Vrijdagmorgen is de officier van justitie,
rnr. Rombach, aan het woord.
Gemeenteraad van Helder,
irnwTUft sr.
'uuiimi
legde feiten te ontkennen en dientengevol
ge te weigeren de hem te stellen vragen te
beantwoorden.
Van de getuigen charge, verklaarde jhr.
mr. Pompe van Meerdervoort te zijn zonder
toeroep, terwijl mr. Zijderlaan opgaf directeur
der Rotterdamaohe Handels- en Landbouw'
bank te zijn.
Uit de verklaringen van den deurwaar
der Kruijne bleek, dat deze de 260.000 loten
van de eerste inbeslagname op 13 October
te laat ontving om het getal te kunnen con
troleeren. Dat zijn naam in de advertentie
voorkwam, was niet op zijn gezag, ook heeft
hij nooit de leiding bij de uitloting gehad. De
mededeelingen daaromtrent waren dus, zoo
als de president constateert, in strijd met
de waafheid.
Getuige Heineinann, een Duitscber, is
door een echtscheiding met Broekhuys ln
aanraking gekomen. Getuige woonde in het
bekende „Bosch en Veld" te Apeldoorn, waar
voor 5500 betaald was, met 2000 hypo
theek. Hij heeft zich tot beklaagde gewend
om een betrekking en toen werd hem een po
sitie voorgespiegeld bij een bank die op
Duitschland zou gaan handelen.
Hiervan kwam niets. Maar toen kwam hei;
plan der R'dam Handels- en Landbouwbank
ter sprake. Spr., die kippenkoopman van
zijn vak was, zou van deze grootsch opge
zette onderneming directeur worden tegen
een 'belooning van 60 per week. Op tegen
werping van getuige had Broekhuys gezegd,
zelf achter de coulissen te staan. „Bosch en
Veld'1 was voor 10.300 overgegaan aan de
Bank en betaald, na aflossing der hypotheek,
met zeven aandeelen in de bank van 1000.
Do positie van directeur kreeg spr. bij zijn
indiensttreding te Rotterdam echter niet. Hij
stond onder de advocaten Pompe en Zijder
laan en beklaagde. Getuige zegt, dat hij het
gevoel had een stroopop te zijn. Later is hij
door inr. Zijderlaan met vermeerdering van
salaris, tot onder-directeur gedegradeerd.
Anderen, zoo geeft spr. toe, beschouwden
hem als huisbewaarder. Van de financieele
gestie wist deze directeur niets, niet eens
dat er een giro-rekening waa Mr. Zijder
laan had, toen de justitie zich met de zaak
bemoeide gezegd, dat spr. moest zorgen niet
gehoord te worden. Men heeft hem tenslotte
afgekocht.
Bij het verdere verhoor van deze belang
rijke getuige Heinemann en nadat de verde
diger enkele van diens uitspraken heeft
vastgelegd, zegt de verdediger, dat op de
zeven aandeelen van 1000 aan getuige
6900 is uitbetaald. Getuige ontkent dit be
slist. Deze directeur zegt, dat hij nooit den
indruk gekregen heeft, dat Singelzicht een
•reëel bankierskantoor waa Alleen van de
•uitgifte van leeningen, zoo zegt de president,
zal getuige wel iets hebben gemerkt.
Op het antwoord van Heinemann lacht be
klaagde hartelijk, wat hem een vermaning
van den president bezorgt
Getuige mej. L. M. J. v. d. Brand, die huis
houdster was op „Bosch en Veld" verklaart
vol verbittering, met groote flus de bouche,
dat Heinemaica, toen hij in Rotterdam kwam,
in een hoek werd getrapt, nadat de heeren
ƒ.10.000.binnen hadden. Menschen kwa
men aan de bank niet binnen, zegt ze, wel
postwissels. Getuige Vingerhoets, die de po
sitie van werkend commissaris der bank
kreeg, vertelt on. dat de geheele boekhou
ding gevormd werd door het kladkasboek,
dat gehouden werd door mr. Zijderlaan en
verscheidene keeren werd opgezonden aan
beklaagde, die er willekeurig bladen uit
scheurde. Zoolang als spreker aan de bank
verbonden was, zijn er eenige schikkingen
getroffen om aan bek!, de vrije beschikking
over de gelden der bank te ontnemen.
