JACK DE ZANGER NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. vóór 15 Januari MACISTE, Serie-films. MAZAMATenIRMAVEP. ELMO DE MACHTIGEN. WILLIAM S. HARTI Abonnements- feuilleton. familie-bioscoop. No. 5346 DONDERDAG 6 JANUARI 1921 49e JAARGANG Vefreohijirt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: 0. DB BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 50 Poet-Girorekening No, 10066, Aan onze lezers bulten de gemeente doen wij het verzoek de abonnementsgelden over het eerste kwartaal ten bedrage van f 1.70 over te maken per postwissel. Na dien datum wordt daarover met 10 ct. verhooging beschikt. Over de abonnementsgelden in de stad wordt dezer dagen per iooper beschikt, en verzoe ken wij beleefd de kwitantie bij eerste aanbieding te voldoen. DE GEMEENTEBEGROOTING OVER 1921. Een pleidooi voor een meer ratloneele lastenverdeellng. I. Burgemeester en Wethouders deden sedert tal van jaren, gelijk trouwens in vrijwel alle andere gemeenten des lands eveneens het ge bral is, de aanbieding der gemeentebegrocxting vergezeld gaan van een voorwoord, waar in dan de voornaamste beginselen, die het College bij de opstelling der begrooting had den geleid, werden uiteengezet en verdedigd. Van die goede gewoonte is het Dagelijksch Bestuur der gemeente Helder thans afge weken. Wij betreuren diit. Juist nu behartiging van de sociale taak der gemeente steeds nieuwe uitgaven vordert, die van ruim maatschappelijk standpunt be zien niet kunnen worden nagelaten, juist nu was het van belang geweest te weten hoe Burgemeester en Wethouders zich een rede lijke vervulling hunner bestuurstaak denken, vooral ook in verband met den tot ongekende hoogte gestegen belastingdruk. Want als er op den ouden voet wordt doorgegaan met de behoeften te bevredigen (en er is geen enkele aanleiding om .te vermoeden, .dat dit niet ge beuren zal), dan zal meer principieel moeten worden overwogen op welke wijze de daar mede gepaard gaande uitgaven, moeiten wor den bestreden. Meer principieel. Van dergelijke overwegingen geeft 'de be grooting voor 1921 niet veel blijk. Een enkel bewijs. Op de begrooting voor 1919 is de hoofde lijke omslag uitgetrokken tot een bedrag van 300.000, de hondenbelasting voor 3000. Op de begrooting voor 1921 is de hoofdelijke omslag opgevoerd tot bijna 800.000, terwijl de hondenbelasting nog steeds voor 3000 staat vermeld. Wat is hier de reden van? De heffingsverordening betr. de honden- belading dateert van Mei 1914, d. i. dus uit een tijd, toen het geld nog ongeveer het dub bele waard was van thans. Indien dus de hef fing werd verdubbeld, zou nog niet één hon denbezitter zich kunnen beklagen, dat hij ver- door HULBERT FOOTNER, voor Nedbrland bewerkt door J. KUYLMAN. 44) Binnen een half uur was hij reeds weder terug... met een ontevreden gelaat Dege nen die 'zioh in de tent bevonden, zaten nog vrijwel zooals hij hen een half uur ge leden had verlaten, doch Jack voelde uit de nu nog grooter opwinding van hunne gezich ten, en uit de kruiperige houding van Jean Paul, dat de halfbloed zich zijn afwezigheid ten nutte had gemaakt. ,,'t Is waar," zeide Jack kort. „Ze zijn weg gedreven." Dit klonk hun vreeselijk en angstaanja gend in de ooren. Zij keken hem met groote oogen aan. „Ik vond hun sporen op den weg naar Port Erskine," 'ging Jack voort. Ze reden in gestrekten draf. De sporen waren zes uur oud." Sir Bryson staakte zijn heen en weer loo- pen. „Weggedreven?" zèide hij opgewonden. „Ben je daar zeker van? Kunnen ze niet uit zichzelf weggeloopen zijn?" „Kunnen wel," zeide Jack, „maar ze heb ben het niet gedaan. Vijf van de paarden hadden een blok aan 't been toen we ze loslieten. De blokken waren er af genomen." „Wat