sdhere veroverd, en sedert dien door Japan beheerd. Japan dadht niet anders, dan dat dit eiland ander Japansch beheer zou blijven, doch in September 1919 begon Amerika dit eiland voor zioh op te elsohen. Volgens de Aaien Re view, het. leidende Japansche politiek blad, zal deze quaestde op Amerika en Japan, -welke in den laatsten tijd de Volkenibondsvergadering te Genève ter sprake worden gebraóht, dodh zal Japan in geen geval bereid gevonden zou worden om het beheer over dit eiland prijs te geven. Niet alleen met het oog op de belangrijke plaats die het inneemt in het internationaal kabelverkeer, maar ook wegens de voordee- len, die het biedt als basis voor de vloot, wordt het bezit er van door Amerika ge- wenscht Indien Amerika dit eiland in beheer mocht krijgen zou de Republiek de beide sleutels van het kabelverkeer over de Pacific in handen hebben. Dit is voor Amerika van groot belang, niet alleen voor den Ameri- kaanschen handel, maar ook voor de beves tiging van den invloed in de Stille Zuidzee. Amerika zou dan een uiterst voordeelige po sitie in de Pacific verkrijgen, terwijl Japan daarentegen het tusschenstation zou verlie zen dat den schakel vormt tusschen het Ja- pansche rijk en de onder Japansoh mandaat gestelde Zuidzee-eilanden. Waar meer en meer wordt ingezien, dat de Pacific het gebied zal zijn, waar in een met.ver verwijderde toekomst verschillende wereldvraagstukken tot een beslissing zul len worden gebracht, is de beslissing omtrent het eiland Jap een quastie van zeer groot belang. Amerika grondt zijn eisch op de omstandig heid diat de twee vroegere Duitsche kabels, èoopende van Duitschland naar New-York, door Engeland en Frankrijk zijn in beslag genomen. De Vereenigde Staten hieenen daarom aanspraak te mogen maken op het bezit der kabels van Jap naar Guam en van Jap naar Sjanghai. Hiervoor is het bezit van het eiland Jap zelf onontbeerlijk, want het bezit van het eiland is niet te scheiden van dat der kabel-installaties. De Asian Review merkt op, dat deze rede- neering allen grond mist en daarom geener lei aanspraken voor het bezit van het eiland te vinden zijn.. Hét eiland Jap is met de by- behoorende (kabel-installaties, dloor de Ja panners veroverd op de Duitschers, nog vóór dat Amerika aan den oorlog had deel genomen. Deze historische aanspraken zou den op zich zelf reeds voldoende moeten zijn. Ze worden echter nog versterkt door de om standigheid, dat Japan dit tusschenstation niet missen kan met het oog op het beheer over de onder Japansch mandaat gestelde Zuidzee-eilanden. Japan zal dan ook, zegt meergenoemde maandblad, nimmer vrijwillig er in berusten, dat Jap aan Amerika wordt afgestaan. Indien de Volkenbond Japan mocht willen dwingen dit eiland over te geven aan de Vereenigde Staten, welke republiek niet eens bij den Vol kenbond is aangesloten, dan zal Japan zulks voelen als een groot onrecht en als een ach teruitstelling van de belangen eener ge kleurde natie. KORTE BERICHTEN. De Engelsche bouwvakarbeiders weigeren ©en conferentie met de regeering ter bespre king van de toelating van 50.000 weiiklooze ex-soldaten tot de bouwvakken. Bij de verkiezingen voor de Oostenrijjcsche arbeidersraden hebben de communisten een ernstige nederlaag geleden. André Lefèvre, de Fransche minister van oorlog, is thans definitief afgetreden. Het Kamerlid Raiberti is tot zijn opvolger be noemd. BINNENLAND. Nederland en Servië. De Nederlandsche gezant in het Konin grijk der Servèn, Kroaten en Slowenen, de heer G. D. Advocaat, heeft Woensdag Bel grado met verlof verlaten. Een Havas-Reuter bericht d.d. 16 Dec. uit Belgrado meldt dat men in de archieven, door de Oostenrijk-Hongaarsche monarchie