HELDERSCHE COURANT
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 22 JANUARI 1921.
PLAATSELIJK NIEUWS.
VERGADERING VAN DEN RAAD.
De ■voortzetting van Üe behandeling der
•begrooting, welke aanvankelijk was bepaald
op Vrijdagmiddag, is later ^uitgesteld tot
Maandag. Later werd dit weer veranderd in
Dinsdagmiddag. Ter voorkoming van mis
verstand verzocht men ons dit even te willen
releveeren en er op te wijzen, dat alléén
Dinsdagmiddag de voortzetting van de be
groeting plaats heeft en de voor Maandag
middag uitgeschreven vergadering alzoo
vsrvallen is.
"TT,*11 te Amsterdam gehouden wed
strijd van lantaarnplaten (projectiefoto's)
uitgeschreven door de Ned. Am. Fot. Ver.
werd de inzending van Jac. de Boer, foto
graaf, Helder, den eersten prijs toegekend,
zijnde diploma met medaille.
Dnbbelmannenkwartet „Inter Nos".
Dlr. A. J. Leewens.
Naar men ons mededeelt geeft bovenge
noemd, alhier gunstig bekend staand kwar
tet op 31 Januari een concert in Casino. Na
veel moeite is het gelukt daaraan medewer
king te doen verleen-en door de altzangeres
Meta Reideil uit Amsterdam.
Mej. Reddel is een zangers van groote be-
teekenis, die nog onlangs onder leiding van
Willem Mengelberg in het Concertgebouw te
Amsterdam optradt; trouwens moet die eer
„Inter Nos" worden gegeven, dat de solisten
op haar concerten, getuige het laatste optre
den van den beroemden cellist Maux Loeven-
sohm, steeds uitmuntende kunstenaars zijn.
Kritieken betreffende de solisten zullen
tijdig gepubliceerd worden. Door „Inter Nos"
zelf zal een bijna geheel nieuw programma
worden uitgevoerd, waaronder het mooie
„Vaarwel o zomer", waarmede het kwartet
in Aug. 1920 te Amsterdam werd bekroond.
Vanaf Maandag zijn bij den boekhandel
kaarten te bekomen. Men raadplege betref
fende de toegansprijs de biljetten en adver
tentie.
Lezing ds. Schermerhorn.
Betreffende de lezing, welke a.s. Maandag
24 dezer door den N. Niedorper predikant
ds. N. J. C. Schermerhorn voor de vereeni-
ging „De Dageraad" gehouden wordt, vol
gen hier nog eenige persuittreksels:
Schager Courant:
We kunnen hier volstaan met het heerlijke
talent van den spreker te roemen, die de
moeilijke taak, verschillende rollen weer te
geven, zoo kunstvol volbracht en met zijn
voordracht alle aanwezigen eenige uren zoo
heeft geboeid, dat de volle aandacht onafge
broken met blijkbaar genieten van zijn op
treden werd gegeven.
N. Arnh. Ort.:
De heer Schermerhorn, die over een mooi
stemgeluid beschikt, en de gave van voordra
gen uitnemend meester bleek te zijn, wist de
aanwezigen gedurende den geheelen avond
te boeien.
De toehoorders gaven, na elk bedrijf luide
hun instemming te kennen.
„Ondergang" heeft een anti-militairisti-
sche strekking en al zal niet ieder het met
den schrijver eens zijn, toegegeven moet wor
den, dat het een stuk is, dat in staat blijkt
te zijn, de aandacht van velen te trekken.
Den bezoekers wordt verzocht vóór 8 uur
aanwezig te zijn, daar niemand gedurende de
voordracht van Ds. Schermerhorn wordt in
gelaten.
Schaken.
Hedenavond 8 uur zal de sterke Amster-
dlamsche EDoofdklassespeler, de heer H. v.
Bantingsvelt in de Heldersche Schaakver
eniging „Morphy" een Simuitaan-seance
geven.
Zooals altijd bij zulk een schaakfeest zal
het clublokaal in het Alg. Mil. Tehuis, Spoor
straat, voor iedere schaakliefhebber geopend
zijn. Ook voor niet-leden is er gelegenheid
hun krachten met den Sdmultaanspeler, die
een 26 borden tegenover zich zal krijgen, te
meten. Nu komt 't vaak voor, dlat niet aange
sloten spelers, die hun kracht dus dikwijls
niet kennen, zich niet graag aan zoo'n partij
wagen. Maar waarom eigenlijk? 't Is zeker
geen. schande tegen iemtand als den heer v.
