tweede kamer.
DUURTERAPPORT.
i. Ter bestrijding van het euvel van opdrij
ven en hoog houden van pryzen is practisch
resultaat in hoofdzaak slechts te bereiken
langs een stelsel van ingrijpen in bestaande
contracten en terugbrengen van prijzen, waar
naast aan strarbepalingen aanvullende betee
kenis kan worden toegekend.
"tl
HET GESCHIL MET SERVTE.
In de vergadering der Tweede Kamer van
Woensdagmiddag, heeft de minister van Bui
teniandsche Zaken, de heer Van Karnebeek
de volgende regeeringsverklaring afgelegd.
In het begin van den oorlog, in Augustus
1914, werd de heer Rapaport, consul en waar
nemend consul-generaal der Nederlanden te
Belgrado, een Oostenrijksch onderdaan, door
de Servische autoriteiten in hechtenis geno
men en naar Vranja vervoerd, waar hij vele
maanden werd gevangen gehouden. Aan de
N Nederlandsche Regeering werd daarvan
door de Servische regeering geenerlei mede
deeling gedaan.
Bij het keeren der krijgskansen kwam in
het begin van 1916 de heer Rapaport te Bel
grado terug, doch reeds spoedig gaf de Oos-
tenrijksch-Hohgaarsche Regeering kennis,
dat zij hem niet meer in zijn consulaire hoe
danigheid erkende, onder mededeeling, dat
hij zich had ingelaten met het overbrengen
van brieven van Serviërs te Belgrado aan
hunne landgenooten in het buitenland.
Toen nu de Servische regeering in 1919 te
Belgrado was teruggekeerd is dezerzijds on
der anderen ook de zaak van den heer Ra
paport ter sprake gebracht, in de onderstel
ling, dat de Servische Regeering de gelegen
heid zou aangrijpen om verzachtende omstan
dagheden .te pleiten voor de wijze, waarop
zonder eenige mededeeling aan onze Regee
ring, genoemde consulaire ambtenaar zonder
wettelijk onderzoek door de Servische autori
teiten was in hechtenis gehouden en belet
was zijn funetiën uit te oefenen.
De Servische Regeering bepaalde zich
evenwel tot een bloot verzoek den heer Rapa
port van zijn consulaire funetiën te onthef
fen op grond van zijn houding tijds de Oos-
tenrijksche bezetting.
De Nederlamdsche Regeering gaf daarop te
kennen, als blijk van hare vriendschappeiyi
gevoelens voor het Koninkrijk der Serven,
Croaten en Slovenen, bereid te zijn aan het
•verzoek gevolg te geven, indien de handha
ving van den consul der Regeering te Bel
grado inderdaad onaangenaam was-, met een
betuiging van leedwezen van de zijde der
Servische Regeering over de wijze, waarop
zij in 1914 in de uitoefening van den Neder-
landschen Consul ai ren dienst had ingegre
pen, zou dan het incidenf kunnen worden ge:
sloten.
Nadat langen tijd, ondanks herhaalden aan
drang, zoowel te Belgrado als hij het Gezant
schap te 's-Gravenhage, tevergeefs op eenig
antwoord was gewacht, scheen het in den
afgeloopen zoaner, dat de zaak tot bevredi
ging van heide partijen zou worden geregeld,
naar dien van Servische zijde was te kennen
gegeven, dat tegen het handhaven van den
heer Rapaport als consul geen overwegend
bezwaar bestaat, in welk geval van eene be
tuiging van leedwezen over het vroeger ge
beurde zou kunnen worden afgezien.
Terwijl de besprekingen hierover op die
meest •vriendschappelijke wijze 'gaande wa
ren tusschen den Servischen Gezant en den
Minister van Buitenlandsche Zaken, kreeg
begin Augustus plotseling, zonder eenige
voorafgaande kennisgeving aan de Neder
landsche Regeering, de heer Rapaport last
het grondgebied van het Koninkrijk der Ser
ven, Croaten en Slovenen te verlaten.
