SunlightZeep,
Het Meisje vee hiernaast
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
No. 5454
DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1921
49e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 60
Post-Girorekening No. 16066.
BUITENLAND.
De dood van Lord Kltchener.
Naar aanleiding van het berichtje in ons
vorig nummer over lord Kiitchener's dood1,
ontvangen wij van ir. O. van Dam alhier een
schrijven, met ©en aanhaling uit het werk van
admiraal Jelliooe over de Engelsche vloot
tijdens don oorlog, waarin het verhaal van de
„Hampshire" voorkomt, hetwelk een andere
lezing geeft dan die van het parlementslid in
bedoeld verhaal. Nergens is, volgens schrij'
ver, sprake van mijnen met een opschrift.
Zooals blijkt is de r ou te, die de kruiser met
Kitchener ging, eerst denizelfden dag
vastgesteld. De Duitschers k ond en dat dus
niet weten 1
En de route werd) geregeld gebruikt door
vaartuigen van de vloot. Voor de Duitschers
dus een goede reden zonder Kitchener of
wat ook erbij te halen om daar mijnen
te leggen. Later zegt Kitchener, dat hij niet
geaarzeld zou hebben dienzelfden nacht de
Hoofdmacht der vloot langs dezelfde route
te voeren als de ^Hampshire".
De vergadering van den Volkenbond.
Genève, 13 September. Voorzitter van Kar-
nebeek heeft bij den aanvang van de ver
gadering vandaag meegedeeld, dat een brief
is ingekomen, geteekend door acht afgevaar
digden, die de vergadering verzoeken goed
gunstig te beschikken op het verzoek nopens
de verspreiding van het esperanto, dat in
gediend is door het algemeen esperantisten
congres, dat in September te Praag is ge
houden.
Van Karnebeek stelde voor het verzoek te
verwijzen naar een commissie van zeven le
den, welke zal hebben te overwegen of de
vergadering nog nieuwe vraagstukken in
overweging zal nemen, welke sommige leden
op de agenda willen plaatsen. De vergade
ring nam het voorstel aan.
Hierop zijn de algemeen© beschouwingen
over de verslagen van den raad en het secre
tariaat voortgezet. Bruce (Australië) zei, dat
de taak van den bond tweeledig is.
Ten eerste moet hij den oorlog onmogelijk
maken en ten tweede het lot der menschheid
verbeteren. De eerste taak staat voorop, de
tweede is van ondergeschikte heteekenis.
Vandaar dat naar Bruce's meening de hond
al zijn krachten moet samentrekken ter be
vordering van het ontwapeningsvraagstuk.
Alle volken willen den' vrede; ook die huiten
den1 bond bleven, zooals blijkt uit het bijeen
roepen van de ontwapeningsconferentie door
de Ver. Staten. Bruce is van meening, dat de
bond in deze algemeene beweging voor den
vrede de leiding moet nemen. Hij verzoekt
den bond echter omzichtig te werk te gaan
bij het vervullen van zijn tweede taak, welke
het welzijn van de menschheid beoogt te ver
zekeren. De gevolgen van een te grooten
ijver op dit gebied zouden ten eerste een ver
snippering van krachten over al te veel on
derwerpen zijn en ten tweede leiden tot hoo-
gere uitgaven voor den bond.
De conferentie te Washington.
De „Nïchi Nichi Shlmbun" bevestigt het
bericht van den Tokioschen correspondent
van die „Associated Press", dat Japan be
reid is, de 21 eisoben, die het in 1915 aan
China stelde, terug te nemen. Het blad voegt
er aan toe, dat de Japansche militaire partij
een wijziging van de eischen voorstaat, mits
Japan wordt toegestaan bepaalde rechten en
belangen in Dairen, Port Arthur en Zuid-
Mandsjoerije te koopen. De Japanners zou
den volgens het blad gaarne de concessies,
die het in deze gebieden reeds voor 99 jaar
heeft verkregen, zien verlengen. Doch een
voorwaarde van de geheele regeling is, dat
zij wordt ingevoerd vóór het bijeenkomen
van de Washingtonsche conferentie. Zoo
Japan's program in deze richting met suc
ces wordt bekroond, is Japan bereid, zijn
troepen uit Shantoeng terug te nemen, mits
China het binnenland voor den buitenland-
scben handel openstelt Op dit program
komt ook voor het terugtrekken van de
Japansche troepen uit Siberië na het sluiten
van een Russisch-Japansch handelsverdrag.