moeten we nu beginnen?" stamelde oir Bryson. houd'ingsgewijs meer moet betalen dan vroeger. Maar waarom stellen B. en W. dan niet voor de hondenbelasting te verhoogen. Het is alleszins begrijpelijk, dat men ge durende de eerste jaren van den oorlog, toen vrijwel alles onzeker was, met verhooging van die belasting heeft gewacht, maar thans had die vraag o. i. althans onder oogen moe ten worden gezien. Beantwoorden Burgemees ter en Wethouders haar ontkennend, welnu dan zullen we weten waarom zij voor de eene belasting wel, voor de andere geen verhoo ging noodzakelijk achten. Indien het hier slechts gold een bedrag van enkele duizenden guldens, dan zouden we geen aanleiding vinden daar langer bij sti te staan. 'Ons 'bezwaar geldt evenwel niet alleen de hondenbelasting. Wanneer we de inkomsten der gemeente post voor post nagaan, dan doet zich telkens die vraag voor. En het is thans, naar wij meenen, meer dan ooit de tijd om haar te overwegen. We staan aan den vooravond van een eco nomische crisis, welker gevolgen wel niemanc zal durven voorspellen, Intusschen wordt al gemeen aangenomen, dat handel en industrie eerj gevoeligen terugslag ervan zullen onder vinden. Voor onze gemeente, die haar belas tingen toch voor een goed deel uit die krin gen zal moeten 'hebben, zou het wed eens zeer ernstige gevolgen kunnen hébben. Want al ramen we de ontvangst van een hoofdelijken omslag op een hoog bedrag, óm de belasting binnen te krijgen, pioeten de betrokkenen het geld toch bezitten. En wie zegt ons hoe de toestanden zijn als het kohier van 1921 wordt ingevorderd? We zijn met de aanslagregeling en dientengevolge met de invordering toch al niet bijzonder vlug. Hoe lager dus de H. O. kan worden ge houden, des te meer kans zal er nu vooral zijn om de belasting zoo goed mogelijk in te vor deren. Er is meer! We hebben vroeger, reeds op deze plaats gewezen op de wenschelijkheid van een beter inzicht in onze begrooting en ter bereiking van dat 'doel aangedrongen op een afzonder lijk overzicht. Ten aanzien van enkele onder- deelen van onze gemeentelijke bemoeiingen hebben we voor ons zelf een dergelijk over zicht trachten samen te stellen. We laten het hier voor het lager onderwijs volgen. De laatste post onder de uitgaven vermeldt geen bedrag, omdat dit niet mogelijk is zonder te weten welke leeningen voor het lager on derwijs zijn aangegaan. De stand van leenin gen, die aan de begrooting is toegevoegd, geeft op deze vraag ook geen antwoord. Om de voorlaatste post der uitgaven te verklaren, zouden we te zeer in bijzonderhe den moeten afdalen. Het is eigenlijk een ge deeltelijke teruggave van het rijkssubsidie. LAGER ONDERWIJS. Ontvangsten: Volg- nummer Hoofd stuk Omschrijving Begroo ting 1921 III Schoolgelden f 40.000 31 IV Bijdrage -van het Rijk vólgens de wet op het Lager Onderwijs. f162.779 32 IV Rijksbijdrage in de kos ten van herhalings- onderwijs. f 1.880 Nadeelig saldo f144.061 f338.720 „Laat me voor tien dagen voedsel uit den voorraad nemen," zeide Jack, „dan neem ik op me om Garrod terug te brengen en ten minste een van de paaiden." „Zou je ze dan te voet willen volgen?" barstte Linda uit. .Jack richtte het antwoord tot Sir Bryson. „Ze kunnen niet hard opschieten met hun gezinnen en bagage." Het was niet Jack's vedligneld waar Sir Bryson bezorgd voor was. „Maarmaar wou je ons dan hier laten zonder paaiden?' zeide hij zenuwachtig. Jack glimlachte even. „Hoe zou ik u hier van dienst kunnen zijn? Ik sta onder arrest. U volgt Jean Paul's raad op. Waarom hebt u aan hem niet genoeg?" Sir Bryson deed' net alsof hij dit laatste niet hoorde. „We moeten terug gaan," zeide hij zenuwachtig. „Hier kunnen we niet blij ven zonder paarden." Jack's