4 3.44 9.45 9.45
8.3 8.5 3.44101010.20
9.7 8.6 3.4410.5010.50
10.11 8.7 3.44 11.25 11.20
11.18 8.8 3.43—,
8.10 3.43 0.5 0.50
Onafhankelijke Centrale Boekhouding,
Afhankelijke Centrale Boekhouding,
of geen Centrale Boekhouding.
De schrijver der met gesigneerde arti
kelenreeks, die door overgroote drukte na
de behandeling der vorige igemeentebegroo-
ting niet meer in dit blad geschreven heeft,
gevoelt zich gedrongen om betreffende de
zaak der Centrale Boekhouding een enkele
opmerking te maken.
De breed opgezette beschouwingen van =ct
over zuinig gemeentebeheer zijn uitgeloopen
op een scherpen aanval op het instituut der
Centrale Boekhouding zooals dat te Hel
der is geregeld; een aanval, voor welks ge
volgen wij te meer beducht zijn, wijl met
fluweelgeschoeide hand de slag werd toege
bracht.
Was de aanval gerechtvaardigd?
Ordening en feitelijke werking van een
instituut zijn wèl van elkaar te onderschei
den en het is mogelijk, dat de ordening
goed is, terwijl niettemin door allerlei om
standigheden van zakelijken en persoonlij
ken aard, door de laatste veelal niet het
minst, de werking niet aan de verwach
tingen beantwoordt.
Het is ook mogelijk, dat ordening en wer
king beide goed zijn en dat nieuw opko-
mende oorzaken gevolgen in het leven roe
pen, waarvoor men binnen den kring van
het bekende, van de dingen, waarmede men
vertrouwd is, een verklaring zoekt, en waar
voor men dus een bestaand instituut in zijn
ordening of in zijn werking, of in deze
beide, verantwoordelijk stelt.
Schrijven over zuinig gemeentebeheer is,
van een anderen kant bezien, schrijven over
de onvolkomenheden dn ons bestaand ge
meentebeheer en over de middelen om die
te verbeteren.
Hoe vindt men die onvolkomenheden?
Door studie en ontledende critiek, niet,
hier scheidt zdch mijn weg van den van
door een in algemeene bewoordingen ver
vatte stelling als waarheid op den voor
grond te schuiven en daaruit allerlei oon-
clusiën af te leiden, wier juistheid staat of
valt met de waarheid der stelling, waarvan
men uitging en met haar toepasbaar
heid op de verhoudingen, welke zich aan
ons voordoen.
den dag te komen?
Men gevoelt het ongerijmde.
Maar als men de populaire uitspraak, dat
ar op ieder schip slechts één kapitein mag
wezen, simpel weg tot grondslag neemt voor
een betoog over de fouten en gebreken van
de bestaande bestuursinrichting, doet men
niet beter dan de wrijvingsmaniak zou
doen, die met gelijke wetenschappelijke ze
kerheid betoogde, dat de assen der gemeen
telijke machine vooral niet op kogels moeten
loopen.
Bovendien vergeet men hgt één ding,
n.L dit, dat als men alle gemeentelijke be-
drijfshoofden tot k a p i t e i n promoveert, de
ééne kapitein van het gemeentelijke schip,
de Raad, straks bitter weinig meer te zeg
gen heeft.
Wij hebben in de gemeente boven alles
een eenheid te zien.
En de gemeente als eenheid kan haar
taak niet ten volle naar behooren verrich
ten, wanneer niet* alle krachten doelbewust
worden samengetrokken op de bevordering
van het gemeentebelang, als eenheid ge
dacht, zóó, als de bevolking, dat is naar gel
dend staatsrecht op een gegeven oogenblik,
zóó ais de R a a d, dat belang ziet,
Het is de grief der technische leiders van
de gemeentebedrijven, dat zij de vrijheid
van handelen der particuliere bedrijfsleiders
missen. Maar het is het hooger belang, het
belang der gemeenschap, dat zich met
een zoo groote vrijheid in het gemeen
schapsbedrijf niet verdraagt. Zij die dat
niet begrijpen, moeten, met meer 'kans op
gewin, maar met minder Idealen, den dienst
der gemeenschap voor den dienst van het
private kapitaal verruilen.