Vredesonderhandelingen.
Een Fransch voorstel tot herziening van het
Verdrag van Versailles.
De Londensche berichtgever van het ,,'Hbl."
seint:
Ik verneem uit goede bron, maar deel het
met alle voorbehoud mede, dat Doumer Vrij
dag hier kwam ten einde de Britsohe regee
ring over te halen tot toestemming van her
ziening van zekere punten van het Verdrag
van Versailles. De kanselier van de schatkist,
Home, antwoordde, dat hiervan geen sprake
kon zijn tenzij die ander© geallieerden even
eens den wenseh tot zulk een herziening te
kennen gaven. De Italiaansche ambassadeur
deelde Zaterdag mede, dat zijn regeering het
voorstel niet in overweging wenscht te
nemen.
De kanselier van de Belgische ambassade
ging Zaterdag naar Brussel en bracht Maan
dag de mededeeling, dat België weigert
Frankrjjk te steunen.
Indien onze oorrespondent goed is inge
licht, zal men dit voorstel van Frankrijk om
het Verdrag van Versailles op zekere pun
ten te herzien, wel aldus moeten opvatten,
dat Frankrijk heeft aangedrongen op een
verscherping van het Verdrag. Er is in den
laatsten tijd in Frankrijk al een campagne
gevoerd tegen de Versailles-bepaling welke
de ontruiming van het Rijnland na vijftien
jaren voorschrijft.
Het vredesverdrag bepaalt, dat, indien
Duitschland zijn verplichtingen nakomt, die
ontruiming geleidelijk zal geschieden. De
eerste ontruimingstermijn gaat in na verloop
van vijf jaren, de tweede na verloop van tien
jaren, de derde eindelijk na vijftien jaren1 als
de geallieerd© en geassocieerde regeeringen
de veiligheid tegen een niet geprovoceerden
aanval van Duitschland -niet voldoende ver
zekerd achten, kan de terugtrekking der be
zettingstroepen in de mate als voor de ver
zekering dier veiligheid noodig is, worden
uitgesteld.
Deze 'bepalingen, zijn den Franschen niet
voldoende. Zij haddeni voor hun veiligheid
de Rijngrens gewild en nu deze hun is ont
gaan, willen zij een verlenging van den be-
zettingstennljn, die hun feitelijk toch hun
zin geven, wat de geallieerden hun te Ver
sailles niet wilden toestaan.
Het is niet onmogelijk, dat de heer Doumer
speciaal op dit punt op een wijziging van
het Verdrag van Versailles heeft aangedron
gen. Het is zelfs waarschijnlijk, nu blijkt, dat
de andere geallieerden weigeren het Fransche
voorstel te ondersteunen. Red. Hdbl.).
Het nieuwe antwoord van Sinn Fein.
Londen, 14 Sept. Officieel wordt te Dublin
medegedeeld dat het Dail Eireann heden
met algemeenO stemmen het antwoord aan
Lloyd George (op diens aanbod tot het hou
den eener oonferentie te Inverness), alsmede
de benoeming van vijf gedelegeerden heeft
goedgekeurd.
Het antwoord is nog niet openbaar ge
maakt.
THeb jc vandaag je nieuwe pakje aan, broertje?
"Nee.moeder heePH^ewaSScheamet
zei Ze. Mooi hè?9
OOSTENRIJK EN HONGARIJE.
Hoe het er in het 'Burgentend uitziet is al
even onduidelijk, als de toestand in Beieren
is. Gisterenmorgen was er het bericht over
te Weenen ontvangen mededeeüingen uit
Boedapest, volgens welke de West-Hongaar-
sche quaestie feitelijk zou zijn opgelost. Maar
dat kan wel het gebruikelijke officieel© opti
misme zijn. Het heet dat de Hongaarsche
troepen het Burgentend' ten deel© hebben
ontruimd' en dat tot verdere ontruiming zal
worden overgegaan. Maalr niet om de Hol-
gaarsche geregelde troepen gaat bet, maar
om de ongeregelde troepen, die onder leiding
van de „ontwakende Hongaren" zijn gefor
meerd en het lanl hebben bezet, en nu fun-
geeren als de patriotisohn bevolking, die zich
spontaan verzet tegen de afscheuring van
het moederland. Men kent de methode al van
zoovele andere gevallen. In de antwoordnota
van de Hongaarsdhe regeering aan de ver
tegenwoordigers dier Entente, antwoord op de
nota van den Raad van ambassadeurs, beeft
de Hongaarsdhe regeering er dan ook op ge
wezen, dat zij voor „den opstand" in het
Burgentend1 geenszins verantwoordelijk is.
