MME COURANT Tweede Blad. VAN ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1921. PLAATSELIJK NIEUWS. Concert Stal. Dinsdag a.s. geelt het Stafmuziekcorps der Kon. Marine een concert in de muziektent Spoorptantsoen. Aanvang 8 uur. Vergadering van den Raad der gemeente Helder, op Dinsdag 23 Augustus 1921. des namiddags 8 uur. Ingekomen stukken, ten aanzien waarvan wordt voorgesteld ze voor kennisgeving aan te nemen: a. Bericht aanneming der benoeming tot onderwijzeres aan School 1 van Mej. M. Rij- keboer en tot onderwijzer aan School 8 van G. 't Hart. b. Rapport uitgebracht door de Commis sie uit den Haagschen Gemeenteraad tot on derzoek inzake de C. B. V. c. Goedkeuring op de Raadsbesluiten tot: aankoop van grond van de iN. V. Houthan del v/h. J. Oortgijsen en Zoon; uitgifte van gronden in erfpacht ten be hoeve van het Provinciaal Electriciteits Be drijf; garantiestelling ten behoeve van de Ver- eeniging „Vakschool voor Meisjes"; kohier plaatselijke directe belasting naar het bikomen over Januari t/m. April 1921. Tweede stemming over het voorstel inzake de uitbreiding van het Raadhuis. Voorstel inzake eener tijdelijke geldleening ad 800.000, rentende hoogstens 7 's jaars. Voorstel inzake voorschot op de toe te kennen uitkeering der Oorlogswinstbelasting. Voorstel tot wijziging en aanvulling der Verordening op het bouwen en op de bewo ning en tot het vragen van vrijstelling van de verplichting tot het instellen van een wo ningbeurs in deze gemeente. Benoeming van leden der Commissie tot voorlichting hij de Beroepskeuze. Besprekingen Ziekenhuis en Openbaar Slachthuis. (B. en W. stellen voor deze besprekingen in besloten zitting te houden). Stukken be treffende het ziekenhuis liggen voor de Raadsleden ter inzage. Uitkeering Oorlogswinstbelasting. Hoewel de Raad dd. 14 Juni j.L besloot tot het aangaan eener kasgeldleening ad ƒ800.000 kwam het B. en W. evenwel zeer gewenscht voor om, met het oog op noodzakelijke beta lingen van rente en aflossing van geldlee- ningen en op grond, dat de Gemeente nog Seen inkomsten heeft uit de Plaatselijke In- lomstenhelasting, eerder de beschikking over de benoodigde gelden te hebben. .Zij hebben zich daarom gewend tot Zijne Excellentie den Minister van Financiën, met verzoek, aan deze Gemeente, bij wijze van voorschot op de eerlang toe te kennen uit keering uit de opbrengst der Oorlogswinst belasting, een bedrag van 225.000.— te doen uitbetalen. Bij schrijven, djd. 0 Augustus j.1., bericht genoemde Minister, bereid te zijn tot het ver strekken van een voorschot ten bedrage van 200.000.—, mits de Gemeente daarvoor een rente van 0 vergoedt. B. en W. hebben gemeend dit aanbod, waardoor de Gemeente in staat wordt gesteld tijdig aan hare verplichtingen te voldoen, te moeten aanvaarden en hebben dit bereids aan dien Minister medegedeeld, ln het ver trouwen, dat de Raad zijne goedkeuring aan deze handelwijze zal verleenen, waartoe zij bij deze het voorstel doen. Tijdelijke geldleening. Naar aanleiding van het Raadsbesluit d.d. 14 Juni 1921 om, ter voorziening in de be hoefte aan kasgeld, een geldleening aan te gaan, groot hoogstens ƒ800.000, voorloopig voor den tijd van ten hoogste één jaar, tegen een maximumrente van 71/» welk besluit aan Gedeputeerde Staten dezer provincie ter goedkeuring werd aangeboden, deelt de Voorzitter van dat College mede, dat Gede puteerde Staten vooralsnog niet bereid zijn hunne goedkeuring aan dat besluit te heen ten, op grond, dat zij van oordeel zijn, dat het verkregen