BRIEVEN VAN HET PLATTELAND.
Wie lk ben.
*t Was Donderdag. Ik kwam van de Scba-
ger markt thuis en in afwachting, dat we eten
zouden, ging h? op mijn gemak de brieven le
zen, die de post mij had gebracht. De laat
ste dien ik doorliep, bleek van de Redactie
der Heldersohe Courant en behelsde een ver
zoek, dat mij aangenaam verraste, maar ver
volgens ernstig aan het mijmeren bracht. Al
lerlei toekomstvisioenen doemden voor mij
op, en wie weet hoe lang mijn overpeinzin
gen wel geduuird zouden hebben, als mijn
vrouw me niet tot de werkelijkheid terugge
roepen had met te zeggen:
„Die brief moet zeker wel héél belangrijk
zijn, dat je er zoo lang op turen .blijft!"
„Nu, d&t zal wéér zijn! 't Is een schrijven
van den Redacteur der Heldersche
Courant. Raad eens, wat hij me vraagt?"
„Zeker, of je hem af en toe een kop of tien
boter kunt leveren," giste Maartje.
..Een boterleverantiel" zei ik minachtend,
„daartoe is iedere veehouder in staat! Nee,
vrouwtje, zijn verzoek is mij wat vereeren-
der I"
„Je maakt me warempel nieuwsgierig!" zei
Maartje, en ik genoot van de blikken, waar
mee ze mij de woorden wel uit den mond had
willen kijken.
„Welnu dan, luisterl Ik zal je den 'brief
even vóórlezen:
„Hooggeachte Heer Grasheuvel!" Op
zettelijk begon ik eens te hoesten, enkel om
met den grootsten nadruk nog eens te kun
nen herhalen: Hóóggeachta Heer, Gras
heuvel.
Daarna las ik het epistel zonder nieuwe
hoest-interrupties ten einde.
„Ei, zool" zei Maartje, „dus daar in Den Hel
der zouden ze jou, op je ouwen dag, aan 't
krantenschrijven willen hebben!"
„Hm! Op mijn ouwen dag!.mompelde
ik ontevreden, „ik ben pas even in de vijf
tig, en.
AI aar Simon!" riep Maartje bijna angstig,
je zult, tochhoop ik, wel wijzer wezen?"
„Wijzer wezen? Waaróm?"
„Och, manlief, maar begrijp je dan niet,
dat de meester, de dokter of de dominé 'm
dat veel beter zouën lappen! Heusch, ik wou,
dat die redacteur maar een ónder had ge
vraagd. Iemand, die voor dat werk voel ge
schikter.
„Vrouwlll.riep ik verontwaardigd.
,,Ja, hoe ter wereld kómt de man er toe,
juist jou voor dat akevietje uit te pikken!"
„Hoe hij daartoe komt? Me dunkt, dat is
toch nog al duidelijk. In de eerste plaats na
tuurlijk om. mijn maatschappelijke positie
Iemand die zijn blik over een kapitale boer
derij met 80 bunders puiken kleigrond kan
laten gaan, met het zalig bewustzijn: dat al
les is m ij n ei-gendom! zoo iemand i s wat in
de Maatschappij!
In de tweede plaats echter om mijn 'be
kendheid en mijn ontwikkeling. Welk grond
bezitter hier heeft, zooals ik, in zijn jeufd
de beide eerste klassen van het Gymnasium
afgeloopen? (Want je weet tooh immers,
dat mijn vader indertijd een dominé van me
had willen maken?)
Maar in de derde plaats eindelijk om miin
denkwijze, miin beginselen! De moderne ge
dachten vonden te allen tijde in mij een
welbereiden akker; steeds ben ik hier een
van de dragers der vooruitgangs-ideeën ge
weest; met de verstandige bezadigdheid, die
van ons Plattelanders, 'het hoogste sieraad is,
ben ik in iedere bijeenkomst of vergadering
waar dit reden gaf, daarvoor op de bres ~e-'
klommen.
„Zie, dat alles was den Redacteur der „Hel
dersche Courant niet onbekend, „en vandaar
de vereerende uitnoodiging die inij te beurt
viel.
Ja, boor eens, je moogt praten wat je
wilt," holde Maartje nu door, als een schich
tig geworden paard dat niet meer in toom te
houden is, „maar met dat krantengeschrijf
heb ik bitter weinig op. Ik begrijp niet, dat
je zelf niet wijzer bent! Foei, foei! wie had
ooit gedacht, dat ik zóó iets nog beleven
moest!" En dan, in een wanbooige poging om
ziah iets op te dringen wat ze zelf niet ge
loofde: „Maar 't is maar een grap van je,
hè? Je zegt het immers maar om me een
beetje te plagen? Niet waar, vent, je meent
het niet, je künt het niet meenen.