De verdediger zegt, dat getuige zijn ont
slag heeft gekregen en vraagt of hij na dat
ontslag een ooncuxreerende zaak heeft opge
richt Getuige arkent dit en zegt, dat hij van
de bank 250 van zijn geld 'heeft gekre
gen..
Jhr. mr. Pompe van Meerdervoort zegt als
getuige niet te weten, wie hem opdracht
heeft «ogeveni de 'acte van oprichting ter grif
fie te deponeeren. Dergelijke handelingen
geschieden machinaal. Volgens hem is het
idee van do oprichting van Broekhuys uit
gegaan, Spr. heeft daaraan zijn juridisch ze
gel gehecht De bedoeling waa dezelfde als
aio van andere premieleeningen. Getuige zat
niet op het kantoor der bank. Hij had het
daarvoor to druk met do zaken van het advo
catenkantoor. IHj weet niets van don aankoop
van grond on een huis to Apeldoorn. Hij
hooft nooit Iets bemerkt van zaken van de
bank, en men heeft hom er nooit naar ge
vraagd. Hij heeft de zaken overgelaten aan
mr. Zijderlaan, hoewel hij heheerend vennoot
was.
HJJ erkent rijn afhankelijkheid, hoewel hij
bestuurder was, van Broekhuys, die geen
verantwoordelijk bestuurder waa Van het
fimncioolo plan der bank weet getuige niets
dan dat Broekhuys en Zijderlaan tot verve
lens toe zaten te werken met cijfers.
Uit vragen, door den ambtenaar van het
O. M. gericht tot dezen getuige, blijkt, dat
een valsche aote ter griffie Is gedeponeerd.
Volgons de acte was een vergadering van de
bank gehouden te Rotterdam op 6 Oct., waar
Pompe en Zijderlaan tot beheerend vennoot
werden benoemd. Een soortgelijke vergade
ring was wel gehouden, doch te Apeldoorn,
De verdediger stelt eenige vragen, waar
op getuige verklaart, dat een week van ƒ1700
ƒ1800 een slechte week was, volgens Broek
huys' meening. Getuige had niet den indruk,
dat de zaak een overtreding der Loterij wet
was of dat de justitie op andere wijze zou
moeten ingrijpen.
Ue getuige mr. Zijderlaan verklaart, dat de
directeur Heinoman voor niets to gebruiken
was. Hij telde echter wel dé postwissels op,
die voor de bank inkwamen.
Getal go dtaurde het kasboek op aan Broek
huys. Het is wel eens teruggekomen, terwijl
er dan bladen uitgescheurd waren. Daarop
gewezen, zeide bekl., dat dit was om posten
te verifieeren.
Da president legt in verschillende vragen
vast. dat Broekhuys, die z.g. buiten de bank
stond, over de gelden beschikt.
Dit is de grootste inbreuk op de rechten
der vcnantwoordelijke personen, die moge
lijk is.
Uit verschillende telegrammen blijkt, dat
Broekhuys de heerscher was, die zijn beve
len uitdeelde.
Hot publiek is nooit in den waan gebracht,
dat Broekhuys niets met de zaak temaken
had. Hij was bang voor de executie van het
tegen hem loopende vonnis.
Uit mededeelingen van den verdediger van
Broekhuys blijkt, dat de bank aan premies
uitbetaalde 7 71/» ton, tenvijl de schuld der
bank nog slechts 36000.— 87000— be
draagt.
Als Broekhuys hier als vrij man had kun
nen komen voor de rechtbank, zou men ge
zorgd hebben, dat de laatste obligaties der
bank waren ingelost. Voorzoover mr. Zijder
laan kan nagaan, heeft Broekhuys alleen na
deel bij de bank gehad.
Na de pauze werd als getuige gehoord dr,
8. van Mesdag uit Groningen, die een premie
van 1000.had gewonnen. Deze getuige
kreeg den indruk met een serieuse zaak te
doen te hebben. Getuige K. de Jong 'uit Al
melo kreeg daarentegen den indruk, dat de
zaak een overtreding van de loterijwet was.
Een klein incident ontstond, toen de offi
cier getuige Zijderlaan vroeg of hij bij zijn
verklaring Volhardde, dat hij een obligatie
had teruggezonden gekregen van buiten de
stad, die voor dr. Van Mesdag was bestemd.
Getuige vertelde, dat besloten was, dat de
laatste obligatie, die de bank verliet naar dr.
Van Mesdag zou gaan. De officier meende,
dat het maar weinig moeite zou toosten, mr.
