HELDERSCHECOURANT Tweede Blad. VAN ZATERDAG 25 JUNI 1921. Koninklijk bezoek aan Urk en Helder. Met den trein, die te 7.3 uur in den och tend uit Den Haag -vertrekt en te 8.26 uur te Amsterdam aankomt, heelt (het Koninklijk echtpaar zich gisterochtend naar de hoofd stad hegeven, teneinde van daar uit de reis naar Urk te aanvaarden. Op het perron te Amsterdam werden de hooge gasten begroet door den burgemeester, den heer W. de, Vlugt, en den steilingoom- mandant, generaal-tmajoor Kollewijn. Per auto begaven de Koningin en de Prins zich naar de De Ruy terkade, waar de torpedo- boot „Z 2" gemeerd lag. Kolonel Coops, directeur van het marine- etablissement, was ter begroeting aanwezig. Onmiddellijk nadat de hooge gasten zich aan (boord hadden begeven, werden de tros sen losgegooid en zette de boot koers naar Urk. Een bijzondere verslaggeefster van het „Hbl.", die daags te voren naar Urk vertrok, vertelt van de voorbereidingen en de feest stemming op het eiland. De vrouwen van Urk zijn te hoop geloopen bij de plek waar de boot landt. Deze dagen leven ze eigenlijk enkel op straat, nieuws gierig om te kijken bij het opkalefateren van t scheepswerk, het bouwen van een poortje, een eereboog; bang om een enkel woord te missen van wat per omlooper aan Oranje- nieuws wordt uitgekreten. Het redderen der vrouwen aan het uit wendige der huisjes heeft tot resultaat, dat al de buurten, de bovenbuurt, de binnen buurt, de achterbuurt, de havenbuurt, opge poetst staan. Vriendelijk 'zijn de Urkers ze ker. Dubbel (bereidvaardig om te vertellen, nu hun stemming blij is, want zij houden wel van een verzetje en de komst van hunne ko ningin, die zij nooit zagen, ds' voor hen een evenement van belang. Daarom hebben ze sparretakken en vloeipapier bij heele riemen, en zooveel ander materiaal nog aangesleept van over zee en nu staan zij zich te vergapen bij palen en poorten, die korven dragen, waarin vlammende geraniums, margrieten met gele harten, lobelias en afrikaantjes bloeien. 's Avond# is het heele eiland In actie. Aan de haven, vol van duizend masten, die toet elk kwartier vager teekenen tegen de parel grijze verdonkerende lucht, krioelt het nu van witzijden kraplappen. Dat is de Zondag- aohe, de feestkleedij. Iedere kraplap heeft, onder de kin, een geborduurd bouquetje: drie bloempjes op een gemeensdhappelJjken steel met hardgroenen rank. De mannen dragen zwarte pakken; hun broekgordels sluiten met twee rijksdaalders, die bij voorkeur den beeldenaar van koning Willem III dragen. Niemand die het drukker heeft dan burge meester Gravestein! Ieders hoofd moet wel ömloopen als hij op een eiland de leiding heeft van het opmaken van een programma voor drieduizend menschen ongeteld de gasten, die zullen komen die zoo oranje gezind zijn al® de Urkers. Zij loopen met strikken, zoo groot als pioenen, maar hun zal niet te kort worden gedaan, want burge meester heeft alles zoo geschikt, dat de Ko ningin en Prins van de twee uren, die voor het bezoek werden gereserveerd', het groot ste deel buitenshuis, wandelend over het eiland, zullen doorbrengen. In den laten namiddag 'kwam de „Medusa" uit Nieuwedlep opstoomen en ankerde even bezuiden het eiland. Dat gaf nieuwe emotie onder wandelend Urk. Ze bleven turen naar het donkergrijze, massieve vaartuig, tot duisternis en mlddernaohtuur ook de laatste Urkers naar huis joegen. Vrijdag waren de kraplappen, het oranje en de wimpels aan de palen. De rosetjes, die tusschon het werk der netten zijn gehangen, kleuren Oranje, Blanje, Bleu. De haven staat vol, de schuiten staan vol, in de straten krioelen Urkers, Enkhulzers, Kampenaren. De morgen gaat voor de Urkers voorbij in