Vergadering van Dinsdag.
INGEZONDEN.
huizen nog smeult Heele blokken van ge
bouwen in de handels- en winkelwijk van
de stad zijn verdwenen en de halve Zuidzijde
van de Patrick-street, de voornaamste win
kelstraat, geeft sleahts zwart berookte, wan
kele muren en smeulende overblijfselen te
zien. In het geheel zijn ongeveer driehonderd
huizen verwoest
Lijken heeft men nog niet gevonden, maar
doordat 'zoovelen de stad zijn uitgetrokken
is het niet mogelijk om appèl te houden en
na te gaan, of er vermisten zijn. Men ver
moedt nochtans dat er onder de puinhoopen
wel dOoden zullen liggen. Er zullen nOg we
ken moeten verstrijken, voor men de puin
hoopen stelselmatig doorzoeken kan.
Het werk in de stad stond geheel stil. Er
reden geen trams, geen rijtuigen of taxi's
en er waren maar weinig menschen op straat,
behalve dan een groepje dat hier en daar
voor een afgebrand huis samenschoolde.
Buiten het gebied van den brand, ziet men
een verkoold tramrijtuig liggen, dat, naar
men zegt, door plunderaars in brand gesto
ken was. Zij hadden hert eerst gevuld met ge-
plunderden sterken drank en andere goede
ren en ontstaken toen een vreugdevuur.
Toen de branden Zaterdagnacht begonnen,
heerschten er tooneelen van verschrikking.
De menschen vluchtten uit winkels en hui
zen, snelden hotels, kerken, scholen en kloos
ters binnen en bleven daar schreiend en bid
dend het aanbreken van den dag afwachten.
Voor vele duizenden ponden aan juweelen
is door plunderaars geroofd. Een vrouw, die
in een juwelierswinkel stelend betrapt werd,
is door de politie doodgeschoten.
Zondagavond heerscihte er duisternis in
de stad, omdat de stokken van de lantaarn
opstekers, die op het stadhuis bewaard wor
den, met dat gebouw zelf in de vlammen wa
ren opgegaan.
De brand te Cork.
De overheid te Cork heeft geen oogenblik
verloren laten gaan om achter de toedracht
te komen van het gebeurde aldaar.. Gene
raal Strickland, de commandant van Oork,
heeft een onderzoek ingesteld en op last van
Bir Hiamar Greenwood zijn ook de (Sinn Fein-
sohe) burgemeester en twee Sinn Feinsche
Lagerhuisleden voor Oork gehoord, die de
koninklijke strijdkrachten van de brandstich
ting beschuldigd hebben. Er is alle reden
om vertrouwen te stellen in Strickland's on
partijdigheid en moed. Na dén jongsfcen aan
slag op zijn persoon gaf hij dadelijk last om
repressaillemaatregelen achterwege te laten.
Naar het heet, beschikt de regeering thans
evenzeer duidelijke aanwijzingen, dat sir
Haam ar Greenwood het volste-recht had om
de beschuldiging aan het adres der koninklij
ke strijdkrachten van de hand te wijzen. Dat
althans penigen van hen, die de soldaten bui
ten Cork in een hinderlaag lokten, ook bij
de brandstichting betrokken waren, heet
zonder twijfel vast te staan.
CHINA.
Raadselachtige doodkisten.
De correspondent van de „Morningpost"
meldt uit Shanghai, dat daar ter stede onder
bewaking van drie jonge Russen dn uniform
twee doodkisten zijn aangekomen om naar
Europa te worden verscheept. De doodkisten
hadden met haar geleiders een reis gemaakt
van twee jaren door Rusland en China. Be
weerd wordt, dat een der kisten het stoffe
lijk overschot bevat van grootvorstin Eliza-
beth Feodorovna. Omtrent den inhoud van-
de andere kist is niets bekend, ofschoon en
kele Russen meenen te weten, dat zij het lijk
van den tsaar bevat.
MARINEBEGROOTING.
Memorie van Antwoord.
A«.n de verschenen Memorie van Antwoord ont-
leenen wij het volgende:
De 8tijging van het eindcijfer, niettegenstaande
met den meesten ernst iB gestreefd naar beper
king der uitgaven, vervult ook den minister met
zorg. Op een zoo zuinig mogelijk gebruik van de
eventueel toe te etane gelden zal zijn volle aan-
daoht gevestigd blijven, terwijl alles im. het werk
zal worden gesteld, ooti zoo eenigszins mogelijk
tot inkrimping der uitgaven te geraken. Verwacht
mag worden, dat de samenvoeging van de vlieg-
diensten van leger en vloot op den duur tot be-
teekenende bezuiniging zal voeren.
Dat sommige leden in verband met deze marine-
begrootlng van een bewapen Inge wedstrijd spre
ken, wekt -bevreemding.