Nadat de noodige inlichtingen waren ver
kregen, werd einde October den Nederland-
schen Gezant te Belgrado opgedragen tegen
deze wijze van optreden een in zeer gematig
de bewoordingen gesteld protest uit te bren-
genrf waarin, zonder dat zelfs eenige- eisoh
werd gesteld, nog kortelijk hetgeen aan de
uitzetting van den consul was vooraf gegaan,
werd in herinnering gebracht,
De Servische Minister van Buitenlandsche
Zaken bepaalde er zich toe deze nota, eenige
dagen nadat zij was ingediend, door een van
zijn secretarissen aan den gezant terug te
laten brengen, onder mededeeling, dat' hij
weigerde haar aan te nemen en zonder eenige
nadere verklaring.
Met het oog op de verhouding, die door
deze in het diplomatiek verkeer hoogst onge
wone handelwijze plotseling dreigde te wor
den ln het leven geroepen, heeft de Neder
landsche Regeering, rekening houdende met
de mogelijkheid, dat. de kort daarop nieuw
opgetreden Minister van Buitenlandsche Za
ken van ander inzicht bink zou kunnen ge-
ven, den Nederlandschen Gezant opgedragen
den Minister-President, die den afgetreden
bewindsman had vervangen, te bezoeken en
van dezen alsnog een verklaring te vragen
omtrent de inzichten der Yougo-Slavlsche
Regèerlng met betrekking tot hare verhou
ding tot die te 's-Gravenhage.
Deze stap, welke Vrijdag j.1. heeft plaats
gehad, heeft geen ander gevolg gehad, dan
dat de Minister-President de volle verant
woordelijkheid voor het terugzenden van
onze protest-nota op zich nam en verklaarde
alle gevolgen te aanvaarden van de ver
nieuwde afwijzing van dat stuk.
Onder die omstandigheden bleef der Ne
derlandsche Regeering, wilde zij haren ver
tegenwoordiger te Belgrado niet aan verdere
met hare waardigheid minder strookende
bejeging blootstellen, niet anders over dan
onzen Gezant van zijn post met verlof te doen
vertrekken, met achterlating van het perso
neel van het gezantschap; tegelijkertijd werd
den Yougo-Slavische Zaakgelastigde te
's-Gravenhage medegedeeld dat zijn verder
verblijf in de Residentie onder de gegeven
omstandigheden geen nut zou hebben.
Zooals uit deze uiteenzetting .der feiten
blijkt, is het streven der Nederlandsche Re
geering er bij voortduring op gericht ge
weest moeilijkheden liever te ontgaan, dan
die in het leven te roepen.
Zij is in die richting zoo ver gegaan als
slechts eenigszins mogelijk was. En wanneer
zij ten slotte, tegenover herhaalde krenking,
aan hare waardigheid verplicht is geweest tót
eene tijdelijke schorsing te besluiten van het
diplomatiek verkeer, dan is zulks niet dan
noode geschied en is zij daarbij mede geleid
geworden door de gedachte, dat de opvattin
gen in aanmerking genomen, welke op dit
oogenblik te Belgrado blijken te heerschen.
misschien door deze onderbreking het best
een meer duurzame verwijdering tusschen de
beide landen Joon worden voorkomen.
Vergadering van Woensdag.
Vervolg van het Eerste Blad.
De bij den aanvang-der zitting dqor Minis
ter Van Karnebeek afgelegde regeeringsver
klaring inzake het geschil met Servië'vindt
de lezer elders in dit blad.
Aan de orde is de interpellatie-W ij n-
k o o p over dezie zelfde kwestie. De Voor
zitter meent, dat deze thans miert meer behoeft
te worden gehouden; de heer Wijnkoop wil
toch over de zaak spreken. Bij de hierover
gehouden discussies, waarin zich ook de heer
Kruyt mengt, wordt het verzoek afgewezen
Met 40 tegen 19 stemmen wordt een sup
pletoire oorlogsbegrooting aangenomen. De
heer D r.e s s e 1 h u ij s wees hierbij op het
zonderlinge vliegtuigen-contract, dat met
Trompenburg was afgesloten, zoodat vlieg
tuigen, die wé eerst met 28000 per stuk-
moesten betalen, terwijl ze voor 2000 te
krijgen waren, thans 42000 zullen moeten
kosten, terwijl ze 6000 waard zijn. Van de
rest-valt niet veel wetenswaardigs te vermel
den. Zelfs de heer Marchant. de groot-bezui
niger, zooals het „Handelsblad" hem noemt,
was er bij in den dut geraakt.
