HELDERSCHECOURANT Tweede Blad. VAN WOENSDAG 4 MEI 1921. GEMEENTERAAD. De heer Schoeffelenberger Als het hier een particulier betrof, zou men dit dan ook voorstellen? Waarom voor de P.E.N. dit gedaan? Vergadering van den Raad der gemeente, op Dinsdag 8 Mei, des avonds 8 uur. Afwezig met kennisgeving de heeren Grunwald en Van Breda. 1. De notulen der vergadering van 80 Maart worden zonder opmerkingen vastge steld, waarna aan de orde komen: 2. Ingekomen stukken en mededeellngen. De volgende stukken worden voor kennis geving aangenomen: a. Berichten van aanneming der benoe ming van P. van Dalen tot lid van het Bur gerlijk-Armbestuur, S. Kikkert tot lid-werk nemer der Commissie van advies voor den dienst der arbeidsbemiddeling en werkloos- heidsverzekering. b. Dankbetuiging van de Vereeniging voor Voorbereidend Lager-Onderwijs ,,Ja- chin" voor de aan haar toegekende subsidie ten behoeve harer bewaarschool. o. Verdaginigsbesluit van Ged. Staten op het Raadsbesluit van 8 Maart j.1., tot aan koop van grond in het belanig der Volks huisvesting (van S. Krijnen); Idem (van J. Smit); Idem (nabij de Van Galenstraat); 8 Maart j.1. tot onderhandsohe verpachting van grasgewas aan L. O. Kaan Jr. d1. Beschikkng van Ged.. Staten op de be zwaarschriften van M. A. Kolster en J. K-ol- ster tegen hun aanslag in de pl. dir. belas ting naar het inkomen. e. Besluit van Ged. Staten, waarbij de jaar wedde van elk der Wethouders nader wordt vastgesteld op 2500. f. Goedkeuring van Ged. Staten op het 2e kohier Hondenbelasting, dienst 1920, en het le Kohier Hondenbelasting, dienst 1921. h. Goedkeuring van Ged. Staten op het Raadsbesluit van: 8 Maart j.1., tot ruiling van grond (met S. Krijnen); 8 Maart j.1., tot aankoop van grond ln het belang der volkshuisvesting (van S. Krijnen); Idem (van J. Smit c.s.); Idem (nabij de Van Galenstraat); 20 Maart jj., tot onderhaadsche verpaoh- ting van grasgewas aan L. C. Kraan Jr. (Het verdagingsbesluit van Ged. Staten op dit Raadsbesluit, vermeld onder c.*, vervalt). Voorts is ingekomen: Adres van het Hoofdbestuur van den Oentr. Ned. Amibtenaarsbond, inzake de overgang der inning van dfe gemeentelijke inkomstenbelasting naar den rijksdienst. Op voorstel van B. en W. wordt dit adres in handen gesteld voor prae-advies. Mededeeling der Oommissie voor de Pu blieke Werken, inzake bestrating van den Parallelweg. De Commissie voor de Publieke Werken acht geen termen aanwezig om op het Raads besluit van 30 Maart terug te komen. Zij kan zich ten volle vereenigen met het prae-advies van het College (bijlage 62, 1921). Het aan brengen van een gedeeltelijke bestrating meent de Commissie te moeten ontraden om dat daardoor al vooruit zou worden geloopen op de beslissing door den Raad in dezen bij de begrootng te nemen. Mededeeling, dat tot afslager bij den Vischafslag in vasten dienst is aangesteld J. W. van Teeckelenburg. De heer Bok meende, dat deze persoon in lossen dienst was en de gemeente niet verplicht was dien man vast aan te stellen. Nu dat wel het geval is, is hij dan niet te ge bruiken aan het Zwembad? Anders wordt het weer erg duur voor de gemeente De Voorzitter zet uiteen, dat het niet meer dan billijk was, dat hij thans in vasten dienst wordt aangesteld. Voor den Visch afslag is jaarlijks iemand noodig en n'a is dit de beste oplossing. Misschien kan hij ook wel bij het Zwembad gebruikt woiden. Het bezwaar van aanstelling in tijdelijke® dienst is steeds, dat men aan zoo iemand vastzit. De heer Schoeffelenberger meent, dat voor die betrekking wel een ander te vinden was. In verschillende bedrijven zijn personen te over, kan daar niet iemand van genomen worden? De Voorzitter: Verleden jaar is deze betrekking gecreëerd. Toen heette het, dat een derde persoon noodig was voor den Vischafslag, nu zitten we er aan vast. 8. Belasting kohier. Voorstel tot vaststelling van het kohiei No. 8 (4e suppl.) der pl. dir. belasting naar het inkomen, dienst 1920, tot een bedrag van 4326.751/#. ■Aangenomen.' 