T
Tweede Blad.
VAN DINSDAG 8 FEBRUARI 1921.
"7
PLAATSELIJK NIEUWS.
Naar wij vernemen ia de opbrengst van
den Cabaretavond op 11 Januari gehouden
ten voordeele van de Vereen, tot bestrijding
der tuberculose f 272.52'/».
Cinema Palaee.
J.L Zondagavond, ontstond er in bovenge
noemd theater een begin van brand in de ca
bine. De oorzaak was dat de film ia brand
vloog, 't Ia dan ook in hoofdzaak te danken
aan den «oliden bouw van de cabine, welke
van brandvrij materiaal is vervaardigd, dat
verder onheil absoluut was uitgesloten. Al
leen verwekte het eenige sensatie, doch bia-
nea het kwartier was alles afgeloopen.
Zangavond Dletsche trekvogels.
Omtrent dein zangavond! der Vereeniging
„Dietsohe Trekvogels", waaromtrent wij
reeds eenige mededeelingen deden, volgen
hier nog eenige persuittreksels.
Gron. Dagblad: „Wij hebben de zangeres
met genoegen gehoord. Zij beschikt over een
aangenaam warm aanvoelend geluid en
draagt haar liedekens met groote gevoelig
heid voor". Baarnsche Courant: „Er was een
devote en reine stemming, zoo schoon, zóó
goddelijk verheven als zelden gehoord wordt.
.Met haar milde van weemoed gedragen
alstem wist zij momenten van een spannen
de aandacht af te dwingen". Prov. Gron. Cou
rant: „We gelooven zeker, dat deze eerste
kennismaking met de baanbrekers van de
Duitsche trekvogels zeer aangenaam is ge
weest en/lat de beweging bij velen der aan
wezigen instemming heeft gevonden au sym
pathie heeft opgewekt".
GEMEENTERAAD.
Voor de raadsvergadering van hedenavond
is een ibetere agenda verschenen. De volgen
de punten zijn er aan toegevoegd:
Voorstel betreffende de heffing van hoof-
delijkem omslag in de toekomst en tot aan
vulling der thans geldende verordening voor
het overgangstijdperk.
Voorstel om in beginsel te 'besluiten tot
verhuring van het zeestrand aan de op te
richten N. V. „Zeebad Huisduinen" of even
tueel aan een anderen exploitant van het te-
genwoordigfe badhuis.
Voorstel om in beginsel te besluiten tot de
inrichting van een terrein voor lichamelijke
oefening der schooljeugd.
Voorstel tot het verleenen van een voor
schot van f 384000-i~ met bijdragen aan de
Vereeniging voor Volkshuisvesting „Helder"
voor den 'bouw van 50 woningen en 3 winkel
huizen.
Voorstel tot het verleenen van machtiging
.tot aanstelling van een adjunht-commies voor
de verificatie der igemeente-financiën.
Voorstel inzake opcenten op de Grondbe
lasting (wijziging vroeger besluit).
Voorstel inzake subsidie voor de Vakschool
voor Meisjes.
Adres inzake belasting op de openbare
vermakelijkheden met afwijzend advies van
Burg. en Weth.
Vervallen is daarentegen:
Beantwoording van de vragen vaaa het
raadslid J. H. Staalman.
Kinder-Speelterrelnen.
Door B. en W. is een schrijven aan den
Raad gericht, dat wij hieronder verkort laten
volgen.
Bij ons College is het denkbeeld ter sprake
gebracht om in deze gemeente te komen tot
de oprichting van een speelterrein voor kin
deren, met welke terreinen ook in vele an
dere gemeentengunstige resultaten worden
verkregen. Het nut, dat deze terreinen af
werpen, zal Uw College zeer zeker voldoende
bekend zijn, in welk verband wij ons ver
schoond achten daarover nog een nadere be
schouwing te geven. Reeds geruimen tijd
heeft deze aangelegenheid een onderwerp
van bespreking uitgemaakt in de vergade
ringen der Commissie van Bijstand voor het
Onderwijs, welke Commissie zich tenslotte
in ihaar advies bepaalt tot de oprichting van
één speelterrein, op te richten in het Ooste
lijk Uitbreidingsplan der gemeente, aan de
Stakman Bossestraat, .tusschen de Van Ho-
gendorpstraat en de Ruijghsloot. Het komt
ons ook voor, dat deze plaats voor speelter
rein zeer goed is gelegen om aan het doel
te beantwoorden. Waar de oppervlakte van
het terrein tusschen de straten en wegen
11700 M'. .bedraagt, staat men met het oog
op eventueele uitbreiding, ook voor andere
spelen, in de toekomst niet voor het feit, dat
het te klein zal blijken.
