HELDERSCHE COURANT Tweede Blad. VAN DINSDAG 1 FEBRUARI 1921. BINNENLAND. Een overeenkomst met België. De Tijd meldt, dat nfi maandenlange on derhandelingen tuschen de Belgische regee- ring en de raadslieden der Noderlandsche be langhebbenden, inzake de Fluriale een op lossing in der minne is gevonden. De finan- cieele vorderingen der Nederlanders zijn door de Belgische regeerimg erkend, zoodat de betreffende schepen binnenkort vrijelijk door de Nederlandsche wateren naar België zullen kunnen gebracht worden. Zooals men weet, werden de schepen, die zich op den Rijn en in Nederland bevonden, bij den vrede aan België toegewezen. Er wa ren evenwel Nederlanders, die aandeelen en hypotheken op deze schepen hadden en hun rechten deden gelden. Zij lieten de schepen, zoodra zij in Nederlandsche wateren kwa men, aan den ketting leggen. Zoo kon België de hem toegewezen vaartuigen niet naar België halen. De Belgische regeering heeft nu de finan cieel© vorderingen der Nederlanders erkend. De loodsdienst aan de Wester-Schelde. De verslaggever van het „Alg. Handels blad" is nog steeds bezig van zijn ervaringen van den loodsdienst aan den mond van de Wester-Schelde te vertellen. Het volgende is ontleend aan zijn vierde artikel. Meer dan één Engelsche zeemansgids ver meldt alleen en dit kan slechts een gevolg van Belgische machinaties zijn den Bel gischen loodsdienst op de Schelde, of, als ze van een Hollandsche gewagen, dan doen ze 't zeer terloops. In Brown's Nautical AI- manach" is de toestand correct weergegeven. Maar in de Sailling Directions van Imray Lawrie, Norie and Wiison, staat: „Vessels are staitioned at the mouth of the Schelde to supply Belgian pilots to ships bound to Ant- werp or to Gent via the Terneuzen channel." Hier wordt dus geen woord gerept van den Hollandschen dienst. En in den officieelen Engelschen zeemansgids vindt men op blz. 134 wel terloops gewaagd van de partiteit der beide landen in bet beloodsen der rivier, maar worden alléén de onderscheidingstee- kenen der Belgische toooten aangegeven. Dat dergelijke onjuiste voorstellingen het gevolg zijn van Belgische machinaties blijkt o. a. duidelijk uit een brief, die in April 1919 door het bestuur van de Belgische Loodsen- vereeniging is gericht tot de firma Lang- lands and Sons te Glasgow ten einde zich te beklagen over het feit, dat de „Lady Tan- nant" op twee achtereenvolgende reizen een Hollandschen in plaats van een Belgischen loods had genomen. En nu vertalen wij woordelijk het volgende uit het afschrift van dit schrijven, dat vóór ons ligt: „Het is rechtmatig" (sic!) „dat de schepen, bestemd voor Antwerpen of Gent (Belgische havens) de diensten van Belgische loodsen nemen en wij vragen u om de gezagvoerders van uw booten te verzoeken, zoowel voor de zeegaten als voor de rivier slechts Belgische en geen Hollandsche loodsen te nemen." Het is rechtmatig? Neen, het is hoogst onrechtmatig. Het is volmaakt in strijd met het tractaat en met het Scheidsregiement, dat pariteit en rechtsgelijkheid tusschen de beide loodsdiensten gebiedt. En dit schrij ven van de Belgische Loodsenvereeniging is dan ook een van de stalen van ondermijning van den Nederlandscben loodsdienst en van het saboteeren van tractaat en reglement door volstrekt unfaire middelen, welke van Belgische zijde worden gebezigd. Er zijn er nog meer. Inlijving lichting 1921. (Officieel). De inlijving van de lichting 1921 zal, behoudens onvoorziene omstandig heden, niet vóór 1 Maart 1921 geschieden. De tijdvakken van inlijving zullen zoodra mogelijk na de vaststelling ter openbare kennis worden gebracht. Op zoek naar mijnen. De mijnenlegger „Triton" wordt op 's rijks werf te Hellevoetsluis voor indienststelling gereed gemaakt, teneinde een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van mijnen in de Noordzee, hetgeen door de visscherij bij het ophalen van de netten -wordt gecon stateerd; de commandant van het mijnen-de- tachement te Scheveningen, de kapitein-lui tenant ter zee Roosendaal, zal dit onderzoek leiden. HulsbrandpriJzen. Blykens een advertentie in de „N. Rott. Crthebben de Rotterdamsche brandstof- handelaren hun prijzen met 1 Febr. opnieuw verlaagd Franco thuisbezorgd, zijn ze thans vastge steld als volgt Parel gascokes f 175 p. HL.; grove gas- cokes f 1.90 p. HL.; geklopte gascokes f2.15 turT f2.25 p 100 K.G.; kachelkolen 12.70 p. H.L.eierbriketten f3.10 p. H.L. Anthraciet, kwaliteit en afmeting als tijdens de distributie, f3.70 per H.L.Anthraciet, waaruit gruis en steenen zooveel mogelijk verwijderd zijn, f4 50 per H.L.Wales-Anthra- ciet f5.75; Eng. Haardkolen f4.50; Grove Gietcokes f 42.— en gebroken id. f 44.50 per ton van 1000 K.G.Hout, gezaagd op de gebruikelijke maat, f5.— per 100 K.G. Daling vracht blnnenbenrtvaart De scheepvaart op de Merwede en de Waal is tengevolge van het weinige vervoer zeer gering. Aan de rijks-schlppersbeurs te Gorin- chem werden de laatste weken zeer weinig schepen bevracht. De schippers hebben nu uit eigen beweging de tarieven lager gesteld en bieden aan ladingen te vervoeren tegen 80 p.ct. van het door den minister vastge stelde tarief. Verhooging der spoorwegtarieven Onlangs deelde de „Telegraaf" mee dat de directie der Nederlandsche Spoorwegen met e regeering in onderhandeling aws getre- ien, tot verhooging van de reizigerstarieven. De edoelingb zou dan zijn het normale tarief per k.M. te brengen; voor de le klasse op 61/, cent, voor de 2e op 4'/« cent, voor de derde- op 31/» cent Bij informatie ia ons gebleken dat het al dus staat met deze voornemens: In de tegen woordige spoorwegtarieven zitmog altijd een toeslag van 25 procent De spoorwegdirectie heeft thans aan de regeering voorgesteld het toeslagstelsel, dait thans 26 procent op de spoorwegtarieven voor het rerzigersvervoer legt, af te schaffen en die tarieven zoo te bepalen dat zij, na aftrek van de 26-procent van den toeslag, met dertig procent worden verhoogd. De K.M.-tarieven zullen dan neer komen op die, door de „Tel." genoemd. De onderhandelingen verkeeren nog «Hechts in het eerste stadium, zoodat nog geenszins vaststaat dat de minister van waterstaat voor de verhooging te vinden zal zijn. De. politieke staking te Amsterdam. Officieel is thans bevestigd, dat de meer derheid van het Amsterdamsche College van B. en W. heeft zich veréenigd met de uit spraak van het -gemeentelijk scheidsgerecht betreffende de gemeentewerklieden, die op 8 Juni 1920 gestaakt hebben als protest tegen de Anti-Revolutiewet, en veroordeeld© mits dien de betreken werklieden wegens verzuim van dienst zonder verlof, „zonder dat dit ver zuim noodzakelijk of onvermijdelijk is", tot een straf van drie, resp. zes dagen schor sing, met -gemis van loon. Evenzeer is juist gebleken het igerucht, dat de beide sociaal democratische wethouders zich hiertegen zouden verzetten en dat zij bij- bekrachtiging door den raad van de door B. en W. opgeleg de straf (resp. verwerping van hun voorstel om geen straf op te leggen) hun ontslag als wethouders zullen nemen. Ook dèt staat nu vast. En de gemeenteraad zal nu hebben te beslissen. Volgens het Handelsblad zou in raadskrin -gen het voornemen bestaan, -een bemidde lingsvoorstel in te dienen, met het doel als nog de geringste straf op te leggen die het W erkliedenreglement