Verschenen is het 21 October j.1. vastgestelde
en enkele dagen later aan de Koningin aan
geboden verslag van de Staatscommissie inzake
de duurte.
Aan "de commissie was opgedragen: a. een
onderzoek in te stellen in zake de bestaande
duurte van de voornaamste levensbehoeften
b. na te gaan, of en in hoeverre door regeerings-
maatregelen of anderszins algemeene prijs
stijging kan worden tegengegaan of althans
voor bepaalde artikelen beperkt f c. indien zij
termen tot een als sub b. bedoeld ingrijpen
aanwezig acht, daartoe strekkende voorstellen
te doen.
Het rapport is verdeeld in tweehoofdstukken,
waarvan het eerste een overzicht geeft van de
ontwikkeling en de oorzaken van de duurte
in het algemeenhoofdstuk II ziet achtereen
volgens de verschillende vragen, die uit een
oogpunt van duurtebestryding kunnen worden
gesteld onder de oogen.
Naar het oordeel der StaatMommissie zjjn
in het proces van prijsstijging uwee duidelijk
te onderscheiden tijdperken aan te wijzen.
In dé oorlogsperiode waren schaarschte aan
goederen en daarnevens toeneming van ruil
middelen de hoofdkenmerken. Het einde van
den oorlog bracht zekere ontspanning. Achter
gehouden voorraden kwamen ter markt, de
schaarschte hier ter lande, in de le plaats een
oorlogsverschijnsel, verdween grootendeels.
De nieuwe prijsstijging, welke hierop volgde,
was vóór alles een internationaal verschijnsel,
samenhangend met de algemeene economische
ontreddering van een groot deel der beschaafde
wereld.
Ook in deze tweede periode van prijsstijging
hebben zich belangrijke verschuivingen voor
gedaan in de verueeling van het inkomen.
Belangrijke inkomens werden in verschillende
kl ingen genoten uit oorzaken van soortgelijken
aard als het oorlogswinstverschijnsel gedurende
den oorlogook thans beteekent de prijsstijging
als zoodanig concentratie van winst.
Daarnevens kenmerkt deze tweede prijsstij
gingsperiode zich evenwel door eene belang
rijke rijzing in het algemeene loonpeil, een
rijzing, die feitelijk reeds had ingezet in de
overgangsperiode van aanvankelijke prijsdaling,
dadelijk na den wapenstilstand.
Het verslag wijdt dan een uitvoerige be
schouwing aan het inkomen van belangrijke
groepen der bevolking en de voortgezette
prijsstijging. Ten deele is dit een herstel van
een verloren gegaap evenwicht. Voor ver
schillende groepen overtreft intusschen het
inkomen de prijsstijging, ook voor verschillende
groepen van loontrekkenden, terwy'1 de beloo
ning der arbeidspraestatie in deze gevallen
nog in belangrijk sterkere mate gestegen is.
Direct en indirect, dQor de hiermee gepaard
gaande vermeerdering van koopkracht, oefent
zulks invloed op het prijsniveau.
'Een van de ernstigste begeleidende verschijn
selen der duurte is de druk op tallooze in
komens van intellectueels arbeiders gelegd en
op de gedwongen onteigening van spaarbank-
gelden e. d.
Tot deze groep behooren velen, wier door
geen zorgen neergedrukte arbeid voor het
cultuurbezit, voor de zedelijke en geestelijke
macht van het volk van zeer groote beteekenis
is'. Voor de wezenlijke beteekenis der duurte
intusschen komt het in de eerste plaats aan op
de vraag, in hoeverre deze de bevolking in
haar geheel al dan niet dwingt tQt inkrimping
van gebruik.
In het rapport worden de verschillende
hiermede verband houdende vragen onder het
oog gezien, waarbij de staatscommissie tot
de >conclusie komt, dat de gegeven cijfers aan
den algemeonen indruk, dat het verbruik hier
te lande in tal van opzichten niet alleen dat
van vrijwel alle landen van Europa overtreft,
doch zelfs het verbruik van vóór den oorlog
evenaart, zoo niet in sommige opzichten te
boven gaat, krachtigen steun geven.