„Wel wis en waarachtig méén ik het!"
stoof ik op. „Wat drommel, zou ik zoo'n
mooie gelegenheid om vermaard te worden
maar zoo klakkeloos laten voorbijgaan?
,yja, hoor eens nee, och toe, nu moet je
niet boos worden kijk, jo bent een boven
ste beste voor de boerderij, maar dat sohrij
yen in de krant, heusch, ik geloof, dat zóó
iets toch maar 'beter aan anderen is toever
trouwd."
Zoo, zoo, zou je dót denken? zei Ik wreve
lig. Want ik moet eerlijk bekennen dat de
geringe dunk, dien mijn vrouw van mijn ta
lenten scheen te hebben, mij vreeselijk te
genstond. Zou je dót denken? Het blijkt
tooh dat de Redacteur der „Heldersohe" een
heel andere meening is toegedaan."
,,'k Wou dat de Redacteur van de „Helder
sche" op de maan zat om sterren te plukken!"
„Welnu vrouw, dat hoef je niet te wen-
schen, want dat doet hij aL"
„Wölblief?!!!"
„Ja, luister: De Dagbladpers is de Zon.
die heel het mensóhdam verlicht. Maar dat
licht is voor velen te hel, maakt velen duise-
lig. Zij Voelen zich beter in het zachtere
maanlicht, dat de Kleine Pers uitstraalt. De
Redacteur der „Heldersohe" troont dus, fi
guurlijk gesproken, thans op de Maan, als-
zijn rechtmatig, door wils- en werkkracht
veroverde gebied. Maar zijn eerzucht gaat
verder. Luister, vrouw, zijn eerzucht gaat
verder nog, en hij wenscht de sterren te pluk
ken die onder zijn 'bereik zijn, teneinde aan
zijn moreele maanverlichtirig nog meerdere
luister bij te zetten. Met den telesooop van
zijn geest heeft hij het intellectueele firma
ment van heel ons Noorderkwartier bespied
en heeft in m ij de Plattelanders ster ontdekt,
die waardig bleek te worden opgenomen ir
het onstoffelijk Planeetrukn, verzinnelijkt in
de „Heldersohe Courant",...
„Kom, we moesten nu maar eten," viel
Maartje heel prozaïsch in. „Dat alles gaat me
toch te hoog." En dan, mij scherp onderzoe
kend aanziende: „Je bent toch niet wat lang in
„Ceres" of in 't Stations-koffiehuis geweest?"
„We zullen ons niet vernederen, je daarop
te antwoorden", sprak ik met waardigheid en
gemelijk zette ik mij aan tafel.
Na den maaltijd voelde ik weinig lust, het
onderwerp weer aan te roeren, maar mijn
vrouw begon er zelf weer over. ,,'k Zal maar
niet probeeren, om je van dat krantenge
schrijf af te brengen", zei ze, „omdat ik bij
ondervinding weet, hoe koppig je bent"!
„Volhórdcnd!" verbeterde ik.
„Nu dam hoe volhardend je bent Je zult
dus dat dwaze plan niet laten varen. Maar
ik vróóg je nu toch, waaróver wil je dan wel
schrijven? Er is hier immers niets te be
leven!"
O, wees niet bang, dat het mij aan stof
ontbreken zal, gaf ik ten antwoord. Jo weet
niet, wat er op het oogenblik al woelt en bor
relt in mijn geest, wat voor ideeën ik te ont
wikkelen heb, tot leering en stichting van
bet krantenlezend publiek en (maar dit
zeg ik alleen héél-zachtjes tegen jou) i?t
roem en luister van mijn eigen naam. Wat is
bier niet een heele'boel, waarover ik mijn
opinie eens zal uitspreken, dat ik prijzen of
laken zal. Ja, vrouw, ging ik in klimmende
geestvervoering voort, mijn naam zai in het
Noorderkwartier beroemd worden als geen
ander.... Provinciale StatenTweede
Kamer!Vrouw, vrouw, welk een toe
komst!
En daarom ik trotseer je minachting
voor dat krantengeschrijf, want ik voel het
met onbedrieglijk gevoel, die brieven in de
„Heldersche" zullen mijn roem worden, mijn
glorie, mijn lichtvolle toekomst! En als één
maal de dag zal aangebroken zijn, dien ik
zelf reeds zie in Profetisch visioen, de dag
dat je man voor het eerst op het Haagsche
Binnenhof zal tremen in zwartlakensohe heer
lijkheid,dan zal je afkeer voor mijn pu
blieke correspondentie in eerbied en bewon
dering zijn veranderd. Het exemplaar der
„Heldersche" dat mijn eerste brief behelst
zal je doen encadreeren in een breede gou
den lijst en in je pronkkamer hangen als
onze kostbaarste reliek.