Wij zouden met deze plannen, die een aan
merkelijke verzwaring van het gemeentelijk
budget meebrengen, niét zijn gekomen, ware
het niet, dat de Nieuwe Lager Onderwijswet
in artikel 2] de verplichting oplegt tot het
geven van onderwijs in de lichamelijke op
voeding. Weliswaar kan van de verplichting
tot 1 Januari 1936 vrijstelling worden ver
leend, telkens voor een termijn van twee
jaren, voor een bepaalde openbare school,
mits aan de school onderwijs wordt gegeven
in de vrije- en orde-oefeningen der gymna
stiek, maar aan deze voorwaarde zal moeilijk
kunnen worden voldaan, daar slechts aan
enkele dier scholen alhier gelegenheid be
staat voor het geven van onderwijs in dit
vak, zoodat dispensatie van de bepaling van
artikel 2] bovengenoemd voor de gemeente
Helder is uitgesloten, tenzij ook daarvoor
groote kosten worden gemaakt.
De kosten, die aan den aanleg en de in
richting van een dergelijk terrein zijn ver
bonden, zullen volgens den Gemeente-Bouw
meester bedragen 80.000, buiten de waarde
van den grond. De grond vertegenwoordigt
thans een waarde van 23400.Om een
zuiveren toestand te scheppen, Is het o. i.
noodzakelijk, dat de helft der kosten van
aanleg van riolen, straten en wegen met bij-
behooren-, welke reeds thans of in de toe
komst om het terrein moeten worden aange
legd, ten laste van het speelterrein behooren
te worden gebracht, aangezien die koeten
niet in hun geheel op de omliggende bouw
terreinen zijn te verhalen. Volgens raming
van den Gemeente-Bouwmeester zal deze
aanleg in zijn geheel een bedrag vorderen
van 84600.zoodat de helft of 42250.
voor rekening van het speelterrein zal moe
ten komen en de totaalkosten derhalve zullen
bedragen ƒ30.000 ƒ23.400 ƒ42.250
95.650.
Hiervan zal het Rijk waarschijnlijk 40
vergoeden, zoodat voor rekening der ge
meente plm. ƒ50.000 komt.
Het speelterrein zal dan voldoende ruimte
bieden:
a. voor kinderspeelplaats voor kinderen
der voorbereidende scholen, benevens voor
de jongste leerjaren der lagere scholen;
b. voor kinderspeelplaats voor de overige
kinderen der lagere scholen;
c. voor groepen-spelen voor de oudste
leerjaren <Ser scholen en der M.U.L.O.-
scholen;
d. voor de jeugdgroepen.
Van dit kapitaal behoeft echter niets te
worden afgelost, wijl de waarde van den
grond, gereed als bouwterrein, volkomen in
tact blijft.
De j aarlij kacha exploitatie zal globaal be
rekend bedragen:
a. rente van 50.000 56%f 3000
b. salaris van den spelleider-opzichter
te stellen op 2400
c. onderhoud en aanvulling der be-
noodigde materialen600
cL onderhoud van het terrein, gebouw
tje, hekwerk1000
Totaal.... ƒ7000
Dit zal de kosten voor het onderwijs ver-
hoogen met 1.50 per leerling en per jaar
of 3 cent per week. Waar de nieuwe school
geldregeling nog niet is vastgesteld, zal hier
mede te zijner tijd rekening kunnen worden
gehouden.