van gelden tegen een rente van ten hoogste 7 mogelijk is, in verband waarmede het College wordt uitgenoodlgd de gewenschte verlaging van het percentage te bevorderen en voorts in het besluit te doen opnemen de bepaling, dat de rente en aflos sing uit de gewone middelen zullen worden voldaan. a Ten aanzien hiervan dealen B. en W. den Raad mede, dat zij er bereids in zijn geslaagd de benoodigde gelden te verkrijgen tegen een rente van 51/« terwijl da kosten van zegel en provisie voor rekening dezer gemeente komen. B. en W. zijn derhalve van oordeel, dat er geen bezwaar bestaat aan de bedenkingen van Gedeputeerde Staten tegemoet te. komen en stellen voor, onder intrekking van het besluit d.d. 14 Juni j.1. een desbetreffend be sluit te nemen. Bouw-Verordenlng. Door de Wet van 10 Februari 1021, 8. 73, is de Woningwet op enkele punten gewijzigd. In verband hiermede is het noodig de in deze gemeente bestaande Verordening op het bouwen en de bewoning te herzien. Nu het beroep op den Gemeenteraad ook openstaat, indien Burgemeester en Wethou ders niet binnen den bij verordening bepaal den termijn een beslissing hebben: genomen, is hét gewenscht dezen termijn op 6 weken te brengen. De termijn van 14 dagen bleek ln de prak tijk reeds meermalen te kort, omdat na het advies van den Gemeente-Bouwmeester ook het oordeel van de Commissie van Bijstand voor de Publieke werken moet worden] inge wonnen,, terwijl bovendien dikwijls over een bouwaanvrage, wanneer deze betrekking had op gronden, in het uitbreidingsplan ge legen, de aesthetische adviseur van het Ge meentebestuur moet worden gehoord. Art. 92 behoort voorts te worden aange vuld, terwijl de artt 96, 07 en 99 door boven vermelde Wet zijn vervallen. Voorts sohrijft de Woningwet thans in ar tikel 11 voor, dat de gemeenten boven 20.000 inwoners een woningbeurs moeten instellen. Een dergelijk instituut zal voor deze ge meente een belangrijke uitgaaf vorderen, die niet opweegt tegen de daaraan verbonden voordeelen. De statistische gegevens toch, waaruit de woningbehoefte kan blijken, kunnen worden gevonden uit de resultaten der Jongste wo ningtelling, die voortaan geregeld waren bij te houden. Opgemerkt zij, dat een bijdrage uit 's Rijkskas in de kosten van een woningbeurs kan worden verleend, doch slechts bij uit zondering en wel op grond van den finan- tieelen toestand der gemeente. Ten slotte dient nog altijd een regeling te worden getroffen ten aanzien van art. 74 der bouwverordening. In de raadsvergadering van 8 Mei j.1. werd een voorstel van B. en W. aangehou den om alsnog daarover 'het advies te ver nemen van de Commissie voor Publieke Werken. Deze Commissie is van meening, dat de aansluiting aan de Waterleiding voor be staande woningen verplichtend moet worden gesteld, eni, voorzoover de woningen niet zijn gelegen aan straten of wegen, waarin toevoerbuizen der Waterleiding liggen, dat een regenbak van minstens 4 M'. inhoud be schikbaar moet zijn. Alles behoudens door Burgemeester en Wethouders te verleenen ontheffing. In overeenstemming met dit advies zjjn B. en W. van oordeel, dat het op 25 Feburari 1919 gewijzigde artikel 74 behouden kan blijven, mits daaraan worden toegevoegd de mogelijkheid van ontheffing. Zij stellen den Raad mitsdien met verwij zing naar de stukken, waarbij de adviezen van de Commissie voornoemd en van de Ge zondheidscommissie, voor: Vast te stellen een betrekkelijke Verorde ning, alsmede aan de Kroon vrijstelling te vragen' van de verplichting tot het Instellen van een woningbeurs in deze gemleente. Commissie voor beroepskeuze. In verband met de gevoerde besprekingen in de laatst gehouden Raadsvergadering, hebben B. en W. onder intrekking van het voorstel van 15 Juli 1921 de volgende aanbe velingen ter benoeming van leden der Com missie tot regeling van de voorlichting bij de beroepskeuze in deze gemeente opgemaakt: 1. Mevr. G. H. Teunev. d. Vijgh 9. Mevr. J. O. H. Gratama—v. d. Berg. 1. Mevr. B. A. Ketnerde Jongh. 