BRIEVEN VAN HET PLATTELAND. Wie lk ben. *t Was Donderdag. Ik kwam van de Scba- ger markt thuis en in afwachting, dat we eten zouden, ging h? op mijn gemak de brieven le zen, die de post mij had gebracht. De laat ste dien ik doorliep, bleek van de Redactie der Heldersohe Courant en behelsde een ver zoek, dat mij aangenaam verraste, maar ver volgens ernstig aan het mijmeren bracht. Al lerlei toekomstvisioenen doemden voor mij op, en wie weet hoe lang mijn overpeinzin gen wel geduuird zouden hebben, als mijn vrouw me niet tot de werkelijkheid terugge roepen had met te zeggen: „Die brief moet zeker wel héél belangrijk zijn, dat je er zoo lang op turen .blijft!" „Nu, d&t zal wéér zijn! 't Is een schrijven van den Redacteur der Heldersche Courant. Raad eens, wat hij me vraagt?" „Zeker, of je hem af en toe een kop of tien boter kunt leveren," giste Maartje. ..Een boterleverantiel" zei ik minachtend, „daartoe is iedere veehouder in staat! Nee, vrouwtje, zijn verzoek is mij wat vereeren- der I" „Je maakt me warempel nieuwsgierig!" zei Maartje, en ik genoot van de blikken, waar mee ze mij de woorden wel uit den mond had willen kijken. „Welnu dan, luisterl Ik zal je den 'brief even vóórlezen: „Hooggeachte Heer Grasheuvel!" Op zettelijk begon ik eens te hoesten, enkel om met den grootsten nadruk nog eens te kun nen herhalen: Hóóggeachta Heer, Gras heuvel. Daarna las ik het epistel zonder nieuwe hoest-interrupties ten einde. „Ei, zool" zei Maartje, „dus daar in Den Hel der zouden ze jou, op je ouwen dag, aan 't krantenschrijven willen hebben!" „Hm! Op mijn ouwen dag!.mompelde ik ontevreden, „ik ben pas even in de vijf tig, en. AI aar Simon!" riep Maartje bijna angstig, je zult, tochhoop ik, wel wijzer wezen?" „Wijzer wezen? Waaróm?" „Och, manlief, maar begrijp je dan niet, dat de meester, de dokter of de dominé 'm dat veel beter zouën lappen! Heusch, ik wou, dat die redacteur maar een ónder had ge vraagd. Iemand, die voor dat werk voel ge schikter. „Vrouwlll.riep ik verontwaardigd. ,,Ja, hoe ter wereld kómt de man er toe, juist jou voor dat akevietje uit te pikken!" „Hoe hij daartoe komt? Me dunkt, dat is toch nog al duidelijk. In de eerste plaats na tuurlijk om. mijn maatschappelijke positie Iemand die zijn blik over een kapitale boer derij met 80 bunders puiken kleigrond kan laten gaan, met het zalig bewustzijn: dat al les is m ij n ei-gendom! zoo iemand i s wat in de Maatschappij! In de tweede plaats echter om mijn 'be kendheid en mijn ontwikkeling. Welk grond bezitter hier heeft, zooals ik, in zijn jeufd de beide eerste klassen van het Gymnasium afgeloopen? (Want je weet tooh immers, dat mijn vader indertijd een dominé van me had willen maken?) Maar in de derde plaats eindelijk om miin denkwijze, miin beginselen! De moderne ge dachten vonden te allen tijde in mij een welbereiden akker; steeds ben ik hier een van de dragers der vooruitgangs-ideeën ge weest; met de verstandige bezadigdheid, die van ons Plattelanders, 'het hoogste sieraad is, ben ik in iedere bijeenkomst of vergadering waar dit reden gaf, daarvoor op de bres ~e-' klommen. „Zie, dat alles was den Redacteur der „Hel dersche Courant niet onbekend, „en vandaar de vereerende uitnoodiging die inij te beurt viel. Ja, boor eens, je moogt praten wat je wilt," holde Maartje nu door, als een schich tig geworden paard dat niet meer in toom te houden is, „maar met dat krantengeschrijf heb ik bitter weinig op. Ik begrijp niet, dat je zelf niet wijzer bent! Foei, foei! wie had ooit gedacht, dat ik zóó iets nog beleven moest!" En dan, in een wanbooige poging om ziah iets op te dringen wat ze zelf niet ge loofde: „Maar 't is maar een grap van je, hè? Je zegt het