VRAAGT
Ingezonden mededoeling,
Leest vooral de beide advertenties van
ESONA In dit blad. BELANGRIJK NIEUWS
in Amsterdam crver den motor van dit toestel
:ereclameerd: de motor trok nidt goed en
t was ook de reden, dat nu Woensdag te
Hamburg bet toestel niet over de boomen en
de huizen bij het vliegveld kon wegkomen.
Sedert Zaterdag had het toestel reizenJ ge
maakt van Amsterdam naar Rotterdam, van
hier naar Hamburg en weer terug om, na een
tweede reis naar Hamburg, weer naar Rot
terdam onderweg te gaan.
BINNENLAND.
Het nieuwe college van B. en W. van
Amsterdam.
In antwoord op den brief van de kerkelijke
raadsfracties is de volgende brief namens de
sociaal-democratische raadsfractie verzon
den:
Amsterdam, 19 Mei 1921.
Den heer Gerard van Lingen,
lid van den gemeenteraad,
Spreeuwenpaik 12, alhier.
Ondergeteekende ontving den brief d.d.
18 Mei 1921, bevattende de uitnoodiging door
de roomsch-katholieke, de anti-revolution-
naire, de christelijk-historische en de chris
ten-democratische raadsfracties gericht tot
de sociaal-democratische, om met hem te wil
len treden in overleg over de vraag, door wie
aan het dagelijksdh bestuur der gemeente
dient te worden deelgenomen.
Had deze uitnoodiging ons bereikt zonder
toevoeging, zij zoude zonder twijfel bevesti
gend beantwoord zijn. Waar u er echter aan
toevoegt, dat voor de fracties, die de uitnoo
diging ons deden toekomen, de mogelijkheid
van dergelijk overleg alleen dan bestaat, in
dien onzerzijds verklaard wordt, dat in ge
vallen als dat van de staking van 8 Juni 1920,
door ons aangewezen wethouders een door u
niet door ons aangewezen standpunt zou
worden ingenomen, zien wij ons genoodzaakt
te verklaren, dat door ons in geen enkei over
leg met u kan worden getreden, waaraan
uwerzijds dergelijke voorwaarden worden
verbonden. Het stellen van dergelijke voor
waarden is voor ons bewijs, dat uw fracties
blijkbaar streven naar de vorming van een
college van B. en W., waarin andersdenken
den zich tevoren hebben vastgelegd op uw
opvatting, terwijl onzerzijds alleen prijs zou
kunnen worden gesteld op een overleg, waar
bij de gedaohte voorzit, dat het gemeentebe
lang door ieder naar zijn beste weten, volgens
eigen inzicht, kan worden gediend, en toch
een voldoende basis voor samenwerking aan
wezig wordt geacht.
Gezien dit verschil in opvatting, zien wij
ons in een overleg, waaraan voorwaarden
ons genoodzaakt, u mede te deelen, dat door
worden verbonden, ais u stelt, niet zal worden
getreden.
Namens de raadsfractie,
W. H. Vliegen.
De 8-Junl-stakera te Amsterdam.
Het scheidsgerecht is gisteravond bijeen
gekomen ter bespreking van de berechting
van de nog voor straf voorgedragen stakers
van 8 Juni bij den dienst der wasch-, bad- en
zweminrichtingen. Na uitvoerige behande
ling is het tot de conclusie gekomen, dat
weliswaar in het reglement geen termijn is
gesteld voor de indiening van een voordracht
voor straf, maar dat deze redelijk moet zijn.
Daar het vindt, dat de grens van de redelijk
heid overschreden is, zal het geen straf op
leggen.
De verongelukte reddingboot van
Schiermonnikoog.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat namens de
Duitsehe regeering een som geMs is beschik
baar gestold voor de betrekkingen der beide
Nederlanders, dié op 9 April zijn veronge
lukt, toen de Schiermonnikoogsohe redding
boot een Duitschen schoener, die in nood
verkeerde, hulp zou verleenen.
Het wegbrengen van schepen.
In de zitting van Donderdagmiddag der
Haarlemsche Rechtbank stond allereerst te
recht de machinist A. Iskes van Velseroord,
gedetineerd, terzake dat hij in Januari 1920
op de Noordzee, buiten de territoriale wate
ren, op circa 160 mijlen van de kust, het
stoomvisschersvaartuig „Helni" LTM. 420 op-
«ettelijk heeft doen zinken, door de binnen
boordskraan open te zetten en dit vaartuig
zoodoende met water te doen volloopen. Hij
heeft dit gedaan met het oogmerk, om zich
of de reederij, de maatschappij „De Dogger",
ten nadeele van de verzekeringsmaatschap
pij, waarbij het vaartuig tegen mijnengevaar
was verzekerd, te bevoordooien.
