HELDERSCHE COURANT Tweede Blad. VAN DONDERDAG 20 JANUARI 1921. DUITSCHLAND. Sneeuw te Berlijn. De Engelsche vloot op manoeuvre. ENGELAND. De-werkloosheid. VEREENIGDE STATEN. De Amerikaansche koopvaardijvloot Amerikaansche vlootpolltiek. BINNENLAND. Reconstructie van de Vloot. De ex-kelzer en de ex-kroonprlns. i De ekonomsche crisis. Ultkeerlng werkeloozen. Storing op het telegraafnet De Zuiderzeedijk. Het prJJspelL PLAATSELIJK NIEUWS. LUCHTVAART. BommenwerptoesteL Aanbesteding. Loodgleterswerk. Toen Oolumbus op zoek was naar het rijke Aan de zangeres, die op beide concerten veel suoces oogstte, werd namens de Co- BUITENLAND. Een sneeuwval, zooals die in Berlijn nog bijna nooit is voorgekomen, begon Maan dagavond' laat en duurde den geheelen nacht voort. In zeer korten tijd was het sneeuw kleed een halven meter dik, zoodat een groot aantal wagens op straat moesten blijven staan en niet naar huis konden rijden. Ook de sneeuwploegen konden niet vooruitko men. Dinsdagochtend lag de stad onder een dikke witte deken begraven, zoodat de tram eerst niet kon rijden. In den loop van den ochtend konden enkele lijnen den dienst her vatten. Het verkeer stond overal stil. Opmerkelijk is het feit, dat van de onge veer 60 tot 60.000 werkeloozen, die In het ge volg van de communisten bijna elke week demonstreeren, omdat ze door den honger worden geplaagd, zich slechts 1300 hebben aangemeld voor het opruimen van de sneeuw. Door den sneeuwstorm werden 34 telefoon leidingen en, 100 telegraaflijnen van Berlijn naar andere plaatsen .gestoord. Alle veeht-eiskaders van de vloot voor den Atlantischen Oceaan -zijn gisteren uit Port land naar Spaansche wateren vertrokken. Het was de grootste vloot, die sedert den oorlog zee koos. Zij bestond uit de „Queen Elizabeth" (vlaggeschip van Sir Qharles Madder) en het eerste en tweede eskader linieschepen; hét eskader linie-kruisers, ge vormd uit de „Hood", de „Repulse" en de „Tiger"; vijf lichte kruisers; drie flotieljes torpedo-jagers en twee flotieljes duikbooten. Uit Londen wordt gemeld: De mijnwerkers in verschillende mijnen aan de Noordoostkust hebben gedaan gekregen. Honderden werk- liden aan scheepswerven treft hetzelfde lot. Verscheidene duizenden werklieden van de staalpletterijen in Wales zijn met een op zeggingstermijn van 28 dagen afgedankt, we gens gebrek aan bestellingen. ,De werklieden in de ketelfabrieken te Swansea en andere plaatsen hebben toege stemd in een loonsverlaging met 5 pet. om de sluiting van de werkplaatsen te voor komen. De „Daily Herald" verneemt, dat er in het visscherij-bedrijf te Milford Haven een crisis dreigt, omdat de reeders van de treilers aan de visschers hebben voorgesteld, de loonen met 30 pet. te verlagen. Zij zeggen, dat de treilers sedert eenige maanden met verlies gevischt hebben. Verschillende werkgevers in Nottingham, zoo meldt hetzelfde blad, danken hun werk lieden af en bieden hun aan, hen voor de helft van het loon terug te nemen. Het drankverbod. De wet op het drankverbod werd juist een jaar geleden bekrachtigd. De officieele cij fers toonen aan, dat het Amerikaansche volk in 1920 41.000.000 gallon gedistilleerd ge bruikte en dat 51.000.000 gallon nog aanwe zig is in de entrepots; dat meer dan 14.000 clandestiene distilleerderijen voortgaan met de productie; dat het aantal distilleerappa- raten in 1920 vernield: 93.789 bedroeg, ter wijl 123.494 gallons spiritualiën werden ver nietigd; dat het bedrag aan boeten en belas tingen 23.340.687 