immers maar om me een beetje te plagen? Niet waar, vent, je meent het niet, je künt het niet meenen. „Wel wis en waarachtig méén ik het!" stoof ik op. „Wat drommel, zou ik zoo'n mooie gelegenheid om vermaard te worden maar zoo klakkeloos laten voorbijgaan? ,yja, hoor eens nee, och toe, nu moet je niet boos worden kijk, jo bent een boven ste beste voor de boerderij, maar dat sohrij yen in de krant, heusch, ik geloof, dat zóó iets toch maar 'beter aan anderen is toever trouwd." Zoo, zoo, zou je dót denken? zei Ik wreve lig. Want ik moet eerlijk bekennen dat de geringe dunk, dien mijn vrouw van mijn ta lenten scheen te hebben, mij vreeselijk te genstond. Zou je dót denken? Het blijkt tooh dat de Redacteur der „Heldersohe" een heel andere meening is toegedaan." ,,'k Wou dat de Redacteur van de „Helder sche" op de maan zat om sterren te plukken!" „Welnu vrouw, dat hoef je niet te wen- schen, want dat doet hij aL" „Wölblief?!!!" „Ja, luister: De Dagbladpers is de Zon. die heel het mensóhdam verlicht. Maar dat licht is voor velen te hel, maakt velen duise- lig. Zij Voelen zich beter in het zachtere maanlicht, dat de Kleine Pers uitstraalt. De Redacteur der „Heldersohe" troont dus, fi guurlijk gesproken, thans op de Maan, als- zijn rechtmatig, door wils- en werkkracht veroverde gebied. Maar zijn eerzucht gaat verder. Luister, vrouw, zijn eerzucht gaat verder nog, en hij wenscht de sterren te pluk ken die onder zijn 'bereik zijn, teneinde aan zijn moreele maanverlichtirig nog meerdere luister bij te zetten. Met den telesooop van zijn geest heeft hij het intellectueele firma ment van heel ons Noorderkwartier bespied en heeft in m ij de Plattelanders ster ontdekt, die waardig bleek te worden opgenomen ir het onstoffelijk Planeetrukn, verzinnelijkt in de „Heldersohe Courant",... „Kom, we moesten nu maar eten," viel Maartje heel prozaïsch in. „Dat alles gaat me toch te hoog." En dan, mij scherp onderzoe kend aanziende: „Je bent toch niet wat lang in „Ceres" of in 't Stations-koffiehuis geweest?" „We zullen ons niet vernederen, je daarop te antwoorden", sprak ik met waardigheid en gemelijk zette ik mij aan tafel. Na den maaltijd voelde ik weinig lust, het onderwerp weer aan te roeren, maar mijn vrouw begon er zelf weer over. ,,'k Zal maar niet probeeren, om je van dat krantenge schrijf af te brengen", zei ze, „omdat ik bij ondervinding weet, hoe koppig je bent"! „Volhórdcnd!" verbeterde ik. „Nu dam hoe volhardend je bent Je zult dus dat dwaze plan niet laten varen. Maar ik vróóg je nu toch, waaróver wil je dan wel schrijven? Er is hier immers niets te be leven!" O, wees niet bang, dat het mij aan stof ontbreken zal, gaf ik ten antwoord. Jo weet niet, wat er op het oogenblik al woelt en bor relt in mijn geest, wat voor ideeën ik te ont wikkelen heb, tot leering en stichting van bet krantenlezend publiek en (maar dit zeg ik alleen héél-zachtjes tegen jou) i?t roem en luister van mijn eigen naam. Wat is bier niet een heele'boel, waarover ik mijn opinie eens zal uitspreken, dat ik prijzen of laken zal. Ja, vrouw, ging ik in klimmende geestvervoering voort, mijn naam zai in het Noorderkwartier beroemd worden als geen ander.... Provinciale StatenTweede Kamer!Vrouw, vrouw, welk een toe komst! En daarom ik trotseer je minachting voor dat krantengeschrijf, want ik voel het met onbedrieglijk gevoel, die brieven in de „Heldersche" zullen mijn roem worden, mijn glorie, mijn lichtvolle toekomst! En als één maal de dag zal aangebroken zijn, dien ik zelf reeds zie in Profetisch visioen, de dag dat je man voor het eerst op het Haagsche Binnenhof zal tremen in zwartlakensohe heer lijkheid,dan zal je afkeer voor mijn pu blieke