B. en W. kunnen zich volkomen vereeni
gen met het advies der Oommissie van Bij
stand voor het L. O. om den Raad voor te
stellen reeds thans in beginsel tot de oprich
ting van een speelterrein te besluiten, waar
na zij zich in verbinding zullen stellen met
het Rijksschooltoezicht.
Gebouw Vakschool v. Meisjes.
B. en W. hebben het volgen dsohrijven aan
den Raad gericht:
Zooals U bekend zal zijn is de Vakschool
voor Meisjes voor Helder eil Omstreken
thans ondergebracht in het perceel Hoofd
gracht 18, en zijn als huiplokalen in gebruik
een 'drietal lokalen van school No. 8. De toe
stand, zooals die echter momenteel is, kan
niet bestendigd blijven op 'het Middelbaar
Onderwijs, wier advies wij over deze aange
legenheid inwonnen, eens, dat er beslist aan
een betere inrichting behoefte bestaat,' en
dat daarin zoo spoedig mogelijk moet worden
voorzien.
Het Bestuur v-an de Vereeniging Vak
school voor Meisjes heeft bereids plannen
voor den bouw van een nieuwe school inge
diend, welke plannen wij 'hierbij aan U over
leggen. Deze school is gedacht op het perceel
Sectie E, No. 68, tegenover den Watertoren,
welk perceel aan de Vereeniging in erfpacht
zou kunnen worden uitgegeven waarvoor te
zijner tijd een aanvrage ibjj U zal zijn in flè
dienen.
De kosten voor den bouw van de nieuwe
school worden geraamd f 300.000, voor welk
bedrag de Vereeniging, onder garantie van
het Rijk, een leening hoopt te sluiten met
den Postcheque- en Girodienst. Deze leening
zal in 60 jaren kunnen worden afgelast. Waar
nog niet met zekerheid as te zeggen tegen
welke voorwaarden bedoelde leening zal kun
nen 'gorden gesloten, valt ook nog niet met
juistheid te bepalen welk bedrag voor den
bouw der nieuwe school jaarlijks op de be
grooting moet worden gebraoht. Van het voor
den 'bouw op de begrooting te brengen be
drag zal ingevolge art. 25 der Nijverheids-
onderwijswet 70% door het Rijk worden bij
gedragen, mits wordt aangetoond dat de ge
meente, in welke de school gevestigd is, de
overige 3% heeft toegestaan.
Toezegging van de door het Rijk te geven
bijdrage is ontvangen.
Hoewel, zooals reeds eerder is gezegd, nog
niet met zekerheid de jaarlijksohe kosten
voor de gemeente zijn te bepalen, wélke kos
ten echter, indien de leening tegen 6
wordt aangegaan, naar raming ongeveer
5.700 per jaar zullen zijn, meenen wij, om
den bouw der school niet onnoodig op te
houden, U te moeten voorstellen de 30 ;der
bouwkosten, welke niet door het Rijk wor
den vergoed, voor rekening der gemeente te
nemen. Het ligt in onze bedoeling genoemde
kosten gedurende 50 jaren tot een gelijk be
drag in de begrooting op te nemen.
De Commisie van Bijstand voor het Onder
wijs kan zich met een en ander geheel ver
eenigen.
Uitbreiding verificatie gem. belastingen.
B. en W. hebben aan den Raad het volgend
schrijven gericht.
De Verificateur der Gemeente-financiën
heeft zich tot dusverre niét voldoende kun
nen wijden aan de verificatie, met name aan
de controle over het eomtabel beheer en de
boekhouding van de bedrijven en andere ge
meentelijke inrichtingen, alsmede van de ge
subsidieerde instellingen, ondanks den ijver,
waarmede deze functionaris dit deel van zijn
taak opvat.
Het is noodzakelijk, dat de Verificateur,
wil hij de hem in dezen opgedragen werk
zaamheden behoorlijk verrichten, de beschik
king erlangt over een ambtenaar, speciaal
om hem bij te staan bij de verificatie der ge
meente-financiën.
Te dezen aanzien wordt nog opgemerkt,
dat de gewenscht wordende ambtenaar reeds
op de door den Verificateur Ingediende be
grooting voor 1921 was gebraoht en door ons
was overgenomen,, doch dat, tengevolge van
een misverstand, is verzuimd den betrekke-
lijken post op de gemeente-begrooting te
plaatsen.
