Costume Tailleur J.J.H. KOOPMAN, slekamers meldden, werden aangevallen. In Saundera Street, in ihet Oosten van Bellest, werd een subagent van den Sinn Feinoandi- daat, die rondreed op een venkieziiigamspec- tietooht, gemolesteerd. De koetsier werd door een steen getroffen en' van den wagen ge sleurd, dien de menigte vernielde. Den agent, die altijd protestant was, werd gevraagd, of hij katholiek was, en toen hij zeide, dat dit niet het geval was, werd hem zijn boord af gerukt en zijn hemd opengerukt om te zien of hij katholieke scapulieren droeg. Ten slotte werd hij in een tramwagen gesmeten. De politie was op het tooneel, doch arres teerde niemand. „Later werden bij hetzelfde stemlokaal andere Nationalisten en Sinn Feiners aange vallen. Tegen een uur werd de stembus op last van de militairen gesloten." De correspondent verzekert, dat in de plat tellandsdistricten het middel der intimidatie nog krachtiger werd toegepast. In Sir James Oraig's kiesdistrict, waar de Valera zijn tegencandidaat was, werden de' agenten der Sinn Feiners met geweld uit de stemlokalen verwijderd, omdat zij er bezwaren tegen maakten, dat de agenten der Unionisten bij het invullen der biljetten hulp verleenden. Te Drumbe werden twee agenten reeds des morgens vroeg door de politie verwijderd in weerwil van het feit, dat hun geloofsbrieven in orde waren en hun gedrag zuiver. De cor respondent maakt melding van verscheidene andere gevallen van denizelfden aard. Hij maakt ook gewag van het feit, dat vijf katho lieken, die des morgens om 9 uur naar het stemlokaal gingen, moesten bemerken, dat zij reeds gestemd hadden, of liever dat een ander voor hen gestemd had; terwijl troepen mannen rondgingen om voor hen, wier na men op de lijsten niet werden aangemerkt als te hebben gestemd, te stemmen. EGYPTE. De toestand ln Alexandrië. Reuter verneemt, dat ter plaatse een krijgsraad wordt samengesteld onder het presidium van kolonel Keily, van het Britsch- Indische leger, om een onderzoek in te stel len naar de jongste onlusten in Alexandrië, De „Westminster Gazette" vernoemt uit Caïro, dat de diplomatieke agenten bij den resident hebben geprotesteerd tegen den toestand in Caïro, dien zij kritiek achten. Te Alexandrië is een Engeisch oorlogs schip aangekomen, terwijl andere op weg er heen zijn. De telefoonlijnen tusschen Caïro en Alexandrië zijn doorgesneden. Te Caïro ont vangt men geen berichten uit Alexandrië. De onlusten ln Egypte. Alexandrië, 26 Mei. De Europeanen zijn nog altijd niet gerust. Zij gaven uitdrukking aan hun verontwaardiging, toen bekend werd, dat inheemsche troepen waren geconsigneerd voor het bewaren van de orde tijdens den 'nacht, daar zij vreezen, dat de inheemsche troepen niet betrouwbaar zijn. In niet-offi- cieele 'kringen beschouwt men den toestand ernstiger dan de officiëéle berichten aandui den. Men heeft pamfletten ontdekt, die de Egyptenaren aansporen, alle Christenen te dooden. VEREENIGDE STATEN. Loonsverlaging. De loonen van het spoorwegpersoneel in de Ver. Staten zullen, naaf de „Times"-cor- respondent te New-York meldt, met ingang van 1 Juni met 10 tot 15 worden verlaagd, krachtens beslissing van den arbeidsraad voor de spoorwegen. Men raamt de bespa ring voor de spoorwegmaatschappijen, doör deze loonsverlaging verkregen, op 100 m!il- lioen pond. Een ontwapeningsconferentie? De Ameritoaansche Senaat heeft met alge- meene stemmen een amendement op de ma- rinebegrooting goedgekeurd strekkende om aan president Harding te verzoeken, aan En geland en Japan te verzoeken deel te nemen aan een ontwapeningsconferentie met de Ver. Staten. BINNENLAND. De droogmaking