Vergadering van Dinsdag. INGEZONDEN. huizen nog smeult Heele blokken van ge bouwen in de handels- en winkelwijk van de stad zijn verdwenen en de halve Zuidzijde van de Patrick-street, de voornaamste win kelstraat, geeft sleahts zwart berookte, wan kele muren en smeulende overblijfselen te zien. In het geheel zijn ongeveer driehonderd huizen verwoest Lijken heeft men nog niet gevonden, maar doordat 'zoovelen de stad zijn uitgetrokken is het niet mogelijk om appèl te houden en na te gaan, of er vermisten zijn. Men ver moedt nochtans dat er onder de puinhoopen wel dOoden zullen liggen. Er zullen nOg we ken moeten verstrijken, voor men de puin hoopen stelselmatig doorzoeken kan. Het werk in de stad stond geheel stil. Er reden geen trams, geen rijtuigen of taxi's en er waren maar weinig menschen op straat, behalve dan een groepje dat hier en daar voor een afgebrand huis samenschoolde. Buiten het gebied van den brand, ziet men een verkoold tramrijtuig liggen, dat, naar men zegt, door plunderaars in brand gesto ken was. Zij hadden hert eerst gevuld met ge- plunderden sterken drank en andere goede ren en ontstaken toen een vreugdevuur. Toen de branden Zaterdagnacht begonnen, heerschten er tooneelen van verschrikking. De menschen vluchtten uit winkels en hui zen, snelden hotels, kerken, scholen en kloos ters binnen en bleven daar schreiend en bid dend het aanbreken van den dag afwachten. Voor vele duizenden ponden aan juweelen is door plunderaars geroofd. Een vrouw, die in een juwelierswinkel stelend betrapt werd, is door de politie doodgeschoten. Zondagavond heerscihte er duisternis in de stad, omdat de stokken van de lantaarn opstekers, die op het stadhuis bewaard wor den, met dat gebouw zelf in de vlammen wa ren opgegaan. De brand te Cork. De overheid te Cork heeft geen oogenblik verloren laten gaan om achter de toedracht te komen van het gebeurde aldaar.. Gene raal Strickland, de commandant van Oork, heeft een onderzoek ingesteld en op last van Bir Hiamar Greenwood zijn ook de (Sinn Fein- sohe) burgemeester en twee Sinn Feinsche Lagerhuisleden voor Oork gehoord, die de koninklijke strijdkrachten van de brandstich ting beschuldigd hebben. Er is alle reden om vertrouwen te stellen in Strickland's on partijdigheid en moed. Na dén jongsfcen aan slag op zijn persoon gaf hij dadelijk last om repressaillemaatregelen achterwege te laten. Naar het heet, beschikt de regeering thans evenzeer duidelijke aanwijzingen, dat sir Haam ar Greenwood het volste-recht had om de beschuldiging aan het adres der koninklij ke strijdkrachten van de hand te wijzen. Dat althans penigen van hen, die de soldaten bui ten Cork in een hinderlaag lokten, ook bij de brandstichting betrokken waren, heet zonder twijfel vast te staan. CHINA. Raadselachtige doodkisten. De correspondent van de „Morningpost" meldt uit Shanghai, dat daar ter stede onder bewaking van drie jonge Russen dn uniform twee doodkisten zijn aangekomen om naar Europa te worden verscheept. De doodkisten hadden met haar geleiders een reis gemaakt van twee jaren door Rusland en China. Be weerd wordt, dat een der kisten het stoffe lijk overschot bevat van grootvorstin Eliza- beth Feodorovna. Omtrent den inhoud van- de andere kist is niets bekend, ofschoon en kele Russen meenen te weten, dat zij het lijk van den tsaar bevat. MARINEBEGROOTING. Memorie van Antwoord. A«.n de verschenen Memorie van Antwoord ont- leenen wij het volgende: De 8tijging van het eindcijfer, niettegenstaande met den meesten ernst iB gestreefd naar beper king der uitgaven, vervult ook den minister met zorg. Op een zoo zuinig mogelijk gebruik van de eventueel toe te etane gelden zal zijn volle aan- daoht gevestigd blijven, terwijl alles im. het werk zal worden gesteld, ooti zoo eenigszins mogelijk tot inkrimping der uitgaven te geraken. Verwacht mag worden, dat de samenvoeging van de vlieg- diensten van leger en vloot op den duur tot be- teekenende bezuiniging zal voeren. Dat sommige leden in verband met deze marine- begrootlng van een bewapen Inge wedstrijd spre ken, wekt -bevreemding. De hoofdzaak van de Nederlandadhe marine ligt ln de beveiliging en de handhaving van ons gezag binnen den Ned.