Het Meisje van hiernaast NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. BERICHT. VOLHARDING'» TARWEBLOEM No. 5456 DINSDAG 20 SEPTEMBER 1921 49e JAARGANG Zij, die zich vanaf heden voor minstens 3 maanden op dit blad abonneeren, ontvangen het tot 1 October GRATIS. BUITENLAND. Een conferentie onmogelijk De Toonrede, DUITSCHLAND. De „Vorwfirts" en de önantieele plannen. De ekonomische sanktlea. De „Freitehit" en de uitzonderingstoestand. Ingezonden mededeellng. WATERZUCHT EN DE NIEREN. 's Morgens optredende verschijnselen, van waterzucht (pafferdgheid onder de oogen en in het gezicht) wijzen bp een nieraandoening. Zwellingen van de voeten en 'handen na in spanning, vooral 's avonds, kunnen aantoo- nen, dat het hart is aangedaan. is door zijn buitengewone blankheid en fijnheid, uitermate geschikt tot het samenstellen van alle soorten gebak en meelspijzen. PROBEERT U HET EENS!!! Prijs per pakje 18 cents. FEUILLETON. „Dan is Don maar twee jaar ouder," zeide COURANT ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING; Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned. 0. en W. Indië p. zeepost f 2.60; id. p. mail en overige landen f 4.20. Zondagsblad resp. f 0.576, f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad resp, f 0.95, f 1.25,f 1.25, f 1.60 Losse nummers der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag RED ACTEUR-UITGEVER: 0. DE BOER Jr., HELDER Bureaiu: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50 Past-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN 20 et. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redac. tekst) 60 ot. Kleine adv. (gevr., te koop, te huur) v. 1—4 reg. 50 ct., elke reigel meer 10 et. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra)Bev.-mo. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% papierduurtetoesl. Licht op voor auto's en fietsen: Dinsdag 20 September Woensdag 21 7.33 uur. 7-80 IERLAND. Londen 17 Sept. De Valera heeft vanavond Lloyd George telegrafisch geantwoord. De Valera zegt o.m.: „Wij streven slechts naar één ding: het beleggen van een conferentie, gebaseerd op een zoodanige basis van waarheid en op rechtheid, dat wij het resultaat zullen kun nen bereiken, waarnaar het volk van de beide eilanden zoo vurig verlangt." Het vlugge antwoord van de Valera aan Lloyd George op diens herroeping van de conferentie heeft, naar de algemeens opvat ting, een hoopgevender toestand geschapen. De Sinn-Feinledders waren zich blijkbaar (bewust geworden dat in heel Ierland ont steltenis was ontstaan bij het voorzien van de ernstige gevolgen, die uit den nieuwen toe stand zouden kunnen voortkomen en dat de verantwoordelijkheid voor het overhaaste uitlokken van dó crisis op hen zou komen te rusten. In elk geval heeft de Valera geen tijd verloren laten gaan met het hervatten van zijn correspondentie met den eefste- mixuster en het is opmerkelijk, dat onver wijld een telegram werd verzonden in plaats van een nota met koeriers" Zooals gewoonlijk is moeilijk te ontdek ken, wat de Valera precies bedoelt, maar het telegram schijnt aan te geven dat Sinn- Feiin van de erkenning van Ierland als soe vereine staat door de Engelsche regeering geen voorafgaande voorwaarde voor verde re onderhandelingen wil maken. Men izal af dienen te wachten of de Valera's toelichting door Lloyd George voldoende geacht zal worden. De zaak van den vrede zou stellig bevorderd zijn, indien de Valera nauwkeuri ger termen gebruikt en openhartig de aan- spraken herroepen had, die de zaak op het doode punt hadden