Harttegsveld te sneuvelen I Bovendien, de
kans op een overwinning is bij zoo'n seance
voor een zwak speler niet veel kleiner dan
voor een meer geoefend tegenstander.
Wenscht iemand echter toch niet mee te
spelen, miaar alleen (het Verloop van den
strijd tegen de anderen te volgen, dan is hij
ook als toeschouwer van harte welkom. Het
bestuur van „Morphy" zou gaarne zien dat
t lokaal te klein was om vanavond de lief
hebbers van ons edel spel, dat hier zeker nog
•en groot aantal beoefenaars moet hebben,
te bevatten.
Prof. Sebestyén.
Door de afd. Helder van de Geref. Ver.
voor drankbestrijding, het bestuur der afd.
Helder van de Nat. Christen Ond.-Off.-Ver.
en de mil. afd. Helder van de Nat. Ver. „Pro
Rege" was gisterenavond in de Geref. Kerk
alhier een openbare vergadering belegd,
waar als spreker optrad Prof. Sebestyén uit
Boedapest met het onderwerp: Het bolsje
wisme uit christelijk oogpunt beschouwd.
Zijn werking in Hongarije.
Door den voorzitter van laatstgenoemde
ver., Ds. Warners, werd de vergadering te
half acht geopend met gebed na vooraf te
laten zingen Ps. 33 6.
Hierna heette hij alle bezoekers (die in
grooten getale waren opgekomen), hartelijk
welkom, Inzonderheid Prof. Sebestyén, en
gaf deze hierna het woord.
Na een korte inleiding, hierin wijzende op
den tegenwoordigen toestand van de Geref.
kerken in Hongarije, den zwaren strijd, dien
deze kerken hebben moeten doormaken, ook
tijdens den vierjarigen oorlog, gaat spr. over
tot behandeling van zijn onderwerp.
He«t bolsjewisme is niets anders dan een
zuiver revolutionnaire beweging. Theolo
gisch is bolsjewisme het atheïsme.
Het evangelie van den haat, inplaats van
de -liefde.
Op politiek gebied de terreur van het pro
letariaat. Het brengt niets anders dan klas
senhaat en hebzucht.
De eerste gedachte, die zich vaak bij ons
naar voren dringt, is deze. Als het bolsje
wisme en zijn moeder heit socialisme eens
in een land de leiding heeft, hoe leeft men
er dan?
Allereerst vernietiging van den ouden
staatsvorm. De koninklijke familie wordt
weggejaagd of gedood. Het geheele leger-
wordt onmiddellijk ontwapend, en de socia
listische arbeiders gewapend. De gevange
nissen worden geopend en alle misdadigers
in vrijheid gesteld. Zoo ging 'het ook in Hon
garije, alle gevangenen werden vrijgelaten
door de dictatuur en terreur van het prole
tariaat.
In de roode couranten kon men iederen
dag berichten al-s onderstaand lezen:
Er is te weinig bloed vergoten.
Laat ons de lijken der burgers hoog op
stapelen in de straten van -Boedapest en ver
der berichten over moorden, plunderingen,
enz. In de eerste dagen werd alle privaat
bezit onteigend, de banken werden onmid
dellijk gesloten en alle betalingen gestaakt.
Meer dan 2 kamers mocht men niet bewo
nen. Zoo gebeurde het, dat in kasteelen pro
letariërs woonden en de prachtigste kamers
gebruikt werden om keukengerei in op te
bergen. Geen voorraad levensmiddelen
mocht men in huis nemen. De kelders wer
den nagezien of er zich geen voorraad
brandstof in bevond. Wapenen mochten niet
in bezit zijn.
Alles behoort U en alles behoort ons was
het spreekwoord van den communist. Tot
zelfs in den nacht werd men nog niet met
rust gelaten. Vele menschen zijn zenuwziek
geworden. En -bij dit alles kwam nog de
honger, er was geen vet, suiker, melk,
vleesch en zelfs geen aardappelen meer.
Kinderen en ouden van dagen stierven van
den honger.
Ook de moraal van de bolsjewisten stond
op een laag peil, Mannen en vrouwen kon
den om een Klein© oneenigheid scheiden.
Onvolwassen jongens en meisjes konden
met een eenvoudige aanmelding trouwen.
De geestelijken werden op één lijn gezet
met de krankzinnigen en haddten geen stem
recht.
De religie is voor den oommunist opium
voor de ziel.
