NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA ROOKEN' Eerste Blad. Abonnementsgelden vóór 15 April Mevrouw Atterbury's Secretaresse Overal verkrijgbaar No. 5387 DINSDAG 12 APRIL 1921 49e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr., HELDER Bureaiu: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 60 ADVERTENTIEN DE KRANKZINNIGENVERPLEGING. I. •Noordholland heeft, niettegenstaande hef twee eigen gestichten bezit, waarin bijn& 2200 patiënten kunnen worden verpleegd, die beiden geregeld tjokvol zitten, zeker nog on geveer 16p0 krankzinnigen in partiouliere ge stichten buiten dè provincie. De reden, dat Noordholland ten opzichte der gemeenten zoo royaal is, ligt wel eenigs- zins voor de hand. FEUILLETON. door (Nadruk verboden). 16) „Pardon. Ik zou een boek willen hebben en mevrouw Atterbury zegt, dat het hier la", zelde hij met zijn vreemde accent. .Ik stoor u, niet?" „Heelemiaal niet". Betty stond op. „Mis schien kan ik u helpen, professor. Wat voor soort van boek zoekt u? „Het is een Egyptisch een geschiedenis van de twaalfde dynastie". „Egyptisch?" De professor had de boekenplanken be keken, maar bij haar uitroep keerde hij zich om. „Ja. Professor in de Egyptologie hen ik al vijftien jaar geweest, aan de universiteit te Leipzi'g. Het boek hebt u missohien ge zien, Fróuleln. Heel oud en zeldzaam ls het, met een kaft die gevlekt is. „Is het dit?" Betty hield hem een vreemd verweerd boekje voor, dat hij gretig aan pakte. „Hierin ls een Inscriptie, van het graf van Ameniëmbat, te Beni-Hassdn, waarnaar ik lang gezocht heb." Hij sloeg de bladen schie lijk om, hield daarna op met een gegrom van voldoening en las in zichzelf mompelend: „Ren pit XLHI Xer hen en Horu anx mest •utem ast xep«rdea-Ra anx t'etta baar drie-en-veertig, onder de majesteit van Horna, levende een der geboorten, ko ning van het Noorden. Kheper-Ka-Ra, leven- de voor altijd" vertaalde Betty zacht, zich zelf geheel vergetende. „Himmel! Wat ls dat?" De professor staarde haar over zijn brilleglazen met groote randen aan. „U kent Egyptisch!" Betty bloosde. „Ik ik heb een jongeman gekend in de stad, waar ik vandaan koio, die er In het buitenland in gestudeerd had, en hij heeft het mij een beetje geleerd", stamelde zij haastig. „Dank u, professor, maar ik ik heb nu geen tijd." Betty keerde naar haar schrijf tafel terug met een vastberaden uitdrukking en na vruchtelooze pogingen om verder een gesprek met haar aan te knoopen, vertrok hij, het hoofd verbaasd schuddende. Versoheidene dagen achtereen verstoorde nu geen onaangenaam voorval meer de uiter lijke eentonigheid van het huis, en alleen de onmerkbare, maar aanhoudende bewa- ting, waaraan zij onderworpen werd, maakte dat het tragische raadsel Betty's gedachten bleef bezig houden. Dat zij zich de bespieding bewust was, liet zij niet merken; zij deed Integendeel haar dagelijksohe taak met vriendelijke gedwee- ïeid en een uiterlijke kalmte van houding, die niet onbeloond bleef. Na den derden avond werd Caroline niet meer op wacht gevet voor kaar deur, ea eer de week om Ingezonden mededeellng. bij het gebruik van Roode Ster 60 ct. per half pond Gele 50 Groene 40 fJ Zwarte 35 Deze Wet onderscheidde de gestichten in geneeskundige en bewaarplaatsen. was, merkte het meisje, dat zij eindelijk den argwaan overwonnen had. Mevrouw Atter bury had haar echter niet meer opgewekt, om buiten In den tuin te gaan wandelen, en ofschoon