NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
Mevrouw Atterbury's
Secretaresse
No. 5396
DINSDAG 3 MEI 1921
49e JAARGANG
In verband met Hemel
vaartsdag verschijnt
ons eerstvolgend nummer
morgen, WOENSDAG 4 MEI.
FEUILLETON.
COURANT
ABONNEMENT PER 8 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING; -
Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned. O. en W.
Indië p. zeepost f 2.60; id. p. mail en overige landen f 4.20. Zondagsblad
resp. f 0.57®, f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60
Losse nummers der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ot.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag, en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER; O. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50
Post-Girorekenlng No, 16066.
ADVERTENTIEN i
20 ct. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redac. teket) 60 ct.
Kleine adv. (gevr,, te koop, te huur) v. 1—4 reg. 60 cl, elke regel meer
10 ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. blen met br. onder no. 10 ot. p. adv.
extra)Bew.-no. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% papierduurtetoeel.
HET HOOGHEEMRAADSCHAP „NOORD
HOLLANDS NOORDERKWARTIER".
Het Reglement.
III.
Bezien wij thans het Reglement, zooals het
tenslotte door de Provinciale Staten is vast
gesteld, dan vinden wij daarin het volgende
bepaald.
Het eerste hoofdstuk omschrijft de taak
en de verplichtingen van het Hoogheemraad
Schap en zijne sohuldplichtige gronden.
Deze is volgens artikel 1
„de zorg voor het onderhoud en de in
standhouding overeenkomstig hunne be
stemming van de nader genoemde zee- en
binnenwaterkeeringen, voor zoover die
niet in onderhoud zijn bij Rijk en Provin
ede;
2e. den aanleg en de Instandhouding van
waterkeeringen en daarmede verband hou
dende werken;
8e. het toezicht op de sluizen in de sub
1 genoemde werken."
In artikel 2 wordt het opgedragen, des
noods door onteigening, den eigendom der
in art. 1 genoemde dijken te erlangen.
Art. 5 regelt de last tot uitkeering van */s
der Watersnoodskosten en Art. 6 noemt de
begrenzing, welke overigens is aangeduid
op een kaart, waarvan één ex. ter Griffie en
één ex. in het archief van het Hoogheemraad
schap moet worden bewaard. In het tweede
hoofdstuk vindt men de samenstelling en
vereischten voor het lidmaatschap van het
Bestuur.
De zetel Is gevestigd te Alkmaar (art. 7)
Het bestuur bestaat uit een Dijkgraaf en 6
Hoogheemraden, benevens 12 Hoofdinge
landen.
De Dijkgraaf en Hoogheemraden worden
benoemd door de Koningin. Het Bestuur
wordt 'bijgestaan door een secretaris, een
penningmeester en een ingenieur (art. 9).
De leden van het Bestuur moeten zijn
eigenaars, erfpachters of vruchtgebruikers
van in den Omslag begrepen gebouwde of
ongebouwde eigendommen, met een kadas
trale opbrengst van minstens 50.voor
ongebouwd en ƒ100.voor gebouwd (art. 13).
Verder wordt in art. 15 bepaald, dat de
Hoofdingelanden worden gekozen door de
stemgerechtigde ingelanden, waarvoor het
Hoogheemraadschap In 3 kiesdistricten, n.1.
Purmerend, Hoorn en Helder, wordt ver
deeld. Elk kiesdistrict kiest 4 Hoofdingelan
den en 4 plaatsvervangers. Zij hebben 6 jaar
zitting. Elke 2 jaar treden er dus 4 af (art. 16).
Stemgerechtigd zijn die ingelanden vol
gens art. 25 (hoofdstuk 3), welke zijn eige
naars, erfpachters of vruchtgebruikers van
gebouwde of- ongebouwde eigendommen in
hun district, waarvan de kadastrale op
brengst minstens 50 bedraagt. Tot 500
heeft men 1 stem, van 500 tot 1250 2 stem
men, van ƒ1250 tot ƒ2500 3 stemmen, van
2500 tot 3750 4 stemmen, van 3750 tot
5000 6 stemmen en boven 5000 6 stemmen.
Er wordt een lijst van stemgerechtigde inge
landen bijgehouden.
Het volgende hoofdstuk regelt dan de ver
kiezing.