Beklaagde bekende. Hij was omgekocht
döor J. A. Koningstem; deze had hem 1000
uitbetaald. Bovendien 'kreeg hij de belofte,
dat hij nog 4000 zou la-ij gen, wanneer de
verzekeringssom zou zijn uitbetaald.
Getuige H. A Bunmeister, de procura
tiehouder van de 'betreffende verzekering-
maatschappij, deelde mee, dat de verzeke-
ringssom 180.000 bedroeg.
De Officier van Justitie zei dat bekL, hoe
wel niet de hoofdschuldige, toch behoorlijk
gestraft moest worden. Verzachtend noemde
spreker het, dat de gedaohte, om dit mis
drijf te plegen, niet bij beklaagde was opge
komen. Mede wegens zijn ongunstige gezond
heidstoestand eischte hij daarom een gevan
genisstraf van acht maanden.
De verdediger, mr. Hoog, noemde beklaag
de het slachtoffer van zijn lastgever. Pleiter
begreep, dat de Rechtbank deze misdrijven
nu eens zwaar straffen wilde, maar hij was
van meening dat niet deze beklaagde daar
voor in aanmerking möet komen, maar hij,
die hem in het ongeluk gestort had. Pleiter
legde eenige getuigschriften over beklaagde
in handen van den president en riep de
clementie van de rechtbank in.
Tweede beklaagde was A. Groen, schipper
op de „Heini". Hij werd beschuldigd, aan
den vorigen beklaagde gelegenheid gegeven
te hebben tot, of behulpzaam te zijn geweest
bij het zooeven beschreven misdrijf.
Beklaagde ontkende, dat hij Iskes gele-
mheid had gegeven, zijn misdrijf te plegen,
ij wilde er tot het laatste toe niet aan mee
werken.
De vorige beklaagde werd nu als getuige
gehoord.
De officier: Had deze eohipper het mi»-
drijf kmaem voorkomen, ijj dat gewild
bed?
Getuige: Ja zeker. Hij heeft mij ook de
gelegenheid gegeven.
Beklaagde; Dat ia oen groofce leugen.
De officier van justitie zed.de aanvankelijk
van plan te zjjn geweest, dezen beklaagde
evenals den vorigen te beschouwen als
slachtoffer. Maar spreker is van deze ge
dachte teruggekomen, omdat hij beklaagde
als schipper meer verantwoordelijk achtte,
dan de machinist. Hij requir eerde dan ook
een jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Bakhuizen van den
Brink meende, dat de verantwoordelijkheid
van dezen beklaagde niet grooter was, dan
van Iskes. Ook Groen was volgens pleiter
het slachtoffer van den reeder geweest. Hij
pleitte clementie.
Vervolgens stond terecht J. A. Koning-
stein, caféhouder, reeder en koopman te
IJmuidOn. Deze moest zich verantwoorden
voor het feit, dat hij omstreeks Deo. 1919
door een belofte of een gift van 6000 aan
Iskes te doen, heeft uitgelokt, dat deze, va
rende aan boord van de „Heini", dat vaar
tuig heeft doen zinken, met het oogmerk om
zich of de reederij te bevoordeelen.
De president: Beklaagde, hebt ge Iskes
een aanbod van 6000 gedaan, om den log
ger „Heini" te doen zinken?
Beklaagde (met groote stelligheid): Neen.
Iskes, ook in deze zaak als getuige ge
boord, deelt mede, dat hij behalve de reeds
genoemde 1000, later van den reeder E.
nog 100 gekregen had, onder belofte, dat
hij zijn mond zou houden, als schipper Groen
ooms dbor de mand zou vallen.
Beklaagde ontkende wederom, d'at hij
schuld had aan het hem ten laste gelegde.
Na het hooien van Bchipper Groen zei
beklaagde: „Ik verklaar, dat deze getuige
een groote, pertinente leugenaar is! Ik heb
hem nimmer over hettot zinken brengen
van de „Heini" gesproken.