achtergelaten, documenten met het hand schrift van Rapaport heeft gevonden, waar uit diens vijandige gevoelens, zoowel tegen het Joego-Slavsche Koninkrijk als tegen de bevolking, duidelijk bleken. Op deze bewijzen gelastte de regeering de uitzetting van den voormaligen Nederland- sohen oonsul. Een ander Havas-Reuter-bericht uit Bel grado luidt: Naar aanleiding van de uitzetting van den heer Rapaport, toegevoegd consul-generaal der Nederlanden te Belgrado, heeft de Ne derlandsche gezant eenigen tijd geleden een protest ingezonden, wat in ze>er onwelwillen de bewoordingen was vervat. De Servische weigerde kennis te nemen van een protest, dat zoodanig was ingekleed. De Nederland sche gezant trachtte, op last van zijn regee ring, op 9 December dezelfde nogmaals tot minister Veetnisj te richten. Deze stelde daarna den Servischen zaakgelastigde te 's-Gravenhage in kennis van zijn verlangen, dat de zaakgelastigde niet langer in Neder land zou blijven. Heden heeft de Servische regeering den Nederlandschen gezant een gelijkluidende mededeeling doen toekomen. Men maakt de „N. R. Ot." opmerkzaam op de volgende advertentie, opgenomen in de „Haagsche Post" van 11 December, dat was dus, toen de Servische regeering juist één dag te voren haar weigering om de Neder landsche nota inontvangst te nemen had her haald, doch eenige dagen vóór aan den Ser vischen gezant was medegedeeld, dat op zijn aanwezigheid in Den Haag niet langer prijs •werd gesteld. Den Haag. (Gemeubeld Heerenhuis.) Te gen Januari of eerder wegens opheffing van het Servisch gezantschap te Den Haag, te huur het chique gemeubeld en gunstig ge legen heerenhuis, Balistraat 88, hoek Laan Copes v. Cattenbugh. Huurprijs 600 gulden per maand, dagelijks te bezichtigen. Is de gezant op bet besluit der regeering vooruitgeloopen? vraagt het blad. De „Tubantia." De Berlijnsche correspondent van „De Tijd" meldt: Op den 81en October van het vorige jaar richtte ik aan het Ministerie van Buitenland- sche Zaken de vraag, hoe het stoöd met de kwestie der „Tubantia". Zooals men zich zal herinneren, vond men na de torpedeering der „Tubactia" ln de red- dingsbooten stukken van een Sdbwarzkopf- torpedo. Een Hollandsch-Duitsche oommis sie ondrezoebt het geval, kon echter niet tot overeenstemming komen. De Hollandsche regeering stelde daarop voor, na den oorlog een internationale oom missie te vormen, om dit geval nader te on- derzoeken. Mijn doel was toen, om te weten te ko men, of thans reeds van Duitsdhe of Holland sche zyde stappen waren gedaan, om de zaak voor een internationale commissie te bren gen. Uit het antwoord, dat de toenmalige Mi nister van Bultenlandsohe Zaken, de latere kanselier Hermann Müller mij liet gewor den, bleek, dat de Hollandsche regeering te dezer zake diligent was. Men had de Duitsche regeering over het geval gepolst. De Duitsche regeering had echter ver zocht, het geval nog te laten rusten tot na de absolute ratificatie van den vrede. Daar mede ging toen de Hollandsche regeering aoooord. Nu die absolute ratificatie zich alrêe weer verliest in den nacht der tijden en ik abso luut niets hoorde, of dit voor Amsterdam zoo belangwekkend geval reeds nader tot een op lossing was gebracht, informeerde ik weer bij Buitenlandsche Zaken en kreeg het ietwat ontstellende antwoord dat het geval nog pre.