De hoofdzaak van de Nederlandadhe marine ligt
ln de beveiliging en de handhaving van ons gezag
binnen den Ned.-lijdischen Archipel. De „vernie
tiging ln militair opzicht der Oentrale Europee-
sahe St&ten", noch de „oorlogsmoeheid en finan-
cdeele uitputting der entente-landen" kan ook
maar eenigszins aanleiding geven tot het over
bodig worden van deze taak, te minder, daar de
in een mogelijk toekomstig conflict in den Pacific
betrokken landen uit den wereldoorlog krachtiger
en meer ten oorlog toegerust dan ooit te voor
schijn zijn gekomen en van oorlogsmoeheid al
daar geen sprake is.
Naar de meening des ministers is in den wereld
oorlog ten duidelijkste gebleken, dat onvoldoende
oorlogsvoorbereiding onherroepelijk leidt tot noo-
delos en nutteloos verlies van menschenlevens.
Dat onze marine zich in een veelszins ontred
derden toestand bevindt, kan gerbedelijk worden
toegegeven, doch dat deze toestand ten gevolge
•van het slechte beleid van zijn voorgangers is
ontstaan, kan de minister niet onderschrijven.
Geheel wordt ingestemd met de bezwaren der
leden, die opkwamen tegen het denkbeeld de vloot
te splitsen. Zoolang Lndië, evenals op velerlei an
der gebied, nog niet op imarinegebied. zichzelf ge
heel kan helpen, moet, afgescheiden van andere
overwegingen, Nederland in dit opzicht leiding
blijven geven.
De gedachten wisseling omtrent de instelling
van een departement van defensie zou de minister
gaarne wensehen uit te stellen, tot de 'behandeling
van het daarop betrekking hebbende wetsontwerp.
Reeds thans kan worden medegedeeld, dat de be
noeming van twee directeuren-generaal niet -in
de bedoeling ligt.
De vraag of het inderdaad binnen afzienbaren
tijd mogelijk en wenschelijk wordt geacht de op
leiding van het personeel in Lndië te doen plaats
hebben, moet ontkennend worden beantwoord. Ook
iis de minister niet van meening, dat in de eerste
vijf of tien jaren de marine ineenigszins belang
rijke mate op aanbouw in lndië kan worden aan
gewezen.
De minister acht thans het oogenblik nog niet
gekomen om tot reorganisatie van het departe
ment over te gaan.
Dat het contact van den minister met zijn ver
schillende chefs zeer gering is, moet Z.Exc. beslist
tegenspreken.
In het algemeen kan het ongunstig oordeel over
den marinestaf door den minister met worden on
derschreven. Opheffing van den marinestaf in
verband met de samenvoeging der departementen
van oorlog en marine ligt niet in het voornemen.
Ontneming van het loodswezen aan het depar
tement van defensie acht de minister in strijd
zoowel met de belangen van den loodsdienst als
met die van de defensie.
De minister acht geen goeden grond aanwezig
voor de meening, dat het groote verloop onder het
personeel allereerst hieraan zou zijn toe te schrij
ven, dat dit personeel meer en meer gevoelt, dat
«ati z'n belangen geen aandacht wordt geschonken.
Voor dit verloop zijn verschillende oorzaken aan
te wijzen, die niet eensklaps zijn weg te namen.
Bij onderofficieren bestaat eerder drang om in
dienst te blijven dan om den dienst te verlaten.
Op de tallooze, soms onnoodige verzoeken van de
organisaties wordt steeds acht- geslagen, al. kun
nen daarom die verzoeken niet altijd ingewilligd
worden. Van de adviezen van de commissie tot
regeling van den rechtstoestand van het personeel
is reeds meermalen partij getrokken. De regeling
dar rechtspositie van onderofficieren en manschap
pen wacht op de voorstellen van vorengenoemde
eommiarie. De viooteormniseie zal zoodra mogelijk
worden ingesteld. Het ligt niet in de bedoeling
van den minister, om thans over te gaan tot de
benoeming van een adviseur voor sociale zaken.
Aan het departement van oorlog is een bureau
voor het geVen van adviezen ln zaken van econo-
mischen en socialen aard georganiseerd, dat, wan-
neer (j© voreenigiog der beido departementen tot
stand mocht komen, geschikt -is om voor de ver-
eeniigde departementen werkzaam te zijn.
Hot ligt in de bedoeling het contingent der zee
militie voor 1921 niet hooger te stellen dan 700
man. Dit aantal zal geheel gevonden kunnen wor
den uit hen, die zich voor de zeemilitie hebben
aangemeld. Of zoodanige wijziging in de toekomst
eveneens mogelijk zal zijn,_ is uitteraard niet met
zekerheid te zeggen. Aanwijzing voor inlijving
bij de zeemilitie behoeft evenwel niet in te sluiten
bestemming voor den dienst ter zee. De regefring
beoogt slechts uitzending naar Lndië van zeemili
ciens, die zich daarvoor vrijwillig beschikbaar
stellen. Dat er ook bij uitbreiding der zeemilitie
altijd behoefte zal blijven aan een kern van vrij
willigere, wordt door den minister beaamd.