Betty de opsluiting hinderde, was zij hang dat zij als zij vergunning vroeg, zich aan een weigering zou blootstellen. Met dat al had Betty, van het oogenblik af dat Carolina niet meer op wacht zat, hare heimelijke nasporingen In het huis voort gezet. Gelijk in den eersten nacht na haar aankomst en den tweeden, toen zij de gruwe lijke ontdekking gedaan had, had zij haren gebeimzinnigenzoektocht door het slapen de huls vervolgd en elk oogenblik dat zij overdag niet voor een ontdekking behoefde te vreezen, gebruikte zij om in allerlei hoe ken en gaten te snuffelen. Zij slaagde erin om aüe slaapkamers af te zoeken en drong zelfs door tot den zolder, maar haar pogin gen bleven vruchteloos. Het doel van haar heimelijke bedrijvigheid scheen zij nog altijd niet te kunnen bereiken. Zij werkte eiken ochtend de brieven door en bracht de boeken in de bibhotheek op orde. Juffrouw Pope verscheen nog twee teer, maar deed geen verdere pogingen om lelmelijk met het meisje in verstandhouding te komen, zelfs niet op den dag toen zij de japonnen klaar afleverde. Wat ook haar be weegreden geweest mocht zijn, haar- moed was niet toereikend voor een tweede poging. De Daria's vertoonden aloh niet meer en ook niet de bleeke, fetachtige jongeman Jor- dan Ide, maar mevrouw Oimmono en de alomtegenwoordige Wolvert waren trouwe bezoekers en meer dan eens hoorde Betty dr. 3ayard's afgemeten stem uit de ontvang kamer komen. Volgens een stilzwijgende af spraak trok zij ziek au op zulks avonds* da Dordrecht, Delft, Amsterdam, Utrecht en Deventer. Drie anderen, n.1. Meerenberg, Maastricht en Franeker zijn onder die Wet gesticht. In zijn werk „Openbare Gezondheidsrege- ling", waaraan wij deze gegevens grooten- deels ontleenen, zegt Ali Cohen (blz. 39): „Van de 12 voormelde gestichten ia er slechts één zuiver provinciaal, n.1. Meeren berg, dat geheel uit de middelen der pro vincie Noordholland is tot stand gekomen en van harentwege wordt geregeld en be stuurd. Het is het beste en volmaakste van al de Nederlandsche gestichten." En ook het grootste, zouden wij er nu aan toe kunnen voegen, vooral toen in 1884 de inrichting door de stichting van Nieuw Meer enberg werd verdubbeld. Zooals bekend, is thans in deskundige krin gen de strijdvraag omtrent kleine of groote gestichten aan de orde, weder een gevolg van het streven, om de ongelukkige patiënten een zoo goed mogelijke behandeling te ge ven, iets dat beter in een kleine inrichting van b.v. 300 dan in een menschenpakhuis van bijna 1400 kan geschieden. Op 1 Jan. 1844, dus 8 jaren na de inwer kingtreding der genoemde Wet, werden er in Nederland 8700 krankzinnigen geteld, waar van echter slechts 837 in gestichten. In 1854 was dit laatste getal reeds gestegen tot 1687, en nog 10 jaar later tot 2610, wel een bewijs, hoe heilzaam de wettelijke rege ling heeft gewerkt. Helder, April 1921. M. Zie de artikelen 487 e. v. over de onder curateele stelling. (Wordt vervolgd). BUITENLAND. ENGELAND. De mfjnwerkersstaking. In de algemeene toestand van de mijnwer- kersstakimg was Maandagmorgen nog niet veel verandering gekomen. Toch waren er teekenen die er op wijzen, dat men aan beide kanten huiverig is het tot het alleruiterste te laten komen. Weliswaar blijven de mijn werkers totnogtoe bij hunne eischen, doch de andere vak vereen igingen die met de mijn werkers de groote Tripte Alliantie vormen, zijn blijkbaar niet bereid voetstoots mee te