De Officier van Justitie noemde beklaagde
Koningstem den hoofddader. Spr. laakte het
dat beklaagde niets van te voren met den
rcchter-oommissaris had willen bespreken,
maar dit aleen ter terechtzitting wilde doen,
na met zijn raadsman geconfereerd te heb
ben. Wanneer beklaagde werkelijk onschul
dig was, dan had hem niets kunnen beletten,
vrijuit tegen den rechter-oommissaris te
spreken. Dit had hem slechte voordeel kun
nen brengen. Nu 'hij dit niet heeft gedaan,
moet hij er de nadeelen van ondervinden.
Spreker eischte daarom tegen den beklaagde
een gevangenisstraf van drie jaar. (Luid ap
plaus op de publieke tribune).
BekL kreeg de gelegenheid zijn schrifte
lijk verweer voor te lezen, waarin hij tot
allerlei bijzonderheden afdaalde;, mr. Troel
stra, de revolutiedagen van 1918 en het be
houd van het vaderland er bij haalde.
De President dreigde beklaagde hem het
woord te ontnemen, wanneer hij op deze
wijze bleef doorgaan.
Beklaagde bleef bij zijn ontkentenis en
legde alle schuld op Iskes.
Ten slotte legde 'hij met een theatraal ge
baar zijn cahier, waarvan hij 23 bladzijden
vol geschreven had, op de tafel van den Of--
üicier van Justitie.
Mr. Muller Massis, beklaagde's verdedi
ger, vroeg aan de rechtbank, vooral de ge
tuigenverklaringen niet op een goudschaaltje
te leggen, vooral niet van getuige Iskes,
dien hij zeer onbetrouwbaar noemde. In zijn
pleidooi trachtte spreker aan te toonen, dat
de verzekeringssom van 180.000 voor de
„Heini" niet te hoog was, waarbij hij zich
beriep op een desbetreffende verklaring van
den reeder Groen te Uitluiden. Beklaagde
heeft, volgens pleiter, alleen het geld aan
Iskes gegeven, uit angst d&t de verzekerings
som niet zou worden uitbetaald en omdat
men hem voor den schuldige zo-u aanzien.
Daarom alleen heeft beklaagde gezwegen.
Pleiter ontkende ten sterkste, dat beklaagde
bij het tot zinken brengen van de Heini"
financieel voordeel zou gehad hebben. Het
eenige bezit wat hij nog heeft is zijn vrouw
en zijn kinderen en zijn café. Zijn vrouw is
zeer zwak; het is voor haar toestand drin
gend noodzakelijk, dat haar man weer tot
haar terugkeert. Pleiter hoopte, dat de recht
bank aan beklaagde veel minder straf zou
opleggen, dan de Officier geëischt had.
Aan het slot van pleiters rede barstte be
klaagde in snikken uit.
Nadat de Officier en de verdediger nog in
tweede instantie het woord hadden gevoerd,
hield beklaagde nogmaals zijn onschuld vol.
De uitspraken werden bepaald .op Maan
dag 23 Mei, des morgens tien uur.
Onjuiste belastingaangifte.
Dezer dagen stond voor de Haarlemsohe
rechtbank terecht G. A. van der Steur te
Haarlem, beschuldigd z}jn aangifte voor de
Rijksinkomstenbelasting over twee jaar op
zettelijk onjuist te hebbeni opgegeven. Ten
laste -gelogd was, dat de beklaagde over het
belastingjaar 19181919, terwijl zijn inkomen
65.577 was, sleohts 28.084 had aangegeven,
on over het jaar 1919—1920, terwijl zijn inko
men 73.840 bedroeg, slechte ƒ80.492 had
opgegeven.
Beklaagde bekende het ten laste gelegde.
De betrokken belastingambtenaren ver
klaarden, dat uit het ingestelde onderzoek
is gebleken, dat de beklaagde reeds sinds
19121913 onjuiste aangiften heeft gedaan.
Over 1912—1913 was zijn inkomen 30.139
aangegeven voor de bedrijfsbelasting
/6000; over 19131914 inkomen 33.440
aangegeven 6500; over 1914—1916 inkomen
J 31.799 aangegeven 6000; rijksinkom
stenbelasting 1915—1916 inkomen 49.837
aangegeven ƒ19.423; 1916—1917 inkomen
ƒ54.855 aangegeven ƒ17 606; 1917—1918
inkomen 69 742 aangegeven 19.094;
vermogensbelasting 1918—1919 aangegeven
ƒ318.750, moet minstens zijn 610-318; 19i9
—1920 aangegeven 341.695, moet minstens
zjjn 690.820. Ook in de gemeentelijke in
komstenbelasting gaf beklaagde veel te lage
cijfers op, over het algemeen nog eenige dui
zenden .guldens lager dan voor de Rijksin
komstenbelasting. Over 1919—1920 heeft hij
slechts aangegeven 26.000, terwijl het inko
men 73.340 was.
