HELDERSCHECOURANT
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 25 JUNI 1921.
Koninklijk bezoek aan
Urk en Helder.
Met den trein, die te 7.3 uur in den och
tend uit Den Haag -vertrekt en te 8.26 uur
te Amsterdam aankomt, heelt (het Koninklijk
echtpaar zich gisterochtend naar de hoofd
stad hegeven, teneinde van daar uit de reis
naar Urk te aanvaarden.
Op het perron te Amsterdam werden de
hooge gasten begroet door den burgemeester,
den heer W. de, Vlugt, en den steilingoom-
mandant, generaal-tmajoor Kollewijn.
Per auto begaven de Koningin en de Prins
zich naar de De Ruy terkade, waar de torpedo-
boot „Z 2" gemeerd lag.
Kolonel Coops, directeur van het marine-
etablissement, was ter begroeting aanwezig.
Onmiddellijk nadat de hooge gasten zich
aan (boord hadden begeven, werden de tros
sen losgegooid en zette de boot koers naar
Urk.
Een bijzondere verslaggeefster van het
„Hbl.", die daags te voren naar Urk vertrok,
vertelt van de voorbereidingen en de feest
stemming op het eiland.
De vrouwen van Urk zijn te hoop geloopen
bij de plek waar de boot landt. Deze dagen
leven ze eigenlijk enkel op straat, nieuws
gierig om te kijken bij het opkalefateren van
t scheepswerk, het bouwen van een poortje,
een eereboog; bang om een enkel woord te
missen van wat per omlooper aan Oranje-
nieuws wordt uitgekreten.
Het redderen der vrouwen aan het uit
wendige der huisjes heeft tot resultaat, dat
al de buurten, de bovenbuurt, de binnen
buurt, de achterbuurt, de havenbuurt, opge
poetst staan. Vriendelijk 'zijn de Urkers ze
ker. Dubbel (bereidvaardig om te vertellen,
nu hun stemming blij is, want zij houden wel
van een verzetje en de komst van hunne ko
ningin, die zij nooit zagen, ds' voor hen een
evenement van belang. Daarom hebben ze
sparretakken en vloeipapier bij heele riemen,
en zooveel ander materiaal nog aangesleept
van over zee en nu staan zij zich te vergapen
bij palen en poorten, die korven dragen,
waarin vlammende geraniums, margrieten
met gele harten, lobelias en afrikaantjes
bloeien.
's Avond# is het heele eiland In actie. Aan
de haven, vol van duizend masten, die toet
elk kwartier vager teekenen tegen de parel
grijze verdonkerende lucht, krioelt het nu
van witzijden kraplappen. Dat is de Zondag-
aohe, de feestkleedij. Iedere kraplap heeft,
onder de kin, een geborduurd bouquetje: drie
bloempjes op een gemeensdhappelJjken steel
met hardgroenen rank. De mannen dragen
zwarte pakken; hun broekgordels sluiten
met twee rijksdaalders, die bij voorkeur den
beeldenaar van koning Willem III dragen.
Niemand die het drukker heeft dan burge
meester Gravestein! Ieders hoofd moet wel
ömloopen als hij op een eiland de leiding
heeft van het opmaken van een programma
voor drieduizend menschen ongeteld de
gasten, die zullen komen die zoo oranje
gezind zijn al® de Urkers. Zij loopen met
strikken, zoo groot als pioenen, maar hun
zal niet te kort worden gedaan, want burge
meester heeft alles zoo geschikt, dat de Ko
ningin en Prins van de twee uren, die voor
het bezoek werden gereserveerd', het groot
ste deel buitenshuis, wandelend over het
eiland, zullen doorbrengen.
In den laten namiddag 'kwam de „Medusa"
uit Nieuwedlep opstoomen en ankerde even
bezuiden het eiland. Dat gaf nieuwe emotie
onder wandelend Urk. Ze bleven turen naar
het donkergrijze, massieve vaartuig, tot
duisternis en mlddernaohtuur ook de laatste
Urkers naar huis joegen.
Vrijdag waren de kraplappen, het oranje
en de wimpels aan de palen. De rosetjes, die
tusschon het werk der netten zijn gehangen,
kleuren Oranje, Blanje, Bleu. De haven staat
vol, de schuiten staan vol, in de straten
krioelen Urkers, Enkhulzers, Kampenaren.
De morgen gaat voor de Urkers voorbij
in zenuwachtig wachten, want alles Is af.
