NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
C0STUUM en WINTERJAS,
VOLHARDING'® VOL MELKBROOD
No. 5480
DINSDAG 15 NOVEMBER 1921
49e JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 60
BUITENLAND.
DE CONFERENTIE TE WASHINGTON.
De opening. Hughes tot voorzitter ge
kozen. Voorstellen van Hughes tot ver
mindering van de sterkte der vloten van
Engeland, de Vereenlgde Staten en Japan.
Engeland aanvaard ln beginsel de voor
stellen. Japan verklaard ze aannemelijk.
De opening.
Voorstellen van Hughes.
Ingezonden mededeeling.
E. GRUNWALD,
president was gedwongen het woord t« voe
ren.
Op dezelfde manier werden nog een Japan
ner en een Italiaan tot spreken gedwongen.
Toen volgden de overigen vanzelf. Het was
typisch, dat, ofschoon deze redevoeringen
geheel buiten de agenda om werden gehou
den, zoowel Briand als de Italiaan, de Japan
ner en de Chinees een speech op papier
klaar bij zich hadden. Slechts de Belg, de
Nederlander en en de Portugees die ook
allen nog spraken hielden hun speech
voor 'de vuist.
Dit alles werd van uit de tribune gediri
geerd, een voor een waarnemer uit Europa
allerzonderlingste manier van doen.
De toespraak van Minister
Van Karnebeek.
De rede, die minister van Kamebeek na
de opening der conferentie heeft gehouden,
luidt als volgt: Mag ik op mijn beurt de ge
legenheid gebruiken om de regeering der
Ver. Staten namens Nederland's regeering,
waarvan ik lid ben, te bedanken dat de uit-
noodiging tot deelneming aan de beraadsla
ging over het zoogenaamde Zuidzeevraag-
stuk tot ons is uitgebreid? Nederland stelt
deze eer op prijs en begrijpt de beperking
welke de uitnoodiging bevat. Nederland is
geen militaire factor meer in de we
reldpolitiek en maakt ook geen aanspraak
daarop, ofschoon de zinspreuk op het wapen
van het Oranjehuis „Je Maintiendrai" ook
het Nederlamdsch koloniaal rijk insluit. Ne
derland's politiek is ten gunste van vrede
en internationale samenwerking en zij zal
alles steunen wat in deze richting mogelijk
is. Laat mij u mededeelen dat het hart van
Nederland's volk van hoop en vertrouwen
klopt als het denkt aan de poging, die hier
gedaan wordt. Wat het Zuidzee-vraagstuk
betreft, Nederland bezit daar meer dan drie
eeuwen territoriale rechten over een uitge
strekt gebied en is verantwoordelijk voor de
welvaart eener bevolking van over de vijftig
millioen, genoeg dus om de diepte der be
langstelling te kenschetsen, waarmede wij de
beraadslaging dezer conferentie volgen. Als
onze koloniale ervaring dienstig kan zijn
voor het doel dezer conferentie, zijn wij gaar
ne bereid die beschikbaar te stellen. Ik hoop
dat de conferentie de wereld tot zegen zal
strekken. Laat mij verzekeren dat Amerika's
initiatief is gegaan tot het hart van Neder
land's volk".
Volgens een Havas-bericht uit Parijs, sou-
den de door Hughes ingediende voorstellen
berusten op de volgende principes:
le. Groot-Brittannië, Japan en Amerika
zullen bij' speciale conventie een overeen
komst aangaan op de basis van beperking
van bewapening ter 'zee,' terwijl zij daarbij de
voorwaarden hunner respectievelijke veilig
heid in acht nemen.
Oceaan en -den Stillen Oceaan en de nood
zakelijkheid tot handhaving van de Monroe-
leer, hébben de V. 8. reden, om hun vloot te
houden op de sterkte van die der machtigste
zeemogendheid, nJk Groot-Brittannië.
4e. Bij speciale conventie zullen Groot-
Brittannië, Japan en de V. 8. overeenkomen,
geen vioolbouw te ondernomen gedurende
een vast te stellen periode. Gedurende deze
periode zal geen enkel schip -op stapel gezet
worden, behalve voor vervanging van sche
pen van verouderd type. Door definitieve
voorschriften zal worden vastgesteld', wan
neer een oorlogsschip als verouderd moet
worden beschouwd.
5e. De zes slagkruisers die op het oogen
blik door de V. 8. worden gebouwd, zullen
worden afgebouwd en zullen iworden be
schouwd als behoorende -tot de bestaande
Amerikaansche vloot, die thans geen enkel
schip van deze klasse bezit, terwijl Japan en
Groot-Brittannië, evenals iedere moderne
mogendheid, reeds een aantal dezer schepen
hebben.