dollar bedroeg; en dat de onderdrukking van den clandestienen han del hoe langer hoe moeilijker wordt. Het feit, dat voor millioenen dollars aan auto's door de autoriteiten in beslag is genomen bij vervolgingen, is in dit verband een veel- beteekenend verschijnsel. Washington, 18 Januari. Het departe ment voor de scheepvaart heeft gelast, dat dertig schepen van samen 160.000 iton aan den dienst zullen worden opgelegd in de At lantische havens. Het kan zijn nut hebben zegt de „N Roti. Crt." te blijven wijzen op de belangrijke brieven van Harold Spender, die, uit de Ver- eenigde Staten aan de „Daily Telegraph" ge schreven, de algemeene Amerikaansche poli tieke vraagstukken behandelen. Thans heeft Spender, in een brief uit Washington, het een en ander opgemerkt over de Amerikaansche vlootpolitiek Spender wijst er op, dat de Ver. Staten, door zich buiten den Volkenbond te houden, genoodzaakt zyn zy verklaren het zelf by monde van den minister van marine Daniels een sterker vloot dan alle andere te-bouwen. Weliswaar zal Harding pogen een ontwapeningsconferentie byeen te krygen. Maar zegt Spender - de Volkenbond is er nu eenmaal en is niet van zins te wyken, omdat president Harding nu eenmaal andere plannen heeft. En dan gaat Spender met groote openhartig heid uitpakken. De Ver. Staten, die buiten den Volkenbond blyven en een groote vloot bouwen, bederven het voor alle anderen, en de wereld zou er door in ongeveer eenzelfden toestand komen als die er bestond by het uitbreken van den wereld-oorlog. Gaan de Vereenigde Staten door met hun vlootplannen, dan moet dat de betrekkingen tusschen Enge land en de Unie vergiftigen: „Want het is nutteloos, om op dat punt onze Amerikaansche vrienden te bedriegen. De natie, die aan het Britsche volk „groote vloot" toeroept, is feiteiyk in dezelfde positie als de man, die een slapenden hond toeschreeuwt: „Ratten["Legers zullen den sluimerenden' Britschen leeuw niet tartenmaar sinds de dagen van Drake is steeds welke uitdaging ter zee ook altyd een ernstige en geweldige zaak geweest voor het kleine eiland in de Noordzee." Onmiddeliyk in verband met de beteekenis van een heel sterke Amerikaansche vloot voor Engeland, is de beteekenis van zoo'n vloot voor Japan. Spender herinnert er aan, dat lord Northcliffe in zyn perspolemiek met den Amerikaanschen minister van marine te ken nen had gegeven, dat de Ver. Staten geen groote vloot noodig hebben, omdat de Ame rikaansche marine toch al sterker is dan de Japansche en de Britsche vloot ingeval van een Japansch—Amerikaanschen oorlog onzy- dig zal blijven. Dat onzydig blyven van Engeland in dit geval is ook uitdrukkelyk voorbehouden in het Japansch Britsch ver drag. Maar Spender wyst er op, dat Engeland al lange jaren met Japan verbonden is geweest in het verre Oosten. Engeland heeft als ge volg daarvan groote voordeelen geoogst. „Kan het nut hebben om te trachten, de zaak anders voor te stellen Is het niet duideiyk, dat, indien Japan gevaar liep door dè Ver. Staten te worden vernietigd, wy er ons mee zouden moeten bemoeien om het te redden En daarom zegt Spender nu maar eens openhartig tot de Ver. Staten: „Zoolang gy buiten den Volkenbond blyft, wordt ontwape ning onmogelyk en blyft de wereld leven op een kruitvat." En hetgeen de zaak nog erger maakt de ontwikkeling der politiek in de Ver. Staten dryft de Unie niet in de richting van den Volkenbond, maar juist daar vandaan, al is het voor de Republiek nog niet te laat om zich te