2. Mevr. J. DibbetzRomeny. 1. Y. Lunshof. 1. A. Zuidervliet. 2. J. Jager. 2. A. J. Besseling. 1. G. C. Dibbetz. 1. J. Gomes. 2. 8. Slingervoet Ramondt. 2. M. A. Kolster. 1. E. Bos. 1. A. G. A. Verstegen. 2. W. Boelens. 2. H. 8. Peters. 1. Jhr. H. RappardL 1. F. B. A. MejjeB. 2. W. A. Bijvoet 2 J. de Vries. 1. J. Kipperman. 2. O. R. Kruk. Afgevaardigden van den Helderschen Be- stuurdersbond: 1. A. A. Valkhoff, 2. G. A. Minnes; Afgevaardigden van „Onderl. Belang" Ver. v. Pers. in 's RJjfcsd,: 1. H. P. Baak, 2. L. F. van Loo; Afgevaardigden van R.-Kath. Vakvereeni- glngen: 1. O. Brinkman, 2. Ohr. Goes. Afgevaardigden van den Bond van Ned. Onderwijzers: 1. J. J. Janzen, 2. H. J. Mari- nus; Afgevaardigden van Prat. Ohr. Vakver- eenlglngen: 1. J. Meijer, 2. O. J. Eijlders, Desgevraagd kon tot nog toe geen Ohr. Dam. Üd worden aangewezen. Lichtschip Terschellingerbank. Eenigen tijd igeleden stond onder de ha- venberiohten, dat de lichtschepen „Doggers- bank Noord en Zuid" uit dienst waren ge steld. Thans Is het lichtschip „Terschellin- gerbank" op de oude plaats, die het vóór den oorlog Innam, nedergelegd. Daarmede is dus de toestand, zooals die vóór den oorlog 'be stond, weder ingetreden. Verplichte aangifte aan radlo-lnrlchtlngen. Bij beschikking van den Minister van Wa terstaat d.d. 8 Augustus j.1. zijn 'bepalingen vastgesteld betreffende het hebben en het gebruiken van radio-inrichtingen uitsluitend geschikt voor het opvangen van seinen. De gebruikers dier Inrichtingen zijn ver plicht van de aanwezigheid daarvan kennis te geven aan den directeur van het rijkstele- graafkantoor ter plaatse, c. q. aan dien van een nabijgelegen rijkstelegraafkantoor, In dien zich ter plaatse zulk een kantoor niet bevindt. Deze aangifte behoort te geschieden door middel van een formulier, aat op ge noemde kantoren kosteloos verkrijgbaar is en hetwelk de bepalingen ter zake vermeldt. )Men meldt uit Helder aan het „Hbl.": De kerkeraad der Hervormde Gemeente benoemde ds. Van Grfethuijser^ te Huisdui nen voor de behartiging der geestelijke be langen van het orthodox deel van het perso neel van de marine. Doordat de vlootpredikanten buiten den gemeentelijken arbeid kwamen te staan, moest in al hun werk worden voorzien, nl. ln de catechesatles bij de vloot, alsmede in 42 preekbeurten. Voor de orthodoxen vond de kerkeraad bovengemelde oplossing, terwijl de twee plaatselijke predikanten het overige werk doen en de ring Zijpe in de 42 beurten voor ziet. Indien die ring niet hielp, zou een groot deel der gadsdienstoeferymgen stil toornen zijn te staan, wegens de vele vacature beurten •CICLcfs» De getroffen regelingen zijn voorloopig. Dienstregeling E.S.O.N.A. Van Helder alle weekdagen, behalve Dinsdags, 's morgens 7.45. Van Amsterdam alle weekdagen 9.30 Zondags naar Alkmaar 's morgens 8 uur. Van Alkmaar n.m. 6 uur. N.V. TexeLs Eigen Stoomboot-Onderneming. Dienstregeling ingegaan 1 Juni 1921. Op Werkdagen: Vertr. Texel 6 v.m. 11 v.m. 2.45 n.m. 5.15 n.m. Vertr.Helder 9.15 v.m. 12.10n.m.4n.m.6.35 n.m. Op Zon- en Feestdagen: Vertrek Texel 6.