Uit pieer dan één gemeente zijn Ons er
voorbeelden van bekend, dat op bepaalde
oogenblikken aan het streven naar tech
nische vervolmaking der bedrijven het be
lang der gemeente als zoodanig werd onder
geschikt gemaakt.
Men kan het betreuren, dat .het gemeen
schapsbedrijf niet zoo commercieel kan
werken als het particuliere bedrijf. "Van een
anderen kant bezien komt die klacht dik
wijls (niet altijd) hierop neer, dat men het
betreurt, dat het gemeenschapsbedrijf zich
naar een hoogere moraal heeft te richten
dan het bedrijf van den particulieren onder
nemer.
In den hier slechts zeer sohetsmatig aan
gegeven gedachtengang betreffende de ver
houding der bedrijven tot de gemeenschap,
welke zij moeten dienen en niet beheerschen,
past uitnemend de van de technische be
drijfsleiding geheel onafhankelijke
administratie.
Meer, zij is noodzakelijk.
Niet, omdat men de technische bedrijfs
leiders wantrouwt, maar omdat het gemeen
tebestuur, om aan zijn roeping te kunnen
voldoen, de volle zekerheid behoort te heb
ben, dat de de administratie volledig voldoet
aan dit gedeelte van haar taak: de volko
men onpartijdige registratie van alle uit
komsten der bedrijven.
Juist om de moeilijke positie, waarin zij
verkeeren, behoorden feitelijk de leiders der
Dit is de fout, die ook professor Volmer
begaat, waar hij aan de stelling, „wrijving technische bedrijven zeiven die zelfstandig-
beteekent energieverlies", critiekloos ook
buiten het gebied der natuurwetenschappen
algemeene geldigheid toekent.
Wrijvingde grootste stap, die
ooit op den weg der beschaving en ontwik
keling van de menschheid is -gezet, werd
gedaan, toen voor het eerst de oermensch
den vuurstok ronddraaide in den steen en
met gespannen wangen de vlam uit het ton
der blies.
Prometheus stal den schat der Goden en
werd met eeuwige pijnen gestraft voor het
heil, dat hij den mensohen bracht.
Uit de wrijving der gedachten ontspringt
de waarheid of, eleganter, du choc des opi-
nions jaillit la véritó.
Heil de wrijving!
Zullen wij nu zeggen, dat de organisatie
door
HULBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door
J. KUYLMAN.
82)
Onder de leden van Sir Brysan's gezel
schap bestond een algeheele afwezigheid van
vormelijkheid, en tevens een volkomen afwe
zigheid van alle intimiteit. En daar zij zoo
weinig belangstelling voor elkaar koesterden,
had Garrod's toestand nog niemand aanlei
ding tot opmerkingen gegeven. Wel is waar
had Mevrouw WorsJey zijn houding nu en
dan eenigszins bevreemdend geaoht, doch zij
had altijd een antipathie tegen Garrod gehad,
en wat de anderen betrof, die zeiden enkel:
„hij is zonderlinger dan ooit," haalden de
schouders op, en dachten er verder niet over.
Terwijl Jack de aarzelende gestalte naderbij
zag komen, dacht hij aan den kranigen jonge
man met zijn haviksoogen van vijf jaar gele
den, en de verandering ..^ïaakte hem naden
kend. „Goede God! 't Leven heeft hem te pak
ken gehad!" dacty hij.
Toen Garrod dichtbij genoeg was om zich
verstaanbaar te maken, zeide hij stamelend,
terwijl hij Jack's oogen vermeed
„Ik ik wou je eens spreken, Malcolm."
„Leg je geweer neer," zei Jack kalm. „Bui
ten je bereik."
beid der administratie te begeeren
Ook hierom, wijl slechts bij uitzondering
de beste technicus tevens de beste admi
nistrateur is; omdat slechts hij uitzondering
de technische bedrijfsleider volkomen over
ziet en gevoelt, welke belangen er, niet voor
Ingezonden mededeellng.
Garrod legde het onmiddellijk op de stee-
nen. „Je denkt toch niet, dat ik mam-
pelde hij.