zenuwachtig wachten, want alles Is af. Al» om twaalf uur de torpedoboot ,JZ 2" in zicht komt, wordt de spanning sterker nog. Ze weten allen, dat de Koningin en de Prins aan boord van de Medusa" gaan lunchen. Wachten, nog maar wachten is 't parool. Maar nu wijkt geen meer van de haven. Daar valt zooveel te kijken. Ze zien den burge meester komen met zijn raadsleden en wet houders. Daar landen ook per bootje, dat de havenstoombootdienst beschikbaar stelde, de Commissaris der Koningin in Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Roëll, en de 'griffier der Sta ten, mr. Venig Meinesz. Juffrouw Grave&tein stelt zich op den steiger op met een bos bloe men, blauw geel In Urker kleuren. Dan draait de marinesloep het haventje in en even later staan Koningin, Prins Hendrik en hun .gevolg aan wal. Dat is voor de Urikers waailijk wel een grootsch moment. En als terstond na korte begroeting de wandeling begint, davert een luide oranjekreet uit de keien van het visschersvodk. Natuurlijk geeft de koningin haar aandacht aan het poortje, waarin vischtuig is gehangen en onopge merkt blijft niet 'de afrastering met blank- gespoelde netten, een1 decoratieve en afdoende afbakening, wel kostbaar, maar hier door iedereen graag afgestaan. Na drie minuten is het Raadhuis betreden en onder den bal dakijn van purper fluweel luistert koningin Wilhelmina naar de woorden van den burge meester, wiens rede door H. M. werd beant woord. Bijna drie volle uren heeft het bezoek aan het eiland geduurd. Het programma, ingericht om de Koningin van al wat wellicht hare be langstelling zou treffen op de hoogte te stel len, opgesteld ook om den Urkers zooveel en zoo lang mogelijk te laten profiteeren van dat bezoek, kon zonder dat een enkel num mertje behoefde te worden geschrapt, afge perkt worden. Van het bezoek aan het raad huis, waarvan het kokette zaaltje te klein bleek voor al de gasten, tot aan de bezoeken aan diverse oude Urker vrouwtjes in haar eigen houten 'kamertjes, is alles prompt uit gevoerd'. Gerrit Snoek, die een heele piet is op het eiland en 'behalve vischhandelaar ook aanvoerder van het Urker muziekoorps (de laatste functie uit louter 'liefhebberij en we gens bijzonderen aanleg), kon in korte audiëntie worden ontvangen op het raadhuis, welke audiëntie hem -reeds was toegezegd bij Harer Majesteits bezoek aan Amsterdam. Ieder klein meisje, dat bloemen zou bieden en dat haar hartje al uren te voren had hoo- ren bonzen; wier handjes klam werden van nervositeit bij het naderen van die blozende lachende koningin heelemaal in 't wit, kon haar buiginkjes maken, haar bloemen en een aarzelend pootje geven. Zóóveel bloemen waren er tenslotte, dat de Koningin hare hof dame een heele vracht rozen in den arm legde en zelve alweer de handen vol droeg. Op de speelplaats van de school hebben de kinderen gezongen twee versjes en toen nog, plechtig en heel krachtig: Dat 's Hoeren zegen op U daal'. Bij den vuurtoren zeide de Koningin, dat zij wel 'graag naar boven zou willen gaan en toen zij weer beneden stond, vertelde zij den vuurtorenwachter, dat zij geen spijt had van het fclimpartijtje, wa'nt dat Urk onder die hooge heldere zon wel op z'n mooist moest wezen. Van de Urkers, vijftig wel, in visschers- kostuum geplaatst langs den weg, heeft de Koningin geen ziertje minder notitie geno men dan van de meisjes en vrouwen, óók al weer een half honderd, die in kerkedracht zich lieten kijken en den zwarten halsdoek drager over den zwarten borstrok en het zwarte mutsje op de gedofte kuif dragen. In den gemeentelijken vischafslag heeft Prins Hendrik het eïeotrisdhe afmijntoestel laten weiken, maair 's Prinsen hart ging