-lijdischen Archipel. De „vernie tiging ln militair opzicht der Oentrale Europee- sahe St&ten", noch de „oorlogsmoeheid en finan- cdeele uitputting der entente-landen" kan ook maar eenigszins aanleiding geven tot het over bodig worden van deze taak, te minder, daar de in een mogelijk toekomstig conflict in den Pacific betrokken landen uit den wereldoorlog krachtiger en meer ten oorlog toegerust dan ooit te voor schijn zijn gekomen en van oorlogsmoeheid al daar geen sprake is. Naar de meening des ministers is in den wereld oorlog ten duidelijkste gebleken, dat onvoldoende oorlogsvoorbereiding onherroepelijk leidt tot noo- delos en nutteloos verlies van menschenlevens. Dat onze marine zich in een veelszins ontred derden toestand bevindt, kan gerbedelijk worden toegegeven, doch dat deze toestand ten gevolge •van het slechte beleid van zijn voorgangers is ontstaan, kan de minister niet onderschrijven. Geheel wordt ingestemd met de bezwaren der leden, die opkwamen tegen het denkbeeld de vloot te splitsen. Zoolang Lndië, evenals op velerlei an der gebied, nog niet op imarinegebied. zichzelf ge heel kan helpen, moet, afgescheiden van andere overwegingen, Nederland in dit opzicht leiding blijven geven. De gedachten wisseling omtrent de instelling van een departement van defensie zou de minister gaarne wensehen uit te stellen, tot de 'behandeling van het daarop betrekking hebbende wetsontwerp. Reeds thans kan worden medegedeeld, dat de be noeming van twee directeuren-generaal niet -in de bedoeling ligt. De vraag of het inderdaad binnen afzienbaren tijd mogelijk en wenschelijk wordt geacht de op leiding van het personeel in Lndië te doen plaats hebben, moet ontkennend worden beantwoord. Ook iis de minister niet van meening, dat in de eerste vijf of tien jaren de marine ineenigszins belang rijke mate op aanbouw in lndië kan worden aan gewezen. De minister acht thans het oogenblik nog niet gekomen om tot reorganisatie van het departe ment over te gaan. Dat het contact van den minister met zijn ver schillende chefs zeer gering is, moet Z.Exc. beslist tegenspreken. In het algemeen kan het ongunstig oordeel over den marinestaf door den minister met worden on derschreven. Opheffing van den marinestaf in verband met de samenvoeging der departementen van oorlog en marine ligt niet in het voornemen. Ontneming van het loodswezen aan het depar tement van defensie acht de minister in strijd zoowel met de belangen van den loodsdienst als met die van de defensie. De minister acht geen goeden grond aanwezig voor de meening, dat het groote verloop onder het personeel allereerst hieraan zou zijn toe te schrij ven, dat dit personeel meer en meer gevoelt, dat «ati z'n belangen geen aandacht wordt geschonken. Voor dit verloop zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, die niet eensklaps zijn weg te namen. Bij onderofficieren bestaat eerder drang om in dienst te blijven dan om den dienst te verlaten. Op de tallooze, soms onnoodige verzoeken van de organisaties wordt steeds acht- geslagen, al. kun nen daarom die verzoeken niet altijd ingewilligd worden. Van de adviezen van de commissie tot regeling van den rechtstoestand van het personeel is reeds meermalen partij getrokken. De regeling dar rechtspositie van onderofficieren en manschap pen wacht op de voorstellen van vorengenoemde eommiarie. De viooteormniseie zal zoodra mogelijk worden ingesteld. Het ligt niet in de bedoeling van den minister, om thans over te gaan tot de benoeming van een adviseur voor sociale zaken. Aan het departement van oorlog is een bureau voor het geVen van adviezen ln zaken van econo- mischen en socialen aard georganiseerd, dat, wan- neer (j© voreenigiog der beido departementen tot stand mocht komen, geschikt -is om voor de ver- eeniigde departementen werkzaam te zijn. Hot ligt in de bedoeling het contingent der zee militie voor 1921 niet hooger te stellen dan 700 man. Dit aantal zal geheel gevonden kunnen wor den uit hen, die zich voor de zeemilitie hebben aangemeld. Of zoodanige wijziging in de toekomst eveneens mogelijk zal zijn,_ is uitteraard niet met zekerheid te zeggen. Aanwijzing voor inlijving bij de zeemilitie behoeft evenwel niet in te sluiten bestemming voor den dienst ter zee. De regefring beoogt slechts uitzending naar Lndië van zeemili ciens, die zich daarvoor vrijwillig beschikbaar stellen. Dat er ook bij uitbreiding der zeemilitie altijd behoefte zal blijven aan een kern van vrij willigere, wordt door den minister beaamd. De maatregel van het medenemen van gezinnen naar O.