gebracht. De openbare meening is echter geneigd te denken dat hij een stap heeft gedaan om het aanbod van Lloyd George zonder voorbehoud te aan vaarden. De N. Rott. Ot. vat haar oordeel over de houding van de Valera als volgt samen: Ligt het aan de Valera's Spaansohe bloed dat zijn terminologie anders is dan die van het geijkte gebruik en het gezonde verstand? Als gij het huis van een Spaansohen gast heer binnengaat, noodigt hij' u uit, het u gemakkelijk te maken in „uw huis", dat toch het zijne ia Het is een Spaansche hoffe lijkheid. Aan hoffelijkheid kan de Valera echter misschien nog loeren, en hij moet ook geen brieven meer schrijven over vitale vraagstukken, als men met hun oplossing vorderen wil. Half Augustus was door de Valera's rhetoriek een dergelijke kink in den kabel gekomen, die er weer spoedig uit ge- werict kon worden. Het gezag van den pre sident van de Iersche „republiek" lijdt er stellig onder als de woorden, die hij ge bruikt, geen zin meer hebben. Daarom is het goed, dat aan het hoofd van de nieuwe deputatie een man met fijnen en scherpen geest als Arthur Griffith staat, de republi- keinsche minister van buitenlandsche zaken, een man ook van zuiver Ierschen bloede, die dieper kan voelen welke groote belangen er voor zijn volk op het spel staan dan de Vale ra, die zijin grootste rol in de propaganda dn Amerika heeft gespeeld. In elk geval, de Valera heeft moeten te rugkrabbelen en hij' wringt zich in kronkels om dat te verklaren. Het plechtig nadruk leggen op Ierland's onafhankelijkheid van souvereinen staat was Slechts het innemen van een stelling, die, naar men nu moet schijnen te begrijpen, opgegeven kan wor den, zooals een militaire stelling, die niet houdbaar meer is. Wij worden dus voorbe reid op een terugtocht. De Valera wil nu onderhandelen zonder eenige voorwaarden en vraagt dus precies hetzelfde wat Lloyd George aan hem gevraagd heeft, toen En geland den eersten stap tot onderhandelen deed. Men is ook nog even ver, behalve dan dat de Dail een gezaghebbende afvaardi ging tot onderhandelen heeft benoemd en dat er veel papier orinoodig beschreven is, om stellingen te bepalen, die opgegeven zul len moeten worden, indien de onderhande lingen tot iets willen leiden. Wij vermoeden, dat Lloyd George, die aldoor getoond heeft zooveel waarde te hechten aan het slagen van de onderhandelingen en zelfs in zijn laatste antwoord tusschen de regels door aan Sinn Fein een paar dagen nieuwen bedenktijd liet den onhandigen briefschrijver niet te hard zal vallen en uit zijn laatste telegram vooral zal lezen, dat de gezaghebbende man nen van de _,4nner circle" van 'Sinn Fein de onderhandelingen in dit stadium niet wen- schen te laten afspringen. Na veel bittere woorden 'zwart op wit, zul len de eigenlijke mondelinge onderhande lingen dan beginnen, waarbij elk misver stand sneller uit den weg geruimd kan wor den dan met stroeve pennen. Lloyd George schreef: „Ik moet.... met mijn collega's beraadslagen over de handelwijze, welke door de nieuwen toestand noodig is geworden. Ik zal u daaromtrent zoo spoedig mogelijk mededeelingen doen, doch aangezien ik op het oogenblik bedle gerig ben, is een vertraging van enkele da gen onvermijdelijk". Londen, 18 (Sept. Vanmiddag heeft Lloyd George een telegram aan De Valera gezon den, waarin hij' zegt: Uw telegram van gis teravond brengt geen wijziging in uw eisch, dat uw afgevaardigden met ons zouden' sa menkomen als vertegenwoordi; ars van een souvereinen en onafhankelijken staat. Gij hebt zulk een voorwaarde niet van te voren