4. Afstand en onderhond graven. Voorstel tot afstand van graven aan de Belgische Regeering en tot onderhoud dier graven. Aangenomen. 5. Erfpacht grond. Voorstel tot uitgifte in erfpacht van een terrein aan het P.E.N., ten behoeve van een te bouwen hoogspannings9tation met lijn- waohterswondng. De Voorzitter: 't Is een officieel lichaam en geeft meer waarborgen dan een particulier, wij meenden niet zoo gestreng de verordening te moeten handhaven1 tegen over een dergelijk bedrijf. Aangenomen. <J. Beroepskeuze. Voorstel tot vaststelling eener Verorde ning tot regeling van de voorwaarden bij de beroepskeuze. Held. Crt. 28 April. De heer Staalman vindt het vreemd, dat aan het advies van deze Commissie waar de wordt gehecht, waar teVens wordt voor gesteld de Commissie, aan den dijk te zetten. Is door deze Commissie wat gepresteerd? vraagt spr., zoodat deze uitgave gewettigd is? Kunnen we daarover geen inlichtingen krijgen, alsook door de Commissie de mede deeling krijgen dat aan een dergelijke instel ling behoefte is? Spr. staat op 't standpunt dat het een goede zaak is, wü echter verdaging tot nadere inlichtingen. De heer Verstegen kan die inlichtin gen wel onmiddellijk geven. In deze ge meente is de behoefte aan een dergelijke commissie even groot als in andere en overal waar die gelegenheid, zoo'n commissie te be noemen, bestaat, moet die worden aangegre pen. De huidige Commissie heeft zich op de hoogte van het vraagstuk gesteld, materiaal verzameld ten dienste van de beroepskeuze en had ongetwijfeld meer gedaan als de per sonen van de Commissie voor beroepskeuze meer hadden kunnen doen. De Commissie bestond in hoofdzaak uit menschen van de Marine, die naar elders gingen, en dus niets konden doen. Als de Commissie heeft een vaste secretaris (dir. Arbeidsbeurs) blijft het verband bestaan. De zaak is nieuw en van groot gewicht voor.'t maatschappelijk leven. Er kunnen wel 10 of meer jaren verloopen voor de praktische resultaten merkbaar zijn. De eerste patiënten zijn pas ingeschreven en dus kunnen de resultaten eerst later wor den overzien, 't Groote sociale belang der Commissie is, dat zij in de maatschappij de geestelijke en lichamelijke krachten op de juiste plaats brengt. Zichtbare resultaten zijn er nog weinig. Spr. wijst echter op Hil versum, waar al een zeer goede Commissie bestaat. Wij zijn hier bescheidener, en onder leiding van den ijverigen directeur der Ar beidsbeurs kunnen wij gerust voortgaan. Er moet komen een vast instituut, staande ach ter het Gemeentebestuur. De Commissie moet samengesteld worden uit alle geledin gen der maatschappij. In deze Gemeente is zeker behoefte aan een dergelijk instituut. De heer Baak vindt de noodzakelijkheid van de Commissie urgent; voor spr. is echter de technische samenstelling een punt van bespreking. B. en W. spreken van een 9-tal personen. Als de heer Verstegen zegt, dat de Comisie zoo noodig is, is spr. ,dat daarme de eens, maar onder de voorgestelde samen stelling zal de