Ja, Maartje-lief, naast mijn gezin ten mijn
boerderij is voortaan mijn hart aan de „Hel-
dersohè" verpand! Aan het einde van een wei-
volbrachte loopbaan te mogen sterven met de
laatstverschenen „Heldersche" in mijn ver
stijfde band, ziedaar mijn jongste ideaal!
Zoet zal de dood mij wezen bij de weten-
sollap, dat de aaneengeplakte bundel Hel
dersche Kranten, die al mijn Brieven omvat,
mij tot een lijkwó worden zal!"
INGEZONDEN.
Hoewel wij aanvankelijk gemeend hadden
de debatten over dit onderwerp te moeten
sluiten, omdat wij het niet wenschelijk von
den een polemiek in ons blad voort te zetten,
die allicht zou kunnen ontaarden in persoon
lijkheden of de kwestie op politiek terrein
zou kunnen overbrengen, geeft het onder
staand artikel van den heer Schokking een
geheel nieuwe kijk op het geval. Om die
redenen en ook uit billijkheidsmotieven je
gens de directie van de „Scala"-bioscoop, waar
deze film binnenkort vertoond wordt, leek
het ons wenschelijk aan dit stuk alsnog eene
plaats te verleenen.
Redactie Held. Ori
De Christus-film.
Geachte Redactie.
Betrekkelijk hebben wij, protestantsche
menschen, die behooren tot hen, die weinig
de bioscoop bezoeken, niet veel met de op
voering te maken. We worden er echter in
betrokken. De predikant der Gereformeerde
Kerk en het hoofd van de Christelijke Mulo-
school stellen zich te weer en wekken op tot
een aotie om de opvoering zoo mogelijk te
keeren. Nu moeten we wel medepraten.
Het lijkt me trouwens niet ongewenscht,
dat men ook in den Helder in den jare negen
tienhonderd en een en twintig gesteld wordt
voor de vraag, hoe zich te gedragen in een
geval, waarbij Christendom en Cultuur met
elkaar in aanraking komen. Dit toch is hier
het geval. De bioscoop is een product van
onze hedendaagsche cultuur en degenen, die
zich warm maken over de zaak zijn de Chris
tenen.
De heer Storm gruwt van de vertooning,
maar deze heftige anti-revolutionnair mocht
wel eens bedenken, dat waar hij hier botst
tegen een stuk Roomsche opvatting, hij be
hoort tot eene partij, die nog pas heeft mede
gewerkt om ons land onder de jurisdictie
van den Paus te brengen. Deze man, door
onze Roomsche medeburgers „geestelijke en
heilige Vader" genoemd, door Dr. Kuyper en
zijn voorgangers „de schrandere grijsaard te
Rome", is, naar is af te leiden uit de houding
der Roomsche bladen, sterk voor die zaak.
De heer Storm bedenke dus, dat dit nog
slechts de beginsels der smarten zijn; straks
komen de echte als het houden van pro
cessies, enz.
Ik zou niet gaarne zeggen, dat ik het niet
eens ben met den heer Storm, want ik ben
van hetzelfde geloof, maar ik denk er anders
over.
Die bestrijders van den heer Storm moch
ten tooh ook wel eens bedenken, dat, al achten
ze zich persoonlijk misschien niet geroepen
oen ander de wet te stellen, ja, al fulmineert
de eerste inzender tegen Calvinistischen
dwang, wij menschen toch allen door onze
levenshouding verantwoordelijk zijn voor het
leven onzer medeburgers. En nu moeten die
inzenders maar eens vragen aan menschen,
die op de hoogte zijn van jeugd-criminaliteit,
hoe ze in het algemeen denken over de bios-
ooop. Hij zal dan als antwoord krijgen óf een
afwerend gebaar, öf een vragend laten wie
gelen van het hoofd, óf een dreigend ophef
fen van den vinger, maar geen zal uitroepen:
„prachtinstellingen".
En nu moeten ze in dit schrijven van den
heer Storm zien, de uiting van een man, die
als paedagoog het goede zoekt voor zijn volk
en die daarbij den vorm kiest, zooals ik hem
zelf meermalen hoorde bezigen: „als van den
waakhond, die blaft op het erf van zijn mees
ter".
En nu het punt zelf. De opvoering.
Ik geloof nooit, dat een geloovig protestant
er toe zal komen om zich als Christus te laten
fotografeeren. Het protestantisme is daar
voor te veel ontgroeid aan de zinnelijk licha
melijke uitbeelding en heeft altijd in den zie-
lestrijd in Gethsémané, die slechts zeer ge
brekkig uitgebeeld kan worden, meer het
meest intensieve van Christus' lijden gevon
den, dan in de vertolking daarvan voor de
kijkers op Golgotha.