- cies zoo lag als ten vorige jave, met de raad selachtige mededeeling er bij: „daaz bei Hol land die Entscheidung liege." De melkprijs. In de Woensdag gehouden vergadering van den Bond van Melkveehouders in Noord- Holland, kwam ook de melkprijs ter sprake in verband met den eventueel te verhoogen straatprijs in Amsterdam. Het bestuur was van meening dat, waar deze verhooging wel niet algemeen zal zijn en in de prijzen welke thans de boeren bedingen een groote ver scheidenheid is, de leden zelf maar moesten bepalen voor welken prijs en onder welke voorwaarden zij hun melk zouden verkoopen. Zij betreurde echter, dat de boeren zich niet •hielden aan den bondsprijs van 20 cent per liter franco Amsterdam, doch daar beneden en ook er boven gingen. Vooral het verkoopen boven den bonds prijs moest leiden tot ongewenschte toestan den. Met deze zienswijze van het bestuur kon de vergadering zich vereenigen, waarna be- sloiten werd geen nieuwen melkprijs te be palen. Het Wetsontwerp on de Rijksnitkeeringen aan de gemeenten. (Het juist ingediende wetsontwerp gaat uit van de gedachte, dat voorloopig een nood- regeling moet worden getroffen, die zooveel mogelijk gelijken tred houdt met den finan- cieelen nood der verschillende gemeenten. Om de gemeentelijke autonomie onaangetast te laten, wordt alleen voorgesteld de Rijks- uitkeeringen, die krachtens de wet van 1897 bestaan, te verhoogen. En wel op de volgende wijze. De verhooging zal plaats vinden, indien het gemiddelde van de opbrengst der ge meentelijke inkomsten-belasting over 1917, 1918 en 1919 meer bedraagt dan die van de Rijksinkomstenbelasting over het (dienst jaar 1918—1919. Bij een verschil van 1020 worden de Ryksuitkeeriragen met 20 verhoogd; bij een verschil van meer dan 20 20 pet., met 10 pot. voor elke 10 pet. of ge deelte daarvan tot een maximum van 100 pet. Een verschil van minder dan 10 blijft buiten beschouwing. De wet treedt in werking 1 Januari 1921. Bij het w. o. behoort een overzicht van de verhooging der uitkeering overeenkomstig het wetsontwerp voor de onderscheidene groepen van gemeenten. Blijkens dit over zicht bedraagt de verhooging der uitkeering voor onze gemeente 45.227. De verhooging voor Amsterdam bedraagt 2.468.621, 's-Gra- venhage 593,119, Groningen 233.795, Haarlem 177,898, Rotterdam 1.651.658, Utrecht 394.720, Alkmaar 29,794, Amers- 09.025. Ontwerp Zondagswet Versdienen is het voorloopig verstag over dit wetsontwerp. Veile leden bleken overwe gende bezwaren er tegen te hebben. In ons land met zijn gemengde bevolking behoort een deel daarvan zijn overtuiging niet aan een ander deel op te dringen. Het grootste deel der bevolking acht allerfel ver maken en ontspanning op den Zondag geoor loofd; dit zal door het onderhavige wetsont werp worden verboden. De beperking van het reizigersvervoer op Zondag zal er toe leiden, dat aan de bewo ners van de groote steden, die de geheele week in bedompte huizen en nauwe stra ten verkeeren, de gelegenheid benomen wordt zioh daaraan des Zondags te onttrek ken door een deel van den dag in vrije na tuur door te brengen. Het sluiten van schouwburgen en alle andere publieke ver makelijkheden, het verbod van het houden van wedstrijden, die voor een regelmatige beoefening van de sport onontbeerlijk zijn, zal voorts ten gevolge hebben, dat velen af leiding gaan zoeken in inrichtingen van minder verheven vermaak. Het is een ijdele verwachting, dat zij, die door dit wetsont werp in hunne ontspanning worden belem merd, om daardoor vrijkomenden tijd aan kerkbezoek zullen besteden. Integendeel het drankverbruik zal toenemen en de gezond heid van velen, die thans door den Zondag wordt gesterkt, zal na de invoering van het wetsontwerp weder worden benadeeld. Voorts verwondert men zich er over, dat dit wetsontwerp afkomstig is van een regeering, waarvan minister de Visser deel uitmaakt, wiens rede, op 1 Juli 1.1. in deze Kamer ge houden, van een geheel andere opvatting blijk geeft. Ook baarde het verwondering dat deze Regeering, die alles in het werk