-Indië door officieren en onderofficieren boven den rang van korporaal, die voor een vier jarig verblijf dn de tropen in aanmerking wensehen te komen, is genomen in overleg met den minister van koloniën, die de Indische regeering daarom trent heeft geraadpleegd. Het ligt niet in de be doeling de gezinsleden vóór den overtocht aam een geneeskundig onderzoek te onderwerpen. Zonder dadelijk een beslissing te willen nemen omtrent al of niet voortbestaan van de speciale onderofficiersopleiding, acht de minister hert, ter voorziening, in de behoefte aan personeel, nood zakelijk, dat zoo spoedig mogelijk gebroken wordt? met het stelsel van aanneming van matrozen met kort dienstverband met zeer geringe vooruitzich ten. Naar zijn meening zal voor ieder, die in dienst treedt, de gelegenheid moeten 'bestaan, om vooruit te komen, zonder te vervallen in de fout van het vroegere stelsel om personen aan te nemen met een langdurig dienstverband. Tijdens hun eerste dienstverband zullen de schepelingen zoowel hier te lande als in lndië dienen. Tegen het einde van dat verband wordt beslist wie tot onderofficier zal worden opgeleid. Zij, die niet voor deze op leiding in aanmerking komen, kunnen, mits zij bruikbaar, bekwaam en van goed gedrag zijn, hun dienstverband verlengen als matroos. Het ligt in deN bedoeling om de bestaande opleiding tot onderofficier te Leiden althans voorloopig te handhaven. De minister is bereid te trachten om bestaande grieven tegen de sedert 1 Januari 1920 geldende salarisregeling voor de onderofficieren -en man schappen langs den weg van georganiseerd over leg op te lossen en stelt zich voor, na de invoe ring van bedoeld overleg bij de zeemacht, daartoe spoedig de noodige stappen te doen. In afwachting daarvan is reeds thans aan een oommissie op dracht verstrekt, de noodige gegevens te verza melen en te verwerken. In het algemeen kan thans reeds worden ver-1 klaard, dat het in de bedoeling ligt, om ten aan zien van de berekening van diensttijd voor perio dieke verhoogingen en hét bereiken van de maxi mumbezoldiging voor het personeel van land- en zeemacht zooveel mogelijk een overeenkomstige gedragslijn te volgen. Voor verhooging der onderwatertoelage van onderzeebootpensoneel acht de minister geen grond aanwezig. Tot verbetering der tractementen der marine-officieren kan naar de meening van den minister eerst worden overgegaan, wanneer ook voor de landmacht-officieren tot salarisver betering mocht worden besloten. Wanneer het den minister blijkt, dat het billijk is tot verhooging der salarieering van de ingenieurs over te gaan, das zullen daartoe strekkende voorstellen bij sup- pletoire begrooting worden aanhangig gemaakt De minister is van meening, dat inderdaad bil lijkheidsoverwegingen pleiten voor positieverbe tering der teekenaars en opzichters. De minister erkent, dat de bruikbaarheid van het oudere materieel te wensehen .overlaat. Om trent de gevechtswaarde, die toegekend wordt aan 4 kanonneerbooten, wordt opgemerkt, dat deze vaartuigen door hum geringen diepgang zeer ge schikt zijn om op de Zuiderzee en de binhenwate- ren op te treden. Dat op het gebied van materieel in deze begroo ting nog geen lijn gegeven wordt, vindt zijn oor zaak in het feit, dat de minister eerst het volle dige rapport van de interdepartementale oommis sie wensoht af fe wachten, alvorens met defini tieve voorstellen te komen, In verband hiermee worden dan ook op deze begroot Lag geen gelden aangevraagd voor den aanbouw