— v.m. 5.15 n.m Vertrek Helder 8.46 v.m. 6.85 n.m. BINNENLAND. De reis der Koningin. De Koningin en de Prinses zijn 18 dezer te Merok in het Ge rangerfjord aangekomen. Alles was wel aan boord. Op 16 dezer werd Drontheim verlaten, waarna het Moldefjord werd aangedaan en een uitstapje naar het Romsdal plaats had. Ook het Storfjord werd bezocht, bij welke gelegenheid een tochtje naar het Norengdal gemaakt is. De Rijksmiddelen. De opbrengst uit de gewone middelen be droeg in Juli 1921 in totaal 89.288.158 te gen 44.201.015 ln Juli 1920. Een achteruit gang dus van 4.90 milLioen. Weliswaar overtreft de totale opbrengst der eerste 7 maanden van 1921 het 7/12 deel der raming met 19 millioen en blijft de totaal opbrengst van de eerste 7 maanden 4.95 millioen op voor bij. de eerste 7 maanden van 1920, doch deze totaal cijfers geven een gunstiger in druk dan overeenkomt met de werkelijkheid. De meerdere opbrengst toch is voor een groot deel te danken aan accijnsen e. d., ter wijl de middelen die rechtstreeks verband houden met de handelsoonjunctuur, als in voerrechten, statistiek etc., een verminderde opbrengst gaven. De gevolgen hiervan op het vloeien der directe belastingen komen eerst later te- voor schijn, daar deze heffingen gebaseerd ztin op het voorafgaande jaar. Hierdoor is dan ook de meerdere opbrengst der Inkomsten belasting te verklaren 10.880.784 tegen 7.884.456 in Juli 1920) daar hierbij de zoo veel gunstiger resultaten van 1919 nog een rol spelen. Zegel- en registratierechten, waarin zich den omvang van den handel en de bedrijvig heid ter beurze weerspiegelt gaven een sterk verminderde opbrengst. Zij bleven resp. 804.877 en 4.804.806.— bij Juli 1920 ten achter. De loodsgelden toonden weder eene kleine vooruitgang. Vian 166.229 in 1920 klommen zij tot 199.168 in de afgeloo- pen maand. Uit de Oorlogswinst/belasting werd nog ontvangen 0.199.058,67. Over de eerste 7 maanden van 1921 werd uit dit middel ont- vanigen 61.608,810. Uit de opcenten ten ba te van het Leeningsfonds 1914 en Verdedi- glngsbeL werd ontvangen 10.944.536.—. De, opbrengst van deze middelen bedroeg over de eerste 7 maanden van 1921 in totaal 71.871.968. Zuiderzeewerken, Aan de jongste maandelijksche mededee- lingen betreffende de werkzaamheden voor de afsluiting en droogmaking van de Zui derzee is het volgende ontleend: D,e boringen in zee vonden in de afgeloo- pen maand goeden vooruitgang, evenals de stroomopnemingem Met de terrein-opnemingen voor de op Wieringen te maken werken werd voortge gaan. Met de werken volgens bestek no. 2 Z.W. dienst 1921, voor het maken van een ha ven met bijbehoorendie werken aan de Oost zijde van het eiland Wierimgien nabij den Oever, werd geregeld voortgegaan. De baggermolen, Grevollngen bleef gedu rende de geheele maand kelleem baggeren op den drempel in de verbindingsgeul van de haven met de grootere geulen beoosten Wieringen, terwijl de zuiger Utrecht in zee zand bleef zuigen. De baggermolen Delfzijl ging aanvankelijk voort met het baggeren ln zee, maar moest wegens defect ongeveer lVj week bulten dienst gesteld worden. Daarna werd deze molen te werk gesteld voor het uitbaggeren van de haven, waar inmiddels nog de derde op het werk aange brachte molen reeds baggerde; ter plaatse werd voorloopig zand gebaggerd. De kelieem werd in de belde havendam- men gestort; het zand werd gedeeltelijk ge stort ln de havendammen en achter de zui delijke glooiing, terwijl het verder voor den perszuiger Amsterdam