Al» om twaalf uur de torpedoboot ,JZ 2"
in zicht komt, wordt de spanning sterker nog.
Ze weten allen, dat de Koningin en de Prins
aan boord van de Medusa" gaan lunchen.
Wachten, nog maar wachten is 't parool.
Maar nu wijkt geen meer van de haven. Daar
valt zooveel te kijken. Ze zien den burge
meester komen met zijn raadsleden en wet
houders. Daar landen ook per bootje, dat de
havenstoombootdienst beschikbaar stelde, de
Commissaris der Koningin in Noord-Holland,
jhr. mr. dr. A. Roëll, en de 'griffier der Sta
ten, mr. Venig Meinesz. Juffrouw Grave&tein
stelt zich op den steiger op met een bos bloe
men, blauw geel In Urker kleuren.
Dan draait de marinesloep het haventje in
en even later staan Koningin, Prins Hendrik
en hun .gevolg aan wal. Dat is voor de Urikers
waailijk wel een grootsch moment. En als
terstond na korte begroeting de wandeling
begint, davert een luide oranjekreet uit de
keien van het visschersvodk. Natuurlijk geeft
de koningin haar aandacht aan het poortje,
waarin vischtuig is gehangen en onopge
merkt blijft niet 'de afrastering met blank-
gespoelde netten, een1 decoratieve en afdoende
afbakening, wel kostbaar, maar hier door
iedereen graag afgestaan. Na drie minuten
is het Raadhuis betreden en onder den bal
dakijn van purper fluweel luistert koningin
Wilhelmina naar de woorden van den burge
meester, wiens rede door H. M. werd beant
woord.
Bijna drie volle uren heeft het bezoek aan
het eiland geduurd. Het programma, ingericht
om de Koningin van al wat wellicht hare be
langstelling zou treffen op de hoogte te stel
len, opgesteld ook om den Urkers zooveel en
zoo lang mogelijk te laten profiteeren van
dat bezoek, kon zonder dat een enkel num
mertje behoefde te worden geschrapt, afge
perkt worden. Van het bezoek aan het raad
huis, waarvan het kokette zaaltje te klein
bleek voor al de gasten, tot aan de bezoeken
aan diverse oude Urker vrouwtjes in haar
eigen houten 'kamertjes, is alles prompt uit
gevoerd'. Gerrit Snoek, die een heele piet is
op het eiland en 'behalve vischhandelaar ook
aanvoerder van het Urker muziekoorps (de
laatste functie uit louter 'liefhebberij en we
gens bijzonderen aanleg), kon in korte
audiëntie worden ontvangen op het raadhuis,
welke audiëntie hem -reeds was toegezegd bij
Harer Majesteits bezoek aan Amsterdam.
Ieder klein meisje, dat bloemen zou bieden
en dat haar hartje al uren te voren had hoo-
ren bonzen; wier handjes klam werden van
nervositeit bij het naderen van die blozende
lachende koningin heelemaal in 't wit, kon
haar buiginkjes maken, haar bloemen en een
aarzelend pootje geven. Zóóveel bloemen
waren er tenslotte, dat de Koningin hare hof
dame een heele vracht rozen in den arm legde
en zelve alweer de handen vol droeg.
Op de speelplaats van de school hebben
de kinderen gezongen twee versjes en toen
nog, plechtig en heel krachtig: Dat 's Hoeren
zegen op U daal'.
Bij den vuurtoren zeide de Koningin, dat
zij wel 'graag naar boven zou willen gaan en
toen zij weer beneden stond, vertelde zij den
vuurtorenwachter, dat zij geen spijt had van
het fclimpartijtje, wa'nt dat Urk onder die
hooge heldere zon wel op z'n mooist moest
wezen.
Van de Urkers, vijftig wel, in visschers-
kostuum geplaatst langs den weg, heeft de
Koningin geen ziertje minder notitie geno
men dan van de meisjes en vrouwen, óók al
weer een half honderd, die in kerkedracht
zich lieten kijken en den zwarten halsdoek
drager over den zwarten borstrok en het
zwarte mutsje op de gedofte kuif dragen. In
den gemeentelijken vischafslag heeft Prins
Hendrik het eïeotrisdhe afmijntoestel laten
weiken, maair 's Prinsen hart ging open bij
het reddingstation van de vereeniging „Hulp
en Steun". Iedereen weet, iedeTeen hoort al
thans te weten, dat Urk met zijn flinke vis-
schersbevolkinig een eigen reddingstatlon
bezit en dat de vereeniging „Hulp en Steun"
er een Jjsvlet heeft en ander materieel, waar
mede herhaaldelijk goede diensten worden
bewezen. Iedereen herinnert zich, dat in Ja
nuari 1917 de „Von Geusau" ten zuidwesten
van Urk in het ijs raakte. De bemanning van
de ijsvlet van Urk trok er iop uit en slaagde
er in de passagiers op het eilalnid te halen.