Garrod's oogen dwaalden overal heen, en
zijn stem was huilerig. „Je zult me wel 'n
vreeselijken lafaard vinden. Ik weet, dat 't er
niet erg gunstig voor me uit ziet. Maar dat
nietMisschien denk je wel, dat ik je
paard op de rots
„Ik beschuldig je niet," zeide Jack.
Garrod ging bij hem zitten. „Ik wou je wel
eens spreken," zeide hij, vergetend, dat hij dit
al eens gezegd had.
,,'t Eenige wat jij en ik tegen elkaar te
zeggen hehben, kan in één vraag en één ant
woord worden samengevat," izei-de Jack. „Ben
je van plan mij In m'n eer te herstellen?"
„Ik zou 't graag willen," stamelde Garrod.
Jack keek verrast op. Er lag meer in dit
antwoord dam hij had verwacht.. „Is 't tóch
waar?" riep 'hij uit, met schitterende oogen.
Kom je me dat vertellen? Waarachtig dat
zou 'n kranig iets zijn na al die jaren. Ik
dacht niet, dat je daar vent genoeg voor
waart"
„Ikik zou t graag willen," mompelde
Garrod evenals tevoren.
„Dat is gemakkelijk genoeg, als je het wer
kelijk wilt" zeide Jaok. „Je hebt enkel maar
de waarheid te zeggen."
„Dat zou je niets helpen," zeide Garrod.
„Wat bedoel je?" vroeg Jack.
„De waarheid is niet zooals Jij denkt," zei
Garrod. „Ik heb het geld niet weggenomen."
„Wie dan wed?"
„De bank is bestolen," zeide Garrod. „Op
den morgen nadat jij wegging. Drie mannen
braken in in den nacht, en verborgen zich tot
De edsch, dat de administratie zelfstandig
zij, is niet van het beginsel der centrale
boekhouding een uitvloeisel.
Die zelfstandigheid bestaat de facto in
alle groote gemeentebedrijven, alleen heeft
men in den regel nog de formuleering der
oude verordeningen vastgehouden en den
technischen directeur cp papier tot hoofd
van het geheele bedrijf gemaakt.
Waar men een anderen weg heeft inge
slagen en in de bedrijfsverordening de er
kenning van die feitelijk bestaande verhou
dingen heeft vastgelegd, zou het 't karakter
eener demonstratie krijgen, indien men
daarvoor de oude formule weer in de plaats
stellen ging.
De vraag: centrale boekhouding, als be
drijf georganiseerd, of afzonderlijke boek
houding voor ieder bedrijf op zich'zelf,
raakt den opzet van de geheele financieele
administratie der gemeente, maar is aan den
anderen kant toch ook een vraag van aller
eenvoudigste praktische strekking: n.1. wan
neer men haar niet ic het algemeen voor
alle gemeenten stelt, maar voor een bepaal
de,, kleine of mlddelgroote gemeente met een
beperkt getal bedrijven, ieder van vrij ge
ringen omvang.
Ieder afzonderlijk k u n n e n die bedrijven
geen werkelijk vakkundig onder bekwame
leiding gevoerde administratie bekostigen
De centralisatie der administratie
in één bedrijf maakt het mogelijk ieder, ook
het kleinste, bedrijf te voorzien van een ad
ministratief apparaat, dat aan de hoogste
eischen voldoet, zander dat, bij goede in
richting, de kosten daarvan grooter behoe
ven te zijn, dan van een gebrekkig func-
•tioneerende eigen administratie.
In hoeverre dat laatste hier te Helder het
geval is, in hoeverre dus de kosten der cen
trale administratie niet méér bedrage®, dan
zij in verhouding tot de beteekenis der be
drijven bedragen mogen, weten wij niet.
Dat is echter te onderzoeken.
Ook door een'Oonunissie.
Mits er in die commissie genoeg deskun
digen zitting hebben en men niet verschil
lende vraagstukken, die dn beginsel niets
met elkaar hebben uit te staan, naarstig
dooreen werkt, tot geep sterveling den draad
in het kluwen meer vinden kan.
Wij hebben het artikel van den schrij
ver met zeer veel belangstelling gelezen; het
belang der zkak -kan slechts worden gediend
wanneer ieder daarvan met dezelfde
aandacht kennis neemt. Immers, om de
woorden van onzenz geachten opponent te
herhalen: Uit» de wrijving der ge
dachten onjspringtde waarheid.