Het optreden tegen kerk en religie was
radicaal, men trachtte ze eenvoudig uit te
roeien, inzonderheid de roomsche.
Er werd eenvoudig verkondigd, dat de
kerkgebouwen omgebouwd zouden worden
In concertzalen, schouwburgen, bioscopen en
leeszalen.
Boeken en brochures, handelend over
Godsdienst en vaderland, werden vernietigd,
bijbels in beslag genomen.
Meer nog dan op religieus gebied heeft
de roode vaan op zedelijk gebied onheil ge
sticht. Hier bleek het eigenlijk hoe diep en
diep onzedelijk het bolsjewisme is. Op -grond
van de tien geboden toont spr. dit aan.
Met verbazende energie hebben zij zióh op
de Boholen geworpen, begrijpende, dat wie
de jeugd heeft, heeft de toekomst, Hier werd
o. a. geleerd, dat God niet bestaat en wij onze
ouders niet behoeven te gehoorzamen, daar
zij verplicht zijn voor ons te zorgen.
Een staaltje van onmenschelijkheid is wel
het volgende. In een Geref. dorp, dioht bij
Boedapest, werden 61 menschen opgehangen
en gefotografeerd. 3000 menschen waren in
korten tijd in de Donau -geworpen.
Het privaatbezit bestaat niet. Hieruit had
het proletariaat al spoedig een practisohe
conclusie gemaakt. Wanneer er du-s -geen
privaatbezit is, kunnen wij; ons alles toe
eigenen, een -gevolg dat er vele proletariërs
kapitalisten zijn geworden.
Bet geheele economische -leven was ge
dood, de fabrieken stonden stil.
Rampspoed, hongersnood en haat, deze
drie wijzen den weg, waar het bolsjewisme
door -kan.
Christendom en Inzonderheid het Calvi
nisme, moeten de David zijn, die den rooden
Goliath zullen dooden.
Door Ds. Warners werd de vergadering
gesloten met dankgebed, alvorens hij Prof.
Sebestyén nogmaals dankt voor zijn -gehou
den rede en heeft laten zingen Pa 90 1.
Wapentegeltjes gemeente Helder.
Men zal zich herinneren,- dat wij indertijd
eene advertentie plaatsten van den heer P.
Spruit Jz., destijds technisch student te
Delft, die daarin mededeelde, dat ,4e Por-
celeyne Fles" te Delft haar bekende wapen
tegeltjes ook voor den Helder wilde aan
maken, indien de deelname voldoende zou
zijn.
'Blijkbaar is dit het geval geweest, want
niet alleen ontvingen wij thans dit -tegeltje,
maar de prijs, die oorspronkelijk was vast
gesteld op 2.76, is teruggebracht op 2.60.
De uitvoering is uitstekend geslaagd,
hoewel het keel (de kleur van den achter
grond van het eigenlijke wapen) wellicht
iets donkerder gekund had. Bet zal niette
min aan den wand een goeden Indruk
maken.
Het lichtschip Doggersban-k-Zuid is door
de sleepboot „Drenthe", terugkeerende van
de Weser, op sleep genomen en werd heden
morgen alhier binnen verwacht.
RAADSOVERZICHT.
De Algemeene Beschouwingen bij de be
handeling der gemeente-begrooting voor het
loopende jaar zijn afgeloopen. Althans zoo
góed als; bet is mogelijk, dat de hee-r Schoof-
fölönibsrgsr, dio d6n ©örstöïi avond niot aan-
wezig was, en dus den tweeden avond, toen
de overige raadsleden aan hun „tweede in
stantie" bezig waren, nog aan zijn „eerste"
moest beginnen, het is mogelijk, zeggen
wij, dat de-ze heer nog aanleiding vindt in de
replieken vftn de wethouders om er a.s. Dins
dag op terug te komen-. Maar overigens zijn
de gemoederen weer ontlaat -van de een jaar
lang opgehoopte gevoelens omtrent het ge
meentelijk beleid, e. d.
Laat ons aanstonds zeggen, dat, over het
algemeen, de debatten kalm waren, zelfs ge
moedelijk, en- de uitgeoefende kritiek op het
emeentebeleid matig was en welwillend.