open bij het reddingstation van de vereeniging „Hulp en Steun". Iedereen weet, iedeTeen hoort al thans te weten, dat Urk met zijn flinke vis- schersbevolkinig een eigen reddingstatlon bezit en dat de vereeniging „Hulp en Steun" er een Jjsvlet heeft en ander materieel, waar mede herhaaldelijk goede diensten worden bewezen. Iedereen herinnert zich, dat in Ja nuari 1917 de „Von Geusau" ten zuidwesten van Urk in het ijs raakte. De bemanning van de ijsvlet van Urk trok er iop uit en slaagde er in de passagiers op het eilalnid te halen. De vlet werd onder hoera'tjes der bevolking door wel honderd jonge mannen op het ijs gehaald. Toen heeft de Noord- en Zuid-Hol- Jandsche Reddingmaatschappij medaille® ge geven aan de flinke kerels en de Urkers wa ren voorgoed trotach op hun vlet en hun redders. Vandaag lag de vlet op de kade, of beter zij stond op den wal vóór het ijs, de beman ning in reddingcostuum er naast, de hand aan dolbooid. „Eén aan! Twee aan! Haalt 'm erop!" oommandeert de schipper. De mannen zetten voile kracht, de ijzeren vlet schijnt onwrikbaar. Nog eens galmt het commando. Haalt "h erop! Daar gaat ie! Hup, nou staat-ie op het ijs. Vanonder de zuidwesters druipt het zweet. Dat is een demonstratie, die niet voor de poes is. De mannen krijgen breede sneden roggebrood met spek. Maar nóg heb ben zij' den inwendigen mensch niet voldoen de versterkt of daar loeit het weer over de ijissohoteen: „Eén aan! Twee aan! Haalt 'm erop!" De maaltijd wordt onderbroken, de, boterhammen gaan in de zakken van den pij jekker, de vlet wordt verder op het ij® ge schoven, Het was kloek en het Was interes sant, en Prins Hendrik, die in zijn admiraals- uniform, 'klein tenue, de manoeuvre met be langstelling volgde, was vol lof voor deze vissoherslui, die weinig praten, maar dl© zoo kordaat weten te handelen. En weer ging de stoet terug, de haven langs, naar een ander uiterste van het eiland, waatr de motoren gonsden van de ElectrlscJhe Centrale, royaal gebouw, dat in oorlogstijd werd bestemd tot vlschmeelfabdek, maar dat nu andere tijden andere behoeften schiepen, het eiland de meest moderne verlichting bO- Om vier uur liep het 'bezoek, dat van weers kanten wel heel hartelijk geweest is, ten einde. De koninklijke sloep gleed voor het steigertje, nog oven werd langs wat gepavoi- seerde scheepjes gestoomd, nog ééns een lulde Juichkreet van al de Urkers en dan uit al de kelen samen, wijd over de halven, over het water het vierde vers van den hordereen- entwintigsten Psalm. De heer zal U steeds gadeslaan, opdat Hij in gevaar Uw ziel voor ramp bewaar. De Heer, *t zij Ge in of uit moogt gaan en waar Ge U heen naoogt spoe den, zal eeuwig U behoeden. Dat was een treffend afscheid, door de Koningin .ook wel zoo gevoeld, toen zij nog even bleef wijlen en groette en keek naar de menschen in hun bonte fcleedij, die haar en haar huis zoo een warm hairt toedragen. Achter den forschen grijzen romp van de „Medusa" verglijdt het eiland. Wuivende, uitbundig jubelende vissoher- lui blijven achter op de ree, op de havenhoof den en de pieren, motorbotters geleiden het sdhip zoolang hun vermogen hen In staat stelt den mijnenlegger langszijde te blijven. Lang duurt dat niet; als de kerkspitsen nog naast de boompartijen te onderkennen zijn, raken de stoombotters snel op den achter grond. Alleen de torpedobooten „Z 2" en „Z 6" tiijven volgen in de rustige vaart van haar slanke lijven. Wij hebben nog vijf-en-veertlg mijlen te stoomen eer de „Medusa" te Nieuwedlep aankomt; vijf-en-veertig mijlen, dat is met het tij, dat niet al te gunstig is voor dezen tocht, dikke vier uren tijd om te vertellen van het bezoek aan U'ik> al lokt het uitzicht, dat wij genieten van onze werktafels, ook tot niet anders dan kijken; maar kijken door de opengewiekte achterdeuren naar het rus tige grijsgroene water, dat alleen in het kiel zog van de drie oorlogsschepen en langs hunne zijden woelig spalt. 