sdhere veroverd, en sedert dien door Japan
beheerd. Japan dadht niet anders, dan dat
dit eiland ander Japansch beheer zou blijven,
doch in September 1919 begon Amerika dit
eiland voor zioh op te elsohen.
Volgens de Aaien Re view, het. leidende
Japansche politiek blad, zal deze quaestde op
Amerika en Japan, -welke in den laatsten tijd
de Volkenibondsvergadering te Genève ter
sprake worden gebraóht, dodh zal Japan in
geen geval bereid gevonden zou worden om
het beheer over dit eiland prijs te geven.
Niet alleen met het oog op de belangrijke
plaats die het inneemt in het internationaal
kabelverkeer, maar ook wegens de voordee-
len, die het biedt als basis voor de vloot,
wordt het bezit er van door Amerika ge-
wenscht
Indien Amerika dit eiland in beheer mocht
krijgen zou de Republiek de beide sleutels
van het kabelverkeer over de Pacific in
handen hebben. Dit is voor Amerika van
groot belang, niet alleen voor den Ameri-
kaanschen handel, maar ook voor de beves
tiging van den invloed in de Stille Zuidzee.
Amerika zou dan een uiterst voordeelige po
sitie in de Pacific verkrijgen, terwijl Japan
daarentegen het tusschenstation zou verlie
zen dat den schakel vormt tusschen het Ja-
pansche rijk en de onder Japansoh mandaat
gestelde Zuidzee-eilanden.
Waar meer en meer wordt ingezien, dat
de Pacific het gebied zal zijn, waar in een
met.ver verwijderde toekomst verschillende
wereldvraagstukken tot een beslissing zul
len worden gebracht, is de beslissing omtrent
het eiland Jap een quastie van zeer groot
belang.
Amerika grondt zijn eisch op de omstandig
heid diat de twee vroegere Duitsche kabels,
èoopende van Duitschland naar New-York,
door Engeland en Frankrijk zijn in beslag
genomen. De Vereenigde Staten hieenen
daarom aanspraak te mogen maken op het
bezit der kabels van Jap naar Guam en van
Jap naar Sjanghai. Hiervoor is het bezit van
het eiland Jap zelf onontbeerlijk, want het
bezit van het eiland is niet te scheiden van
dat der kabel-installaties.
De Asian Review merkt op, dat deze rede-
neering allen grond mist en daarom geener
lei aanspraken voor het bezit van het eiland
te vinden zijn.. Hét eiland Jap is met de by-
behoorende (kabel-installaties, dloor de Ja
panners veroverd op de Duitschers, nog
vóór dat Amerika aan den oorlog had deel
genomen. Deze historische aanspraken zou
den op zich zelf reeds voldoende moeten zijn.
Ze worden echter nog versterkt door de om
standigheid, dat Japan dit tusschenstation
niet missen kan met het oog op het beheer
over de onder Japansch mandaat gestelde
Zuidzee-eilanden.
Japan zal dan ook, zegt meergenoemde
maandblad, nimmer vrijwillig er in berusten,
dat Jap aan Amerika wordt afgestaan. Indien
de Volkenbond Japan mocht willen dwingen
dit eiland over te geven aan de Vereenigde
Staten, welke republiek niet eens bij den Vol
kenbond is aangesloten, dan zal Japan zulks
voelen als een groot onrecht en als een ach
teruitstelling van de belangen eener ge
kleurde natie.
KORTE BERICHTEN.
De Engelsche bouwvakarbeiders weigeren
©en conferentie met de regeering ter bespre
king van de toelating van 50.000 weiiklooze
ex-soldaten tot de bouwvakken.
Bij de verkiezingen voor de Oostenrijjcsche
arbeidersraden hebben de communisten een
ernstige nederlaag geleden.
André Lefèvre, de Fransche minister van
oorlog, is thans definitief afgetreden. Het
Kamerlid Raiberti is tot zijn opvolger be
noemd.
BINNENLAND.
Nederland en Servië.
De Nederlandsche gezant in het Konin
grijk der Servèn, Kroaten en Slowenen, de
heer G. D. Advocaat, heeft Woensdag Bel
grado met verlof verlaten.