gaan, ook al is reeds besloten Dinsdag tot staking over te gaan. Onder de afdeelingen van het spoorweg personeel bijv. zijn er verschillende die te genover het besluit tot staken een afwijzende houding aannemen. Zoo heeft de stokershond van den Nbrth Eastera Rallway besloten aan het werk te blijven en de regeerihg ter zijde te staan. Daarentegen verklaarden 6000 man te Oaxdlff, dat zij onverwijld tot staking be reid zHn. Als een lichtpunt beschouwde men de oon- delijk na het eten naar haar eigen kamer terug, als er 's avonds 'gasten waren, en die stille uren van geestelijke ontspanning en rust gaven haar nieuwe kracht, om haar rol van eiken dag te spelen. Tegen het einde van de week begon het te dooien. De ceders verloren hun witte franje en het onafgebroken witte vlak ver anderde in een modderpoel. Mevrouw Atter bury was niet meer uit geweest, sedert zij hare nieuwe dame van gezelschap had aange nomen, maar op zekeren ochtend kwam zij al vroeg de bibliotheek binnen, waar Betty lusteloos zat te wachten op haar werk als secretaresse, met een voorstel, dat de oogen van het meisje van vreugde deed tintelen. „Lieve, zou je misschien een boodschap voor mij willen doen? Het is nu geen genoe gen om te wandelen, dat weet lk, maar je bent nu al zoo lang binnenshuis geweest en de yersehe lucht zal je goed doen? „O, i(k zal met pleizier gaan!" riep Betty uit; schielijk voegde zij er aan toe: „Natuur lijk weet ik den weg niet, maar als u mi1 zegt hoe ik gaan moet, ben ik overtuigd, dat ik mij niet zal vergissen." „Ik geloof niet, dat er kans is, dat Je ver dwalen zult," zelde mevrouw Atterbury. „Maar in dat geval, kun je altijd ergens op bellen, en zal lk de auto sturen, om je thuis te brengen. Ik zou graag willen, dat je naar mevrouw Olmmino toe ging en een pakje meebracht, dat zij voor mij zal meegeven. Zij woont in de Lorilton Apaitementen aan de Falmouth Avenue; ga drie blokken den kant van de stad uit, van den hoek hier af, en neem een roode omnibus, die naar het Zuiden gaat. Zeg den conducteur, waar je wezen moet en hij zal er voor zorgen, dat je er goed ea wel leem/t." ferentie die Zaterdag door de vertegenwoor digers der spoorweg- en transportarbeider» met Lloyd George was aangevraagd. Deze oonferentie duurde ruim drie uur. Daarna confereerden de afgevaardigden met het be stuur der mijnwerkers en vervolgens weder met Lloyd George. Naar het heet overhan digden zij zekere voorstellen van de mijn werkers. Wat deze inhielden werd niet be kend, doch men meende dat zij de weg open den voor nieuwe onderhandelingen tusschen mijnwerker» en de directie». Men hoopt dat de weg gevonden 1» om den grooten indua- trieelen oorlog te voorkomen. Intusschen duurt de verwoesting der mij nen voort. In Wale» zijn er reed» tal van mijnen voor minstens 12 maanden onbruik baar geworden door het water. Een deskun dige zet in de Westminster Gazette uiteen, dat in Schotland zeker 80 proeent der mijnen niet meer te ontginnen zullen zijn of slechts ten koste van enorme bedragen weer her steld kunnen worden. De eigenaars zullen daartoe niet in staat zijn zonder hulp uit de openbare middelen. De mijnen in Fife, die de beste steenkolen voor de scheepvaart leveren, ook de vïootbasis te Rossyth wordt van deze kolen voorzien, zullen in maanden niet kunnen werken. Deze week zullen d© Schotsche hoogovens zoo goed als alle ge doofd worden. Het ziet er dan ook n de arbeiders in het hoogoven