Zijderlaan te airesteeren wegens meineed.
De verdediger. 'Doe het dan. U dreigt maar
steeds.
De officier: Het is door den griffier vast
gelegd, dat is voldoende.
Een oud scheepskapitein, die voor 6000.-
aandeelen nam, werd tot inspecteur 'benoemd,
en kreeg zijn orders van mar. Zijderlaan. De
Brielsche inspecteur van politie, Baron v. d.
Borch v. Verwolde, wiens naam, zooals men
zich herinneren zal, bij de trekking genoemd
werd, kreeg een soiieden indruk van de
Bank. Toen hij op een lot een premie van
100.won en daarvoor 5 nieuwe obligaties
kocht, werd hij uitgenoodigd als commissie
lid de trekking bij te wonen. Toen hij hierin
toestemde, kreeg hij' bericht dat hij commis
saris der (bank geworden was op 200.per
maand. Begin November ging hij weder
de bank, hij kon niet te weten komen, wat
zijn taak als commissaris zou moeten zijn. Bij
de trokking 'ging alles richttg toe; zijn geld
heeft bij dezer dagen teruggekregen.
Een andere getuige, eveneens commissa
ris der bank, achtte den koopprijs van
100.000 voor de drukkkerij van Staal niet te
hoog. Volgens hem zou de zaak best heb-
aen kunnen loopen, als de justitie er zich
niet mede bemoeid had. Getuige Schlosser,
ook commissaris, heeft nooit tantièmes ge
kregen, nooit van buitensporige uitgaven ge
hoord, nooit iets bemerkt van knoeierijen.
Wel in 't begin een slordig beheer. Getuige
van Staal ontkent, dat er verband bestond
tusschen 't verkoopen der drukkerij en zijn
intrede in de'bank; toen de drukkerij terug
gekocht werd, heeft hjj zijn geld teruggekre
gen. Hij heeft zijn eigen personeel aangebe
den voor de administratie. De billijke aan
merkingen van zijn partygenooten hy is
'lid van de s. d. a. p. deed hem uit de zaak
treden. G etuige Dominicus, die in nauwe be
trekking stond tot beklaagde, is de geluk-
rige winnaar van de Lucretia, benevens van
een lyfrente van f 100.— per week. Nog en-
cele andere, minder belangrijke verklarin
gen werden afgelegd. Het getuigenverhoor,
dat vervolgens afliep, leverde niets sensatio
neels op en werd tenslotte vrij eentonig. In
't verhoor der getuigen 's morgens kwam
duidelyk naar voren de bedoeling van den of-
Icier, vaöt te leggen Broekhuys' verhouding
et de bank. Opmerkenswaard was 's mid
dags behalve het incidentje met mr. Zyder-
laan de vraag van mr. Rombach aan getuige
dr. Mesdag naar beklaagdes geestelyke ver
mogens. Opvallend was ook de tactiek van
de verdediging, die een zeer afwachtende
houding aannam.
De belangstelling was 's morgens vry groot,
1 n den namiddag was ze al zoo goed als ge
luwd.
(Zie verder Derde Blad).
weer) en daarom na afloop door opzegging,
niet opnieuw abomieeren wilde,
en een particulier, die zoo weinig belang
by zyp aansluiting had, dat hy geen voljaars-
abonnement aan ons wilde in voorschot ge
ven ter nadere verrekening J),
weten wy alleen nog van iemand, die op
onze speciale sohrifteiyke vraag, of hij na af
loop van het door ons opgezegde contrati
nog verder telefoneeren wilde, geen ant
woord gaf en afgesloten werd 3).
Verder zyn ons op het oogenblik geen af
sluitingen bekend, zoodat naar onze beschei
den meening
By voorbaat dankend voor opname, ver-
blyven wy
Hoogachtend, Uw dw.
v.<L N.V. Alkm. Telef. en Gb. Dienst,
A. POT Jr.
l) Dit is de kwestie van alle abonné's wier
abonnement in de laatste maanden afliep,
en die enkele malen strubbeling gaf,.
met bovenstaand vrij onschuldig eindresul
taat
Dit ééne geval werd door ons schrifto-
lijk behandeld, omdat bedoelde abonné ge
weigerd had met zyn handteekening de ont
vangst te erkennen van een brief, die wy
hemi .persooniyk overhandigd hadden en
waarop een onderhoud omtrent den inhoud
gevolgd was; zoodat wy gedwongen wa
ren door 'Deurwaarders hulp dat ontvangst-
bewy's te verkrijgen.