van de Zuiderzee. Verschenen is het maandbericht nr. 6 (2e jaargang) betreffende de Zuiderzeewerken. (Na opgave van de mutaties onder het per soneel iwordt medegedeeld, dat het opne- mingsvaaituig „Broezand"- weder in dienst gesteld is, tot het doen van peilingen, ten einde na te gaan, welken invloed de beteu- Seling van het Aimsteldiep hoeft gehad op e diepte der geulen ter weerszijden van Wierimtrem Na eenige mededeelingen aangaande den aanleg van ©en werkhaven te den Oever op Wierlnpen, worden uitvoerig de resultaten behandeld verkregen door de verschillende grondboringen in den iyn den Oever Piaam. Deze boringen (ruim 100 in getal) werden op ouderlingen afstand van ongeveer 250 M. ondernomen, en hadden ten doel de gesteld heid van den onderprod voor de afsluitdijk nauwkeurig na te gaan. Hierbij is gebleken, dat vanaf Wieringen tot op plm. l1/2 K. M. van de Friesehe kust op slechts enkele me ters onder den zeebodem ©en dikke kleileem- laag is gelegen. Slechts op enkele plaatsen is deze onderbroken. Op een enkele plaats werden slechts onbeteekemende veen lenzen aangetroffen. Alleen in. ongeveer ll/s K. M. breede strook langs de Friesehe kust werd een doorJoopende veenlaac aangetroffen, on middellijk onder den zeebodem, met een af wisselende dikte van' 24 M. Het resultaat van de 'boringen wordt in een 'bijgevoegde iteekeninc verduidelijkt. Uit het resultaat der grondboringen kan ook een algemeen© beschouwing getrokken worden aangaande het ontstaan van het Zui derzeegebied. Toen het ijs, dat de Noordelijke helft van ons land in den dikmalen ijstijd bedekte, terugtrok, en bij wijze van smeken vrii plotseling afsmolt, vielen de op en in het ijs aanwezige materialen op den onderge legen praeglacialen bodem neer, en pakten daar, mede ten gevolge van de scherpkan- tiigheid der deeltjes, aaneen tot een taaie, eenige meters dikke,keileemlaag. Op dit fceileemdek, welks bovenkant uit den aard zijner vorming Jn 't geheel sterk golvend was, ontstonden rivieren en stroomen; hier werd materiaal weggespoeld, verplaatst en weer afgezet, elders trad verweering op. en zoodoende werd de keileemlaag geleidelijk bedekt door een bodem, die langzamerhand, ook in verband met het gunstiger geworden klimaat, voor boom- en plantengroei geschjkt werd. De veenvorming begon en zette zich tot ia den historischen tijd voort, doen kwam de vorming van de Zuiderzee; liet aanwezige veen sloeg vrijwel geheel weg; alleen zeer plaatselijke zijn misschien klei ne gedeelten blijven staan of kunnen enkele verplaatste stukken veen bewaard zijn go- bleven. In hoeverre toenmaals ook de onder liggende oud-alluviale en postglaciale lagen aangetast en weggespoeld zijn, is niet meer na te gaan, dotóh wel is zeker, dat op de meeste punten een groot gedeelte dezer la gen is behouden gebleven; alleen nabij Wie- ringen schijnt alles tot op, mogelijk zelfs hier en daar tot in, de keileeim flb zijn weg geschuurd. Na dezen afslag en de vorming van verschillende geulen heeft de Zuiderzee zelve evenwel ook weer zand- en kleilagen afgezet en ophoogingen tot stand gebracht. Meer of minder dikke lagen van matig grof, fijn en zeer fijn zand en van meer of minder sterk zandige klei zijn gevormd, welke lagen thans nog den 'bodem van het beschouwde gedeelte van de Zuiderzee uitmaken. De ongeveer 11/a K. M. breede strook langs de Friesehe kust is bij het voorgaan de buiten beschouwing gebleven. Onmiddel lijk vallen hier bij vergelijking met het reeds behandelde gedeelte twee punten op: de kei- leem is niet aangeboord geworden, en een doorloopenide veenlaag is onmiddellijk on der de oppervlakte aanwezig. De