Dat die bevolking opstond is toch niet haar
schuld' en zij verklaart onmiddellijk maatre
gelen te hebben genomen om het binnen
komen van elementen, die niet tot de lands-
bevolking behooren, tegen te gaan.
Echter konden deze maatregelen niet vol
komen sucoes hebben, omdat Hongarije niet
over voldoende gendarmerie en' troepen be
schikt om de grenzen van het Burgentend
af te sluiten. .Zoo verzekert de Hongaarsche
regeering, maar zij zwijgt over de beschuldi
gingen, dat te Boedapest de lieden worden
aangeworven, die in het Burgentend de rol
van de opstandige bevolking hadden te spe
len, aangeworven zelfs in de kazernes. Dat
men elders in de optimistische opvatting van
Boedapest dan ook niet deelt, blijkt wel uit
het Londensche bericht, dat die Raad van am
bassadeurs dat eenigszins trage college,
zooals de „Times" het karakteriseert nu
een krachtiger nota, een ultimatum wellicht
aan Hongarije ,zal zenden. Het Hongaarsche
antwoord is blijkbaar voor de Entente niet
bevredigend geweest, voor de Entente, die
ten slotte verantwoordelijk is tegenover
Oostenrijk voor de uitvoering van de vredes
verdragen. en die wel zal moeten optreden,
omdat anders er kans is, dat de kleine En
tente de zaak in handen neemt, hetgeen met
de .belangen van Italië zeker niet in overeen
stemming zou zijn.
BELGIE.
Een relletje.
Brussel, 18 Sept. Onder het opschrift „La
Panne, terre de Erance", schrijft de „Stand
aard"1 dat de Vlaamsche studenten na 'n verga
dering te Adinkerke met hun vaandels een
bezoek brachten aan de Panne. Het bekwam
hen slecht met hun leeuwenvlaggen, waar
van het opschrift was: „Vlaanderen vrij".
Een generaal ontstak in woede. Later kwam
een officier het in het zand zittende groep
je studenten uitschelden voor verraders en
boches. Een oorlogsverminkte koos partij
voor de studenten tegen den generaal, en
weldra kwam het tot een algemeene vecht
partij. De verminkte werd late» doo® de poli
tie opgebracht.
DUITSCHLAND.
De moordenaars van Erzberger.
De Badensche Justitie meent thans de
moordenaars van Erzberger gevonden te
hebben. Het zouden de koopman Schuin en
een zekeren Tillesen, gewezen luitenant ter
zee en thans student in de rechten, zijn. Bei
den behooren tot de brigade van Ehrhardt en
hebben na den moord te Mttnohen vertoefd.
Voordien woonden zij te Berlijn. Daar heeft
men ook de moeder, broer en zuster van den
gewezen luitenant ter zee aangehouden, on
der verdenking, dat zij van den aanslag op
de hoogte zijn geweest.
Men verwacht nog meer aanhoudingen.
De oorerspondent van de N. Rott. Ct.
meldt nader:
De politie van Baden is er in geslaagd de
namen van de moordenaars van Erzberger
vast te stellen. Het onderzoek in de zaak is
hiermede natuurlijk een flink stuk gevor
derd. De moordenaars zijn de koopman Heln-
rich Schulz, die 20 Juli 1893 te Saalfeld is
geboren, en een student in de rechten, Hein-
rich Tillessen genaamd, die 27 November
1894 te Keulen-Lindenthal geboren is. Het
tweetal heeft sinds einde April of begin Mei
te München in één huis gewoond. In hun wo
ning is reeds een huiszoeking gehouden,
waarbij hoogst bezwarende stukken in beslag
zijn genomen. Het is reeds gebleken dat de
beide mannen dezelfden zijn, die tot aan den
moord op Erzberger in het hotel Zum Hir-
schen te Oppenau hebben gewoond. Men
weet, dat een der moordenaars een verminkt
oor had, dat is met Schulz ook het geval.