van nieuw mate rieel, als jagers, enz. Dat de commissie met haar rapport nog niet gereed is, ligt aan de uitgestrektheid der te be handelen materie. Het 'laat zich echter -aanzien, dat zulks binnen korten tijd het geval zal zijn. De vraag, of de minister, behalve voor lndië, ook voor Nederland zeevliegtuigen noodig oor deelt, wordt toestemmend beantwoord. Een spoedige totstandkoming eener belangrijke versterking der maritieme weermacht voor lndië blijft de regeering noodzakelijk achten, doch zij meent geen partieele voorstellen in die richting te mogen doen, zoolang zij hare beslissing naar aanleiding van het volledige rapport der inter departementale commissie nog niet heeft kunnen nemen. Het benoodigd aantal marinestations hangt ten nauwste samen met de organisatie der zeemacht ook deze aangelegenheid zal direct verband hou den met de voorstellen dier commissie. De interdepartementale commissie heeft in het door haar ingediende gedeelte van het rapport reeds in ruime mate rekening gehouden met het denkbeeld om van de in lndië aanwezige koop vaardijvloot en gouvernementsmarine gebruik te maken voor de verkenning. Nog kan worden aan- geteekend, dat in Nederlandsch-Indië stappen ge daan' zijn voor het in oorlogstijd plaatsen van gesohut op schepen der gouvernementsmarine. Bij den aanbouw der kruisers wordt de oorlogs ervaring zooveel mogelijk verwerkt daar die bouw geschiedt in voortdurend overleg met de ontwerpster de Germaniawerf te Kiel, komt dan ook de van die zijde opgedane oorlogservaring aan den bouw ten goede. Vervracht wordt, dat de voor 1921 aangevraagde gelden aan de kruisers zullen worden verwerkt. De lange termijn, dien de Nederlandsche fabrie ken ine. de fabriek „Werkspoor" en de Kon. Mij. „de Schelde" noodig hebben veor het afwerken der kruisers, moet in hoofdzaak worden toege schreven aan de veel tijd vereischende bewerking van de groote onderdeden der turbines in verband met de daarvoor beschikbare speciale werktuigen. Verwacht mag worden, dat de proeftochten van de kruisers in September of October 1923 gehouden kunnen worden. De minister vindt geen aanleiding om een nauw keurig onderzoek te doen inst llen naar kwade trouw bij de fabrieken, daar er geen reden is deze te veronderstellen. Het gerucht, dat de. vliegkampen de Mok en de Kooy opgeheven zouden worden, ie niet ju iet. Het ligt echter in de bedoeling deze vliegkampen als nevenstations te beschouwen vu de centrale vliegkampen te Soesterberg en te Schellingwoude. Het ligt niet in de bedoeling den vliegdienst op grootecheepsche wijze uit te bouwen, hoewel geenszins kan werden toegegeven, dat een mili taire vliegdienst als middel van verkenning voor ons land vrijwel waardeloos zou zijn. Het gebruik van watervliegtuigen bij onze kust verdediging hééft ongetwijfeld groote waarde. Er is geen reden om van de voorgenomen ver- eeniging der vliagdienstep van land- en zeemacht schelde voor den marine-vü^gdienst te verwach ten. Dat aan de landmacht de leiding gegeven zou worden, is onjuist; het vliegwezen zal als een afzonderlijke tak van dienBt, los van leger en marine komen te staan. De minister geeft de verzekering dat zijn stre ven er op gericht is om uitbreiding van niet-imili- tair personeel tegen te gaan, terwijl rekening wordt gehouden met de gevolgen, die de samen voeging der departementen ten opzichte van het personeel zal kunnen meebrengen. In verband hiermede werd reeds een oommissie Ingesteld om een onderzoek ln te stellen naar de mogelijkheid om de bouwdiensten van het departement van oorlog en marine samen te brengen. Met 1 Januari 1921 zullen in lndië werkzaam zijn de drie onderzeebooten K I, III en V, terwijl het in het voornemen ligt in 1921 uit te zenden de K II, IV en VI en wellielft ook de K VII. Het depotsohip Pelikaan zal vermoedelijk eerst in 1922 in dienst kunnen komen. De Bellona wordt, in verband met nadere daaraan te geven 'bestemming, vooralsnog nog niet verkocht. De toestand van de sluizen te Hellevoetsluis geeft geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Gebrek aan personeel is