voorschrijft, name lijk de schriftelijke berisping. De slgarenindustrle. i d 5000 arbeiders ontslagen. Vrijdag is aan de arbeiders werkzaam bij de R.K. georganiseerde bedrijven in de siga- renindustrie in het Zuiden den arbeid opge zegd. Eerstdaags, na afloop van den opzeg gingstermijn, zal aan deze arbeiders opnieuw werkgelegenheid worden geboden, indien bet nieuwe arbeidskontrakt door de R.K. arbei dersorganisatie zal zijn aanvaard. Dit nieuwe kontrakt, door den R.K. Pa troonsbond opgesteld, houdt, behalve de loonsverlaging nog tal van veranderde bepa lingen in. Zoo zijn de looriklassen in verband met de distrikten herzien, terwijl de loon schalen in hoofdzaak niet meer volgens mo del, doch volgens vexkoopklassen zijn be paald. Het ontslag omvat ongeveer 4 6000 per sonen en betreft niet alleen fabrieken te Eindhoven, maar ook die te Valkenswaard, Tilburg, 's-Herbogenbosch e. a. Schriftelijke vragen. De heer Zijlstra heeft aan den minister van waterstaat gevraagd: 1. Is de minister bereid maatregelen te treffen, dat de tijden van vervoer voor vrachtgoederen, bij de sporen ter verzending aangeboden, welke tijden gedurende den oor log, tot groot ongerief van den handel, ver driedubbeld zijn, zooveel mogelijk weer wor den teruggebracht tot den stand van vóór 16 September 1914? 2. Is de minister bereid te bevorderen, dat voor goederen, die, per spoor vervoerd, op Zaterdag ter bestemder plaatse aahko- men, maar tengevolge van de beperking van deri -arbeidstijd niet meer kunnen worden gelost en dus tot Maandagmorgen moeten blijven staan, gedurende dien tijd geen staangeld verschuldigd is, daar in zulk ge val dit staangeld onbillijk moet worden ge acht? Purmerend, 29 Jan. De afdeeling Pur- mer der Holl. Maatschappij van- Landbouw heeft het initiatief genomen om het volgend jaar het 300-jarig bestaan der afdeeling luisterrijk te vieren. BUITENLAND. De conferentie te Parfls. De schadevergoeding De ontwapening van Duitschland. Parys, 29 Januari. De diplomatieke mede werker van Havas zegt dat de volgende be sluiten in den loop van den avond aan Duitsch- land z(jn beteekend. Met betrekking tot de ontwapening is he;t verslag van Foch met geringe wijzigingen/ aangenomen. Duitschland zal zijn wetgeving in overeenstemming moeten brengen met de bepalingen van het vredestractaat, de over tollige officieren aan het ministerie van oorlog voor 15 April.afdanken, het oorlogsmaterieel boven de toegelaten sterkte voor 28 Februari uitleveren, de burgerwacht (Einwohnerwehren) voor 30 Juni ontbinden, de reserve-schepen voor 31 April ontwapenen, de oorlogsschepen in aanbouw en alle duikbooten voor 81 Juli vernielen, vergoeding geven voor de in 1919 vernielde Zeppelins, afzien van de instelling van 'een luchtvaartpolitie en de definities van de geallieerden aanvaarden ter onderscheiding van burgerlijk en militair vliegwezen. •De regeling door de, geallieerden van de vergoedingen zal medegedeeld worden aan de commissie voor herstel, die den Duitschen uitvoer zal controleeren. Duitschland zal aan de geallieerden bons hebben te overhandigen die equivalent zyn met het aandeel dat hun uit de annuïteiten toekomt. De voorziene sancties omvatten met name de bezetting van 'nieuw gebied, de verlenging van de bezetting van Rijnland en uitsluiting van Duitschland uit den Volkenbond. - De premie van twee gouden marken per ton steenkool van goede hoedanigheid wordt gehandhaafd. Het verslag van Lonchenr betreffende Oos tenrijk adviseert tot kwijtschelding van alle vorderingen op Oostenrijk voor vergoeding eb bezetting en tot-oprichting van een soort van „maatschappij wor Oostenrijk" welke