Wij verzoeken U mitsdien ons een credlet
toe te staan voor aanstelling van een adjunct
commies voor dit doel en vinden daartoe te
meer vrijheid, omdat het uitzicht bestaat, dat
binnenkort het aantal ambtenaren aan de
afdeeling Belasting en Verifioatie vermin
dering zal ondergaan.
De financieele regeling dezer aangelegen
heid op de begrooting voor 1921 zal U te
zijner tijd ter vaststelling worden aange
boden.
Zeebad Huisduinen.
Om te komen tot een behoorlijke exploi
tatie van Huisduinen als badplaats is het
noodig, dat de op te richten N. V. Zeebad
Huisduinen of, indien deze Vennootschap
niet mocht overgaan tot aankoop van het
badhuis, althans de exploitant van dit bad
huis het uitsluitend recht krijgt tot plaatsing
van badkoetsen, strandstoelen en dergelijke
op een gedeelte van het strand.
Op deze wijze toch is het alleen mogelijk
daar te zorgen voor een behoorlijke orde en
regelmaat.
B. en W. zijn voornemens van het Rijk
wederom te huren een deel van het zeestrand
en met het oog op bovenstaande lijkt het
hem gewenscht, dat dit strand door de ge
meente in onderhuur wordt afgestaan aan
de N. V. Zeebad Huisduinen en eventueel
aan een anderen exploitant van het badhuis.
De Oommissie voor de oprichting van
meergenoemde N. V. vindt het gewenscht,
dat zij, vóór zij tot den eventueeien aankoop
van het badhuis besluit, op dit punt zeker
heid verkrijgt en daarom stellen B. en W.,
in verband met het hierboven genoemde ar
gument, voor thans in beginsel te besluiten
om het strand aan de N. V., respectievelijk
aan een anderen exploitant van hst badhuis,
in onderhoud al te sstaan.
Hoofden voor de klasse.
Volgens het bepaalde in het 4e lid van
art. 27 der L. O. wet 1920 moet aan het Hoofd
der School tevens het onderwijs eener klasse
worden opgedragen, tenzij de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van
deze verplichting in bijzondere gevallen vrij
stelling verleent. Wel bepaalt art. 192 van
genoemde wet, dat aan de hiervorenvermelde
verplichting niet behoeft te worden voldaan
vóór 1 Januari 1923, doch deze gunstige be
paling geldt weder niet als vóór dat tijdstip
in het onderwijzend personeel der school een
vacature is ontstaan.
Dit laatste geval doet zich in deze gemeen
te momenteel reeds aan een tweetal scholen
voor, zoodat volgens de bepalingen der L. O.
wet de hoofden dier scholen reeds voor de
klas zouden moeten worden geplaatst. Wel
zullen afzienbaren tijd plannen tot reorgani
satie van het onderwijs in deze gemeente ter
beslissing worden voorgelegd, waarbij ook
zal worden voorgesteld zooveel mogelijk aan
de Hoofden het onderwijs eener klasse op te
dragen, doch zoolang deze plannen nog geen
werkelijkheid zijn geworden, is het vooral
aan een 12-klassige school, niet mogelijk de
Hoofden voor de klas te plaatsen zonder het
onderwijs schade te doen lijden.
De.Hoofden toch moeten, nu nog geen re
serve-onderwijzers zijn aangesteld, en geen
voldoend tijdelijk onderwijzend personeel is
te krijgen, bij tijdelijke ongesteldheid of af
wezigheid van het vaste personeel, meerma
len het onderwijs in een klas waarnemen. In
dien echter aan het Hoofd het onderwijs
eener vaste klasse zou zijn opgedragen, zal
dit niet meer mogelijk zijn en zou het meer
malen voorkomen, dat leerlingen naar huis
moeten worden gezonden.
In verband met het vorenstaande stellen
B. en W. voor aan den Minister van Onder
was, Kunsten en Wetenschappen vrijstelling
te vragen van de verplichting, dat aan het
Hoofd der School reeds nu het onderwijs
eener klasse wordt opgedragen.