stelt om de lichamelijke geoefendheid te be vorderen, thans een wetsontwerp indient, dat de lichamelijke ontwikkeling ernstig belem mert door het op Zondag onmogelijk maken van wedstrijden. Zij merken voorts op dat ook zij, wier godsdienstige overtuiging hun gebiedt den Zondag in het bijzonder aan godsdienstige handelingen te wijden, nooit eenig bezwaar hebben gehad tegen Zondags- vermaak na vervulling van de godsdienst plichten. De tegenstanders van het wetsontwerp vestigden in het bijzonder de aandacht op de eigenaardige bepaling van art. 9, waardoor de werking dier wet door toedoen van de ge meentebesturen grootendeels ongedaan kan worden gemaakt. Daardoor wordt het zwaar tepunt naar de gemeenten verplaatst. Het zal een bron van plaatselijke twee dracht worden en tot verbrokkeling van de gemeenteraadsverkiezingen kunnen leiden. Er zal een groote verscheidenheid van rege- ingen Jromen; de ingezetenen uit de een» gemeente zullen des Zondags naar wn an dere trekken om te profiteeren var. hetgeen in hun eigene gemeente niet geoorloofd is. Zelfs zij, die tegen iedere wettelijke vrijheids beperking voor den Zondag gekant waren, achtten het nochtans bedenkelijk aan de ge meentebesturen deze bevoegdheid tot dispen satie te geven. Door die regeling komt het tweeslachtig karakter van het wetsontwerp nog meer naar voren. Verscheidene leden betuigden hun instem ming met het wetsontwerp en achtten de daartegen geopperde bezwaren deels onjuist, deels overdreven. Zij verdedigen daarom de verschillende voorgestelde maatregelen. Verscheidene andere leden, die zich in het algemeen wel met het wetsontwerp kanden vereenigen, hadden nochtans bezwaar tegen den opzet daarvan. De vraag rijst vooreerst, of de Considerans, die van Zondagsheili ging spreekt, wel juist is: immers het wetsont werp wil slechts gelegenheid geven tot Zondagsheiliging. Deze leden waren van oor deel, dat het wetsontwerp te zeer uitgaat van de gedachte, dat vermakelijkheden den Zon dag ontheiligen, hetgeen wij niet juist acht ten. De overheid moet bovendien niet dwin gen tot heiliging van den Zondag. Naar hun ne meening moet de wetgever zich beperken tot bescherming van het kerkbezoek en tot bevordering van Zondagsrust. Voorts werd opgemerkt, dat de bevorde ring van de Zondagsrust reeds geschiedt door tal van bepalingen in de arbeidswet, en in andere wetten. Mochten deze nog niet vol doende zijn, dan kan daaraan uitbreiding worden gegeven,echter niet in dien zin, dat een gepiste ontspanning op Zondag voor de groote meerderheid der bevolking onmoge lijk zou worden gemaakt. De S. D. A. P. en de tweede Internationale. De afdeeling Zaandam heeft de volgende twee moties met algemeene stemmen aange nomen: De afd. Zaandam der S. D. A. P. noodigt het P.B. uit voor het a.s. congres te overwe gen, of al of niet voldoende redenen aanwe zig zijn, om onze partij te doen treden uit de Tweede Internationale en van haar stand punt in deze gemotiveerd mededeeling te doen binnen zoodanigen tijd dat de afdee- lingen nog voor het congres voldoende dit standpunt kunnen bespreken., De afd. Zaandam der S. D. A. P., kennisdragende van het optreden van den Belgischen minister Emile Vandervelde, overwegende dat dit optreden ten eenen- male in strijd is te achten met wat in deze tijden van de leiders van het Internationaal proletariaat mag en moet worden geêischt, overwegende, dat ook blijkens de ondertee- kening van het laatste manifest der Tweede Internationale, deze partijgenoot nog steeds een leidende functie 'blijkt te vervullen in de Internationale, waarbij ook de Nederlandsche S. D. A. P. is aangesloten, verzoekt het P.B. der S. D, A. P. zoodanige stappen te doen