Jensdeels is dit wel te verklaren uit het feit,
dat oppositie-mannen als de heeren Bierste
ker en De Geus thans van het tooneel ver
dwenen zijn. Vooral aan den heer Biersteker
had bijvoorbeeld iemand als de heer Verste
gen de handen vol. Nu kon hij, zooals de
-heer Tielrooij -zeer juist opmerkte, de kritiek
spelenderwijs beantwoorden. Anderdeels kon
men uitteraard van de woordvoerders der
s4.a.p., die thans vrijwel de leiding heeft,
geen scherpe kritiek op een in hun geest ge
voerd beleid verwachten.
Van de vrijzinnigen was het <jan ook uit
sluitend de heer Grunwald, die kritische be
schouwingen leverde. Vooraf hadden we-de
gebruikelijke Nieuwjaarsspeeoh van den
Burgemeester gehad, die daarin aan zijne
beschouwingen omtrent den algemeenen toe
stand en het aspect der gemeente uiting gaf,
Het onverwoestbaar optimisme, dat In deze
rede doorstraalde, bracht al aanstonds warm
te in de -raadszaal; het was merkbaar, dat het
bij den Raad in -goede aarde viel, al zijn er
dan ook wel leden, die dezen optimistisohen
kijk omtrent onze toekomst niet deelen. De
heer Bok als oudste raadslid gaf aan de ge
voelens van den Raad uiting in een kort en
hartelijk speechje, waarin hij den burge
meester dankte.
(Bij den aanvang was de heer De Geus aan
wezig om, nu zijn nieuwe ambt zijn werk
krachten naar Hellevoetsluis heeft ver
plaatst, nog een ©ogenblikje in 's Raads
midden te zijn en afscheid van de oud-col
lega's te kunnen nemen. Natuurlijk kreeg hij
van den Voorzitter en daarna van den heer
Bok het gebruikelijke vriendelijke speechje,
en de heer De Geus, die daarvoor bedankte,
n-am toen persoonlijk afscheid van de leden
en verliet de verga-dering.
De beschouwing van den beer Grunwald
omtrent den finantiëelen toestand der ge
meente was niet zoo optimistisch als die van
den Voorzitter. Deze heer viel het College
aan over het weglaten dit jaa-r van een
„voorwoord" der begroeting. Dit „voor
woord" (het is een leelijk germanisme, maar
daar zullen wij nu maar niet over vallen an
ders konden wij uit het Algemeen Rapport
nog veel meer stijl- en taalbloempjes bijeen
lezen) is pas eene Instelling van de laatste
jaren. De begrooting van 1917 -had vpo-r het
eerst zoo'n voorwoord". Inderdaad gaf het
dikwijls een kijk op verschillende begroo-
tin-gsposten; het was eene soort handleiding,
die niet zonder beteekenis voor een juist be
grip van den toestand was. Thans was 't weer
weggelaten. Waarom? Omdat van al die be
schouwingen en becijferingen toch niets uit
kwam in deze onzekere tijden, zeiden de wet
houders. Neen, omdat jelui er eigenlijk niet
voor durven uitkomen, hoe desolaat de toe
stand is; omdat je bang bent, dat de finan
ciers, als ze den waren toestand kennen,
voor verdere leeningen zullen passen, zeiden
de critici. Wel foei, riepen toen de wethou
ders weer, hoe kunt gij zooiets denken 1 Die
financiers zijn gaar genoeg om het uit de
-begrootinigscijfers te kunnen halen, vertrouw
daar maar op. En bovendien, de toestand is
niet zoo erg; van een déböcle is geen sprake.
Aldus de heer Adriaanse.
Hoe het zij, de heer Grunwald vond den
toestand ernstig: een hoofdelijke omslag,
volgens de eigen bewoordingen van B. en W.,
tot een bedrag, dat tot een maximum is op
gevoerd wat betreft de draagkracht van de
gemeentenaren. Daarnaast een geraamde
sluitpost van ni-et minder dan 400.000, zijn
de dit opbrengst uit de O.W.-belasting, bui
tengewone rijksuitkeering, alsmede vermoe
delijke winst van de gasfabriek, welke ra
ming deze heer bedenkelijk vond.
Wij moeten voor deze beschouwingen en
voor het 'antwoord van den wethouder naar
ons uitvoerig verslag verwijzen, omdat -dit
alles buiten het bestek van een kort overzicht
ligt. Wethouder Adriaanse -toonde met de
cijfers aan, hoe*men aan deze raming, die
niet zoo willekeurig is als de heer Grunwald
-meende, gekomen was, en die wel degelijk
op vaste basis berustte. Wij moeten natuur
lijk in -dezen vertrouwen hebben in de juist
heid van 's heeren Adriaanse's beweringen,
en hopen, dat inderdaad de hoofdelijke om
slag niet zal worden verhoo-gd. Omtrent den
voor dit jaar geraamden- post dezer b *g
zeide de heer Adriaanse, dat de geschiede-
d-enls uitwijst, dat steeds de raming van de
-begrooting wordt ontvangen en zelfs over
schreden.