hart zonk hem in de schoenen. „Wat hebben de paarden er nu mee te ma ken?" vroeg hij. „U is hier veilig. U heeft voedsel genoeg voor piaanden." Sir Bryson keek den halfbloed aan. „Jean Paul zegt, diat de Indianen het misschien ge daan hebben," zeide hij. „Hij zegt dat ze de paarden misschien weggedreven hebben vóór ze onszelve aanvallen." „Dat heb ik niet gezegd," zeide Jean, Paul snel. Ik zei dat wé er goed aan zouden doen klaar te zijn." „Zoo, dus op die manier denkt hij te be reiken wat hij wil!" zeide Jack verschrikt. „Hij houdt u voor den mali 't Is een oude Roodhuiden-truc om de paarden weg te drij ven om vervolging onmogelijk te maken. Maar wat betreft 't opnemen tegen blanken ik ben bereid om er heen te gaan en mijn Uitgaven bC Q •O 1 Hoofd stuk Omschrijving Begroo ting 1921 143 VI Jaarwedden der onder wijzers. f220.000 144 Toelagen en Bijdragen tot opleiding van onder wijzers. f 400 145 Kosten van het her- halingsonderwijs. f 2.280 146 Kosten van instandhou ding van schoollokalen en onderwijzerswonin gen. f 6 695 147 Kosten van aanschaffen en onderhouden van schoolmeubslen. f 4.230 148 9 Kosten van,aanschaffen en onderlwuden der schoolboeken, leerboe ken en schoolbehoeften. f 31.500 149 9 Kosten van verlichtin gen, verwarming en van het schoonhouden der schoollokalen. f 83 250 150 Kosten van het plaatse lijk toezicht. f 50 161 Kosten van examens. f 860 152 9 Kosten van de school bibliotheken. f 500 153 9 Kosten van belooningen en eereblijken. f 1.000 154 9 Kosten van de Normaal school. f 1.565 155 r Jaarwedde, v. d. school arts en kosten genees kundig schooltoezicht f 1.600 156 M Kosten der commissie tot wering van school f 100 verzuim 157 Subsidie aan bewaar- en kleinkinderscholen. f 11.150 Aftrek volgens art. 9bis der wet van 24 Mei 1897. f 24.050 Rente en aflossing van ten behoeve van het onderwijs aangegane leerlingen. onbek. f338.720 Het overzicht doet ons zien, dat de kosten voor het lager onderwijs voor onze gemeente bedragen 144.061, Hierbij komen natuur lijk nog de uitgaven voor rente en aflossingen die wij niet kunnen nagaan. Het-bedrag, zooals wij het hier zien, komt dus ongeveer néér op 5.per inwoner (De burgerij betaalt inderdaad voor dit doel meer, maar dit vormt de redhtstreeksche be- lastingbij'drage aan de gemeente). De eenige ontvangstposten, waarop het gemeentebestuur invloed kan uitoefenen, het komt in het staatje duidelijk uit, betreft die inzake de schoolgelden. Ook hier weer trekt het onze aandacht, dat de 'heffingsverorde ning dateert van 1907, zoodat de vraag of herziening niet noodzakelijk is, zeker wel mag worden gesteld. Ingezonden mededeellng. VerwachtBinnenkort man en mijn paarden mee te nemen waar het heele dorp Roodhuiden bij staat." Sir Bryson schudde heftig het hoofd. Jack zag wel in dat Garrod's lot niet het minste gewicht in de weegschaal legde bij Sir Bry son. „We zijn volkomen hulpeloos!" riep hij uit. „En dat terwijl wij voor de vrouwen moe ten zorgen I Het Is mijn plicht de terugtocht aan te nemen I" Jack trok minachtend zijn lip op. Sir Bryson's stem werd hoe langer hoe schriller. „Boe komen we nog ooit terug?" riep hij uit. „O, dat is gemakkelijk genoeg,- zeide Jack. „Twaalf mijl naar de doorwaadbare plaats naar Fort Geikle, en dan pe/ vlot de rivier af. In twee dagen kunnen we 't doen." „Kunnen we van morgen nog op weg gaan?" Jack kleurde. „Neenl" riep hij uit. „Onze uitrusting in den steek latent Dat zou schan delijk zijn. 