bezinnen. De vrouw in de rechtszaal. Volgens den oorrespondent van de „Mor- ningpost" te Washington dient op. het oogen- blik voor de rechtbank .te Cleveland een zaak, waarin de hoofdpersonen vrouwen zijn. De beschuldigde is mrs. Australia Crape, die wegens moord terecht staat, als rechter fun geert Florence Allen, het openbaar ministe rie wordt waargenomen, door Eva Jaffa. De beschuldigde ontkent en zal later terecht staan vermoedelijk voo,r een jury uit vrou wen. De interdepartementale commissie, die met betrekking tot de reconstructie van onze vloot door den minister van Marine ad interim werd ingesteld is met haar arbeid gereed gekomen. De vruchten van 'dezen arbeid maken thans een onderwerp van overleg tusschen de daarby betrokken departementen uit. Naafloop hiervan zal omtrent het dan aanvaarde plan het advies der Indische regeering worden ingewonnen, in verband waarmede het voornemen bestaat, een hoofdofficier der marine naar Indië uit te zenden om dit plan nader te kunnen toelichten. Wanneer op deze wyze een vaste grondslag voor de verder te volgen gedragslyn verkregen is, zullen de noodige wetsvoorstellen mét be trekking tot het materieel van de vloot worden ingediend. „De Matin" heeft een verhaal wereldkun dig gemaaikt, dat de Benlynsche correspon dent van de „Neue Strassburger Zeitung" aan zijn courant deed; de „Tel." van Woens dagochtend maakte er melding van: Volgens dat verhaal zou de Nederiand- sche regeering aan de, leden van de familie Hohenzollern haar wensoh hebben kenbaar gemaakt, dat zij ons land zullen verlaten, wijl de regeering documenten in handen zou hébben gekregen, ,/lie, dank zij de mede werking van verscheidene buitenlandsche diplomaten", onweerlegbaar bewijzen, dat de Hohenzollerns zich hebben schuldig ge maakt aan de ergste schending van het asyl- recht. Te Doom zoowei als op Wieringen zijn voorbereidselen- gemaakt voor een grooten staatsgreep. „De ex-kroonprlns zou ongemerkt naar Dultschland vertrekken en plotseling Ber lijn binnenrukken aan het hoofd van de offi cieren en .troepen, die trouw zijn gebleven." Voorts wordit verbeid, dat de politie on langs In hotel „De Oude Graaf' den koerier van den kroonprins heeft overvallen en be slag gelegd heeft op buitengewoon coimpro- mitteerende stukken. Naar aanleiding van dit berioht meldt bet Haagsche Oorrespondenitiebureau, dat geen enkele mededeeling van buitenlandsche di plomaten, als in dat bericht bedoeld, door de Nederlandsche regeering is_ ontvangen, dat ook een zoogenaamde inval lh het hotel „De Oude Graaf' te Amsterdam een zuivere fic tie is, en dat de regearimg alle waarborgen bezit, dat aan hetgeen men den ex-keizer en zijn oudsten zoon verwijt, door hen zelf niet kan worden gedacht. De firma Jansen en Tilanus te Vriezen- veen heeft de breierij ook Donderdags stop gezet. In de weverij en breierij wordt nu nog slechts op Maandag, Dinsdag en Woensdag gewerkt. De tapijtfabriek der firma Hubers en Co. te Deventer heeft het grootste deel van haar personeel ontslagen, terwijl bij de elastiek fabriek der firma Fortuin aan de helft der arbeiders ontslag is aangezegd. Een deel van de knechts, werkzaam opde stoomhoutzagerij van de firma Wiederson en Zn. te Steenwijk, hebben j.L Zaterdag avond ontslag gekregen. De bruinkoolontginning „Graetheide" te Sittard is stopgezet. Het aantal arbeiders was den laatsten tijd reeds belangrijk ver minderd. Aan de Kabelfabriek te Delft werden we gens slapte aan een 30-tal arbeiders den dienst opgezegd. Een 20-tal jeugdige arbeiders van 18- tot 20-jarigen leeftijd, werkzaam aan de Cocos- fabriek té Apeldoorn, is wegens slapte in het bedrijf tegen a.s. Donderdag ontslag ge geven. 