op ongeveer 500 M. uit de kust tot 25 M. N. A. P. voortgezette boring is blijven steken in. een grindlaag, bestaande uit Noersche steenen, welke kunnen worden beschouwd óf als de bovenlaag van een nog dieper gelegen keileemlaag óf als uitge spoeld morainegruis, zoodat, al is de keileem zelve niet aangetoond, hier toch een plaats vervanger daarvan mag worden aangeno men. Boven deze grindlaag volgen dan over een dikte van 6 meter, dus ongeveer 18 M. N. A. P., eenige lagen zand en klei, welke zeer rijk aan schelpen zijn; zelfs is van 22.15 M. tot 21.50 M. N. A. P. een laag aanwezig, vrijwel uitsluitend bestaande uit schelpen en söbelpgruis. Hierboven, van ongeveer 18 M. tot 13 M. N. A. P., dus over een dikte van 5 M., volgt een afwisseling van lagen, oveneens bestaande uit klei en zand, welke daarente gen geheel vrij van schelpen zijn en dus kunnen worden opgevat als behoorende tot het fhmatiel© postglaciale diluvium. Boven de hoogte van 13 M. N. A. P. tot aan de veenlaag, waarvan reeds gedeelten te voor schijn traden op 7 M. N. A. P. worden in de klei- en zandafzettingen weer zeeschel pen aangetroffen, welke dus op de zee van Lorié luit den oud-alluvialen tijd kunnen wijzen. Vervolgens komen dan nog de beken de veenlaag en de jongste zee-afzettingen. Een vraag die zich in verband met' de verkregen uitkomsten —eveneens voordeed was, of ook iets zou wijzen op een vroegere LJselbedding en dus nagegaan kon worden, hoe de loop dezer rivier geweest is, vóór de zee deze landstreken hadverwoest. Alge meen wordt aangenomen, dat 4e ifionding zich bevond ter plaatse van het tegenwoor dige Vlie. Hoe echter het beloop tusschen Kampen en die monding was, kon niet vast gesteld worden. 0>p''grond van verschillende overwegingen komt men tot de conclusie dat althans een van de IJsselbeddingen zich be vonden heeft op de plaats die thans bekend is als dé Middelgronden, d. i. ongeveer 17 K. M. afstand van den Oever. Uit het resultaat der (boringen blijkt, dat de toestand van den 'bodem tusschen Wie- ringen en Piaam, met het oog op de te ma ken afsluitdijk, over het algemeen gunstig kan worden genoemd. Slechts over de ongeveer 2 K.M. breede strook langs de Friesehe kust zal in verband met. de hier dicht onder de oppervlakte aan wezige, omstreeks 8 M. dikke, veenlaag een zakking van eenige beteekenis kunnen wor den verwacht. Overigens is de bodem voor het dragen van den dijk zeer geschikt te achten, daar veen en slappe aardlagen hier nagenoeg geheel ontbreken en de aaneen gesloten vaste lagen zand en zandige klei, een grondslag aanbiedt, waarop inzinkin gen van het óijksliehaam slechts in gerin ge- mate en verzakkingen in het geheel niet te vreezen zullen zijn. Alleen ter plaatse van do oude IJsselbedding (Middelgronder), en van do veenlaag elders zal wellicht een meer beteekenende verzakking worden waar genomen, al is ook hier de geaardheid van den bodem geenszins ongunstig te noemen. Ook met het oog op eventueele kwel door den ondergrond zijn bij de boringen geene ongunstige factoren aan het licht gekomen. Lagen van ibepaald grof zand of grind zijn niet aangetroffen; het matig grove en fijne zand is doorgaans zeer afwisselend van fcor- relgrootte en daarenboven vrij slibboudend, zoodat eventueele doorstrooming van water hier slecht gering zal kunnen zijn. Onweer. Tijdens een hevig onweder zijn te Didam veel telefoonpalen en geleidingen stuk ge slagen. De metselaar Bruins werd van de fiets geslingerd, doch bekwam nagenoeg geen letsel. i Tijdens een hevig onweder sloeg de blik sem in een boerderij te Beek, gem. Bergh. De boerderij werd in de asch gelegd, terwijl