aanbevolen zou worden aan de bankiers in de aan Oostenrijk grenzende landen en in verband waarmee binnenkort in de buurt van Triest een 'bijeenkomst zal worden ge houden. Parijs, 30 Januari. Bjj de sluiting van de conferentie heeft Briand te kennen gegeven, hoezeer hij het succes waardeerde, dat bereikt was, dank zij de welwillendheid en tegemoet koming over en weer. Hij verklaarde ver heugd te zijn, dat hij mee had kunnen werken aan den belangrijken vooruitgang die ver wezenlijkt was, waardoor zoowel aan de menschelijkheid als aan de geallieerden een dienst was bewezen. Hy bedankte hartelijk voor hun kostbare medewerking, die tot het succes had bijgedragen. Lloyd George antwoordde met te zeggen, dat het uitstekende welslagen te danken was aan het zeef groote aandeel, dat Briand daar aan gehad had. Wel had hy zelf soms kritiek geoefend op Briand, maar dat alleen nit ge negenheid voor hem en om goede uitkomsten te verkrijgen. Hy bedankte Briand, Doumer en Loucbeur en de andere collega's, die ertoe hadden meegewerkt om de conferentie voor de toekomst van Europa zoo vruchtdragend te maken. De groote vraag, waar alles om draait, is alleen, of de Entente, aan welke, volgens het algemeen getuigenis nit geallieerde bron, te Parijs een nieuw en veelbelovend leven is in geblazen, even stevig zal blijken, als het op de uitvoering van de papieren sancties aanlromt. Dat is bijvoorbeeld het gevoel, dat voor het „Journal des Débats" de vreugde niet onver mengd maakt._ Men behoeft zich alleen maar eens het geval voor te stellen, dat in Engeland de coalitie- regeering van Lloyd George uiteen kwam te vallen of dat Engeland met zijn uitgestrekte Rijk aan andere deelen van de wereld dan het vasteland van Europa zjjn volle aandacht te besteden -haddat in Italië een regeering met een anderen koers aan het bewind kwam en zoo meer. En zelfs als de oude regeeringen in alle Ententelanden nog aan het bewind waren, zouden zy af hebben te wachten, hoe hun volken dachten over een sanctie-politiek, die in hare volledige consequenties niet zoo zeer de uitvoering van een vredestractaat als de heropening van een oorlogstoestand be- teekent. Te Brussel moeten de deskundigen straks- verder onderhandelen. Daar zal dan nader blijken, wat er waar is van Lloyd Georgë's verzekering, dat, indien Duitschland weigert, de regeling van het vredestractaat in werking moet treden. Volgens berichten uit Rome aan de „Kölni- sche Zeitung", leveren verscheidene Italiaan- sche bladen kritiek op de uitkomsten van de Parijsche conferentie. Ze vinden de sommen, die aan Duitschland ter bëtaling opgelegd zijn, fantastisch hoog en meenen, dat men niet den weg tot het scheppsn van vrede in Europa ingeslagen is. Berlijn, 31 Januari. Aan enkele bekende personen uit den Rijksdag heeft een mede werker van het 8 Uhr Abendblatt gevraagd, wat zij zooal dachten van de besluiten van de conferentie v-an Parijs. Van Duitsch- nationalen tot onafbankelijken is men van meening, dat Duitschland deze besluiten als een utopie dient te beschouwen en dat bet deze besluiten in geen geval ten uitvoer kan brengen. Senator Petersen, de voorzitter van de Duitsche democratisch© partij, zeide, dat betgeen te Parijs besloten is, een onzinnig heid en een onmogelijkheid is. De uitvoering van deze besluiten zou de Duitsche cultuur vernietigen, en het Duitsche volk tot slaven maken. De entente zou dan de rol van slaven- bezitter moeten op zich nemen, daar men geen Duitsche regeering zou vinden, die zich daartoe zou willen leenen. Dr. Gothein, de gewezen minister, zeide ook, dat wat de entente verlangt, onmogelijk is. Met den besten wil van de