Een nieuw geluid werd bij deze Algemeene
Beschouwingen gehoord, dat door zijn frisch-
heid en originaliteit opviel. De heer Tielrooij
nJ. hield beschouwingen, die, vooral die,
welke hij in tweede instantie uitte, niet na
lieten in-druJk te maken. Natuurlijk, dat de
heer Tielrooij' tegenstander is van de politiek
der soc.-dem. Maar wat hij als ohr. historisch
raadslid zeide over de sociaal-democratie als
partij, en speciaal over de gebeurtenissen
van November 1918, zullen inderdaad, om
de woorden des heeren T. te gebruiken,
„weinig chr. hist. hem nazeggen". Een poli
ticus zal misschien zeggen: het is taktiek om
dergelijke denkbeelden te verzwijgen; jawel,
maar het is moedig, oon er voor-uit te komen
en „waarheid siert den m-ensoh" (woord van
den heer Staalman bij deze Alg. be-soh.) En
daarom was het applaus, dat bij de woorden
van den heer Tielrooij uit den Raad opklonk,
dan ook terecht; niet, zooals men wellicht
denken zou (want het kwam in hoofdzaak
van soo. zijde), omdat die heer het met hun
stelling in deze eens was, maar juist omdat
hij -als tegenstander niettemin voor deze zijne
meening uitkwam. De 'heer T., die helaas
geen improvisatorische gaven heeft en zijn
rede op papier had gesteld, heeft ongetwij
feld aan invloed gewonnen.
De heer Staalman had het over het „bur
gerlijke" dezer begrootdng. Deze heer bedoel
de daar vermoedelijk mede het „on-sociaal-
democratische", omdat men van een College
als het huidige een ander soort begrootte?
mocht hebben verwacht. Maar zooals door de
wethouders werd aangetoond, kan het niet
anders of eene begrooting, opgemaakt voor
een periode, zoo kort na een vrijzinnig be
wind, moet nog de sporen dragen van dit
vrijzinnig beheer. Bovendien is er toch nog
geen sprake van een „socialitisch" bewind;
de soc.-dem. vormen niet meer dan een sterke
minderheid. Ook deze heer leverde kritiek
op de gestie van het College in verschalend
opzicht. Op één, ietwat ondeugende, vraag
-moeiten wij nog even de aandacht vestigon.
Is er, vroeg de heer Staalman, nog een Le-
vensmiddelenbedrijf? Zoo ja, waarom is daar
over geen begrooting opgemaakt? Het Le-
vensmiddelenbedrijf, aldus wethouder Ver
stegen, is in liquidatie; maar opgeheven is
iet nog niet, omdat het welicht voor de bruin-
mooddstributie nog noodig is. Maar era be-
S-ootteg is er inderdaad niet van opgemaakt,
et „waarom niet" liet de heer Verstegen
er af.
D» hssr Borkert viel in hoofdzaak den
heer Staalman en diens politiek aan, verweet
dezen heer, dat hij zijn ten vorigen jare met
zooveel aplomb voorgelezen beginselprogram
niet nakwam en wel heel wat beloften gaf.
maar ais het op daden aankwam tekort
schoot. Een humoristisch speechje over de
Burgerwacht wekte de hilariteit (van den
Raad.
Van verschillende zijden werd overigens
hulde gebracht aan de werkzaamheid van het
College,, en over lhet algemeen ademden,
zooals wij reeds zeiden, de discussies een
vriendschappelijken en waardeerenden geest,
zij het dan, dat er natuurlijk verschillende
inzichten bleven bestaan. De neer Heyblok
releveerde nog eenige desiderata op onder
wijsgebied en verweet speciaal den heer
Staalman de commissie-vergaderingen zoo
slecht bij te wonen. Op een positieve vraag
van dien heer aan den wethouder van on
derwijs of daardoor de belangen van het on
derwijs benadeeld werden, bon deze laatste
uitteraard niet zoo positief antwoorden, zei
de echter, dat in het algemeen het vergade-
ringbezoek beter kon zijn.-Het gaat met die
kwesties echter aldus: de raadsleden krijgen
van het 'goede wel eens te veel, en het een
moet vaak lijden ter wille van het ander.