oorzaak van de bepeT- king van onze maritieme macht in lndië; zoodra in het eerste verbetering komt, zal, ook met het oog op de handhaving van ons gezag in den Ar chipel, de maritieme macht in lndië weder op de geWenschte sterkte gebracht kunnen worden. Het vereenigen van de werf te Hellevoetsluis met die te Willemsoord zou niet in het belang van het land zijn, daar een gedeelte van de vloot in het Zuiden haar werkkring vindt en een reparatie- werf en dokbedrijf op korten afstand noodig is. De verbouwde marinekazerne te Amsterdam is ontworpen voor 460 man. Indien de desbetreffende voorstellen zullen worden goedgekeurd, zal de samenvoeging van de vliegdiensten van land- en zeemacht met 1 April 1921 kunnen plaats hebben. Het ligt niet in het voornemen uit den post ma- rineluchtvaartdienst een bedrag te besteden voor de bestrijding van de kosten Wan een vliegtocht van Nederland naar Java, aangezien het ook niet in de bedoeling ligt dien vliegtocht te doen plaats hebben. Er zijn niet yoldoende vliegers in dienst om alle vliegmachines te bemannen, doch er wordt naar gestreefd het aantal vliegers uit te breiden. De minister meent, dat er geen reden is om aan zeemiliciens een toelage voor de plunje te ver strekken. De regeling van den dienst aan boord der schepen laat niet toe om de zeemiliciens drie of vier dagen per maand verlof te geven. Zooals blijkt uit de toelichting -bij de in de Nota van wijziging gedane vooratellen, ie het in derdaad de bedoeling om de Adspirantenschool der Marine van Dordrecht naar Alkmaar te ver plaatsen. Het is geenszins de bedoeling om door aanstel ling van twee vlootpredikanten en een vlootal- moezenier de taak der kerken inzake de geeste lijke verzorging der marine over te nemen. De vlootpredikanten zullen van onderscheiden gods dienstige richting moeten zijn. Ten aanzien van het bedrag van ƒ1200, uitge trokken om ook aan boord van een varend schip in de geestelijke verzorging te voorzien, moet de minister er met nadruk op wijzen, dat het niet in de bedoeling ligt, dezen persoon met de geeste lijke verzorging, in engeren zin, te belasten. Doel van deze uitzondering zal zijn om èn gedurende de vaart èn vooral bij het aandoen van vreemde havens in overleg met den commandant te doen nagaan, wat er zoowel in het geestelijk als in het zedelijk belang van het personeel kan worden gedaan. Het ligt voor do hand, dat deze proef al leen op een van onze groote schepen kan worden genomen. Voor uitbreiding .van het aantal binnenloodsen ter reede Texel bestaat geen aanleiding. Voor het stellen van hoogere eischen van ont wikkeling bij aanneming van loodiskweekelingen bestaat uit een dienstoogpunt geen reden» Blijkens een bij de M. v. A. gevoegden staat van vliegtuigen, beschikte de marine-luchtvaart dienst op 1 November 1920 in Nederland over 80 vliegtuigen en voor Oost-Indië over 27 vliegtui gen. Het is niet waarschijnlijk, dat binnen afzien- baren tijd gebrek aan werk het noodig zal maken om tot vermindering van bet aantal werklieden aan de Rijkswerven over te gaan. Op '8 Rijkswerf te Willemeoord zal als pxoef worden overgegaan tot aanbouw van klein mate rieel. Bij suppletoire begrooting zullen de noodige fondsen worden aangevraagd voor het maken van hellingen. De heer De Kanter (u.-l.) vraagt inlich tingen over de plannen der regeering ten aanzien van de outillage van de reserve. De heer De 8avornin Lohman (c.-h.) deelt mede, dut da christelyk-historischen zul len voortstemmen, niettegenstaande z^hetgeen de regeering voorstelt, onvoldoende achten. Daarin wordt evenwel niet vooruitgeloopen op definitieve voorstellen, ten aanzien waarvan de christelük-bistorigchen zich de volle vrij heid voorbehouden en waarby zy de poli tieke consideratie geheel zullen ter zyde laten. Verschillende afgevaardigden repliceeren. De heer A. P. Staalman is van meening. dat wy nooit een leger kunnen betalen, dat tegen een vreemd leger op kan. De heer W k (Weermachtparty) acht de voorgestelde plannen van den minister .v- r ondeugdeiyk. Was ons leger zoo sterk, dat wy nn reeds van vermindering