'De schaduwen van Bakhuizen liggen twee uren varens achter de .Medusa"; de torens van Wieringen een uur ruim. Het is welhaast acht uur, maar de zon, die door de patrijspoorten glipt, is nog warm. In die namiddag-zonnewarmte ligt even vóór fort De Harssens de „Gelderland". De be manning van den gepavoiseerden kruiser paradeert en joelt aan dek. Het is het sein voor de atndere in de haven liggende schepen om te pavoiseeren. Met een kranige manoe- vre komt de „Medusa" 'binnen en zwaait precies voor de aanlegplaats. HET BEZOEK AAN HETJIEB, Vrijdag 24 Juni. In de oorlogsjaren kwam de Koningin eenige malen de stelling den Helder bezich tigen. Dit geschiedde dan zonder formalitei ten, zonder feestelijkheid of iets van dien aard. Dat amen, nu H. M. na den oorlog haar be zoek, eigen met hetzelfde doel het bezich tigen van de militaire en maritieme werken herhaalde, gaf thans aan de burgerij aan leiding daaraan eenige meerdere feestelijk heden te verbinden. Eeniere zangersleden van de Ghr. Oranje-Vereeniging plaatsten een oproep teneinde een paar liederen in te studeeren, en deden het verzoek om bij' de komst van het Kon. Echtpaar door te vlag gen de stad een feestelijk aanzien te geven. Hieraan was in vrij groote mate, voldaan. Van verschillende gebuwen en uit particu liere woningen woei thans de driekleur. En toen de Vrijdagmorgen aanbrak met een stralenden zomerhemel, die een fraaie dag voorspelde, had de stad een recht feestelijk aanzien. Helaas kwam in den loop van den morgen het bericht, dat H. M. en de Prins des Zaterdagsmorgen de bezoeken aan het vliegkamp de Kooij en de kazerne O. D. had den gesupprimeerd en, wat H. M. betrof, na afloop van de zeilwedstrijden der Kon. Mar. Jachtclub weder per trein naar de residentie zou terugkeeren. Voor velen was dit een te leurstellende tijding. Wij vermoeden dat dit verband houdt met de kabinets-crisLs. Reeds voor 6 uur des Vrijdagsavonds be wogen zich honderden en honderden inwo ners in de richting van het Havenhoofd* waar te ongeveer 7 uur de mijnenlegger „Me dusa" met het hooge gezelschap aan boord, zou aankomen. Er kwam echter 'bericht, dat de Medusa" eerst te ruim 8 uur de havea zou binnenkomen en zoo begaven wij ons naar de ruime en gezellige zitkamer van hó- tel ,*den Burg", vanwaar men zoo'n aardig kijkje heeft otp den havenmond. Een bonte, wisselende menigte bewoog zich langs het „Hoofd" (de haveningang). Te voet, per rijwiel, per auto, perkinderwagen ook, en niet het minst! (want zeg u nou zelf, als moeder zijnde, waar laat je in de gau wigheid je babv als je persé de Koningin zien wilt?) liep of stond men daar te wachten op de „Medusa". Het wordt hoe langer hoe drukker, en, in de binnenstad (üoodsciher en uitgestorvenen alles conoentreert zich meer en meer op het ruime Havenplein en aan den ingang onzer groote fraaie hoven- Op het uiterste puntje van het Wierhoofd staat de seinpaal, waaraan de vlag geheschen wordt ten teefcen, dat de haveningang vrt1 is. 'Daar staat de getrouwe paladijn, de beambte van het havenkantoor, gereed op het eerste sein de vlag te hijscheii'. Hij tuurt den oos- teüjfcen horizont af. Daar, links van Wierln- gen, is een stipje zichtbaar. De verslagge ver heeft niet zulke „zee-oogen" als deze oude zeerot, en bovendien is er een Texel- sche vissaher, die er thans vlak met zijn zeil voorligt. Eindelijk; ja, daar is een zwarte stip, die zich tegen den ietwat wazigen hori zont afteekent. „Is-le dat, havenmeester?" „Waarschijnlijk wel, meneer, maar 't is nog te ver weg om goed te kunnen onder scheiden." „Maar dan is ie ook gauw hier."1 „Neen, meneer, het is volop vloed. Daar gaat wel een driekwartier mee heen." Dan maar weer wachten. 