De vlet werd onder hoera'tjes der bevolking
door wel honderd jonge mannen op het ijs
gehaald. Toen heeft de Noord- en Zuid-Hol-
Jandsche Reddingmaatschappij medaille® ge
geven aan de flinke kerels en de Urkers wa
ren voorgoed trotach op hun vlet en hun
redders.
Vandaag lag de vlet op de kade, of beter
zij stond op den wal vóór het ijs, de beman
ning in reddingcostuum er naast, de hand aan
dolbooid. „Eén aan! Twee aan! Haalt 'm
erop!" oommandeert de schipper. De mannen
zetten voile kracht, de ijzeren vlet schijnt
onwrikbaar. Nog eens galmt het commando.
Haalt "h erop! Daar gaat ie! Hup, nou staat-ie
op het ijs. Vanonder de zuidwesters druipt
het zweet. Dat is een demonstratie, die niet
voor de poes is. De mannen krijgen breede
sneden roggebrood met spek. Maar nóg heb
ben zij' den inwendigen mensch niet voldoen
de versterkt of daar loeit het weer over de
ijissohoteen: „Eén aan! Twee aan! Haalt 'm
erop!" De maaltijd wordt onderbroken, de,
boterhammen gaan in de zakken van den pij
jekker, de vlet wordt verder op het ij® ge
schoven, Het was kloek en het Was interes
sant, en Prins Hendrik, die in zijn admiraals-
uniform, 'klein tenue, de manoeuvre met be
langstelling volgde, was vol lof voor deze
vissoherslui, die weinig praten, maar dl© zoo
kordaat weten te handelen.
En weer ging de stoet terug, de haven
langs, naar een ander uiterste van het eiland,
waatr de motoren gonsden van de ElectrlscJhe
Centrale, royaal gebouw, dat in oorlogstijd
werd bestemd tot vlschmeelfabdek, maar dat
nu andere tijden andere behoeften schiepen,
het eiland de meest moderne verlichting bO-
Om vier uur liep het 'bezoek, dat van weers
kanten wel heel hartelijk geweest is, ten
einde. De koninklijke sloep gleed voor het
steigertje, nog oven werd langs wat gepavoi-
seerde scheepjes gestoomd, nog ééns een
lulde Juichkreet van al de Urkers en dan uit
al de kelen samen, wijd over de halven, over
het water het vierde vers van den hordereen-
entwintigsten Psalm. De heer zal U steeds
gadeslaan, opdat Hij in gevaar Uw ziel voor
ramp bewaar. De Heer, *t zij Ge in of uit
moogt gaan en waar Ge U heen naoogt spoe
den, zal eeuwig U behoeden.
Dat was een treffend afscheid, door de
Koningin .ook wel zoo gevoeld, toen zij nog
even bleef wijlen en groette en keek naar de
menschen in hun bonte fcleedij, die haar en
haar huis zoo een warm hairt toedragen.
Achter den forschen grijzen romp van de
„Medusa" verglijdt het eiland.
Wuivende, uitbundig jubelende vissoher-
lui blijven achter op de ree, op de havenhoof
den en de pieren, motorbotters geleiden het
sdhip zoolang hun vermogen hen In staat
stelt den mijnenlegger langszijde te blijven.
Lang duurt dat niet; als de kerkspitsen nog
naast de boompartijen te onderkennen zijn,
raken de stoombotters snel op den achter
grond. Alleen de torpedobooten „Z 2" en
„Z 6" tiijven volgen in de rustige vaart van
haar slanke lijven.
Wij hebben nog vijf-en-veertlg mijlen te
stoomen eer de „Medusa" te Nieuwedlep
aankomt; vijf-en-veertig mijlen, dat is met
het tij, dat niet al te gunstig is voor dezen
tocht, dikke vier uren tijd om te vertellen
van het bezoek aan U'ik> al lokt het uitzicht,
dat wij genieten van onze werktafels, ook
tot niet anders dan kijken; maar kijken door
de opengewiekte achterdeuren naar het rus
tige grijsgroene water, dat alleen in het kiel
zog van de drie oorlogsschepen en langs
hunne zijden woelig spalt.