6e. Japan en de V. S. verplichten zich,
hun respectieve aan den Stillen Oceaan gren
zende 'gebieden niet van militaire versterkin
gen te voorzien.
7e. Alle verouderde schepen 'zullen onmid
dellijk aan de oontröïe der marine-departe
menten worden 'Onttrokken.
8e. Er zullen waarborgen worden gegeven,
dat geen enkele mogendheid koopvaardij
schepen izal bewapenen om op 'die wijze vloot-
versteiking mogelijk te maken.
Ds beteeksnls der voorstellen.
Van hoe ver strekkende beteekenis deze
voorstellen ook voor den status in den Stillen
Oceaan de nieuwe wereldzee ook mogen
zijn, voor hen, die van de oonferentae te
Washington een algemeene beperking
der bewapening of zelfs een begin van alge
meene 'Ontwapening verwacht mochten heb
ben, brengen zij een zekere mate van teleur
stelling. Immers Hughes' voorstellen beplei
ten alleen beperking op maritiem gebied' en
maken met -geen woord melding, dat ook het
voornemen bestaat de strijdmachten te land
evenzeer te beperken. Bovendien blijkt ook
uit de beperking van deze voorstellen tot
Engeland, de Ver-een. 8taten en Japan, dat
hij -de oonferentie in de eerste plaats be
schouwt als een aangelegenheid, die deze
drie mogendheden betreft.
Een vraagstuk, dat door Hughes tot nog
toe eveneens (buiten beschouwing werd ge
laten, is de kwestie van de d-uikbooten. Wel
iswaar wordt het aantal hulpschepen bepaald
door het aanta-l groote schep-en, doch- het is
moeilijk aan te nemen, dat Hughes daaronder
ook het aantal duikboot-en zou willen be
grijpen. Vermoedelijk wordt dit overgelaten
aan de commissies dis de Amerikaansche
voorstelle» verke».
Door het in de eerst© plaats aaaj vors»
brengen van d© vlootbeperking, brengt
Hughes feitelijk twee punten tegelijk in het
geding. Weliswaar vermeldde de agenda als
punt 1 „beperking van de bewapening", doch
de algemeene opvatting van de gedelegeerden
der verschillende -landien was, dat ln de eer
ste plaats de politieke vraagstukken van de
Stille Zuidzee moesten worden opgelost, al
vorens men met eenige kans op succes de
besprekingen over beperking der strijdmach
ten zou kunnen aanvangen.
De Vereenigde Staten staan zelf ook op
dit standpunt. Het wekte in de vergadering
dan ook sensatie, toen Hughes bij de formu
leering van zijn ontwapeningsvoorstel ver
klaarde dat dit voorloopig slechts van theo
retische beteekenis was, omdat de toepassing
pas mogelijk zou worden, wanneer het ge
vaar voorbij zou zijn.
Afgezien toch van de betrekkelijke waarde
van Hughes' voorstellen, zal het de vraag
zijin, of Japan in een dergelijke beperking
zal toestemmen, zonder dat voldoende waar
borgen worden gegeven ten aanzien van de
door dit land in het verre Oosten verkregen
rechten en belangen. Ook bestaat de moge
lijkheid, en in Amerikaanschs kringen houdt
men rekening daarmede, dat Japan de ont-
wapenigskwestie anel zal willen regelen, on
afhankelijk van de kweatie va» de Stille
Zuidzee. Daarom leggen de Amerikanen
reeds nadruk op de onschendbaarheid van
beide kwesties. Te* aanzien va» Enge
land geldt de vraag of door uitvoering van
deze voorstellen het evenwicht ln Europa niet
wordt verstoord, doordat Frankrijk en Italië
er bulten zijn gelaten. Frankrijk, dat te Land
er buiten zijn gelaten. Voor deze landen zou
de kwestie nader moeten worden geregeld.
Frankrijk, dat te land zooveel sterker
is, zou daardoor in een veel gunsti
ger positie komen. En gezien de ver
houding tusschen de 'beide landen der En
tente gedurende den Jaatsten tijd, is het zeer
waarschijnlijk, dat Engeland alleen (met de
verklaring door Briand btl de opening der
conferentie afgelegd- n.1. dat Frankrijk ook
met alle macht zal trachten de bewapening
te beperken, en diat Frankrijk het meest be
reid is te roepen „de wapens neder" 'geen
genoegen zal nemen. Indien cok in dit op
zicht geen- daad van Frankrijk wordt ge
vraagd, zal de keuze van Engeland ea slechts
moeilijker om worden.