De maatregel van het medenemen van gezinnen
naar O.-Indië door officieren en onderofficieren
boven den rang van korporaal, die voor een vier
jarig verblijf dn de tropen in aanmerking wensehen
te komen, is genomen in overleg met den minister
van koloniën, die de Indische regeering daarom
trent heeft geraadpleegd. Het ligt niet in de be
doeling de gezinsleden vóór den overtocht aam
een geneeskundig onderzoek te onderwerpen.
Zonder dadelijk een beslissing te willen nemen
omtrent al of niet voortbestaan van de speciale
onderofficiersopleiding, acht de minister hert, ter
voorziening, in de behoefte aan personeel, nood
zakelijk, dat zoo spoedig mogelijk gebroken wordt?
met het stelsel van aanneming van matrozen met
kort dienstverband met zeer geringe vooruitzich
ten. Naar zijn meening zal voor ieder, die in dienst
treedt, de gelegenheid moeten 'bestaan, om vooruit
te komen, zonder te vervallen in de fout van het
vroegere stelsel om personen aan te nemen met
een langdurig dienstverband. Tijdens hun eerste
dienstverband zullen de schepelingen zoowel hier
te lande als in lndië dienen. Tegen het einde van
dat verband wordt beslist wie tot onderofficier
zal worden opgeleid. Zij, die niet voor deze op
leiding in aanmerking komen, kunnen, mits zij
bruikbaar, bekwaam en van goed gedrag zijn,
hun dienstverband verlengen als matroos. Het ligt
in deN bedoeling om de bestaande opleiding tot
onderofficier te Leiden althans voorloopig te
handhaven.
De minister is bereid te trachten om bestaande
grieven tegen de sedert 1 Januari 1920 geldende
salarisregeling voor de onderofficieren -en man
schappen langs den weg van georganiseerd over
leg op te lossen en stelt zich voor, na de invoe
ring van bedoeld overleg bij de zeemacht, daartoe
spoedig de noodige stappen te doen. In afwachting
daarvan is reeds thans aan een oommissie op
dracht verstrekt, de noodige gegevens te verza
melen en te verwerken.
In het algemeen kan thans reeds worden ver-1
klaard, dat het in de bedoeling ligt, om ten aan
zien van de berekening van diensttijd voor perio
dieke verhoogingen en hét bereiken van de maxi
mumbezoldiging voor het personeel van land- en
zeemacht zooveel mogelijk een overeenkomstige
gedragslijn te volgen.
Voor verhooging der onderwatertoelage van
onderzeebootpensoneel acht de minister geen
grond aanwezig. Tot verbetering der tractementen
der marine-officieren kan naar de meening van
den minister eerst worden overgegaan, wanneer
ook voor de landmacht-officieren tot salarisver
betering mocht worden besloten. Wanneer het den
minister blijkt, dat het billijk is tot verhooging
der salarieering van de ingenieurs over te gaan,
das zullen daartoe strekkende voorstellen bij sup-
pletoire begrooting worden aanhangig gemaakt
De minister is van meening, dat inderdaad bil
lijkheidsoverwegingen pleiten voor positieverbe
tering der teekenaars en opzichters.
De minister erkent, dat de bruikbaarheid van
het oudere materieel te wensehen .overlaat. Om
trent de gevechtswaarde, die toegekend wordt aan
4 kanonneerbooten, wordt opgemerkt, dat deze
vaartuigen door hum geringen diepgang zeer ge
schikt zijn om op de Zuiderzee en de binhenwate-
ren op te treden.
Dat op het gebied van materieel in deze begroo
ting nog geen lijn gegeven wordt, vindt zijn oor
zaak in het feit, dat de minister eerst het volle
dige rapport van de interdepartementale oommis
sie wensoht af fe wachten, alvorens met defini
tieve voorstellen te komen, In verband hiermee
worden dan ook op deze begroot Lag geen gelden
aangevraagd voor den aanbouw van nieuw mate
rieel, als jagers, enz.
Dat de commissie met haar rapport nog niet
gereed is, ligt aan de uitgestrektheid der te be
handelen materie. Het 'laat zich echter -aanzien,
dat zulks binnen korten tijd het geval zal zijn.
De vraag, of de minister, behalve voor lndië,
ook voor Nederland zeevliegtuigen noodig oor
deelt, wordt toestemmend beantwoord.
Een spoedige totstandkoming eener belangrijke
versterking der maritieme weermacht voor lndië
blijft de regeering noodzakelijk achten, doch zij
meent geen partieele voorstellen in die richting
te mogen doen, zoolang zij hare beslissing naar
aanleiding van het volledige rapport der inter
departementale commissie nog niet heeft kunnen
nemen.