'De schaduwen van Bakhuizen liggen twee
uren varens achter de .Medusa"; de torens
van Wieringen een uur ruim.
Het is welhaast acht uur, maar de zon, die
door de patrijspoorten glipt, is nog warm.
In die namiddag-zonnewarmte ligt even vóór
fort De Harssens de „Gelderland". De be
manning van den gepavoiseerden kruiser
paradeert en joelt aan dek. Het is het sein
voor de atndere in de haven liggende schepen
om te pavoiseeren. Met een kranige manoe-
vre komt de „Medusa" 'binnen en zwaait
precies voor de aanlegplaats.
HET BEZOEK AAN HETJIEB,
Vrijdag 24 Juni.
In de oorlogsjaren kwam de Koningin
eenige malen de stelling den Helder bezich
tigen. Dit geschiedde dan zonder formalitei
ten, zonder feestelijkheid of iets van dien
aard.
Dat amen, nu H. M. na den oorlog haar be
zoek, eigen met hetzelfde doel het bezich
tigen van de militaire en maritieme werken
herhaalde, gaf thans aan de burgerij aan
leiding daaraan eenige meerdere feestelijk
heden te verbinden. Eeniere zangersleden
van de Ghr. Oranje-Vereeniging plaatsten
een oproep teneinde een paar liederen in te
studeeren, en deden het verzoek om bij' de
komst van het Kon. Echtpaar door te vlag
gen de stad een feestelijk aanzien te geven.
Hieraan was in vrij groote mate, voldaan.
Van verschillende gebuwen en uit particu
liere woningen woei thans de driekleur. En
toen de Vrijdagmorgen aanbrak met een
stralenden zomerhemel, die een fraaie dag
voorspelde, had de stad een recht feestelijk
aanzien. Helaas kwam in den loop van den
morgen het bericht, dat H. M. en de Prins
des Zaterdagsmorgen de bezoeken aan het
vliegkamp de Kooij en de kazerne O. D. had
den gesupprimeerd en, wat H. M. betrof, na
afloop van de zeilwedstrijden der Kon. Mar.
Jachtclub weder per trein naar de residentie
zou terugkeeren. Voor velen was dit een te
leurstellende tijding. Wij vermoeden dat dit
verband houdt met de kabinets-crisLs.
Reeds voor 6 uur des Vrijdagsavonds be
wogen zich honderden en honderden inwo
ners in de richting van het Havenhoofd*
waar te ongeveer 7 uur de mijnenlegger „Me
dusa" met het hooge gezelschap aan boord,
zou aankomen. Er kwam echter 'bericht, dat
de Medusa" eerst te ruim 8 uur de havea
zou binnenkomen en zoo begaven wij ons
naar de ruime en gezellige zitkamer van hó-
tel ,*den Burg", vanwaar men zoo'n aardig
kijkje heeft otp den havenmond.
Een bonte, wisselende menigte bewoog
zich langs het „Hoofd" (de haveningang). Te
voet, per rijwiel, per auto, perkinderwagen
ook, en niet het minst! (want zeg u nou zelf,
als moeder zijnde, waar laat je in de gau
wigheid je babv als je persé de Koningin
zien wilt?) liep of stond men daar te wachten
op de „Medusa".
Het wordt hoe langer hoe drukker, en, in
de binnenstad (üoodsciher en uitgestorvenen
alles conoentreert zich meer en meer op het
ruime Havenplein en aan den ingang onzer
groote fraaie hoven-
Op het uiterste puntje van het Wierhoofd
staat de seinpaal, waaraan de vlag geheschen
wordt ten teefcen, dat de haveningang vrt1 is.
'Daar staat de getrouwe paladijn, de beambte
van het havenkantoor, gereed op het eerste
sein de vlag te hijscheii'. Hij tuurt den oos-
teüjfcen horizont af. Daar, links van Wierln-
gen, is een stipje zichtbaar. De verslagge
ver heeft niet zulke „zee-oogen" als deze
oude zeerot, en bovendien is er een Texel-
sche vissaher, die er thans vlak met zijn zeil
voorligt. Eindelijk; ja, daar is een zwarte
stip, die zich tegen den ietwat wazigen hori
zont afteekent.
„Is-le dat, havenmeester?"
„Waarschijnlijk wel, meneer, maar 't is
nog te ver weg om goed te kunnen onder
scheiden."