gesteld, toen goj mij in Juli kwaamt bezoeken. Ik moedigde u toen uit volgens de woorden van mijn brief „als de gekozen leider van de groote meerderheid van Zuid-Ierland" en1 gij hebt die uitnoodiging aangenomen. Van het allereerste begin van onze gedachtenwisse- lingen af heb ik u gezegd, dat wij van Ierland verwachten, dat het trouw aan de kroon zou zijn en zijn toekomst zou vormen als lid van het Britsche gemeenebest. Dat was de grond slag van ons voorstel en wij kunnen hem niet wijzigen. De status, die gij van te voren voor uwe afgevaardigden opeischt, is feite lijk een verloochening van dien grondslag. Ik ben bereid uwe delegatie te ontmoeten ge lijk ik u in Juli ontmoette, namelijk in de hoedanigheid van gekozen woordvoerders De 'economische toestand van ons land geeft ernstige reden tot bezorgdheid. In bij na iedere branche blijft de koopwaar omtzet- tenid duur. Alleen komen er uit het Noor delijke puntje van Noord-Holland, betreffen de de textiel-goederen bevredigende betich ten tot -ons. Waar b.v. in Den Haag en Am sterdam nog ver over de 100 'gulden voor een goede winterjas betaald moet worden koopt men in den Helder bij de firma I. Grunwald, Keizerstr. 116 (boven) een mag- nefieke jas 40 beneden iedere concurren tie, daar deze firma dank zij de lage valuta in Duitschland de prachtigste stoffen voor vredesprijs opgekocht heeft. In de afdeeling damesconfectde schitte rendste allernieuwste modellen, die in die hoofdsteden van Duitschland, Frankrijk en Engeland toonaangevend zijn. De firma I. Grunwald geeft dan ook op gebied van stoffen, confectie en heerenklee- ding naar maat den toon aan. Daarom noe men wij deze advertentie de Toonrede. Over tuigt u van onze schitterende collectie. Wat wij schrijven zijn geen ijdele klanken, doch werkelijkheid. In Frankrijk kochten wij een partij prach tige dekens. De prima Leidsche dekens zijn in ons magazijn, Keizerstr. 116, beneden lede re concurrentie te verkrijgen. (Adv.) van uw volk, om te beraadslagen over de ver- eeniging (association) van Ierland met het Britsche gemeenebest. Mijn collega's en ik kunnen niet met hen samenkomen als ver tegenwoordigers van een1 souvereinen, onaf hankelijken staat zonder ontrouw te zijn aan kroon en rijk. Ik moet derhalve herhalen, dat tenzij de tweede alinea van uw brief van 12 dezer herroepen wordt, een conferentie tus schen ons onmogelijk is. (De alinea in kwestie, die volgde op de me- dedeeling dat Sinn Fein de uitnoodiging tot een conferentie aannam, luidde: „Onze natie heeft plechtig hare onafhankelijkheid ver klaard en 'zichzelf als souvereinen staat er kend. Alleen als vertege nwoondigers van dien staat en als zijn gekoze i hoeders hebben wij eenig gezag of macht, >m uit naam van ons volk te handelen". De heele moeilijkheiidie de opschorting van de onderhandeling m tengevolge had, is ontstaan uit Sinn Fein'handhaving van die alinea). Maandagavond heeft de Valera een ant woord aan1 Lloyd George gezonden, waarin hij o.m. ze;gt: „Wij hebben er nimmer aan gedacht, u te vragen om voor het houden van de confe rentie eenige conditie te aanvaarden. Wij zouden het even onredelijk hebben gevonden, van u te verwachten vooraf de Iersche repu bliek formeel of informeel te erkennen, als dat gij van ons zoudt verwachten, reedg te voren hetzij formeel of informeel ons na tionalisme te verzaken. Er bestaat een ge schil, juist omdat geen van heide partijen het standpunt van de andere aanvaardt. De con ferentie is noodig, om te zoeken naar een zoodanige regeling, door welk het geschil kan worden