Naar ons by den rykstelefoondienst geble
ken is, is thans geen enkel abonné van zyn
telefoon verstokon. Eén speciaal geval, dat
wy op het oog hadden, 'betrof een abonné, die
op het oogenblik, dat wy schreven, inderdaad
was afgesloten. Wel verbond de rykstelefoon,
maar de plaatselyke centrale verbrak deze
verbinding. Echter is ook deze abonné thans
weder op het plaatselyk net aangesloten, en
mogen wy dus thans veronderstellen, dat het
ongereif niet zeer groot is.
Redactie Held. Crt.
Ontploffing In een trein.
In den trein, welke Dinsdagmiddag 6 u. 6
min. uit Rotterdam naar Den Haag vertrok,
leeft, volgens de „Reabodew, een ernstig
ongeval plaats gehad. Even voorbij Schie
dam werd de trein plotseling tot stilstand
gebracht, doordat er aan de noodrem ge-
rokken werd. In een derde klas-coupé had
e enhevige ontploffing plaats gehad, doordat
een reiziger, die een flesch benzine ln den
zak bad, welke niet goed gesloten was, by
hot aansteken van een sigaret to dicht met
eon lucifer ln de nabyheid van dat gevaar-
Ujke goedje was gekomen. In de propvolle
ooupé werden verschillende personen ge-
Wond; van enkelen was het hoofdhaar ge
schroeid en waren de handen deerlijk ver
brand. De gekwetsten moesten in Delft de
trein verlaten, om daar verbonden te wor
den, Het 'geval verwekte hevige consternatie.
Groote fabrieksbrand.
Donderdagmiddag te twaalf uur is door
onbekende oorzaak brand uitgebroken ln de
stroohulzenfabriek van de Dutch Straw
Works te Helmond. Behalve de machineka
mer is de geheele fabriek in een paar uur
tijd safgebrand. Alle machinerieën zyn ver
nield en groote voorraden strooihuizen en
stroobord zyn in de vlammen opgegaan. De
fabriek was één groote vuurzee.
De brandweer, die met een stoomspuit ter
plaatse was, moest zich beperken tot het vrij
waren van belendende fabrieken, een cacao
fabriek en een dekenfabriek van De Wit. Zq
werd hierby geholpen door de brandweer van
deze beide fabrieken. Een paar voorraadlood-
sen zyn gedeelteiyk 'behouden.
De schade is zeer groot. Een paar millioen
stroohulzen zyn vernield. Tengevolge van
den brand komen 100 arbeiders zonder werk.
Doordat de electrischo verbinding verbroken
is, kunnen eenige naby gelegen fabrieken
evenmin werken.
Door vonken van de brandende fabriek is
de op ongeveer 500 Meter afstand gelegen
boerderij van Kuypers op den Oliemolen ge-
deelteiyk afgebrand.
Mynheer de Red.
Naar aanleiding van Uw nogal alarmeerend
bericht over afgesloten abonné's, in Uw blad
van Donderdag, zy 't ons vergund deze zaak
tot hare ware verhouding terug te brengen.
Behalve dan een abonné die sedert 24 Fe
bruari 1.1. met betalen in gebreke is, en op
grond der abonnementsvoorwaarden voor de
zooveelste maal is afgesloten,
en een zaak die wegens slapte zoo goed als
gesloten is (behalve des Zondags bij slecht
gehouden op Dinsdag 20 September 1021.
(Vervolg)
12. Bouw Bijzondere school.
Voorstel tot bet verleenen van medewer
king aan de Vereeniging „Laat de Kinder-
kens tot Mjj komen" voor het stichten' en
inrichten eener zevenklassige school voor
gewoon lager onderwys.
Held Crt. 17 Sm>+
De heer Van Breda merkt op, dai
de Sohoolvereeniging op meer dan ééne wyze
medewerking kan worden verleend. Waar B.
en W. nu met dit voorstel komen, vraagt spr.
of we niet tevens ook het geld beschikbaar
zouden stellen voor dezen schoolbouw.
De heer Grunwald: Dat hebben we im
mers niet!
De heer VanBreda In andere gemeen
teraden geschiedt dit ook steeds. Welke re
den is er 'hier voor het College geweest om
dit niet te doen?