't Heele land zou ons uitlachen I Daar doe ik niet aan meel We zullen alles vandaag opbergen, dan kunj; u morgen ver trekken." „Heel goed," zeide Sir Bryson zenuwach tig. „Ondertusschen moeten we scherp op- etten." Voor Jack heenging smeekte hij Sir Bry son opnieuw naar Garrod te mogen gaan zoeken. Hij had het evengoed kunnen laten. Sir Bryson en degenen die hem vergezelden, behalve dan misschien mevrouw Woraley, waren door een paniek aangegrepen. Het was nutteloos te trachten "deze menschen ge rust te stellen, die hun denkbeelden over hdlanen ontleenden_ aan de Aimard-verha- len van een vorig geslacht. Jack kwam woe dend uit de tent Met hen naar het fort te BUITENLAND. DUITS CHL AND. De ontwapening. Naar gemeld wordt zal een conferentie van geallieerde premiers te Parijs worden ge houden tegen het einde dezer maand, ter be spreking van de Duitsche ontwapening, ten einde te beslissen over de houding tegenover Duitsdhland en over de Duitsche schadever goeding. De toestand in Griekenland zal ook worden besproken. Men verwacht dat zich omtrent de noodza kelijkheid Duitschland erop te wijzen, dat het zijn te Spa gedane beloften heeft na te ko men, geen verschil van meening zal voor doen. Waarschijnlijk zal aan Duitschland een termijn van twee of drie maanden worden ge laten om zjjn militaire politie tot op het ge oorloofde aantal af te danken, en zal tevens daarbij gevoegd worden, dat de bepaling van het bezetten van nieuw gebied, te Spa ge maakt, zonder verder in gebreke stellen za" in werking treden, wanneer na dien nieuwen termijn Duitschland nog niet aan zijn ver pUohtlngen voldaan heeft. Admiraal von Scheer over den oorlog ter zee, Admiraal von Soheer, bevelhebber van de Duitsche vloot in den zeeslag bij Jutland, geeft in „die Woche" een beschouwing over de oorlogvoering ter zee. Hij wijst er eerst op dat er in Engeland twee stroomingen 'beston den aangaande het optreden der Engelsche vloot. Aan den eenen kant pleitte men voor een offensief optreden, aan de andere zijde hield men het met een defensieve tactiek. Engeland koos het laatste, uif vrees dat zijn vloot te veel verliezen zou lijden. Het trok liever de vloot samen in het hooge noorden, zelfs ten westen van de Britsche eilanden. Om op zoo grooten afstand de blokkade van Duitschland te verwezenlijken was het noo- dig, dat alle onzijdige oeverstaten aan de Noordzee binnen het blokkadegebied wer den getrokken en dat de oorlog lang genoeg duurde om Duitschland uit te hongeren. Inderdaad heeft de Engelsche vloot de mi litaire operaties van de geallieerden niet noemenswaard gesteund. Het plan van Fis her werd terzijde gelegd, de oorlog kreeg ter zee het karakter van een uithongermg®- blokkade. Deze strijdwijze berust op de door 't vol kenreoht nog altijd niet uit den weg ge- ruimde onbesoberradheid van het particulier eigendom ter zee, welke het mogelijk maakt zonder schending van het gecodificeerde zeerecht den handel van den vijand te ver nietigen en zijn koopvaarders te kapen. In den wereldoorlog heeft Engeland om dat doel te hereiken er geen been in gezien de rechten der onzijdigen met voeten te treden. Het controleerde het geheele zeeverkeer van alle neutralen, verhinderde 'bijv. Nederland om zijn eigen producten aan Duitschland te verkoopen en dwong staten als China en Brazilië, die niet het minste belang hij Duitschland's ondergang hadden, zich bij den wereldbond tegen Duitschland aan te sluiten. Die handelwijze heeft den duikbootoorlog tegen koopvaarders in het leven geroepen. Men mag over de rechtmatigheid daarvan denken," gelijk men wil, Duitschland had uit noodweer het moreele recht, naar het duik bootwapen te grijpen. De vroegere vijanden van Duitsdhland, die zich tijdens den oorlog vol afschuw over dat wapen uitlieten, spre ken trouwens thans heel andera De Royal United Service Institution, de voornaamste militaire vereeniging van En geland, heeft een geschrift van C. M. Faure over den