wereld zou Duitschland niet in staat zijn deze verplich tingen na te komen. Het is alsof de minis tens en de gezanten der entente, die te Parijs bijeen waren, zich in het -geheel niet hebben bekommerd om bet oordeel der financieele en eoonomische deskundigen, daar zij anders niet zulke onzinnige eischen zouden hebben geformuleerd. Ook Gothein ging de eischen der entente nauwkeurig na en besloot met te zeggen, dat deze een zelfmoord voor het Duitsche economische leven beteekenen. Hij hoopte, dat Rijksdag en regeering eensge zind deze eischen van de hand zouden wijzen. Dr. Pfeiffer (Centrum) zeide slecht?: Als ik zie, dat iemand waanzinnig wordt, kan ik slechts medelijden met hem hebben. Prof. Kahl van de Duitsche volkspartij meent, dat bet aanvaarden van het verdrag van Ver- sailles door de Nationale Vergadering van Weimar zich thans wreekt. Indien men toen had geweigerd te teekenen,- zou Duitschland zich thans niet in een dergelijken toestand bevinden. Duitschland zou dan 3 zware maanden hebben doorgemaakt, maar het zou er thans heel wat beter voorstaan en met veel meer blijmoedigheid de toekomst inzien, dan thans het geval is. Ten slotte zeide de onafhankelijke dr. Ro- senfeld, dat de eischen der entente eenvou dig krankzinnig zijn. ENGELAND. De gezonken onderzeeër. Een der opvarenden van den onderzeeër „K 15" heeft, te Devonport teruggekeerd, omtrent het zinken van de „K 5" op 20 Janu ari j.1. nog het volgende medegedeeld aan de „Daily Mail". „Wij behoorden tot de „Roode Vloot" en voerden manoeuvres uit tegen een sohijn- aanval van onderzeeërs en groote schepen. De vijf onderzeeërs doken onder, de „K 6" het eerst, toen onze boot. Toen wij weer boven kwamen, verscheen de „K 5" niet, doch wij manoeuvreerden nog een half uur. Wij kre gen geen antwoord op ons draadloos tele gram en meenende, dat op de „K 6" de ont vanger gebroken was, signaleerden wij om te vragen om een rook-signaal. Dat bleef ook uit en toen de schepen vruchteloos in den omtrek gekruist hadden om de „K 6" te zoeken, vervolgde de boot haar weg." Mannen der „K 9" zeiden, dat zij twintig minuten na het oogenhlik van onder duiken een gerommel hadden gehoord, doch daaraan geen beteekenis hadden gehecht. Later vond men een olielaag, ongeveer een kwart mijl in oppervlakte, en ook een stuk wrak-hout. Ver ondersteld moet worden, dat een ontploffing In de „K 5" het ongeluk veroorzaakt heeft. Eet Engelsche luchtschip ,JR 3i". Het Engelsche ministerie van "luchtvaart maakt bekend, dat het tengevolge van het ongunstige weer en den sterken wind, on mogelijk was het luchtschip ,3 34" .vóór den avond onder te brengen. Het schip werd daarom in open zee voor anker gelegd. Het was evenwel niet mogelijk het gedurende den nacht in bedwang te houden met het resul taat, dat het werd vernield. Latere berichten meldden, dat het schip in tweeën gebroken is. Het is de eerste maal, dat een eerste-klas luchtschip in Engeland vernield is. De R 34 was het groötete Engelsche luchtschip van het stijve stelsel en had, nadat het zyn oorlogs uitrusting had afgelegd en als handelslucht vaartuig Was ingericht, verleden week zyn eersten tocht gedaan. De avery, die het op die reis had gekregen, bestond in de vernie ling van de schroef aan het voorste schuitje als gevolg van een botsing tegen een heuvel. Dit gebeurde in een hevige regenbni, die het luchtschip veel zwaarder gemaakt en tot dalen genoopt had. Toen het na veel moeite te Howden terug was, kon het den grond niet halen, en sommige leden van de bemanning moesten een sprong van vyftien voet hoog doen, om zich te bergen. De R 34 had 350.000 pd. st. gekost. RUSLAND. Een