De Voorzitter: Op het verzoek van
de Schoolcommissie of de Raad genegen is
medewerking aan dezen bouw te verleenen,
moet ingevolge de wet binnen drie maanden
worden beslist. Nu is onderzocht of voor de
Sohoolvereeniging een openbare school be
schikbaar was, on de raadscommissie waar
de zaak besproken werd, meende, dat dit wel
kon, mits zonder schade voor het openbaar
onderwy's. Uitvoerig zet spr. den gang van
zaken uiteen; op eene vraag van de School
commissie om een opgave van het aantal en
de namen der leerlingen, die op die nieuwe
school zouden komen, zeide deze eerst geen
zoodanige opgave te kunnen verstrekken,
maar tenslotte kwam eene lijst van namen van
leerlingen, die voor de 'bestaande chr. school
waren afgewezen wegens plaatsgebrek. Aan
een commissie van drie hoofden' van open
bare scholen werd inmiddels opgedragen een
'onderzoek ln te stellen naar de mogelijkheid
om deze leerlingen op een der openbare scho
len' onder te brengen. Maar nu zyn inmiddels
de drie maanden van den wetteiyken termijn
verloepen en moet de Raad beslisson omtrent
al of niet medewerking. Doon wy dat niet,
dan is er geen sprake meer van, dat de Raad
eventueel do aanvrage straks kan afwyzen.
De heer Grunwald: We zitton helaas
weer midden in den schoolstryd, die thans
evenwel meer een finantleele strijd Is. Door
de nieuwe wot komen de finantiën èn van
gemeenten èn van het rijk zelve zoodanig in
het gedrang, dat de wet niet wel' zal kunnen
worden uitgevoerd. Hoe moeten wy aan geld
komen? De gemeente moet geld geven voor
grond en voor den bouw. Het Is duidelijk,
dat het aar tal leerlinge' dat op de nieuwe
bizondere school komt, van de openbare af
gaat, want er is immers reeds eon chrlsteiyke
school. Die zal natauriyk zyn leerlingen be
houden. Op de openbare school komen dus
plaatsen open. Ia '--H nu niet mogelyfc als
tydeiyken maatregel te doen wat in andere
plaatsen spr. noemt met natme de gemeen
te Asperen geschiedt, dat n.1. de openbare
school gesplitst wordt, de eene helft voor het
openbaar, de andere voor het bizonder onder-
wijs? Immers, wy moeten uiterst zuinig zyn,
en de gemeente verkeert, naar de meening
van spr., in de onmogelyklheid een bedrag
voor den bouw te voteeren. Laat de Sohool
vereeniging dus voor haar 40 leerlingen een
of twee lokalen eener openbare school in ge
bruik nemen. Straks krijgen we nog een aan
vrage voor een katholieke school ook, die de
gemeente betalen moet.
De heer Staalman vraagt of het juist
is, dat hot bestuur van de Schoolvereen'iging
een brief aan het College zond, waarin wordt
voorgesteld de zaak alsnog eene maand te
verdagen?
De Voorzitter heeft verzuimd dit
mede te deelen aan den Raad. In bedoeld
schrijven wordt gevraagd don datum van
aanvrage te willen beschouwd zien als een
maand later. Wy hebben daardoor nog een
maand tyd.
De heer Staalman zet uiteen de toe
dracht der zaak. De Schoolvereeniglng zou
zich by de aanvankeiyk voorgestelde oplos
sing: om een paar lokalen van de Vischmarkt
school te mogen gebruiken, hebben neerge
legd. Maar later werd een nieuw rapport van
Ie hoofden van scholen ingezonden, waarbij
het vroegere ingetrokken werd, en gezegd
°rd ''at, bet openbaar onderwijs d#> school
gend jaar zoude er op de apenbare scholen
een tekort aan klasseruimte zyn. Voor spr.
was het natuurlijk moeiiyk staande de verga
dering van die Schoolcommissie te zeggen:
laat de gemeente nu toch maar bouwen. Van
daar dat getracht werd nog uitstel te krygen.
Nu dat er is, kan de zaak naar B. en W,. ge-
renvoyeerd worden voor een nader onder
zoek. Het is weliswaar een feit, dat wjj thans
gedykberechtigd zyn met het openbaar on
derwy's, maar we dienen' rekening te houden
met de gemeentelyke finantiën. Daarom thans
djt uitstel.