Een Havas-Reuter bericht d.d. 16 Dec.
uit Belgrado meldt dat men in de archieven,
door de Oostenrijk-Hongaarsche monarchie
achtergelaten, documenten met het hand
schrift van Rapaport heeft gevonden, waar
uit diens vijandige gevoelens, zoowel tegen
het Joego-Slavsche Koninkrijk als tegen de
bevolking, duidelijk bleken.
Op deze bewijzen gelastte de regeering de
uitzetting van den voormaligen Nederland-
sohen oonsul.
Een ander Havas-Reuter-bericht uit Bel
grado luidt:
Naar aanleiding van de uitzetting van den
heer Rapaport, toegevoegd consul-generaal
der Nederlanden te Belgrado, heeft de Ne
derlandsche gezant eenigen tijd geleden een
protest ingezonden, wat in ze>er onwelwillen
de bewoordingen was vervat. De Servische
weigerde kennis te nemen van een protest,
dat zoodanig was ingekleed. De Nederland
sche gezant trachtte, op last van zijn regee
ring, op 9 December dezelfde nogmaals tot
minister Veetnisj te richten. Deze stelde
daarna den Servischen zaakgelastigde te
's-Gravenhage in kennis van zijn verlangen,
dat de zaakgelastigde niet langer in Neder
land zou blijven.
Heden heeft de Servische regeering den
Nederlandschen gezant een gelijkluidende
mededeeling doen toekomen.
Men maakt de „N. R. Ot." opmerkzaam op
de volgende advertentie, opgenomen in de
„Haagsche Post" van 11 December, dat was
dus, toen de Servische regeering juist één
dag te voren haar weigering om de Neder
landsche nota inontvangst te nemen had her
haald, doch eenige dagen vóór aan den Ser
vischen gezant was medegedeeld, dat op zijn
aanwezigheid in Den Haag niet langer prijs
•werd gesteld.
Den Haag. (Gemeubeld Heerenhuis.) Te
gen Januari of eerder wegens opheffing van
het Servisch gezantschap te Den Haag, te
huur het chique gemeubeld en gunstig ge
legen heerenhuis, Balistraat 88, hoek Laan
Copes v. Cattenbugh. Huurprijs 600 gulden
per maand, dagelijks te bezichtigen.
Is de gezant op bet besluit der regeering
vooruitgeloopen? vraagt het blad.
De „Tubantia."
De Berlijnsche correspondent van „De
Tijd" meldt:
Op den 81en October van het vorige jaar
richtte ik aan het Ministerie van Buitenland-
sche Zaken de vraag, hoe het stoöd met de
kwestie der „Tubantia".
Zooals men zich zal herinneren, vond men
na de torpedeering der „Tubactia" ln de red-
dingsbooten stukken van een Sdbwarzkopf-
torpedo. Een Hollandsch-Duitsche oommis
sie ondrezoebt het geval, kon echter niet tot
overeenstemming komen.
De Hollandsche regeering stelde daarop
voor, na den oorlog een internationale oom
missie te vormen, om dit geval nader te on-
derzoeken.
Mijn doel was toen, om te weten te ko
men, of thans reeds van Duitsdhe of Holland
sche zyde stappen waren gedaan, om de zaak
voor een internationale commissie te bren
gen.
Uit het antwoord, dat de toenmalige Mi
nister van Bultenlandsohe Zaken, de latere
kanselier Hermann Müller mij liet gewor
den, bleek, dat de Hollandsche regeering te
dezer zake diligent was. Men had de Duitsche
regeering over het geval gepolst.
De Duitsche regeering had echter ver
zocht, het geval nog te laten rusten tot na
de absolute ratificatie van den vrede. Daar
mede ging toen de Hollandsche regeering
aoooord.
Nu die absolute ratificatie zich alrêe weer
verliest in den nacht der tijden en ik abso
luut niets hoorde, of dit voor Amsterdam zoo
belangwekkend geval reeds nader tot een op
lossing was gebracht, informeerde ik weer
bij Buitenlandsche Zaken en kreeg het ietwat
ontstellende antwoord dat het geval nog pre.-
cies zoo lag als ten vorige jave, met de raad
selachtige mededeeling er bij: „daaz bei Hol
land die Entscheidung liege."
De melkprijs.