Het Openbaar Ministerie had tegen be
klaagde een gevangenisstraf van twee maan
den geëischt. De verdediger mr. dr. W. P.
Vis, had in zijn pleidooi aangedrongen op het
opleggen van een voorwaardelijke gevange
nisstraf.
De Rechtbank, heden vonnis wijzend, ver
oordeelde beklaagde tot drie maanden gevan
genisstraf
Oneerlijke concurrentie.
Iemand had een zaak overgedaan en daarbij
de verplichting aanvaard in die gemeente
Ingezoz.den mededselLig,
De minister is voorts niet bereid oir. aan
het hoofd' van het teekenbureau voor scheeps
bouw en aan de le teekenaars en aan de tee
kenaars le klasse de titels toe te kennen van
respectievelijk technisch hoofdambtenaar,
technisch ambtenaar le klas en technisch
ambtenaar 2e klasse.
Ten aanzien van he^t ongeval aan Hr. Hs.
„Hydra" overkomen tijdens de nachtelijke
i oefeningen, wordt na een grondig onderzoek
I medegedeeld, dat de aanvaring een gevolg is
geweest van het onjuist oordeel van den 2en
niet meer hetzij voor eigen rekening, netzij officier aan boord van Hr. Ms. Z 8, die in
voor anderen in die artikelen handel te drij- tegenwoordigheid van den commandant de
ven. Toen nu zijn vrouw een winkel in de-1 manoeuvre commandeerde, omtrent de posi-
zelfde branche begon, werd de man aange- tie P8*- v? donkeren
sproken tot betaling van de overeengekomen nacht. Toen de fout bemerkt werd,
schadevergoeding. De man achtte zich voor
de handeling van zjjn echtgen'oote niet aan
sprakelijk, doch de Haagsche Rechtbank be
sliste, dat het met ieder begrip van billijkheid
en goede trouw zou strijden, indien de vrouw
ongestraft handelingen zou kunnen plegen,
tot nalating waarvan de man zich had ver
bonden.
was een
aanvaring onvermijdelijk, hoewel Hr. Ms.
„Hydra" dadelijk had gestopt en achteruit
geslagen en de poaitielichten waren ontsto
ken, zoodra de verkeerde manoeuvre wan Hr.
Ms. Z 8 gezien. De 2e officier was ongeveer
één jaar aan boord en had meer oefeningen
gedaan.
Door de groote vaart van Hr. Ms. Z 8
was de schade aan beide schepen zeer ern-
stig en maakte Hr. Ms. Hydra spoedig veel
water. Een poging, om dit schip door ver-
istoomen op ondiep water te brengen moest
worden opgegeven, omdat het water te snel
jöujKens tie memorie van Aiiiwuuru up net instroomde en roer en schroeven door lich-
Voorloopig Verslag omtrenlt het wetsont-ten van het achterschip spoedig geen effect
werp tot nadere wijziging en verhooging van meer konden uitoefenen.
Hoofdstuk VI Staatsbegrooting 1919 betreurt De vraag ,of in het algemeen het terrein
ook de minister, dat een verhooging met 5 voor Vlissingen geschikt is te achten voor
bijna 47a millioen nooüig is; hij hoopt echter 3 torpedo-aanvaloefeningen van 'booten van
aan te toonen, dait gegronde redenen tot ont-1 bet Z-type, kan bevestigend worden beant-
stemming ndet bestaan. Hij vestigt de aan- j woord. Van eenig bezwaar van de zijde der
dacht op de omstandigheid, dat de lèdeni, die i torpedo-commandanten werd dan ook nim-
van meendng waren, dat het feit, dat op ver-mer iets vernomen. Wel moet bij de oefe-
sobillende artikelen in totaal een bedrag van ningen rekening gehouden worden, dat het
SUPPLETOIRE MARINE-BEGROOTING
1919.