de 14-jarige zoon des huizes door het hemel vuur werd getroffen en gedood. Woensdagavond ontlastte zich boveni Ze- venaar een hevig onweder, gepaard met Hin ken regen, die veel verkwikking bracht. De bliksem sloeg in de woning van den dagloo- ner Muilkens zonder brand te veroorzaken. De vrou wdes huizes werd echter getroffen en is met brandwonden naar het ziekenhuis vervoerd. Boven de Veluwe heeft het Woensdagavond zwaar geonweerd. Er zijn stro omen regen bij gevallen. Ingezonden mededeellng. naar maat, gemaakt van Ie kwaliteit blauwe kam- garen -of serge, met zijde gevoerd, ff 90.00. Ook leverbaar In goed- koopere soorten. Dames-Kleermaker. TWEEDE KAMER. De actie van de Amerikaansche regeerinj; Arrondlssements-Rechtbank te Alkmaar. Zitting van 24 Mei. Uitspraken: Corn. G., ged., Schagen; diefstal van kip pen; 6 maanden gev. P. S., Helder, ged., poging tot diefstal; 3 maanden gev. L. v. d. W«, Helder; medeplichtigheid; 3 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren. P. S., Helder, ged.; diefstal van een sleutel; 1 maand gev. G. J. W., Helder, minderjarig. Niet voldoen aan een ambtelijke vordering; 20 boete of 1 maand tuchtsohool. Nieuwe zaken: Voor de tweede maal werd heden behandeld de zaak tegen den 25-jarigen reus G. W., die ter zake mishandeling van een ambtenaar, wederspannigheid en' poging tot doodslag bij verstek tot 8 maanden gev. was veroordeeld en wiens onmiddellijke gevangenneming by die uitspraak door de rechtbank was gelast. W. was al heel spoedig na zyn arrestatie tegen het vonnis in verzet .gekomen en stond heden in persoon terecht, terwijl hem als raadsman en verdediger was toegevoegd mr. Langeveldt, advocaat en procureur te Alk maar. Bijzondere voorzorgen waren by de over brenging van dezen stevigen boy naar de rechtszaal niet genomen en trouwens niet noodig ook, want beklaagde is, indien hy niet door alcohol wordt geïnspireerd', 'n goed hartig en kalm persoon. Beklaagde beweerde, dat hy de vorige maal niet persoonlijk op de zitting aanwezig had kunnen zyn, omdat een kleine tegenspoed op het vaartuig, waarop hjj dienst heeft, het binnenloopen had ver traagd. Hij ontkende niet hetgeen hem was ten laste gelegd, maar beweerde niet te weten wat hij allemaal gedaan had. Hy had 'n paar jorrels gebruikt toen hij aan d'en wal kwam en was toen met zijn moeder, die hem mede wilde nemen, in twist geraakt. De agenten hadden zich daarin gemengd en de hond van jrigadier N. had hem gebeten; daarover was ïjj in woede ontstoken en daarna zijn ver stand kwijt geraakt. Brigadier N. verklaarde, dat hij, evenals zjjn collega K., tot vervelens toe beklaagde hadden aangemaand, om met zijn moeder kalm naar huis te gaan. Dit weigerde hij. Hij tartte de agenten en riep, dat ze hem nooit mee zouden krijgen. Hij zou ze allebei in het Heldersche Kanaal gooien. Tenslotte kwam het N. voor, dat hij zijn waardigheid als ver tegenwoordiger van het gezag te grabbel gooide, indien hij nog langer tegen bekl. zoete broodjes bleef staan bakken en' toen had hij hem aangepakt om hem naar het lureau te brengen. Bekl. greep hem daarop by de vingers van de linkerhand en drukte die met gewéld achterover en drukte zijn nagels geweldig in het vleesch, zoodat de ïand van N. bloedde. N. gaf hem daarop een ik met den sabel, waarop bekl. N. bij de keel greep en hem achteruit wierp. Daarop wist hij agent K. tusschen zich en den walkant te brengen en wierp hij K., hem jij de armen vattend, achterover te water. Zelf viel bekl. boven op Kr. en hield hem onder water. K. zat diep in den modder, die hem zelfs in den hals zat, maar het gelukte hem zich met gewéld te