Deze heer kreeg het met den heer Grun
wald aan den stok over eene in de sectie
vergaderingen gebezigde uitdrukking. Blij
kens het Alg. Rapport zou door een der le
den de uitdrukking „stommiteit" gebezigd
zijn ten opzichte van de verkiezing als wet
houder van den heer de Zwart. Het bleek
nu dat de heer Heyblok deze uitdrukking
gebezigd had; maar zooals deze heer be
toogde was zij in ietwat ander verband ge
zegd dan uit het verslag van den Alg. Rap
porteur bleek. De heer Grunwald betwistte
dit en hield staande dat de heer Heyblok
gesproken had als-in het Alg. Rapport was
weergegeven, en beriep zioh op den heer
van Loo die deze bewering bevestigde. Niet
temin meende de heer Heyblok zijne lezing
te moeten volhouden en voegde hij den heer
Grunwald het onvriendelijkheidje toe als
zou hij onwaarheid spreken. Ook ten opzichte
van onze redactie was de heer Heyblok on
juist; wij veranderen nimmer de Ingezon
den stukken des heeren Schoeffelenberger
ten zijnen gunste zooals hij in den Raad be
weerde; integendeel wij veranderen lang niet
altijd zelfs de fouten en verkeerde zins
wendingen waaraan die heer (als verreweg
de meeste ingezonden stukken-schrijvers
trouwens) zich schuldig maakt.
Vian rechts werd van verschillende kanten
kritiek geleverd op de verdeeling der func
ties in ht Ooi-lege. Men weet, diat de rechter
zijde den heer Adriaanse niet als haar ver
tegenwoordiger erkent, en meende dat het
voor de -goede samenwerking beter zou zijn,
indien een sociaal-democraat de portefeuille
van financiën kreeg. Wij zouden het jam
mer vdmd-en, omdat wij gelooven, dat de hui
dige verdeeling, waarbij deze -aan den heer
Adriaanse is toevertrouwd, ons inderdaad de
beste lijkt. Het was wel een mooi gebaar,
toen de heer de Zwart zeide, dat hij, zoo
noodig, die portefeuille óók nog wel op zijn
schouders wilde nemen, en het maakte in
den Raad ook wel indruk, maar wij geloo
ven toch, dat het een stap achteruit zou zijn.
De heer Adriaanse Is uit hoofde van zijn
functie -beter met geldaangelegenheden op
de hoogte dan iemand als de heer de Zwart,
die zich geheel in deze materie zou moeten
inwerken.
Ten vorigen jare betoogde de heer Heij-
blok bij de behandeling van het salaris der
wethouders, dat dit ambt hoe langer hoe
meer den geheelen persoon gaat eisohen,
hetgeen de waarnemende wethouder, de
heer Biersteker, beaamde. Maar hoe zal het
dan straks -gaan, als de heer De Zwart, die
toch ook zijn particuliere werkzaamheden
-heeft, behalve deze nog twee wethouders-
portefeuilles op zijn schouders neemt?
Met alle waardeering voor de goede bedoe
ling lijkt ons dit -toch bedenkelijk.
Den tweeden avond kwam de heer Schoef
felenberger nog eens met een vijftiental
punten. Behalve op enkele onderdëelen van
het gemeentelijk beleid kwam zijn klacht in
hoofdzaak neer op het feit diat men hem te
weinig au sérieux nam, en hem alleen liet
staan, en bovendien, hem het vrije woord
ni-et of niet voldoende geeft.
Van soc. dem. kant zoowel uit den Raad
zelve als van de bestuurstafel, werd den heer
Sch. geantwoord dat hij aan dit alles zelve
grootendeels schuld is. De heer Borkert
zeide dat de heer Sch. veel te veel het oor
leent aan allerlei vermeende klachten over
onrechtvaardigheid e. d. en die dan zonder
verder onderzoek in den Raad brengt. Zoo
nu weer over die pennen. De heer Sch. be
pleitte de instelling van een Bezuinigings-
oommlssie. Het was onlangs gebeurd, dat
een leverancier 120 gros pennen op de secre
tarie bracht, toen daar nog 120 gros pennen
onuitgepakt stonden! Zoo iets moest niet
kunnen gebeuren, -meende de heer Sch. Wat
blijkt nu, naar wethouder de Zwart zeide?