7.45. De op de reede liggende „Gelder land" pavoiseert. Het is het sein voor de an dere, in de haven liggende schepen om even eens te pavoiseeren. Het fleurige, kleurige gezicht wordt daardoor nog fleuriger. De Staflmuziek heeft zich inmiddels bij den haveningang opgesteld ter begroeting bij binnenkomst der .Medusa" 7.50 saluutschoten klinken van de „Gel derland". de bemanning paradeert en joelt. Een typisch gezioht, al die manschappen langs de verschansing; de „Medusa" nadert. 7.66. De blauw© havcnviag ia geheschen; Geen ander schip mag nu de haven meer in. 8.10. De „Medusa" komt; gejuich, gejoel, geschreeuw. Bare Majesteit, in wit tailor made costuuim, wuivend, groetend, Prins Hendrik in admlraalsunlform, «taai naast haar. Aan den oever hebben zich opgesteld de Vioe-adimlraal der Stelling den Helder, de heer J. Soutendam, diens adjudant lult. t, zee Arntzenius, d© chef van den Staf, de kolonel der artillerie, en de burgemeester de heer W. Houwing. Voorts de zangers der Ctor. Oranje-Vereeniging, onder leiding van den heer Asma, en eenige Duitsche en wee- ner kinderen. Als de „Medusa" gezwaaid heeft hoe fier en schoon was het binnenkomen en het zwaaien in de haven! zet het zangkoor ln het bekende „Wilt heden nu treden" uit den Gedenckclauch van Valerius. Fraai en zuiver klonk, in den heerlijken achternamiddag, de rang. De statietrap werd opgehaald: het sehip ligt gemeerd. „Heer die uw tent in de heme len spreidt" klinkt thans over de ademloos luisterende menigte. Onder het zingen van het „Wilhelmus" begaven zich de aan wal zijnde autoriteiten aan boord. Toen de zang geëindigd was tot het einde toe aandachtig aangehoord door Hare Majesteit schaarden zich de manschappen in het gelid, en verliet Hare Majesteit de valreep. Regelrecht begaf zij zich naar den heer Asma om hem te oomplimenteeren en te danken; het 12 jarig dochtertje van dien heer, jongejuffrouw Dirkje Asma, bood H.M. een bouquet aan van theerozen. Toen trad de kleine Inmgard Krfilswinkel, een Dultsch meisje naar voren; met een fraaie kuix bood ook zij bloemen aan. Naar wij! vernemen had de kleine Irmgard zelve het idéé geopperd de Koningin van Holland bloemen te offreeren. Daarna begaf zioh Hare Majesteit met gevolg bestaande uit hofdame van Swinde- ren, vice-admiraal Bauduin- chef van het militaire huis van de Koningin; kapitein ter zee jhr. von Mtllhien, adjudant van den Prins, kaoitein-luitenant 'ter zee Ten Broecke Hoek stra, adjudant van de Koningin en de ordan- nans-offlcler der Koningin, eerste luitenant Phaff in de gereedstaande auto's om zich naar den koninklijken trein te begeven, die op het goederen emplacement aan het Bas sin stond en waar Hare Majesteit met de plaatselijke autoriteiten dlneeren ging. Wij moetsn op het bovsHstaaads nog een kleine aanvulling geven. En wel betreffen de de kleine Irmgard Krahwinkel, die na mens al haar landgenootjes Hare Majesteit een bouquet aanbood. Zij had dit, zooals wij reeds vermeldden, op eigen initiatief gedaan. En pas laat in den middag was het plan de finitief vóór elkander gekomen. Twee dames hadden er zich voor gespannen en des mid- digs alle 78 hier nog venblijfhoudende Duit- schertjes en Oostenrijkertjes bjjeengehaald. Ze stonden om half zes aan de aanlegplaats toen het bericht kwam dat de Medusa" eerst te 8 uur zou kamen. Ze zijn toen eerst weer naar huis gegaan en waren tegen half 8 