Voorschot Woningbouw.
B. en W. stellen den Raad voor aan de
Vereeniging voor Volkshuisvesting „Hel
der" toe te kennen een voorschot van
334.000 ten behoeve van den bouw van 50
arbeiderswoningen en 3 winkelhuizen en
een jaarlijksohe bijdrage in het tekort op de
exploitatie dier woningen.
Belasting Openbare Vermakelijkheden.
Een door de Gymnastiek-Vereeniging „O.
K K." en 20 andere Vereenigingen inge
diende adres, houdende verzoek om wijzi
ging te brengen in de Verordening tot hef
fing van Belasting op Openbare Vermake
lijkheden, werd bij Raadsbesluit van 21 De
cember 1920 in handen van B. en W. om
prae-advies gesteld.
Op grond van het ingestelde onderzoek
vinden B. en W. geen termen om een wijzi
ging in bovengenoemde verordening voor te
stellen.
De belasting, die naar de oppervlakte van
het lokaal, waar de uitvoering wordt gege
ven, wordt berekend, bedraagt, zooals adres
santen zelve erkennen, niet veel en dit luttele
bedrag kan gemakkelijk door de betrokken
vereenigingen op de bezoekers der uitvoe
ringen worden afgewenteld.
Wij merken voorts op, dat elke belasting
heffing uit den aard der zaak controle-maat
regelen met zich brengt, dat echter de te
verrichten formaliteiten voor het geven van
uitvoeringen tot een minimum zijn beperkt
en dat door het personeel der belastingen in
dezen steeds de grootste welwillendheid
wordt betoond.
B. en W. stellen mitsdien voor op het
hiervoren vermelde adres afwijzend te be
schikken.
Invordering pl. dlr. Belastingen.
Op grond van ingekomen voorstellen ln
verband met de Wet van 30 Dec. 1920 tot
Wijziging van de Gemeentewet, stellen B.
en W. eenige wijzigingen voor in de hier
vigeerende verordening, waardoor de belas
ting reeds 1 Mei kan worden geheven en het
dienstjaar 1920 dientengevolge met 4 maan
den verlengd wordt. De periode van navor
dering zal van twee op drie jaar wordën ge
bracht. Deze wijziging houdt verband met
het voorstel van de commissie inzake herzie
ning van de pl. dir. belasting om, gebruik
makende van de gewijzigde Gemeentewet,
de gemeentelijke inkomstenbelasting te laten
heffen en Invorderen door de Rijksadmini
stratie.
INGEZONDEN.
Aan de Redactie van de
Helder8cbe Courant
U begint in Uw heel lang onderschrift te
beweren dat door mij „dikke woorden" zijn
gebruikt, en U eindigt met te zeggen, dat
de lezers van de „Heldersche Courant" „niet
allemaal stommelingen en sulferta zijn, wie
men bij voortduring zand in de oogen kan
strooiën".
Of ik mij schuldig heb gemaakt aan deze
dingen,' staat alweer Uw lezers ter beoor
deeling.
En of die twee zeer sobere stukjes door mij
in Uw blad geplaatst, waarin gevraagd wordt
om bewijs voor een door U geuitte beschul
diging aangemerkt kunnen worden als „ge
weldig spectakel" mag toch zeker wel wor
den betwijfeld.
Maar ondanks de lieflijke kwalificaties
door U aan het adres van onze Raadsfractie
geuit verzuimt Unu weer om te bewij
zen dat wij door persoonlijke motieven ge
dreven, gehandeld1 hebben ten opzichte van
de economische commissie, zooals wij de
den.
U meent, dat wij consequent hadden moe
ten stemmen, ook tegen de f 2000.aan dit
instituut en dit noemt U dan bij uitstek,
Uw bewijs.
Wij hebben daarvan een andere opvatting,
want als wij tegen dit voorstel hadden
gestemd, dan had de economische-oommis-
sie natuurlijk de 4000.gekregen.