Uit het onderzoek is verder reeds gebleken,
dat de twee in voortdurende verbinding heb
ben gestaan met een Berlijnsohe familie, Tot
den 6en Augustus hebben zij bij deze familie
gelogeerd. Na hun vertrek begon een druk
ke briefwisseling tusschen het tweetal en de
familie, die uit een vrouw en haar drie kin
deren bestaat. Twee der kinderen zijn jon
ge meisjes, het derde is student. De twee
jonge meisjes en hun broeder zijn gisteren
in hechtenis genomen. De moeder, een oude
zieke vrouw, is voorloopig in vrijheid gela
ten. De gearresteerden zijn reeds in verhoor
genomen. Of zij medeplichtig aan den aan
slag op Erzberger zijn, is nog niet uitge
maakt.
Wel hebben zij eenige interessante bijzon
derheden over het gezochte tweetal medege
deeld. Schulz en Tillessen woonden reeds
geruimen tijd te München. Voor dat zij zich in
de Belersche hoofdstad hadden gevestigd,
hadden zij deel uitgemaakt van de beruchte
brigade van Ehrhardt. Zij hebben als sol
daten dezer brigade aan den staatsgreep van
Kapp deelgenomen. Nadat de brigade was
ontbonden, hebben zij weer bij de Berlijnsche
familie vertoefd en vandaar zijn zij naar
München vertrokken. Enkele weken voor den
moord verschenen zij weer te Berlijn.- Zij
bleven er tot 0 Augustus en vertrokken toen
naar Zuid-Duitschland. Ih de laatste dagen
van Augustus ontving de Berlijnsche fami
lie uit München brieven van het tweetal. Een
van de beide jonge meisjes zou in den loop
van Augustus naar Garmisch-Partenkirchen
gaan, om daar het tweetal te ontmoeten. Op
het laatste oogenblik ontving zij echter een
telegram van Sulz en Tillesen, zeggend dat
deze op den afgesproken dag niet te Gar
misch-Partenkirchen konden zijn en zij
Beleren 81 Augustus zouden verlaten. Het
vermoeden, dat de moordenaars van Erzber-
ber eerst naar Beieren en daarna naar het
buitenland zijn gevlucht wordt hierdoor ver
sterkt. In de woning van de Berlijnsche fa
milie zijtn tal van fotografieën van de moor
denaars, de correspondentie met de familie
en het hierbovenvërmelde telegram terugge
vonden. Uit de oorrespondentle blijkt dat de
moordenaars tot de radioals kringen van de
rechterzijde behooren.
De moord op Erzberger.
Door het ingrijpen van de Bademsche,
Wurtembergsche en Belersche polltie-be-
ambten is het thans gelukt, in München nog
zeven personen te arresteeren, die volgens
het resultaat van het Ingestelde onderzoek
in .betrekking staan tot den moord op Erz
berger. Het zijn allen deels actieve, deels
reserve-officieren, voor het grootste deed
van de marine. Zij worden beschuldigd, vóór
het begaan van den moord op Erzberger de
daad met de beide moordenaars besproken
te hebben en na het plegen van de daad die
moordenaars geholpen te hebben om te ont
vluchten.
Het volgen van het spoor der beide moor-
Ingezonden mededeeling.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch
van RUGBY M. AYRES
door W. J. A. BOLDANUS JR.
15)
Joy keek mij aan.
„Stoort jhij u ook?" vroeg zij.
„Soms," antwoordde ik voorzichtig.
„Waarom hebt u dan nooit geklaagd?"
Ik haalde mijn schouders op.
„Ik leef graag op vriendsdhappelijken
voet met mijn buren," antwoordde ik. „En
zoo erg is het niet geweest. Ik ben nogal
philosopiisch aangelegd. Er is niets, dat mij
ooit hek erg hindert."
„Neen," zeide zij en dan viel zij plotseling
uit: „O, wat zou ik u graag eoht woedend
zien! Ik zou zoo graag weten, of u werkelijk
de dingen zoo voelt als andere menschen!"
Ik voelde, dat ik een kleur kreeg. Ik wist
niet wat te antwoorden!.
„Geeft u nu om niemand iets?" vroeg pij.
„Ja. Ik houd veel van Don."