ƒ586.700 onbesteed bleef, welke som op het
eindcijfer in mindering kon worden gebracht,
de aangevraagde verhooging van het eind
cijfer te meer beteekenis deed verkrijgen,
buiten beschouwing lieten de omstandigheid,
dat een bedrag van ruim 2.100.000 onbesteed
bleef.
terrein beperkt is.
Het antwoord op de vraag, of de minis
ter meent dat een oefening van Z-booten met
Hr. Ms. Hydra als doelschip met den geest
van het „voorschrift Oefening Torpedomate-
rieel" overeenstemt, kan niet anders dan be-
vestigend luiden.
Betreffende de bezuinigingsvoorstellen De minister betreurt zeer, dat bij deze
naar aanleiding van de opheffing van de i oefening een sohip, op welks behoud prijs
departementen van Oorlog en van Marine en werd gesteld, tot zinken is gebracht. De
de instelling van eeni departement van De- i langdurige #rvaring echter, 'bij lanceeroefe-
fensie zegt de minister deze voorstellen nog- ningen opgedaan, heeft geen aanleiding ge
maals ernstig onderzocht en nauwkeurig j geven, om te mogen aannemen, dat de risi-
overwogen te hebben, en bij blijft op grond co, waaraan een doelschip hij zulke oefenin-
daarvan de door hem voorgenomen samen-i gen wordt blootgesteld, van dien aard is, dat
voegingen in 's lands belang achten. 1 hot onverantwoordelijk zou zijn een waarde-
De minister is intusschen overtuigd, dat j vol schip voor dien dienst aan te wijzen,
de door hem beoogde samenvoegingen in de Hierin moet de reden worden gezocht, dat
toekomst alleen dan de daarvan verwacht i uiet werd overgegaan afgescheiden van
wordende uitkomsten kunnen opleveren, i de kosten tot het beschikbaar stellen van
wanneer de leiding van de departementen een afgekeurd schip speciaal als doelschip.
van marine en van oorlog in één hand ver- Op beide schepen was aan de voorschrif-
zekerd is. ten voor de noodige voorzorgen bij nach-
Dan alleen is de uitvoering van de voorge- j telijke aanvaloefeningen met torpedobooten
nomen maatregelen behoorlijk gewaarborgd. Stipt de hand gehouden, hetgeen evenwel
In verband hiermede stelt de minister zich het zinken van Hr, Ma Hydra" niet heeft
dan ook voor, eerst op deze aangelegenheid kunnen voorkomen.
terug te komen, wanneer de instelling van j De minister deelt voorts imede, dat inder-
het departement van Defensie zal hebben daad het draadlooze station te Vlissingen tij-
plaats gehad. dens de oefeningen gesloten is geweest.
De reden waarom tot nu toe niet is over-De berichten opgevangen door het station
gegaan tot de instelling eener vlootcommis-te Scheveningerr en te Nieuwediep, zijn tele-
sie, is gelegen in de omstandigheid, dat de i fonisch onmiddellijk doorgegeven aan den
minister van meening is, dat het economisch commandant der Marine te Middelburg en
en practisch is voor iet gewenschte doel één j diens chef van den staf, zoodat in deze be-
commissie samen ta-stellen, die in haar werk-riohtgeving wel eenige vertraging heeft
zaambeden de beide deelen der weermacht1 plaats gehad, die echter op den omvang van
zal betrekken. Daartoe zal de Legeroommissie de gevolgen der aanvaring geen invloed
worden gereorganiseerd tot een orgaan, zoo- i heeft gehad.
wel ten 'behoeve van de zeemacht als van het j -A-an den vlagofficier aldaar is medege-
leger, en zal op die wijze binnen korten tijd doe ld dat een zoodanige regeling moet wor-
aan de ten deze kenbaar gemaakte wenschen i den getroffen dat bij nachtelijke oefeningen
worden tegemoet gekomen. j de rechtstreeksche draadlooze verbinding in
Naar aanleiding van de vragen, gesteld in 1 zil'11 oommandement verzekerd zij.
verband met berichten in de bladen met be- Omtrent de aanvaring tusschen Hr. Ms.
trekking tot moeilijkheden, welke zoudenmijnenlegger Hydra" en het Amerikaan-
ondervonden zijn bij den bouw van duikboo- 3ch0 stoomschip „Lake Ellenorah" wordt
ten en duikbootonderdeelen in Duitsóhland, i medegedeeld, dat de .Hydra" in den ochtend
wordt medegedeeld, dat door de Koninklijke van September 1919 van zijn ligplaats aan
Maatschappij „De Schelde", die in 1917 don de Parkkadf te Rotterdam naar zee voer.