In de Woensdag gehouden vergadering
van den Bond van Melkveehouders in Noord-
Holland, kwam ook de melkprijs ter sprake
in verband met den eventueel te verhoogen
straatprijs in Amsterdam. Het bestuur was
van meening dat, waar deze verhooging wel
niet algemeen zal zijn en in de prijzen welke
thans de boeren bedingen een groote ver
scheidenheid is, de leden zelf maar moesten
bepalen voor welken prijs en onder welke
voorwaarden zij hun melk zouden verkoopen.
Zij betreurde echter, dat de boeren zich niet
•hielden aan den bondsprijs van 20 cent per
liter franco Amsterdam, doch daar beneden
en ook er boven gingen.
Vooral het verkoopen boven den bonds
prijs moest leiden tot ongewenschte toestan
den. Met deze zienswijze van het bestuur kon
de vergadering zich vereenigen, waarna be-
sloiten werd geen nieuwen melkprijs te be
palen.
Het Wetsontwerp on de Rijksnitkeeringen
aan de gemeenten.
(Het juist ingediende wetsontwerp gaat uit
van de gedachte, dat voorloopig een nood-
regeling moet worden getroffen, die zooveel
mogelijk gelijken tred houdt met den finan-
cieelen nood der verschillende gemeenten.
Om de gemeentelijke autonomie onaangetast
te laten, wordt alleen voorgesteld de Rijks-
uitkeeringen, die krachtens de wet van 1897
bestaan, te verhoogen. En wel op de volgende
wijze.
De verhooging zal plaats vinden, indien
het gemiddelde van de opbrengst der ge
meentelijke inkomsten-belasting over 1917,
1918 en 1919 meer bedraagt dan die van de
Rijksinkomstenbelasting over het (dienst
jaar 1918—1919. Bij een verschil van 1020
worden de Ryksuitkeeriragen met 20
verhoogd; bij een verschil van meer dan 20
20 pet., met 10 pot. voor elke 10 pet. of ge
deelte daarvan tot een maximum van 100 pet.
Een verschil van minder dan 10 blijft
buiten beschouwing.
De wet treedt in werking 1 Januari 1921.
Bij het w. o. behoort een overzicht van de
verhooging der uitkeering overeenkomstig
het wetsontwerp voor de onderscheidene
groepen van gemeenten. Blijkens dit over
zicht bedraagt de verhooging der uitkeering
voor onze gemeente 45.227. De verhooging
voor Amsterdam bedraagt 2.468.621, 's-Gra-
venhage 593,119, Groningen 233.795,
Haarlem 177,898, Rotterdam 1.651.658,
Utrecht 394.720, Alkmaar 29,794, Amers-
09.025.
Ontwerp Zondagswet
Versdienen is het voorloopig verstag over
dit wetsontwerp. Veile leden bleken overwe
gende bezwaren er tegen te hebben.
In ons land met zijn gemengde bevolking
behoort een deel daarvan zijn overtuiging
niet aan een ander deel op te dringen. Het
grootste deel der bevolking acht allerfel ver
maken en ontspanning op den Zondag geoor
loofd; dit zal door het onderhavige wetsont
werp worden verboden.
De beperking van het reizigersvervoer op
Zondag zal er toe leiden, dat aan de bewo
ners van de groote steden, die de geheele
week in bedompte huizen en nauwe stra
ten verkeeren, de gelegenheid benomen
wordt zioh daaraan des Zondags te onttrek
ken door een deel van den dag in vrije na
tuur door te brengen. Het sluiten van
schouwburgen en alle andere publieke ver
makelijkheden, het verbod van het houden
van wedstrijden, die voor een regelmatige
beoefening van de sport onontbeerlijk zijn,
zal voorts ten gevolge hebben, dat velen af
leiding gaan zoeken in inrichtingen van
minder verheven vermaak. Het is een ijdele
verwachting, dat zij, die door dit wetsont
werp in hunne ontspanning worden belem
merd, om daardoor vrijkomenden tijd aan
kerkbezoek zullen besteden. Integendeel het
drankverbruik zal toenemen en de gezond
heid van velen, die thans door den Zondag
wordt gesterkt, zal na de invoering van het
wetsontwerp weder worden benadeeld.