kunnen spreken Hy heeft allerlei bezwaren tegen 's ministers voorstellen. Als ons land wordt aangevallen, moeten wy een goed leger hebben om het te verdedigen. Het schynt echter, dat velen in de Kamer van oordeel zyn, dat verdediging niet meer noodig is. Daarom stelt spr. de volgende motie voor: .De Kamer, van oordeel, dat Nederland zich een aanval door een andere mogend heid niet meer behoeft te verdedigen, gaat over tot de orde van den dag." De indiening van deze motie wordt met onbedaarlijke vrooiykheid begroet. De Voorzitter: Wordt deze motie onder steund De motie wordt ondersteund door de heeren Wynkoop, Kruyt Kolthek en De Groot. De heer Wjj k (Weermachtsparty): Als mijn motie verworpen wordt, dan hoop ik ook dat alle tegenstemmers bereid znllen zyn om den minister van Oorlog de gelden voor een goed léger toe te staan, want een goed leger hebben wy noodig. De Voorzitter stelt voor de motie direct te behandelen. Aldus besloten. Wegens onvoltalligheid moet te 11 u. 10 de vergadering verdaagd worden tot 12 uur. Da heer WyDkoop vraagt dan verlof tot het houden van een interpellatie over het ge schil met Servië en de houding onzer regee ring, over welk verzoek Woensdag zal wor den beslist. Daarna wordt doorgegaan met de behande ling der militiewet. Minister Pop verklaart, dat de regeering aan ontwapening niet kan denken, voordat de Volkenbond deugdelyker waarborgen te gen den oorlog geeft. In de richting van be perking van bewapening zal worden gegaan met vermindering van persoonlyke lasten, doch met handhaving van de weermacht bo ven het peii van 1914. Dat de internationale arbeidersbeweging den ^orlog weet te voor- kbmen, verwacht spr. vooralsnog niet. Een politieleger is niet voldoende voor de hand having van onze ontfhankelykheid. Wy moe ten niet boven onze kracht gaanmaar de uitrusting van» het leger, dat wy kunnen heb ben moet goed zyn. Spreker betoogt, dat het regeeringsstelsel het langst profyt zal doen trekken van de oefeningen. Vooralsnog moet de regeering be slist vasthouden aan den eersten 'oefentyd van 6 maanden, dfoor haar voorgesteld. Het drieploegen stelsel laat toe, het meest econo misch gebruik te maken van beschikbare krachten. Hef ontwerp beoogt geen principi- eele beslissing over de legerorganisatie. De aanneming zal voor de regeering een aanlei ding zyn om de indiening van een algemeen^ regeling van den dienstplicht te bevorderen. By verwerping zullen de motieven daarvoor de houding der regeering bepalen. De motie ter Laan tot afschaffing van fet vesting-stel sel noemt spr. voor de regeering onaanneme- lyk. Een voorstel van den heer Wynkoop om den eersten termyn der cjiscussie als niet geëindigd te beschouwen, wordt daarom ver worpen met 59 tegen 3 stemmen. Het voorstel van den voorzitter, om de beraadslagingen om 5 uur te eindigen, wordt aangenomen met 60 tegen 4 stemmen. voorgeoefenden) wordt verworpen. Eveneens is dit het geval met verschillende andere amendementen, waarna het wetsontwerp wordt aangenomen. Des avonds landbouw. Hiervan valt voor ons niet veel te vermeldende heer Har- ohant trachtte nog bezuinigings-amende- menten er door te krjjgen, doch de Kamer schynt er, te oordeelen naar de discussies, niet aan te willen. (Zie verder Tweede Blad). Helder, 15 December. Mijnbeer de Redacteair. Nogmaals vraag Ik van U een kleine plaats ruimte, mijn dank daarvoor. Als wnd. secretaresse van de vereeniging van Staatsburgeressen moet het mij even van 't hart, dat i/k hedenmiddag zoo in mijn schik was over het succes, wat wij hadden met de 'kindervoorstel ling voor de kas der vacantie-kolonie. De film was heel mooi en de exiplicateur, de heer Boelens, deed al zijn best hert; de kinderen zoo duidelijk mogelijk te maken. Jammer, dat er nog zooveel van die kleinen zijn, die het geduld gauw kwijt zijn. De jeugd heeft echter ons inziens wel ge noten. Wij kwamen ruimte te kort, zoodat de volgende week Woensdag inplaats van op Zaterdag de tweede voorstelling gaat. Aanvang 2 uur en de heer Boelens heeft dan ook weer zijn medewer king gratis toegezegd. Kinderen, die van de voor stelling willen profiteeren, kunnen nog kaarten bekomen bij M. van Vliet, Hoogstraat 127. Wij hopen dan ook weer hetzelfde auoces te hebben en dan een flinke som, na aftrek onkosten, af te dragen aan het bestuur van genoemde vereeni ging. U, mijnheer de Redacteur, nogmaals mijn dank. Achtend, M. VAN VLIET-'WICKEL. Tijdstippen van verzending der brievenmalen. Naar Ned. Oost-Indië. verheugd.) De heer Qerhsrd (s.