als noodig zijn, om te bevorderen dat de heer Vandervelde niet langer een leidende func tie in de Tweede Internationale bekleedt. (Volk.) Gesneuvelde Engelschen. Onze oorrespondent te Velsen meldt: Gisteren kwam alhier aan de vrachtboot „President Kruger" met als lading een aan tal lijkkisten. De NecL vlag woei halfstok. Over deze eigenaardige lading vernamen wij het volgende: Gedurende den oorlog zijn langs onze Noordzeekust tal van lijken aan gespoeld en hier begraven. In Engeland be staat een „Ooriogisgraven-oomité", dat de lij ken van Engelsche militairen in het buiten land doet epgraven en in groote gezamen lijke graven doet verzamelen. Zoo rijn thans de lijken van al de Engelsche militairen op gegraven. Die van de eilanden, zooals Texel, Vlieland, Terschelling, Wieringen, enz. bracht de „President Krugt-r" hier aan. Die van de kustplaatsen als Callanisoog, Bergen^ Egmond enz. werden per auto vervoerd. De overblijfselen der Engelschen waren alle in nieuwe kisten gedaan en werden gebracht naar Noordwijk en daar in een groot jjraf opnieuw teraarde besteld. De lijken van de terkhoven der Zuid-Hollandsohe kustplaat sen zijn in zulk een graf te 's-Gravenzande verzameld. Dit moeilijke werk van opgraven, verza melen en transporteeren was opgedragen en is uitgevoerd door de 'begrafenisonderne ming v. d. Toorn te Rotterdam, welke on langs ook de lijken van Duitsche militairen in een groot graf te Rotterdam heeft bijeen gebracht. Vooral het transport langs de ei landen was niet gemakkelijk en heeft 9 dagen geduurd. Op de gemeenschappelijke graven te s-Gravenzande en Noordwijk komt op ieder soldaten/graf een kruis en op de gemeen schappelijke graven een monument Woensdag 22 dezer zullen de graven inge zegend worden door een Engelsch geeste lijke uit den Haag. Verschllende autoriteiten, waaronder waarschijnlijk de Britsche gezant bij ons hof, zullen vertegenwoordigd zijn bij deze plechtigheid, die te Noordwijk om 11 uur en te 's Gravenzande om 8 uur aanvangt Een motie van gelijke strekking werd deze week reeds ingediend, maar toen stemden da sociaal-democraten er tegen. Spr. hoopt, dat zij thans den moed zullen hebben voor deze motie te stemmen. Deze motie komt dadelijk in behandeling. Verschillende sprekers voeren het woord, maar van heel veel belang waren hun speeches meestal niet. De motie-D e M u r a 11 (afschaffing van den hoofdcursus) werd ingetrokken, nadat de Mi nister had opgemerkt dat reorganisatie van het militair onderwijs op. til was en de heer Van der Voort een motie had ingediend, waarin werd uitgesproken, dat samenvoeging van onderwijsinrichtingen met het oog op bezuiniging, gewenscht is. Deze motie werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De motie-Kolthek werd natuurlijk verworpen. Anders dan bjj de motie-Wijk stemden thans de sociaal-democraten er vóór. Des avonds werd het Hoofdstuk Financiën behandeld. Ook hiervan is weinig te vermel den het is, zooals de Overzichtschrijver van het „Handelsblad" in een geestige fantasie het noemt: Financiën is het hoofdstuk der (parlemen tair) incourante fondsen. Incourant in den strikt flnancieelen zin vanniet dagelijks gangbaar. Er wordt van allerlei bij omgehaald, financieel en niet-flnancieel, een hAché van staats-kleingoed. Vervelend in de eentonigheid •1er al te groote verscheidenheid van dit menu. Zooiets als een diner uit den goeden ouden tijd, met een indigestief teveel aan schotels. De sprekers volgden elkander op, nu deze over dit, dan die over dater scheen geen eind aan te zullen komen. WAT DE KRANTEN ZEGGEN. geheel spontaan, werd de staking volgehou den. Met gevolg: prijsdaling. Hetzelfde ver schijnsel kan men ook hier