Voorts verwondert men zich er over, dat dit
wetsontwerp afkomstig is van een regeering,
waarvan minister de Visser deel uitmaakt,
wiens rede, op 1 Juli 1.1. in deze Kamer ge
houden, van een geheel andere opvatting
blijk geeft. Ook baarde het verwondering
dat deze Regeering, die alles in het werk
stelt om de lichamelijke geoefendheid te be
vorderen, thans een wetsontwerp indient, dat
de lichamelijke ontwikkeling ernstig belem
mert door het op Zondag onmogelijk maken
van wedstrijden. Zij merken voorts op dat
ook zij, wier godsdienstige overtuiging hun
gebiedt den Zondag in het bijzonder aan
godsdienstige handelingen te wijden, nooit
eenig bezwaar hebben gehad tegen Zondags-
vermaak na vervulling van de godsdienst
plichten.
De tegenstanders van het wetsontwerp
vestigden in het bijzonder de aandacht op de
eigenaardige bepaling van art. 9, waardoor
de werking dier wet door toedoen van de ge
meentebesturen grootendeels ongedaan kan
worden gemaakt. Daardoor wordt het zwaar
tepunt naar de gemeenten verplaatst.
Het zal een bron van plaatselijke twee
dracht worden en tot verbrokkeling van de
gemeenteraadsverkiezingen kunnen leiden.
Er zal een groote verscheidenheid van rege-
ingen Jromen; de ingezetenen uit de een»
gemeente zullen des Zondags naar wn an
dere trekken om te profiteeren var. hetgeen
in hun eigene gemeente niet geoorloofd is.
Zelfs zij, die tegen iedere wettelijke vrijheids
beperking voor den Zondag gekant waren,
achtten het nochtans bedenkelijk aan de ge
meentebesturen deze bevoegdheid tot dispen
satie te geven. Door die regeling komt het
tweeslachtig karakter van het wetsontwerp
nog meer naar voren.
Verscheidene leden betuigden hun instem
ming met het wetsontwerp en achtten de
daartegen geopperde bezwaren deels onjuist,
deels overdreven.
Zij verdedigen daarom de verschillende
voorgestelde maatregelen.
Verscheidene andere leden, die zich in het
algemeen wel met het wetsontwerp kanden
vereenigen, hadden nochtans bezwaar tegen
den opzet daarvan. De vraag rijst vooreerst,
of de Considerans, die van Zondagsheili
ging spreekt, wel juist is: immers het wetsont
werp wil slechts gelegenheid geven tot
Zondagsheiliging. Deze leden waren van oor
deel, dat het wetsontwerp te zeer uitgaat van
de gedachte, dat vermakelijkheden den Zon
dag ontheiligen, hetgeen wij niet juist acht
ten. De overheid moet bovendien niet dwin
gen tot heiliging van den Zondag. Naar hun
ne meening moet de wetgever zich beperken
tot bescherming van het kerkbezoek en tot
bevordering van Zondagsrust.
Voorts werd opgemerkt, dat de bevorde
ring van de Zondagsrust reeds geschiedt
door tal van bepalingen in de arbeidswet, en
in andere wetten. Mochten deze nog niet vol
doende zijn, dan kan daaraan uitbreiding
worden gegeven,echter niet in dien zin, dat
een gepiste ontspanning op Zondag voor de
groote meerderheid der bevolking onmoge
lijk zou worden gemaakt.
De S. D. A. P. en de tweede Internationale.
De afdeeling Zaandam heeft de volgende
twee moties met algemeene stemmen aange
nomen:
De afd. Zaandam der S. D. A. P. noodigt
het P.B. uit voor het a.s. congres te overwe
gen, of al of niet voldoende redenen aanwe
zig zijn, om onze partij te doen treden uit
de Tweede Internationale en van haar stand
punt in deze gemotiveerd mededeeling te
doen binnen zoodanigen tijd dat de afdee-
lingen nog voor het congres voldoende dit
standpunt kunnen bespreken.,
De afd. Zaandam der S. D. A. P.,
kennisdragende van het optreden van den
Belgischen minister Emile Vandervelde,
overwegende dat dit optreden ten eenen-
male in strijd is te achten met wat in deze
tijden van de leiders van het Internationaal
proletariaat mag en moet worden geêischt,
overwegende, dat ook blijkens de ondertee-
kening van het laatste manifest der Tweede
Internationale, deze partijgenoot nog steeds
een leidende functie 'blijkt te vervullen in de
Internationale, waarbij ook de Nederlandsche
S. D. A. P. is aangesloten, verzoekt het P.B.
der S. D, A. P. zoodanige stappen te doen
als noodig zijn, om te bevorderen dat de heer
Vandervelde niet langer een leidende func
tie in de Tweede Internationale bekleedt.