Mevrouw Van der Hulst vraagt of in
die maand de zaak ernstig zal worden over
wogen. Voor de gem.-finantiën is de oplos
sing om ze in de Vischmarktschool onder te
brengen, de beste, 't Gaat op 't oogenblik om
6 kinderen. Spr. meent, dat in de toekomst
eer minder dan meer kinderen zullen komen,
doordat vele gezinnen zullen vertrekken.
De heer De Zwart verbaast zich over
sommige redeneeringen. Ook die van den
heer Grunwald, die de kwestie op finantieel
terrein brengt, is vreemd. De finantieele
kwestie had ter sprake moeten komen by de
aanvrage voor twee scholen aan de Van Ga^
lenstraat. Toen werd besloten één school te
bouwen, zoodat er dus een overbleef. In de
finantieele aanvrage was een bedrag voor die
school uitgetrokken. Wat die schoolstryd be
treft, ja, die heeft zich slechts verplaatst van
het parlement naar de gemeenteraden. Het
spyt spr., dat mevrouw Van der Hulst en de
heer Staalman voorstellen de school onder te
brengen in de school aan de Vischmarkt,
omdat zy destyds als commissieleden zich
mede hebben uitgesproken vóór twee open
bare scholen'. Die twee scholen waren noodig,
om het onderwysprogram recht te laten we
dervaren. Het College heeft niet gezegd, dat
slechts ééne school noodig was, alleen kon
den we voorloopig niet meer geld loskrijgen
en daarom is alvast met één school begonnen.
Nu komt deze aanvrage en dezelfde leden,
die toen in de Commissie op het standpunt
stonden dat twee scholen noodig waren, zeg
gen thans: die tweede school is niet noodig
en er kan wel van de beschikbare ruimte wor
den afgenomen. Spr. staat verbaasd over
mevr. van der Hulst, die een getal van 6
leerlingen noemt als overcompleet. Hoe nu?
Moet men de kinderen dan maar als pakhuis-
artikelen opeen stapelen? Weet men dan niet,
dat in het geval, door mevr. van der Hulst
bedoeld, .alle scholen tjok- en tjokvol zouden
zitten? Dat is juist de manier om de kinde
ren van de openbarescholen af te halen. Wy
hebben die tweede schoolruimte noodig, on
verschillig of dat nu ia voor het openbaar of
voor het bijzonder onderwya Het zal daar
om goed zijn het voorstel van B. en W. te
acoeptoeren, daar hierdoor iedereen tot zyn
recht komt,
De heer Heyblok bedoelde ook recht
terug, en ook de inrichting en wijze van
bouw, de luxe, e.d. vormen een gewichtig
punt van bespreking. Laat men dus daarom
trent het laatste woord aan den Raad laten.
te zetten hetgeen door mevr. van der Hulst
verkeerd! was voorgesteld. De bedoeling js
slechts om in principe vast te leggen, dat men
aan den schoolbouw wil medewerken, en spr.
is daarvoor wel te vinden. Aanvankelijk
meende ook spr., dat we gelden moesten vo
teeren, maar spr. kreeg later ander inzicht
in deze zaak.
Mevrouw van der Hulst repliceert. Er
komt thans één school aan de van Galen-
straat by. Als er nu nog een christelyke
school ook foykomt, gaan de leerlingen voor
die school toch van de openbare af, en op die
manier komen we toch geen schoolruimte
te kort?
De heer Baak: De nood dwingt ons: de
wet legt ons de verplichting op eiken scho
lenbouw te steunen. Aanvankelijk meende
men voor de nieuwe byzondere school loka
liteiten aan de Vischmarktschool af te staan,
later kwam een nieuwe berekening van de
hoofden. Wat is het eind van dergeiyke te
gen elkander indruischende inzichten? Met
den heer do Zwart is spr. het eens, dat wie
recht heeft op een school er eene hebben
moet. Maar bestaat er nu geene gelegenheid
met de heeren van de Schoolvereeniglng te
spreken? Vooraf sta vast, dat wy in prin
cipe zullen helpen. Laten we die maand uit
stel, die do Sohoolooimmissie ons aanbiedt,
thans acoepteoren.
De heer V*n Bredia heeft de vorige
maal gevraagd of eene school ln de van Ga
lenstraat wel noodig was, omdat er óók nog
een R. K. school zoude komen. Toen ant
woordde do hoer de Zwart, dat daar op ge
rekend was. Spr. begrijpt het bezwaar niet
van do andere hoeren of er wel een bijzon
dere school noodig la.