170 arbeiders blijven aan het werk, deels om de voorraden te vergrooten en deels om de" weinige orders uit te kunen voeren. Wegens slapte in de Gooische tapijtin dustrie is met medio-Januari een verkorte arbeidstijd ingevoerd o.a. voor een viertal Hilversumsche fabrieken. Per week zal voor- loopig acht uren minder gewerkt worden, terwijl meerdere inkrimping van den ar beidstijd te wachten is. Het hoofdbestuur van den Centralen Boaid tan Transportarbeiders heeft Dinsdag van de regeering bericht ontvangen, dat de re glementaire uitkeering aan de werkloozen tot 31 December 1921 gedaan kan worden. Ten gevolge van den zwaren storm heeft de telegraafdienst in het binnenlandsch ver keer vertraging ondervonden in alle richtin gen. De intercommunale telefoondienst on dervond weinig vertraging. In het haventje van Durgerdam aan den buitenkant van den dyk, is tengevolge van den lagen waterstand in verband met den drassigen ondergrond, de onderkant van den berm over een lengte van honderd meter anderhalven meter verzakt en in het water gestort. De Burgemeester van Monnikendam, die voorzitter is van het hoogheemraadschap Wa terland en de hoofdingenieur van den Provin cialen Waterstaat hebben den toestand opge- men en geconstateerd, dat geen direct gevaar dreigt. Maatregelen voor herstel worden reeds genomen. De beweging der groothandelspryzen. F. M. Wibout geeft in „Het Volk" een over zicht van de beweging der groothandelspry- zen. De schryver zegt daarin; Het is in de maanden November en Decem ber stevig voortgegaan met de daling van de groothandelspryzen. Voor September was het in indexcyfer: 3471/s (vergeleken met 100 voor den gemid delden prys van alle artikelen in het tydperk 1901—1905). Voor November: 299,7 en voor December: 269.3 Een. daling dus in 3 maan den van ruim 22 pCt. over de geheele lyn. Vergeleken met vóór den oorlog, einde 1914, toen het 116.6 was, zyn de groothandelspry zen dus nog zeer hoog, Gemiddeld nog veel meer dan het dubbele van toen. Maar ver geleken met het hoogtepunt379.6, dat in Maart 1920 werd bereikt, is de sprong naar December 19Ö0, een sprong van byna 30 pCt. over de geheele lijn, toch wel heel groot. De daling was het sterkst in de grondstof fen voor de kleeding in de textielindustrie. Voor deze groep wat het indexcyter in Juli 1920 nog: 2594, in Oetober nog: 1951'/9 en in December: 1214. Sedert Juli dus een val met de helft of ruim 50 pCt. In deze groep was de daling verreweg het sterkst. Er is ook daling in de beide groepen voe dingsmiddelen. De eerste groep, die vleesch en granen omvat, is gedaald van 1504 in September tot 1478 in November, en 1344 in December. Een daling dus over dat tydperk van meer dan 10 pCt. Iets grooter is de daling in de tweede groep levensmiddelen: suiker, thee, enz. namelyk van 928 in September tot 869'^ in Novem ber. Een daling dus van ruim 13 pCt. De groep mineralen, waartoe brandstoffen behooren, vertoont sedert September een da ling van byna 8 pCt., van 1311 tot 1216. In de steenkolen echter heeft zich eerst in de laatste weken de daling sterk doorgezet. Vergelykt men de groothandelpryzen met het tydstip van de wapenstilstand November 1918, kan krygt men de volgende cyfers Nov. 1918 Dec. 1920 Vleesch, granen 100 104 Andere voedingsmiddelen 100 103 Textielgoederen 