Rome deed immer, als juist gebruikend
de zinnen, andersom. j
Dit is een verschil van accent, dat niet on
belangrijk is, maar waar een levensbeschou
wing achter ligt. Het is geheel een Roomsche
film, Christus struikelt en valt onder zijn
kruis, waar de bijbel niet van spreekt, enz.
Dit is echter voor mij niet zoo'n bezwaar. Ik
heb die film niet in elkaar gezet, trouwens lk
vraag me af, welke protestantsche vereen!-
zoo Iets kan in onzen tijd. Als ik een
scniiderij bewonder, waarmede ik het qua
rellgieuse voorstelling niet eens ben, en die
zyn er zeer vele, bijna alle, dan kan ik toch
niet helpen, dat die schilder het anders ge
voeld heeft dan ik, en van het bljbelsch ver
haal is afgeweken. We hebben dus te aan
vaarden wat ons geboden wordt.
Moeten we er heen gaan?
Dat moet ieder voor zich weten. Ik zou het
den heer Storm zeer aanraden en ik maak me
sterk, dat hy er ontzaglijk veel aan zal heb
ben, juist omdat hij zoo in die dingen leeft.
Ik heb in Swansea, in Wales, een jaar of 15
geleden eens in den Paaschtijd op een Zon
dagavond in de Presbyterian Church, licht
beelden van het lijden van Christus gezien.
Dat zal mij altijd bij blijven. Ik heb nooit zoo
het wonderlijke van het kruis begrepen, dan
toen we zongen:
When I survey the wondrous cross
On which the Prince of glory died.
My riohest gain I could but loss
And pour contempt on all my prlde.
Wilt ge een ander voorbeeld?
Er lag een Nederlandseh oorlogsschip in
de buurt van het Heilige land. Er weri een
excursie daarnaar gemaakt en niemand wist
alles beter uit te leggen en niemand ging er
zoo stil in op als een jong zeeofficier van
christelijke beginselen.
Calvijn kende in zijn tijd de bioscoop niet,
maar wel het tooneel en hij woonde voorstel
lingen in den schouwburg bij.
De voormannen in de kerk van den heer
Storm denken ook thans op menig punt an
ders dan de gemeente. Aan de remmende
werking van de gemeente is zeker een goede
zijde, omdat de instincten dikwijls zuiverder
zijn dan de vorm der nieuwere opvattingen,
maar dit ontheft ons, ook den heer Storm
toch niet van de verplichting te trachten de
dingen zuiver te zien en te streven naar een
volmaakte conceptie.
Werkelijk is er gevaar in de bioscoop, maar
niet in deze film. Waarlijk er moet in elk
trouw protestant hart strijd zijn, niet tegen de
Roomsche medeburgers, maar wel tegen
Rome en zijn beginselen, maar dan past aan
de anti-revolutionnairen een andere houding
dan thans.
De film zal wel vertoond worden in een
juiste omlijsting, dat wil zeggen niet omge
ven van kluchten.
Ik gevoel met den heer Storm, dat reli-
gieuse kunst gevaarlijk terrein is, maar als
goed en dapper Christen, zal hij het gladde
ijs niet schuwen.
Met dank voor de opname, geachte redactie,
SCHOKKING.
Dupliek.
en altijd zijn er ooren,
Die, na een laatste woord, nog
graag eens 1 a a s t e r
hooren.
Toch zou ik daarvoor nu niet naar de pen
hebben gegrepen. Nu men zich evenwel niet
P. STORM.
UIT DEN OMTREK.
Anna Paulowna.
Wielingen.
LEGERBERICHTEN.
MARINEBERICHTEN.
ui.,";' vtS,.' Kon».
7 April Perim-
SIMON GRASHEUVEL.
Waar
redactie
de
geachte, waarlijk ruim-denkende
van dit blad my zoo vriendelijk zelf
de gelegenheid aanbood op een vorig ingezon
den stuk én op dit van den heer Schokking
te antwoorden doe ik dit met dank voor deze
welwillendheid.
Ik kan dan in dit slotwoord enkele dingen
rechtzetten.
Allereerst het verwijt, alsof ik de directie
van de Bioscoop zon gesmaad hebben. Ik ken
die menschen zelfs niet, al val ik over zeik
heb persoonlijk niets op hen tegen en had
geenszins de bedoeling te beleedigen, maar in
goeden ernst te waarschuwen.