aanvankelijk op het opslagterredn en gedurende de laatste da gen van de maand ln den noordelijken dam werd gespoten en door den inmiddels aan gevoelden perszuiger. Spaarne, achter de zuidelijke glooiing werd' gespoten. Aan bet olnde van de afgeloopen maand was 240.000 M8. grond verwerkt. Onder den kop van den noordelijken ha- vendam werd de grondbezlnklng aange bracht; het landelnde van dien dam is tot laagwater opgestart of opgespoten en reeds met 8'kraagstukken bekleed; overigens is de dam ongeveer tot 2.5 M. onder water opge- stort. Er werd een begin gemaakt met het boven laagwater opwerken van den dam. De igrondaanvulllng onder den kop van den oostelijken havendam kwam gereed, waarna aangevangen werd met het daarover aanbrengen van de grondbezlnklng ten be hoeve van dien kop; In de kruinlijn van den dam ls de opstortlng tot ongeveer 2.6 HM. onder water gevorderd. Het terrein onder en achter de zuidelijke glooiing begint op enkele plaatsen bij laag water droog te komen. Het opslagterrein tusscben den Oeverdijk en de te maken ijzeren beschoeiing is tot boven hoogwater opgespoten; op dit terrein worden thans voorbereidingen getroffen voor het heien van den ijzer-beschoelings- wand en voor het maken van betonwerken. Met den aanvoer van Belgische zet-, zink en stortsteen wordt geregeld voortgegaan. Ook het maken in eigen beheer van de be- tonzuilen, welke voor bekleeding van enkele proefvakken op de havendammen 'gebruikt zullen worden, ging voort; aan het einde van de maand Juli waren rond 93.000 zuilen gereed. Overeenkomsten werden gesloten voor de levering in totaal van 40.000 scheepston ba- zaltzuilen in lengten van gemiddeld 0.25 M„ en 0.50 M. en van 40.000 scheepston zink en stortsteen. Vragen van Kamerleden. De loodsdlenst ln het VUe. De minister van marine a. i>. heeft naar aanleiding van vragen van den heer De Kanter, (betreffende den loodsdienst in het VUe, medegedeeld, dat, aangezien wegens het mijnengevaar in de Noordzee e* het des wege niet gedekt zijn van de zeegaten van Terschelling en het VUe gedurende de eerste acht maanden van 1920 van die zeegaten geen geregeld gebruik kon worden gemaakt, een aantal schepen, met eindbestemming Harlin- gen, door ds zeegaten van Texel binnengeko men en weder naar zee vertrokken is. In 1920 tot en met de 80ste week van 1921 zijn in totaal geloodst: uit zee 294, van VUereede naar Hariingen 378, van Harlingen naar VMereede 277 en van Vliereede naar zee 826 schepen. In 1920 is voor deze schepen en voor sche pen, die geen gebruik maakten van de lood sen, die zij konden verkrijgen, in totaal ont vangen ƒ9182.82. iDe minister geeft vervolgens een opgave van het personeel, geplaatst bij het loods wezen in het tweede district, en van de kos ten van den loodsdienst in dat district over 1920 (totaal f 227.888,97V»). Hij deelt tenslotte mede, dat, mocht de verwachting, dat, nu de mijnenvelden zUn opgeruimd, de scheepvaart en meer in het bijzónder de zeilvaart zich zal herstellen, niet wordt verwezenlijkt, nader zal worden overwogen, welke maatregelen noodig zijn om tot .bezuiniging te geraken. Het resultaat zal alsdan aan de Kamer wor den medegedeeld. Bestrijding van mond- en klauwzeer. De heer Deöioot heeft tot den mi nister van Landbouw de volgende vragen gericht: Is het den (minister bekend, dat zich thans te Overschie weer gevallen van mond- en klauwzeer hebben voorgedaan, die door toe passing van en behandeling met het reeds meermalen besproken middel van den heer Van den Berg in korten tijd