Commissie niet het noodige vertrouwen van de burgerij krijgen. Spr. meent, dat een samenstelling uit werkgevers en werknemers beter zal zijn, desnoods dan met toevoeging van deskundige voorlichting. Men moet de menschen zelf mede laten spre ken. De heer B o r k e r t vindt het aangenaam, dat de heer Baak vóórstander is van de Com missie en de voorgestelde samenstelling biedt de waarborgen, die de heer Baak vraagt. De heer Staalman spreekt waardeerend over de Commissie als zoodanig. Het rap port van de h.h. Volmer, etc. is spr. bekend, maar het frappeert spr., dat in dat rapport naar voren komt, dat de gemeente maar be talen moet en dat men in Den Haag maar zegt hoe het moet. Spr. geeft de voorkeur aan een particuliere commissie zonder in menging van de regeering. Elke gemeente heeft weer andere eischen; vooral voor Den Helder is het wenscheüjk, dat we het zelf in handen hebben. Nogmaals vraagt spr. wat toch de reden is, dat de Commissie niets deed? Er zijn tal van commissies (wering voor schoolverzuim, etc.), die gratis werk ver richten. Spr. neemt gaarne aan, dat inder daad de stuwkrachten uit deze Commissie weggingen, maar van eenig resultaat van haar werk hoorden wij niets. Misschien is het geen zaak, die door het volk begeerd wordt, laten we dat eens onderzoeken. De heer B o k Er was hier een zoodanige Oommissie. Waarom moet dit nu weer van gemeentewege geschieden? De heer Verste gen spreekt van den directeur der Arbeids beurs, en onlangs had die meneer het zoo druk, dat hij hulp noodig had. Toch is zijn werk nogal omvangrijk. Of wil men een tij delijk ambtenaar aanstellen? Laten we niet zoo ver gaan en de Oorömissie behouden zooals zij is, met een kleine bijdrage voor noodzakelijke kosten, steunen, maar geene groote kosten maken. Of laat het over aan het particulier initiatief. De heer Verstegen: 't Verheugt me, dat de tegenstand van dien aard is, dat hij wel te overwinnen is. Den heer Staalman antwoordt spr., dat de Commissie bezig is geweest met verzamelen van materiaal en door deskundige menschen is dat binnenge komen. Het terrein was totaal onbekend, toen de Commissie begon te werken; thans komt er wat perspectief in. De Commissie leden zelf hébben gezien de noodzakelijkheid van een vast punt van uitgang, waar de men schen, die advies behoeven, terechtkomen. Wat dat werk van den directeur der Arbeids beurs betreft: de controleur is er niet geko men, omdat de directeur van de Arbeidsbeurs te veel werk had; het was een nieuwe functie, die noodig was om den directeur op zijn bureau te houden. Overigens is de bedoeling niet een ambtenaar (tijdelijk of los) aan te stellen; dat is bet werk van de Commissie, waarvoor -het crediet noodig is. Dit is een proefneming, wij moeten de medewerking van verschillende autoriteiten hebben. Ook wat de heer Bok zegt is te overwegen (aan vulling van werkgevers en -nemers), maar dan als aanvulling; in hoofdzaak moeten medici en paedagogen in de Commissie zit ten, die hebben de eerst aangewezen taak te vervullen. De heer Bok vraagt of het crediet van ƒ1000 boven het bestaande niet te hoog is. De hper Verstegen antwoordt, dat dit geld voor allerlei dingen noodig is. De heer Staalman verzet zich tegen de wijze van behandeling. Niemand wéét wat men met beroepskeuze bedoelt. In 1920 zeide de Haagsche Commissie in haar rapport, dat men eigenlijk nog niets van de zaak wist. De heer Verstegen zegt: die Commissie moet bestaan uit artsen, paedagogen etc. Best mo gelijk, maar uit de