correspondentie in eerbied en bewon dering zijn veranderd. Het exemplaar der „Heldersche" dat mijn eerste brief behelst zal je doen encadreeren in een breede gou den lijst en in je pronkkamer hangen als onze kostbaarste reliek. Ja, Maartje-lief, naast mijn gezin ten mijn boerderij is voortaan mijn hart aan de „Hel- dersohè" verpand! Aan het einde van een wei- volbrachte loopbaan te mogen sterven met de laatstverschenen „Heldersche" in mijn ver stijfde band, ziedaar mijn jongste ideaal! Zoet zal de dood mij wezen bij de weten- sollap, dat de aaneengeplakte bundel Hel dersche Kranten, die al mijn Brieven omvat, mij tot een lijkwó worden zal!" INGEZONDEN. Hoewel wij aanvankelijk gemeend hadden de debatten over dit onderwerp te moeten sluiten, omdat wij het niet wenschelijk von den een polemiek in ons blad voort te zetten, die allicht zou kunnen ontaarden in persoon lijkheden of de kwestie op politiek terrein zou kunnen overbrengen, geeft het onder staand artikel van den heer Schokking een geheel nieuwe kijk op het geval. Om die redenen en ook uit billijkheidsmotieven je gens de directie van de „Scala"-bioscoop, waar deze film binnenkort vertoond wordt, leek het ons wenschelijk aan dit stuk alsnog eene plaats te verleenen. Redactie Held. Ori De Christus-film. Geachte Redactie. Betrekkelijk hebben wij, protestantsche menschen, die behooren tot hen, die weinig de bioscoop bezoeken, niet veel met de op voering te maken. We worden er echter in betrokken. De predikant der Gereformeerde Kerk en het hoofd van de Christelijke Mulo- school stellen zich te weer en wekken op tot een aotie om de opvoering zoo mogelijk te keeren. Nu moeten we wel medepraten. Het lijkt me trouwens niet ongewenscht, dat men ook in den Helder in den jare negen tienhonderd en een en twintig gesteld wordt voor de vraag, hoe zich te gedragen in een geval, waarbij Christendom en Cultuur met elkaar in aanraking komen. Dit toch is hier het geval. De bioscoop is een product van onze hedendaagsche cultuur en degenen, die zich warm maken over de zaak zijn de Chris tenen. De heer Storm gruwt van de vertooning, maar deze heftige anti-revolutionnair mocht wel eens bedenken, dat waar hij hier botst tegen een stuk Roomsche opvatting, hij be hoort tot eene partij, die nog pas heeft mede gewerkt om ons land onder de jurisdictie van den Paus te brengen. Deze man, door onze Roomsche medeburgers „geestelijke en heilige Vader" genoemd, door Dr. Kuyper en zijn voorgangers „de schrandere grijsaard te Rome", is, naar is af te leiden uit de houding der Roomsche bladen, sterk voor die zaak. De heer Storm bedenke dus, dat dit nog slechts de beginsels der smarten zijn; straks komen de echte als het houden van pro cessies, enz. Ik zou niet gaarne zeggen, dat ik het niet eens ben met den heer Storm, want ik ben van hetzelfde geloof, maar ik denk er anders over. Die bestrijders van den heer Storm moch ten tooh ook wel eens bedenken, dat, al achten ze zich persoonlijk misschien niet geroepen oen ander de wet te stellen, ja, al fulmineert de eerste inzender tegen Calvinistischen dwang, wij menschen toch allen door onze levenshouding verantwoordelijk zijn voor het leven onzer medeburgers. En nu moeten die inzenders maar eens vragen aan menschen, die op de hoogte zijn van jeugd-criminaliteit, hoe ze in het algemeen denken over de bios- ooop. Hij zal dan als antwoord krijgen óf een afwerend gebaar, öf een vragend laten wie gelen van het hoofd, óf een dreigend ophef fen van den vinger, maar geen zal uitroepen: „prachtinstellingen". En nu moeten ze in dit schrijven van den heer Storm zien, de uiting van een man, die als paedagoog het goede zoekt voor zijn volk en die daarbij den