In dit verband wijstde staatscommissie ook op
de oijfers nopens den in- en uitvoer hier te lande,
die van dien aard zijn, dat zij ernstige be
zorgdheid moeten wekken. De staatscommissie
wijst erpp hoe de teekenen er nog niet op
wijzen, dat het proces van prijsstijging en toe
neming van koopkracht van verschillende
groepen der bevolking, met den daaruit voort-
vloeienden stryd en fatalen terugslag op die
groepen wier inkomen achterbleef, hier te
lande reeds tot staan zou zyn gekomen. In
dit verba'nd is met name het verloop van den
dollarkoers van zeer ernstigen aard.
In de toenemende consumptie, waar geen
naar verhouding gestegen productie tegenover
staat, ligt het groote gevaar van den huidl
gen toestand. Verder afglijden op het hellend
vlak, waarop ons land zich bevindt, kan in
de laatste instantie slechts voorkomen worden
door vermeerdering van arbeidspraestatie en
inperking van verbruik door alle klassen der
bevolking.
Met de gestegen consumptie houut de kwets
baarheid van het economisch organisme ge
lijken tred.
Ook.op de kapitaalvorming heeft dit alles
een ernstigen invloed. De behoefte aan kapi
taal is gestegen, de nieuwe besparing afgeno
men.
De voorziening in de gestegen behoefte aan
bedrijfskapitaal *ba„rt tal van ondernemingen
zorg. Op soberheid en arbeidzaamheid komt
het in de eerste plaats aan. De Staat staat
hierbij voor een deel machteloos.
In het Tweede Hoofdstuk worden achter
eenvolgens de verschillende maatregelen, die
uitj een oogpunt van duurtebestryding in aan
merking komen, onder het oog gezien. Zy
worden verdeeld in vier groepen.
I. Prijszetting c.q. prijsverlaging van be
paalde artikelen van overheidswege.
In de eerste plaats wordt het instituut der
maximumprijzen besproken
Naar het oordeel der Commissie kan daar
van niet veel worden verwacht.
Het stelsel van toelagen op prijzen van eerste
levensbehoeften, 't welk gedurende dan oor
log zulk een belangrijke rol speelde, is thans
tot het bruinbrood beperkt. De vraag mag
worden gesteld, of de toeslag wel gehand
haafd moet worden. Intusschen is het de vraag,
of het met het oog op de belangrijke inko
mens-verschuivingen, die hebben plaats ge
had, niet wenschelyk is, dat althans één der
hoofdvoedingsmiddelen tegen betrekkelijk la
gen prys beschikbaar is. By gebrek aan ge
gevens hieromtrent wil de commissie geen
oordeel uitspreken.
Prijsregeling yan overheidswege is slechts
mogelijk, waar de overheid direct of indirect
de productie beheerscht.
De Staatscommissie is van oordeel, dat on
der de omstandigheden van het oogenblik
het verslag werd vastgesteld 21 Oct. j.1.
ten opzichte van zuivelproducten en suiker,
welke op de wereldmarkt tijdelijk schaarsch
zyn en waarvan in het binnenland voldoende
aanwezig is, tegen de regeling geen bezwaar
bestaat
II. Maatregelen tot beteugeling van onre
dely'ke prijsopdrijving.
Wettelijke regelingen tot dit doel kunnen,
behalve in de reeds vermelde maximumprijzen,
bestaan in strafbepalingen en in ingrijpen in
contracten en terugbrengen van pryzen. Met
een algemeene strafbepaling tegen onredelijke
winst kan de Staatscommissie zich niet ver
eenigen.
Ingrijpen in contracten en terugbrengen
van pryzen vormden den grondslag van het
door de Staatscommissie ingediende wets
ontwerp.
Na de verwerping van het ontwerp heeft de
Staatscommissie zich ernstig de vraag gesteld,
of en in hoeverre het verloop der behandeling
haar aanleiding zou kunuen geven de zaak
met inachtneming van de gebleken bezwaren
opnieuw onder de oogen te zien. Het rapport
deelt het verloop dezer zaak en de gevoerde
briefwisseling mede.
In het verslag voegt de Staatscommissie
hier nog aan toe, dat zy van oordeel blyft,
dat practische bestrijding van het verschijnsel
van prijsopdrijving slechts te bereiken is langs
den weg van een organisatie, omklëed met de
bevoegdheden in het door de Staatscommissie
ingediend wetsontwerp omschreven.