Op den dag de# verkiezing kunnen bij den
Voorzitter van het stembureau in de hoofd
plaats van het kiesdistrict candidatenlijsten
worden ingeleverd, die door minstens 25 kie
zers moeten zijn onderteekend (art. 42).
door
ISABEL OSTRANDER.
(Nadruk verboden).
25)
„Ik 'ben niet om het weer uitgegaan, jonge-
man."Z3j sprak op een drogen toon, maar
hare scherpe oogen naimen een zachtere uit
drukking aan en haar glimlach heette hem
vriendelijk welkom. „Als u op mijn leeftijd
komt, zult u aan uw reumathiek denken en
u tweemaal bedenken, voor u zch in deze
heerlijke vochtige atmosfeer buiten waagt,
U hebt misschien nieuws?"
Hij schudde het hoofd.
„Als u een afspraak hebt en ik u ophoudt",
begon hij flauwtjes. In zichzelf was -hij
"woedend over zijn eigen besluiteloosheid!
Maar de oud© dame legde haar hand op zijn
arm.
„Nee, mijnheer Ros3. Ik heb geen belang-
gen, die in gewicht achterstaan bij de zaak,
waarvoor u werkt. Kom mee naar buis en
zeg mij waarom u mij wenschte te spreken.
Waar is de
dame over wie u gespro
ken hebt? U hebt haar toch niet uit het oog
"verloren?"
Haar stem beefde van nieuwsgierigheid
en de hoekige gehandsohoende hand op de
mouw van zijn jas beefde ook. Het was het
eerste teeken van emotie, dat zij in tegen
woordigheid vajj den speurder had verra-
d*a, maar of dj uit bezorgdheid el wrtak-
De gewone dag der verkiezing is de eerste
Dinsdag in November.
Binnen 3 weken heeft de stemming plaats
(art. 48).
In' elke gemeente is een stemdistrict en
de stemming geschiedt overigens op de ge
bruikelijke wijze. De volstrekte meerderheid
beslist. Het betreft hier een stemming over
personen en niet van partijen, zooals onder
het stelsel van evenredige vertegenwoordi
ging voor onze politieke lichamen.
Waarvoor men de malloterij, en nog wel
hier in het Noorden, heeft uitgehaald, om er
de politiek bij te halen en partij-candidaten
te stellen, wil ons tot nu toe niet duidelijk
zijn. De belangen van onze zeewaterkeerin-
gen, het beheer daarover en de geheele orga
nisatie van het Hoogheemraadschap is, naar
't ons voorkomt, zoo gansohelijk gelijk voor
elke partij, dat wij niet inzien, dat daarover
verschillen kunnen rijzen, die met geloofs
of politieke overtuiging te -maken hebben.
Maar het is bovendien -te betreuren, dat
men op deze wijze tweedracht zaait, omdat
het van zeer groot belang is, -dat men hier in
het Noorden eendrachtig is.
We zitten nu met dit Hoogheemraadschap,
dat in de praiktijk een lang -niet goedkoop
lichaam zal zijn. We zitten voor de betaling
van het- allergrootste deel der Watersnood-
kosten, waarop we, toen ze werden gemaakt,
geen invloed hebben gehad.
Het blijft o. i. de taak, óók van het Hoog
heemraadschap, voor die veTdeeling een bil
lijker maatstaf te verkrijgen. .Daarvoor is
groote eenheid een eerste vereischte.
Begint men echter, reeds bij het begin,
elkaar in de haren te vliegen, dan is het niet
onzeker, wie de lachende derde, is.
Dit hadden zij, die met deze -tweespalt zijn
begonnen, wel eens mogen bedenken. De
allergrootste belangen worden door hen in
gevaar gebracht.
Het bericht, onlangs in de bladen versche
nen, dat eene voorloopige commissie is ge
vormd, waarin o.a. de Dijkgraaf van het
Hoogheemraadschap, de heer Wijdenes
Spaans, zitting heeft, welke commissie zal
komen tot een Noordholiandschen Water-
schapsbond, is tegenover die verdeeldheid
althans nog een gunstig teeken.
Na -dit intermezzo keeren wij tot het Regle
ment terug. In Hoofdstuk 5 wordt het onder
zoek der geloofsbrieven der gekozenen ge
regeld, terwijl het volgende over de Alge
meene Vergadering handelt.