bouw aannam van drie onderzeebooten voor ^en hield het vaarwater tusschen den
den dienst in Ned.-Indië, de vervaardiging i Nooidwal en de aan de boeien op de rivier
van de motoren dezer booten werd opgedra- j gemeerde schepen. De vaart van de „Hydra"
gen aan de Maschinenfabrilk Augsburg-Nurn- bedroeg ongeveer 9 mijl. Toen de oomman-
berg A. G. (M. A. N.). In verband met de tijds- ^nt tusschen het aan boel 21 gemeerde
omstandigheden, waarbij het zich liet aan- i Amerikaansohe stoomschip „Lake Elleno-
zien, dat de M. A. N. door gebrek aan de j en een Duitsch stoomschip wilde laten
vereischte grondstoffen, de motoren niet op j doorvaren, draaide de Hydra" bakboord
tijd zou kunnen afleveren, werd door de Ma- U1JL naar „Lake Ellennorah" toe.
rine met „De Schelde" overeen/gekomen, dat Zoodra de commandant bemerkte d'at zijn
het verder afbouwen dezer motoren hier te ™P V60l bakboord uitging, liet hij het
lande door haar zou geschieden, waartoe de roer aan stuurboord leggen en stuurboord-
M. A. N. datgene, wat gereed was, aan ge-machino volle kracht achteruit werken. Deze
noemde fabriek toezond. manoeuvre had echter geenerlei effect, het
Toen evenwel in 1919 de gewijzigde tijds-a°hip bleef bakboord uitgaan. Daarop zette
omstandigheden het uitzicht openden1, dat de de commandant beide telegrafen op volle
M. A. N. den bouw opnieuw ter hand zou bracht achteruit en bewoog ze eenige malen
kunnen nemen, waardoor de motoren spoe- °f cn n,eor» om aan te geven dat met volle
diger en goedkooper zouden worden afgele- ca:Paoiteit moest gewerkt worden. Hoewel de
verd, dan wanneer „De Schelde" den bouw vaar|' ^£tn d0 .Hydra" dientengevolge ver-
voortzette, werd nader bepaald, dat die bouw mmaerde tot op ongeveer twee mijl, kon de
andermaal aan de M. A. N. zou worden toe- i a{7lv.ar ini0t meer voorkomen worden; de
vertrouwd. j iHydra trof de „Lake Ellennorah" achter
In verband met bovenstaande en met de j n^chinekfimerschot. De steven van de
omstandigheid, dat op deze motoren reeds i ry.ra werd door de aanvaring naar stuur-
eon gedeelte werd afbetaald, waardoor zij al- j verbogen, doch, daar het schip slechts
thans voor een deel eigendom van den Staat i 'uttel water maakte, kon men de reis vervol
der Nederlanden zijn, wordt thans langs da- ^en: 0 „Lake Ellennorah" helde na de aan-
plomatieken weg getracht het uitvoerverbod, ms ,15 S1- naar stuurboord over, doch
door de geallieerde mogendheden op deze wam .£aarna langzaam weder recht te lig-
motoren gesteld, opgeheven te krijgen. achterschip begon langzaam te
In verband met de verhouding tusschen Zï,en' terwijl drie voet water in het achter-
Duitschland en de geallieerde mogendheden 1 ru n? werd gepeild. Men seinde onmiddellijk
werden geen contracten met Duitscbland om- nulp en zette de pompen aan: vijf sleep-
trent de levering aan ons land van onderdee-1 Doot0n trokken het sdhip naar den Noordwal
aan den grond, waar het met het dek boven
Y. "leef zitten. Het achterschip liep spoe-
de inkomsten bij verre na niet zouden wn
den gedekt. Het tekort zou .zeer groote
metingen aannemen hetgeen niet zou aw'
ken met den plicht van de Regeering
de staatsuitgaven! zooveel mogelijk te iC?
j zuinigen
Eenige feiten' worden vervolgens rned*.
gedeeld ten betooge, dat ten aanzien van tw
Oostgat de loodsdionst van België ia
ganiseeid. K00r"
Ten aanzien van de Wielingen ia de
stand nog anders.