„Maar dan is ie ook gauw hier."1
„Neen, meneer, het is volop vloed. Daar
gaat wel een driekwartier mee heen."
Dan maar weer wachten.
7.45. De op de reede liggende „Gelder
land" pavoiseert. Het is het sein voor de an
dere, in de haven liggende schepen om even
eens te pavoiseeren. Het fleurige, kleurige
gezicht wordt daardoor nog fleuriger.
De Staflmuziek heeft zich inmiddels bij den
haveningang opgesteld ter begroeting bij
binnenkomst der .Medusa"
7.50 saluutschoten klinken van de „Gel
derland". de bemanning paradeert en joelt.
Een typisch gezioht, al die manschappen
langs de verschansing; de „Medusa" nadert.
7.66. De blauw© havcnviag ia geheschen;
Geen ander schip mag nu de haven meer in.
8.10. De „Medusa" komt; gejuich, gejoel,
geschreeuw. Bare Majesteit, in wit tailor
made costuuim, wuivend, groetend, Prins
Hendrik in admlraalsunlform, «taai naast
haar.
Aan den oever hebben zich opgesteld de
Vioe-adimlraal der Stelling den Helder, de
heer J. Soutendam, diens adjudant lult. t, zee
Arntzenius, d© chef van den Staf, de kolonel
der artillerie, en de burgemeester de
heer W. Houwing. Voorts de zangers der
Ctor. Oranje-Vereeniging, onder leiding van
den heer Asma, en eenige Duitsche en wee-
ner kinderen.
Als de „Medusa" gezwaaid heeft hoe
fier en schoon was het binnenkomen en het
zwaaien in de haven! zet het zangkoor ln
het bekende „Wilt heden nu treden" uit den
Gedenckclauch van Valerius. Fraai en zuiver
klonk, in den heerlijken achternamiddag, de
rang.
De statietrap werd opgehaald: het sehip
ligt gemeerd. „Heer die uw tent in de heme
len spreidt" klinkt thans over de ademloos
luisterende menigte. Onder het zingen van
het „Wilhelmus" begaven zich de aan wal
zijnde autoriteiten aan boord.
Toen de zang geëindigd was tot het
einde toe aandachtig aangehoord door Hare
Majesteit schaarden zich de manschappen
in het gelid, en verliet Hare Majesteit de
valreep.
Regelrecht begaf zij zich naar den heer
Asma om hem te oomplimenteeren en te
danken; het 12 jarig dochtertje van dien
heer, jongejuffrouw Dirkje Asma, bood H.M.
een bouquet aan van theerozen. Toen trad
de kleine Inmgard Krfilswinkel, een Dultsch
meisje naar voren; met een fraaie kuix bood
ook zij bloemen aan.
Naar wij! vernemen had de kleine Irmgard
zelve het idéé geopperd de Koningin van
Holland bloemen te offreeren.
Daarna begaf zioh Hare Majesteit met
gevolg bestaande uit hofdame van Swinde-
ren, vice-admiraal Bauduin- chef van het
militaire huis van de Koningin; kapitein ter
zee jhr. von Mtllhien, adjudant van den Prins,
kaoitein-luitenant 'ter zee Ten Broecke Hoek
stra, adjudant van de Koningin en de ordan-
nans-offlcler der Koningin, eerste luitenant
Phaff in de gereedstaande auto's om zich
naar den koninklijken trein te begeven, die
op het goederen emplacement aan het Bas
sin stond en waar Hare Majesteit met de
plaatselijke autoriteiten dlneeren ging.
Wij moetsn op het bovsHstaaads nog een
kleine aanvulling geven. En wel betreffen
de de kleine Irmgard Krahwinkel, die na
mens al haar landgenootjes Hare Majesteit
een bouquet aanbood. Zij had dit, zooals wij
reeds vermeldden, op eigen initiatief gedaan.
En pas laat in den middag was het plan de
finitief vóór elkander gekomen. Twee dames
hadden er zich voor gespannen en des mid-
digs alle 78 hier nog venblijfhoudende Duit-
schertjes en Oostenrijkertjes bjjeengehaald.