Naast wettelijk ingrijpen staat wat door het
publiek, door gemeenten en door de coöperatie
kan worden gedaan. De Staatscommissie ver-
wyst in de eerste plaats naar de in 1919 in
tal van plaatsen opgerichte cónsumentenver-
eenigingen.
De ervaring, waarover thans wordt beschikt,
maakt het mogelijk, over de beteekenis van
het optreden eener organisatie uit een oogpunt
van duurtebestryding, een meer gevestigd oor
deel uit te spreken. Goed werk is gedaan,
waar iemand met vakkennis zich belangloos
•voo! de werkzaamheden ter beschikking stelde,
het noodige kapitaal zbnder veel moeite kon
worden bijeengebracht en de administratie in
goede en vertrouwde handen was. In zoodanige
gevallen zyn dikwijls speciale artikelen als
schoenen, ondergoed, aardappelen e.d. tegen
lagen prys aan de leden geleverd kunnen
worden en is hiervan stellig een prysdruk-
kende invloed uitgegaan. Noodig was h'ertyj
in vele gevallen tevens van den kant der
leden een zéker enthousiasme, dat met beperkte
keus van modellen en qualiteit genoegen deed
nemen.
In vele gevallen ontbreken echter een of
meer dezer factoren en viel de losse band
betrekkelijk spoedig uiteen.
Veelal werden de vereenigingen ook naar
den vorm in eene coöperatie omgezet en sloten
zij zich aan by de op dit gebied bestaande
organisaties en by de Groothandels-Vereeniging
of gingen in bestaande coöperaties over.
De van gemeentewege genomen maatregelen
hebben over het algemeen eveneens in het
tijdperk van overgang in 1919 goed werk
gedaan.
Wat de coöperatie betreft, meent de Staats
commissie, met het oog op den prysregelenden
invloed der coöperatie, het in 1919 aanvaarde
stelsel van kapitaal-verstrekking van over
heidswege te moéten toejuichen.
III. Maatregelen strekkende tot het op peil
houden van de waarde van het ruilmiddel.
De Staatscommissie wijst er op, dat deze
vragen hier te lande niet in die mate op den
voorgrond staan als in andere landen, waar
de circulatie nog voortdurend toeneemt en
het evenwicht ln de overheidsfinanciën ten
eenenmale verstoord is.
Niettemin wijst de Staatscommissie ln dit
verband op een tweetal versohijnselen s den
voortdurend lagen rentestandaard op de geld
markt en het verloop van den dollarkoers.
De Staatscommissie acht zich niet oompetent
over deze kwesties een oordeel uit te spreken,
en een weg aan te geven.
IV. Maatregelen, welke Inperking van con
sumptie beoogen. Tot dit voor het duurtevraag
stuk ln ruimen zin zeer belangrijke doel kunnen
Indirect maatregelen op belastinggebied hun
invloed oefenen. De staatscommissie bespreekt
in dit verband de denkbeelden van een alge
meene verteringsbelasting en van belastingen
op speciale vormen van vertering, met name
luxevertering.
Het tweede denkbeeld acht de staatscommissie
van groote beteekenis. De staatscommissie acht
het niet haar taak dé vraagstukken te bespreken,
welke zich voordoen, zoo spoedig tot de prac
tische toepassing van dezen belastiügvorm
wordt overgegaan.
Op den voorgrond stellende, dat voor herstel
van de ontwrichting van het economisch leven,
welke o.a. in het duurteverschynsel naar voren
treedt, soberheid en arbeidzaamhei<I.der geheele
bevolking volstrekte voorwaarden zyn, komt
de staatscommissie,' wat de verschillende vor
men van duurtebestryding betreft, tot de vol
gende conclusies
1. Aan algemeen geldende of plaatselijke
maximumprijzen kan uit een. oogpunt van
duurtebestryding slechts zeer beperkte betee
kenis worden toegekend.
2. De vraag naar de wenschelykheid van
bijslagen op eerste levensbehoeften moet be
oordeeld worden naar den feitelijken omvang
van het verbruik in verband met de gemiddelde
koopkracht der bevolkiDg.
Hiervan uitgaande acht de staatscommissie
uitbreiding van het stelsel niet wenschelyk.
Voor handhaving van den-bijslag op bruin brood
zou moeten vaststaan, dat omvangrijke maat
schappelijke groepen slechts over een zeer
beperkte koopkracht kunnen beschikken en
dat door deze groepen van het bruin brood
gebruik wordt gemaakt.