(Volk.)
Gesneuvelde Engelschen.
Onze oorrespondent te Velsen meldt:
Gisteren kwam alhier aan de vrachtboot
„President Kruger" met als lading een aan
tal lijkkisten. De NecL vlag woei halfstok.
Over deze eigenaardige lading vernamen
wij het volgende: Gedurende den oorlog zijn
langs onze Noordzeekust tal van lijken aan
gespoeld en hier begraven. In Engeland be
staat een „Ooriogisgraven-oomité", dat de lij
ken van Engelsche militairen in het buiten
land doet epgraven en in groote gezamen
lijke graven doet verzamelen. Zoo rijn thans
de lijken van al de Engelsche militairen op
gegraven. Die van de eilanden, zooals Texel,
Vlieland, Terschelling, Wieringen, enz.
bracht de „President Krugt-r" hier aan. Die
van de kustplaatsen als Callanisoog, Bergen^
Egmond enz. werden per auto vervoerd. De
overblijfselen der Engelschen waren alle in
nieuwe kisten gedaan en werden gebracht
naar Noordwijk en daar in een groot jjraf
opnieuw teraarde besteld. De lijken van de
terkhoven der Zuid-Hollandsohe kustplaat
sen zijn in zulk een graf te 's-Gravenzande
verzameld.
Dit moeilijke werk van opgraven, verza
melen en transporteeren was opgedragen en
is uitgevoerd door de 'begrafenisonderne
ming v. d. Toorn te Rotterdam, welke on
langs ook de lijken van Duitsche militairen
in een groot graf te Rotterdam heeft bijeen
gebracht. Vooral het transport langs de ei
landen was niet gemakkelijk en heeft 9 dagen
geduurd.
Op de gemeenschappelijke graven te
s-Gravenzande en Noordwijk komt op ieder
soldaten/graf een kruis en op de gemeen
schappelijke graven een monument
Woensdag 22 dezer zullen de graven inge
zegend worden door een Engelsch geeste
lijke uit den Haag. Verschllende autoriteiten,
waaronder waarschijnlijk de Britsche gezant
bij ons hof, zullen vertegenwoordigd zijn bij
deze plechtigheid, die te Noordwijk om 11
uur en te 's Gravenzande om 8 uur aanvangt
Een motie van gelijke strekking werd deze
week reeds ingediend, maar toen stemden da
sociaal-democraten er tegen. Spr. hoopt, dat
zij thans den moed zullen hebben voor deze
motie te stemmen. Deze motie komt dadelijk
in behandeling.
Verschillende sprekers voeren het woord,
maar van heel veel belang waren hun speeches
meestal niet.
De motie-D e M u r a 11 (afschaffing van den
hoofdcursus) werd ingetrokken, nadat de Mi
nister had opgemerkt dat reorganisatie van
het militair onderwijs op. til was en de heer
Van der Voort een motie had ingediend,
waarin werd uitgesproken, dat samenvoeging
van onderwijsinrichtingen met het oog op
bezuiniging, gewenscht is. Deze motie werd
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De motie-Kolthek werd natuurlijk verworpen.
Anders dan bjj de motie-Wijk stemden thans
de sociaal-democraten er vóór.
Des avonds werd het Hoofdstuk Financiën
behandeld. Ook hiervan is weinig te vermel
den het is, zooals de Overzichtschrijver van
het „Handelsblad" in een geestige fantasie
het noemt:
Financiën is het hoofdstuk der (parlemen
tair) incourante fondsen. Incourant in den
strikt flnancieelen zin vanniet dagelijks
gangbaar. Er wordt van allerlei bij omgehaald,
financieel en niet-flnancieel, een hAché van
staats-kleingoed. Vervelend in de eentonigheid
•1er al te groote verscheidenheid van dit menu.
Zooiets als een diner uit den goeden ouden
tijd, met een indigestief teveel aan schotels.
De sprekers volgden elkander op, nu deze
over dit, dan die over dater scheen geen
eind aan te zullen komen.