100 69 Brandstoffen en mineralen 100 134 Diversen 100 92 Totaal gemiddelde 100 95 Het gemiddelde cyfer voor de groothandels pryzen is dus thans lager dan vóór den wa penstilstand. Brandstoffen en mineralen zyn nog zeer belangryk hooger. Voedingsmidde len zyn nog iets hooger, en textielgoederen (grondstof voor de kleeding) zyn ruim 30 pCt. lager. Wy zeiden reeds, dat het algemeen gemid delde nog meer dan dubbel zoo hoog is als voor den oorlog, einde Juli 1914. In de levens middelen is het verschil grooter. Einde Juli 1914 was voor de groep granen en vleesch het indexcyfer: 579, December: 1344, een ver schil dus van ruim 132 pCt. Voor de andere groep levensmiddelen was het cyfer 1914: 352, en December805, een verschil dus van 141 pCt. Er zyn echter reeds artikelen, waar de groothandelspryzen beginnen te naderen tot den prys van voor den oorlog. Zoo was in December 1920 de prys van katoen10.27 stui ver per Eng. pond tegenover 7.14 einde 1913. Een verschil dus van minder dan 50 pCt. Voor vet (talk) was de prys einde December 1920: sh. 58 en einde 1913: sh 34, een verschil dus van 70 pCt. Voor sommige metalen was het verschil veel kleiner, met name voor tin, waar de prys einde December (1920 slechts 23 pCt hooger was dan einde 1913 A 205'/4 tegenover 167"/„) en lood, waar het prijsverschil onge veer 36 pCt. was (met 251 tegenover 188 4). Er zyn artikelen, die ln Deeember 1920 hooger stonden dan zy in de laatste jaren ooit hebben gestaan. Wy noemen petroleum met 'een prys van 27' 4 stuiver, einde December 1920 per gallon vergeleken met 3 3/8 stuiver einde 1913. Een artikel naar men weet, waar'de monopolistische beheersching der samenwer kende trusts sterker is dan in eenig ander. Uit de groote verschillen, die de vergely- king der pryzen oplevert, blykt opnieuw de zotheid van de bewering, die wy nog iederen dag tegenkomen, dat de styging van de pry zen in rechte verhouding zouden moeten staan tot de styging van de pryzen der loonen. De invloed van het loon op den prys hangt naar men weet geheel af van de beteekenis, die het loonbedrag geeft in den produktieprys, en die voor verschillende artikelen zeer sterk uiteenloopt. De sterke daling der groothandelspryzen heeft zich nog niet sterk uitgesproken in een daling van den eigeniyken prys van het le vensonderhoud, de daling der kleinhandels- pryzen. Deze moet echter, wanneer de daling der groothandelspryzen zoo voortgaat, onver- mydeiyk komen. bestuur antwoordde de Minister van Marine a. i.: Een gepensionneerd Initenenant ter zee heeft zich sinds Maart 1918, door tusschenkomst van den commandant der Marine te Willems oord, met het marinebestuur in verbinding gesteld. De eerste proeven werden genomen in December 1918. Het vergelykend onderzoek naar de doel treffendheid van het by de landmacht ïeeds in gebruik zynde instrument en van het door bedoelden gepensionneerden zee-officier aan gebodene, is gehouden door een commissie, bestaande uit officieren van land- en Zeemacht. Afschrift van het rapport van het onderzoek met vyf origineele 'bylagen is ter griffie der Kamer nedergelegd. Tegen publicatie dezer bescheiden bestaat bezwaar in verband met de defensiebelangen. Omtrent de vraag of het advies om tot aan koop der vinding van den gepensionneerden zeeofficier over te gaan, zal worden gevolgd, is nog niet beslist. Indien dit advies wordt gevolgd, zoo zal daartoe gebruik gemaakt worden van den post groot f70,000 op art. 27 a Hoofdstuk VI Staatsbegrooting 1921. Aan