discussie blijkt, dat de heeren 't niet eens zijn. Spr. stelt daarom Voor de zaak aan te houden, opdat de leden er iets meer van te weten komen.. De heer Verstegen zegt, dat geld is noodig voor al lerlei. Maar de Commissie zelve heeft te be- oordeelen wat en hoeveel zij noodig heeft. Spr. wil verdaging. De heer Verstegen: Uit de laatste woorden van den heer Staalman blijkt, dat hij niet zoo'n groot voorstander is van de Commissie. Geroep: Precies 1 De heer Verstegen: Want hfj maakt het voortbestaan der Commissie op allerlei manieren onmogelijk. De heer Staalman zet de zaak een beetje op den kop. De Commissie zelf richt het instituut in, en bepaalt wat zij noodig heeft. Zij krijgt het geld en niet de Raad is het, die het besteedt. Als men van meening is, dat het instituut inderdaad nut tig is, moet men alleen aldus redeneeren: is het noodig, dan moeten wij het in het leven roepen. De heer Staalman spreekt er over, dat de Haagsche Commissie niet wist wat de zaak was, maar de lijnen waren vóórdien al lang uitgestippeld. Deze Commissie, evenals alle, is het gevolg van een reeds lang gaande beweging en van allerlei geliefhebber van particulieren. In het rapport staat niet, dat wij door Den Haag gecommandeerd worden: de Gemeente roept het instituut in het leven en is daar verantwoordelijk vpor. Het insti tuut is feitelijk semi-officieel. Toen de Ar beidsbeurs is ingericht, werd de zaak al in uitzicht gesteld. De heer T i e 1 r o o ij ziet nog niet veel perspectief in de zaak, ook niet na de rede van den heer Verstegen. Ook spr. weet niets van het werk van zoo'n commissie, maar dat ligt aan de Commissie zelvo. En minsterus 95 van de inwoners zullen het niet weten. De heer Verstegen heeft spr. nog in de war gebracht ook door te spreken van patiënten en doktoren. Alsof het hier een kinderzie kenhuis betrof! De heer H e ij b 1 o k zegt, dat de heeren de bekende brochure eens moeten bestellen over Beroepskeuze, die bij de drukkerij „Ontwikkeling" is verschenen. De heer Staal man praat gaarne voor de tribune, dat blijkt ook nu weer. Laten we eene commissie be noemen uit den Raad. De heer Van Os: Laat de heer Heijlblok zijn .ontwikkelingslectuur zelf maar houden. Spr. voelt-ook wel wat voor het instituut, laten ze echter maar eens aan het werk gaan met het crediet dat ze hebben, dan kunnen we eens zien wat ze presteeren. Spr. is er tegen dit bedrag te voteeren. De heer Vander Veer: De Commissie is me totaal onbekend, spr. wil gaarne er wat meer van weten, 't Gaat niet aan "ze maar eens 1600.frisch te laten maken. De heer Borkert:* Reactie is heden avond teoef. De raadsleden schamen zich er rechtuit tegen te verklaren, en wat ze nu doen is inconsequent. Ook andere menschen dan arbeiders hebben belang bij deze zaak, en we moeten blij zijn, dat we voor weinig geld een Commissie kunnen krijgen, die dit belangrijk werk doet. Er staat een genees kundige aan het hoofd, dus dat is dan toch wel een deskundige en wij moeten dit met beide handen aangrijpen. De heeren zijn in consequent, want ze voteeren duizenden gul dens voor allerlei andere dingen. Wij dienen hier gezamenlijk het gemeentebelang, en ne men er stelling tegen, dat gij dit op deze wijze tegenwerkt.... (Heftige en herhaalde interrupties). De heer Staalman vraagt het woord voor een persoonlijk feit. Als de heer Borkert zich zoo dik maakt, komt dat omdat hij het onaangenaam vindt,, dat wij er vóór zijn. Een brochure heb ik niet noodig, maar ik wil eerst zien hoe dit