Ze stonden om half zes aan de aanlegplaats
toen het bericht kwam dat de Medusa" eerst
te 8 uur zou kamen. Ze zijn toen eerst weer
naar huis gegaan en waren tegen half 8
weer present. Toen kregen ze een prachtig
plaatsje, vlak bij de boot, zoodat ze alles
uitstekend konden zien. Hare Majesteit, die
zich geruimen tijd onderhield met den heer
Asma, en hem zeide, dat'de zang heel mooi
was en wij willen gaarne hier verklaren,
dat Harer Majesteits woorden de absolute
waarheid waren, want de zang was .inder
daad zeer verdienstelijk en die daarna
den luitenant J. de Jongh, van den vrijwilli-
gen landstorm aansprak en eenige woorden
met hem wisselde ontving eerst van jonge
juffrouw Asma een fraaien ruiker van oran
jekleurige rozen, en daarna van de kleine
Irmgard een bloemenhulde. Toen begaf zich
de vorstin te midden der juichende en en
thousiaste menigte, in haar auto, gevolgd
door Z. K. H. den Prins.
Toen de Koningin eenmaal het afgezette
gedeelte verlaten had, was er geen houden
meer aan; de menschen drongen, al roepend
en met de houden zwaaiend, rond de auto,
die in een oogwenk omstuwd was van een
onontwarbaar kluwen. Het teekent wel de
Hollandsohe gemoedelijkheid, dat zoo iets ge
beurt zonder dat er speciale bewaking of
bizondeze voorzorgen noodig zijn. Onder ge-
Juich en hoera-geroer «ringen de autos langs
de Buitenhaven. In Ankerpark en langs de
Binnenhaven bevond zich eveneens een
dichte mama, die de vorstin hartelijk toe
juichte.
Het aangekondigde oonoert van de Staf-
miuziek, dat ln de tent voor de Marlneolub
gegeven werd, had van 8 tot 10 uur plaats.
Velen stonden ervan te genieten.
Zaterdagmorgen 25 Juni.
Wederom ls de hemel stralend van zonne
schijn en glans. Thans waait een verfris-
«ohend 'briesje uit het ziuiden, hetgeen de
vroolijke vlaggetjes van de ln de haven lig
gende schepen lustig doet wapperen.
Reeds vroeg ls de drukte groot; onderzee-
en torpedobooten, de laatste met talrijke toe
schouwers, verlaten de haven; de lichte en
vroolijke jachten en sloepen, die straks aan
den wedstrijd zullen deelnemen, zeilen in en
uit de haven; hun lichte in den wind gebolde
zeilen geven een levendig cachet aan het
geheel.
De valn top tot teen gepavoiseerde Drente"
ligt gereed- Zij zal ons op de reede brengen,
waar wij de evolutiën van de zeilers kunnen
zien. Precies te kwart voor 9 verlaat zij de
haven en het duurt niet lang of wij hebben
die dwars van ons. Een prachtig gezicht le
vert de reede thans op. De nog niet zeer
hoog gerezen zon verguldt den oostelijken
horizont: het gansche zeevlak is hier een en
al gloed, levend fonkelend vuur. Zie, daar
komt de „Garnaal", bestuurd' door overste
De Vries, aanzetten. Het ls een lust te zien
hoe dit sierlijke vaartuigje achter onze vloot
■omzeilt. Recht voor ons ïlgt de „Gelderland";
vröolijk wapperen haar honderden vlaggetjes
in den zulderferies; dwars voor ons is een
kanonneerboot gekomen. Daar tusschen door
zeilen tallooze elegante zeilvaartuigjes. Een
aantal vliegtuigen komt aanzweven in sier
lijke wendingen.
Daar wordt op de nog aan den wal liggen
de „Medusa" de koninklijke standaard gehe
schen. Alle andere vlaggen van dit schip
gaan neer: Hare Majesteit is aan boord. De
„Medusaf" stoomt nu ook de haven uit; de
„Gelderland" lost saluutschoten; de vliegtui
gen cirkelen en buitelen rond en om ons. Het
is een fraai en levendig sohouwspel: de blin
kende 'zonnige zee met de tallooze witte zei
len en vroolijke vlaggen; de stralende blauwe
hemel met de vele vliegtuigen. Om en om
duiken ze, nu hoog, dan laag. Daar strijkt
er een rakelings langs de „Medusa", keert
zich en draalt zich, vliegt laag over onze boot
heen en gaat dan de haven ln. Een tweede
volgt; een meeuw tracht het hij te houden,
maar moet zijn poging weldra opgeven. Nog
maals en nogmaals cirkelt en duikt het vlieg
tuig; als het boven de hoofden der menigte
aan den wal gekomen ls, zet het den motor
stopen duikt omlaag. Je hoort in je ver
beelding de menschen gillen. Maar de vlugge
vogel verheft zich, zet fier den' kop omhoog
ën rijst weer. Tenslotte strijkt hijop het
water neder, een breed spoor van schuim
achterlatend. Fel draait zijn schroef en even
later ls hij weer omhoog en heeft een collega
zijn plaats ingenomen.