Het benoodigd aantal marinestations hangt ten
nauwste samen met de organisatie der zeemacht
ook deze aangelegenheid zal direct verband hou
den met de voorstellen dier commissie.
De interdepartementale commissie heeft in het
door haar ingediende gedeelte van het rapport
reeds in ruime mate rekening gehouden met het
denkbeeld om van de in lndië aanwezige koop
vaardijvloot en gouvernementsmarine gebruik te
maken voor de verkenning. Nog kan worden aan-
geteekend, dat in Nederlandsch-Indië stappen ge
daan' zijn voor het in oorlogstijd plaatsen van
gesohut op schepen der gouvernementsmarine.
Bij den aanbouw der kruisers wordt de oorlogs
ervaring zooveel mogelijk verwerkt daar die
bouw geschiedt in voortdurend overleg met de
ontwerpster de Germaniawerf te Kiel, komt dan
ook de van die zijde opgedane oorlogservaring aan
den bouw ten goede.
Vervracht wordt, dat de voor 1921 aangevraagde
gelden aan de kruisers zullen worden verwerkt.
De lange termijn, dien de Nederlandsche fabrie
ken ine. de fabriek „Werkspoor" en de Kon. Mij.
„de Schelde" noodig hebben veor het afwerken
der kruisers, moet in hoofdzaak worden toege
schreven aan de veel tijd vereischende bewerking
van de groote onderdeden der turbines in verband
met de daarvoor beschikbare speciale werktuigen.
Verwacht mag worden, dat de proeftochten van
de kruisers in September of October 1923 gehouden
kunnen worden.
De minister vindt geen aanleiding om een nauw
keurig onderzoek te doen inst llen naar kwade
trouw bij de fabrieken, daar er geen reden is
deze te veronderstellen.
Het gerucht, dat de. vliegkampen de Mok en de
Kooy opgeheven zouden worden, ie niet ju iet. Het
ligt echter in de bedoeling deze vliegkampen als
nevenstations te beschouwen vu de centrale
vliegkampen te Soesterberg en te Schellingwoude.
Het ligt niet in de bedoeling den vliegdienst
op grootecheepsche wijze uit te bouwen, hoewel
geenszins kan werden toegegeven, dat een mili
taire vliegdienst als middel van verkenning voor
ons land vrijwel waardeloos zou zijn.
Het gebruik van watervliegtuigen bij onze kust
verdediging hééft ongetwijfeld groote waarde.
Er is geen reden om van de voorgenomen ver-
eeniging der vliagdienstep van land- en zeemacht
schelde voor den marine-vü^gdienst te verwach
ten. Dat aan de landmacht de leiding gegeven zou
worden, is onjuist; het vliegwezen zal als een
afzonderlijke tak van dienBt, los van leger en
marine komen te staan.
De minister geeft de verzekering dat zijn stre
ven er op gericht is om uitbreiding van niet-imili-
tair personeel tegen te gaan, terwijl rekening
wordt gehouden met de gevolgen, die de samen
voeging der departementen ten opzichte van het
personeel zal kunnen meebrengen. In verband
hiermede werd reeds een oommissie Ingesteld om
een onderzoek ln te stellen naar de mogelijkheid
om de bouwdiensten van het departement van
oorlog en marine samen te brengen.
Met 1 Januari 1921 zullen in lndië werkzaam
zijn de drie onderzeebooten K I, III en V, terwijl
het in het voornemen ligt in 1921 uit te zenden
de K II, IV en VI en wellielft ook de K VII. Het
depotsohip Pelikaan zal vermoedelijk eerst in 1922
in dienst kunnen komen. De Bellona wordt, in
verband met nadere daaraan te geven 'bestemming,
vooralsnog nog niet verkocht. De toestand van de
sluizen te Hellevoetsluis geeft geen aanleiding
tot bijzondere opmerkingen.
Gebrek aan personeel is oorzaak van de bepeT-
king van onze maritieme macht in lndië; zoodra
in het eerste verbetering komt, zal, ook met het
oog op de handhaving van ons gezag in den Ar
chipel, de maritieme macht in lndië weder op de
geWenschte sterkte gebracht kunnen worden. Het
vereenigen van de werf te Hellevoetsluis met die
te Willemsoord zou niet in het belang van het
land zijn, daar een gedeelte van de vloot in het
Zuiden haar werkkring vindt en een reparatie-
werf en dokbedrijf op korten afstand noodig is.
De verbouwde marinekazerne te Amsterdam is
ontworpen voor 460 man.
Indien de desbetreffende voorstellen zullen
worden goedgekeurd, zal de samenvoeging van de
vliegdiensten van land- en zeemacht met 1 April
1921 kunnen plaats hebben.