instituut werkt. De Voorzitter: U heeft het woord gevraagd voor een persoonlijk feit. Het gaat niet aan dat thans uit te breiden tot een rede in vierde instantie. De heer Staalman: Dat is mijn bedoe ling niet, meneer de Voorzitter, ik wenschte alleen te protesteeren tegen de woorden van den heer Borkert. De heer Poll: Wat is er tegen verdaging? Dan kan iedereen de zaak nog eens onder zoeken. De Voorzitter begrijpt niet waarom de heeren zich zoo dik maken over een insti tuut, waarvan ze voorstander zijn. De Com missie is verleden jaar ontstaan en vraagt nu wat administratieve hulp. Verdaging, och, het College zal zich niet 'verzetten, maar van zoo'n groote onbekendheid is dit insti tuut niet. De bedoeling is geenszins om een vast ambtenaar te benoemen, maar vóórdat we het instituut "in de gelegenheid hebben gesteld te werken, kunnen we dit werk niet beoordeelen. De heer Baak meent, dat aan zijn woor den wat te weinig aandacht is geschonken. Het moet niet zóó zijn, dat we een Commissie krijgen, die over de heele wereld relaties heeft. Het moet een Commissie zijn van pae dagogen en doktoren. Het gaat hier over kinderen van 14 en 15 jaar en de beoordee ling van de vraag voor welk beroep ze ge schikt zijn. Zoo'n Commissie moet niet be staan uit zooveel intellectueelen. Voor spr. is het niet zoo'n bezwaar de zaak uit te stel len, maar spr.'zou wel gaarne willen, dat men bepaalde welke leden in de Commissie zit ting nemen (werkgevera en werknemers), die zich dan andere assumeeren kunnen. De Voorzitter: De heer Baak voert ons weer naar den beganen grond. Zijne op merking is niet zonder belang en spr. meent, dat deze toevoeging zeer zeker nut zal heb ben. De heer Baak wil dan het aantal (9) der Commissieleden schrappen uit het voorstel. De heer V a n O s .wil, afgescheiden van de subsidie, de zaak toch door laten gaan. De heer De Zwart antwoordt, dat het voorstel wel eenigszins verkeerd geredigeerd is. De bedoeling is niet die 1000.— per sé op te maken. De Commissie moet rekening en'verantwoording doen van haar uitgaven. Het kan zijn, dat zij genoeg heeft aan 500, het kan ook zijn, dat zij 1000 noodig heeft. Maar zij zal haar uitgaven moeten verant woorden. De heer Verstegen heeft aanstonds toegestemd, dat het voorstel-Baak ernstige overweging verdient. Er is op het oogenblik nóg niet ééne com missie in het land, die aldus samengesteld is. Met paedagogen bedoelt spr. niet persé onderwijzers, maar in 't algemeen opvoeders. En die kunnen dan praktische menschen zich toevoegen. Daarom neemt spr. gaarne dit voorstel over van den heer Baak. De heer H e ij b 1 o k wil dan die Commis sie niet te groot maken. Want er zijn nog al wat van zulke organisaties. De Voorzitter wijst er op, dat van politieke organisaties geen sprake is. De heer Staalman wil thans zijn stem motiveeren. De zaak heeft nu een zóódanige wending genomen, dat spr. zal vóórstemmen. De heer Bok stelt een amendement voor den post niet met 1000, maar met 400 te verhoogen. Het voorstel komt ln stemming. Bij art. 4 vraagt de heer Staalman of het huish. regl. ter kennis-kan worden ge bracht van den Raad. Geen bezwaar. Het eerste gedeelte van het voorstel (de Verordening) wordt aangenomen. Bij sub II (het verleenen van een crediet van 1000) verklaart de heer Staalman tegen het voorstel-Bok (vermindering tot 400) te zul len stemmen, omdat dit, na de uiteenzetting van den wethouder praktisch geen1 zin heeft. Laat de heer Bok zijn amendement terug nemen. De Commissie moet immers toch rekening en verantwoording doen. Mevrouw Van der Hulst vraagt om ook vrouwen in bedoelde Commissie te be noemen, hetgeen wordt toegezegd. Het amendement-Bok wordt verworpen. Vóór de heeren Bok, Staalman en Van der Veer. Daarna wordt ook sub H aangenomen. 