vorm kiest, zooals ik hem zelf meermalen hoorde bezigen: „als van den waakhond, die blaft op het erf van zijn mees ter". En nu het punt zelf. De opvoering. Ik geloof nooit, dat een geloovig protestant er toe zal komen om zich als Christus te laten fotografeeren. Het protestantisme is daar voor te veel ontgroeid aan de zinnelijk licha melijke uitbeelding en heeft altijd in den zie- lestrijd in Gethsémané, die slechts zeer ge brekkig uitgebeeld kan worden, meer het meest intensieve van Christus' lijden gevon den, dan in de vertolking daarvan voor de kijkers op Golgotha. Rome deed immer, als juist gebruikend de zinnen, andersom. j Dit is een verschil van accent, dat niet on belangrijk is, maar waar een levensbeschou wing achter ligt. Het is geheel een Roomsche film, Christus struikelt en valt onder zijn kruis, waar de bijbel niet van spreekt, enz. Dit is echter voor mij niet zoo'n bezwaar. Ik heb die film niet in elkaar gezet, trouwens lk vraag me af, welke protestantsche vereen!- zoo Iets kan in onzen tijd. Als ik een scniiderij bewonder, waarmede ik het qua rellgieuse voorstelling niet eens ben, en die zyn er zeer vele, bijna alle, dan kan ik toch niet helpen, dat die schilder het anders ge voeld heeft dan ik, en van het bljbelsch ver haal is afgeweken. We hebben dus te aan vaarden wat ons geboden wordt. Moeten we er heen gaan? Dat moet ieder voor zich weten. Ik zou het den heer Storm zeer aanraden en ik maak me sterk, dat hy er ontzaglijk veel aan zal heb ben, juist omdat hij zoo in die dingen leeft. Ik heb in Swansea, in Wales, een jaar of 15 geleden eens in den Paaschtijd op een Zon dagavond in de Presbyterian Church, licht beelden van het lijden van Christus gezien. Dat zal mij altijd bij blijven. Ik heb nooit zoo het wonderlijke van het kruis begrepen, dan toen we zongen: When I survey the wondrous cross On which the Prince of glory died. My riohest gain I could but loss And pour contempt on all my prlde. Wilt ge een ander voorbeeld? Er lag een Nederlandseh oorlogsschip in de buurt van het Heilige land. Er weri een excursie daarnaar gemaakt en niemand wist alles beter uit te leggen en niemand ging er zoo stil in op als een jong zeeofficier van christelijke beginselen. Calvijn kende in zijn tijd de bioscoop niet, maar wel het tooneel en hij woonde voorstel lingen in den schouwburg bij. De voormannen in de kerk van den heer Storm denken ook thans op menig punt an ders dan de gemeente. Aan de remmende werking van de gemeente is zeker een goede zijde, omdat de instincten dikwijls zuiverder zijn dan de vorm der nieuwere opvattingen, maar dit ontheft ons, ook den heer Storm toch niet van de verplichting te trachten de dingen zuiver te zien en te streven naar een volmaakte conceptie. Werkelijk is er gevaar in de bioscoop, maar niet in deze film. Waarlijk er moet in elk trouw protestant hart strijd zijn, niet tegen de Roomsche medeburgers, maar wel tegen Rome en zijn beginselen, maar dan past aan de anti-revolutionnairen een andere houding dan thans. De film zal wel vertoond worden in een juiste omlijsting, dat wil zeggen niet omge ven van kluchten. Ik gevoel met den heer Storm, dat reli- gieuse kunst gevaarlijk terrein is, maar als goed en dapper Christen, zal hij het gladde ijs niet schuwen. Met dank voor de opname, geachte redactie, SCHOKKING. Dupliek. en altijd zijn er ooren, Die, na een laatste woord, nog graag eens 1 a a s t e r hooren. Toch zou ik daarvoor nu niet naar de pen hebben gegrepen. Nu men zich evenwel niet P. STORM. UIT DEN OMTREK. Anna Paulowna. Wielingen. LEGERBERICHTEN. MARINEBERICHTEN. ui.,";' vtS,.' Kon». 