Dat de secretarie eenvoudig het centraal
magazijn voor de scholen is, waar alles
wordt afgeleverd. Had de heer Sch. dit nu
even ter secretarie zelve geïnformeerd, dan
had men hem dit verteld. Nu komt dit weer
als een „kritiek op het beleid" in den Raad.
En zoo gaat het met meerdere dingen. Eén
punt was er, dat de heer Sch. óók nog aan
roerde, n.1. het feit, dat kwesties betreffen
de het Levensmiddelenbedrijf (en ook wel
andere dingen waarbij geen personen wor
den besproken) in een geheimen raad wor
den behandeld, inplaats van in den open
baren. Maar van de zijde der bestuurstafel
ging men daar jammer genoeg, niet op in...
Wij gelooven het hierbij wel te kunnen
laten. Dinsdagmiddag wordt aan de arti
kelen begonnen.
De reis van de „K V" AdenColombo.
Colombo, 21 Deoember 1920.
De overtocht Aden—Colombo -heeft de „K
V" gedaan In 12 etmalen. Zoo lang achter
elkaar was men nog niet in zee geweest.
Over het algemeen verliep alles vlot geduren
de dien -tijd. Geen ernstige machinedefecten
en -goede 'gezondh-eldstoestand van de opva
renden. Het weer was, den tij-d van het jaar
in aanmerking genomen, ni-et bijzonder ig-oed.
De N.O. moesson stond vrij goed door en
er stond daardoor een behoorlijke deining
en wat zee, zoodat van vertredln-g aan dek
-geen sprake was, een enkelen dag uitgeslo
ten, en de ventilatie niet door de voortrunk
geschiedde. Dit laatste was oorzaak, dat de
temperatuur vrij warm was, alhoewel de
kunstmatige ventilatie goed werkte. Voor de
goede spijsvertering ware het ook beter ge- alle vermeerderingen te zien. Alleen dié bij
weest indien men wat op dek kon op en neer
wandelen. Bovendien was nu het wasschen
onder de douche ook niet absoluut veilig. De
boot slingerde vrij hevig, door de dwars in
komende zeeën, men moest zich gced schrap
zetten tegen dit schokkende geslinger.
Gedurende de eerste helft stond er tegen
stroom, -hetgeen verwacht was. Daarna was
de stroom of zeer gering of mee een mee
vallertje, die de goede stemming onder de
opvarenden erin hield.
Veell schepen kwamen we overdag toevalli
gerwijs niet -tegen, alhoewel geregeld door
observaties de plaats van het schip gecontro
leerd werd en wij ons over het algemeen op
het gewone traject bevonden. Het draad-loos
station luisterde van -tijd tot tijd uit of er, en
zoo ja, welke sohepen In de -buurt waren, Zoo
hoorden wij dan ook de „Patria", die op de
thuisreis was. Helaas, ook deze -reis waren
wij niet gelukkig wat het ontmoeten van
mailbooten betreft. De „Patria" werd gezien,
d. w. z. zijn schoorsteenen en masten op pl.m.
16 mij) afstand benoorden ons om de West
stoomend.
Op den -avond van den lOen dag kwam
Mimikoi, de vuurtoren o-p één der eilandjes
der Maladinengroep in zicht, geheel op tijd
volgens bestek en begon het eind te naderen.
Het weer werd- er niet -beter op daarna, doch
de stroom werd zeer -gunstig. We hoopten
zelfs inplaats van Vrijdag 17 Deoember 12 u.
reeds in den nacht daarvoor -te Colombo te
zijn, doch des avonds werden we overvallen
door zware regens en. het voor de meeaten
vreemde St. Elmus vuur van mast en andere
uitsteeksel-s van de 'boot. Reeds vreesden wij
nog slecht weer te krijgen, in a-lle geval was
het zicht zoo slecht, dat het ni-et -raadzaam
was de kust van Ceylon -te naderen zonder
•te looden en om te looden was het noodig
elecbrisch „langzaam" te varen. Toen ten 12 u.
no-g steeds „66 Meter geen -grond" werd ge
lood, werd op en neer gehouden en h-et aan
breken van den dag afgewacht. Op de D.W.
kreeg de officier van de Wacht sterrebestek
en bleek de boot vrij ver -om de Zuid gezet
te 'zijn. De Dieselmachine werd -weer aangezet
en in N.O.lijke richting gevaren. Ten 8 u,
doemde de kust op en te 1 u, ongeveer kwa
men we op de haven -en meerden aan de
boeien.
Ruim 2000 mijl hadden we In 12 dagen
afgelegd.
BINNENLAND.
De Rijksmiddelen.