7. Medetelling van dienstjaren. Voorstel, betreffende het medetellen van dienstjaren voor toekenning van periodieke loonsverhoogingen. Aangenomen. 7 a. Herziening Pl. Dir. bel. n. h. Inkomen. Rapport der Raadsoommissie inzake de herziening der Plaatselijke Directe Belas ting naar het Inkomen. Held. Crt. 80 April. Hierop is ingekomen een amendement van Breda, die voorstelt bet iteirug te zenden naar B. en W. voor advies. De beer Baak vereenigt zich daarmede. Het is hier. een belangrijke kwestie, die niet in haar geheelen omvang kan worden bezien. Spr. dringt echter op behandeling in de eerstvolgende vergadering aan. De heer Zond e r v a n vindt het vreemd, waar de heeren het rapport 8 dagen in huis hebben en ons zielfs verwijten, dat het zoo lang is uitgebleven, dat zij nu om verdaging vragen. Dan wordt het allicht Juni voor het advies in den Raad komt. Spr. zal zich niet bepaald verzetten tegen verdaging als men dien wenscht. Hij wijst er evenwel op, dat de heer van Breda in zijn amendement aan B. en W. om een „tarief" vraagt. Dus de bedoeling is waarschijnlijk een geheel 'nieu we belastingschaal in te voeren. Maar laat men niet te veel aan het voorstel an B. en W. knibbelen, anders konden er nog «ei eens evrder strekkende voorstellen komen dan dit. De heer v a n L o o vraagt namens den heer Grunwald óók verdaging^Spr.'zelf kan het niet schelen, maar wij moeten afwezigen toch de gelegenheid geven hun verlangens naar voren te brengen. De heer Van Os meent, dat wel de be doeling is dat B. en W* een nieuw tarief ontwerpen. Spr. is het daar mee eens. De heer Zondervan en de zijnen decreteeren: dit moeten jelui nu maar aannemen. De Raad heeft de Commissie weliswaar benoemd. De 'beer Borkert: Precies, en alle gele dingen zijn vertegenwoordigers, o.a. de heer Staalman. De heer V a n O s is nog volstrekt niet ze ker dat dit tarief zoo goed is. De heer d e Z w a r t lantwoordt den leden die aandringen op uitstel van executie, dat in bet College reeds over uitstel beraad slaagd is, alsook over het uitbrengen van een prae-advies, dat zoo spoedig mogelijk zal worden ingediend. De kwestie van een nieuw tarief is iets anders, maar de Raad blijft vrij dat zelve te ontwerpen. Echter zouden B. en W gaarne hedenavond de beslissing willen heb ben ln beginsel over te gaan den innigs- diemst over te dragen aan het Rijk. Aldus besloten, terwijl de verordening voerigens verdaagd wordt. 8. Plantsoen. •Voorstel, naar aanleiding van een adres, om het pleintje aan het begin der Stakman Bossestraat in te richten als Plantsoen. Aangenomen. 9. Pensioneering Wethouders. Voorstel, in verband met het rapport van de Raadscommissie belast met de herziening der Verordening, regelende de pensionnee- ring der Wethouders. De heer van Loo vraagt, mede namens den heer Grunwald, uitstel tot ee'n volgende vergadering. Er zullen verschillend© aanmer kingen 'op gemaakt worden en de heer Grun wald wilde daar gaarne bij zijn. De beef-Zondervan wil dan de zaak liever in geheime vergadering bespreken waar het particuliere zaken betreft, indien do heer Grunwald er zoo op gesteld is er zelf bij te zijn. De heer Borkert geeft den Raad in over weging wat ernstiger de stukkon te bestu- deercn. Men