7 April Perim- SIMON GRASHEUVEL. Waar redactie de geachte, waarlijk ruim-denkende van dit blad my zoo vriendelijk zelf de gelegenheid aanbood op een vorig ingezon den stuk én op dit van den heer Schokking te antwoorden doe ik dit met dank voor deze welwillendheid. Ik kan dan in dit slotwoord enkele dingen rechtzetten. Allereerst het verwijt, alsof ik de directie van de Bioscoop zon gesmaad hebben. Ik ken die menschen zelfs niet, al val ik over zeik heb persoonlijk niets op hen tegen en had geenszins de bedoeling te beleedigen, maar in goeden ernst te waarschuwen. Elk winstbejagdat men met godsdienst of uit goddellyke zaken tracht te behalen, daar aan kleeft de vloek. En zooals het verradersloon Judas brandde in de hand en hem bracht aan den strop, zoo ook zal de winst, met deze film behaald, branden op de ziel van deze bioscoop directie en geen geluk, maar vloek aanbrengen; dit is myn innige overtuiging. En daarvoor wilde ik ze waarschuwen. Ten tweede, dat schrijven van den heer Jansen. Daarin is veel waars. Er is veel op de Christenen aan te merken. Maar met de fouten van de Christenen moet men de fout van deze film niet goedpraten. Die redeneering gaat niet op. Zoo doet een schooljongen ook, die zyn kwaad tracht te vergoelijken door te wy'zen op een ander, die volgens zyn zeggen heel wat ergers heeft gedaan. Dat is 't onder scheid tusschen den Christen en den wereld- ling, niet, dat de eerste minder gebreken heeft, maar hy kent zyn fonten als foutenhij belijdt ze, en vraagt en ontvangt vergeving om Jezus Christus' wil. En hoewel ze zooveel verkeerds hebben, zou het nog verkeerd z(jn er bij, als ze niet wezen op 't kwaad van deze film, waarin het heiligste wordt ontwijd, (zie verslag Nieuwe Rotterdammer). Hot heiligste moet alleen worden besproken of bezongen of kan als schilderij of beeld voorgesteld worden i n een gewade omgeving, in een ge- wjjd, geheiligd milieu (zooals de heer Schokking b v. die beelden zag te Swansea in de kerk) maar het moet niet verlaagd worden tot amusement op een plaats en op een manier zooals men 't gewoonste, vaak ook slechtste voor een paar dubbeltjes kan gaan zien. Daar hoort die heilige Naam niet. En de heilige Naam van Christus als reclame uit te spannen, dat is heiligschennis. Ten derde, dit te betreuren schrijven van den heer Schokking. Ik vind het onbegrijpelijk en onverantwoordelijk. Hy breekt hier de Christelijke actie en geeft deh tegenstander een stok in de hand. Hy haalt van alles en nog wat overhoop. Ik zal hem niet volgen op alle zijpaden, hoewel menig scherp woord ternauwernood in myn pen blyft. Alleen de hoofdzaak, waar hij vraagt: Moe ten we er heengaan? Dan antwoordt de heer Schokking: Dat moet ieder voor zich weten en dan antwoordt Gods Woord: „Hebt geen gemeenschap met de on vruchtbare werken der duisternis, maar be straft ze veeleer." En daarom zal ik me wel wachten zijn raad op te volgen en er heen te gaan. Ik zou me schamen, als een leerling mijner school of iemand, die nit myn mond het woord Gods gehoord had, my d i e deur op een dier avon den van die film in zag gaan. Dit is geen religieuse kunst. Het is de moderne poppenkast, maar die al het naïve, het onschnldig-vroolyke van de ouderwetsche Jan Klaassen mist. De bioscoop deugt uit paedagogisch oogpunt in het algemeen niet als opvoedingsmiddel. Niet, dat wy het instru ment in de uitvinding niet waardeeren. Maar zooals het bioscoop-bedryf in de tegenwoordige maatschappij optreedt, vergiftigt het den volks geest. ontziet den heiligen Naam als reclamemiddel uit te hangen nu was spreken plicht. Het biosooop-bedrljf, zooals het n u in deze maatschappij heerscht, is geen natnur-ver- schijnsel, maar een verschijnsel van decadentie d. i. geestelijk verval. En deze film Is een