Het ligt niet in het voornemen uit den post ma-
rineluchtvaartdienst een bedrag te besteden voor
de bestrijding van de kosten Wan een vliegtocht
van Nederland naar Java, aangezien het ook niet
in de bedoeling ligt dien vliegtocht te doen plaats
hebben.
Er zijn niet yoldoende vliegers in dienst om
alle vliegmachines te bemannen, doch er wordt
naar gestreefd het aantal vliegers uit te breiden.
De minister meent, dat er geen reden is om aan
zeemiliciens een toelage voor de plunje te ver
strekken. De regeling van den dienst aan boord
der schepen laat niet toe om de zeemiliciens drie
of vier dagen per maand verlof te geven.
Zooals blijkt uit de toelichting -bij de in de
Nota van wijziging gedane vooratellen, ie het in
derdaad de bedoeling om de Adspirantenschool
der Marine van Dordrecht naar Alkmaar te ver
plaatsen.
Het is geenszins de bedoeling om door aanstel
ling van twee vlootpredikanten en een vlootal-
moezenier de taak der kerken inzake de geeste
lijke verzorging der marine over te nemen. De
vlootpredikanten zullen van onderscheiden gods
dienstige richting moeten zijn.
Ten aanzien van het bedrag van ƒ1200, uitge
trokken om ook aan boord van een varend schip
in de geestelijke verzorging te voorzien, moet de
minister er met nadruk op wijzen, dat het niet in
de bedoeling ligt, dezen persoon met de geeste
lijke verzorging, in engeren zin, te belasten. Doel
van deze uitzondering zal zijn om èn gedurende
de vaart èn vooral bij het aandoen van vreemde
havens in overleg met den commandant te doen
nagaan, wat er zoowel in het geestelijk als in het
zedelijk belang van het personeel kan worden
gedaan. Het ligt voor do hand, dat deze proef al
leen op een van onze groote schepen kan worden
genomen.
Voor uitbreiding .van het aantal binnenloodsen
ter reede Texel bestaat geen aanleiding.
Voor het stellen van hoogere eischen van ont
wikkeling bij aanneming van loodiskweekelingen
bestaat uit een dienstoogpunt geen reden»
Blijkens een bij de M. v. A. gevoegden staat
van vliegtuigen, beschikte de marine-luchtvaart
dienst op 1 November 1920 in Nederland over 80
vliegtuigen en voor Oost-Indië over 27 vliegtui
gen.
Het is niet waarschijnlijk, dat binnen afzien-
baren tijd gebrek aan werk het noodig zal maken
om tot vermindering van bet aantal werklieden
aan de Rijkswerven over te gaan.
Op '8 Rijkswerf te Willemeoord zal als pxoef
worden overgegaan tot aanbouw van klein mate
rieel. Bij suppletoire begrooting zullen de noodige
fondsen worden aangevraagd voor het maken van
hellingen.
De heer De Kanter (u.-l.) vraagt inlich
tingen over de plannen der regeering ten
aanzien van de outillage van de reserve.
De heer De 8avornin Lohman (c.-h.)
deelt mede, dut da christelyk-historischen zul
len voortstemmen, niettegenstaande z^hetgeen
de regeering voorstelt, onvoldoende achten.
Daarin wordt evenwel niet vooruitgeloopen
op definitieve voorstellen, ten aanzien waarvan
de christelük-bistorigchen zich de volle vrij
heid voorbehouden en waarby zy de poli
tieke consideratie geheel zullen ter zyde laten.
Verschillende afgevaardigden repliceeren.
De heer A. P. Staalman is van meening.
dat wy nooit een leger kunnen betalen, dat
tegen een vreemd leger op kan.
De heer W k (Weermachtparty) acht de
voorgestelde plannen van den minister .v- r
ondeugdeiyk. Was ons leger zoo sterk, dat wy
nn reeds van vermindering kunnen spreken
Hy heeft allerlei bezwaren tegen 's ministers
voorstellen. Als ons land wordt aangevallen,
moeten wy een goed leger hebben om het te
verdedigen. Het schynt echter, dat velen in
de Kamer van oordeel zyn, dat verdediging
niet meer noodig is.
Daarom stelt spr. de volgende motie voor:
.De Kamer, van oordeel, dat Nederland
zich een aanval door een andere mogend
heid niet meer behoeft te verdedigen, gaat
over tot de orde van den dag."
De indiening van deze motie wordt met
onbedaarlijke vrooiykheid begroet.
De Voorzitter: Wordt deze motie onder
steund
De motie wordt ondersteund door de heeren
Wynkoop, Kruyt Kolthek en De Groot.
De heer Wjj k (Weermachtsparty): Als mijn
motie verworpen wordt, dan hoop ik ook dat
alle tegenstemmers bereid znllen zyn om den
minister van Oorlog de gelden voor een goed
léger toe te staan, want een goed leger hebben
wy noodig.