durft den strijd niet aan, dat bewijst het vorigo punt, dat verdaagd werd en nu weer dit, en spr. vraagt: zijn de hee ren -ernstig of niet? De Voorzitter: Vindt u dat niet wat te sterk uitgedrukt? De heer Borkert: als de heeren telkens den Strijd trachten te vermijden, gebeurt er niets. Er worden Commissies .benoemd en alle gelederen zijn daarin vertegenwoordigd. B. en W. zijn tenslotte ondergeschikt aan den Raad, 'die immers sonveredn is. Spr. acht het misdadig op dergelijke wijze het gemeente belang tegen te werken. De Voorzitter protesteert tegen die uitdrukking, dat B. en W. ondergeschikt aan den Raad zouden zijn. De heer Schoeffelenberger .vreest den strijd niet. Spr. wil niet medegaan met het voorstel van B. en W. en heeft eenige amendementen.-. Als het zoo'n goed gesalarieerd- baantje wordt zal het wethouderschap een klopjacht worden voor de liefhebbers. De heer Verstegen vraagt of de heer Schoeffelenberger zijn amendementen bij den Raad wil indienen. De Voorzitter wil gaarne eerstt de be slissing over al of niet uitstel. Dat voorkomt veel discussies. De heer van Loo heeft eenvoudig ge vraagd wat de heer Grunwald hem opdroeg. Er lag niets misdadigs in; de heer Borkert ging zijn boekje wat te buiten, want dat woord' is hier ongepast. De heer Baak verzet zich niet tegen uit stel. Den strijd zal spr. gaarne aanvaarden •al is er geen strijdvraag in het geval. De heer Borkert gaat wat te ver als hij ook mij van sabotage beschuldigt Waar het hier gaat over een persoon, die ziek is, moet deze de gelegenheid hebben zich te kunnen uitspre ken. Spr. heeft persoonlijk liever dat de heer Grunwald naast hem zit dan niet, al zal hij van heim geen hulp krijgen. De hoer Borkert is verkeerd begrepen. Spr. heeft niet den persoon op het oog, al leen de functie. En als men de discussie uit stelt wordt de zaak bemoeilijkt. De heer Staalman vraagt of de heeren die amendementen hebben, die willen indie nen. Het voorstel tot verdaging wondt aange nomen. 10. Ontslag onderwijzer. Voorstel om aan E. J. Verhoosel eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan School No. 8. Eervol verleend. 11. Keurloonen. Voorstel tot wijziging der Verordening op de heffing van keurloonen van slachtvee en vleesch. Held. Crt 28 April. Aangenomen. 12. Onbewoonbaarverklaring. Voorstel om de perceelen Dijkweg 21 en 22 onbewoonbaar te verklaren. Aangenomen. 13. Goedkeuring Huurprijzen. Voorstel tot goedkeuring van huurprijzen van woningen der Vereeniging voor Volks huisvesting „Helder" en der Marine-Wo- ningb'ouwvereeniging „Algemeen Belang". Held. Crt. 28 April. In ons verslag der vergadering van „Volks huisvesting" in het no. van Dinsdag ver meldden wij de verhoogde huurprijzen voor de woningen dezer vereeniging. Voor de Wo n ingbou wver een? gin-g „Algemeen Be lang" worden met ingang van 1 Juli de huur prijzen gebracht op 4.50 per week. Aangenomen. 14. Drankwet Voorstel inzake het verleenen van een ver gunning boven het maximum, ten behoeve van het -badpaviljoen te Huisduinen. Held. Crt 28 April. De heer Schosffelenberger heeft met verbazing dit voorstel gelezen. In -het adres staat dat als geen vergunning ver leend wordt de exploitatie van het badhuis niet kan slagen. Dus Huisduinen moet wor den vooruitgebraicht met in de eene hand een dennetak uit de donkere duinen, in de -andere hand een jeneverflesch. Een arme weduwe die het voor haar brood zou moeten do-en, zou men een vergunning onthouden. Mevrouw Van dier Hulst: Met pijn lijke