weer present. Toen kregen ze een prachtig plaatsje, vlak bij de boot, zoodat ze alles uitstekend konden zien. Hare Majesteit, die zich geruimen tijd onderhield met den heer Asma, en hem zeide, dat'de zang heel mooi was en wij willen gaarne hier verklaren, dat Harer Majesteits woorden de absolute waarheid waren, want de zang was .inder daad zeer verdienstelijk en die daarna den luitenant J. de Jongh, van den vrijwilli- gen landstorm aansprak en eenige woorden met hem wisselde ontving eerst van jonge juffrouw Asma een fraaien ruiker van oran jekleurige rozen, en daarna van de kleine Irmgard een bloemenhulde. Toen begaf zich de vorstin te midden der juichende en en thousiaste menigte, in haar auto, gevolgd door Z. K. H. den Prins. Toen de Koningin eenmaal het afgezette gedeelte verlaten had, was er geen houden meer aan; de menschen drongen, al roepend en met de houden zwaaiend, rond de auto, die in een oogwenk omstuwd was van een onontwarbaar kluwen. Het teekent wel de Hollandsohe gemoedelijkheid, dat zoo iets ge beurt zonder dat er speciale bewaking of bizondeze voorzorgen noodig zijn. Onder ge- Juich en hoera-geroer «ringen de autos langs de Buitenhaven. In Ankerpark en langs de Binnenhaven bevond zich eveneens een dichte mama, die de vorstin hartelijk toe juichte. Het aangekondigde oonoert van de Staf- miuziek, dat ln de tent voor de Marlneolub gegeven werd, had van 8 tot 10 uur plaats. Velen stonden ervan te genieten. Zaterdagmorgen 25 Juni. Wederom ls de hemel stralend van zonne schijn en glans. Thans waait een verfris- «ohend 'briesje uit het ziuiden, hetgeen de vroolijke vlaggetjes van de ln de haven lig gende schepen lustig doet wapperen. Reeds vroeg ls de drukte groot; onderzee- en torpedobooten, de laatste met talrijke toe schouwers, verlaten de haven; de lichte en vroolijke jachten en sloepen, die straks aan den wedstrijd zullen deelnemen, zeilen in en uit de haven; hun lichte in den wind gebolde zeilen geven een levendig cachet aan het geheel. De valn top tot teen gepavoiseerde Drente" ligt gereed- Zij zal ons op de reede brengen, waar wij de evolutiën van de zeilers kunnen zien. Precies te kwart voor 9 verlaat zij de haven en het duurt niet lang of wij hebben die dwars van ons. Een prachtig gezicht le vert de reede thans op. De nog niet zeer hoog gerezen zon verguldt den oostelijken horizont: het gansche zeevlak is hier een en al gloed, levend fonkelend vuur. Zie, daar komt de „Garnaal", bestuurd' door overste De Vries, aanzetten. Het ls een lust te zien hoe dit sierlijke vaartuigje achter onze vloot ■omzeilt. Recht voor ons ïlgt de „Gelderland"; vröolijk wapperen haar honderden vlaggetjes in den zulderferies; dwars voor ons is een kanonneerboot gekomen. Daar tusschen door zeilen tallooze elegante zeilvaartuigjes. Een aantal vliegtuigen komt aanzweven in sier lijke wendingen. Daar wordt op de nog aan den wal liggen de „Medusa" de koninklijke standaard gehe schen. Alle andere vlaggen van dit schip gaan neer: Hare Majesteit is aan boord. De „Medusaf" stoomt nu ook de haven uit; de „Gelderland" lost saluutschoten; de vliegtui gen cirkelen en buitelen rond en om ons. Het is een fraai en levendig sohouwspel: de blin kende 'zonnige zee met de tallooze witte zei len en vroolijke vlaggen; de stralende blauwe hemel met de vele vliegtuigen. Om en om duiken ze, nu hoog, dan laag. Daar strijkt er een rakelings langs de „Medusa", keert zich en draalt zich, vliegt laag over onze boot heen en gaat dan de haven ln. Een tweede volgt; een meeuw tracht het hij te houden, maar moet zijn poging weldra opgeven. Nog maals en nogmaals cirkelt en duikt het vlieg tuig; als het boven de hoofden