bevrijden en bij een der afgeknotte schoeiingpaaltjes weer op den wal te kruipen. Wat er verder voorviel, is reeds door ons in ons vorig verslag gerele veerd. Getuige N. zegt nog, dat bekl. graag vrees wil aanjagen. Onlangs is het gebeurd, dat de vader van bekl., die geweldig drinkt, wegens dronkenschap was gearresteerd. Bekl. ver scheen toen aan het bureau en dreigde de agenten, dat als men zijn vader niet losliet, er wat gebeuren zou. Ook had bekl. voor eenigen tijd 'n woordenwisseling met zeke ren A. S., n man, die voorwaardelijk op vrije voeten is gesteld voor beëindiging van zijn straftijd. Bekl. tartte dezen, man en dat noemde N. een laffe dlaad, omdat S. zoo voor zichtig moest zijn als voorw. vrijgesteld ge vangene, om geen deliet te plegen. Hij had A. S., die ook een spoedig opgewonden per soon ia, bewonderd, dat deze zich zoo kalm wist to houden. Beklaagde zegt wel eens misbruik van ster ken drank te maken, maar niet zoo vaak. Hij komt zelden met de politie in conflict. Ge tuige N. toont nog het lidteeken, dat de nagel van bekl. in zijn hand heeft achtergelaten. Hij had 3 verwonde vingers. Dc president onderhield beklaagde over het feit, dat hy de hem geschonken groote lichaamskracht aanwendt om wanordelijk heden te plegen en raadt hem aan deze kracht niet te misbruiken. Door de verdediging waren twee getuigen decharge opgeroepen, een daarvan was ver hinderd', doch de ander, de heer J. H. O., is aanwezig. Hy heeft de geheele scène mee gemaakt, maar kon niet veel in het voordeel van bekl. mededeelen. De verdediger vraagt of getuige den bekl. ook kent in normalen toestand. 'Zeker, zegt getuige, dan is het een heel goede jongen. Hij maakt wel eens misbruik van sterken drank, maar is geen bepaalde dronkaard. De offióier zegt in zijn requisitoir, dat er in de vernieuwde behandeling geen enkel feit naar voren is gebracht, dat hem aanlei ding geeft om zijn requisitoir te wijzigen en vordert dus bekrachtiging van het1 Bewezen vonnis. De verdediger, mr. Langeveldt, brenel hulde aan de politie van Den Helder. Het is hem gebleken, dat zij ook daar, niet minder dan m groote steden1, een zware taak heeft en haar plicht getrouw heeft ten uitvoer ge bracht. 6 7HnV?nSlaag<1f ,betreft' PlsHer keurt ook zyn optreden' niet goed, maar er ziin toch a nVe£ThteMe omstandigheden. Beklaag de heeft hem verhaald wat de aanleiding was Zn t?oeeieHUrd'et' Was Pas binnen K- mreStïï ?°g ve™oeld van hot zware werk en had toen eenige borrels ge dronken. Daardoor is hij ln een opgewonden toestand geraakt en door de ontmoeting nJÏ de politie is die toestand verergerd. Er zin eenige klappen gevallen en toen kreeg flb 't idee, dat hy ©r zich door de ontwikkeling van zijn kracht moest uitredden. Bekl. fi echter geen type van een moordenaar of doodslager. De drank heeft het hem gedaan. De Commissaris van Politie heeft een brief geschreven, waarin deze mededeelde, dat hii het niet noodig had geoordeeld om bekl. aan te houden, omdat er geen vrees bestond, dat hij zich door de vlucht aan de justitie zou onttrekken. Pleiter is dan ook zoo vrij de rechtbank voor te stellen bekl. voor ditmaal voorw. te veroordeelen. De man is het vrije levey op zee zoo gewend en het is voor hem verschrikkelijk zoo lang in de enge cel te moeten doorbrengen. Daarop doet Pleiter nog het nadrukkelijk verzoek hem orunid.' dellijk in vrijheid te stellen en hoopt, dat de rechtbank zijn pleidooi in gunstige overwe ging zal nemen. De offioier verzet 'zich tegen' de invrijheid. stelling en de rechtbank deelt dan ook aan bekl. en pleiter mede, dat zij geen termen vindt om aan pleiters verzoek te voldoen, Getuige