3. Als overgangsmaatregel is onder de huid ige
omstandigheden voor zuivelproducten en suiker
het stelsel van prijsverlaging voor binnen-
landsch verbruik te aanvaarden. De beschik
baarstelling behoort.te geschieden tegen pryzen
die in verband met de algemeene prys- en
inkxmen8tygingen redelijk zyn te achten.
5. Credietverleening van overheidswege ten
einde te voorzien in de gestegen kapitaalbe
hoeften van coöperatieve verbruiksvereenigin-
gen verdient als overgangsmaatregel toejui
ching, mits aan de eredietverleenrhg de voor-
narde wordt verbonden, dat het crediet uit
sluitend heeft te strekken tot bestrijding der
duurte.
6. xer voorkoming van verdere depreciatie
van i !t»miinriddel is het in beginsel gewenscht
dat de rente op de geldmarkt in evenwicht
wordt gebracht met de werkelijke verhouding
van vraag en aanbod van kapitaal.
7. Indi'-Q behalve de voortgaande depreciatie
van het Nederlandsche ruilmiddel nog bijzon
dere factoren van min of meer tydelyken aard
in den huidigen stand van den dollarkoers uit
drukking vinden, dient de vraag onder de
oogen te worden gezien, of en in hoeverre
tegen dezen ongunstigen koersstand, hetzij in
het algemeen, hetzij voor speciale artikelen
maatregelen zyn te nemen.
8. Het invoeren van belastingen, welke in
perking van de vertering, inzondering van
de luxevertering, beoogen, is in beginsel ge
wenscht.
Aan het rapport is een afzonderlijke nota
toegevoegd van het lid der commissie den heer
F. M. Wibaut.
De heer Wibaut kan zich met de principieele
strekking van een deel van Hoofdstuk I niet
vereenigen.
LUCHTVAART.
Een groot Handley Page vliegtuig, dat ge
bruikt werd bij den dienst Londen—Parijs,
is verongelukt, kort nadat het het vliegveld
had verlaten. De machine kwam in botsing
met een boom, vloog in brand en kwam bij
zijn val op een huis terecht. De vlieger, de
mecanicien en twee passagiers werden ge
dood. Van de ver overige passagiers werden
er twee slechts licht gekwetst, en twee 'ge
wond.
De Jlandley Page Company zegt, dat dit
het eerste ongeluk is, dat gebeurd is met haar
1 lichtdiensten tusschen Londen en Parijs, en
Brussel en Amsterdam, welke diensten sinds
September 1919 bestaan. Gedurende 15 maan
den zijn 4000 passagiers veilg naar hun be
stemming gebracht, en het totaal van den af-
gelegden weg is meer dan 320 duizend mijl
geweest
Nader wordt gemeld dat het Hanley Page
vliegtuig na een botsing tegen een boom,
een huis raakt, dat gedeeltelijk vernield werd.
Een deel van het vliegtuig bleef aan den
boom hangen, het andere deel viel op den
weg. De overblijfselen brandden hevig. De
slachtoffers verkoolden. De overlevenden
sprongen uit het toestel, twee hadden geen
schram opgeloopen. Eén trachtte de achter
geblevene te helpen, doch de vlammen belet
ten dit De brandweer van Hendson bluschte
ten slotte het vuur. De naam van één der
gedoode passagiers was Van der Eist.
In de Rijnprovincie is een Fransch militair
vliegtuig neergestort en in brand geraakt.
)e Vlieger kon zich redden, maar zijn passa-
ger vond den dóód in de vlammen.
Gevaarlijke vliegtocht.
Een Handley Page heeft Maandag met
vier passagiers en den vlieger luitenant
Mackintosh een gevaarlijke tocht van Parijs
naar Cucklewood in een sneeuwstorm vol-
brachtKort voorbij de Fransche kust kwam
het vliegtuig in den sneeuwstorm. De reis
duurde drie uur. Zij was vreeeeiyk vooral
boven de EngelsChe kust en het vliegtuig
was met ijs bedekt. Toen men Londen nader
de raakte men geheel en al de richting, kwijt,
tot men draadloos verbinding kreeg met een
vliegveld, dat den goeden koers aangaf en
het vliegtuig huiswaarts loodste.