Wij achten ons niet geroepen om de door
den schrijver aangevallen stelling van
professor Volmer dat wrijving bet ee
kent energieverlies, ook buiten het
gebied der natuurwetenschappen, nadPT e
verdedigen. Maar dit gelooven wij wel als
vaststaande te mogen aanvaarden dat prof.
Volmer tegen wrijving door gedachten
geen bezwaar heeft.
En daar gaat het ook 'hief om!
De wrijving waarop hier wel gedoeld
wordt behoeft zich niet te tuten in woorden
alleen, zij kan ook te onderkennen zijn uit
bepaalde daden of bepaalde nalatigheden.
En als dat zoo is, zou dan nog onze opposant
uitroepen: Heil de wrijving!
De schrijver wil wrijving, maar niet
zooveel mogelijk. Hoever, vragen we,
mag het dan komen, door wde en hoe zal
dat 'beipaaid worden?
Als Burgemeester en Wethouders iets (on
verschillig wat) omtrent het Gasbedrijf wil
len weten, don moeten zij oi. bij den Direc
teur van dat bedrijf 'terecht kunnen. Het
moet b.v. niet mogelijk zijn dat deze
den volgenden morgen. Toen flockeby en ik
de brandkast openden, overmanden ze ons,
en gingen er met het geld van door. Wjj
behoorden de brandkast eigenlijk niet ge
opend te hebben voordat de anderen er wa
ren, en dus waren we bang het te vertellen.
Ik dacht dat het je geen kwaad zou doen
zoolang als je weg waart. Als je teruggeko
men was, zou ik het verteld hebben."
Er klonk zooveel tist in dit verhaal door,
dat Jack er de lippen van optrok. „Nou, en
wat verhindert je het nu te vertellen?" vroeg
hij.
„Ze zouden me toch niet gelooven," zeide
Garrod. „Ze zouden denken dat ik eenvoudig
probeerde om jou, m'n ouden vriend, te ont-
lastep."
„Maar Rockeby kan toch staven wat je
zegt," zeide Jack.
„Hij is dood," mompelde Garrod.
Jack barstte in een onwelluidend lachen uit
„Je gelooft me zeker niet," zeide Garrod.
„Nee, niet bijzonder," zeade Jack. ,,'t Past
allemaal veel te mooi in elkaar."
Garrod's stem verhief zich beverig en
schril: ,,'t Is toch vaar! Ik zweer 'tl Dre man
nen. Franschen waren '1 Ik zie ze nóg voor
me! De eene was jong; bij had een litteeken
over zijn voorhoofd.
„Och kom, laat die mooie bijzonderheden
er maar uit," zeide Jack verachtelijk. „De
eerste de bet gek kan zien dat je hegt."
Hij ging door imet het afschillen van zijn
stok.
Garrod's stem daalde tot een zacht gehuil,
„'t Is tóch waar! 't Is tóch waar!"
Jade begon te bemerken dat het nau welijks
een redelijk wezen was, waarmede hij te do-n
had. Hij gooide bet nu over een anderen
boog. „Ik veronderstel dat je de laatste paar
INGEZONDEN MEDEDEELINO.
VROOM PR EESMANN
VROOM&DREESMANN
het College verwijst naar de Centrale Boek
houding en deze dus op haar beurt de vraag
weer terugwijst naar den Directeur. E n dl e
mogelijkheid bestaat nu wel. Wij
willen dat het gemeentebestuur zal weten
wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is, het
hoofd van den technischen of van den
administratieven dienst.