symptoom van geestelijke ontbinding en voor het vergiftige ervan hebben we ons zelf en onze medeburgers te waarschuwen. Ik wijs op Venloo; waar men uit een vlieg machine strooibiljetten zou uitstrooien als reclame voor deze film, waarop stond ^Chris tus kom t'\ Zoo'n reclame uit de lucht zou trekken 1 Maar God laat zich niet bespotten. Het vliegtuig is brandend neergestort en de drie inzittenden zijn verpletterd. Men zij dus ge waarschuwd. Donderdagmiddag 7 April had in Veerburg eene vergadering plaats, uitgeschreven door den Burgemeester, den EdelAchtbaren heer J. G. Lovink, op verzoek van 't bestuur van de Afd. Anna Paulowna van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Tegenwoordig 25 landbouwers. De Burgemeester heette de aanwezigen welkom, deelde mede dat 't doel dezer bijeenkomst was: opheffing van de werkeloosheid in deze gemeente en hoopte dat dit doel zou bereikt worden in het be lang van werkgevers en werknemers. Er zijn hier op het oogenblik nog 38 werke- loozen en de regeering heeft vastgesteld dat geen Belgische werklieden mogen komen, zoolang er nog werkeloozen zijn. Vroeger konden Belgische werklieden aangevraagd worden, door tusschenkomst van den Burge meester, doch thans moet hiertoe zijne mede werking verleenen de Directeur van de Districts-arbeidsbeurs. Dit district telt 16 gemeenten, de eilanden medegerekend. Wat de loonkwestie betreft, hier wil de Burge meester buiten blijven, want moet hy in dezen de regeering adviseeren, dan wil hy onpar tijdig zyn. Spreker hoopt dat eene regeling kan getroffen worden, waardoor ieder werk bekomt. Een der aanwezigen vraagt wat de Direc teur van de Arbeidsbeurs verstaat onder een behoorlijk loon? Voorzitter antwoordt, dat hij dit reeds heeft gevraagd, doch geen beslist antwoord heeft ontvangen. Geantwoord werd dat dit het loon is, dat gewoonlijk wordt gegeven. Thans wordt in deze gemeente gewerkt voor f 3.50 per dag, doch het komt voor, dat sommigen weigeren voor dat loon aan het werk te gaan. Behooren deze personen dan nog tot de werkeloozen Voorzitter antwoordt ontkennend. Uit de vergadering wordt mede gedeeld, dat in naburige gemeenten de land bouwers voor f3.50 per dag goede arbeiders genoeg kunnen kry'gen. Anna Paulowna komt in dezen volstrekt niet by anderen ten achter. Ook wordt voorgesteld aan den Directeur der Arbeidsbeurs te vragen wat iemand moet verdienen, die 't landbouwwerk niet goed verstaat? Voorzitter antwoordt, dat dan een onderzoek ter plaatse ingesteld zal moeten worden. Daar niemand meer iets te vragen heeft, dankt de Burgemeester voor de medewerking en verlaat de vergadering. De voorzitter van de afd. Anna Paulowna van de Holl. Maatschappij van Landbouw leidt verder de bijeenkomst en stelt voor de lijst der werkeloozen na te gaan. Deze wordt voorgelezen door den heer Vasseur, corres pondent voor de Arbeidsbeurs in deze ge meente. De aanwezigen toonen zich bereid nog 22 personen in hun dienst - te nemen, zoodat er daarna nog 16 werkeloozen over blijven. Na bespreking wordt besloten de landbouwers, die niet aanwezig zijn, en ook byna nooit eene vergadering bezoeken, aan te schryven deze 16 personen te plaatsen. Algemeen is men van oordeel dat ook deze 16 personen wel werk zullen kry'gen. Hierna wordt de vergadering gesloten. Donderdagmiddag 7 April vergaderde de afd. Anna Paulowna van de Holl. Maatschappij van Landbouw in „Veerburg". De voorzitter, de heer J. A. Waiboer opent met een welkom de vergadering en herinnert er aan dat in eene vorige bijeenkomst is be sloten in April te beslissen of coöperatief eene tweede aankoop van Chili zal plaats hebben. Algemeen is men er voor dit te doen. Enkele prijsnoteeringen zijn