Elk winstbejagdat men met godsdienst of
uit goddellyke zaken tracht te behalen, daar
aan kleeft de vloek. En zooals het verradersloon
Judas brandde in de hand en hem bracht aan
den strop, zoo ook zal de winst, met deze film
behaald, branden op de ziel van deze bioscoop
directie en geen geluk, maar vloek aanbrengen;
dit is myn innige overtuiging. En daarvoor
wilde ik ze waarschuwen.
Ten tweede, dat schrijven van den heer
Jansen. Daarin is veel waars. Er is veel op
de Christenen aan te merken. Maar met de
fouten van de Christenen moet men de fout
van deze film niet goedpraten. Die redeneering
gaat niet op. Zoo doet een schooljongen ook,
die zyn kwaad tracht te vergoelijken door te
wy'zen op een ander, die volgens zyn zeggen
heel wat ergers heeft gedaan. Dat is 't onder
scheid tusschen den Christen en den wereld-
ling, niet, dat de eerste minder gebreken heeft,
maar hy kent zyn fonten als foutenhij belijdt
ze, en vraagt en ontvangt vergeving om
Jezus Christus' wil.
En hoewel ze zooveel verkeerds hebben, zou
het nog verkeerd z(jn er bij, als ze niet wezen
op 't kwaad van deze film, waarin het
heiligste wordt ontwijd, (zie verslag Nieuwe
Rotterdammer). Hot heiligste moet alleen
worden besproken of bezongen of kan als
schilderij of beeld voorgesteld worden i n
een gewade omgeving, in een ge-
wjjd, geheiligd milieu (zooals de heer
Schokking b v. die beelden zag te Swansea
in de kerk) maar het moet niet verlaagd
worden tot amusement op een plaats en
op een manier zooals men 't gewoonste, vaak
ook slechtste voor een paar dubbeltjes kan
gaan zien. Daar hoort die heilige Naam niet.
En de heilige Naam van Christus als reclame
uit te spannen, dat is heiligschennis.
Ten derde, dit te betreuren schrijven van
den heer Schokking. Ik vind het onbegrijpelijk
en onverantwoordelijk. Hy breekt hier de
Christelijke actie en geeft deh tegenstander
een stok in de hand.
Hy haalt van alles en nog wat overhoop.
Ik zal hem niet volgen op alle zijpaden, hoewel
menig scherp woord ternauwernood in myn
pen blyft.
Alleen de hoofdzaak, waar hij vraagt: Moe
ten we er heengaan?
Dan antwoordt de heer Schokking: Dat moet
ieder voor zich weten en dan antwoordt Gods
Woord: „Hebt geen gemeenschap met de on
vruchtbare werken der duisternis, maar be
straft ze veeleer."
En daarom zal ik me wel wachten zijn raad
op te volgen en er heen te gaan. Ik zou me
schamen, als een leerling mijner school of
iemand, die nit myn mond het woord Gods
gehoord had, my d i e deur op een dier avon
den van die film in zag gaan.
Dit is geen religieuse kunst. Het is de
moderne poppenkast, maar die al het naïve,
het onschnldig-vroolyke van de ouderwetsche
Jan Klaassen mist. De bioscoop deugt uit
paedagogisch oogpunt in het algemeen niet
als opvoedingsmiddel. Niet, dat wy het instru
ment in de uitvinding niet waardeeren. Maar
zooals het bioscoop-bedryf in de tegenwoordige
maatschappij optreedt, vergiftigt het den volks
geest.
ontziet den heiligen Naam als reclamemiddel
uit te hangen nu was spreken plicht.
Het biosooop-bedrljf, zooals het n u in deze
maatschappij heerscht, is geen natnur-ver-
schijnsel, maar een verschijnsel van decadentie
d. i. geestelijk verval. En deze film Is een
symptoom van geestelijke ontbinding en voor
het vergiftige ervan hebben we ons zelf en
onze medeburgers te waarschuwen.
Ik wijs op Venloo; waar men uit een vlieg
machine strooibiljetten zou uitstrooien als
reclame voor deze film, waarop stond ^Chris
tus kom t'\ Zoo'n reclame uit de lucht zou
trekken 1
Maar God laat zich niet bespotten. Het
vliegtuig is brandend neergestort en de drie
inzittenden zijn verpletterd. Men zij dus ge
waarschuwd.