GEMENGD NIEUWS.
r
De melkprijs te Amsterdam.
Naar de Telegr. verneemt, heeft de burge
meester van Amsterdam oen brief tot den
minister van landbouw gericht, in zake de
verhooging van den melkprijs tot 24 oent
per 4iter. Een winstmarge van 7 oent per
liter voor de melkinrichtingen oordeelt de
burgemeester veel "te ruim. De burgemeester
geeft den minister de verzekering, dat alles
in het werk gesteld zal worden, om te ver
krijgen, dat de melkprijsvarhooglng ln Am
sterdam niet gehandhaafd zal kunnen blij
ven. Daar de burgemeester veronderstelt,
dat dit den minister niet aangenaam zal zijn,
geeft hij den heer Van IJselstein in over
weging, alsnog op zijn besluit in zake de
melkprijsverhooging terug te komen.
De moord op korporaal Vos.
Naar het „Hbl." verneemt, heeft Aldert
Smit na de verwerping van zijn cassatie-be
roep door den Hoogen Raad, bekend <k
moordenaar te zijn van korporaal Vos.
Veelbelovend.
De politie te Baarn heeft een achttienja
rige kantoorbediende uit den Haag aange
houden, die een belangrijk bedrag bij zijn
patroon had ontvreemd. Het geld had hij
verteerd; bij fouilleering werd een groot
kaliber revolver, geladen met 5 scherpe pa
tronen, op hem bevonden.
Een onbetrouwbaar gevangenbewaarder.
Sedert geruimen tijd werd in de gevan
genis te Haarlem opgemerkt, dat pogingen
in liet werk werden gesteld, aan gevange
nen verboden zaken te bezorgen, schrijft de
„N. Grt.". Eindelijk werd een der gevangen
bewaarders betrapt toen hij aan een ge
strafte sigaren overhandigde, door familie
leden gegeven. De man bekende en is ge
schorst
Opzettelijke schipbreuk.
De Jtsb." meldt, dat ook de Schevening-
sche reeder v.- W. en zijn schipper en stuur
man, de gebrs. H., zijn gearresteerd, verdacht
van het opzettelijk laten zinken van 4 sche
pen, terwijl deze bemand waren.
De verzekeringsprijs, die de reeder als
loon voor zijn misdaad kreeg, bedroeg onge
veer 30.000.
Knipcursus.
Een Duitscher, verblijf houdende in een
hotel te Rotterdam, vroeg per advertentie in
een der plaatselijke bladen naaisters, die tot
ƒ10 ƒ12 per dag zouden kunnen verdie
nen. Een meisje, dat zich door het aanbod
liet verleiden, teekende een contract, waar
bij ze zich verbond aan een 17-tal bepalingen
te voldoen1, doch eerst een modeiknipcursus
gedurende 14 dagen te zullen volgen. Het
lesgeld voor dien cursus, ten bedrage van
100 gulden, moest ze vooruit storten. Na die
paar weken voorbereiding, die door een den
Duitscher vergezellende dame zou worden
gegeven, kon de opgeleide dan naar de pro
vincie worden gezonden, om daar op haar
beurt tegen het in uitzicht gestelde hooge
daggeld werkzaam te worden gesteld als
knipleerares. Het hoofdkantoor van deze
knipcursusorganisatie volgens het sneeuw
balsysteem bevond zich in Chemnitz, een
bijkantoor weer in Keulen.
De Rótterdamsche politie, die het vermoe
den had, dat het den Duitscher meer om de
100 gulden te doen was dan om de Hollan
ders van zijn knipmethoden op de hoogte te
brengen, heeft hem beduid, dat hij zijn pro
paganda maar moet staken en die andera
maar aan de oostzijde van onze grens moet
gaan voortzetten.
De oude truc nog tweemaal mislukt.
De Rótterdamsche oplichters hebben zich
door het mislukken van hun truc bij de firma
Van Kempen aan de Hoofdsteeg niet uit het
veld laten slaan. Ze hebben Zaterdag ge
tracht de firma Boers aan het Groote Kerk
plein en de firma Terstoet aan de Hoog
straat er voor eenige platina colliers te laten
inloopen. De firma Boers zond op telefoni
sche aanvraag een zending colliers naar de
Maaskade, waar de dienstbode het pakje
accepteerde en na vijf minuten werd opge
beld met het gewone verhaal. Toen even
later een wat geagiteerd-doende pseudobe-
steller van den juwelier de zending kwam
terughalen, riep ze eerst haar patroon, die
op zyn kantoor in de stad was aan de tele
foon, die natuurlijk van niets afwist. Zt
deed daarna telefonisch aangifte by de po
litie, doch vond, nadat ze gewaarschuwd had,
den wachtenden loopknecht niet meer terug.