ingekomen. Na bespreking wordt besloten inlichtingen in te winnen omtrent do prijs der Chili van de vereeniging van Nederlandsche Akker bouwers. De Chili moet dan gemalen zijn en franco wal. Hierna sluiting. Benoemd tot wijkverpleegster voor Anna Paulowna en Wierlngerwaard zuster F. Smit, thans werkzaam in 't Diaconessenhuis te Leeuwarden. Door de commissie van stemopneming voor leden van den Gemeenteraad is wegens be danken van den heer H. P. D. J. van der Speek Obreen tot raadslid benoemd de heer S. Jb. Mostert. De voordracht voor onderwijzeres aan de O. L. Scholen te Hippolytushoef en Westerland luidt als volgt: a. Hippolytushoef (vacature mejBerghuis Eekma), 1 mej. A. A. Bax, onderwijzeres te Kolhorn2, mej. G. Spaander, tijdelijk onder wijzeres te Westerland b. Westerland (vacature mej. E. Schwantje de Vries), 1, mej. G. Spaander, tydelyk onder wijzeres te Westerland; 2, mej. A. A. Bax te Kolhorn. Bij Kon. besluit, van den 28en Maart 1921 nn m m ^«„Adelborst der le kb bij de Kon. MarTÊuP A. ran der Belet op zijn versoek met Li Awdl iWl. eeïWl ontsla* verleed uTdSj M. van dienst dier reserve. Z»ht overgeplaatste onderofficieren der Op 15 April 1921: oppertorpedlst M. Haat-m» W^htschlp HefS. Op 20 April 1921: eerg.-torpodoon. J. H H» boesen van A 4 naar Torpedoatelier Willemsoord. eerg.TmachJnodr. J anossen en W. Ringel W Z 4 naar van Speijk. K vat* Oip 11 April 1921: serg.-timmermon F F kers van Hospitaal Willemsoord naar'WnohteO,u Willemsoord; idem J. Olijslager van Wacht^!Hp Willemsoord naar Hospiteai Wille^S tfe? mermamnajoor W. Slijboom van Wachtschip Wu" lemeoord naar Vliegkamp Mok Op 17 kenaar Atjelh. 17 April 1921: '1 ïmmennan' majoor W O T„,« tor van Wachtechp Willemsoord naar Hr. Met don 8en April 1921 ia do kap. der Manna era L. öpiegelberg overgeplaatst van Hr. Ms. Wacht schip Willkxmsoord naar Marimokazaroe te Wil lamsoord. Oe luit. ter zee der 2e kl. W. van den Dowkor wordt 11 April 1921 overgeptaatst^an het Kn£ Inst. voor de Marine naar Hr. Ms. Zeeland. Off. yan gez. dor le kl. A. J. F. Thorbecke is met 18 dezer geplaatst te Willemsoord. (St.-ctJ Met 15 dezer ie de off.-mac.h der e avi v, 7 Momté geplaatst aan boord Hr. Ms. Zeeland en aan ^ooH m kl' i1' toaas geplaatst Strengere krijgstucht. Gelijk bekend, is de Tucht klasse te Edam n„ geheven. De Min. van Oorlog heeft bepaald in afwachting van de nadere voorstellen te<r 'zS d)9 militairen, die aan strengere krijgstucht mnt' ten worden onderworpen, zullen worden onZT gebracht bij het Opleidings-Depot van de DolltÏÏ" troepen te Millingcn. POiltl»- ln verband met het bovenstaande, is door Insp. der lnf. bepaald dat het personeel, aoriM. choerd te Edam, terugkeert naar da waarvan het afkomstig is. *»en, Detachccring. De hieronder vermelde onderoff. van het 21. reg. inf. zijn ontheven van hunne detacheer?,,. <Le tochtklasse te Edam en teruggeplaatart^Jf het Korps: serg.-maj.-inotr. P. Kramer, serg J pj bohipper en korp. C. Stoffelen. Beëediging Officieren. Veriolsmildtairen, met groot- en on bepaald-var. lof, die bij hunne" benoeming tot officier uitslui tend onder de wapenen komen om te worden bo- eetiigd, kunnen van en met den dag, dat zij zich daartoe op reis moeten begeven, tot en met dien van vertrek met groot- of onbepaald-verlof, aan spraak maken op jaarwedde en eventueel daar- mede verband houdende vergoedingen. Burgerb e trekkingen. ln overleg met de andere Departementen heeft de Minister van Oorlog door tusschenkomst van den commandant van het Veldleger eene opgave tor kennis gebraoht van eenage burgerbetrekkin- en, die in verband mat de reoranisatie van het leger door officieren en onderofficieren zouden kunnen worden vervuld. Die opgave bevat vrij wel uitsluitend tijdelijke betrekkingen bii de ver- schllende raden van arbeid. Veel animo sahijnt er in de burgenunbtenaarswereld dus niet te bestaan om den Minister van Oorlog van zijn overcompleet komende officieren en onderofficieren ai te helpa#. STOOMVAARTBERICHTEN. Stoomvaartmaatschappij Nederland. Hoeton, uitr., vertr. 