N. heeft nog opgemerkt, dat bekl niet zoo dronken was als hy het wil voor- stellen. Toen hy in het water rondzwom, riep hij: Kom Noot, jij bent zeker te bang voor het kouwe waterl De uitspraak wordt bepaald op a.s Dinsdag. De 22-jarige visscher W. V. bevond' zich in den nacht van 27 op 28 Maart in het Hel- dersahe „Casino" en gedroeg zich daar zoo weinig aangenaam, dat de eigenaar assisten tie van de politie inriep, teneinde het lastige perceeltje uit zijn inrichting te verwijderen. De agenten v. d. W. en VI. waren uitverkoren om deze hulp te verleenen. De heer V. toon de echter bitter weinig medewerking en moest met geweld worden verwijderd. Hij gaf van zijn zucht tot wederspannigheid blijk door tegenrukken en trekken, sloeg VI. qe dienstpet van het hoofd en beet hem ook nog in zyn vinger. Daarbij brulde hy zeer loyaal" Ik heb 25 gulden voor jullie overl Blijkbaar was hij toen beter bij kas dan nu op de zit ting. De officier toch meende, dat iemand, die zoo met 25 guldens smeet, ook wel iets meer kon afschuiven en vorderde 40 boete subs. 40 dagen hechtenis. Dqjt is nog 15 gulden méér, merkte de pre sident sarcastisch op. Bekl. vroeg een1 voorw. veroordeeling, Hoeveel verdien je? vroeg de president. Geen cent, bromde de beklaagde, er is niets te doen bij de visscherjj! De kapitalistische droomen van beklaagde zjjn van korten duur geweest! LUCHTVAART. Het Engelsche ministerie voor luchtvaart heeft een ambulancevliegtuig laten bouwen, hoofdzakelijk voor het vervoer van gewon den in ontoegangkeljjke of bergachtige stre ken. Het vliegtuig kan 2000 meter hoog stij gen en 5 uren met een snelheid van 170 K.M, per uur in de lucht blijven; het biedt opname aan 4 liggepde of 8 zittende patiënten, een arts, een verpleegster, een mechanieien plus nog den bestuurder. Het vliegtuig is van do noodige inrichtingen voorzien om op het water te kunnen neerstrijken en verder toe gerust met een installatie voor draadlooze telegraphie, ventilatoren en koelinriehtingen •mor tropisch klimaat SPORT. Voetbal. Programma 29 Mei 1921. N. V. B. Kampioenschap van Nederland. Finale Holdert-beker. N. H. V. a Ranch-bekcr. Oost-NederlandWcst-Duitschl&nd. H.R.C.Go Ahcad (Medaille-wedstrijd). 12V»-iarig bestaan „Helder^ een,zeer !ït®rk I kende spelers uit de groote Hoe het Zuiderzeegebied ontstond. De oude Yselbeddlng. De ondergrond voor den afsluitdijk. heeft alleen belang wegens haar positie en haar antagonisme tegenover Groot-Brittantië. Wij moeten vrij biyvon tegenover beide kan ten tegenover Amerika en Engeland. Iedereen weet, dat de Koninkiyke een Engelsclm on- derneming is, behalve de regeering. Komt straks een combinatie tusschen de Standard en de Koninkiyke, wat moet de regeering dan doen Ook de heer T r o e 1 s t r a (s.-d.) critiseert de geheimdoenery der regeering. De interpellatie is nog niet afgeloopen en wordt Vrijdag voortgezet. Vergadering van Donderdag 26 Mei. Aan de orde is de interpellatie-Albarda over de nota-wisseling tnsschen de Amerikaan- sche en Nederlandsche regeeringen over de exploitatie van do petroleumvelden in Ned.