monsterproces te Moskou. Uit Helsingfors wordt gemeld, -dat vol gens een draadloos bericht der bolsjewieken te Moskou een sensationeel proces begon nen is. Verschillende commissarissen, be velhebbers van roode troepen en hoofden van de intendance zijn voor een rechtbank gedaagd onder beschuldiging van onregel matigheden bij de leveringen aan het roode leger en van verduistering van geld en goe deren, toebehoorende aan den staat. Het aan tal beklaagden bedraagt ongeveer honderd; het meerendeel zijn communisten. Brand te Bakoe. Een bericht uit Konstantinopel meldt, dat volgens het te Bakoe verschijnende commu nistische blad een brand 40 pet. van de naphta-reserve in deze stad heeft vernield. Zes arbeiders en één commissaris zijn in de vlammen omgekomen. De schade wordt op eenige inilliarden roebels geraamd. TIBET. Een Engelschman bij den Dalai-Lama. Een Britsoh ingenieur bij de telegraphie, J. Fairley, die juist uit Tibet is teruggekeerd, beeft aan den correspondent van de „Mor- ning Post" te Calcutta verteld dat hij in Lhassa ontvangen is door den Dalai Lama. Is dit waarheid, dan is de heer Fairley de eerste Engelschman, die na 1811, toen Man ning tot dat land doordrong, door dien ge- heimzinnigen potentaat is ontvangen. Sedert de expeditie Younghusbaud in 1904 te Lhassa terugkwam, was er geen Engelschman ge weest. Het is ook verwonderlijk dat het bezoek des hoeren Fairley van het begin tot het ein de een vreedzaam karakter droeg. Hij -ging er evenals later gegaan is de heer Bell, een politiek agent der Indische reg-eering heen op verzoek van de Tibetaansche reg-ee ring en hij vertelde den correspondent der „Morning Post" dat er nergens ©en spoor was te ontdekken van de oude bewering dat Tibet „verboden" land is. „Toen ik 'bevel kreeg naar Lhassa te gaan", zeide hij, „dacht ik allereerst dat men mij telkens mijn paspoort zou vragen en dat eeh gewap-ende macht noodig -zou zijn om mij door te laten. Maar van den eersten dag dat ik Ch-umbi aan de grens verliet, had ik niet de minste overlast. Men keek mijn paspoort h-eelemaal niet. in en de wijze van ontvangst in ieder dorp overtrof -alles wat ik -gedurende achttien jaar verblijf in Indië bad ondervon den. De Thibetanen toonden zich steeds de vriendelijkste en beleefdste menschen, welke -ik ooit ontmoette. Het eenige vreemde ras, waarover zij' met niet overdreven haat spraken waren de Goerkhas aan de zuide lijke igrens en daarvoor schijnt een afdoende historische reden te bestaan. „Een bezoek aan Lhassa", vertelde hij ver der, brengt iemand op eens terug tot de mid deleeuwen. Er zijn geen rioleering of andere sanitaire maatregelen 4e Lhassa en zonder de lage temperatuur, die er heersoht, omdat de stad is gebouwd -op een plateau 11000 voet hoog gelegen, zouden de 20.000 bewoners aan typhus sterven. De stad ligt op een vlakte en de rivier, die u-it het noorden 'komt, wordt in toom -gehouden door hooge oevers. De bedding is echter even goed gerezen als die oevers en een groot deel der filtreering heeft plaats door -het 'grint, waaruit de vlakte be staat." 's Heeren Paisl-ey's gids, wijsgeer en vriend, was een der Tibetaansche jongeman nen, eenige j,aren geleden te Rugby in En geland opgevoed. Een hunner is nu een mijningenieur, een ander eleotrisch inge nieur. Een derde, die tijdelijk offici-e-r was in het Indische leger en den vorigen winter mede vocht aan de noord-westelijke -grens, is onlangs onder geheimzinnige omstandig heden gedood. De vierde, de gids van den heer Fairley, was zijn Engelsdh nagenoeg vergeten, doch begon het zich na vier weken oefening allengs weder te herinneren. Hij nam den heer Fairley