Do Voorzitter meent, dat de heer
Staalman de zaak niet juist heeft voorge
steld. Spr. heeft niets voorgesteld, alleen in
overweging gegeven. Mevrouw van der
Hulst vasthoudende aan het getal 0, vergeet,
dat nog altijd door de woningtoestanden een
160 gezinnen van schopollngen niet hier kun
nen wonen. Bovendien is er nog hot rijks-
sohooltoezicht, dat óók nog wat ln de melk
te brokken heeft! Spr. is overtuigd, dat het
niet in 't belang zou zyn van het openbaar
onderwys als we dit een school gingen afne
men.
De heer V a n O s wyst er op, dat de plan
nen voor een katholieke school dezer dagen
ook wel aan de orde zullen komen.
De heer Adriaans e constateert met
genoegen, dat het algemeen gevoelen van
den Raad is de zaak hedenavond tot eene
beslissing te brengen. Het doet spr. genoe
gen, dat men de commissie recht wil laten
wedervaren; op haar beurt moet aan het
openbaar onderwys evenzeer recht geschie
den. De Raad had besloten in de van Ga
lenstraat twee scholen te bouwen, en slechts
op instigatie van het schooltoezicht is dit
teruggebracht tot één school. Door het voor-
stel-Baak is overleg geenszins uitgesloten.
Het finantieele gedeelte is natauriyk een ge
wichtig punt, maar de in de wet bereikte
rechten mogen niet afstuiten op het: geen
geldi AI zal het niet gemakkeUjk gaan hier
voor geld te krygen.
De heer Grunwald heeft uit de behan
deling van het ryksschooltoezidht ten opzich
te van den scholenbouw aan de van Galen-
straat den indruk gekregen, dat het Ryk de
zen schoolbouw opzettelijk heeft getraineerd.
Hot verwyt door den heer de Zwart aan spr
gebracht'is niet juist: spr. is bereid alle be
dragen voor soholen, die gebouwd zullen
wórden, te voteeren. Omdat spr. toch weet
dat we er geen geld voor hebben.
De heer Bok heeft nie.t veel gesproken
hedenavond, maar daarentegen goed geluis
terd. Spr. meent, dat hedenavond ook de fh
nantieele regeling moet worden behandeld,
(hetgeen de Voorz. betwist). Ze worden
"s"hm?)kt ri< t missm k^n. ïTet vol- thans heel wat goedkooper dan eenige jaren
De heer de Z w a r t heeft als wethouder in
het belang van het onderwys, verbouw en
nieuwbouw van scholen bespoedigd. Daar
door komt er ruimte, wy vragen thans me
dewerking van den Raad om later medewer
king te kunnen vragen aan het schoolbe
stuur. De finantieele regeling en de wyze
van overdrachtetc. is overgelaten aan het
inzicht van B. en W. Spr. wil als zyn per
soonlijke meening wel zeggen dat hy is vóór
schoolbouw door de gemeente, omdat wy dan
de subsidie nog na Januari 1922 kunnen vra
gen.
De heer Adriaans e: Maar niet voor
een byzondere school!
De heer De Zwart: Vcor een school,
het doet er niet toe wat voor soort. Als men
bouwt voor een byzondere instelling mist
men de subsidie.
De heer Staalman bepleit nogmaals een
maand uitstel. Als dit voorstel wordt aange
nomen, is men gehouden het geld te geven
voor den bouw. In de 3 maanden tusschen
het raadsbesluit en de aanvraag gelegen is
de tyd voor overleg, welk overleg naldiien is
afgesneden. Spr. is persooniyk voorstander
van bijzonder onderwys. Als wy den termyn
voorby laten gaan wordt er gebouwd, al
schudt de Burgemeester van neen. Maar
daarom waarschuwt spr. de thans toegesto
ken hand voor een maand uitstel niet af te
wyzen.
De heer Adriaanse: Na een pertinente
verklaring van den heer de Zwart dat de ge
meente de school bouwt en overdraagt., wil
spr. de mogelykheid dat het D. B. zelf den
bouw ter hand neemt, met afsnijden. Door
een kleine wyziging in het desbetreffend be
sluit kan dit geschieden.
De heer Bok: De Raad weet het bedrag
niet.
De heer A d r 1 a a n s e: Dat is ook zoo erg
niet; het ryksschooltoezidht moet de plannen
goedkeuren.