verbazing heb dk Uw voorstel gelezen, om met heit verzoek van de N. V. Zeebad Huisduinen acooord te gaan. Er staat: „kortom, de N. V. voornoemd wenscht al datgene te doen, wat n-ocdig is om Huisduinen tot een behoorlijke badplaats te ontwikkelen". Maar nu vraag ik: is dat noodig? han'gt de welvaart van onze gemeente van een zoo groot mogelijk aanital vergunningen af?. Dan zie ik de toekomst van Den Helder donker in. Gaan wij met onzen tijd mee, m. d. v.? met dezen tijd, die in het teeken staat van drank bestrijding? Kijk naar de drooglegging van Amerika, zie in ons -eigen land naar het pas genomen besluit der Tweede Kamer, inzake plaatselijke keuze. Moeten wij ons eigenlijk niet sdhamen, als we lezen dat nu reeds iin onze gemeente het max. aantal vergunningen is overschreden, moesten we niet met beide handen aangrijpen, als er een dranfcvrlj ont- spanningslokaal bij' zou komen, waar ook de geheelonthouder met de zijnen verpoozing kon zoeken? Het is hier de plaats niet, m. d. v., om een betoog voor drankbestrijding -te houden, bovendien ben ik Overtuigd, dat al de raads leden t niet me eens ziin, dat de -grootste ellende voortspruit door het gebruik ('t be hoeft bepaald niet altijd misbruik te zijn) van Sterken drank, maar dit wil ik nog even zeggen, dat ik nooit of te -nimmer -mijn stem zal geven tot het verzoek aan de Kroon om een vergunnin-g voor het badpaviljoen. De heer He ij blok verwondert zich óók over het voorstel van B. en W. als zou deze vergunning noodig zijn voor den bloei van de -badplaats. De Voorzitter is het eens 'met wat de heer Schoeffelenberger en mevr. v. d. Hulst zegt, maar een badplaats zonder vergunning is volgens spr. onmogelijk. De N. V. zou on middellijk doodgaan zonder vergunning. Den heer Heljblok antwoordt spr., dat het aantal vergunningen niet uitgebreid wordt hierdoor alleen moet de bestaande op naam van de N. V. komen. Die van Boon kan dan verval len. De kwestie la van formeelen aard. De heer deZwartis het volkomen eens met (het gesprokene door den heer Schoeffe lenberger en mevr. v. d. Hulst. Reeds vroeger heeft spr. zich in dlien geest uitgelaten, maar als de Raad -zich hiertegen thans verzet, be reikt hij dan hetgeen hij meende te bfereiken? In geenen deele; de vroegere eigenaar heeft zijne vergunning overgedaan aan de N. V. maar die moet nu speciaal op naam van de N. V. komen. Doet men dat niet, dan gaat de vergunning over op den hu-idigen pachter, den heer Slijper. Du-s de vergunning voor bet badhuis is er reeds. De heer B a a k: Als we beide partij-en hooren, gevoel ik voor beide inzichten wat. Ik wil geen va® beide standpunten vermoor den. Zou het echter -geene overweging ver dienen- nu de -goh. onth. ook tevreden te stel len door er een lunchroom naast te zetten? Dat zal voor Huisduinen de beste oplossing zijn. De heer S t a a 1 m a n is het eens met mevr. v. d. Hulst. Het advies van B. en W. is niet zoo pertinent als de mondelinge toelichting, want daarin staat: „het schijnt gewensoht, dat het badpaviljoen- een vergunning krijgt." Dus de uitlating van den Burgemeester, dat het absoluut noodig is, is meer een nersoon- lijfce. De Voorzitter zeide de vergunning was niet boven het maximum, omdat zij aan de N, V. komt inplaats van aan den kastelein. Dat is onjuist; het wordt een vergunning bo ven het maximum. Deze vergunning zal niet meetellen; o<n -het oogenblik schaadt dit niet, omdat we nog boven het maximum rijn. Maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5