waarnemen. Er is veel geld verkwist, omdat er te voren veel geld gewonnen was. Men leefde royaal, alsof er overvloed bestemd. De neringdoenden pro fiteerden in ruime mate. Maar veler koop- fcracht raakte uitgeput, ondanks de opvoe ring van loonen. Het publiek „wacht", de za- kenmenschen houden nog vast, zoolang zij kunnen. Zij vreezen stroppen, maar die zul len zij het minst hebben te vreezen, als zij tijdig zich aan de eventueele daling aanpas sen. Gaan zij tegen den draad in, dan loopen zij het meeste gevaar zelf de dupe te worden, 't Kan, dunkt ons, pp zijn pootjes terecht ko men, aiis de daling langzaam en geleidelijk gaat. Als er niet met „runs" gewerkt wordt, dit zou ongelukken geven. Of de prijsda ling, als zij gekomen is, zal blijven, zal door werken? 't Publiek zal weer gaan fcoopen, en men zal dan daarbij weer zien de zuivere afspiegeling der verhouding tusschen vraag en aanbod. Wij gel'ooven niet, dat er voors hands meer van te zeggen is. Het koopend publiek en de zakenmenschen moeten elkaar verstaan. Het publiek houde tot parool: een voud en bezuiniging, en voorts hebbe het ge duld. Dan behoeft niet gevreesd te worden, dat de prijsdaling, indien zij werkelijki s, ook hier niet zal komen. Die daling is dan niet te stuiten. „Economische toestanden worden niet gemaakt, maar groeien". Een waarschuwend woord voor de middenstan ders, de neringdoenden, die zegt „De Re sidentiebode" terecht gerust de leus kun nen huldigen: „Onze zaak is ons dierbaar, maar dierbaarder is ten slotte de waarheid." GEMENGD NIEUWS. De nood der gemeenten. Naar aardeding van het door de heeren De Geer ca bij de Tweede Kamer ingedien de initiatief-voorstel, schrijft „Het Volk" an der meer: Verrasenre samenvoeging van ondertee kenaars onder een wetsontwerp: Me christe lijk-historische jhr. de Geer, de Economische Bonder Treub. In werkelijkheid een fel bewijs, hoe jam merlijk deze regeering haar taak tot verzor ging der gemeente-financiën laat liggten, dat zulk een combinatie noodig is en ontstaan kon. De strekking ervan is, om aan het stellen van een grens voor de stijging der gemeente lijke inkomstenbelasting te verbinden een sterke verhooging der Rijksuitkeering aan de gemeenten, bij wijze van nood-uitkeering. Een 'amendement-De Geer van dergelijke strekking werd eenige weken geleden bij een zeer onzuivere stemming door de Kamer met een kleine meerderheid verworpen. Het wordt nu, die onzuiverheid vermijdend, op nieuw als zelfstandig voorstel ingediend. De drie onderteekeningen uit zoo zeer uiteen- loopende partijen, vormen een indrukwek kende manifestatie van het dringende belang der voorgestelde regeling, teneinde het mede door de schuldige nalatigheid van opeenvol gende regeeringen en speciaal door het on mogelijke gestoethaspel der huidige regee ring zwaar bedreigde gemeentelijke leven te stutten. De Kabinetskwestie. „De Nationale" meent, dat zich ten onzent een misverstand van het parlementaire stel sel ontwikkelt, in het gebruik van het stel len der Kabinets-kwestie. Het meest spre kende .voorbeeld daarvan was hetgeen ge beurde bij de interpellatie over de onderwij zers-salarissen. Zelfs de motie-Ossendorp, maar zeker niet e motie-Otto bevatte niets tot afkeuring van iet beleid der regeering. Overigens dwingt een uitspraak van de Ka mer nóch het Kabinet, nóch een minister tot heengaan. Beide, Kabinet en minister, eggen die uitspraak naast zioh neer, als zij zich sterk gevoelen om dat te doen. Vooral m die gevallen waarin het voornamelijk de oppositie is, die tot de uitspraak heeft mede gewerkt. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag. Weder moet bij den aanvang de vergadering verdaagd worden, aangezien het vereischte aantal leden niet aanwezig ia. De heer Eugge bespreekt den rechtstoestand in het leger, die veel te wenschen overlaat. De heer K o 11 h e k dient, nft een rede, waarin hy zyn standpunt tegenover het militairisme uiteenzet dat afVykt van dat der soc.-democraten zoowel als van dat der communisten eene motie in van den volgenden inhoud: „De Kamer, van oordeel dat de tijd voor militaire ontwapening van ons land gekomen is, spreekt als haar oordeel uit, dat onmiddellijk een begin moet worden gemaakt met de af schaffing van leger en vloot, en gaat over tot de orde van den dag." Een toekomstbeeld. Li het Instituut voor Transportwezen heeft dezer dagen Lord Montagu of Beaulieu een voordracht gehouden over de toekomst van het transport over de wegen, Hij voorspelde, dat er OYer vijf jaar in Engeland ongeveer twee millioen automobielen van Allerlei aard zouden zijn, tegenover thans 750.000. Hy voorzag, dat de wegen in de toekomst zouden worden gemaakt van een of ander perma nent of hialf-permanent materiaal, wellicht glas of beton.Snelheidagrenzen, gelijk wij die thans kennen, zouden, meende hy worden opgeheven en op bepaald daardoor ingerichte wegen zou de gemiddelde snelheid van per sonenauto's gelijk zjjn aan, zoo niet hooger dan, de gemiddelde snelheid van een perso nentrein thans. Oplichting van pLm. 40.000. Voor de Vierde Kamer der Rechtbank te A'dam had zich heden te verantwoorden een 24-jarig boekhouder, beklaagd van oplichting zes maal gepleegd, van valsehheid in geschrifte twee maal gepleegd en van verduistering drie maal gepleegd. Beklaagde was als boekhouder in dienst van de Holland Java Export Compagnie, waarvan de heer L.' G. J. Seepers directeur is. Als de heer Seepers op reis was trad beklaagde met een anderen bediende als procuratiehouder op. De Holland Java Export Compagnie stond in rekening-courant met de Twentsche Bank en nu gebeurde 't bijna dagelijks, dat de Twent sche Bank vanwege de Compagnie werd opge scheld, dat chèques in gereedheid gebracht moesten worden en 's middags zouden worden afgehaald, 's Middags kwam dan namens de Compagnie iemand de chèques halen en deze kreeg die dan mee op vertoon van een bonne- tie, dat de handteekeningen droeg van den heer Seepers of van de beide procuratiehouders. Beklaagde nu schreef op een aantal bonnetjes tusschen ot onder de oorspronkelijke bedragen andere bedragen. Verder verduisterde hy een aantal bedragen, die hy in zijn hoedanigheid van boekhouder ontvangen had. Op deze wyze lichtte hij volgens de dagvaarding de Twent sche Bank op voor f 24.755, terwijl hy de Com pagnie voor f 5262.88 benadeelde. In werkelijkheid hadden de malversaties echter een veel grootereu 'omvaDg Volgens een accountant bedroegen de malversaties waaraan beklaagde zich schuldig bad gemaakt f 38.347.50. Beklaagde bekende het ten laste gelegde. Het spreekt vanzelf dat daarna de Kamer,! Hoe hij tot de daad is gekomen zegt hij niet labinet of minister tóoh kam dwingen, door b.v. wegens de getoonde onverschilligheid voor hare meening, óf een motie van afkeu ring aan te nemen, óf een begrooting te ver werpen. Maar het Kabinet behoort den moed te hebben dit risico te loopen. Het is vooral het gemis aan dezen moed waarvan de regeering by hare houding te genover de motie-Otto 'biyk gaf. zy noemde die onuitvoerbaar? Wel, dan had zy haar on uitgevoerd te laten, en kunnen afwachten of de Kamer haar later tot uitvoering trachtte te dwingen. Maar deze wyze van handelen zou de verantwoordeiykheld voor de nlet- ultvoering op de Regeering geladen hebben, en dat odium wilde zy tegenover de onder wijzers ongaarne op zich laden. De prysdallng. Is er reden zoo vraagt