Met een bedrag van 41.161.000 hebben
de gewone ontvangsten in December die van
verleden jaar met bijkans 9 millioen over
troffen, al zijn zij dan ook ongeveer 3 mil
lioen lager geweest dan de verrassend hooge
opbrengst van Juli JA, toen, hoofdzakelijk
als een gevolg van een buitensporig groote
bate uit de registratierechten, een record
cijfer van ƒ44.22 millioen bereikt werd.
Houdt men echter ook rekening met de in
komsten uit de buitengewone bronnen, dan
laat December zelfs de ovengenoemde re-
cord-maand nog verre achter zich. Uit de
belastingen, die nog altijd in verband met
de buitengewone- omstandigheden worden
geheven, bedroegen de ontvangsten in de
afgeloopen maand ui. 26.8 millioen. dank
zij de O.W.-belasting, die met 24*/, mil
lioen bijkans het dubbele van November j.1.
en ruim driemaal zooveel als in December
1919 opleverde. Zij overtroffen die van Juli
met ruim 11 millioen, zoodat per saldo de
laatste maand van het jaar de opcenten
voor het leeningsfonds, die trouwens ook
nog iets hooger waren, buiten -beschouwing
gelaten yoor de schatkist toch nog circa
8 millioen meer heeft opgeleverd dan de
veel geprezen maand van den afgeloopen
zomer.
Tot de vermeerdering uit de. gewone bron
nen van inkomsten hebben, naar te ver
wachten was, de ontvangsten uit het ge
distilleerd in niet geringe mate bijgedragen.
In het vooruitzicht van de in de eerste da
gen van Januari afgekondigde drastische
verhooging van dezen accijns, waardoor de
heffing van 150 op 300 per H.L. ad 60
pot. is gebracht, (nog vermeerderd met 10
pet. of 30 opcenten voor het leeningsfonds)
zijn er door de handelaars in den loop van
December groote voorraden ingeslagen, met
het oog op de verwachte en ook inderdaad
ontstane vraag van den kant der verbrui
kers en der slijters, die nog-profiteeren wil
den van de bepaling, dat hoeveelheden van
minder dan 26 L. niet door de verhooging
zouden worden getroffen. Tengevolge daar
van zijn de ontvangsten uit dit middel tot
de tevoren ongekende hoogte van 8.530.000
gestegen, wat bijkans het dubbele is van de
opbrengst in November j.1. en 8.4 millioen
meer dan de toch reeds ongewoon hooge ba
ten in December 1919.
Behalve over December vermeldt de ver
schenen middelenstaat ook de ontvangsten
-over het geheele jaar 1920. Zooals in de laat
ste maanden reeds met vrij groote zekerheid
kon worden voorspeld, zou 1920 een jaar
worden, waarin de ontvangsten der schat
kist die van vorige jaren verre achter zich
zouden laten. Inderdaad blijken de ontvang
sten tot een ongewoon hoog peil geglommen
te zijn. Met een totaal van 439.6 millioen
overtreffen zij die van 1919 met niet min
der dan 110.7 millioen, nadat verleden jaar
reeds op een accres van 79.6 millioen in
vergelijking met het toch reeds voorspoe
dige jaar 1918 viel te wijzen. (In 1913 was
de totale opbrengst 176.432.000).
De Invoerrechten gaven een veel groot,ere
baten terwijl de handel op zichzelf nog lang
niet de hoogte van voor den oorlog bereikte.
De zooveel kleinere omvang van onze han
delsbeweging, althans voorzoover het ver
keer over zee betreft, weerspiegelt zich in
de opbrengst der loodsgelden, die, schoon
voor 1920 een accres aanwijzend van 621.000
toch met ƒ1.841.000 nog niet de helft van
de hoogte bereikten van die van 1913. Dat'
er intussohen sedert de tijden der groote
depressie van twee jaar geleden een aan
merkelijke verbetering is gekomen, blijkt
wel hieruit, dat h-et tegenwoordige bedrag
61/* maal zoo groot is als dat van 1918. De
voornaamste bijdrage tot het hooge eind
cijfer over 1920 heeft de inkomstenbelasting
geleverd. Deze klom van 491/, millioen in
1919 tot ruim 84 millioen in 't afgeloopen
aar (ƒ21 millioen meer dan geraamd was),
een voordeeiig verschil van niet minder dan
84VJ millioen.
De accijnzen geven voor 't afgeloopen jaar
Lichtschip Doggersbank-Zuid.