Daarom, meenen wij, dat het onjuist ge
zien is, dat de zelfstandigheid van de admi
nistratie, zooais wij die hier kennen, de
facto in alle groote gemeentebedrijven
voorkomt, doch dat men in den regel nog de
formuleering der oude verordeningen heeft
vastgehouden en den technischen directeur
op papier tot hoofd van het geheele be
drijf heeft gemaakt. Vanzelfsprekend willen
wjj niet den Directeur achter de boeken heb
ben en wij kunnen ons er het best mede
vereenigen dat aan den boekhouder een ze
kere mate van zelfstandigheid wordt ver
leend. Maar in al die gemeenten waar de
technische Directeur, al is het dan, volgens
onzen opponent, slechts op papier tot hoofd
van het geheele bedrijf is gemaakt, daar zal
hij zich nimmer kunnen beroepen op zijn
boekhouder, die aan hem onderge
schikt i s. Daar zal a 1t ij d en voor
alle geval 1 en hij de man zijn, die, a 1 s
het er op aankom11, verantwoorde
lijk is. En nu mag men bewereil dat
de bedrijfsverordening, zooals ze hier
luidt, slechts een erkenning is van de f e i t e-
1 ij k e verhoudingen, zooais die overal elders
eveneens bestaan, wij houden vól dat, in
den men terugging tot de oude formule,
het meer zou wezen dan een demonstratie
omdat o. i. ook de feitelijke verhoudingen
daardoor veranderen. Logisch is het om de
volledige verantwoordelijkheid te leggen
op den technischen leider, maar dan
geve men hem ook niet een boekhouder
naast, maar onder zich.
Een onafhankelijke administratie,
zegt onze geachte opponent elders, is nood
zakelijk, niet omdat men de technische lei
ders wantrouwt, maar omdat het gemeente
bestuur, om aan zijn roeping te kunnen vol
doen, de volle zekerheid behoort te hebben,
dat de administratie volledig voldoet aan dit
gedeelte van haar taak: de volkomen onpar
tijdige registratie van alle uitkomsten der be
drijven.
Is voor de bereiking van dit doel inder
daad een onafhankelijke administratie
noodig?
Waarom hebben we dan een Verificateur
der gemeenitefinanciën? Is 'het, maast andere
werkzaamheden, niet z ij n t a a k om de boek
houding der bedrijven te oontroleeren?
Wat weerhoudt hem, of beter is bet niet
juist zijn plicht om aan het gemeentebestuur
jaar een (hondenleven ge.edd hebt." zeide
nh ka'm. Garrod keek hem op eigenaardige
wijze aan. „O, m'n Godl" zeide hy toonloos.
„Dat weet niemand, wat ik voor een leven
gehad leb!"
„Ta. ve-moed dat ie weet wat er eigenlijk
nu t je aan de hand is," zeide JaeV Fr volgde
«•••■li antwoord.
„H-t 'j wat ze in de boeken „berouw''
n ta-n," zeide Jack. Je k int nou eenmaal
je beste '-rend niet ruïneeren, zondrr later
bot ze drooiren Lebben."
„Maar ii heb het geld ni>t weggenomen."
mompride Garroa
Jack «veerde dit. „En dan nog wel je
vriend," ging hij voort, Garrod recht in de
oogen ziende. „Herinner je je nog, dat toen
we samen op den trein stonden te wachten,
waar ik mee weg zou gaan, je je arm om mijn
schouder sloeg en zea: „Hou je goed, ouwe
jongen I We hebben samen in heel wat moei
lijkheden gezeten, maar we hebben mekaar
er toch altijd weer uitgeholpen. Je kunt op
me rekenen, tot in den dood." Herinner je
je dat?"
„Ja," mompelde Garrod.
„En den volgenden morgen nam je het
geld weg om je schulden te betalen, terwijl
je heel goed wist dat ze mij de schuld er van
zouden geven."
Garrod hield een bevende hand op alsof
hij een slag wilde afweren. „Ik heb het niet
weggenomen," mompelde (hij nogmaals.
,,Kijk mij in de oogen, en zweer het," eisoh-
te Jack.
Garrod kon dit niet.
„Kijk eens hier," zeide Jack) „Je bent er
slecht aan toe. Veel meer kun je niet hebben.
Vanavond zullen we schoon schip maken.
Denk Je dat je dat door kunt maken?"
te rapporteeren wanneer de registratie van
alle uitkomsten der bedrijven in onpartijdig
heid te kort mocht schieten?