„Nou ja, dat spreekt van zelf. Maar ik
bedoel andere menschen. Er moeten toch
ook andere menschen zijn een toch
zeker?"
Ik keek recht voor imij uit. „Als u hoopt
te hooren, dat ik het slachtoffer van een ro
man uit het verleden ben, dan zult u teleur
gesteld worden," zeide ik eenigszins sarcas
tisch. „Vrouwen uitgezonderd Castte, die
uitstekend kookt interesseeren mij niet en
hebben mij nooit geïnteresseerd."
„O," zeide zij. „Maar dat komt alléén, om
dat u nooit de ware ontmoet hebt. U wacht
tot zij komt, en dan
„En dan herhaalde ik vrij gedwongen.
Maar zij ging er niet verder op in, en na
een oogenblik ontmoetten onze blikken elkaar
HOOFDSTUK VI.
Zij leek nog precies een kind, toen we onze
belachelijke wandeling begonnen, maar nu
was er iets heel vrouwelijk-verstandigs in
haar oogen, toen zij mij aankeek; iets droe-
vig-prophetisch, dat in mij den wensch ont
staan deed te weten wat zij dacht en waarom
zjj haar zin niet afgemaakt had.
Ik kon in het minst niet wijs uit baar
worden!; het kwam mij voor, dat zij iemand
was, in wie een half dozijn menschen onont
warbaar dooreengestrengeld waren- In den
beginne had ik haar beschouwd als een avon
turierster, die alles nam wat zij krijgen kon,
en daarin bad ik mij vergist; daarna als een
kind met een vroegrijpe levenskennis, een
gevolg van haar opvoeding; maar nu was
het „kleine meisjes" air volkomen verdwe
nen en liep een volwassen vrouw naast ma
Rags zorgde op dat oogenblik voor een
welkome afleiding door op een klein schoot
hondje af te vliegen en dat half dood te bij
ten; en toen we aan de verontwaardigde
■eigenares onze exsuces gemaakt en Rags aan
een touw vastgebonden hadden, was de on
voltooide zin vergeten, waarvoor ik heel
dankbaar was.
Met Rags, die wanhopige pogingen deed
om los te komen, liepen we zwijgend verder.
W« waren nu op eeni landweg gekomen
en het veld, dat wij thans insloegen, was geel
van boterbloemen. Ergens boven ons ln het
blauw zong een leeuwerik en Joy bleef staan
en probeerde hein te vinden.
Ik beschermde mijn oogen met mijn hoed
en zag hem voor het eerst.
„Daar is hij," zeide ik, „juist tegen die
wolkenbank bij die wolk met dien gekar-
telden rand eraan."
„Waar? o, ja Zij zuchtte even. „Hij
weet zeker niet, dat er oorlog is, anders zou
hij niet zoo zingen."
We liepen weer kalm verder. Joy had
Rags losgelaten en hij sprong voor ons uit,
telkenjs weer in het lange gras snuffelend.
Ik keek het meisje nieuwsgierig aan. Zij
scheen mij vergeten te hebfben en liep met
haar hoofd half gebogen' en een vrij melan-
cholieken trek op haar gezicht naast mij.
„U had mlet Don naar de stad moeten
gaan," zeide ik.
Ik was altijd bang voor haar opmerkingen
na een van die pauzes.
„Zeker in plaats van met u mede te gaan
en u te vervelen," zeide zij.
„Dat bedoelde ik volstrekt niet," antwoord
de ik eenigszins geprikkeld. „Ik dacht alleen,
dat u u in Londen met hem beter geamu
seerd zoudt hebben.'"
„Ik heb het land aan Londen."
„U schijnt aan een 'boel dingen het land
te hebben."
„Dat heb ik ook. Het is gemakkelijker het
land te hebben aan dingen dan ervan te hou
den, wanneer je een leven achter den rug
hebt als ik."
Ik vroeg niet wat zij bedoelde, maar zij
ging op booslachenden toon voort:
„U zoudt het nooit gelooven, als ik u ver
telde hoe wij geleefd hebben. De begrijp
heel goed, dat u het een en ander gehoord
hebt en misschien hebt u er nog een boel
bij gephantaseerd, maar u hebt toch nooit
iets kunnen phantaseeren, dat zoo leelijk en
afschuwelijk is als de werkelijkheid. We
hadden dikwijls geen shilling meer drie
maal is ons boeltje verkocht maar u zult
nog meer het land aan mij krijgen dan u al
hebt, als ik u dat alles vertel."