- Indië, in het byzonder met betrekking, tot Djambi. De heer A1 b a r d a (s.d.a.p.) constateert, dat de minister van koloniën dc Kamer de dupe heeft gemaakt van zyn stilzwijgendheid, waar door de Kamer geheel onkundig was van de correspondentie en de besprekingen met den Amerikaanschen gezant. De opvatting van den Minister is in fiagranten stryd met wat de regeering aan de volksvertegenwoordiging verschuldigd is. De minister heeft de waarheid voor de Kamer bewust verzwegen. Zeer velen hebbon den indruk verkregen van opzettelijke bevoordeeling van de Koninkiyke, mede als gevolg van de relatie van de regeering mot den heer Colyn. Het gaat hier om de waarheid der volksvertegenwoordiging. Bovendien was het aanbod der Koninkiyke in 1915 niet het voordeeligsto. Wil de regeering het ontwerp intrekken en opnieuw indienen, opdat de Kamer met volledige kennis kan oordeelen? Ten slotte stelt interpellant 6 vragen betr. geheimhouding der stukken van het Oranje- boek, betr. de voorstellen van Amerikaansche zijde, het initiatief tot exploitatie van de Djambi-velden door de Bataafsche, het gele genheid geven aan andere ondernemingen voor de Djambi-exploitatie en de geneigdheid van den minister om de Kamer opnieuw te laten beslissen over het ontwerp. De heer Van Ravesteyn (comm.) interpel- leert over 'tzelfde onderwerp den'ministor van buitenlandsche zaken. Hy critiseert Bcherp dc geheimzinnigheid van het ministerie van bui tenlandsche zaken. Aan cie hand van de gewisselde correspon dentie betoogt spr., dat de oprechtheid by onze regeering verre te zoeken was. We hebben nu al een klein conflict met Amerika gehad, waardoor wellicht reeds handels belangen zyn benadeeld. Langs duistere paden kan ae diplomatie ons alzoo voeren naar een gevaarlijke situatie. Ook deze interpellant stelt een 5-tal vragen. Minister De Graaff.geeft een overzicht van de algemeene strekking van de met Amerika gevoerde besprekingen. Zy hebben tot geen enkel protest aanleiding gegeven. Spreker meent dan ook, dat er geen reden bestond de Kamer by de behandeling van het Djambi-ontwerp hieromtrent in te lichten. De besprekingen hebben geen ander karakter gedragen dan van een academische bespre king van een beginsel. (Luid gelach.) Alleen indien uit de Kamer bezwaren zouden zyn gemaakt tegen het tweede lid van art. 7, dat handelt over de overdraeht van aandeelenB, zou spreker reden gehad hebben van de go- voerde gedachtenwisseling te gewagen. De Kamer heeft zich echter in het geheel niet tegen dit artikel verzet. Zooals de voorstellen luiden, en de beraadslagingen zich ontwikkeld hebben, bestond er geen aanleiding in deze beschouwingen nader te treden. De zienswijze, dat bekendheid met de plaats gehad hebbende gedachtenwisseling aanleiding hebben gegeven tot een andere beschouwing van het denkbeeld van splitsing van de Djambi-terreinen, komt spreker niet gemotiveerd voor. Hy zal niet treden in de vele opmerkingen, waarmede de heer A1 b a r d a zjjn gevoelens omtrent de wenschoiykheid van staatsexploitatie hoeft toe gelicht (Rumoer). De Minister beantwoordt vervolgens de verschillende vragen. De voorstelling, dat ook maar in het minst tekort geschoten zou zyu in de voorlichting van de Kamer, is niet te handhaven, meent de min. Op de vraag of de minister niet van oordeel is, dat nu door de Tweede Kamer over het Djambi-ontwerp be slist is, terwyi belangryke gegevens voor de beoordeoling ervan door de regeering voor haar verborgen waren gehouden, do kamer alsnog in de gelegenheid behoort te worden gesteld, met volledige konnis van zaken over de exploitatie van de Djambi-velden opnieuw to beslissen antwoordt de min. met be slistheid neen 1 Hjj hoopt voor de waardig heid van Nederland, dat onder buitenlandschen invloed op het laatst de zaak van Djambi niet zal worden vertroebeld, (Beweging). Do Minister v i» Buitenlandsche Zaken beantwoordt de vragen van den heer van Ravesteyn, die hem zyn afwezigheid by de behandeling van het wetsontwerp verweten had. Hy wyst er op, dat de zaak ressorteert onder Koloniën en geenszins onder buiten landsche zaken. By de repliek merkt de heer A1 b a r d a op, dat de Minister van Koloniën weer een repliek heeft laten voorbereiden, die niet op de rede sloeg. De gevoerde briefwisseling, meent spr., droeg geen academisch, maar wel degelyk een politiek karakter. Tot slot dient spr. een motie in, waarin wordt aangedrongen op intrekking van het wetsontwerp en de zaak opnieuw in de Kamer ter sprake te brengen. De heer Van Ravesteyn (Comm.) stemt met die motie in, die hy opvat als een motie van atkeuring, van het beleid van beide ministers. Ook de heer Marchant (v.