allereerst mede naar d&n Kasha of Staatsraad. De Shapes er zijn er vier in de Kasha vroegen ernstig of de oorlog nu gedaan was in Europa en of er vrede was, zeide de heer Fairley, „en mijn tolk was zóó zenuw achtig, of angstig, dat hij de thee morste in den schoot van %en der Shapes, toen. hij dien drank schenken moest. De tolk had n.1. maar ééns in zijn leven een onderhoud met de Kasha gehad, n.1. toen hij twee jaar te voren van Rugby was teruggekeerd. De Kasha noodigde mij tot een lunoh met 24 gangen en tusschen den vijftienden en zestienden gang gaven de Shapes mij de gelegenheid hen te photografeeren." De voornaamste ondervinding van den heer Fairley was de audiëntie hem op 14 October door den Dalai Lama verleend. „Die receptie", dus vertelt de ingenieur, ..had plaats in de nieuwe ontvangzaal in den Westelijken vleugel van het Norbulinga pa leis, ongeveer drie mijlen bulten de stad, waar de Lama het grootste deel van het jaar woont. Meer. dan honderd jaar zijn voorhij gegaan sgdert Manning met een opdracht van den gouverneur-generaal van Indië naar den Dalai Lama was gezonden, en als hij thans weder te Lhassa zou kunnen verschij nen, zou hij, geloof ik, niets veranderd vin den. De nieuwe receptiezaal is prachtvol ver sierd in rood en goud, met een schitterend zijden hemel boven den troon, waarop de Lama was gezeten. Bjj het interview waren ongeveer twaalf hovelingen tegenwoordig, waarna ik een aantal officieren van het Ti betaansche leger ontmoette. Hun uniformen zjjn een nabootsing van die der uniformen der Britsohe officieren, doch het maakt een eigenaardigen indruk die mannen te zien met het haar op het hoofd in een knoest gedraaid en een groote gouden en turkozen oorring in het linker oor. Zijn Heiligheid zat naar Europeeschen trant op zijn troon en droeg een geel-bruinen zijden rok van bekenden Oosterschen snit en het haar in den bekenden gevlochten trant der „lama's". Zijn begroeting jegens mij deed hij door over mijn naar voren uitgestrekte armen een langen zijden doek te hangen, welke vriendelijkheid ik -beantwoordde door een zijden doek te leggen over zijn armen. De Daily Lama «vroeg allereerst naar mijn leeftijd, daarna naar dien van mijn vrouw. Hij toonde groote belangstelling voor de wij ze, waarop voor mijn verblijf gezorgd was; voor de ondervinding, die ik op reis had opgedaan; voor de wijze, waarop men mij amuseerde, en dergelijke. Het geheele onder houd, dat nagenoeg alleen over dergelijke za ken liep, duurde ongeveer twintig minuten. Hij gaf mij den indruk van een vriendelijk man, even -goed als ik -een indruk van vrien delijkheid kreeg van alle Tibetanen". Van de Jokang of hoofdkerk van het Boed dhisme, zeide de heer Fairley: „V-an alle tempels is de Jokang de voor naamste. Het is de kathedraal van Tibet en de heiligste tempel in het land. Boven de deur, toegang gevende tot den tweeden hof, hangt de klok in 1745 achtergelaten door de Capucijner monnken, toen zij het opgaven een missie ite Lhassa te stichten. Men leest daarop: „Te deum -laudamus te dominum". Voor -het hoofdaltaar staan 27 lampen, ge maakt van zuiver -goud, gemiddeld '10 inches hoog. De Boeddha-figuur is fraai verguld en versierd- met goud en turkozen. Duizenden pelgrims hebben hun eerbied betoond voor dit zinnebeeld v-an goddelijke wijsheid en het bewijs van hun bezoek kan gezien worden in den hoek van het vertrek, dicht bij de deur, waar een groote zilveren -lamp is, ongeveer itwee voet in diameter en drie voet hoog. Die lamp is letterlijk aan den muur gekleefd door het vuil, achtergelaten door millioenen pelgrims, die eeuwen lang gewoon zijn geweest de lamp -bij -hun