Deze wordt gevormd door het geheele Be
stuur. De Dijkgraaf is Voorzitter. Zij wordt
gehouden, indien de Voorzitter het noodig
acht (art. 88) of wanneer tenminste 5 Hoofd
ingelanden het vragen (art. 91) en is open
baar (art. 92).
In art. 97 worden de bevoegdheden der
Alg. Verg. opgesomd. Het zijn er welgeteld
23 en een aantal besluiten- behoeven de goed
keuring van Ged. Staten (art. 98).
Het Dagelijksch Bestuur, bestaande uit
Dijkgraaf en Hoogheemraden, waarover het
zeven-de hoofdstuk handelt, is belast met het
dagelijksch beleid van zaken (art. 99). Het
vertegenwoordigt het Hoogheemraadschap
In en buiten rechten (art. 100).
Het houdt voortdurend toezicht op de in
art. 1 genoemde zeeweringen, zoomede zorgt
het voor een goed onderhoud en uitvoering
der door de Alg. Verg. besloten- werken
(art. 105).
Minstens tweemaal per jaar drijft het
schouw over de sluizen en gedeelten der zee
wering, die onder toezioht van het Hoog
heemraadschap staan (art. 108).
Het stelt een Waarschuwingsdienst in
(art. 109) en roept een dijkwacht in -het leven
(art. 110).
Ieder inwonende binnen de grenzen van
het Hoogheemraadschap tot een grens van
10 K,M. vanaf de zeewering kan worden op
geroepen tot het doen van persoonlijke dien
sten ingeval van doorbraak of dreigend ee-
vaar (art. 111). 8
Ieder werk of leverantie boven 500 moet
openbaar worden aanbesteed (art. 112). Even
zoo de verkoopingen, verhuringen en ver
zucht voorkwam, had hij niet kunnen uit
maken.
„De gelijkenis kan toevallig zijn op grond
van uw signalement." Hij ontweek de reoht-
streeksche vraag. „Verder moet u bedenken
dat de jonge dame, die ik gezien heb, een
vlek op haar gezicht heeft. Dat zou een be
wijs kunnen zijn, dat ik mij vergis, niet
waar?"
Zij waren omgekeerd en liepen samen
langs het pad naar het huis en korten tijd
bewaarde de oude dame het stilzwijgen. Toen
zij antwoordde, was haar stem gedempt, maar
weer volkomen vast.
„Maar zooals u onderstelde, -kan het een
versoh litteeken zijn." Zij wierp hem een slu-
wen, zijdelingschen blik toe. „Als het signa
lement dat ik van haar voorkomen beb ge
geven, zoo oppervlakkig is geweest, en het
i'tteeken er mee in strijd lijkt, moet u deug
delijker gronden hebben, om uw onderstel
ling op te baseeren."
Hij zag haar met een innemende glimlach
aan, zooals er maar zelden een op zijn ge
zicht kwam.
„Mevrouw Dumois, als het voor u niet on-
noodig was een carrière te maken, veroor
loof ik mij te zeggen dat u een sieraad voor
mijn beroep zoudt geweest zijn."
Een blos tintte even haar wangen, die de
kleur van oud ivoor hadden, en een lichtje
pinkelde in haar oogen.
Je bent een amusante Jongeman 1" Zij
klopte hem op den arm met haar langen wijs
vinger. „Maar u hebt niet op mijn vraag ge
antwoord."
„Ik heb mijn ondersteling opgebouwd op
meer dan het uiterlijk van de jongedame.
Herbert Ross gaf dat kalm toe. „Eenige van
de gegevens die u als van geen beteekenia
Ingezonden mededeeling.
Zie voor Uw uitstapje op Hemelv-dag en
Pinkster achtorstaando adv. E S O N A.
pachtingen boven dat bedrag.
Voorts zorgt Jiet voor toezicht op 't per
soneel, stelt de betrekke'ijke verordeningen
en instructiën, de voorwf arden van alle aan
bestedingen op en heeft de zorg voor de
keuring der geleverde materialen.
Afzonderlijke h-oofdstu ck-en (VIII en IX)
zijn aan den Dijkgraaf, den Secretaris en
Penningmeester gewijd.
De begrooting (art. 137. Hoofdst. X) moet
vóór 1 October worden opgemaakt. Het ont
werp ligt 14 dagen voor de ingelanden ter
inzage.