bijgelegd. Een associatie van harmonie en vriendschap zal een behoor lijken vrede tusschen de volken van deze beide eilanden en tusschen Ierland en de groep van staten, die het Engelsche gemee nebest vormen, verzekeren. Een zoodanige regeling zou, naar wij mee» nen te moeten gelooven, het geschil voor u'uit de wereld te helpen en beide naties in staat stellen, ieder volgens haar eigen ont wikkelingsgang tot rust en vrede te komen, en het hare bij te dragen tot de beschaving, door vrije en vriendschappelijke samenwer king in zake de erkenning van gemeenschap pelijke belangen. Voor het onderhandelen over zulk een verdrag moeten de vertegenwoordigers van beide naties elkander ontmoeten. Indien gij tracht, vooraf voorwaarden op te leggen, die wij. moeten beschouwen als inhoudende een verzaking van geheel ons standpunt, dan kan een dusdanige conferentie niet worden gehouden." Berlijn, 17 Sept. De „Vorwfirts" is over een plan van de industrie, landbouw en banken, die voor het rijk een geldleening bijeen wil den brengen om daarmede de betaling van den volgenden termijn van de schadeloos stelling mogelijk te maken, waartegenover zij toegevendheid bij de belastingen verlan gen, niet goed te spreken. Het blad ver neemt, dat het rijksverbond der Duitsdhe industrie behalve deze toegevendheid bij de belastingen, ook een verbreeding van de te genwoordige ooalitie naar rechts heeft ge vraagd. Als men veel vraagt, moet men ook veel aanbieden. Het Rijksverbond der Duit sdhe industrie heeft echter medegedeeld, dat men slechts verwacht 1 k l1/» milliard gou den marken bijeen te zullen krijgen. Het aanlbod der industrie is volgens de „Vor wfirts" niet anders dan een leening ter ver gemakkelijking van de vervulling van het vredesverdrag. Geen verantwoordelijke re geering zou het op zich kunnen nemen, op grond van een dergelijke toezegging politie ke concessies te doen. De sociaal-democratie heeft dan ook geen aanleiding om van haar principtieelen eisch tot „Erfassung der Gold- werte" eek maar een haarbreed af te wij ken, vóór de tegenpartij door een zeer dui delijke omschrijving der voorstellen zeker heid geeft, of het hier gaat om hulp voor de republiek of om bluf. Het groote plan van het rijksverbond van de Duitsche nijverheid, om mede te werken aan de verzekering van een geregelde afbe taling van den Duitschen ooriogscijns door het opnemen van een particuliere goudlee- ning in hét buitenland, met het crediet van de Duitsche nijverheid en landbouw als on derpand, heeft, hoewel het nog in staat van wording is, gelijk gemeld is, groote geest drift gewekt. De gedachte die er aan ten grondslag ligt, is volmaakt gezond en de uitvoering van het plan moet bijdragen tot stabiliseering van den toestand in de heele wereld. Men verwacht er vooral van, dat er aan het gespeculeer met het Duitsche ruil middel, dat een bron is van binnenlandsche onrust, een einde zal komen. Daalt de mark, dan wordt 't leven in Duitsdhland duurder en komt er loonstrijd. Bovendien kan de indus trie bij1 zulk een toestand moeilijk leverings contracten sluiten. Men zal daarom begrij pen, dat de Duitsche nijverheid ook uiit wel begrepen eigenbelang mee wil werken, maar een eigenbelang dat de goede zijde heeft, dat het algemeene belang erbij' gebaat wordt. Nijverheid en landbouw dekken op de voor gestelde wijze met hunn arbeid de Duitsche mark, een dekking welke die van den goud voorraad vervangt. En in Duitschland werkt men hard misschien harder dan in eenig land van Europa, behalve dan Frankrijk. Een geval als zich pas dn