In Februari 1919 stationneerde Nederland
aldaar een zeilschoener, België daarentegen
een Stoomloodsvaartuig. De reden waarom
Nederland toen ter tijde meende hiermedn
te kunnen volstaan moet gezocht wordenjn
de omstandigheid dat bij de te Parijs Jk
voerde onderhandelingen tot herziening van
het tractaat van 1839 reeds was overeenstC
komen, dat naar België bestemde schenen
die de Wielingen binnenkomen, uitsluiten,!
dbor Belgische loodsen daarentegen
schepen, die het Oostgat binnenkomen mt®
fluitend door Nederlanidaohe loodsen 'anjTl
den werden bediend. j
Op het tijdstip, dat de posten weder beaat
werden, werd verwacht, dat het nieuwe w
taat, waarbij deze regeling zou worden faT j
gevoerd, binnen betrekkelijk korten tijd
worden gesloten. Dan zou Nederland voort!
aan slechts die door de Wielingen binnea
komende schiepen loodsen, welke naar Ne.
derlandsche havens zijn bestemd. Het m#.-
ringe aantal dezer schepen de booten v«n
de stoomvaartmaatschappij „Zeeland" varen
met vaste loodsen zou de hooge uitgaven
aan stoomloodsdienst verbonden, niet wem
gen. 1
Intusschen wehden de onderhandelingen
tot herziening van het tractaat van 1839 in
Mei 1920 geschorst. Wat hiervan ten aan!
zien van de herziening van de tractaten ma
1839 het gevolg zoude zijn, liet zich ntó
voorspellen en staat ook thans nog niet vast
Toen evenwel bleek dat de schorsing juS
Van korten duur zou zijn, besloot de Minja.
ter tot het nemen van maatregelen om dein
achterstand van onzen loodsdienst in de Wie!
lingen zooveel mogelijk te verminderen. Hü
had daarbij evenwel rekening te houden met
de mogelijkheid, dat de ontworpen herzie!
ning alsnog tot stand kwam en moest daar
om te groote uitgaven voor dit doel vermij
den. Hij besloot daarom zich aanvanm["
te beperken tot het stationneeren van era
tweeden aedlsdhoener op een voorukgeedho-
ven post, waartoe de tijdens den oorlog op
gelegde zei schoeners werden n agezien en
voor dien dienst gereed gemaakt. Den Sflen
Februari j.1. werd deze post 'betrokken en
wel te Duigen ess.
Vijf dagen later stationneerde België een
tweede stoomloodsvaartuig voor de Wielin
gen. Nederland wordt daardoor voor een
moeilijke positie geplaatst. De kosten, aan
stoomloodsdienst verbonden, zijn hoog. Br
zijn toch voor eiken post 3 stoomvaartuigen
noodige die elk een half millioen aan afschaf
fing kosten, terwijl de jaarlijkscbe exploita
tiekosten afschrijving niet inbegrepen
van stoomloodsdienst per kruispost ƒ200.000
hewger zijn dan van een zeilloodsdlenst. De
minister meent daarom voorloopig met het
len van duikbooten1 of van kruisers geannu
leerd of is de uitvoering daarvan opgeschort.
Volledigheidshalve wordt nog medegedeeld,
dat de bij de firma Jaeger te Elberfeld voor
de onderzeebooten K VIII t/m. X in bewer
king zijnde drie commandotorens op order
van de geallieerde commissie zijn vernietigd.
Deze onderdeelen zijn thans besteld bij de
Kohlswa Jernverks A. B. te Kohlswa (Zwe
den). Vertraging van beteekenis wordt hier
door niet ondervonden; de meerdere kosten
zijn gering.
Verder werd een contract met de firma
Krupp voor de levering van geschut voor de
kruisers, mijnenleggers en Indisohe vlieg
kampen op verzoek van de firma geannu
leerd, aangezien zij niet in staat is aan haar
verplichtingen te voldoen. Voor deze leve
ring werd een contract aangegaan met de
firma Bofors te Bofors (Zweden). In verband
met de hoogere arbeidsloonen in Zweden, zal
verhooging der kosten van een1 en ander het
gevolg zijn.
De vraag of verbetering van de bezoldiging
van de teekenaars binnenkort kan worden
tegemoet gezien, kan de minister niet met
stelligheid beantwoorden, omdat door de cen
trale commissie voor georganiseerd overleg
in ambtenarenzaken nog geen advies hier
over is uitgebracht.
dig geheel voL
Loodswezen.
Met betrekking tot de verhoudingen op
i tusschen het Nederlandsche
en net Belgische loodswezen worden uitvoe-
T ^e^eeling0n gedaan.