De gelden, benóodigd ter bestrijding der
uitgaven, worden gebracht ten laste van:
a. de tot dusverre met het onderhoud
van een gedeelte der in art. 1 genoe-mde
zeewering en binnenwaterkeeringen be
laste Waterschappen, gemeenten en per-
ceelen, vermeld op den bib't reglement be
hoorenden Staat A,
b. de gebouwde en ongebouwde eigen
dommen, gelegen binnen de in art. 6 op
genomen grensomschrijving, voor zooverre
zij in art. 140 niet zijn vrijgesteld (art. 139).
Deze vrijgestelden zijn de gebouwen en
gronden, aan het Hoogheemraadschap toe-
behoorende en het water, dat als zoodanig
kadastraal is hekend.
De lasten zijn nu voor de sub A van art.
139 genoemde eigenaars tot een vast bedrag,
voorkomende op Staat A gefixeerd.
Zij kunnen worden afgekocht tegen den
penning 20.
De afzonderlijke Waterschappen betalen
hun deel op de in hun eigen reglement be
paalde wijze.
De gebouwde eigendommen betalen verder
naar de helft hunner kadastrale opbrengst,
de ongebouwde naar de geheele opbrengst.
Art 145 e.v. regelen voorts de wijze, waarop
de in art. 5 bedoelde uitkeering in de Waters-
noodlasten moet worden gevonden. Hiervoor
wordt door het Hoogheemraadschap een af
zonderlijke omslag geheven.
In de eerste plaats dragen daarin bij de
van ouds dijkplichtig© Waterschappen, elk
naar een voor elk apart betekend percentage,
omdat die lasten elk jaar verminderen.
Deze sohuldplichtigen z'jn op een Staat B
geplaatst met achter humuo namen het deel,
dat zij in de rente en aflossing van ƒ12.000.000
moeten meê betalen.
Als deze gebieden hun afzonderlijk deel
hebben betaald, wordt de rest omgeslagen, op
de wijze, zooals de gewone uitgaven worden
gevonden en die hierboven- is uiteengezet.
Jaarlijks vóór 1 Augustus wordt door het
D. B. een- kohier opgemaakt, ter bepaling van
wat elk Waterschap en omslagplichti-ge ver
schuldigd is (art. 155).
Binnen 8 weken ontvangt ieder aangesla
gene een aanslagbiljet daarover. De invor
dering geschiedt op de wijze, bij de Wet be
paald.
Hoofdstuk XI en XII handelen resp. over
de Rekening en Algemeene bepalingen.
In de Overgangsbepalingen wordt o.m.. de
eerste benoeming van het Bestuur geregeld.
Deze geschiedt, zooals verleden jaar dan ook
is gebleken, voor de eerste maal door Gede
puteerde Staten.
Tenslotte besluiten Ged. Staten omtrent
het tijdstip, waarop de zeeweringen, etc. in
beheer en onderhoud van het Hoogheem
raadschap overgaan.
Helder, 30 April 1921.
M.
(Wordt vervolgd).
beschouwde, hebben mij een aanwijzing ver
schaft waarmee ik kon beginnen te zoeken.
Maar dat doet er niet toe. Ik kwam vanmid-
dam om te zien, of u.de foto hadt kunnen
krijgen, waarover wij gesproken hebben."
Zij wpren de stoep opgel-oopen en do oucle
dame had aan de 'bel getrokken, voor zijn
antwoordde. „Ja, ja ik zal haar dadelijk voor
u halen."
Terwijl hij in de sombere ontvangkamer
wachtte, trachtte hij weer tot een besluit te
komen, en weer doemde het gezicht van het
meisje voor zijn geest op, maar ditmaal met
een kwellende smeeking in haar zachte
oogen; en haar zielige litteeken scheen te
pleiten om althans een respijt van het defi
nitieve vonnis. Hij maakte zichzelf voor een
weekhartige zwakkeling uit, een dwaas die
zich door het onbewuste beroep van het
meisje op de aangeboren ridderlijkheid, wel-
kij hij al lang door de ervaringen en wissel
valligheden van zijn beroep verloren meende
te hebben, van zijn stuk liet brengen. Als
de foto maar bewees dat hij zich vergist hadl
Het ruischen van mevrouw Dumois' japon
klonk op de trap en dadelijk daarop was
zij de kamer binnengekomen en had zij hem
een portret in kabinetformaat in de hand
gegeven. Hij liep naar de 1'anmp toe, alsof
hij er een beter licht op wilde laten vallen,
maar bleef staan met den schouder naar haar
toegekeerd. Hoewel hij er in geoefend was
om zijn eigen gedachten te verbergen, durfde
hij zich toch niet blootstellen aan de onder
zoekende blikken van de oude dame.