der menigte aan den wal gekomen ls, zet het den motor stopen duikt omlaag. Je hoort in je ver beelding de menschen gillen. Maar de vlugge vogel verheft zich, zet fier den' kop omhoog ën rijst weer. Tenslotte strijkt hijop het water neder, een breed spoor van schuim achterlatend. Fel draait zijn schroef en even later ls hij weer omhoog en heeft een collega zijn plaats ingenomen. Intussdhen heeft van de start het waar schuwingsschot geklonken en te 8.15 vangt de wedstrijd aan. De .Drente" begeeft zich weder aan wal om de «tafmuzlek aan boord te nemen en nogmaals naar het terrein van den wedstrijd t« gaan. Na haar debarkeeren van de „Medusa" vertrok H. M. per extra trein van 11.43 naar Den Haag. Z. K. H. Prins Hendrik zal, raar wij vernamen, ten huize van den Vlce-Ad- miraal, de lunch gebruiken en zich dan In schepen op een watervliegtuig, waarmede hij te omstreeks half vier ln Delfzijl verwacht wordt. PLAATSELIJK NIEUWS. Concert Stafmuzlek. Dinsdagavond geeft de Stafmuzlek der Kon. Marine een concert hl het plantsoen. Aanvang 8 uur. De heer H. v. d. Ploeg, directeur van de ambachtsschool te Zlerikzee, is als zoo danig benoemd aan de nieuwe ambachts school te Amsterdam. Eindexamen H. B. S. Na het eerst gehouden school-eindexamen voor H.BJ3. met 5-jarigen cursus werd het diploma voor voldoend afgelegd examen uit gereikt aan de dames: G. H. R. Bakker, M. H. C. Eranoken en J. W. M. Houwing en aan de hoeren: J. Sevenhuysen Mz., C. L. M. van de Bilt, W. M. Horning, A. Haak, J. Bouma, J. Oollet, J. D. Mahieu, M. Boon, H. M. van der Linde, J. Sevenhuysen Jz., J. R. van Mansum en F. C. H. SohLahmloh. Ingezonden mededeellng. Op Zondag naar Schoorl - Alkmaar per boot. Zie voor bijzonderheden achterstaande adverten tie „Esona". Met ingang van 1 Juli ia M. W. Hor ning, tijdelijk adjunct-inspecteur der directe belastingen te Helder, tijdelijk belast met de waarneming van de betrekking van inspec teur dier middelen op zijn tegenwoordigs standplaats. (Stiet) De Telefoon-misère 1 Wij ontvingen van de directie van den Telefoondienst het volgende schrijven: Aan de Redactie van de Heldersche Courant, Naar aanleiding van Üw bericht omtrent de telefoon in Uw blad van den 14 Juni jl (brief van den Minister van Waterstaat aan de Kamer van Koophandel) zenden- wij U ingesloten een van het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie ontvangen brief en het daarop door ons gegeven antwoord. Mogelijk kan opname dienstig zijn in het belang Uwer telefonisch aangesloten lezers, ter voorkoming van onaangenaamheden en schade. Wij hóuden n.1. onze abonné's aan hunne contractueeie plichten jegens ons, desnoods met alle middelen, die ons daarvoor ten dienste staan. Hierbij zij reeds opgemerkt, dat opheffing eener aansluiting wagens niet-betallng, vol gens artt. 8 en 4 der abonnementsvoorwaar- den den betaalplicht geenszins te niet doet, maar 'deze desniettegenstaande en onvermin derd blijft bestaan. Een oonoept van een (nog) biet verzonden adres aan de Tweede Kamer voegen wij hier bij, waaraan U- mogelijk nog een of ander ontleenen kunt. Inmiddels verblijven wij, Hoogachtend, Voor den Telefoondienst, A. FOTJnz. Helder, 28 Juni 1921. Brief van hef Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie aan de Directie van den Telefoondienst. 