Intussdhen heeft van de start het waar
schuwingsschot geklonken en te 8.15 vangt
de wedstrijd aan. De .Drente" begeeft zich
weder aan wal om de «tafmuzlek aan boord
te nemen en nogmaals naar het terrein van
den wedstrijd t« gaan.
Na haar debarkeeren van de „Medusa"
vertrok H. M. per extra trein van 11.43 naar
Den Haag. Z. K. H. Prins Hendrik zal, raar
wij vernamen, ten huize van den Vlce-Ad-
miraal, de lunch gebruiken en zich dan In
schepen op een watervliegtuig, waarmede hij
te omstreeks half vier ln Delfzijl verwacht
wordt.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Concert Stafmuzlek.
Dinsdagavond geeft de Stafmuzlek der
Kon. Marine een concert hl het plantsoen.
Aanvang 8 uur.
De heer H. v. d. Ploeg, directeur van
de ambachtsschool te Zlerikzee, is als zoo
danig benoemd aan de nieuwe ambachts
school te Amsterdam.
Eindexamen H. B. S.
Na het eerst gehouden school-eindexamen
voor H.BJ3. met 5-jarigen cursus werd het
diploma voor voldoend afgelegd examen uit
gereikt aan de dames: G. H. R. Bakker, M.
H. C. Eranoken en J. W. M. Houwing en aan
de hoeren: J. Sevenhuysen Mz., C. L. M. van
de Bilt, W. M. Horning, A. Haak, J. Bouma,
J. Oollet, J. D. Mahieu, M. Boon, H. M. van
der Linde, J. Sevenhuysen Jz., J. R. van
Mansum en F. C. H. SohLahmloh.
Ingezonden mededeellng.
Op Zondag naar Schoorl - Alkmaar per boot.
Zie voor bijzonderheden achterstaande adverten
tie „Esona".
Met ingang van 1 Juli ia M. W. Hor
ning, tijdelijk adjunct-inspecteur der directe
belastingen te Helder, tijdelijk belast met de
waarneming van de betrekking van inspec
teur dier middelen op zijn tegenwoordigs
standplaats. (Stiet)
De Telefoon-misère 1
Wij ontvingen van de directie van den
Telefoondienst het volgende schrijven:
Aan de Redactie van de
Heldersche Courant,
Naar aanleiding van Üw bericht omtrent
de telefoon in Uw blad van den 14 Juni jl
(brief van den Minister van Waterstaat aan
de Kamer van Koophandel) zenden- wij U
ingesloten een van het Hoofdbestuur der
Posterijen en Telegrafie ontvangen brief en
het daarop door ons gegeven antwoord.
Mogelijk kan opname dienstig zijn in het
belang Uwer telefonisch aangesloten lezers,
ter voorkoming van onaangenaamheden en
schade.
Wij hóuden n.1. onze abonné's aan hunne
contractueeie plichten jegens ons, desnoods
met alle middelen, die ons daarvoor ten
dienste staan.
Hierbij zij reeds opgemerkt, dat opheffing
eener aansluiting wagens niet-betallng, vol
gens artt. 8 en 4 der abonnementsvoorwaar-
den den betaalplicht geenszins te niet doet,
maar 'deze desniettegenstaande en onvermin
derd blijft bestaan.
Een oonoept van een (nog) biet verzonden
adres aan de Tweede Kamer voegen wij hier
bij, waaraan U- mogelijk nog een of ander
ontleenen kunt.
Inmiddels verblijven wij,
Hoogachtend,
Voor den Telefoondienst,
A. FOTJnz.
Helder, 28 Juni 1921.
Brief van hef Hoofdbestuur der Posterijen
en Telegrafie aan de Directie van den
Telefoondienst.
0
Zooals wij reeds eerder hebben uiteen
gezet, komt het ons voor, dat het Rijk ln deze
kwestie geen loyaal standpunt inneemt. Tot
goed begrip waarom liet gaat, dien© het vol
gende.