en staalbedrijf alleminst rooskleurig uit. Duizenden zullen er werkloos worden. En onder deze arbei ders heerseht verbittering ten opzichte van de mijnwerkers. Deze laatsten zijn er ook nog niet zoo bijzonder goed aan toe, vooral wat Schotland betreft. Want zelfs indien de geschillen worden bijgelegd, zullen ongeveer 60.600 man nog geruimen tijd werklóos zijn, als gevolg van het vernielen der mijnen. In Fifeshire zijn verschillende mijningan gen kwaadwillig verwoest, waarvan het her stel duizenden ponden zal kosten. In Lothians wordt de schade, die door de overstrooxning aan de mijnen is toegebracht, reeds op hon derdduizenden ponden geschat, en het zal vele weken duren, voordat het werk In de mijnen zal kunnen worden hervat. Verontrustende berichten kwamen Zater dag uit Northumberland en Durham. waer Ingezonden mededeellng. ACHTERUITGANG VAN DE NIEREN. Een huisdokter verklaart, dat de ergste gevallen van nierziekte gevonden worden bij personen, die te veel hebben gedronken, te zwaar hebben gegeten en een inspannend leven van haast en drukte geleid hebben. Hij vergeleek bij een onderzoek de nieren van een jongen mam van 40 jaren met die van een ouden man tan 70 jaren. Beiden droegen den stempel van ouderdom. Waar om? Omdat het leven, dait de jonge man leidde, hem in den bloei van zijn leven nie ren als van een ouden man bezorgde. Hoe verduidelijken deze woorden niet al te dikwijls de oorzaak van rugpijn, urine- stoornissen, waterzuchtige zwellingen, nier- gruis, nheumatisdhe aandoeningen voortdu rende vermoeidheid enz. Nierziekte wordt als te voorkomen be schouwd vergeet dit niet, Vermijd tocht en kou. wees matig met uw eten en drinken, zorg voor de noodige rust, lichaamsbeweging, ontspanning en slaap, en voor geregelde ont lasting. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een on schatbare hulp aan de natuur tot onderhoud en (herstel van de werkzaamheid der nieren. Door deze organen bij te staan in hun taak om het bloed te zuiveren, draagt dit erkende niergeneesmiddel veel bij om de kwade ge volgen van onbedachtzaamheid tegen te gaan. Als de nieren verzwakt zijn, versterk ze dam met Foster*e Rugpijn Nieren Pillen. Zijn zij 'gezand, wees dan zoo verstandig om haar gezond te houden. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Hel der verkrijgbaar bij A. ten Klooster, Keizer straat 93, 1.75 per doos. „Dat lijkt volkomen duidelijk, mevrouw Atterbury." Betty stond gretig op. „Wilt u dat ik dadelijk ga?" „Als je wilt. De post kan tot later wachten, maar deze boodschap heeft haast."' De lucht was zoel als op een voorjaarsdag en Betty's hart huppelde, toen zij het hek doorging naar de breede, vrije laan. Zij keek even om naar het huis, miaar er was niemand te zien, en de ramen staarden haar wezenloos aan. Zij sloeg den hoek om en liep met vluggen pas de stad in. Het bloed tintelde in haar aderen en de zoele wind bracht' een blos op haar bleeke wangen. Haar oogopslag was meer in zichzelf gekeerd dan nieuwsgierig en zij stapte bijna werktuigelijk ln de bus, die naar het Zuiden ging. Zij nam échter hare medepassagiers ernstig en nauwlettend op. Een,rit van ongeveer twintig minuten brachtf haar voor de deur van het Lorilton- gebouw, dat een groot, pronkerig gebouwd huis met afzonderlijk verhuurde woningen bleek, in een ©enigszins minder deftige wijk dan de North Drive, Een Ifft die met schreeuwende kleuren gestoffeerd was, zette