0 Zooals wij reeds eerder hebben uiteen gezet, komt het ons voor, dat het Rijk ln deze kwestie geen loyaal standpunt inneemt. Tot goed begrip waarom liet gaat, dien© het vol gende. Sedert 1892 werd^ het lokale telefoonnet ge ëxploiteerd door den heer Pot. Het was ln die dagen een heeie durf te Helder een (Ier- gelijke onderneming te 'beginnen. Het Rijk liet ons wachten, en wij, ingezetenen van den Helder, waren den heer Pot zeer dankbaar, dat hij de risico van de onderneming op zich wilde nemen. Het was toentertijd niet te ver wachten, dat die exploitatie loonend zou zijn, en de uitkomst heeft dit ln de eerste jaren dian ook bewezen. In het Jaar 1899 werd door het Rijk den concessionaris een nieuwe ooncessie ter tee- kening toegezonden, onder médedeeiing, dat deze aanvaard moest worden, wide de exploi tant zijn tien nog plaatselijk net aan het Rijks-interlokale net aangesloten zien. Door de Telefoon- en telegraaf wet van 1904 werd de gemeente-ooncessle waardeloos, en werd de vorengenoemde concessie «i'léën van kracht, voor zoover natuurlijk niet in strijd met de wet. Hieromtrent loopt het juridisch verschil bil de onderhavige kwestie, fn d.e concessie staat, dat ze ls verleend tot wederopzeggens Omtrent overname is niets bepaald. Het Hoofdbestuur der P. en T. vond hierin aanleiding de concessie met een termijn van ruim 10 maanden (tegen 1 Oct. a.s.) in te trekken en aan den exploitant een niet nader gemotiveerd bod van 10.000 te doen voor haar complete telefoonnet van ruim 350 aan sluitingen in volle doorgaande exploitatie, d. w. z., waar geen concessie-termijn bepaald was, kon hij ook niet op ©en bepaald eind óan-exploitéeren. De exploitant ontving op een desbetref fende vraag geen nadere speclfioatie, waarop dat bod van 10.000 berustte. Men beschouw de dit bedrag als een betaling van de s 1 o o- p i n g s waarde van het net. Het is te begrijpen, dat de directie van den Telefoondienst met een dergelijk voorstel geen genoegen kon nemen. Het gaat niet aan, iemand op deze wijze dus zonder eenige vergoeding voor het veriies van zijn thans loonend bedrijf, te behandelen. Zooals wij reeds eerder hebben betoogd, dient de kwestie aan een arbitrale uitspraak te worden onderworpen. Red. H. O. Vereeniging „Ambachtsschool voor Helder en Omstreken". Bovengenoemde Vereeniging hield Woens- 0 0 0 0 0 9 ZOTgt. 0 0 0 -<*■ 0 0 0 VGravenhaga, 16 Juni' 1921. D» Directeur van het Rijkataloarraafkaatoor te Nieuwedlep deelt mij mede, dat door U aan ver schillende pereonen, wier jaarlljkech abonnement la afgeloopen of binnenkort aal elndlaen, qultaa- tiën worden aangeboden voor een rol jaar. mat de mededeellng, dat bij niet-betaling de aanslui ting aal worden afgebroken. Hoewel onder de gegeven omstandigheden! af sluiting van abonnementen slechts loopende tot en met 80 September e.s. mij eenvoudiger voor komt, heb ik tegen het afsluiten van abonnemen ten voor een vol jaar geen) overwegend beswaar, mits h *t Uwe bedoeling is, het gedeelte van de abonnementsbedragen over het tlidvak van 80 Sep tember e.k. tot en met den datum van afloop der abonnementen later te verrekenen. Gaarne zal lk spoedig vernemen dat dit laatste Inderdaad is. Uw voornemen ligt. De Directeur-Generaal, B. P. WESTEBVEDD. Brief van de Directie van den Telefoondienst aan den Directeur-Oeneraal der Posterijen en Telegrafie. Gelijk wij reeds uiteenzetten op onze bespre king van 80 Mei 1.1. nader omschreven in de nota U door onzen advocaat ter hand gestold staan wij op het standpunt, dat ons reoht tot exploitatie van net telefoonnet te Helder onaanvechtbaar is, zoolang niet op wettige wijze door het bevoegd ge zag intrekking der concessie heeft plaats gehad. We meenien dus dat wij volkomen gereëhtlgd zijn met onze abonné's die overeenkomsten aan te gaan, die wij geraden zullen achten, zonder des wege eenige verplichting jegens het Rijk op ons te nemen. Voor de Alkmaarsche Telefoon- en Goederen» bestel-Dienst Naaxnl. Venn. te Alkmaar, De Dlr. A. POT Jsa.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5