„Ik maak mij bezorgd over de toekomst,
niet over het verleden," zeide ik onhandig.
„De toekomst?" Zij keek mij onderzoekend
aan. „Wiens toekomst bedoelt u? Die van
Don natuurlijk I Om de mijne zult u zich niet
erg hekommeren."
Er klonk een bedwongen woede ln haar
stem.
„Om die van u ook," zeide ik, „daar die
in nauw verband staat met de zijne."
Ik zag het bloed naar haar wangen stroo-
menl
„En als ik hem ongelukkig maakte?" vroeg
zij uitdagend- „Als ik deed, wat imijn moeder
en wat zijn eigen moeder gedaan heeft? Als
ik van hem wegliep en
Dat was meer dan ik verdragen kon; ik
Memde haar vuist in een greep, die haar
pijn gedaan moet hebben, want zij deinsde
terug en trachtte zich los te rukken.
„Als u dat deed," zeide ik woest, „dan zou
ik geloof ik
Toen zag ik, dat zij imij uitlachte en ik
zweeg. Waartoe diende het haar als een ge
wone, verstandige vrouw te behandelen?
„U ziet er net uit, alsof u mij zoudt willen
dooden," zeide zij. „En ik maakte alleen
maar een grapje!"
„Het klonk heelemaal niet als een grap,"
zeide ik kortaf. „En bovendien is het gees
onderwerp om «f grapjes over 6e maken."
Zij lachte.
„Maar Don en ik zijn tooh nog niet ge
trouwd?" zeide zij.
Ik antwoordde niet.
„En als u er iets aan doeni kunt, gebeurt
het vooreerst ook niet," ging zij voort.
Ik wou haar door elkaar schudden; op dat
oogenblik moet ik precies gevoeld hebben
wat Rags voelde, toen hij op dat schoot
hondje afschoot Ongetwijfeld had het kleine
beest ln de hondentaal iets tegen hem ge
zegd, dat hem hinderde, evenals Joy mij nu
al den heelen middag trachtte te ergeren.
Maar de ervaring had mij geleerd, dat het
nergens voor diende mijn geduld te verlie
zen en dus zeide ik zoo kalm mogelijk:
„Ik dacht, dat we afgesproken hadden de
strijdbijl te begraven en vrienden te zijn."
„Ik kan nooit vrienden met u zijn," zeide
zij. „Ik heb het geprobeerd en en ik weet,
dat ik het niet zal kunnen nooit."
„Dat is dan al een heel treurig vooruitzicht.
Gisteravond zei Don mij, dat hij hoopte, dat
u en) ik vrienden zouden zijn, wanneer hij
in Frankrijk was."
Zij lachte hartelijk; net als ik gedacht had,
dat zij doen zou, toen Don het me vroeg.
„En u wat hebt u gezegd?"
„Ik zeide, dat ik het hoopte, terwille van
hem," antwoordde ik niet geheel overeen
komstig de waarheid.
Wordt vervolgd.
COURANT
ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Ceurant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned. 0. en W.
I<ndië p. zeepost f 2.60id. p. mail en overige landen f 4.20. Zondagsblad
resp. f 0.57', f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60
Losee nummers der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct.
ADVERTENTIEN
20 ct. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redae. tekst) 60 at.
Kleine adv. (gevr., te koop, te buur) v. 1—4 reg. 50 ct., elke regel meer
10 et. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 et. p. adv.
extra)Bew.-no. 4 et. Alle prijzen tijd. V6rh. met 10% papierduurtetoesl.
Licht op
voor auto's en fietsen
Donderdag 15 September 7.45 uur.
Vrydag 16 7.42
Tegen verstopping
gebruike men Foster's Maagpillen, een uitste
kend, geen gewoonte vormend laxeermiddel.
Pr\js f 0 65 per flacon, alom verkrijgbaar.
Uj&RniNft'e HUBBTB voldoet aan alle eischen, welke de Gemeentelijke Verordening vaststelt, zijnde „ruim voldoende met melk toebereid en een gewicht
5P van g ongni j^en bedenke dat elk half ons Vol Melk- of ander brood minder aan gewicht U bijna 2 cent kost. Opgelet dusII