Engeland voordeed, waar werklieden aan een werf het gebruik van een zuurstof-acetyleen-brander, voor welks bediening 2 man voldoende zijn, niet wilden toelaten, als er niet 23 anderen met de handen in de zakken bij „aan het werk" gesteld werden, is in Duitschland niet denk baar. Men is daar boe langer hoe meer door drongen van de juistheid van de leer, dat er geen andere rijkdom is dan die door den arbeid van hersenen en banden geprodu ceerd wordt, en dat verzuimde productie, ge lijk dn Ruéland, door het volk zelf met hon gersnood betaald wordt. Op het Engelsche vakvereenlgingscongres bepleitte daarente gen de voorzitter dezer dagen nog in ernst het oa' canny-toestel, als middel om de werkloosheid te bestrijden. Een officieus bericht uit Parijs zegt dat de economische sancties aan den Rijn voors hands niet kunnen worden ingetrokken daar Duitschland primo nog niet net geallieerde toezicht op de consenten van in- en uitvoer naar en van het bezette gebied heeft erkend en secundo wensoht dat deze controle na afgifte dier consenten geschiedde, terwijl de geallieerden willen dat ze daaraan voor afgaat. De eerste geallieerde nota omtrent de voorwaarde der intrekking van de econo mische sancties is door Berlijn met een uit voerig stuk beantwoord, waarin het aan- knoopen van onderhandelingen werd' voor gesteld. Later heeft Mayer, de Duitsche ge zant, dienaangaande met de Quai d'Orsay overlegd doch dit heeft nog geen besluit op geleverd. Frankrijk en Engeland zijn het in dit opzicht volkomen eens en het is Frankrijk allerminst om inmenging in Duitsche aan gelegenheden te doen. Berlijn, 17 Sept. De „Freiheit", het or gaan van de onafhankelijke sociaal-demo craten, stelt heden in een hoofdartikel on der den titel: „De plieht van den rijkspresi dent" den eisch tot onmiddellijke op heffing van den uitzonderingstoestand in Beiren. De groote meerderheid van het Duitsche volk, zegt het blad, heeft zich bij de massa-demonstraties, de rijfcs-regeering en de vertegenwoordigers van de groote meerderheid van den Duitschen Rijksdag hebben zich herhaaldelijk tegenover de con- tróle-oommissie voor de opheffing van den uitzonderingstoestand uitgesproken. Desniet tegenstaande bestaat deze in Beieren nog steeds, en dat niet alleen, hij wordt zelfs met groote scherpte tegenover de arbeiders ge handhaafd. De rijfcspresident moet eindelijk van zijn recht om den uitzonderingstoestand op te heffen gebruik maken. Waterzucht is een ophooping van water in het lichaam, doordat de nieren niet ha staat wiaren om het af te voeren. Het is niet een ziekte op zich zelf, maar een verschijnsel van een organische ziekte. Of gebrekkige nieren, of een hartkwaal kunnen de oorzaak zijn, doch daar nierkwalen zoo vaak het hart aantasten, zijn gewoonlijk de nieren schuldig. Dikwijls treedt waterzucht doof mlerzwekte tijdens zwangerschap op. Dit wordt ver klaard door het feit, dat de nieren dan meer bloed te filtreeren hebben. Deze overspan ning ban de nieren verzwakken. Andere Indirecte oorzaken van waterzucht zijn bloedarmoede, ©verwerking en zorgen. In verwaarloosde gevallen kunnen de bee- nen en het lichaam enorm opzwellen, en de buik, de borst en de hersenen worden aan gedaan. Heete luchtbeden zijn nuttig, doordat zij de huidporiën openen en reinigen, en gere gelde 'Stoelgang is noodzakelijk. Deze beide voorzorgen verlichten het werk van de nie ren. Maar gebruik om deze organen te hel pen en te versterken Postex's Rugpijn Nie ren Pillen. Duizenden zijn 'blijvend gebeterd door dit speciale niergenee smiddel. Te Helder verkrijgbaar bij A. ten Klooster, Keizerstr. 93, h f 1,75 per doos. Naar het Engelsch van RUGBY M. AYRES door W. J. A. BOLDANUS JR. 17) Het leek een onbetwistbaar argument. We liepen een poosje zwijgend verder; dan vroeg ik: „En later als u een ander ontmeet en merkt,, dat u meer van hem houdt dan van Don wat wilt u dan doen?" „Dan zal ik u om raad komen vragen," zeide ze lichtzinnig. Dan zal ik zeggen: „Zeg mij als het u belieft wat ik doen moet! en u zult het zeggen en dan „Zult u natuurlijk precies het tegenover gestelde doen," voltooide ik den) zin voor haar. „Zou ik? Wie 'zal het zeggen?" zeide zij raadselachtig. „En wanneer ik in dien tussohentijd aan Don zeg wat u zooeven tegen mij gezegd hebt?" „Dat zult u niet doen," antwoordde zij vol vertrouwen. „En al deed u het, dan zou hij u toch niet gelooven." Wat ook een onbetwistbaar feit was, dat wist ik zeker. „Kijk eens," zeide zij dan, „toen ik dien eerstenl keer naar u toekwam u weet wel dien keer, dat u zoo onhebbelijk tegen me was was ik van plan u te zeggen, dat ik Don nou laten schieten, als u daar werke lijk op stond." Zij zuchtte spottend. „Ja ze ker, dat was ik van plan. Ik wilde braaf •zijn net als jonge meisjes in comedie- stukken en beloven, dat ik hem nooit meer zien en hem nooit meer schrijven zout" „Maar u hebt het niet gedaan." „Neeni," stemde zij toe. „En dat was uw schuld." „En nu?" vroeg ik. „Nu is het te laat," zeide zij luchtigjes. „Ik heb Don beloofd, dat ik met hem zou trou wen, en dat doe ik nu ook." Ik deed geen poging om haar van haar ongelijk te overtuigen; ik wist, dat het ver spillen van moeite zou zijn, maar zij ver wachtte blijkbaar, dat ik bet doen zou, want na een korte stilte vroeg zij plotseling: „Waar denkt u nu aan?" „Wilt u dat werkelijk weten?" Zij' knikte; zij had haar hoed weer opge zet, maar de graspluim zat er nog op en toen zij knikte, knikte die op een absurde manier mede. „Ik vroeg mij af," zeide ik, „of het moge lijk zou zijn .ergenis op de wereld een barte- loozer vrouw te vinden dan u bent." Zij gaf een klein gilletje van protest, maar ik ging onverbiddelijk voort. „U hebt Don niet lief,' maar u bent vol komen bereid met hem te trouwen en de kans te loopen zijn leven te ruïneeren voor eigen bevrediging. Ik beteeken niets voor u en toch schijnt u er een duivelsch genoegen in te stellen om alles te doen wat u kunt om mij door Don te treffen. Waarom, in 's he melsnaam, waarom? We waren volkomen gelukkig en tevreden) tot u in ons leven kwam; u hadt toch zeker wel uw keus op iemand anders van al de mannen, die u te Heston kende, kunnen laten vallen." „Alle mannen te Hestoni" riep zij uit. „Ik haat ze! Ik haat ze allemaal behalve Don. Zij gingen alleen met me uit, omdat zij dachten, dat er niemand was, die er wat om gaf wat ik deed; zij kwamen 's avonds laat bij ons thuis, wanneer Zij zweeg, beet op haar lip en keek me verschrikt aan. „Daar weet ik alles van," zeide ik hitter. „Dat verklaart me tevens grootendeels waar Don's geld al dien tijd gebleven is." „Ik heb er nooit een shilling van gehad," barstte zij uit. „Ik haatte de heele zaak. Ik was blij', toen bet ontdekt werd en er een eind aan gemaakt werd. Dat gelooft u zeker niet?" „Waarom zou ik het niet gelooven?" vroeg ik. Ik was de discussie meer dan moe; hoe meer wij zeiden, des te erger schenen we in moeilijkheden te komen. Over twee dagen zou Don naar Frank rijk gaan; het was afschuwelijk, dat zijn laatste verlof bedorven zou worden door dit kibbelen en twisten. De oprechtheid van het meisje had mijn woede