Hetonderste gedeelte van de foto was weg
gesneden, misschien om een verraderlijk op
schrift te vernietigen, maar 't bovengedeelte
was een afbeelding van een jong meisje, dat
in ten hooge* stoel vet een kathedraalrug
BUITENLAND.
DE SCHADEVERGOEDINGSKWESTIE.
De fatale datum is verstreken. 1 Mei is
voorbijgegaan, zonder dat er nadere voor
stellen van Duitschland werden ontvangen.
Intusschen beraadslaagt de Opperste Raad
over hetgeen er nu moet gebeuren. Want
ook dat is een vraagstuk, hetwelk niet zoo
spoedig is opgelost. Daar komt nog bij, dat
tusschen Engeland en Frankrijk niet die
overeenstemming bestaat, die men aanvanke
lijk zou veronderstellen. De berichten toch
over de algeheel© overeenstemming werden
de laatste dagen weer zoo talrijk, dat het dui
delijk werd, dat daarachter gelijk zoo vaak
reeds weer oneenigheid verborgen lag.
Het is thans wel duidelijk geworden, dat
het groote verschil van meening hierin ligt,
dat Engeland aan de Duitsche regeering nog
een kans wil geven. Weliswaar door middel
van een ultimatum, maar het is dan toch een
kans. In Frankrijk daarentegen is men van
meening, dat Duitschland onmiddellijk aan
gepakt moet worden, m. a. w. dat, al komt
de Duitsche regeering met nieuwe voorstel
len, toch het Roergebied bezet dient te wor
den.
Wanneer men echter de verschillende
Fransche berichten aandachtiger leest en
met elkaar vergelijkt, komt men vanzelf tot
de oonclusie, dat er ook in Frankrijk twee
stroomingen bestaan. In ons vorig nummer
wezen wij er reeds op, dat van Fransche zijde,
als het ware opzettelijk, wereldkundig ge
maakt werd, dat de voorbereiding der bezet
ting wel 14 dagep zou duren. En thans doet
zich eenzelfde verschijnsel voor -ten opzichte
van de houding van Engeland.
Bij vroegere gelegenheden van dien aard
was de Fransche pers meestal zeer scherp en
bitter in haar^ uitlatingen over den allié.
Thans is daarvan niets te bespeuren. Men
keurt de houding van Engeland af, zonder
meer. Een bericht uit Parijs aan de „N. Rott.
Crt." gaat rfog verder en meldt, dat Briand
ook gaarne zou zien, dat de Roer-operatie
achterwege bleef. Hij kan echter moeilijk
terug, het parlement kijkt hem op de vingers
en Poincaré de onverzoenlijke, de predi
ker van dein o-nuithluschbaren -haat tegen de
Duitsohers is daar de gangmaker.
Een oordeel van de „West-
minster Oazette".
Wat zal Lloyd George doen? Dit is nog een
open vraag. -Ook in Engeland gaan stemmen
op, die het inslaan van een anderen weg dan
die van het geweld bepleiten.
Merkwaardig is in dit opzicht een artikel
van de „Westm. Gaz." naar aanleiding van
het feit, dat Frankrijk de nieuwe Duitsche
voorstellen onaannemelijk acht. Velen, die
het geschacher over de nog door het nage
slacht -te verdienen Duitsche millioenen
volgen, zullen dit oordeel onderschrijven,
waarom wij hier een deel van het artikel la
ten volgen:
De „Westminster Gazette" dan zegt:
„Wij behoeven niet te zeggen, dat wij den
huidigen toestand als rampspoedig beschou
wen. Bovenal heeft Europa behoefte aan
vrede en het tot een einde brengen van al
dat getwist, maar de bondgenooten beamen
een onderneming, die de vijandige verhou
ding over een uitgestrekt gebied zal her
nieuwen. Als middel om geld van Duitsch
land los te krijgen, zal de bezetting der Ruhr-
vallei falen, zooals alle andere sancties heb
ben gefaald. Zij zal Dui-tschland's mogelijk
heid om te betalen verminderen en den bond
genooten zekerlijk niet verrijken. Of de bond
genooten hun kosten zullen goed maken, is
zéér twijfelachtig, of beter gezegd niét twij
felachtig, wanneer wij in aanmerking nemen,
dat de kosten gedekt moeten worden van de
schade, die overal aan handel en nijverheid
zal worden berokkend. Immers, het denk
beeld om de minerale rijkdommen van de
Ruhr te kunnen exploiteeren door dwang of
gedwongen arbeid, druischt in tegen alle
zat, het hoofd scherp naar links gewend,
zood-at alleen het profiel en de rechter kant
van haar gezicht te zien waren.