Betty, op de tiende verdieping af en toen zij gebeld had, werd de deur van uit de woning open gedaan door een Japanachen huis knecht met een uitgestreken gezicht, die haar zwijgend naar de ontvangkamer bmoht. (Wordt vervolgd). COURANT ABONNEMENT PER 8 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: Heldersehe Courant f 1.60; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned. O. en W. Indiö p. «eepoet f 2.60; id. p. mail en overige landen f 4.20. Zondagsblad reep. f 0.67', f 0.76, f 0.85, f 1.26. Modeblad reep. f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60 Losee nummers der Courant 4 ct., fr.. p. p. 6 ct. Poet-Girorekening No. 16066. 20 ct. p. regel (galjard). Inge*. meded. (kolombr. als redae. teket) 60 ct. Kleine adv. (gevr., te koop, te huur) v. 14 reg. 60 ct-, elke regel meer 10 et. bij voorultb. (adresBur. v. d. blen met br. onder no. 10 ot. p. adv. extra). Bev.-no. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% papierduurtetoeel. Aan onze lezers bulten de gemeente doen wij het verzoek de abonnements gelden over het tweede kwartaal ten bedrage van f2. over te maken per postwissel of over te laten schrijven op No. 16066, kantoor Helder per post-glrobiljet. De laatste manier van vereffening raden wij ten zeerste aan, daar het bedrag dan voor slechts f 0.05 wordt overge schreven; formulieren zijn aan alle post kantoren i een halven cent verkrijgbaar Per postwissel daarentegen zijn de kos ten fO.IO. Na genoemden datum wordt beschikt met f0.15 verhoogltfg. Over de abonnementsgelden In de stad wordt dezer dagen per looper beschikt en verzoeken wij U beleefd de kwitantie bij eerste aanbieding te voldoen. DE ADMINISTRATIE. De debatten over den bouw van een derde provinciale (krankzinnigeninrichting in de Najaars-Vergaderin'g der Provinciale Staten van 1920 hebben dit vraagstuk weer in den kring der belangstelling gebracht. Dat geschiedt zoo om de tien jaar in onze provincie. Telkens blijkt n.1. na een tienjarig tijdvak, dat er voor onze geesteszieken plaats ter verpleging tekort komt en geen enkele andere provincie heeft daarmede ook zóó te kampen, als Noord-Holland. De overige gewesten hebben hun krank' zinnigen nog steeds kunnen plaatsen door contracten omet particuliere gestichten, zij bezitten geen eigen inrichtingen en ook de kosten stijgen niet tot een dusdanige hoogte als in onze provincie. Het gesticht Meerenberg bij Santpoort, in 1848 gebouwd, kan 1400 patiënten bergen, het in 1908 gereed gekomen Duinenbosch te Castricum een kleine 800. Deze gestichten eischen zeer groote gelde lijke offers van de provinciale kas. Het te kort op dat van Santpoort is over 1920. b.v, niet minder dan 13 ton, zegge een millioen driehonderd duizend gulden. Dit wordt hier door veroorzaakt, dat voor de verpleging niet de helft wordt betaald van wat feitelijk de kosten zijn. Het verschil neemt de provincie dus vrijwillig op zich, in hoofdzaak, om de gemeenten althans eenigermate te ontlasten. In 1920 werd b.v. van de gemeenten, voor wie de provincie ook de contracten in parti culiere gestichten afsluit, niet meer dan 600.