eerbe toon aan te raken." De Tibetaansche regeering wenscht blijk baar niets liever dan het land telegraphisch te verbinden met Indië en zulks tot eigen veiligheid. Er zijn ook teekenen, hoe zwak dan ,ook, die wijzen op een .verlangen nijver heidsinrichtingen -te openen op Europeesche wijze. Misschien dat de politieke zending van .den heer Bell op dit oogenblik duidelijker zal doen zien wat de Tibetanen wenscben. De heer Fairley verliet Lhassa op een pony op 19* October en kwam in de eerste week van November zonder eenig incident aan het Indisch grens-spoorweg-station aan. De expeditie naar Nleuw-Guinea. De B-andoengsche correspondent van da Loc. meldt: Volgens heit laatste Journaal, v-an. den ka- plitein van Overveem, oommandlaint van het militaire detachement dat de excursie op Noord Nieuw-Guinea beveiligt, ontvangen, had hy den bergtop bereikt van waarvan in dertijd de luitenant ter zee Doorman neer- Mikte in het bekende lengtedlal, dat zijne richting had naar het Zuiden, maar waarin hij om verschillende redenen niet is afge daald. Waargenomen werd toen, dat het dal be woond was, miaar verder is er niets van deze laagte, die in haar geheele -lengte door een rivier wordt doorsneden bekend geworden. Thans bestaat het uitzicht, dat we spoedig over dit terra incognita zullen worden inge licht. We vernemen toch, dat kapitein Van Ovear- eem herwaarts seinde, op 8 December jJL met den controleur J. Jongejans, die aan de ex peditie is toegevoegd met het oog op de mee gevoerde Dajiaks, door hem op Bomeo voor roei-ensdenisten aangeworven, in het Pionier- bivak te zijn teruggekeerd, na een succes- wie tournee door het lenigtedal, langs da rivier, die door hem naar den .generaal Swart is gedoopt, o.m. wijl deze deel uitmaakt van het bestuur van het Indisch comité voor we tenschappelijke onderzoekingen, dalt de ax- peditie op touw heeft gezet. Zooals 'gezegd: interessante bijzonderheden mogen nu tegemoet worden gezien. We kunnen verder vertellen, dat de berg top, die het eindpunt wrmde van den tocht van luitenant Doorman, thans naar dezen 5 -genoemd en niet 3810, doch 3500 meter boog blijkt te zijn. Ten slotte mag worden medegedeeld, hoe nuttig deze expeditie is gebleken teneinde uit te wijzen welke eischen dienen te worden gesteld aan de radiografische stations, welke het verkeer tusschen de buitengewesten en Java zullen kunnen onderhouden. In dit verband zegt de mededeeling, dat het exploratie-detachement thans geregeld verbinding met Java onderhoudt door te ra- diografeeren vanuit het Pionierbivak, welke seinen worden overgenomen door de instal latie op het eiland Dempta, dat naar bekend de basis is van de mjjnbouwkundige excursie bij de Oostgrens van Nieuw-Guinea, die door geeft naar de Admiraliteitseilanden, waarna de berichten langs den kabel (via Easrtern) hun eindbestemming bereiken. UIT DEN OMTREK. Wlerlngen. Door den jongeheer C. de W. werd J.1. Vrijdag in de hoofdstraat te Hippolytnshoef gevonden twee halve zilverbonnen welke in elkaar zaten en wel één helft van één gulden en één helft van een rijksdaaldersbon. De vondst werd gedeponeerd b(j den gemeente veldwachter. Voor gezameiyke rekening werd j.1. Zater dag ten raadhuize alhier door het Gemeente bestuur en door het „Heemraadschap" publiek aanbesteed het verbeteren der rioleeringen 500 M.) te Hippolytnshoef enz. Ingekomen waren 5 inschryvingsbiljetten van de volgende heeren, alhier: D. J. Lont voor de leiding f 4.72, voor de put f 27. en voor de aansluitingen f 1 80 J. C. Klein id. f 4.65, id. f 25. id. f 2.— G. Timmerman id. f 4.50, id. 31.id.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5