WAT DE KRANTEN ZEGGEN.
geheel spontaan, werd de staking volgehou
den. Met gevolg: prijsdaling. Hetzelfde ver
schijnsel kan men ook hier waarnemen. Er
is veel geld verkwist, omdat er te voren veel
geld gewonnen was. Men leefde royaal, alsof
er overvloed bestemd. De neringdoenden pro
fiteerden in ruime mate. Maar veler koop-
fcracht raakte uitgeput, ondanks de opvoe
ring van loonen. Het publiek „wacht", de za-
kenmenschen houden nog vast, zoolang zij
kunnen. Zij vreezen stroppen, maar die zul
len zij het minst hebben te vreezen, als zij
tijdig zich aan de eventueele daling aanpas
sen. Gaan zij tegen den draad in, dan loopen
zij het meeste gevaar zelf de dupe te worden,
't Kan, dunkt ons, pp zijn pootjes terecht ko
men, aiis de daling langzaam en geleidelijk
gaat. Als er niet met „runs" gewerkt wordt,
dit zou ongelukken geven. Of de prijsda
ling, als zij gekomen is, zal blijven, zal door
werken? 't Publiek zal weer gaan fcoopen,
en men zal dan daarbij weer zien de zuivere
afspiegeling der verhouding tusschen vraag
en aanbod. Wij gel'ooven niet, dat er voors
hands meer van te zeggen is. Het koopend
publiek en de zakenmenschen moeten elkaar
verstaan. Het publiek houde tot parool: een
voud en bezuiniging, en voorts hebbe het ge
duld. Dan behoeft niet gevreesd te worden,
dat de prijsdaling, indien zij werkelijki s,
ook hier niet zal komen. Die daling is dan
niet te stuiten. „Economische toestanden
worden niet gemaakt, maar groeien". Een
waarschuwend woord voor de middenstan
ders, de neringdoenden, die zegt „De Re
sidentiebode" terecht gerust de leus kun
nen huldigen: „Onze zaak is ons dierbaar,
maar dierbaarder is ten slotte de waarheid."
GEMENGD NIEUWS.
De nood der gemeenten.
Naar aardeding van het door de heeren
De Geer ca bij de Tweede Kamer ingedien
de initiatief-voorstel, schrijft „Het Volk" an
der meer:
Verrasenre samenvoeging van ondertee
kenaars onder een wetsontwerp: Me christe
lijk-historische jhr. de Geer, de Economische
Bonder Treub.
In werkelijkheid een fel bewijs, hoe jam
merlijk deze regeering haar taak tot verzor
ging der gemeente-financiën laat liggten, dat
zulk een combinatie noodig is en ontstaan
kon.
De strekking ervan is, om aan het stellen
van een grens voor de stijging der gemeente
lijke inkomstenbelasting te verbinden een
sterke verhooging der Rijksuitkeering aan
de gemeenten, bij wijze van nood-uitkeering.
Een 'amendement-De Geer van dergelijke
strekking werd eenige weken geleden bij een
zeer onzuivere stemming door de Kamer met
een kleine meerderheid verworpen. Het
wordt nu, die onzuiverheid vermijdend, op
nieuw als zelfstandig voorstel ingediend. De
drie onderteekeningen uit zoo zeer uiteen-
loopende partijen, vormen een indrukwek
kende manifestatie van het dringende belang
der voorgestelde regeling, teneinde het mede
door de schuldige nalatigheid van opeenvol
gende regeeringen en speciaal door het on
mogelijke gestoethaspel der huidige regee
ring zwaar bedreigde gemeentelijke leven te
stutten.
De Kabinetskwestie.
„De Nationale" meent, dat zich ten onzent
een misverstand van het parlementaire stel
sel ontwikkelt, in het gebruik van het stel
len der Kabinets-kwestie. Het meest spre
kende .voorbeeld daarvan was hetgeen ge
beurde bij de interpellatie over de onderwij
zers-salarissen.
Zelfs de motie-Ossendorp, maar zeker niet
e motie-Otto bevatte niets tot afkeuring van
iet beleid der regeering.
Overigens dwingt een uitspraak van de Ka
mer nóch het Kabinet, nóch een minister
tot heengaan. Beide, Kabinet en minister,
eggen die uitspraak naast zioh neer, als zij
zich sterk gevoelen om dat te doen. Vooral
m die gevallen waarin het voornamelijk de
oppositie is, die tot de uitspraak heeft mede
gewerkt.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag.