-— in rekening gebracht. Deze verplegingsprijs bestaat echter bijna nergens meer. En alles wat daar dus boven komt, 19 voor rekening der provincie, op 40.per patiënt na, welke door het Rijk wordt gedragen volgens een zeer verouderde regeling, die absoluut geen verband meer houdt met de zoo sterk 'gestegen kosten. ISABEL OSTRANDER. iDe verplegingskosten in haar eigen inrich tingen zijn ongeveer ƒ1500.tegenover 800.tot 1000.in de particuliere ge stichten. Er zijn er zelfs nog lager. Wilde imen dus de eigen verplegingsprijs tot maatstaf nemen, of, zooals het in 1918 nog gold, evenals het Rijk een vast bedrag bij passen, dat in dit geval toen slechts J 50. bedroeg, dan zouden de Noordhollandsche gemeenten toch wel zeer sterk in het nadeel zijn, vergeleken hij de rest. Men heeft dua van provinciewege het be drag, door de gemeenten te betalen, gelimi teerd en daardoor is het, wat de kosten be treft, voor hen dus precies gelijk, in welk gesticht men zijn krankzinnigen wil doen op nemen. En Amsterdam, dat in Noordholland een naar verhouding zeer groot getal geestes zieken moet doen verplegen, profiteert daar nog het allermeeste van. Zoo waren er op 1 Januari 1921 voor reke ning van Amsterdam 2298 en voor rekening der gezamenlijke andere gemeenten slechts 694 krankzinnigen op contract met de pro vincie verpleegd. Waar Amsterdam de helft der provinciale bevolking telt, is de verhouding dus wel zeer sterk in u voordeel van deze stad. Behalve deze 8000 zijn er nog ongeveer 800 huiten contraot met de provincie elders verpléegd, waarop deze evenwel óók de ge wone toeslag boven de 640.— geeft. Men vraagt zich af, hoe het komt, dat meer en meer de plaatsruimte voor krankzinnigen verpleging begint te nijpen en dus 't aantak geestelijke wrakken zoo ontzaglijk toeneemt. Men denkt allereerst aan een procentelijke toeneming van het aantal krankzinnigen maar dat schijnt toch inderdaad niet het geval. De oorzaak is meer hierin te zoeken, dat er veel meer vraag naar gestiohtsverpleging is dan vroeger. Men hield de geesteszieken, als 't half nog kon, liever thuis, omdat van de gestichten een slechten roep uitging. Het zelfde verschijnsel, dat zich óók voorheen bij ziekenhuisverpleging voordeed, terwijl tegenwoordig onze ziekenhuisruimte even eens zeer ongenoegzaam is. En nog zijn zeer veel krankzinnigen buiten de gestichten. Het aantal, dat geestelijk ab normaal is, is in ons land bijna 3 per 1000 inwoners; doch het aantal, dat aan gestichts- verpleging behoefte heeft, slechts 2 per 1000, De krankzinnigenuerpZe,9273,7 is in ons land eigenlijk een vrucht van den jongsten tijd. En deze verpleging is, sinds de psychiatrie onder de natuurwetenschappen is opgeno men en aan de universiteiten wordt gedo ceerd, natuurlijk steeds beter geworden. Mede is daarin verbetering gekomen door betere opleiding van het verplegend perso neel, dat aan de meeste gestichten zelf tot 't behalen van een diploma wordt opgeleid. Een stelsel, het allereerst in ons gesticht Meerenberg in 1892 begonnen, zooals dit ge sticht in binnen- en buitenland ook in ander opzicht een goeden naam heeft. We mogen 'gerust zeggen, dat, al is 't ten koste van groote geldelijke offers, de pro vincie een goed werk heeft gedaan, de eigen gestichten te zetten, omdat zij van grooten en natuurlijk van goeden invloed zijn geweest ook op de overige inrichtingen van ons land. De tjjd, dat de z.g. „dolhuizen" hun onge lukkige bewoners mishandelden en te kijk stelden en niemand zich van het lijden dezer zieken iets aantrok, is werkelijk nog niet zoo lang voorbij. Immers pas in 1811 werd de krankzinnigenverpleging in jns land wette lijk goed geregeld. Vóór dat jaar liet de verpleging van krank zinnigen in Nederland zeer veel te wenschen