De Minister erkent ten volle de verplich-
v<*?r wa^eil> dat de Nederlandsche
loodsdienst aan alle eischen voldoet welke
aan een deugdelijken.loodsdienst mogen wor-
eeöteld en zoodanig zijn ingericht, dat
?en Nederlandschen loods
v.ze? bunnen vinden en niet,
inrJLi iÜnH fe* n 10 dOn Nederlandschen
B0lgisohen loods hun
aar do loodsdienst op de
/°°r b&t allergrootste deel
wfeM Sa^ï?e^WafcOT6n wordt uitge-
niet te'laag aanslaan.®26 VerpUdhün* zeker
teImakcndai'w!r+nwel is n°odelooze kosten
tie WaiS/6!; Yille van de ooncurren-
dp Nedprl w aaria voorgaat, meent
hebïï daitt ^cn te
waar dH vojgon, zulks te minder,
te nitTnvA^ ^rlandsohe schatkist op groo
te uitgaven zoude komen te staan, dfe door
oog ook op het onzekere van den toestand
bezwaar te moeten maken tot volledige in
voering van den stoomloodsdienst op de Wie
lingen over te gaan. Het ligt evenwel in rijn
voornemen den voormahgen visscherijkrui
ser „Dolfijn" voor den loodsdienst in de Wie
lingen aan te wijzen, om daardoor meer ge
lijkheid in de bezetting na te streven, en
hij behoudt zich zoo noodig het overwegen
van nadere maatregelen voor.
De Minister meent dat uit het voorgaande
blijkt dat Nederland er niet aan denkt hel
beginsel van gelijkgerechtigheid neergelegd
in het tractaat van 1839, prijs te geven. Tot
het doen van stappen, als waarvan in het
Voorloopig Verslag sprake is, andere dan
de hiervoor genoemde, acht de Regeering
voor het tegenwoordige geen aanleiding.
Er kan niet worden toegegeven dat bezui
niging moet worden gezocht in opheffing
van de kruisposten te Dungenesa
Al heeft België zjjn Dumgeness-post nog
niet weder bezet, zoo is de post aldaar van
het 6e district toch van veel belang met het
oog op de concurrentie vóór de Wielingen.
Dat als bezuinigingmaatregel in aanmer
king kan komen de opheffing van het kan
toor Zaandam, omdat de houtvaart slechts
een gedeelte van het jaar werk zou geven
aan de aldaar geplaatste loodsen, terwijl de
benoodigde loodsen gemakkelijk uit Amster
dam konden worden gerequireerd, waar vol
doende personeel aanwezig zou zijn, kan niet
worden beaamd.
Botsing.
Woensdagavond omsreeks half twaalf
heeft op den Rijswijkaohen weg bij den HmÜ
een ernstig ongeluk plaats gehad. Nabij
papierfabrieken van Simons kwam een fflfr
torrijwiel, bestuurd door W. Fr. E. v.
student te Delft in botsing met een
rijder, F. W., wonende in de Oolimibussfr®,
in Den Haag. De botsing was zoo hevig, d®
de motorrijder van zijn rijwiel gealMflal
werd en bewusteloos bleef liggen. De
rijder F. W., werd ook tegen den
geslingerd en brak daarbij een polis,
ijlings ontboden geneesheer van den B
schen geneeskundigen dienst stelde
dat H. was overleden,
Valsche merken.
Te Amsterdam zijn drie zilversmeden
gehouden, die verdacht worden van
heid in rijksmerken op gouden en züve
werken.
Valsche munters.
Te Mierlo (N.-Br.) zijn twee personen
gehouden, verdaoht van het vervaardigen,
uitgeven van valsch geld. Er werden ger^
schappen en 'grondstoffen voor het XYQiaal-
digen van valsche munt en valsche riF®^!
ders in beslag genomen. Een der gearre®
den werd te Luik tot 10 jaar gevangen»® y,
veroordeeld wegens bovenlgemelde I';W6r.
ken. Ook is hij indertijd hjprvan te R
dam verdacht geweest
De eerste nieuwe aardappel®"*
Woensdag werden aan de
Groenteveiling de eerste nieuwe aar H„n
aangevoerd. Dit is zes dagen vroeger0
vorige jaar. Deze aanvoer bedroeg -
en braent op ongeveer 42 per 10° A'
Dros' Advocaat
GEMENGD NIEUWS.