den uitvinder van het instrument, by de landmacht in gebruik, werd f20.000 uit gekeerd, benevens f500 voor ieder toestel, dat binnen vyf jaren na 20 Juli 1916 in ge bruik zal worden genomen. Daar nog geen beslissing is genomen omtrent de aanschaffing van het toestel, van den gepensionneerden zeeofficier, is het tweede gedeelte dezer vraag nog niet te beantwoorden. Naar wij vernemen, is de uitvinder van het bommenwerptoestel, waarover het Ka merlid Van der Voort van Zyp vragen aan den minister van marine a. i. stelde, de gep. luitenant ter zee A. E. G. Post Uiterweer, thans werkzaam aan het vliegkamp „De Kooy". Het vergelijkend onderzoek naar de doel treffendheid van het bij de landmacht reeds in gebruik zijnde "instrument en van dezen bommenwerper, door genoemden oud-zee officier uitgevonden, heeft tot resultaat ge had, dat in alle opzichten de superioriteit van laatstbedoeld instrument is bewezen. (Schrifteiyk beantw. vragen.) Op de vragen van den heer Van der Voort van Zyp betreffende genomen proeven met een bommenwerptoestel voor vliegtuigen en aankoop van deze vinding door het marine- Benoemd tot Directeur Telegraafkantoor alhier, de heer D. van den Berg, thans Hoofd commies Telegraphie. Aan de Technische Hoogeschool te Delft slaagde voor het ingenieurs-examen voor scheikundig ingenieur de h,eer P. Spruit Jzn., alhier. Onze vroegere fpiaaitsgemoote, (mejuf frouw J. Wielinga, leerlinge van den Han delsavondcursus alhier, is te Amsterdam, na voldoend afgelegd examen, geplaatst als klerke bij de rijksbelastingen. Door de architecten S. Krijnen en W. Verschoor werd, ten behoeve van de Ver- eeniging voor Volkshuisvesting „Helder" 18 Jan. in het hotel „Bellevue" aanbesteed het bouwen van 50 woningen en 3 winkel woningen, op een terrein tusschen den Pol derweg en de Van Galenstraat aldaar. De aanbesteding geschiedde in 4 percee- len; de volgende biljetten waren ingekomen: F. Wormsbekker, Hoorn, opbouw 257.930; idem Lood- en zinkwerk ƒ8000; idem Glas- en verf werk 5000; idem massa 270.605; G. Lastdrager, Helder, opbouw 258.330; J. de Wijn, Helder, opbouw 269.529; Haar- lemsche Coöperatieve Bouwersbomd, op bouw 276.600; N. V. Aann.-Mij. Noord- Holland, IJmuiden,-opbouw, 277.500; Leeg water Hartland, Heer Hugowaard, massa 284.700; J. Geuzebroek Jr., Medemblik, opbouw 287.000; F. C. Thomas, Challa Meyer, Amsterdam, massa 289.00(f; J. Smit Jb. Smit, Helder, opbouw ƒ292.000; G. Versteeg, Dantumawoude, opbouw ƒ292.000; P. Windt A. Slingerlandt, Amsterdam, op bouw 298.000; H. Starrenburg J. Boer- dijk, Helder, opbouw 298.000; Doedens Schilder, 't Zand, opbouw 308.087; J. Veu- ger P. Rempt, St. Maartensbrug, opbouw 312.000; H. Riemers, Helder, opbouw ƒ315.000; P. Doorn, St. Maartensbrug, op bouw 318.000; G. Koomen, Wijdenes, op bouw ƒ-325.000; A. Krijnen, Helder, opbouw 826.480. Verfwerk. J. Ruiter, Alkmaar ƒ5200; W. C. Friedt. Alkmaar 5246; S. Schellinger, Helder 5480; S. Koster, Alkmaar 5530; J. Free- ken, fHelder 5588; G. Meereboer, 't Zand ƒ6640; H. J. Stoel, Hoorn ƒ6750; Gebr. de Boer, Helder 5840; A. van Pelt, Helder 0000; Gebr. Hoogerduijn, Helder ƒ0255; J. de Kok, Helder 6280; M. Kaleveld. Hel der 6285; W. O. Kramer, Helder 0997; M. B. Spigt, Helder 7025. C. Dekkers, Hoorn 7.900.G. J. de Jong, Helder 7.979,C. J. Westerbaan, Helder 8.000; E. Koopman, Helder 8.957; v. d. Vlist Lanting, Amsterdam 9.999; J. F. Schellinger, Helder 10.925; J. A. Feij, Helder 11.950. (Reeds in een gedeelte van ons vorig oplaag