De heer Grunwald vraagt wat er te
gen is het verzoek tot een maand uitstel in
te willigen. Wc nemen nu eene beslissing
zonder dat we eigenlijk weten waar we aan
vast zitten.
De heer D.eZwart herinnert er aan, dat
de Raad meermalen op voorstel van do Oom
missie voor het Onderwys heeft aangedron
gen op schoolruimte voor de jeugd, onge
acht de richting. Daarvoor waren twee scho
len noodig. Die behoefte is er nog, en of
dat nu is voor openbaar of bizonder onder
wys doet er niet toe. Nu zou men een school
van 200 leerlingen (Vischmarkt) willen ont
ruimen ter wille van 40 en de overblijvende
160 leerlingen over de andere soholen ver-
deelen willen, waardoor die klassen veel to
vol gestopt moeten worden.
Voor den heer Bot staat dit vast, dat, in
dien de medewerking, van de gemeente ware
geredigeerd in den geest als door den heer
Adriaanse bedoeld, de Vereeniging niet zou
hebben gesproken over uitstel. Het stond
echter wat onduideiyk ln het voorstel,
Na nog eenige gedachtenwisseling «ver de
kwestie uitstel of niet, komt in stemming het
voorstel-Staalman om de aangeboden maand
uitstel te aanvaarden. Dit voorstel wordt ver
worpen met 18 tegen 8 stemmen. Vóór do
heeren GrunWald, Baak, Kuiper, Staalman,
van Loo, Bot en Schoeffelenberger, benevens
mevr. van der Hulst.
Hierop wordt het voorstel van B. en W.
met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Adriaanse vraagt thans of
het de meening van den Raad ia, dat hier
mede de zaak is beslist, en dat het recht wat
de byzondere school toekomt, onverkort ge
handhaafd wordt Het bestuur heeft recht
tot bouwen.
De heer De Zwart: De heer Adriaanse
bedoelt thans het overleg dat nog plaats kan
hebben, uit te schakelen.
De heer Tielrooy heeft, na do royalo
wjjze waarop wethouder de Zwart zioh uitge
sproken hoeft ovor deze zaak, 'het volste ver
trouwen ln do wfize van behandeling.
De agenda is hiermede afgohandeld en do
Raad genaderd tot de
Rondvraag.
De heer Kuiper vraagt of het B. en W.
bekend is, dat de verloskundige te Juliana-
dorp al een maand of 4 h 6 vertrokken is.
Kan daar niet ten spoedigste in worden voor
zien opdat men eon bekwame on ervaren
vrouw krijgt? De meeste menschen zijn vor
van hulp verwyderd, zoodat zy zelfstandig
moet kunnen optreden.
De Voorzitter antwoordt dat aan den
Directeur van den Geneeskundigen Dienst
is opgedragen in de ontstentenis to voorzion.
Do heer Van Breda bespreekt do hef
fing van marktgelden voor do Zaterdagsclio
markt. Indertyd Is daartoe besloten en nog
steeds gebeurt dit niet, terwyi de markt zich
steeds uitbreidt.
Ue heer Verstegen: De verordening
is nog niet terug van de kroon.
De heer Van Breda verzoekt dan aan
drang uit te oefenen opdat zy; spoedig goed
gekeurd worde.
De heer De Zwart wijst er op, dat de
verordening betreffende de invordering van
de 4 extra maanden belasting 6 maanden
onderweg is geweest. Er is niets aan te doon,
het duurt altyd zoo lang.
De heer Staalman bespreekt enkele
lantaarns, wier automatische zelfonsteker
niet werkt, zoodat zy ook des 'daags bran
den.
Wethouder Verstegen zegt, dat ber
il aaide malen met het Prov. Bedrijf ovor dezo
inconvenienten gecorrespondeerd is.
De heer Poll vraagt wanneer begonnen
wordt met de uitbaggering van het 'Held.
Kanaal. De mensohen kunnen er niet meer
uitkomen als ze er in zyn.
De Voorzitter zal ln een volgende ver
gadering hierop antwoorden.
Mevrouw van der Hulst vraagt naar
eene verordening op het rijden. Groote kar
ren met losse stengen rijden thans gevaar
lijk hard van eene hoogte af zonder dat er
beperkende bepalingen voor zyn.
De V o o z i 11 e r zal dit onderzoeken.
De heer Van der Veer vraagt nog iets,
doch is door het rumoer van den heengaan-
den Raad niet meer te volgen. Even voor
middernacht wordt de vergadering gesloten