Donderdagmiddag 7 April had in Veerburg
eene vergadering plaats, uitgeschreven door
den Burgemeester, den EdelAchtbaren heer
J. G. Lovink, op verzoek van 't bestuur van
de Afd. Anna Paulowna van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw. Tegenwoordig
25 landbouwers. De Burgemeester heette de
aanwezigen welkom, deelde mede dat 't doel
dezer bijeenkomst was: opheffing van de
werkeloosheid in deze gemeente en hoopte
dat dit doel zou bereikt worden in het be
lang van werkgevers en werknemers. Er
zijn hier op het oogenblik nog 38 werke-
loozen en de regeering heeft vastgesteld dat
geen Belgische werklieden mogen komen,
zoolang er nog werkeloozen zijn. Vroeger
konden Belgische werklieden aangevraagd
worden, door tusschenkomst van den Burge
meester, doch thans moet hiertoe zijne mede
werking verleenen de Directeur van de
Districts-arbeidsbeurs. Dit district telt 16
gemeenten, de eilanden medegerekend. Wat
de loonkwestie betreft, hier wil de Burge
meester buiten blijven, want moet hy in dezen
de regeering adviseeren, dan wil hy onpar
tijdig zyn. Spreker hoopt dat eene regeling
kan getroffen worden, waardoor ieder werk
bekomt.
Een der aanwezigen vraagt wat de Direc
teur van de Arbeidsbeurs verstaat onder een
behoorlijk loon? Voorzitter antwoordt, dat hij
dit reeds heeft gevraagd, doch geen beslist
antwoord heeft ontvangen. Geantwoord werd
dat dit het loon is, dat gewoonlijk wordt
gegeven.
Thans wordt in deze gemeente gewerkt
voor f 3.50 per dag, doch het komt voor, dat
sommigen weigeren voor dat loon aan het
werk te gaan. Behooren deze personen dan
nog tot de werkeloozen Voorzitter antwoordt
ontkennend. Uit de vergadering wordt mede
gedeeld, dat in naburige gemeenten de land
bouwers voor f3.50 per dag goede arbeiders
genoeg kunnen kry'gen. Anna Paulowna komt
in dezen volstrekt niet by anderen ten achter.
Ook wordt voorgesteld aan den Directeur der
Arbeidsbeurs te vragen wat iemand moet
verdienen, die 't landbouwwerk niet goed
verstaat? Voorzitter antwoordt, dat dan een
onderzoek ter plaatse ingesteld zal moeten
worden.
Daar niemand meer iets te vragen heeft,
dankt de Burgemeester voor de medewerking
en verlaat de vergadering.
De voorzitter van de afd. Anna Paulowna
van de Holl. Maatschappij van Landbouw
leidt verder de bijeenkomst en stelt voor de
lijst der werkeloozen na te gaan. Deze wordt
voorgelezen door den heer Vasseur, corres
pondent voor de Arbeidsbeurs in deze ge
meente. De aanwezigen toonen zich bereid
nog 22 personen in hun dienst - te nemen,
zoodat er daarna nog 16 werkeloozen over
blijven. Na bespreking wordt besloten de
landbouwers, die niet aanwezig zijn, en ook
byna nooit eene vergadering bezoeken, aan
te schryven deze 16 personen te plaatsen.
Algemeen is men van oordeel dat ook deze
16 personen wel werk zullen kry'gen. Hierna
wordt de vergadering gesloten.
Donderdagmiddag 7 April vergaderde de
afd. Anna Paulowna van de Holl. Maatschappij
van Landbouw in „Veerburg".
De voorzitter, de heer J. A. Waiboer opent
met een welkom de vergadering en herinnert
er aan dat in eene vorige bijeenkomst is be
sloten in April te beslissen of coöperatief eene
tweede aankoop van Chili zal plaats hebben.
Algemeen is men er voor dit te doen. Enkele
prijsnoteeringen zijn ingekomen.
Na bespreking wordt besloten inlichtingen
in te winnen omtrent do prijs der Chili van
de vereeniging van Nederlandsche Akker
bouwers. De Chili moet dan gemalen zijn en
franco wal. Hierna sluiting.
Benoemd tot wijkverpleegster voor Anna
Paulowna en Wierlngerwaard zuster F. Smit,
thans werkzaam in 't Diaconessenhuis te
Leeuwarden.
Door de commissie van stemopneming voor
leden van den Gemeenteraad is wegens be
danken van den heer H. P. D. J. van der
Speek Obreen tot raadslid benoemd de heer
S. Jb. Mostert.
De voordracht voor onderwijzeres aan de
O. L. Scholen te Hippolytushoef en Westerland
luidt als volgt:
a. Hippolytushoef (vacature mejBerghuis
Eekma), 1 mej. A. A. Bax, onderwijzeres te
Kolhorn2, mej. G. Spaander, tijdelijk onder
wijzeres te Westerland
b. Westerland (vacature mej. E. Schwantje
de Vries), 1, mej. G. Spaander, tydelyk onder
wijzeres te Westerland; 2, mej. A. A. Bax
te Kolhorn.