-d.) deelt mede, dat wetsontwerp van het departement van onder wys. De heer K. ter L&an repliceert. Hy be toogt, dat de belangen des lands worden op geofferd aan de belangen der coalitie. De Heer Duymaer: En de motie-Wyk? De heer Ter Laan: Ik zou geen'bezwaren hebben tegen afschaffing van het leger 1 Maar deze motie is heel wat «anders De heer Schaper (s.-d.): Jan Klaassen! De heer Ter Laan: Wy hebben een kwart van de bevolking achter ons, de heer Wyk niemand 1 De heer Duymaer: Alle onderofficieren! De heer K. ter Laan: De heer Wyk be doelt eigeniyk te zeggen: .verwerp jullie die motie maar, doch geef de onderofficieren dan wat meer!" (Rumoer 1. Als onze tyd er is, zullen wy echter met een motie komen, waarin we schryven wat we bedoelen 1 De heer D r i 0 n repliceert. De heer Kruyt, repliceerend, ontkent militaristisch anti-militarist te wezen. Beter zou het zyn hem te karaktiseereu als militant anti-militarist, waarvan men niets wil weten. Men wil slechtte weten van de apatische anti-militaristen, die de soc.-democraten zyc Deze durven nu niet voor de motie te stemmen rumoer), omdat ze de consequenties van hun schynpolitiek niet willen trekken. De heer de Mur11 (u.-l.)Goed gezegd De heer L. M. Hermans (B.-d.)Le-s extrêmés se tonchenti De heer Hugenholtz (s.-d.)Zyt ge nu voor of tegen geweld De heer Kruyt: Gy hebt in den heer Ter Laan by .oorlog" uw pendant gekregen 1 De heer Van Zadelhoff maakt zich nu los van België, maar dan moet hy zich óók losmaken van de Tweede Internationale, maar niet een halfslachtige politiek voeren. De heer van Zadelhoff, repliceerend verklaart te begrypen, dat de minister niet op de internationale arbeidersbeweging vertrouwt, omdat hy nog aan het oude hangt en voor het nieuwe zyn oogen sluit. Wy willen echter de arbeiders internationaal versterken, opdat zy tegen een nieuwen oorlog eensgezind zullen optreden. De heer Wynkoop: en daarom doe Je mee aan Wilna? De heer Duymaer: en de motie-Wyk? De heer Van Zadelhoff: men wyst my voortdurend op België; een hoofdorgaan der sooialisten schrijft daar zéér antimilitaristisch. De heer Wynkoop (hoonlachend): maar daar gelooft u zelf niets van (De heer Schaper biedt den heer Wyn koop een glaasje water aan. De heer Wyn koop tot den heer Schaper: je bent een laffe leugenaar!!) De heer Van Zadelhoff: de motie-Wyk is Jan Klaassen 1 Wy stemmen daarom er niet voor 1 De heer Wynkoop: omdat Jullie milita risten zynl (De heer Schaper biedt den heer Wyn koop weer een glaasje water aan). De heer Van Zadelhoff: gy zegt dat nu, maar de heer Duys zal binnenkort met een brochure komen, waarin uw militarisme met de stukken wordt bewezen 1 (Groot rumoer). De minister, dupliceerend, herhaalt, dat de Kamer, door .voor dit ontwerp te stemmen, geheél vry blytt tegenover volgende ontwer pen. Tot 1928 blyven wy in staat dezelfde oorlogsorganisatie op te zetten als in 1914. Het kernleger zy klein, doch zóó geoutilleerd, dat daarin zit een groote kracht De algemeene beraadslagingen worden ge sloten. De motie van den heer K. ter L a a n (af schaffing van het vestingstelsel) wordt ver worpen met 46 tegen 28 Btemmen. Voor: de socialisten, de revolutionnairen, de vryzinnig-democraten en de heeren Van de Laar en A. P. Staalman. De motie van den heer Wyk (om ons land niet meer te verdedigen) wordt verworpen met 60 tegen 3 stemmen, die van de revolu tionnairen. De heeren Brantigam, Rugge, Van der W a e r d e n, Gerhard, Duys (allen s.d.a.p t en A. P. Staalman (c.-d.) hadden zich voor de stemming verwyderd. Het amendement-Oud (4 j maand voor niét* Verzendings- weg. Datum van de ter post bezorging. Tydstip der laatste buslich ting aan het Postkantoor. Per zeepost via Amsterdam Rotterdam Per Eng. mail via Marseille* 24 December. 17 en 31 Dec. eiken Dinsdag Woensd.*) 6.30 ar. 6.30 6.30 6.30 Naar Ned. West-IndiB. Per mail |Elken Dinsdagj 12.— 'a midd. Uitsluitend brieven, briefkaarten enaan- geteekende stukken. MAR1NEBERICHTEN. Kapitein der mariniers H. baron van Homort tot Ij ingshof is met 23 dezer geplaatst bij de ma- rinierskazerpe te Rotterdam. De luitenant ter zee 2e kl. A. J. van Hamert, aangewezen voor den dienst in Oost-Indië, zal 15 Jan. 1921 per s.e. „Patria" van den Rott. Lloyd zijne bestemming volgen. Luitenant ter zee 3e kl. H. Witte zal 15 Jan. as. per s.s. „Patria" van de Rott. Lleyd zijn be stemming naar Oost-Indië volgen. Opgave van overgeplaatste onderofficieren der Zeemacht: op 22 Dec. 1920: sergeant-torpedomaker R. Ko ning van Vliegkamp Mok naar Onderzeedienetka- zerne; o>p 20 Dec. 1920: seigeant-torpedomaker W. F. Katoen van Onderzeedienstkazerne naar Vliog- k&mp Mok; op 10 Jan. 1921: sergeant-konstabel H. Tjemmes van Wachtschip W'oord naar Marine kazerne W'oord; op 17 Jan. 1921: sergeant-kon stabel K. S. de Jong van Gelderland naar Wacht schip W'oord; idem H. A. Wille van Marineka zerne W'oord naar Gelderland. Dienst op 24 en 31 December. Volgens bekendmaking van den Schout-bij- Nacht, Commandant der Marine te Willemsoord, kan de dienst op de middagen van 24 en 31 Dec. a.s. geregeld worden als op Zaterdagmiddag. LEGERE ERLCHTRN. Minimum-salarissen. Door den Min. v. Oorlog is bepaald, dat de be palingen nopens de minimum-salarissen mede van toepassing zijn c*p mannelijke tijdelijke ambte naren, die gehuwd geweest zijn, eveneens te reke nen van 1 October j.1. Keuring van Dienstplichtigen. De ingeschrevenen der militie, die bun beroep maken van de bultenlandsche zeevaart of van de zeevlsscherij buitenslands, en hiervan ten genoe gen van den plaatseliiken- of garnizoens-comman- d&nt in één der garnizoenen, waar een officier van gezondheid is, of van den commandant der afdeeling mariniers te Rotterdam doen blijken, worden op vertoon van het bewijs van lnschrij- ving voor de militie, tot en met 15 Mei van het zij ingeschreven zijn, één maal ln de gelegenheid jaar, vóérafgaande aan dat der lichting, waarvoor gesteld zich te onderwerpen aan eene meting en zoo noodig aan een geneeskundig onderzoek om trent hunne geschiktheid voor den militairen dienst, indien de betrokkene zich op een werkdag, des voormiddags 9 uur, bij één dier commandan ten aanmeldt, en tenminste één dag te voren daar toe, hetzij schriftelijk, hetzh mondeling, aanvraag heeft gedaan. Het geneeskundig onderzoek wordt verricht door een officier van gezondheid èn een burger- geneeskundige. Tevens wordt den ingeschrevene fevraagd naar zijne wensahen met betrekking tot e inlijving. Op het bewijs van inschrijving, dat aan den ingeschrevene wordt teruggegeven, wordt aangeteekend, dat de meting en het geneeskundig onderzoek heeft plaats gehad, zoomede waar en op welken datum. De serg.-M. P. van der Kulk, van het Se bat., 21e reg. ini. te Helder, wordt op 18 Dec. a^. over- geplaatst bij het le bat. te Hoorn. De serg.-maj.-admin. F. J. de Haan, van het 21e rev. inf. te Helder, ie ontheven van zijn detachee ring bij het 4e reg. te Leiden. In de dienstkleeding van de Aalmoezeniers van de Landmacht ie eenlge wijziging gebracht. MARKTBERICHTEN. Broek op Langendijk, 15 Dec. Grove uien 6.40—7.10; roode kool 2—5; klei nere 1.20—1.90; gele kool ƒ2.10—4.20; kleinere 1—2: witte kool 1.70-3.90 per 100 K.G. 14 Dec. Aangebracht door 10 korders: 2 kisten kleine schol p. kist 10; 50 kisten scharren p. kist 4 4.50. Schagermarkt van Donderdag 16 Dec. 4 geldekoeien mag. p. stuk 500650; 67 idem vette 500860; 2 kalfkoeien 600850; 9 pin ken ƒ300450; 11 nuchtere kalveren ƒ20—-40; 539 schapen vette ƒ55—90 218 overhouders ƒ45 62; 17 varkens mag. 60; 26 idem vette p. K.G. ƒ1.401.48; 62 biggen p. stuk 2636; 110 ko nijnen 0.50—3.50; 88 kippen f 2—6; 69 K.G. boter p. K.G. 2.90-8; 1707 kipeieren p. 100 ƒ16.50 h 17.50.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 2