En als U d'at nu consequent noemt voor
een fractie, die voor deze instelling liever zoo
weinig mogelijk beschikbaar stelt, moet U
zelf maar eens uitmaken.
Wat dit evenwel met het 'bewijs voor onze
persoonlijke antagonie te maken heeft
tegenover een naar wij vermeenen
gewezen secretaris der eoono-
mische-oommissie, is ons een raadsel.
Het was ons toch allen bekend, dat de se
cretaris dier commissie voor zijn functie zou
bedanken, dus was er indien het inderdaad
een persoonlijke aangelegenheid betrof, nu
juist reden om voor het volle pond te stem
men.
U is dus wel een weinig in de war, het
geen wij U niet kwalijk nemen.
Voor het overige hult U zich weer ia een
dichte nevel van allerlei mysteriën, die den
lezer alles te raden geven, maar hem niets
wijzer maken.
O beroept U op dingen die in de afdee-
lingsvergaderingen van de Partij zouden
zijn geschied, op vertrouwelijke mededeelin
gen uit Colleges enz.
Welnu, ik ben gemachtigd', zoowel door
het bestuur der Partij-afdeeling als door de
■geheele raadsfractie; de wethouders niet uit
gezonderd, U te verzoeken, om alles wat in
die Colleges is gesproken, voor zoover het
deze zaak betreft en U bekend is publiek
te maken.
Mij' dunkt waar U zoo de vrije hand wordt
gelaten zult U de gelegenheid niet willen ia
ten voorbijgaan, om nu eens met feiten aan
te toonen dat onze houding ten opzichte van
de eoonomische-commissie werd bepaald door
persoonlijke vijandschap tegen den Secreta
ris.
Ik hoop nu 'ernstig Mijnheer de Redacteur
dat U zonder verdere omwegen aan ons ver
zoek zult voldoen.
Mij dunkt wij' hebben, na alles wat door U
in deze aangelegenheid is gelanceerd er wel
recht op.
Namens de Colleges voornoemd,
J. BORKERT,
Secretaris.
Helder, Februari 1921.
Wij willen, in 't kort, en, wat ons betreft,
voor de laatste maal, de soc.-dem. raadsfractie
van repliek dienen, teneinde de kwestie,
waar tiet om gaat, nogmaals te belichten. Het
is heel vriendelijk van de fractie, dat zij ons
machtigt gebruik te maken van vertrouwe
lijke mededeelingen uit hare vergaderingen,
maar baar machtiging strekt zich uitteraard
niet uit over andere collage's, zoodat onze
lezers praktisch aan die machtiging weinig
hebben.
Tochéén enkele maal willen wij van
dde machtiging een bescheiden gebruik ma
ken om te vertellen, dat in meer dan ééne
afdeelingsvergadering van de soc^dem. fede
ratie alhier de wensch is geuit, cSfl; de heer
Miohels als secretaris van de Economische
Oommissie zou bedanken. Aan welken wenscb
intusschen toenmaals geen gevolg is gege
ven. Wel is in 1920 door den heer Michels
meer dan eens zijn bevreemding en teleur
stelling van die tegenwerking van zijn partij
in de Commissie geuit en op de onmogelijk
heid, om zoo te werken, gewezen. Daarna is,
op de vergaderingen der afdeelingen van
den Raad, waarin de begrooting der Gemeen
te werd behandeld dus vóór de openbare
behandeling in den Raad reeds door en
kele leden den wensoh geuit (wij citeeren
het Algemeen Rapport omtrent het onder
zoek der Gem.-begrooting 1921), d*n post
van ƒ4000— voor de Econ. Commissie te
schrappen. Anderen" aldus gaat de rap
porteur verder „vragen of de verhooging
van den post beteekient aanstelling van een
vasten secretaris. Zij wenschen nadere rno-
tiveering der specificatie. Vermindering tot
2000.wordt voorgesteld."
De vergaderingen, waarin het Alg. Rap
port is opgesteld, zijn gehouden 13, 14, 15
en 16 December. Op die dagen was omtrent
eene ontslag-aanvrage van den heer Michels
als secretaris der E. C. nog niets bekend.