Wjj zjjn het volmaakt eens met de bewe
ring, dat de eisch, dat de administratie zelf
standig zij, met van de Centrale Boekhou
ding een uitvloeisel is. Daarom -kan het in
stituut als zoodanig best gehandhaafd wor
den, als maar in de ordening een wijziging
kome. Want de fout b 1 ij v e n wij zoeken in
de ordening van het instituut. Van die
ordening is de feitelijke werking
een gevolg. Het is waar dat zelfs de meest
volmaakte ordening -geen waarborgen kan
hieden, dat ook de werking goed is, omdat
déze wordt beïnvloed door omstandigheden,
vooral van perso onljjken aard, maar
het kon ook zjjn en zoo zien wjj het hier,
dat de kiem van het bezwaar schuilt in de
ordening en dan moet de werking nood
wendig falen.
Als wij ons, om het kwaad dat wij in- die
ordening zien, te karakteriseeren, bediend
hebben van de zeer populaire stelling, dat
er geen twee kapiteins kunnen zijn op een
schip, dan hadden wij onze redenen daarvoor.
Eerstens lachte de stelling ons toe om haar
eenvoud en bovendien trók zij ons aan om
dat zij zóózeer is -geworteld in de volksover
tuiging, dat haar gebruik spreekwoordelijk
is geworden. Dat wij die stelling als grond
slag' namen voor ons betoog moet voorts
hieruit worden verklaard, dat de studie en de
waarneming dter feiten reeds was voorafge
gaan. Maar onze opponent zal toe moeten ge
ven dat het niet mogelijk is om dit op deze
plaats te bespreken. Het kan, gelooven wij,
overigens ons betoog slechts versterken, nu
we, na zoowel inductief als deductief
te werk te zijn gegaan, tot dezelfde conclusie
zijn gekomen. Dat wij niet uit het oog ver
loren hebben, dat ten slotte de gemeenteraad
de éénejkapitein is van het gemeenschappe
lijke schip moet uit ons heele betoog wel
duidelijk zijn geworden. Het zou b.v. geen
zin hebben van verantwoordelijkheid tegen
over het gemeentebestuur te spreken, wan
neer wij den directeur absolute zelfstandig
heid en onafhankelijkheid wilden geven
Het doet ons ten slotte genoegen dat ook
de schrijver het denkbeeld van een com
missoriaal onderzoek aanvaardt In dit op
zicht loopen onze meeningen zelfs parallel.
Maar op één punt is er verschil.
Wij verwachten van een onderzoek zon
der voorafgaande wijziging der ordening
absoluut geen heil. Integendeell
Eerst wanneer onomstooteljjkvast-
st-aat wie er voor elk bedrijf in zijn
#v o 11 e n om vang verantwoordelijk is, dan
eerst, maar ook miet eer, kan een bezuini-
gingsoommissie goed werk doen.
Ingezonden mededeellng.
NIE&AANDOENINGEN BIJ KINDEREN.
Kinderen zijn zoowel als volwaasenen on
derhevig aan nieraandoeuingen en men heeft
zelto opgemerkt, dat procentsgewijze meer
blaassteenen voorkwamen bij kinderen dan
bij volwassenen.
Sommige kinderen erven nierzwakte over.
Bij anderen is het een gevolg van mazelen,
scharlakenkoorts, diphterilis, windpokken en
dergelijke infectieziekten.
De ouders dienen derhalve op te passen,
als een kind klaagt oVer pijn in den rug
en de ledematen, pijn in de schouders, of als
de urine bezinksel bevat. Allicht is het meest
voorkomende gevolg van nierzwakte bij kin
deren het -verlies van de -macht over de
blaas, hetgeen bedwateren en dergelijke on
aangename kwalen veroorzaakt
Ais uw kind teer en kwijnend is, niet
speelt en draaft als andere kinderen, treurt
en klaagt over moeheid, wees dan bedacht
op een vorm van mi eraand oening en onder
zoek dit spoedig.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen bleken suc
cesvol in tal van dergelijke gevallen. Het
verdient dan tevens aanbeveling om opwin
ding door stoeien en lezen voor het slapen
gaan te vermijden, het kind 's avonds niet
te veel te laten drinken, het niet te warm
toe te dekken en het vooral niet te straffen
voor zijn kwaal.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen (let op den
juisten naam) zijn te Helder verkrijgbaar bij
A. ten klooster, Keizerstraat 93, f 1.75 per
doos.