Bij Kon. besluit, van den 28en Maart 1921 nn m
m ^«„Adelborst der le kb bij de Kon. MarTÊuP
A. ran der Belet op zijn versoek met
Li Awdl iWl. eeïWl ontsla* verleed uTdSj
M.
van
dienst dier reserve.
Z»ht overgeplaatste onderofficieren der
Op 15 April 1921: oppertorpedlst M. Haat-m»
W^htschlp HefS.
Op 20 April 1921: eerg.-torpodoon. J. H H»
boesen van A 4 naar Torpedoatelier Willemsoord.
eerg.TmachJnodr. J anossen en W. Ringel W
Z 4 naar van Speijk. K vat*
Oip 11 April 1921: serg.-timmermon F F
kers van Hospitaal Willemsoord naar'WnohteO,u
Willemsoord; idem J. Olijslager van Wacht^!Hp
Willemsoord naar Hospiteai Wille^S tfe?
mermamnajoor W. Slijboom van Wachtschip Wu"
lemeoord naar Vliegkamp Mok
Op 17
kenaar
Atjelh.
17 April 1921: '1 ïmmennan' majoor W O T„,«
tor van Wachtechp Willemsoord naar Hr.
Met don 8en April 1921 ia do kap. der Manna era
L. öpiegelberg overgeplaatst van Hr. Ms. Wacht
schip Willkxmsoord naar Marimokazaroe te Wil
lamsoord.
Oe luit. ter zee der 2e kl. W. van den Dowkor
wordt 11 April 1921 overgeptaatst^an het Kn£
Inst. voor de Marine naar Hr. Ms. Zeeland.
Off. yan gez. dor le kl. A. J. F. Thorbecke is
met 18 dezer geplaatst te Willemsoord. (St.-ctJ
Met 15 dezer ie de off.-mac.h der e avi v, 7
Momté geplaatst aan boord Hr. Ms. Zeeland en
aan ^ooH m kl' i1' toaas geplaatst
Strengere krijgstucht.
Gelijk bekend, is de Tucht klasse te Edam n„
geheven. De Min. van Oorlog heeft bepaald
in afwachting van de nadere voorstellen te<r 'zS
d)9 militairen, die aan strengere krijgstucht mnt'
ten worden onderworpen, zullen worden onZT
gebracht bij het Opleidings-Depot van de DolltÏÏ"
troepen te Millingcn. POiltl»-
ln verband met het bovenstaande, is door
Insp. der lnf. bepaald dat het personeel, aoriM.
choerd te Edam, terugkeert naar da
waarvan het afkomstig is. *»en,
Detachccring.
De hieronder vermelde onderoff. van het 21.
reg. inf. zijn ontheven van hunne detacheer?,,.
<Le tochtklasse te Edam en teruggeplaatart^Jf
het Korps: serg.-maj.-inotr. P. Kramer, serg J pj
bohipper en korp. C. Stoffelen.
Beëediging Officieren.
Veriolsmildtairen, met groot- en on bepaald-var.
lof, die bij hunne" benoeming tot officier uitslui
tend onder de wapenen komen om te worden bo-
eetiigd, kunnen van en met den dag, dat zij zich
daartoe op reis moeten begeven, tot en met dien
van vertrek met groot- of onbepaald-verlof, aan
spraak maken op jaarwedde en eventueel daar-
mede verband houdende vergoedingen.
Burgerb e trekkingen.
ln overleg met de andere Departementen heeft
de Minister van Oorlog door tusschenkomst van
den commandant van het Veldleger eene opgave
tor kennis gebraoht van eenage burgerbetrekkin-
en, die in verband mat de reoranisatie van het
leger door officieren en onderofficieren zouden
kunnen worden vervuld. Die opgave bevat vrij
wel uitsluitend tijdelijke betrekkingen bii de ver-
schllende raden van arbeid. Veel animo sahijnt er
in de burgenunbtenaarswereld dus niet te bestaan
om den Minister van Oorlog van zijn overcompleet
komende officieren en onderofficieren ai te helpa#.
STOOMVAARTBERICHTEN.
Stoomvaartmaatschappij Nederland.
Hoeton, uitr., vertr. 7 April v. La Palldce.
Celebes, arr. 5 April v. A'dam te Batavia.
Engg-mo, vertr. 6 April v. Freimantle n. Geelong.
Kambangan, thuisr., vertr. 6 April v Gibraltar.
Grotius, uitr., pass. 7 April Uueseant.
Karimoen, thuisr., vertr. 7 April v. Malta.
Kembrandt, thuisr., vertr. 7 April v. Port SaiiL
Billiton, vertr. 6 Apri v. Batavia n. A'dam.
Jen Pietersz. Coen wondt hedenmiddag te A'dam
verwacht
Krakatau, vertr 6 April v. Batavia n. A'dam.