over. De Inspecteurs der gestichten schets ten in hun verslagen dien treurigen toestand aldus: „Veelal in de ellendigste verblijven, als wilde dieren In hokken opgesloten, soms jarenlang van het zonlicht beroofd, aan de ruwheid van bedienden overgelaten, sleep ten de krankzinnigen hun ellendig leven in werkeloosheid, meestal jammerlijk ver „Een beetje!" Donnerwetter! Ik zou u als helpster willen hebben, zoo vloeiend als u vertaalt!" Zijn oogen schitterden met het vuur van een enthousiast: „U bent iemand naar mijn hart Fraulein, en ik zou trotsoh zij, u mee te kunnen leeren." Niemeyer's Ster-Tabak waarloosd, voort, zonder noemenswaardige geneeskundige verzorging, zonder toe spraak van menschenvrienden, niet zelden onder karige voeding en dan nog dikwijls met boeien beladen en menigmaal erger dan de galeislaven mishandeld, terwijl men niet anders dacht dan wel te doen, indien men bij hunne opgewekte hartstochten en rechtmatigen wrevel geweld met geweld keerde en hen als gevaarlijke wezens van de maatschappij afsloot." Een onderzoek in 1825 wees uit, dat er in dat jaar 1828 dergelijke lijders in 47 verschil lende inrichtingen (gevangenissen, werkhui zen, zieken- en armenhuizen) geborgen wa> ren. Want dat waren die inrichtingen. Berg plaatsen voor onmaatschappelijken; doch geen verpleeg-, laat staan ^enees-instellingen. De opname in behoorlijke gestichten werd in 1838 door de toenmaals ingevoerde bepa lingen van het Burgerlijk Wetboek nog ver zwaard1) vooral door de artikelen 509 en 510, die dan ook door de Wet van 1841 (krank zinnigenwet) zijn ingetrokken (zie artikel 43 dier wet, herzien in 1884). Door de genoemde Wet van 29 Mei 1841, Stbl. No. 20, tot regeling van het Staatstoe zicht op Krankzinnigen ia eindelijk de ver betering gekomen, die later bij de herziening (27 April 1884, Stbl. No. 96) neg weer effee tiever werd. Gunstige bepalingen bevatte deze Wet voor de eerste, terwijl de bepalingen van het B. W. voor de laatsten van kracht bleven. Art. 8 (nu art. 11) verplichtte de provinciën met de zorg der opname en de voorziening van plaatsruimte. De Regeering verkreeg het recht, gestichten te sluiten en op te heffen, terwijl vergunningen voor het oprichten daarvan aan voorwaarden (later verscherpt) werden gebonden. Bij het in werking treden dier Wet werden er 9 gestichten erkend, «.1. die te 's-Herto- genbosch, Zutfen, 's-Gravenhage, Rotterdam. Meer en meer is het afschrikwekkende van de gestichten verdwenen en door de instel ling van de z.g.n. „open afdeelingen", waarin lijders zonder rechterlijke machtiging kunnen worden opgenomen, gevallen van zenuwzie ken e. d., oie dus meestal geneeslijk zijn, is het geneeskundige doel en het eigenlijke zie kenhuiskarakter nog (meer bevorderd. Het is zelfs nu zoo, dat velen, die oude menschen te verzorgen hebben, die b.v. kindsch, dus volkomen ongevaarlijk zijn, dezen nu in het volste vertrouwen naar de gestichten zènden. De voortschrijding der psychiatrische we tenschap heeft bovendien de gevallen meer gespecialiseerd, zoodat ook veel meer aan de genezing (kan worden gedacht en gedaan. Van de opgenomen lijders herstellen of worden althans weder maatschappelijk ge schikt omstreeks 45 terwijl 15 in de gestichten binnen enkele jaren overlijdt. Van de overigen behoort ongeveer 20 tot de blijvende 'gestichtsbevolking, en dus tot de ongeneeslijke gevallen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 1