zijn genezen? Is het den minister tevens bekend, dat de heer Van den Berg meent, met een eenvou dige organisatie, zonder subsidie van of risico voor den Staat, mits niet officieel be moeilijkt, het gansche land van de ziekte te kunnen verlossen, waardoor groote sommen voor de Rijkskas zouden worden bespaard? Zoo ja, is de minister dan genegen, den heer Van den Berg in zijn pogen officieel steun te verleenen? Zoo neen, is de minister dan bereid, naar de deugdelijkheid van het door den heer Van den Berg toegepaste middel een onbevoor oordeeld onderzoek in te stellen? Is de minister n'let van oordeel, dat een deugdelijk middel ter bestrijding van mond en klauwzeer, mits tijdig en zonder bemoei lijking van officieele zijde toegepast, kan voeren tot belangrijke besparing van Rijks- gelden? Vragen van gelijke strekking werden In-, gediend door den heer Weltkamp. Uitvoer van aardappelen. Vragen van den heer Schaper aan den minister van landbouw, nijverheid en handel': 1. Is het den minister békend, dat met name in de zuidelijke provinciën op zeer geforceerde wijze aardappelen worden ge rooid en dat de uitvoer, in het bijzonder naar België, enorme verhoudingen heeft aange nomen? 2. Zoo niet, wil' de minister daaromtrent ten spoedigste een onderzoek instellen? 8. Zoo ja, wü de minister overwegen, of op deze wijze genoeg aardappelen voor het verbruik in ons land overblijven, dan wel of maatregelen moeten worden getroffen tegen een voor ons eigen land te grooten uitvoer? 4. Wil de minister den uitslag van een eventueel onderzoek en van de overweging bovenbedoeld mededeelen? Hulp voor Rusland. Het partijbestuur der S. D. A. P. roept lm Het Volk van gisteravond de leden op, voor hongerend Rusland een uurloon te storten. Veenbrand. Gisterenmiddag is ih de Peel bij Helena- veen een groote veenbrand uitgebroken. Een groote oppervlakte veen staat in brand. Reeds 4 huizen zijn een prooi der vlammen geworden. Er bestaat gevaar voor het ge heele dorp Helenaveen. De eutospuit uit Helmond ls gerequireerd. In verband met den brand in de Peel, die gisterenmiddag uitbrak, meldt men uit Hel mond: Tot nu toe zijn reeds 7 arbeiderswo ningen, die evenwel van te voren konden worden ontruimd, door het vuur in de asoh gelegd. 800 H.A. turf ls verbrand. Gisteren avond woedde de brand voort. De brandspuit uit Helmond verleent assistentie; die uit Eindhoven kon het terrein van den brand niet bereiken. Naar medegedeeld wordt, ls het dorpje Helenaveen geheel buiten gevaar. g* - - De arbeidsmarkt lu het 2e kwartaal van 1921 De laatstverschenen aflevering van het „Maandblad van het Centraal Bureau voor de Statistiek" bevat o.a. een overzioht van den stand der arbeidsmarkt ln het 2e kwar taal van 1921, waaraan het volgende ont leend ls: Hoewel genoemd kwartaal een gedeelte lijke, in sammigc gevallen zelfa niet onbelang rijke, vermeerdering van de werkgelegen heid te zien gaf, moet daarbij toch onmid dellijk worden opgemerkt, dat de nijverheid in het algemeen en verscheidene huror on- derdeelen meer in het bijzonder, een buiten gewoon moeilijken tijd bleven doormaken. Voor zoover de berichtgevers zich daarover uitspraken, schreven zij de verlevendiging toe aan het aelzoen, of aan de vermeerdering der vraag naar artikelen door prijsverlaging of andere, ook wel toevallige omstandighe den zooals de kamende tabaksbelasting voor de sigarenlndustrie. Dat de indu strie nog in moeilijke omstandig- digheden bleef verkeeren, daarvan getuig den niet alleen de vele verslagen