Weder moet bij den aanvang de vergadering
verdaagd worden, aangezien het vereischte
aantal leden niet aanwezig ia. De heer Eugge
bespreekt den rechtstoestand in het leger, die
veel te wenschen overlaat. De heer K o 11 h e k
dient, nft een rede, waarin hy zyn standpunt
tegenover het militairisme uiteenzet dat
afVykt van dat der soc.-democraten zoowel
als van dat der communisten eene motie
in van den volgenden inhoud:
„De Kamer, van oordeel dat de tijd voor
militaire ontwapening van ons land gekomen
is, spreekt als haar oordeel uit, dat onmiddellijk
een begin moet worden gemaakt met de af
schaffing van leger en vloot, en gaat over tot
de orde van den dag."
Een toekomstbeeld.
Li het Instituut voor Transportwezen heeft
dezer dagen Lord Montagu of Beaulieu een
voordracht gehouden over de toekomst van
het transport over de wegen, Hij voorspelde,
dat er OYer vijf jaar in Engeland ongeveer
twee millioen automobielen van Allerlei aard
zouden zijn, tegenover thans 750.000. Hy
voorzag, dat de wegen in de toekomst zouden
worden gemaakt van een of ander perma
nent of hialf-permanent materiaal, wellicht
glas of beton.Snelheidagrenzen, gelijk wij
die thans kennen, zouden, meende hy worden
opgeheven en op bepaald daardoor ingerichte
wegen zou de gemiddelde snelheid van per
sonenauto's gelijk zjjn aan, zoo niet hooger
dan, de gemiddelde snelheid van een perso
nentrein thans.
Oplichting van pLm. 40.000.
Voor de Vierde Kamer der Rechtbank te A'dam
had zich heden te verantwoorden een 24-jarig
boekhouder, beklaagd van oplichting zes maal
gepleegd, van valsehheid in geschrifte twee
maal gepleegd en van verduistering drie maal
gepleegd.
Beklaagde was als boekhouder in dienst van
de Holland Java Export Compagnie, waarvan
de heer L.' G. J. Seepers directeur is. Als de
heer Seepers op reis was trad beklaagde met
een anderen bediende als procuratiehouder op.
De Holland Java Export Compagnie stond in
rekening-courant met de Twentsche Bank en
nu gebeurde 't bijna dagelijks, dat de Twent
sche Bank vanwege de Compagnie werd opge
scheld, dat chèques in gereedheid gebracht
moesten worden en 's middags zouden worden
afgehaald, 's Middags kwam dan namens de
Compagnie iemand de chèques halen en deze
kreeg die dan mee op vertoon van een bonne-
tie, dat de handteekeningen droeg van den
heer Seepers of van de beide procuratiehouders.
Beklaagde nu schreef op een aantal bonnetjes
tusschen ot onder de oorspronkelijke bedragen
andere bedragen. Verder verduisterde hy een
aantal bedragen, die hy in zijn hoedanigheid
van boekhouder ontvangen had. Op deze wyze
lichtte hij volgens de dagvaarding de Twent
sche Bank op voor f 24.755, terwijl hy de Com
pagnie voor f 5262.88 benadeelde.
In werkelijkheid hadden de malversaties
echter een veel grootereu 'omvaDg Volgens
een accountant bedroegen de malversaties
waaraan beklaagde zich schuldig bad gemaakt
f 38.347.50.
Beklaagde bekende het ten laste gelegde.
Het spreekt vanzelf dat daarna de Kamer,! Hoe hij tot de daad is gekomen zegt hij niet
labinet of minister tóoh kam dwingen, door
b.v. wegens de getoonde onverschilligheid
voor hare meening, óf een motie van afkeu
ring aan te nemen, óf een begrooting te ver
werpen. Maar het Kabinet behoort den moed
te hebben dit risico te loopen.
Het is vooral het gemis aan dezen moed
waarvan de regeering by hare houding te
genover de motie-Otto 'biyk gaf. zy noemde
die onuitvoerbaar? Wel, dan had zy haar on
uitgevoerd te laten, en kunnen afwachten of
de Kamer haar later tot uitvoering trachtte
te dwingen. Maar deze wyze van handelen
zou de verantwoordeiykheld voor de nlet-
ultvoering op de Regeering geladen hebben,
en dat odium wilde zy tegenover de onder
wijzers ongaarne op zich laden.
De prysdallng.
Is er reden zoo vraagt BI. in het „Alg.