Herbert Ross haalde diep adem en mada
me Dumois schraapte -haar keel, toen hij
bleef zwijgen.
„Nu?- Is het het meisje?"
„Ik kan het niet zeggen." Hij keerde zich
I om en zag haar vlak aan. „Het litteeken,
waarvan ik sprak, is op de linker wang van
de jonge da-me, die, zooals u ziet, op deze foto
niet te zien is. Het is mij alleen gelukt haar
even te zien te krijgen, en ofschoon er een
algemeene gelijkenis is, verandert het lit
teeken de geheele uitdrukking, en ik kan
het niet zeker zeggen, voor ik gelegenheid
heb gehad haar meer van nabij gade te
slaan."
De oud© dame -ging zwaar zitten in de stoel
die het dichtst bij haar stond, en de groeven
op haar gezicht schenen plotseling dieper
te worden.
„U bent niet zeker van uw zaak?" Zij
klemde haar handen aan de leuning van den
stoel vast, tot de knokels wit werden onder
de kanten lubben, die uit haar mouw kwa
men. „Maar u zegt, dat er een gelijkenis be
staat. Zij moet het meisje zijn, dat ik zoek.
Ga dadelijk naar haar toe, mijnheer Ross.
Ik kan de spanning van het wachten niet
langer verdragen."
„Men moet in een zaak als deze geduld
hebben, mevrouw Dumois. Als de jonge dame
weet, dat u haar zoekt en zich voor u ver
bergt, als zij iets verkeerds gedaan heeft en
voor vergelding vreest
„Dat is buiten de zaak!" Zij keek hem
strak aan. „Het doet er niets toe, wat ik van
het meisje wil, mijnheer Ross. Dat is niet
uw taak. Breng haar alleen woor mij te voor*
ondervinding op dit gebied en bijaldien men
daaraan blijft vasthouden, zal zulks den
bondgenooten een nóg ernstiger en schande
lijker mislukking berokkenen. Wij betreuren
het ten sterkste, dat het gezond verstand en
de gematigdheid, die in ernstige omstandig
heden als deze, steeds de groote traditie van
het Engelsche volk geweest zijn, zich niet bij
deze aangelegenheid hebben doen gelden.
Duitschland kèn en moét groote schadeloos
stellingen betalen, doch het zal nooit ge
dwongen kunnen worden langs den weg,
dien de bondgenooten willen inslaan. Twee
jaar lang hebben wij nu gezien, dat de geal
lieerde regeeringen' eischen hebben gesteld,
die door ieder, die ondervinding heeft, onmo
gelijk worden geheeten, en dat Duitschland
onder dergelijke eisohen aan hetgeen voor
dat land mogelijk was te doen, wist te ont
snappen. Nimmer hebben wij nog een on
partijdig wetenschappelijk oordeel gehad om
trent hetgeen Duitschland kan betalen en
hoé het moét betalen. Gelijktijdig met een
geweldigen eisch hebben wij aanschouwd een
bijkans eenstemmige weigering om betaling
te aanvaarden in den een-igen vorm, waarin
die gedaan kan worden, en mede gezien' hoe
de regeeringen elkander de loef trachten af
te steken om middelen- te beranjen, die zullen
voorkomen, dat hen geleverd wordt, datgene
waarom zij vragen. Het is dwaasheid te mee-
nen, dat het moeilijke en ingewikkelde vraag
stuk der schadeloosstelling op die wijze kan
worden behandeld, en als de bondgenooten
thans hun legers nog verder in Duitschland
doen trekken, zullen wij moeten aannemen,
dat zij -het opgegeven hebben een oplossing
te zoeken en dat zij iets andera op het oog
hebben iets dat onberekenbare gevolgen
zal hebben voor Europa en de gansche we
reld."