De firma Terstroet kreeg opdracht een
paar colliers naar de Voorschoterlaan te zen
den. Toen men van de zaak uit, de dames,
op wier naam de bestelling gedaan was, op
belde, bleek deze sedert het verschynen van
het telefoonboek, waaruit de oplichters op
goed geluk maar een naam gekozen hadden,
verhuisd te zyn. Door d'ie ongelukkige keus
van de heeren lag de oplichting er wel dub
bel dik op. Jammer genoeg verzuimde de
juwelier er onmiddellyk de recherche van
n kennis te stellen, die dan het hare had
kunnen doen, om de oplichters in den val te
"aten loopen.
Een schipbreuk.
Verleden Vrijdag sloeg de Finsdhe motor
boot Narpa door een zwaren storm lek. Twee
man- van de bemanning en één vrouw ver
dronken. De rest van de bemanning klemde
zich vast aan de commandobrug en dreef met
het wrak twee dagen lang in volle zee. Ver
scheidene mannen werden waanzinnig en
sprpngen in zee. De anderen, de kapitein en
vier man, zyn Maandag door het personeel
van den vuurtoren aan de Noordpunt van het
eiland Gothland gered.
UIT DEN OMTREK.
Julianadorp.
Op Zorïdag 12 December 1920 is tot alge
meen genoegen en ter voldoening aan een
uitnoodiging door de tooneelvereeniging
„Onder Ons" te Julianadlorp in het lokaal van
den heer J. Marees, aan de Blauwekeet, an
dermaal opgevoerd „Het huis Heuse en
Zoon,'' tponeelspel in drie bedrijven.
De zaal was, de slecht begaanbare weg lij
aanmerking genomen, zeer goed bezet, ter-
wyi door de spelers, evenals de vorige uit
voering, zeer goed werk werd geleverd,
waarnaar met aandacht werd geluisterd.
Het huis Hense en Zoon verdiende dan
ook ten volle de aandaoht, welke hieraan
werd geschonken en is een greep uit het
leven.
Tot slot werd ten tooneele gehécht „De
Hoornblazer Van de 2e Oompagnie en de
Geest van den Wethouder", blij spil ln één
bedrijf, waarmede de lachspieren duchtig
ln beweging werden gebracht.
Wy hoopen dat O. O. ons nog menlgen win
teravond zal vergasten op hun goed gekozen
tooneeispelen.
Byna alle bezoekers bleven tot des nachts
2 uur gezellig byeen.
LAATSTE BERICHTEN.
Beriyn, 15 December. -Van de Russische
grens wordt gemeld: Naar de Bolsjewistische
Dorowenskaja Kommunia meldt, had er een
massa-arrestatie van sociale revolutionairen
plaats gedurende d^ laatste dagen, daar een
groote samenzwering tegen de Sovjet-regee-
rrng was ontdekt, Met behulp van Lettische
troepen is de raad van volkscommissarissen
gearresteerd. Naar de Sovjetpers verder
meldt, zyn 80.000' niet-comimanisten in de
verschillende concentratiekampen gearres
teerd.
Kopenhagen, 16 December. De staking d$r
Noorsdie spoorwegarbeiders kan als geëin
digd worden beschouwd. De resultaten der
stempiing wezen uit dat een meerderheid
vóór onmiddellijke hervatting van den dienst
was. Het blad Sozialdemokraten geeft toe,
dat de staking met de nederlaag der spoor
wegarbeiders is geëindigd. (Het blad Verders
Gang meldt, dat de staking aan de directie
1V» millioen, aan de arbeiders l1/* millioen
kronen heeft gekost.
Amsterdam, 16 December. De Zuiderzee
buiten de Oranjesluizen is geheel met ijs be
dekt. De scheepvaart vanaf Amsterdam is
gestremd; Woensdag is de Zwolsohe boot met
veel moeite binnengekomen.