Landbouwblad" om oips over de komende
prijsverlaging te verheugen? t Lijkt een
gekke vraag, die toch wel waard is even on
der de oogen te worden gezien. Wij hebben
er allen vurig naar verlangd, d.w.z. de hoop
was algemeen, dat alle pryzen zbuden dalen,
behalve van de artikelen, waarby men zelf
was geïnteresseerd. En nu ziet men in Ame
rika niet alleen een snelle daling van de
prijzen van verschillende artikelen, maar te
vens, dat de fabrieken worden gesloten, de
werkeloosheid toeneemt, de fondsen dalen.
Dit stemt velen pessimistisch. De vraag rijst:
wat is, of wat zyn eigenlijk oorzaken der
prijsdaling? Is dei productie thans weer over
heel de wereld op peil, en daarmee de goe-
derenvraag bevredigd? Geenszins. Hier gel
den andere oorzaken. Wij noemden al by de
kolen: de vrachtverlaging by aanvoer van
overzee, en hierby is nog te vermelden: het
vervallen van de molestpremie. Maar d'an is
er voorts en hierin luiden de berichten
uit Amerika, en Frankryk gelijk de min
dere kooplust of koopkracht van het publiek.
Zoolang er gekocht werd, omdat er ook gó-
roakkelyk geld werd verdiend, lukte hel den
winkeliers, grossiers en fabrikanten hun pry
zen steeds hooger op te drijven. Maar de kan
werd te scheef gehouden, d.w.z. hit even
wicht tusschen ko lokracht en prijs we*ri ver
broken, en zoo uk.est het ocgènblik komen,
dat men het lid op den neus kreeg. Het pu
bliek begon te aarzelen, en voelde tenslotte
duideiyk, dat de prijzen onevenredig hoog
werden. Het „wachtte", Eu zonder afspraak.
te weten. HU kocht van het ontvreemde o.a.
een auto van f 11.000, hU leende geld uit, ging
veel uit en was juist op het punt een villa te
Zandvoort te koopen, toen de malversaties,
die over het tUdvak van April tot October
1920 geloopen hadden, aan het licht kramen
doordien de heer 8eepers gewaarschuwd werd,
dat beklaagde zich groote uitgaven veroor
loofde.
De automobiel die beklaagde gekocht heeft
en een groot deel van de contanten, die hU
nog in z(jn bezit had, heeft beklaagde terug
gegeven.
Het O. M„ mr. Van Heynsbergen,
vindt het heel erg, dat beklaagde de mis-
drijven achtereenvolgens op verschillende tijd
stippen pleegde en dat hU de feiten uit weel
dezucht bedreef. De feiten getuigen van misda-
dige gezindheid. Ook wUst spreker er op, dat
bekiaagde reeds vroeger wegens diefstal werd
estraft, n.1. tot 14 dagen gevangenistraf.
preker eischte vUf jaren gevangenisstraf.
Mr. G. C a h n t e r, de verdediger, betoogt,
dat men hier niet te doen heeft met
een vermogensmisdadiger, maar met een
erfelU'k belast psychopaath. Als hU een beroeps
misdadiger was geweest zou hU niet op zoo
onbeholpen wUze zUn te werk gegaan, dat
de fraudes uit moesten komen.
De handelingen die beklaagde pleegde, moe
ten als één complex worden beschouwd.
Beklaagdes moeder tijdt aan „Haagsche
deftigheid"; beklaagde's jongere broer, 15
jaar oud, zit wegens een ernstig vermogens-
misdrijf in een rijksopvoedingsgesticht, en
toen bekl. in dienst kleine diefstallen pleeg
de, werd omtrent hem een rapport uitgebracht,
waaruit bleek dat men hier te doen heeft
met een verminderd toerekeningsvatbare.
Dat alles noopt pleiter om te verzoeken
een nieuw onderzoek naar de geestvermogens
van bekiaagde te doen instellen.
UIT DEN OMTREK.
Texel, 15 December.
Langs de kust en voor de haven vertoont
zich reeds veel drijfija. De „Dageraad" is
vanmorgen reeds naar den Helder vertrok
ken en zal nu vandaar de dienst op het
Horntje of zoo mogetijk op de haven gere
geld trachten te onderhouden.
Beroepen by de Gereformeerde g®*
meente te Oosterend op Texel de heer H.
Kuiper, cand. te Kampen.