opnieuw doen ont branden; het kwam zoo goed bij haar inper- tinentie om Don een ring te 'laten koopen voor haar en mij kalm te zeggen, dat zij hem niet liefhad. Hield zij van iemand in de heele wereld? Zij haatte haar vader en zeer zeker haatte zij mij. Ik keek ongeduldig naar haar. Zij was een zeer irriteerend persoontje, want zoodra ik haar misnoegen goed wilde op wekken, scheen zij onmiddellijk dat „kleine meisjes"-air aan te nemen, dat mij dadelijk ontwapende. Zij had het nu ook weer en liep met gebogen hoofd en neerhangende lippen en haar armen lusteloos langs haar zijde, naast me. En weer word ik, togon mijn boter woton, er toe gebracht met haar te discussieeren. Ik vertelde van zijn vader en van de vrouw, met wie hij getrouwd was. „Zij behoorde tot een derde rangs tooneel- gezelschap," zeide ik, „en was een knap, harteloos schepsel, dat zijn leven ruïneerde en hem, twee jaar na Don's geboorte, ver liet. Ik heb hem na den dood van zijn vader grootgebracht en alles voor hem gedaan wat in mijn vermogen was. Denkt u nu heusoh, dat ik wil, dat hij zijn leven vernietigt, zoo als zijn vader gedaan heeft? Gelooft u niet, dat ik zekerheid wil hebben omtrent zijn toekomst zekerheid hebben wil, dat die ligt in de handen van de vrouw, die hij heb ben moet? Als ik hard ben geweest tegen over u, dan kwam dat door bezorgdheid voor hem. Ik heb geen verstand van vrouwen dat zal Don u ook kunnen zeggen." „Ja," zeide zij. „Hij heeft het me 'gezegd; hij heeft me alles omtrent u verteld, al lang voor den dag bij de heining, toen u zoo boos op mij werd, omdat ik tégen u sprak." „Ik was niet boos." „Dat was u wel," hield zij vol. „En mis schien hadt u gelijk. Het was zeker niet damesachtig om het te doen, maar ik ben nu eenmaal geen dame. Ik heb nooit gele genheid gehad het te worden." Een diepe blos plekte op iedere wang en ik voelde werkelijk wroeging, dat ik zulke harde dingen tegen haar gezegd had. Impul sief legde ik mijn hand op haar arm en zij bleef stil staan, haar hoofd zóó afgewend, dat ik slechts haar ééne wang en den rand. van haar kortgeknipt, vlamkleurig haar onder den breeden hoed kon zien. „Hoe oud bent u?" vroeg ik vriendelijk. „Twintig," zeide zij: fluisterend. ik. „En ik ben bijna zoo oud als jullie twee samen?" „Neen, dat is niet waar," protesteerde zij vrij heftig. „U bent nog geen veertig." „In ieder geval ben ik oud 'genoeg om u een raad te geven," antwoordde ik. „Maar daar zullen we niet verder over discussiee ren; er is maar één ding, dat van belang is maar een ding, dat ik graag wil dat u mij belooft." „En dat is?" Zij keek mij nieuwsgierig aan. „Probeer hem gelukkig te.maken; al het andere is bijzaak. Al het andere zal ik ver geten, als u hem gelukkig maakt." Een1 magnetische vlam kwam in haar oogen. „En ik?" vroeg zij heftig. „Wanneer kom ik? Zult u hem ook vragen te prübeeren mij gelukkig te maken, of tel ik niet mee?" Zij hield een oogenblik op, ademde vlug en diep en ging dan voort: „O, wat zou ik u graag afranselen!" Dan vloog zij weg met Rags blaffend ach ter haar. Op die manier kwam ik toch thuis thee drinken 1 „Ik dacht wel, dat u het te warm zoudt vinden om lang uit te blijven, Mr. David," zeide Castte op een ik-heb-je-het-wel-gezegd- toon, toen zij de tafel dekte. „Ik dacht wel, dat het u niet bevallen zou." „Het beviel me ook niet," zeide ik 'grim mig, maar ik dacht niet aan de warmte. Ik keek naar het theeblad. „Twee kopjesl" riep ik verbaasd. „Mr. Don komt niet theedrin ken." Wondt verroljjd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 1