invloed der duikboot op den zee oorlog in de todkomst met een prijs be kroond, en dat geschrift komt tot de slotsom dat de duikboot een onontbeerlijk wapen en zijn gebruik in den strijd tegen koopvaar ders zonder voorafgaande waarschuwing volkomen reohtmatig is. brengen zouden er vijf kostbare dagen ver loren gaan. Weliswaar kon hij daar paarden, en zoo noodig hulp krijgen, maar het verlies van vijf heele dagen was om dol van te worden. Jack dacht er een oogenblik over om tegen Sir Bryson op te treden en tóch te gaan, doch hij gaf dit denkbeeld op. Een blanke, die een gezelschap dat hij op zich genomen had als gids te leiden, in den steek liet, het deed er niet toe om welke reden, zou voor goed onteerd zijn in 't moederland! Dat is een kwestie waar eenvoudig niet over te rede neeren valt. Dit gevoel van verantwoordelijk- beid als gids is sterk ontwikkeld bij de blan ken, omdat de inboorlingen het heelemaal niet bezitten. Zij zijn maar al te zeer - ge neigd zich onaangename lasten van den hals te schuiven bij de geringste provocatie. Jack ging ontstemd aan het werk. Hij werkte zijn pijnlijk gekwetst gevoel weg door zelf hard te werken en het de Ind'aansche jongens eveneens te laten doen. Zware en langdurige arbeid was ee*i onaangename bezigheid voor hen; voor er vele uren waren voorbijgegaan, waren ook zij gemelijk. Er werd onmiddellijk een hakploeg naar het bosoh gestuurd, en tegen den middag waren er voldoende stevige popuüerenboo- men gehakt en in het kamp gesleept, om een kleine schuur van te maken. Tegen het avondeten waren de wanden opgetrokken, en was het dak van palen er op gelegd, waarna het gedekt werd met dikke zoden. De overige tijd dat het nog licht was werd door gebracht .met er alles in te borgen wat zij bpzaten. Het was tien uur voor zij het werk staakten. Onderwijl had Sir Bryson tot ver maak van Jack, Vassall en Ferrie al» voor- De Fransohe Revue Maritime schrijft: ,/t Is ook volkomen onjuist, dat men een vijan delijk schip voor de torpedeering zou moe ten waarschuwen. Het gebruik van de duikboot als beslissende factor in den zee oorlog, die aohter ons ligt, was derhalve vol komen correct." De zedelijke verontwaardiging der Geal lieerden over den duikbootoorlog is dus ge huicheld geweest, zegt v. Scheer, die van oordeel blijkt, dat het maar een haar heeft gescheeld of Duitschland fyad met de duik boot den strijd gewonnen. Indien Duitsch land reeds bij 't begin over zijn latere onder zee vloot had beschikt, zou de uitslag ver moedelijk heel anders zjjn geweest dan nu •het midden in den strijd het wapen feitelijk nog moest smeden. Aanvankelijk had Duitschland maar enkele kleine duikbooten van geringe tonnemaat, die slechts korte reizen konden doen en geringe snelheid hadden. Eerst tegen het eind van den oor log versohenen de duikkruisers van 1200 2000 ton, die tochten van 3 maanden konden ondernemen en met 12 tot 18 knoop boven en met 7 tot 9.5 knoop onder water voeren. Later zijn die snelheden nog opgevoerd; nu heeft een Engelsche duikboot al een snel heid van 24 knoop boven water ontwikkeld. En naar de overtuiging van admiraal Von Soheer zal de techniek niet rusten voor er duikkruisers van zoodanige grootte en snel heid zijn, dat ze niet alleen tegen koopvaar ders kunnen optreden maar ook in zeeslagen een zeer belangrijke rol kunnen spelen. Dat brengt een nieuw moment in den zee oorlog en het zal zich daaruit niet meer laten verdringen. Terwijl de gewone oorlogssche pen de grens van volmaking reeds hebben bereikt en toch geenzins onkwetsbaar zijn, staat de duikboot nog in bet eerste stadium van ontwikkeling. Door Duitschland tot die ontwikkeling te dwingen heeft Engeland zijn overheerschende positie