opgenomen). „Onze Vloot". Gisteravond hield de heer J. W. J. Baron van Haersolte, oud-zeeofficier, directeur van het Nationaal Techflisch Scheepvaartkundig Museum te Rotterdam, eene lezing voor de afdeeling Helder van de Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot", over het onderwerp „Het Panama-kanaal". Deze lezing werd toege licht door lichtbeelden. Klokslag acht uur, heette de waarnemend voorzitter, de heer Heilbron, wegens verhin dering van den voorzitter, den heer Bol- dingh, de aanwezigen welkom, waarbij te vens menegedeeld werd, dat in de pauze ge legenheid bestond loten te koopen ten bate van het Marine-Monument. Spreker, de heer Van Haersolte, hierop het woord verkrijgende begint te constatee- ren, dat de Panama-kanaalverbinding een groot ingenieurswerk geweest is, temeer daar deze werkzaamheden moesten gebeuren in een tropisch en ongezond klimaat, wat ten slotte aan de Amerikanen gelukt is. De plannen om het Panama-kanaal tot stand te brengen zijn reeds oud. Indië en zijn vierde reis hem bracht bij de smalle landstrook welke Noord- en Zuid- Amerika 'verbindt, trachtte hij aldaar een doortocht te vinden, want volgens de in boorlingen moest daar ergens eene verbin ding bestaan. Later gelukte het aan den Spanjaard Balboa om over de gebergten heen, de land engte door te trekken. Ten tijde van Karei V bestonden er reeds plannen tot doorgravingen; toen Philips* II aan de regeering was werd in 1567, weder om een voorstel gedaan om deze werkzaam heden aan te vatten, maar op aanraden zijner vertrouwelingen werd er zelfs straf op gesteld, die zich met kanaalplannen zou den willen inlaten. Aangezien er evenwel bekend was, dat ln deze streken goud- en zilvermijnen aanwe zig waren, is het niet onmogelijk, dat Phi lips II concurrentie duchtte van de Engel- schen. Hoe het ook zij, het bleef bij plannen. Einde van de 18e eeuw kwamen er weer vier plannen naar voren om. dit werk tot stand te brengen, welke niet tot uitvoering gekomen zijn. In 1829 bestond er ook, zoo als velen bekend zal zijn, een Nederlandsch plan. Het eind is geweest, dat nadat de Lesseps, degroote Franschman, die het grootsche werk van het Suëz-Kanaal voor elkaar had weten te brengen, door de Fransche regee ring aangezocht werd, ook de uitvoering van het Panama-kanaal op zich te nemen. De daarvoor gevormde maatschappij is evenwel failliet gegaan. Aan de ten uitvoerlegging van dit kolos sale werk waren ook tal van bezwaren en moeieiykheden verbonden. In de eerste plaats was er bijna geen werkvolk te krij gen en in de tweede plaats was de gezond heidstoestand slecht. Toen het aan de Franschen niet gelukt was, heben de Amerikanen de handen ineenge slagen. Na nog vele verwikkelingen met de be trokken staten van Zuid-Amerika en wel in het bijzonder met Nicaragua en Columbia gelukte het eindelijk een verdrag te sluiten waarbij tevens bepaald werd dat met het oog op de internationale scheepvaart de ste den Panama en Colan zelfstandig werden verklaard, zoodat die steden thans door Ame rika niet drooggelegd kunnen worden, wat zooals algemeen bekend mag heeten, in Amerika zelf wel het geval is. Toen de overeenkomst eindelijk tot stand gekomen was werden de werkzaam heden met kracht ter hand genomen. Vele bezwaren waren te overwinnen en wel de ziekten. Dit betrof in hoofdzaak de muskietenbestrijding. Bij den aanleg van de Panamawerken door de Franschen. was vrijwel niemand vrij gebleven van malaria. De Amerikanen zijn gelukkiger geweest daar