7 April v. La Palldce. Celebes, arr. 5 April v. A'dam te Batavia. Engg-mo, vertr. 6 April v. Freimantle n. Geelong. Kambangan, thuisr., vertr. 6 April v Gibraltar. Grotius, uitr., pass. 7 April Uueseant. Karimoen, thuisr., vertr. 7 April v. Malta. Kembrandt, thuisr., vertr. 7 April v. Port SaiiL Billiton, vertr. 6 Apri v. Batavia n. A'dam. Jen Pietersz. Coen wondt hedenmiddag te A'dam verwacht Krakatau, vertr 6 April v. Batavia n. A'dam. öalawati, arr. 8 April v. Java te A'dam. Vondel, vertr. 6 April v. Batavia n. A'dam. Kon. Hollandsche Lloyd. Brabantia, arr. 6 April v. A'dam te Buerroa-Ayrat. GeLria, uitr., vertr. 7 April v. Boulogne. Adam™' Vertr' 6 April v" Buenoe-Ayree a KÏSarlW<1, T6rtr' 7 Aprü T- New-York t Rijnland, thuisr., vertr. 6 April v. Las Palmes. Kon. West-Indische Maildienst. Ty ufres1Azóren)'djatl 1'lymouth' J"i,di<f *a6SaU' V6rtr' 8 April v' A'dMn n- Wert- ÜIS./6rtr- 22 MMrt T' n. Madera AhS Veitr' 6 r' n. Celrto Boume, vertr. 6 April v. Iquique n St N&zaire Jason, vertr. 7 April v. A'dam n. Wk. Z -Wi Oolon1' Y' Adam n* vertr. 6 April v. U^ewyne, vertr. 4 April v. Barbados n. Tri- Holland—Amerika Lijn. Demdyk, v. Dan h rancisco n. R'dam. pass. 8 April "to^'Sen. K'dMn D' N-0rleana' 7 April KlCtearf. T' K dam n' NOTr"Y<w*. Pa». 8 April y&ïrê' vertrö 7 April v. Danzig n. R'dam. ThES 'v8^ Apr\! v' New-Orleans te RVlrn ^wteiwlut.^™ n' R'dam' 7 Rijndam, verte. 7 April v. R'dam n. New-Yoric. Holland—Australië Lijn. Dteb^tefnw y' UniT" paas- 7 April Sas™- cjebrea, thuisr., arr. 7 April te Genua. HollandBritscb-Indië Lijn. werp^rJC' PWB' 8 April Vliseangen n. Anfr P4M 7 Aprtl Kaap Bon. tfoiton Abbey, uitr., paas. 5 April Perim. ahmk Holl. O.-Asië Lijn. ül5t7Jrbb6I'iu''ÏF" ^«'^Aurif'Grai»! CaoMT WierinSfon tik f"1 v' Port Natal te Dolagoahaai. wleringen, thuisr., arr. 6 April te Marsedie. Ainwitai Ho"*nd West-Afrika Lijn. uitr" vertr- 7 April V. Las Palm». n Aeora. V*rtr' 7 April T' ïh)MB# *Sr^rthfr7 Ap"' Havre. arr. 7 Apnl v. Hamburg the A'dam. Holland—Zuid-Afrika LUa Jagersfontein, vertr. 7 April v. R'dam n. Z.-Afrik» Rotterdamsche Lloyd. Pass. 7 April Panteliarla. Mlïan^ ,^ttr" P"88' J April Gibraltar, uaiang, uitr., pass. 6 April Kaap Bon. Rotterdam—Zuid-Amerika Lijn. teuisr., pase. 6 April Finistorre. Alphard, thuisr., vertr. 6 April v. Montevid«#< Hirrah, uitr., verte. 7 April v. Bahia. A bireo, uitr., pass. 2 April Teneriffe. Aiigenib, vertr. 7 April v. R'dam n. Londen. •Ajuefeldyk, uitr., pass. 6 April Ouessamit. Tocyon, thuisr., arr. 5 April te Las Palma* Stoomvaartmaatschappij Oceaan. M iereaias, arr. 8 April v. Japan en SingaiW* A'dam. tó Ndngehow, v. Japan n. A'dam, arr. 4 April Hong Kong. - Patroclue, v. Batavia n. A'dam, vertr. 1 AP1111 Port üaid. „j. Tan tal us, v. A'dam n. Batavia, pass. 4 April P®L. Eurymedon, v. A'dam n. Java, pass. 2 Apri' braltar, - Mentor, arr. 8 April v. Japan en Singapore t Londen tot A'dam. Java Tjibodais, uitr., arr. guanto. Tjitaroem, vertr. 2 April v. Kobe n. Batavia. Java Pacific Lijn. n- Tjisondori, verte. 6 April v. San Fra/ncw Batavia. Merouke, arr. 6 April v, Java te San Fw®0, Java—New-York Lijn. lrtJ] t R»nd)o, v. Java n. New-York, vertr. 7 ap Gibraltar. ipP' Bloterdijk, van New-ïork n. *rr' tf Ba bang. -China—Japan Lijn. rr. 6 April v. Batavia t®

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 6