ter zee zelf onder mijnd. De volmaking van de duikboot zal in de toekomst elke groote mogendheid in de ge legenheid stellen, een zelfstandige overzee- sche politiek te voeren, zonder zich bezorgd te maken over een vloot, die de zeeën be- heerscht, m.a.w. de duikboot is bestemd de zee werkelijk vrij te maken. De Duitsche vloot, die tot de verwezenlijking van dat hooge ideaal van het volkenrecht den stoot heeft gegeven, heeft aldus v. Scheer aan het slot van zijn besohouwlng niet tever geefs gestreden, ook al is zij daarbij zelf te gronde gegaan. Een communist doodgeschoten, In den nacht van 28 op 29 Deoember werd de oommunist Paul Hoffmann te Flensburg door beambten der veiligheidspolitie doodge schoten. Volgens de Telegraphen-Union was Hoffmann in zijn woning gearresteerd en in een auto naar de kazerne gebracht. Daar moet Hoffmann volgens opgave van den lei der der veiligheidspolitie een wachtmeester ■een stomp tegen de borst hebben gegeven om te kunnen ontsnappen. Daarop hebben de hem begeleidende manschappen na drie maal halt te hebben geroepen twee schoten gelost. Op hetzelfde oogenblik vielen uit de kazerne een paar schoten, waardoor Hoff mann gedood werd. ENGELAND. Duurder steenkool. Alles wijst er op, dat de steenkoolprijzen in Engeland eerlang hooger zullen worden. Ingezonden mededeellng. Tegen leverkwalen, galzucht, hartwater, verstopping en alle voe dingsstoornissen gebruike men de zeer zacht werkende Foster's Maagpillen, welke geen krampen veroorzaken en geen verstoppende reactie hebben. Prijs f 0 65 per flacon, alom verkrijgbaar. posten uitgezet, om gevrijwaard te zijn voor een mogelijken overval. Den volgenden morgen werd de gouver neur door een nieuwen panischen schrik aan gegrepen doordat de vier Indiaanéfche jon gens verdwenen waren. Niemand had ze zien heengaan. Ze waren oen voor een uit het kamp verdwenen en men zag ze niet terug. Jack vond dit niet zoo verbazingwekkend; hij had er den vorigen dag al symptonen avn waargenomen. Het was hem een bewijs te meer, dat de andere Indianen nog in'de buurt waren, en het griefde hem des te meer dat 'hij terug moest zonder zelfs een poging te hebben kunnen doen om Garrod terug te halen. Jack bleef Sir Bryson uit den weg. Tegen wil en dank werden de blanken echter steeds afhankelijker van Jack. Het denkbeeldige roodhuiden-gevaar versterkte het rasgevoel, en Jack's werkkracht en vindingrijkheid werden hun hoe langer hoe onmisbaarder. Zij kwamen hem telkens onbeholpen om hulp vragen, maar zij kwamen dan toch. „Wat denk je van deze verdwijning?" vroeg Vassall bezorgd. „O, ik vind het heelemaal niets ernstigs," zeide Jack. „Ik geloof dat Jean Paul hier de hand in heeft, want hij legt het er op aan om ons zoo gauw mogelijk de streek weer uit te krijgen. Waarschijnlijk hebben ze 'm op eigen initiatief gesmeerd. Toen we de paarden kwijt raakten, zagen ze wel in dat ïun goede tijd voorbij was. Ze hebben te goed te eten gehad. Dat maakt ze te driest net als paarden." „Maar wat moeten we zonder hen begin nen?'' Jack meende dat deze vra^g van Sir Bry son kwam. (Wordt vervolgd.) I COURANT ABONNEMENTEN BIJ VOORUITBETALING i Heldersche Ot. per 8 mud. 1,60, franco p, poet 1.70, Buitenl, 2,60 Zondagsblad 8 „0.67V», „0,66, „1,06 Modeblad 8 0,96, 1,06, 1,80 Loaae nummers der Courant 4 ct. ADVERTENTIENi 20 et, p, regel(galjard), Ingez, meded. (kolombr, als redact, tekst) 00 et, Kleine ad?, (gevr,, te koop, te buur) v, 1—4 reg, 60 et„ elke regel meer 10 ct, bij vooruitb, (adres: Bur, v, d, bl, en met br, onder no, 10 ct, p, adv, extra), Bew.-ex. 4 et. Alle prijzen tijd, verb. m. 10% papierduurtetoeei. te 22 u P 0 '9 9 9 n n 9 -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 1