ontdekt was gewórden, dat de muskiet de oorzaak van de ziekte was. Kolonel Gor- gus, de chef van den Amerikaanschen ge neeskundigen dienst heeft op groote schaal de muskieten-bestrijding aangevat, wat een kapitaal van 15 millioen dollars gekost heeft, maar hij heeft succes gehad. In streken waar geen Europeaan kon leven, doordat iedereen voorheen aangetast werd door gele koorts en andere ziekten, werden hygiënische hui zen gebouwd, hospitalen en ziekenhuizen opgericht, zoodat het werkliedenvraagstuk spoediger opgelost werd. Wel bleef de moeielijkheid bestaan om aan goed werk volk te komen, maar door middel van aan het klimaat gewende en geharde krachten uit naburige Staten en omgeving kon hierin worden voorzien. In hoofdzaak kwamen deze werkkrachten uit Barbados. Eene an dere moeielijkheid was nog om de geëm- ploieerden in gangbare munt uit te betalen, zoodat de eene categorie in goud en de an dere in zilver werd uitbetaald. Hierna werden door den spreker tal van interessante lichtbeelden getoond, betrek king hebende op de werkzaamheden van en in het Panama-kanaal tijdens de oorspron kelijke, de wordings- en de tegenwoordige situatie aan dit belangryk verbindingska naal. Na de pauze gaf spr. nog eene duidelyke en begrijpelijke uiteenzetting van het Pana ma-kanaal zelf en wederom toegelicht met lichtbeelden. Dit reuzenmenschenwerk, een sluizenkanaal, dat 92 sluisdeuren bevat, en waarbij alle voorzorgsmaatregelen genomen zijn om het varen in het Kanaal zoo een voudig, practisch en veilig mogelijk te doen plaats hebben, is een grootsch werk. Een woord van bewondering voor de door zetting van het plan om tot doorgraving van het Panama-kanaal te geraken en te volvoe ren komt in de eerste plaats toe aan Presi dent Roosevelt en Kolonel Gorgus, welke laatste er veel heeft toe bijgedragen om de omliggende streken bewoonbaar te maken. Hierna eindigt spr. zijne leerrijke en met aandacht gevolgde voordracht. De waarnemend voorzitter, de heer Heil bron, dankt mede uit naam der aanwezigen, den spreker, voor zijne duidelijke en pracht volle rede. 6e Wlnterconcert en Volksconcert der Marlnekapel. In de samenstelling van het programma trof ons, ondanks daarop prijkende warken uit verschillende tydperken der muziekcul tuur, een eenheid van opzet, die den direc teur, den heer Hazebroek, alle eer aandoet. Aan dit concert werd medewerking ver leend door Mej. Annie Hoogenbosoh (so praan). Deze bij de meeste der inwoners welbe kende sopraanizangeres vertolkte op uitste kende wijze eenige liederen, benevens Jos. Haydn's mooie „Redtativ und Arie aus die Jahreszedten", waarin wij vooral de schoone ooloratuur zeer bewonderden. Ook de mooie Ballade „Erlkönig" ont roerde ons als altijd weer, en Mej. Hoogen bosoh gaf voortreffeiyk zoowel de vleiende stem van den Erlkönig als het angstige roe pen van het bange kind weer. In de, door het orkest op zeer verdienste lijke wyze gespeelde begeleiding der Aria van Haydn trof ons speciaal de hoboist, die gelegenheid gaf zyn absolute zuiverheid en juiste voordracht te doen waard eereru Na de pauze, op den vleugel op verdien stelijke wijze begeleid door haren leeraar, den heer Leewens, zong Mej. Hoogenbosch zooals wij reeds zeiden op stemmingsvolle wyze het imponeerende '„Erlkönig" van Schubert. Zy verleende veel uitdrukking aan het grootsche „Vlatique" van Chamina- de en liet op sohalkschen toon het „Mee- zeke" van Zagwyn de zaal Inhlppen. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5