Die ontslag-aanvrage kwam eerst in de eerste
dagen van Januari.
De vraag is dus gewettigd: Wie noodzaak
ten den heer Michels om te bedanken voor
het secretariaatEn dan luidt het antwoord:
De leidende menschen in de afdeeling, die
zich daarmede plaatsten vierkant tegenover
het gemeentebelang of dit opofferden aan
persoonlijke vijandschap. Want het is niet
anders dan noodgedwongen, dat de heer M.,
toen dit voor den vrede in zijn partij abso
luut noodig bleek, zich bereid verklaard
heeft, als secretaris af te treden. Het sociaal
democratische bezwaar tegen dit secretaris
ambt was, dat dit óók verbonden was aan de
Maatschappij van Nijverheid.
En ,het drijven naar dit aftreden, dat, zoo
als wé reeds zeiden, op verschillende afd.-
vergaderingen der partij plaats had, is reeds
het begin geweest van het spelen met het
gemeentebelang, dat bij de begrooting zijn
beslag kreeg.
Wij willen intusschen gaarne aannemen,
dat in dit geval een onbewuste tegenwer
king van het gemeentebelang heeft plaats
gehad. Maar zjj Is er dan toch, en dat ook
anderen haar waarnemen, moge blijken uit
het in dit nummer opgenomen stukje van
een oud-plaatsgenoot, dat ons gisterenavond
bereikte.
Door dit zij het dan wellicht onbewust
ondergeschikt maken van het gemeente
belang aan andere belangen, was men nu ge
tuige van het voor onze gemeente bedroe
vende schouwspel, dat een tweetal wethou
ders en een groote raadsfractie zich stelden
tegenover het werken van eene Commissie,
die geen ander doel beoogt dan het welzijn
yan de gemeente, en die mede door de s.d.a.p.
in het leven is geroepen.
Het is jammer, maar wellicht is de fout
nog te herstellen. Wellicht kan een modus
vivendi gevonden worden, waardoor de nut
tige instelling, die de Ec. Commissie is, niet
langer in haar arbeid wordt tegengewerkt,
maar zich ten volle geven kan aan de taak,
die zjj belangeloos en vrijwillig op zich heeft
genomen. En wij hopen zeer, dat de s.-d.
raadsfractie daaraan mede zal weriken.
Redactie.
D W| eursiveeren. Red.
'8 Gravenhage, 7 Februari 1931.
Da Economische Commissie en de 8. D.A.P.
Geachte Redacteur 1
Ondergeteekende is bij geen politieke part{J
aangesloten, oud-Heldersche en belangstellende
in den bloei van zijne vroegere gemeente.
Eerlijk gezegd, zot dat, indien ik ooit tot eene
politieke partij toetrAd, de S. D. A. P. zy'n. Dit
alles ten bewijze, dat geen andere gevoelens
mij tot het schrijven van dit stnkske brachten
dan die van een neutralen, maar voor Nieuwe-
diep warm voelenden buitenstaander.
En dan moet het mq- van het hart, dat de
raadsdebatten over de Economische Commissie
mij bitter tegenvielen, terwy'1 ik met verbazing
in uw overzicht las, iets, dat door de stukjes
van den heer Borkert noch is ontkend noch
is weerlegd, dat dit alles om een persoonlijke
kwestie gaat.
De economische ontwikkeling en het streven
daartoe das afhankelijk gesteld van een per
soon of van enkele personen
Ik zou toch mijn vroegere plaatsgenooten,
waaronder vele goede bekenden uit de S.D.A.P.,
willen toeroepen: »Bedenkt,hoegrootem strijd
ge nog zult moeten strijden en hoe ge daarbij
alle krachten noodig zult hebben, van rood
tot zwart, om uwe plaats wat meer vooruit
te brengen. Dat kan alleen niet de S.D.A.P.,
dat kunnen de Katholieken niet alleen, noch
een der andere partijen, dat is iets, dat ge
gezamenlijk zult moeten doen of ge zult het
niet doen".