-d.) heeft niet den indruk, dat de Kamer volledig is inge licht en houdt vol, dat de houding van onze regeering tegenover de Amerikaansche aan gegronde critiek onderhevig is. Het „acade' misch karakter" van deze gedachtenwisseling over de vetste kluif ter wereld berust op pure fantasie van den minister van koloniën. Het ging niet over academische of informatorische dollars, maar over Amerikaansche dollars. En een minister van koloniën, die dat niet be grepen heeft, verdient geen minister van ko loniën te bljjven Nog eens de „Heldersche Maciste". In de vestibule van het „Casino". Amsterdam: Ajax—Be Quick. Deventer: Go Ahoad—NA.C. Ütrecht, 'Hercules-terrein: Schoten—R.F.C. We geven, de klasser do grootste kans. Scheids rechter is de heer S. Boekman. Be ronde. Edam: E.V.C.—Hollandia: Wormer- veer: Z.F.C. IIAlc. Victrix I. Laat-i^enoom- le wodstrfld werd do vorige maal gestaakt toen er nog 8 min. gespeeld moost worden en Z.F.O. oen 2—1 voorsprong had. Dozo 3 min, zullen nu oponzi.idig terrein uitgespeeld worden. Demi-finale. Zaandam: Q.C.O.—K.V.V. Do winnaar van. deze match komt voor do finaio uit tegen HJt.C. (volgdene week). Doze wedstrijd wordt op het Vitosso-torreÜB Arnhem gespeeld. Zondag vindt do roturnweflstriid tueechen H.H.C; en het Alkmaaraohe Go Ahoad plaats. In Alkflf werd 1G Januari met 3—2 verloren; maar kf sindsdien het spel der Heldersche club ln kW"/: telt zeer vooruitgegaan is en men nu de bos«lr Kimg heeft over de Heldor-spelers Tieesen i rins wat een flinke versterking boteekent gel o o ven we niet dat de 2e klasse s ditmaal p®. de overwinning zullen gaan strijken, hoewel akf; erkend, dat hot medespelen van don W.F.0--® •Lweschot in G.A.-gelederen, van beduidend® vloed zal zijn. Een mooie medaille zal het loon vam den off6ir" winnaar zijn. Do roodhemden zullen aldus uitkomen: Bakker Augusteijn Ter Burg iJrizee DiodenJhoven Hoenderdos Smit Tiessen Helder Prine Wg| w ^??a!s men ziet is op de rechtsbuitenpl®®^, veldhuizen door Smit vervangen en spoelt i"~, sen in de voorhoede. Wij voorons gelooven d®t1 spel van dozen speler in do verdediging h| tot zijn recht zal komen. Vroegere wedetruo?Lm toen hij nog voor Helder uitkwam, hebben,'" meer dau osen doen uitkomen (è.v. in Zaan Z.F.C.), Het ligt er natuurlijk aan, vafl tegenover hom spelende halfback en back GA., zullen' zijn. vaD tlopcn we Zondagmiddag getuige te z'J" lCr oen alleszins in een goede verstandhoudü* speelden wedstrijd. Aanvang 2.30. Verder wordt gespeeld: 10—12 uur: H.R.C. IV— Batavier II. 12-2 uur: H.R.C. V-Batavier III. bet 5 Juni speelt H.R.C. voor do finale van Gouden Kruis en 12 Juni een vricndschapp01" wedstrijd tegenl „Hilversum Boys". Het bestuur der H.R.C. maakt aan d» J]0t donateurs en bezoekers dor wedstrijden Ati0ofo Tuindorp-terrein i--11 ,iat. voo is, het terrein langs den weg van ae voiKstuiuww y- Ter voorkoming van onaangenaamheden jj, zij verzocht hiermede rekening te willen nv Ter gelegenheid van het LT/t-jarig bea «nzen 8e klasser zal 5 Juni een wedstrijd g» worden tegen een Amsterdameche Veller naamd „De Zwaluwen", zooals de aamei t?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 2