volgens welke er vrijwel stationnaire, of sedert het vorige kwartaal hier en daar zelfs nog toe genomen, slapte heerschte, doch ook in de gevallen dat men verlevendiging rappor teerde, achtte men den toestand veelal nog verre van rooskleurig. Afgezien van de minder gunstige seizoen invloeden, welke in 'n aantal gevallen waren te constateeren, noemde men als oorzaken der slapte weder dezelfde factoren als vroe ger. Als voornaamste daarvan kunnen, on der opmerking dat het nu weder niet kon worden vastgesteld welk aandeel elk op zich zelf in de nog heerschende werkloosheid ge had heeft, in herinnering worden gebracht; scherpe buitenLandsche concurrentie en stil stand of slechts onvoldoende opleving van den export (naast de meer algemeen gevoel de moeilijkheden voortspruitende uit het valutavraagstuk speelden hierbij voor een aantal bedrijven o.a. ook invoerverboden of hooge invoerrechten in vreemde landen een rol) en voorts spaarzaamheid in het doen van bestellingen: deels ook als gevolg van de onzekere prijzen en verminderde koop kracht Overigens valt daarbij dan nog te wijzen op de ook nu weder in tal van ver slagen van patroonszijde naar voren treden de klachten over den voor hun bedrijf na- deeligen invloed der nieuwe Arbeidswet, alsmede over de hooge productiekosten, in welke omstandigheden te zamien voorname oorzaken worden gezien welke den strijd te gen de buitenlandsche concurrentie hoogst moeilijk, zoo niet onmogelijk maken. Uiter aard zag men hoe langer hoe meer om naar middelen om op de productiekosten te be zuinigen. In dit verband valt o.a. melding te maken van het sedert het vorige kwartaal toegenomen aantal gevallen] van loonsver laging of pogingen daartoe, welke natuurlijk van werkliedenzijde bestrijding ondervonden. Al vertoonde, in overeenstemming met het bovenstaande, de arbeidsmarkt van het standpunt der werknemers beschouwd, voor verschillende branches een min of meer op klarend beeld, toch koii op verre na niet van een over het algemeen bevredigende ver houding worden gesproken. Ondanks de af neming heerschte eind Juni alles te zamen genomen toch nog groote werkloosheid. De gevallen, dat ondernemingen over onvoldoen de aanbod van personeel klaagden, bleven meestal beperkt tot vaklieden, zooals b.v. bouwvakarbeiders en metaalbewerkers, of tot speciaal voor een bepaald bedrijf geschikt personeel (b.v. jeugdige of vrouwelijke werk lieden) Het surplus van ongeschoolden was dooreengenomen zeer groot. In het overzicht wordt voor elk der onder scheidene bedrijfstakken meer in bijzonder heden aangegeven hoe de toestand geweest is. Bepalen wij ons hier met 't oog op de plaats ruimte tot enkele der voornaamste, dan valt flinke verbetering aan te wijzen, o.a. voor de lederindustrie (leerlooierijen en schoenmake rijen), de textielindustrie (althans in verschil lende branches, b.v. de kantoenindustrie) en de sigarenfabricage. Voor zoover ten opzich te van de bedrijven der houtbewerking van verlevendiging kan worden gesproken; was deze slechts gering. In de kleedlngimdtistrie is de werkloosheid, vooral ook door den gun- stigen invloed van het seizoen, zeer beperkt gebleven. Voorbeelden van bedrijven, welke zich door een vrijwel stationnaire slapte ble ven kenmerken, zijn de diamantindustrie en de papier- en cartonnagefabrleken, Achter uitgang werd Ojö. waargenomen in de typo grafische vakken (meer en meer werkloos heid), verschillende bedrijven der chemische industrie, verschillende bedrijven der hrdlu industrie (kunstmestfabricage, zwavel- en zoutzuurfabricage, een aantal oliefabrieken, enz.) en niet weinig fabrieken uit verreweg de meeste branches der metaalindustrie (de toeneming der slapte in deze fabrieken over schaduwde de ook hier en daar sedert het vorige kwartaal waargenomen vermeerde ring van werk). Ook buiten de eigenlijke nijverheid liet de werkgelegenheid, hier meer, daar minder te wensohen over. Zeer ongunstig was de toe stand in de veenderij, waar in dit graaf en baggersedzoen wegens de groote voorraden en den geringen afzet ln het'algemeen min, der arbeiders werk vondien dan in andere ja ren. In de steenkolenmijnen is het werk on der den Invloed1 der Engel sohe mijnwerkers- staking wel toegenomen, maar toch bleef het aantal arbeiders op 1 Juli nog ruim 760 be neden dat van begin Januari. In den land bouw werd de arbeidsmarkt door verschillen de faotoren op voor de werknemers ongun stige wijze beïnvloed, zooals droog voorjaar, beperking der cultuur van sommige bewer- 'kelijke gewassen, uitsparing van arbeids krachten door meer machines in gebruik te nemen of werk, dat niet eoonamisch geacht wordt, achterwege te laten, vergrootlng van het aantal beschikbare werkkrachten door de malaise ln verscheidene industrieën en sterk verminderde trek naar Duitschiand uit de grensprovinciën. Niet alleen is ln dit voorjaar door eengenomen meer werkloosheid voorgeko men dan gewoonlijk, doch in tegenstelling met andere Jaren is zij1 zelfs ln de drukste pe rloden deels blijven voortbestaan. Men den landbouw had die tuinbouw veel gelijkenis, ook daar bleef de aan het seizoen eigen ver meerdering van werk veelal bij normale jaren ten achter. Met betrekking tot de zeevlssohe- rij valt o.a. op te merken, dat gedurende het grootste deel van het kwartaal vooral de stoomtrawlers en, zij het ook ln mindere ma te, de Btoombeugers, in Engeland havenden, omdat zij daar, als gevolg van de belemme ring welke de Engelsche visscherij van de mijnwerkersstaking ondervond, de vangsten tegen flinke prijzen van de hand konden doen. De beschikbare cijfers omtrent de werkgelegenheid ln de havens van Amster dam en Rotterdam wijzen uit, dat de reeds sedert eenigen tijd waargenomen aohterult- ging zioh over het algemeen ook ln het 2e kwartaal voortzette. BUITENLAND. De eonferentle te Washington. Washington, 18 Augustus. Uit Washing ton Wordt gemeld, dat het dept van Staat van China de formeele aanvaarding heeft ontvangen van de uitnoodiging (aan China) om aan de conferentie over de Zuldzee- quaesties deel te nemen. De Chlneesche de legatie zal honderd leden tellen. Quinones de Léon rapporteur over Opper-Silezlë. Parijs, 19 Aug. Overeenkomstig de ge bruikelijke werkwijze, heeft ue fungeerende voorzitter van den raad van den Volkenbond Quinones de Léon, de Spaansche vertegen woordiger in den raad, verzocht op te treden in de buitengewone zitting als rapporteur, wiens taak het zijn za'1 aan den raad een objectieve uiteenzetting te geven van de fei ten, ten einde den raad op de hoogte te stel len van de moeilijkheden in het besluit van den Oppersten Raad nopens het vraagstuk van Opper-Silezië. FRANKRIJK. Wat te wachten wast Hel onweer van rechts begint zich ai samen te trekken boven het schuldige hoofd van Briand Van verschillende zijden worden hem al interpellaties aangekondigd! De afgevaardigde Jean Maillard heeft den premier een brief geschreven, waarin hij het volgende verklaart: In haar laatste moties vóór het reces heeft

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 5