Het merkwaardige is, dat tot op het einde
van deze week nog geen definitief antwoord
van de Vereen-igde Staten was ingekomen.
Niet onmogelijk is het, dat men te Washing
ton er anders -over d-erfkt dan in Frankrijk
en" de voorstellen niet geheel af wil wijzen.
Voor de Unie toch zijn er aan de rust in
Europa te groote belangen verbonden. Hoe
meer de geallieerden ontvangen, hoe eerder
zij hun schuld aan de Vere-enigde Staten
kunnen voldoen. Maar ook te Washington
zou men wel eens de meening kunnen zijn
Ingezonden mededeeling.
GOEDE GEWOONTEN, GOEDE GEZONDHEID.
Een minder goede gezondheid komt zelden
zonder oorzaak. Personen, die te veel eten,
zich overwerken, te veed rooken, te vod alco
hol gebruiken, laait naar bed gaan en geen
liGhaaansbewegin-g in de buitenlucht noemen,
moeiten in gezondheid achteruit gaan. Hun
leefwijze ia te laken.
Biecht© gewoonten overladen hel bloed mot
vergiftig urinezuur, dait z&dh ophoopt en de
nieren verzwakt. Want de aderen werken als
bloedfllters; ala rij gewond rijn, fM/treeren zij
de onzuiverheden uit het -bloed, maaur rij ver
zwakken bij overspanning. BIJ zwakke nieren
geschiedt de filtratie onvolkomen en blijft
het schadelijk urinezuur ln het geatel achter..
Dit la de oorzaak van rugpijn, urinekwalen,
duizeligheid, onnatuurlijke loomheid, verlies
aan gewicht, aanleg voor waterzucht ontete-
kinig van de nieren of blaas, rheuanatlsche
pijnon en zenuwachtigheid.
Goede gewoonten verschaffen een goede
gezondheid door afvoer van het urinezuur en
verlichting van de taak der nieren. Laat Foe
ter''e Rugpijn Nieren Pillen u hierin -bij-staan;
zij versterken zwakke nieren, lenigen de
urinekian-alen en regelen de blaas. Zij slagen
zdlfs ln gevorderde gevallen van nierwater-
zucht, rheuimiatiek, steen en dergelijke urine-
zuur-kwalen. Gebruik van PoeteFe Rugpijn
Nieren Pillen, indien noodig, is op zichzelf
een goede gewoonte; -gij kunt geen verstan
diger begin maken dan met dit speciale Dier
geneesmiddel.
Te Helder verkrijgbaar bij A. ten Klooster,
Keizerstraat 93, f 1.75 per doos.
schijn en ik zal de verantwoordelijkheid voor
de gevolgen dragen."
Mevrouw Dumois zette haar kakon met
een klap op elkaar, ofschoon haar adom
jachtte en haar -oogen glinsterden.
De speurder stond op.
„Ik zal de jonge dame, op wie ik het oog
heb zoo spoedig mogelijk trachten to zien,
en als mijn vermoedens bevestigd worden,
zal ik haar bij u brengen."
Laat in dien nacht zat Betty, zonder iets
te weten van de twee menschen, die zoo on
verwacht haar weg -gekruist hadden, voor
het vuur in haar kamer, met een papier tus
schen haar handen uitgespreid. Het was niet
de vertaling uit het Egyptisch, die haar zoo
bezig -hield, maar het afschrift van mevrouw
Atterbury's vreemden brief.
Zij wist niets van codes of cijferschrift en
pijnigde haar hersens vergeefs voor ©en
oplossing, die haar in staat zou stellen de
verborgen beteekenis van de geheimzinnige
zinsneden uit te vorschen. Het woord „scha
pen" zou, dat voelde zij bij intuïtie, een uit
gangspunt blijken,, daar het ook in het eerste
geheime bericht voorkwam; ook -het woord
„komeet" moest onmisbaar zijn, want de zin
nen waren blijkbaar zoo gedraaid, oim het
erin te krijgen. Maar „tien van de duizend
prijscouranten van schapen" gaf een begrij-
p el ij ken zin en scheen niets verdachts te (be
vatte*
Wordt vervolgd: