SunlightZeep, Het Meisje vee hiernaast NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. No. 5454 DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1921 49e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 60 Post-Girorekening No. 16066. BUITENLAND. De dood van Lord Kltchener. Naar aanleiding van het berichtje in ons vorig nummer over lord Kiitchener's dood1, ontvangen wij van ir. O. van Dam alhier een schrijven, met ©en aanhaling uit het werk van admiraal Jelliooe over de Engelsche vloot tijdens don oorlog, waarin het verhaal van de „Hampshire" voorkomt, hetwelk een andere lezing geeft dan die van het parlementslid in bedoeld verhaal. Nergens is, volgens schrij' ver, sprake van mijnen met een opschrift. Zooals blijkt is de r ou te, die de kruiser met Kitchener ging, eerst denizelfden dag vastgesteld. De Duitschers k ond en dat dus niet weten 1 En de route werd) geregeld gebruikt door vaartuigen van de vloot. Voor de Duitschers dus een goede reden zonder Kitchener of wat ook erbij te halen om daar mijnen te leggen. Later zegt Kitchener, dat hij niet geaarzeld zou hebben dienzelfden nacht de Hoofdmacht der vloot langs dezelfde route te voeren als de ^Hampshire". De vergadering van den Volkenbond. Genève, 13 September. Voorzitter van Kar- nebeek heeft bij den aanvang van de ver gadering vandaag meegedeeld, dat een brief is ingekomen, geteekend door acht afgevaar digden, die de vergadering verzoeken goed gunstig te beschikken op het verzoek nopens de verspreiding van het esperanto, dat in gediend is door het algemeen esperantisten congres, dat in September te Praag is ge houden. Van Karnebeek stelde voor het verzoek te verwijzen naar een commissie van zeven le den, welke zal hebben te overwegen of de vergadering nog nieuwe vraagstukken in overweging zal nemen, welke sommige leden op de agenda willen plaatsen. De vergade ring nam het voorstel aan. Hierop zijn de algemeen© beschouwingen over de verslagen van den raad en het secre tariaat voortgezet. Bruce (Australië) zei, dat de taak van den bond tweeledig is. Ten eerste moet hij den oorlog onmogelijk maken en ten tweede het lot der menschheid verbeteren. De eerste taak staat voorop, de tweede is van ondergeschikte heteekenis. Vandaar dat naar Bruce's meening de hond al zijn krachten moet samentrekken ter be vordering van het ontwapeningsvraagstuk. Alle volken willen den' vrede; ook die huiten den1 bond bleven, zooals blijkt uit het bijeen roepen van de ontwapeningsconferentie door de Ver. Staten. Bruce is van meening, dat de bond in deze algemeene beweging voor den vrede de leiding moet nemen. Hij verzoekt den bond echter omzichtig te werk te gaan bij het vervullen van zijn tweede taak, welke het welzijn van de menschheid beoogt te ver zekeren. De gevolgen van een te grooten ijver op dit gebied zouden ten eerste een ver snippering van krachten over al te veel on derwerpen zijn en ten tweede leiden tot hoo- gere uitgaven voor den bond. De conferentie te Washington. De „Nïchi Nichi Shlmbun" bevestigt het bericht van den Tokioschen correspondent van die „Associated Press", dat Japan be reid is, de 21 eisoben, die het in 1915 aan China stelde, terug te nemen. Het blad voegt er aan toe, dat de Japansche militaire partij een wijziging van de eischen voorstaat, mits Japan wordt toegestaan bepaalde rechten en belangen in Dairen, Port Arthur en Zuid- Mandsjoerije te koopen. De Japanners zou den volgens het blad gaarne de concessies, die het in deze gebieden reeds voor 99 jaar heeft verkregen, zien verlengen. Doch een voorwaarde van de geheele regeling is, dat zij wordt ingevoerd vóór het bijeenkomen van de Washingtonsche conferentie. Zoo Japan's program in deze richting met suc ces wordt bekroond, is Japan bereid, zijn troepen uit Shantoeng terug te nemen, mits China het binnenland voor den buitenland- scben handel openstelt Op dit program komt ook voor het terugtrekken van de Japansche troepen uit Siberië na het sluiten van een Russisch-Japansch handelsverdrag. Vredesonderhandelingen. Een Fransch voorstel tot herziening van het Verdrag van Versailles. De Londensche berichtgever van het ,,'Hbl." seint: Ik verneem uit goede bron, maar deel het met alle voorbehoud mede, dat Doumer Vrij dag hier kwam ten einde de Britsohe regee ring over te halen tot toestemming van her ziening van zekere punten van het Verdrag van Versailles. De kanselier van de schatkist, Home, antwoordde, dat hiervan geen sprake kon zijn tenzij die ander© geallieerden even eens den wenseh tot zulk een herziening te kennen gaven. De Italiaansche ambassadeur deelde Zaterdag mede, dat zijn regeering het voorstel niet in overweging wenscht te nemen. De kanselier van de Belgische ambassade ging Zaterdag naar Brussel en bracht Maan dag de mededeeling, dat België weigert Frankrjjk te steunen. Indien onze oorrespondent goed is inge licht, zal men dit voorstel van Frankrijk om het Verdrag van Versailles op zekere pun ten te herzien, wel aldus moeten opvatten, dat Frankrijk heeft aangedrongen op een verscherping van het Verdrag. Er is in den laatsten tijd in Frankrijk al een campagne gevoerd tegen de Versailles-bepaling welke de ontruiming van het Rijnland na vijftien jaren voorschrijft. Het vredesverdrag bepaalt, dat, indien Duitschland zijn verplichtingen nakomt, die ontruiming geleidelijk zal geschieden. De eerste ontruimingstermijn gaat in na verloop van vijf jaren, de tweede na verloop van tien jaren, de derde eindelijk na vijftien jaren1 als de geallieerd© en geassocieerde regeeringen de veiligheid tegen een niet geprovoceerden aanval van Duitschland -niet voldoende ver zekerd achten, kan de terugtrekking der be zettingstroepen in de mate als voor de ver zekering dier veiligheid noodig is, worden uitgesteld. Deze 'bepalingen, zijn den Franschen niet voldoende. Zij haddeni voor hun veiligheid de Rijngrens gewild en nu deze hun is ont gaan, willen zij een verlenging van den be- zettingstennljn, die hun feitelijk toch hun zin geven, wat de geallieerden hun te Ver sailles niet wilden toestaan. Het is niet onmogelijk, dat de heer Doumer speciaal op dit punt op een wijziging van het Verdrag van Versailles heeft aangedron gen. Het is zelfs waarschijnlijk, nu blijkt, dat de andere geallieerden weigeren het Fransche voorstel te ondersteunen. Red. Hdbl.). Het nieuwe antwoord van Sinn Fein. Londen, 14 Sept. Officieel wordt te Dublin medegedeeld dat het Dail Eireann heden met algemeenO stemmen het antwoord aan Lloyd George (op diens aanbod tot het hou den eener oonferentie te Inverness), alsmede de benoeming van vijf gedelegeerden heeft goedgekeurd. Het antwoord is nog niet openbaar ge maakt. THeb jc vandaag je nieuwe pakje aan, broertje? "Nee.moeder heePH^ewaSScheamet zei Ze. Mooi hè?9 OOSTENRIJK EN HONGARIJE. Hoe het er in het 'Burgentend uitziet is al even onduidelijk, als de toestand in Beieren is. Gisterenmorgen was er het bericht over te Weenen ontvangen mededeeüingen uit Boedapest, volgens welke de West-Hongaar- sche quaestie feitelijk zou zijn opgelost. Maar dat kan wel het gebruikelijke officieel© opti misme zijn. Het heet dat de Hongaarsche troepen het Burgentend' ten deel© hebben ontruimd' en dat tot verdere ontruiming zal worden overgegaan. Maalr niet om de Hol- gaarsche geregelde troepen gaat bet, maar om de ongeregelde troepen, die onder leiding van de „ontwakende Hongaren" zijn gefor meerd en het lanl hebben bezet, en nu fun- geeren als de patriotisohn bevolking, die zich spontaan verzet tegen de afscheuring van het moederland. Men kent de methode al van zoovele andere gevallen. In de antwoordnota van de Hongaarsdhe regeering aan de ver tegenwoordigers dier Entente, antwoord op de nota van den Raad van ambassadeurs, beeft de Hongaarsdhe regeering er dan ook op ge wezen, dat zij voor „den opstand" in het Burgentend1 geenszins verantwoordelijk is. Dat die bevolking opstond is toch niet haar schuld' en zij verklaart onmiddellijk maatre gelen te hebben genomen om het binnen komen van elementen, die niet tot de lands- bevolking behooren, tegen te gaan. Echter konden deze maatregelen niet vol komen sucoes hebben, omdat Hongarije niet over voldoende gendarmerie en' troepen be schikt om de grenzen van het Burgentend af te sluiten. .Zoo verzekert de Hongaarsche regeering, maar zij zwijgt over de beschuldi gingen, dat te Boedapest de lieden worden aangeworven, die in het Burgentend de rol van de opstandige bevolking hadden te spe len, aangeworven zelfs in de kazernes. Dat men elders in de optimistische opvatting van Boedapest dan ook niet deelt, blijkt wel uit het Londensche bericht, dat die Raad van am bassadeurs dat eenigszins trage college, zooals de „Times" het karakteriseert nu een krachtiger nota, een ultimatum wellicht aan Hongarije ,zal zenden. Het Hongaarsche antwoord is blijkbaar voor de Entente niet bevredigend geweest, voor de Entente, die ten slotte verantwoordelijk is tegenover Oostenrijk voor de uitvoering van de vredes verdragen. en die wel zal moeten optreden, omdat anders er kans is, dat de kleine En tente de zaak in handen neemt, hetgeen met de .belangen van Italië zeker niet in overeen stemming zou zijn. BELGIE. Een relletje. Brussel, 18 Sept. Onder het opschrift „La Panne, terre de Erance", schrijft de „Stand aard"1 dat de Vlaamsche studenten na 'n verga dering te Adinkerke met hun vaandels een bezoek brachten aan de Panne. Het bekwam hen slecht met hun leeuwenvlaggen, waar van het opschrift was: „Vlaanderen vrij". Een generaal ontstak in woede. Later kwam een officier het in het zand zittende groep je studenten uitschelden voor verraders en boches. Een oorlogsverminkte koos partij voor de studenten tegen den generaal, en weldra kwam het tot een algemeene vecht partij. De verminkte werd late» doo® de poli tie opgebracht. DUITSCHLAND. De moordenaars van Erzberger. De Badensche Justitie meent thans de moordenaars van Erzberger gevonden te hebben. Het zouden de koopman Schuin en een zekeren Tillesen, gewezen luitenant ter zee en thans student in de rechten, zijn. Bei den behooren tot de brigade van Ehrhardt en hebben na den moord te Mttnohen vertoefd. Voordien woonden zij te Berlijn. Daar heeft men ook de moeder, broer en zuster van den gewezen luitenant ter zee aangehouden, on der verdenking, dat zij van den aanslag op de hoogte zijn geweest. Men verwacht nog meer aanhoudingen. De oorerspondent van de N. Rott. Ct. meldt nader: De politie van Baden is er in geslaagd de namen van de moordenaars van Erzberger vast te stellen. Het onderzoek in de zaak is hiermede natuurlijk een flink stuk gevor derd. De moordenaars zijn de koopman Heln- rich Schulz, die 20 Juli 1893 te Saalfeld is geboren, en een student in de rechten, Hein- rich Tillessen genaamd, die 27 November 1894 te Keulen-Lindenthal geboren is. Het tweetal heeft sinds einde April of begin Mei te München in één huis gewoond. In hun wo ning is reeds een huiszoeking gehouden, waarbij hoogst bezwarende stukken in beslag zijn genomen. Het is reeds gebleken dat de beide mannen dezelfden zijn, die tot aan den moord op Erzberger in het hotel Zum Hir- schen te Oppenau hebben gewoond. Men weet, dat een der moordenaars een verminkt oor had, dat is met Schulz ook het geval. Uit het onderzoek is verder reeds gebleken, dat de twee in voortdurende verbinding heb ben gestaan met een Berlijnsohe familie, Tot den 6en Augustus hebben zij bij deze familie gelogeerd. Na hun vertrek begon een druk ke briefwisseling tusschen het tweetal en de familie, die uit een vrouw en haar drie kin deren bestaat. Twee der kinderen zijn jon ge meisjes, het derde is student. De twee jonge meisjes en hun broeder zijn gisteren in hechtenis genomen. De moeder, een oude zieke vrouw, is voorloopig in vrijheid gela ten. De gearresteerden zijn reeds in verhoor genomen. Of zij medeplichtig aan den aan slag op Erzberger zijn, is nog niet uitge maakt. Wel hebben zij eenige interessante bijzon derheden over het gezochte tweetal medege deeld. Schulz en Tillessen woonden reeds geruimen tijd te München. Voor dat zij zich in de Belersche hoofdstad hadden gevestigd, hadden zij deel uitgemaakt van de beruchte brigade van Ehrhardt. Zij hebben als sol daten dezer brigade aan den staatsgreep van Kapp deelgenomen. Nadat de brigade was ontbonden, hebben zij weer bij de Berlijnsche familie vertoefd en vandaar zijn zij naar München vertrokken. Enkele weken voor den moord verschenen zij weer te Berlijn.- Zij bleven er tot 0 Augustus en vertrokken toen naar Zuid-Duitschland. Ih de laatste dagen van Augustus ontving de Berlijnsche fami lie uit München brieven van het tweetal. Een van de beide jonge meisjes zou in den loop van Augustus naar Garmisch-Partenkirchen gaan, om daar het tweetal te ontmoeten. Op het laatste oogenblik ontving zij echter een telegram van Sulz en Tillesen, zeggend dat deze op den afgesproken dag niet te Gar misch-Partenkirchen konden zijn en zij Beleren 81 Augustus zouden verlaten. Het vermoeden, dat de moordenaars van Erzber- ber eerst naar Beieren en daarna naar het buitenland zijn gevlucht wordt hierdoor ver sterkt. In de woning van de Berlijnsche fa milie zijtn tal van fotografieën van de moor denaars, de correspondentie met de familie en het hierbovenvërmelde telegram terugge vonden. Uit de oorrespondentle blijkt dat de moordenaars tot de radioals kringen van de rechterzijde behooren. De moord op Erzberger. Door het ingrijpen van de Bademsche, Wurtembergsche en Belersche polltie-be- ambten is het thans gelukt, in München nog zeven personen te arresteeren, die volgens het resultaat van het Ingestelde onderzoek in .betrekking staan tot den moord op Erz berger. Het zijn allen deels actieve, deels reserve-officieren, voor het grootste deed van de marine. Zij worden beschuldigd, vóór het begaan van den moord op Erzberger de daad met de beide moordenaars besproken te hebben en na het plegen van de daad die moordenaars geholpen te hebben om te ont vluchten. Het volgen van het spoor der beide moor- Ingezonden mededeeling. FEUILLETON. Naar het Engelsch van RUGBY M. AYRES door W. J. A. BOLDANUS JR. 15) Joy keek mij aan. „Stoort jhij u ook?" vroeg zij. „Soms," antwoordde ik voorzichtig. „Waarom hebt u dan nooit geklaagd?" Ik haalde mijn schouders op. „Ik leef graag op vriendsdhappelijken voet met mijn buren," antwoordde ik. „En zoo erg is het niet geweest. Ik ben nogal philosopiisch aangelegd. Er is niets, dat mij ooit hek erg hindert." „Neen," zeide zij en dan viel zij plotseling uit: „O, wat zou ik u graag eoht woedend zien! Ik zou zoo graag weten, of u werkelijk de dingen zoo voelt als andere menschen!" Ik voelde, dat ik een kleur kreeg. Ik wist niet wat te antwoorden!. „Geeft u nu om niemand iets?" vroeg pij. „Ja. Ik houd veel van Don." „Nou ja, dat spreekt van zelf. Maar ik bedoel andere menschen. Er moeten toch ook andere menschen zijn een toch zeker?" Ik keek recht voor imij uit. „Als u hoopt te hooren, dat ik het slachtoffer van een ro man uit het verleden ben, dan zult u teleur gesteld worden," zeide ik eenigszins sarcas tisch. „Vrouwen uitgezonderd Castte, die uitstekend kookt interesseeren mij niet en hebben mij nooit geïnteresseerd." „O," zeide zij. „Maar dat komt alléén, om dat u nooit de ware ontmoet hebt. U wacht tot zij komt, en dan „En dan herhaalde ik vrij gedwongen. Maar zij ging er niet verder op in, en na een oogenblik ontmoetten onze blikken elkaar HOOFDSTUK VI. Zij leek nog precies een kind, toen we onze belachelijke wandeling begonnen, maar nu was er iets heel vrouwelijk-verstandigs in haar oogen, toen zij mij aankeek; iets droe- vig-prophetisch, dat in mij den wensch ont staan deed te weten wat zij dacht en waarom zjj haar zin niet afgemaakt had. Ik kon in het minst niet wijs uit baar worden!; het kwam mij voor, dat zij iemand was, in wie een half dozijn menschen onont warbaar dooreengestrengeld waren- In den beginne had ik haar beschouwd als een avon turierster, die alles nam wat zij krijgen kon, en daarin bad ik mij vergist; daarna als een kind met een vroegrijpe levenskennis, een gevolg van haar opvoeding; maar nu was het „kleine meisjes" air volkomen verdwe nen en liep een volwassen vrouw naast ma Rags zorgde op dat oogenblik voor een welkome afleiding door op een klein schoot hondje af te vliegen en dat half dood te bij ten; en toen we aan de verontwaardigde ■eigenares onze exsuces gemaakt en Rags aan een touw vastgebonden hadden, was de on voltooide zin vergeten, waarvoor ik heel dankbaar was. Met Rags, die wanhopige pogingen deed om los te komen, liepen we zwijgend verder. W« waren nu op eeni landweg gekomen en het veld, dat wij thans insloegen, was geel van boterbloemen. Ergens boven ons ln het blauw zong een leeuwerik en Joy bleef staan en probeerde hein te vinden. Ik beschermde mijn oogen met mijn hoed en zag hem voor het eerst. „Daar is hij," zeide ik, „juist tegen die wolkenbank bij die wolk met dien gekar- telden rand eraan." „Waar? o, ja Zij zuchtte even. „Hij weet zeker niet, dat er oorlog is, anders zou hij niet zoo zingen." We liepen weer kalm verder. Joy had Rags losgelaten en hij sprong voor ons uit, telkenjs weer in het lange gras snuffelend. Ik keek het meisje nieuwsgierig aan. Zij scheen mij vergeten te hebfben en liep met haar hoofd half gebogen' en een vrij melan- cholieken trek op haar gezicht naast mij. „U had mlet Don naar de stad moeten gaan," zeide ik. Ik was altijd bang voor haar opmerkingen na een van die pauzes. „Zeker in plaats van met u mede te gaan en u te vervelen," zeide zij. „Dat bedoelde ik volstrekt niet," antwoord de ik eenigszins geprikkeld. „Ik dacht alleen, dat u u in Londen met hem beter geamu seerd zoudt hebben.'" „Ik heb het land aan Londen." „U schijnt aan een 'boel dingen het land te hebben." „Dat heb ik ook. Het is gemakkelijker het land te hebben aan dingen dan ervan te hou den, wanneer je een leven achter den rug hebt als ik." Ik vroeg niet wat zij bedoelde, maar zij ging op booslachenden toon voort: „U zoudt het nooit gelooven, als ik u ver telde hoe wij geleefd hebben. De begrijp heel goed, dat u het een en ander gehoord hebt en misschien hebt u er nog een boel bij gephantaseerd, maar u hebt toch nooit iets kunnen phantaseeren, dat zoo leelijk en afschuwelijk is als de werkelijkheid. We hadden dikwijls geen shilling meer drie maal is ons boeltje verkocht maar u zult nog meer het land aan mij krijgen dan u al hebt, als ik u dat alles vertel." „Ik maak mij bezorgd over de toekomst, niet over het verleden," zeide ik onhandig. „De toekomst?" Zij keek mij onderzoekend aan. „Wiens toekomst bedoelt u? Die van Don natuurlijk I Om de mijne zult u zich niet erg hekommeren." Er klonk een bedwongen woede ln haar stem. „Om die van u ook," zeide ik, „daar die in nauw verband staat met de zijne." Ik zag het bloed naar haar wangen stroo- menl „En als ik hem ongelukkig maakte?" vroeg zij uitdagend- „Als ik deed, wat imijn moeder en wat zijn eigen moeder gedaan heeft? Als ik van hem wegliep en Dat was meer dan ik verdragen kon; ik Memde haar vuist in een greep, die haar pijn gedaan moet hebben, want zij deinsde terug en trachtte zich los te rukken. „Als u dat deed," zeide ik woest, „dan zou ik geloof ik Toen zag ik, dat zij imij uitlachte en ik zweeg. Waartoe diende het haar als een ge wone, verstandige vrouw te behandelen? „U ziet er net uit, alsof u mij zoudt willen dooden," zeide zij. „En ik maakte alleen maar een grapje!" „Het klonk heelemaal niet als een grap," zeide ik kortaf. „En bovendien is het gees onderwerp om «f grapjes over 6e maken." Zij lachte. „Maar Don en ik zijn tooh nog niet ge trouwd?" zeide zij. Ik antwoordde niet. „En als u er iets aan doeni kunt, gebeurt het vooreerst ook niet," ging zij voort. Ik wou haar door elkaar schudden; op dat oogenblik moet ik precies gevoeld hebben wat Rags voelde, toen hij op dat schoot hondje afschoot Ongetwijfeld had het kleine beest ln de hondentaal iets tegen hem ge zegd, dat hem hinderde, evenals Joy mij nu al den heelen middag trachtte te ergeren. Maar de ervaring had mij geleerd, dat het nergens voor diende mijn geduld te verlie zen en dus zeide ik zoo kalm mogelijk: „Ik dacht, dat we afgesproken hadden de strijdbijl te begraven en vrienden te zijn." „Ik kan nooit vrienden met u zijn," zeide zij. „Ik heb het geprobeerd en en ik weet, dat ik het niet zal kunnen nooit." „Dat is dan al een heel treurig vooruitzicht. Gisteravond zei Don mij, dat hij hoopte, dat u en) ik vrienden zouden zijn, wanneer hij in Frankrijk was." Zij lachte hartelijk; net als ik gedacht had, dat zij doen zou, toen Don het me vroeg. „En u wat hebt u gezegd?" „Ik zeide, dat ik het hoopte, terwille van hem," antwoordde ik niet geheel overeen komstig de waarheid. Wordt vervolgd. COURANT ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: Heldersche Ceurant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned. 0. en W. I<ndië p. zeepost f 2.60id. p. mail en overige landen f 4.20. Zondagsblad resp. f 0.57', f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60 Losee nummers der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct. ADVERTENTIEN 20 ct. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redae. tekst) 60 at. Kleine adv. (gevr., te koop, te buur) v. 1—4 reg. 50 ct., elke regel meer 10 et. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 et. p. adv. extra)Bew.-no. 4 et. Alle prijzen tijd. V6rh. met 10% papierduurtetoesl. Licht op voor auto's en fietsen Donderdag 15 September 7.45 uur. Vrydag 16 7.42 Tegen verstopping gebruike men Foster's Maagpillen, een uitste kend, geen gewoonte vormend laxeermiddel. Pr\js f 0 65 per flacon, alom verkrijgbaar. Uj&RniNft'e HUBBTB voldoet aan alle eischen, welke de Gemeentelijke Verordening vaststelt, zijnde „ruim voldoende met melk toebereid en een gewicht 5P van g ongni j^en bedenke dat elk half ons Vol Melk- of ander brood minder aan gewicht U bijna 2 cent kost. Opgelet dusII

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 1