De Voorzitter stelt voor de motie direct
te behandelen.
Aldus besloten.
Wegens onvoltalligheid moet te 11 u. 10
de vergadering verdaagd worden tot 12 uur.
Da heer WyDkoop vraagt dan verlof tot
het houden van een interpellatie over het ge
schil met Servië en de houding onzer regee
ring, over welk verzoek Woensdag zal wor
den beslist.
Daarna wordt doorgegaan met de behande
ling der militiewet.
Minister Pop verklaart, dat de regeering
aan ontwapening niet kan denken, voordat
de Volkenbond deugdelyker waarborgen te
gen den oorlog geeft. In de richting van be
perking van bewapening zal worden gegaan
met vermindering van persoonlyke lasten,
doch met handhaving van de weermacht bo
ven het peii van 1914. Dat de internationale
arbeidersbeweging den ^orlog weet te voor-
kbmen, verwacht spr. vooralsnog niet. Een
politieleger is niet voldoende voor de hand
having van onze ontfhankelykheid. Wy moe
ten niet boven onze kracht gaanmaar de
uitrusting van» het leger, dat wy kunnen heb
ben moet goed zyn.
Spreker betoogt, dat het regeeringsstelsel
het langst profyt zal doen trekken van de
oefeningen. Vooralsnog moet de regeering be
slist vasthouden aan den eersten 'oefentyd
van 6 maanden, dfoor haar voorgesteld. Het
drieploegen stelsel laat toe, het meest econo
misch gebruik te maken van beschikbare
krachten. Hef ontwerp beoogt geen principi-
eele beslissing over de legerorganisatie. De
aanneming zal voor de regeering een aanlei
ding zyn om de indiening van een algemeen^
regeling van den dienstplicht te bevorderen.
By verwerping zullen de motieven daarvoor
de houding der regeering bepalen. De motie
ter Laan tot afschaffing van fet vesting-stel
sel noemt spr. voor de regeering onaanneme-
lyk.
Een voorstel van den heer Wynkoop
om den eersten termyn der cjiscussie als niet
geëindigd te beschouwen, wordt daarom ver
worpen met 59 tegen 3 stemmen.
Het voorstel van den voorzitter, om de
beraadslagingen om 5 uur te eindigen, wordt
aangenomen met 60 tegen 4 stemmen.
voorgeoefenden) wordt verworpen. Eveneens
is dit het geval met verschillende andere
amendementen, waarna het wetsontwerp wordt
aangenomen.
Des avonds landbouw. Hiervan valt voor
ons niet veel te vermeldende heer Har-
ohant trachtte nog bezuinigings-amende-
menten er door te krjjgen, doch de Kamer
schynt er, te oordeelen naar de discussies,
niet aan te willen.
(Zie verder Tweede Blad).
Helder, 15 December.
Mijnbeer de Redacteair.
Nogmaals vraag Ik van U een kleine plaats
ruimte, mijn dank daarvoor.
Als wnd. secretaresse van de vereeniging van
Staatsburgeressen moet het mij even van 't hart,
dat i/k hedenmiddag zoo in mijn schik was over
het succes, wat wij hadden met de 'kindervoorstel
ling voor de kas der vacantie-kolonie. De film
was heel mooi en de exiplicateur, de heer Boelens,
deed al zijn best hert; de kinderen zoo duidelijk
mogelijk te maken. Jammer, dat er nog zooveel
van die kleinen zijn, die het geduld gauw kwijt
zijn. De jeugd heeft echter ons inziens wel ge
noten.
Wij kwamen ruimte te kort, zoodat de volgende
week Woensdag inplaats van op Zaterdag de
tweede voorstelling gaat. Aanvang 2 uur en de
heer Boelens heeft dan ook weer zijn medewer
king gratis toegezegd. Kinderen, die van de voor
stelling willen profiteeren, kunnen nog kaarten
bekomen bij M. van Vliet, Hoogstraat 127. Wij
hopen dan ook weer hetzelfde auoces te hebben
en dan een flinke som, na aftrek onkosten, af te
dragen aan het bestuur van genoemde vereeni
ging.
U, mijnheer de Redacteur, nogmaals mijn dank.
Achtend,
M. VAN VLIET-'WICKEL.
Tijdstippen van verzending der brievenmalen.
Naar Ned. Oost-Indië.
verheugd.)
De heer Qerhsrd (s.-d.) deelt mede, dat
wetsontwerp van het departement van onder
wys.
De heer K. ter L&an repliceert. Hy be
toogt, dat de belangen des lands worden op
geofferd aan de belangen der coalitie.
De Heer Duymaer: En de motie-Wyk?
De heer Ter Laan: Ik zou geen'bezwaren
hebben tegen afschaffing van het leger 1 Maar
deze motie is heel wat «anders
De heer Schaper (s.-d.): Jan Klaassen!
De heer Ter Laan: Wy hebben een kwart
van de bevolking achter ons, de heer Wyk
niemand 1
De heer Duymaer: Alle onderofficieren!
De heer K. ter Laan: De heer Wyk be
doelt eigeniyk te zeggen: .verwerp jullie die
motie maar, doch geef de onderofficieren dan
wat meer!" (Rumoer 1. Als onze tyd er is, zullen
wy echter met een motie komen, waarin we
schryven wat we bedoelen 1
De heer D r i 0 n repliceert.
De heer Kruyt, repliceerend, ontkent
militaristisch anti-militarist te wezen. Beter zou
het zyn hem te karaktiseereu als militant
anti-militarist, waarvan men niets wil weten.
Men wil slechtte weten van de apatische
anti-militaristen, die de soc.-democraten zyc
Deze durven nu niet voor de motie te stemmen
rumoer), omdat ze de consequenties van hun
schynpolitiek niet willen trekken.
De heer de Mur11 (u.-l.)Goed gezegd
De heer L. M. Hermans (B.-d.)Le-s
extrêmés se tonchenti
De heer Hugenholtz (s.-d.)Zyt ge nu
voor of tegen geweld
De heer Kruyt: Gy hebt in den heer Ter
Laan by .oorlog" uw pendant gekregen 1 De
heer Van Zadelhoff maakt zich nu los van
België, maar dan moet hy zich óók losmaken
van de Tweede Internationale, maar niet een
halfslachtige politiek voeren.
De heer van Zadelhoff, repliceerend
verklaart te begrypen, dat de minister niet op
de internationale arbeidersbeweging vertrouwt,
omdat hy nog aan het oude hangt en voor het
nieuwe zyn oogen sluit. Wy willen echter de
arbeiders internationaal versterken, opdat zy
tegen een nieuwen oorlog eensgezind zullen
optreden.
De heer Wynkoop: en daarom doe Je
mee aan Wilna?
De heer Duymaer: en de motie-Wyk?
De heer Van Zadelhoff: men wyst my
voortdurend op België; een hoofdorgaan der
sooialisten schrijft daar zéér antimilitaristisch.
De heer Wynkoop (hoonlachend):
maar daar gelooft u zelf niets van
(De heer Schaper biedt den heer Wyn
koop een glaasje water aan. De heer Wyn
koop tot den heer Schaper: je bent een
laffe leugenaar!!)
De heer Van Zadelhoff: de motie-Wyk
is Jan Klaassen 1 Wy stemmen daarom er
niet voor 1
De heer Wynkoop: omdat Jullie milita
risten zynl
(De heer Schaper biedt den heer Wyn
koop weer een glaasje water aan).
De heer Van Zadelhoff: gy zegt dat
nu, maar de heer Duys zal binnenkort met
een brochure komen, waarin uw militarisme
met de stukken wordt bewezen 1 (Groot
rumoer).
De minister, dupliceerend, herhaalt, dat
de Kamer, door .voor dit ontwerp te stemmen,
geheél vry blytt tegenover volgende ontwer
pen. Tot 1928 blyven wy in staat dezelfde
oorlogsorganisatie op te zetten als in 1914.
Het kernleger zy klein, doch zóó geoutilleerd,
dat daarin zit een groote kracht
De algemeene beraadslagingen worden ge
sloten.
De motie van den heer K. ter L a a n (af
schaffing van het vestingstelsel) wordt ver
worpen met 46 tegen 28 Btemmen.
Voor: de socialisten, de revolutionnairen,
de vryzinnig-democraten en de heeren Van de
Laar en A. P. Staalman.
De motie van den heer Wyk (om ons land
niet meer te verdedigen) wordt verworpen
met 60 tegen 3 stemmen, die van de revolu
tionnairen.
De heeren Brantigam, Rugge, Van
der W a e r d e n, Gerhard, Duys (allen
s.d.a.p t en A. P. Staalman (c.-d.) hadden
zich voor de stemming verwyderd.
Het amendement-Oud (4 j maand voor niét*
Verzendings-
weg.
Datum van de
ter post
bezorging.
Tydstip der
laatste buslich
ting aan het
Postkantoor.
Per zeepost via
Amsterdam
Rotterdam
Per Eng. mail
via Marseille*
24 December.
17 en 31 Dec.
eiken Dinsdag
Woensd.*)
6.30 ar.
6.30
6.30
6.30
Naar Ned. West-IndiB.
Per mail |Elken Dinsdagj 12.— 'a midd.
Uitsluitend brieven, briefkaarten enaan-
geteekende stukken.
MAR1NEBERICHTEN.
Kapitein der mariniers H. baron van Homort
tot Ij ingshof is met 23 dezer geplaatst bij de ma-
rinierskazerpe te Rotterdam.
De luitenant ter zee 2e kl. A. J. van Hamert,
aangewezen voor den dienst in Oost-Indië, zal
15 Jan. 1921 per s.e. „Patria" van den Rott. Lloyd
zijne bestemming volgen.
Luitenant ter zee 3e kl. H. Witte zal 15 Jan.
as. per s.s. „Patria" van de Rott. Lleyd zijn be
stemming naar Oost-Indië volgen.
Opgave van overgeplaatste onderofficieren der
Zeemacht:
op 22 Dec. 1920: sergeant-torpedomaker R. Ko
ning van Vliegkamp Mok naar Onderzeedienetka-
zerne; o>p 20 Dec. 1920: seigeant-torpedomaker W.
F. Katoen van Onderzeedienstkazerne naar Vliog-
k&mp Mok; op 10 Jan. 1921: sergeant-konstabel
H. Tjemmes van Wachtschip W'oord naar Marine
kazerne W'oord; op 17 Jan. 1921: sergeant-kon
stabel K. S. de Jong van Gelderland naar Wacht
schip W'oord; idem H. A. Wille van Marineka
zerne W'oord naar Gelderland.
Dienst op 24 en 31 December.
Volgens bekendmaking van den Schout-bij-
Nacht, Commandant der Marine te Willemsoord,
kan de dienst op de middagen van 24 en 31 Dec.
a.s. geregeld worden als op Zaterdagmiddag.
LEGERE ERLCHTRN.
Minimum-salarissen.
Door den Min. v. Oorlog is bepaald, dat de be
palingen nopens de minimum-salarissen mede van
toepassing zijn c*p mannelijke tijdelijke ambte
naren, die gehuwd geweest zijn, eveneens te reke
nen van 1 October j.1.
Keuring van Dienstplichtigen.
De ingeschrevenen der militie, die bun beroep
maken van de bultenlandsche zeevaart of van de
zeevlsscherij buitenslands, en hiervan ten genoe
gen van den plaatseliiken- of garnizoens-comman-
d&nt in één der garnizoenen, waar een officier
van gezondheid is, of van den commandant der
afdeeling mariniers te Rotterdam doen blijken,
worden op vertoon van het bewijs van lnschrij-
ving voor de militie, tot en met 15 Mei van het
zij ingeschreven zijn, één maal ln de gelegenheid
jaar, vóérafgaande aan dat der lichting, waarvoor
gesteld zich te onderwerpen aan eene meting en
zoo noodig aan een geneeskundig onderzoek om
trent hunne geschiktheid voor den militairen
dienst, indien de betrokkene zich op een werkdag,
des voormiddags 9 uur, bij één dier commandan
ten aanmeldt, en tenminste één dag te voren daar
toe, hetzij schriftelijk, hetzh mondeling, aanvraag
heeft gedaan.
Het geneeskundig onderzoek wordt verricht
door een officier van gezondheid èn een burger-
geneeskundige. Tevens wordt den ingeschrevene
fevraagd naar zijne wensahen met betrekking tot
e inlijving. Op het bewijs van inschrijving, dat
aan den ingeschrevene wordt teruggegeven, wordt
aangeteekend, dat de meting en het geneeskundig
onderzoek heeft plaats gehad, zoomede waar en
op welken datum.
De serg.-M. P. van der Kulk, van het Se bat.,
21e reg. ini. te Helder, wordt op 18 Dec. a^. over-
geplaatst bij het le bat. te Hoorn.
De serg.-maj.-admin. F. J. de Haan, van het 21e
rev. inf. te Helder, ie ontheven van zijn detachee
ring bij het 4e reg. te Leiden.
In de dienstkleeding van de Aalmoezeniers van
de Landmacht ie eenlge wijziging gebracht.
MARKTBERICHTEN.
Broek op Langendijk, 15 Dec.
Grove uien 6.40—7.10; roode kool 2—5; klei
nere 1.20—1.90; gele kool ƒ2.10—4.20; kleinere
1—2: witte kool 1.70-3.90 per 100 K.G.
14 Dec. Aangebracht door 10 korders: 2 kisten
kleine schol p. kist 10; 50 kisten scharren p.
kist 4 4.50.
Schagermarkt van Donderdag 16 Dec.
4 geldekoeien mag. p. stuk 500650; 67 idem
vette 500860; 2 kalfkoeien 600850; 9 pin
ken ƒ300450; 11 nuchtere kalveren ƒ20—-40;
539 schapen vette ƒ55—90 218 overhouders ƒ45
62; 17 varkens mag. 60; 26 idem vette p. K.G.
ƒ1.401.48; 62 biggen p. stuk 2636; 110 ko
nijnen 0.50—3.50; 88 kippen f 2—6; 69 K.G. boter
p. K.G. 2.90-8; 1707 kipeieren p. 100 ƒ16.50
h 17.50.