öalawati, arr. 8 April v. Java te A'dam.
Vondel, vertr. 6 April v. Batavia n. A'dam.
Kon. Hollandsche Lloyd.
Brabantia, arr. 6 April v. A'dam te Buerroa-Ayrat.
GeLria, uitr., vertr. 7 April v. Boulogne.
Adam™' Vertr' 6 April v" Buenoe-Ayree a
KÏSarlW<1, T6rtr' 7 Aprü T- New-York t
Rijnland, thuisr., vertr. 6 April v. Las Palmes.
Kon. West-Indische Maildienst.
Ty ufres1Azóren)'djatl 1'lymouth'
J"i,di<f *a6SaU' V6rtr' 8 April v' A'dMn n- Wert-
ÜIS./6rtr- 22 MMrt T' n. Madera
AhS Veitr' 6 r' n. Celrto
Boume, vertr. 6 April v. Iquique n St N&zaire
Jason, vertr. 7 April v. A'dam n. Wk. Z -Wi
Oolon1' Y' Adam n* vertr. 6 April v.
U^ewyne, vertr. 4 April v. Barbados n. Tri-
Holland—Amerika Lijn.
Demdyk, v. Dan h rancisco n. R'dam. pass. 8 April
"to^'Sen. K'dMn D' N-0rleana' 7 April
KlCtearf. T' K dam n' NOTr"Y<w*. Pa». 8 April
y&ïrê' vertrö 7 April v. Danzig n. R'dam.
ThES 'v8^ Apr\! v' New-Orleans te RVlrn
^wteiwlut.^™ n' R'dam' 7
Rijndam, verte. 7 April v. R'dam n. New-Yoric.
Holland—Australië Lijn.
Dteb^tefnw y' UniT" paas- 7 April Sas™-
cjebrea, thuisr., arr. 7 April te Genua.
HollandBritscb-Indië Lijn.
werp^rJC' PWB' 8 April Vliseangen n. Anfr
P4M 7 Aprtl Kaap Bon.
tfoiton Abbey, uitr., paas. 5 April Perim.
ahmk Holl. O.-Asië Lijn.
ül5t7Jrbb6I'iu''ÏF" ^«'^Aurif'Grai»! CaoMT
WierinSfon tik f"1 v' Port Natal te Dolagoahaai.
wleringen, thuisr., arr. 6 April te Marsedie.
Ainwitai Ho"*nd West-Afrika Lijn.
uitr" vertr- 7 April V. Las Palm».
n Aeora. V*rtr' 7 April T' ïh)MB#
*Sr^rthfr7 Ap"' Havre.
arr. 7 Apnl v. Hamburg the A'dam.
Holland—Zuid-Afrika LUa
Jagersfontein, vertr. 7 April v. R'dam n. Z.-Afrik»
Rotterdamsche Lloyd.
Pass. 7 April Panteliarla.
Mlïan^ ,^ttr" P"88' J April Gibraltar,
uaiang, uitr., pass. 6 April Kaap Bon.
Rotterdam—Zuid-Amerika Lijn.
teuisr., pase. 6 April Finistorre.
Alphard, thuisr., vertr. 6 April v. Montevid«#<
Hirrah, uitr., verte. 7 April v. Bahia.
A bireo, uitr., pass. 2 April Teneriffe.
Aiigenib, vertr. 7 April v. R'dam n. Londen.
•Ajuefeldyk, uitr., pass. 6 April Ouessamit.
Tocyon, thuisr., arr. 5 April te Las Palma*
Stoomvaartmaatschappij Oceaan. M
iereaias, arr. 8 April v. Japan en SingaiW*
A'dam. tó
Ndngehow, v. Japan n. A'dam, arr. 4 April
Hong Kong. -
Patroclue, v. Batavia n. A'dam, vertr. 1 AP1111
Port üaid. „j.
Tan tal us, v. A'dam n. Batavia, pass. 4 April P®L.
Eurymedon, v. A'dam n. Java, pass. 2 Apri'
braltar, -
Mentor, arr. 8 April v. Japan en Singapore t
Londen tot A'dam.
Java
Tjibodais, uitr., arr.
guanto.
Tjitaroem, vertr. 2 April v. Kobe n. Batavia.
Java Pacific Lijn. n-
Tjisondori, verte. 6 April v. San Fra/ncw
Batavia.
Merouke, arr. 6 April v, Java te San Fw®0,
Java—New-York Lijn. lrtJ] t
R»nd)o, v. Java n. New-York, vertr. 7 ap
Gibraltar. ipP'
Bloterdijk, van New-ïork n. *rr'
tf Ba bang.
-China—Japan Lijn.
rr. 6 April v. Batavia t®