BI. in het „Alg. Landbouwblad" om oips over de komende prijsverlaging te verheugen? t Lijkt een gekke vraag, die toch wel waard is even on der de oogen te worden gezien. Wij hebben er allen vurig naar verlangd, d.w.z. de hoop was algemeen, dat alle pryzen zbuden dalen, behalve van de artikelen, waarby men zelf was geïnteresseerd. En nu ziet men in Ame rika niet alleen een snelle daling van de prijzen van verschillende artikelen, maar te vens, dat de fabrieken worden gesloten, de werkeloosheid toeneemt, de fondsen dalen. Dit stemt velen pessimistisch. De vraag rijst: wat is, of wat zyn eigenlijk oorzaken der prijsdaling? Is dei productie thans weer over heel de wereld op peil, en daarmee de goe- derenvraag bevredigd? Geenszins. Hier gel den andere oorzaken. Wij noemden al by de kolen: de vrachtverlaging by aanvoer van overzee, en hierby is nog te vermelden: het vervallen van de molestpremie. Maar d'an is er voorts en hierin luiden de berichten uit Amerika, en Frankryk gelijk de min dere kooplust of koopkracht van het publiek. Zoolang er gekocht werd, omdat er ook gó- roakkelyk geld werd verdiend, lukte hel den winkeliers, grossiers en fabrikanten hun pry zen steeds hooger op te drijven. Maar de kan werd te scheef gehouden, d.w.z. hit even wicht tusschen ko lokracht en prijs we*ri ver broken, en zoo uk.est het ocgènblik komen, dat men het lid op den neus kreeg. Het pu bliek begon te aarzelen, en voelde tenslotte duideiyk, dat de prijzen onevenredig hoog werden. Het „wachtte", Eu zonder afspraak. te weten. HU kocht van het ontvreemde o.a. een auto van f 11.000, hU leende geld uit, ging veel uit en was juist op het punt een villa te Zandvoort te koopen, toen de malversaties, die over het tUdvak van April tot October 1920 geloopen hadden, aan het licht kramen doordien de heer 8eepers gewaarschuwd werd, dat beklaagde zich groote uitgaven veroor loofde. De automobiel die beklaagde gekocht heeft en een groot deel van de contanten, die hU nog in z(jn bezit had, heeft beklaagde terug gegeven. Het O. M„ mr. Van Heynsbergen, vindt het heel erg, dat beklaagde de mis- drijven achtereenvolgens op verschillende tijd stippen pleegde en dat hU de feiten uit weel dezucht bedreef. De feiten getuigen van misda- dige gezindheid. Ook wUst spreker er op, dat bekiaagde reeds vroeger wegens diefstal werd estraft, n.1. tot 14 dagen gevangenistraf. preker eischte vUf jaren gevangenisstraf. Mr. G. C a h n t e r, de verdediger, betoogt, dat men hier niet te doen heeft met een vermogensmisdadiger, maar met een erfelU'k belast psychopaath. Als hU een beroeps misdadiger was geweest zou hU niet op zoo onbeholpen wUze zUn te werk gegaan, dat de fraudes uit moesten komen. De handelingen die beklaagde pleegde, moe ten als één complex worden beschouwd. Beklaagdes moeder tijdt aan „Haagsche deftigheid"; beklaagde's jongere broer, 15 jaar oud, zit wegens een ernstig vermogens- misdrijf in een rijksopvoedingsgesticht, en toen bekl. in dienst kleine diefstallen pleeg de, werd omtrent hem een rapport uitgebracht, waaruit bleek dat men hier te doen heeft met een verminderd toerekeningsvatbare. Dat alles noopt pleiter om te verzoeken een nieuw onderzoek naar de geestvermogens van bekiaagde te doen instellen. UIT DEN OMTREK. Texel, 15 December. Langs de kust en voor de haven vertoont zich reeds veel drijfija. De „Dageraad" is vanmorgen reeds naar den Helder vertrok ken en zal nu vandaar de dienst op het Horntje of zoo mogetijk op de haven gere geld trachten te onderhouden. Beroepen by de Gereformeerde g®* meente te Oosterend op Texel de heer H. Kuiper, cand. te Kampen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1920 | | pagina 2