Sedert 1892 werd^ het lokale telefoonnet ge
ëxploiteerd door den heer Pot. Het was ln
die dagen een heeie durf te Helder een (Ier-
gelijke onderneming te 'beginnen. Het Rijk
liet ons wachten, en wij, ingezetenen van den
Helder, waren den heer Pot zeer dankbaar,
dat hij de risico van de onderneming op zich
wilde nemen. Het was toentertijd niet te ver
wachten, dat die exploitatie loonend zou zijn,
en de uitkomst heeft dit ln de eerste jaren
dian ook bewezen.
In het Jaar 1899 werd door het Rijk den
concessionaris een nieuwe ooncessie ter tee-
kening toegezonden, onder médedeeiing, dat
deze aanvaard moest worden, wide de exploi
tant zijn tien nog plaatselijk net aan het
Rijks-interlokale net aangesloten zien.
Door de Telefoon- en telegraaf wet van
1904 werd de gemeente-ooncessle waardeloos,
en werd de vorengenoemde concessie «i'léën
van kracht, voor zoover natuurlijk niet in
strijd met de wet.
Hieromtrent loopt het juridisch verschil
bil de onderhavige kwestie, fn d.e concessie
staat, dat ze ls verleend tot wederopzeggens
Omtrent overname is niets bepaald.
Het Hoofdbestuur der P. en T. vond hierin
aanleiding de concessie met een termijn van
ruim 10 maanden (tegen 1 Oct. a.s.) in te
trekken en aan den exploitant een niet nader
gemotiveerd bod van 10.000 te doen voor
haar complete telefoonnet van ruim 350 aan
sluitingen in volle doorgaande exploitatie,
d. w. z., waar geen concessie-termijn bepaald
was, kon hij ook niet op ©en bepaald eind
óan-exploitéeren.
De exploitant ontving op een desbetref
fende vraag geen nadere speclfioatie, waarop
dat bod van 10.000 berustte. Men beschouw
de dit bedrag als een betaling van de s 1 o o-
p i n g s waarde van het net.
Het is te begrijpen, dat de directie van den
Telefoondienst met een dergelijk voorstel
geen genoegen kon nemen. Het gaat niet aan,
iemand op deze wijze dus zonder eenige
vergoeding voor het veriies van zijn thans
loonend bedrijf, te behandelen.
Zooals wij reeds eerder hebben betoogd,
dient de kwestie aan een arbitrale uitspraak
te worden onderworpen.
Red. H. O.
Vereeniging „Ambachtsschool voor Helder
en Omstreken".
Bovengenoemde Vereeniging hield Woens-
0 0 0
0 0 9
ZOTgt.
0 0 0
-<*■
0 0 0
VGravenhaga, 16 Juni' 1921.
D» Directeur van het Rijkataloarraafkaatoor te
Nieuwedlep deelt mij mede, dat door U aan ver
schillende pereonen, wier jaarlljkech abonnement
la afgeloopen of binnenkort aal elndlaen, qultaa-
tiën worden aangeboden voor een rol jaar. mat
de mededeellng, dat bij niet-betaling de aanslui
ting aal worden afgebroken.
Hoewel onder de gegeven omstandigheden! af
sluiting van abonnementen slechts loopende tot
en met 80 September e.s. mij eenvoudiger voor
komt, heb ik tegen het afsluiten van abonnemen
ten voor een vol jaar geen) overwegend beswaar,
mits h *t Uwe bedoeling is, het gedeelte van de
abonnementsbedragen over het tlidvak van 80 Sep
tember e.k. tot en met den datum van afloop der
abonnementen later te verrekenen.
Gaarne zal lk spoedig vernemen dat dit laatste
Inderdaad is. Uw voornemen ligt.
De Directeur-Generaal,
B. P. WESTEBVEDD.
Brief van de Directie van den Telefoondienst
aan den Directeur-Oeneraal der Posterijen
en Telegrafie.
Gelijk wij reeds uiteenzetten op onze bespre
king van 80 Mei 1.1. nader omschreven in de nota
U door onzen advocaat ter hand gestold staan
wij op het standpunt, dat ons reoht tot exploitatie
van net telefoonnet te Helder onaanvechtbaar is,
zoolang niet op wettige wijze door het bevoegd ge
zag intrekking der concessie heeft plaats gehad.
We meenien dus dat wij volkomen gereëhtlgd
zijn met onze abonné's die overeenkomsten aan
te gaan, die wij geraden zullen achten, zonder des
wege eenige verplichting jegens het Rijk op ons
te nemen.
Voor de Alkmaarsche Telefoon- en Goederen»
bestel-Dienst Naaxnl. Venn. te Alkmaar,
De Dlr. A. POT Jsa.