En bezwaar tegen die economische ont
wikkeling zelve kan de S. D. A. P. wel het
allerminste hebben, omdat zij juist moet
streven naar een zoo groot mogelijke welvaart,
om de duizenden arbeiders een beter lo.t te
doen deelachtig worden. Is het geen eminent
arbeidersbelang, dat de haven b.v. evenals
vroeger voor handelsdoeleinden wordt benut f
Hoeveel havenarbeiders, die nn werkeloos
loopen zouden daarin geen brood vinden Is
de ontwikkeling van Huisduinen en dus van
het vreemdelingenverkeer ook geen voordeel
voor de arbeiders? Zij zullen toch ook beter
leven in een plaats, waar verkeer is dan in
een, waar de boel langzaam aan uitsterft f
En indien mon in Helder blijft afwaehten, wat
er van leger en vloot terecht komt, dat gaat
het zeker dien slechten kant op.
Het was mij Juist zulk een verheugenis,
dat het een Sociaal-Democraat was, die het
eerste boek over de economische ontwikkeling
schreef.
Ik weet nu, door mijn wonen buiten nw
gemeente, hoeveel moeite ge nog zult hebben
te overwinnen, en hoe voorzichtig en beleid
vol ge de relatiën slechts zult kunnen aaq-
knoopen, die toch allereerst noodig zijn, om
in Helder te brengen ondernemingsgeest,
dadendrang en moed, om iets te wagen voor
de vooruitgang van de plaats. En hoe al die
pogingen hopeloos worden teniet gedaan door
een raadsdebat en krantengeschrijf als den
laatsten tijd over deze zaak. Want die heele
discussie was volkomen negatief. Indien men
de Economische Commissie niet wil, maar wel
he' doel, dan waren wij toch van de S.D.A.P.
gewoon, dat ze met iets beters kwam.
Maar dat is het ontmoedigende, dat er uit
die debatten alleen een paar armzalige guldens
is bezuinigd, waarvan de gemeente niet rijker
zal worden en waardoor de commissie niet
kan doen wat noodig is.
Laat ik direct zeggen en dat ls de meening
van alle vooraanstaanden op het gebied van
nijverheid en verkeer, die ik sprak, dat voor
dit werk voor gemeentelijke ambtenarij 3een
plaats is.
Alles hangt hier van den invloed van Slechts
enkele personen af.
Welnu ik aarzel niet, om te zeggen, dat
naast de keuze van den burgemeester als
voorzitter der commissie, de keuze van secre
taris mij een zeer gelukkige schijnt. Want
iemand, die in de geheele provincie bekend
en geïntroduceerd is, heeft men juist noodig.
De best betaalde ambtenaar met prima be
kwaamheden kan die voordeelen nooit erlangen,
die ge nu gratis bebt. Het zou dus zeer te.
bejammeren zijn, indien de commissie dezen
secretaris moest missen.
En dat het de S.D.A.P. was, die dit vraag
stuk het eerst in den Raad bracht, waardoor
de Economische commissie ontstond, waarin
nu ook weder een sociaal-democraat een be
langrijke functie vervult. Kyk, zei ik tot
mijzelf, daaruit blijkt toch wel, dat de S.D.A.P.
niet zooals men veelal beweert alleen voor
de eenzijdige arbeiders opkomt, maar ook de
groote dingen ziet
Zie ik dit nu wel en de S.D A.P. zelf niet?
De vraag is dan, waarvoor zij de bevolking
aanziet, die dit wel degelijk opmerkt en dus
zeker niet accoord gaat met de wijze, waarop
dit werk nu wordt bemoeielijkt om een per
soonlijke kwestie.
Ik behoef het nauwelijks te zeggen, dat de
S.D.A.P. een zeer groote verantwoordelijkheid
op zich zou nemen, indien door haar schuld
de Economische commissie zou ophouden te
bestaan, iets waar toch kans voor is, indien
men de ziel er van weg drijft.
Of dit dan ten slotte in het belang hunner
partij zal die vraag mogen zij zelve
overwegen en beantwoorden.
Met besten dank voor de gelegenheid, om
ook mijn hart eens te luchten, verblijft met
hoogachting nw oud-plaatsgenoot
NEMO.
mm