Japa» 1» hef verre Oosten.
Het is wellicht niet ondienstig eens na te
gaan izij het dan ook in zeer ruwe trekken
welke positie Japan thans ln het Verre
Oosten inneemt, en 'hoe het die heeft ver
worven. De economische en politieke positie
,van Japan toch is van- nog (betrekkelijk jon
gen datum, terwijl het 'grootste deel er van
eerst in den laatsten tijd verworven werd!
Bovendien is deze -toenemende macht van
Japan het cardinale punt van de oonfe
rentie, en tevens het gevaarlijkste. Hier toch
staan de belangen van Japan en de Vereenig
de Staten recht tegenover elkander en wel
voornamelijk ten opzichte van Oh-lna. Reeds
lang is dit het geval. De Vereenigde Staten,
die zich te lang afzijdig hielden van de alge
meene politieke vraagstukken, kwamen te
laat tot de ontdekking, dat ook z ij belangen
INDIEN GEZOND, BLUF GEZOND.
Maak geen gewoonte ven het gebruiken
van geneesmiddelen. Als gij ziek rijt, hebt
gij waarschijniyk aaedieijïiea noodig. Maar
zoodra gij weder gezond z$t, dient gij met
het gebruik op te koude». Zorgzame ge
woonten, lichaamsoefeningen, eenvoudig
voedsel, goede ontlasting, ea geregelde, ver
kwikkende sleep dienen u gerend te houden.
Ondersoek u zalf. Ontwaaht ff t morgens
met een doffe, kloppende pijn te den rug?
Hebt gij blezen onder de oogen ea zijn uw
handen en enkele gezwollen? Is de urine be
wolkt, sanderig of brandend? Geschiedt de
Loozimg te veel of te weinig? Zijt gij moede
loos, altijd vermoeid, zonder lust of wils
kracht? Wordt gij duizelig na een poos ge
staan te hebben? Hebt gij last van rheuma-
fciek, spit of ischias?
Als gij „ja" meet antwoordt» #p eea van
deze vragen, is het bepaald noodig om een
speoteal niergeneesmiddel te nemen, en kunt
gij niet beiter doen dan onmiddellijk te begin
nen met Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Te Helder verkrijgbaar bij A. ton Klooster,
Keizerstraat 98, k t 1.36 po* dom.
FEUILLETON.
Naar hot Engelsch
van RUBY M. AYRE8
doer W. J. A. ROLDANUS JR.
41)
ti9? aan hem gedacht.
Ik vertelde hem het ongeluk met Rags.
„Joy zal je wel missen."
„Och, dat weet ik niet," zeide ik. „Zij heeft
zooveel kennisSen."
„Kennissen 1" herhaalde de oude Jardine
minachtend. „Heeft zij die? Nou ik weet het
zoo net niet. Vriendinnen heeft zij in geen
geval, daar wed ik wat om, daar is ze te
aantrekkelijk en te mooi voor; en wat de
mannen betreft
Hij haalde zijn breede schouders op.
Misschien wil jij wel een oogje op baar
houden," zeide ik gedwongen. „Zij mag Je
graag en ik weet zeker, dat ze het heel pret
tig zal vinden als je nu en dan eens bij haar
oploopt."
„Hum!" zeide de oude Jardine weer. En
dan vroeg hij: „Waar zit die schelm van een
vader van haar?"
„Ergens."
„Als ik mijn zin had, zat die kerel achter
slot en grendel. Hoe hij ooit aan zoo'n doch
ter gekomen is, mag de hemel weten!"
„Het is maar goed, dat sommige menschen
meer hebben dan zij verdienen.
„En duivels jammer, dat anderen een
heeleboel minder hebben," voegde hij er
scherp aan toe. „Maar ga je eigen gang maar
ga je eigen gang maar."
„Wat bedoel je toch in hemelsnaam?'
vroeg ik verbaasd.
De oude Jardine gichelde.
„Niets, mijn jongen, niets ga jij maar
in het zand zitten en in het zonnetje bakken;
ik zal wel een oogje op Miss Joy houden
tot je terug bent"
„Ik zal niet lang wegblijven*" aeide ik.
„Een week misschien -~>
Hij keek op.
„Een week geeft niets," zeide hij beslist.
„Het ia in ieder geval beter dan niets. De
dokter zei, dat zelf® een paar dagen beter
zouden zijn dan niets."
„O, ik daoht heelemaal niet aan den dok-
terl"
Ik wist niet waar hij voor den duivel wel
aan dacht, en ik ging vrij gemakkelijk weg.
Ik vermeed zorgvuldig naar het huis naast
ons te kijken, toen ik naar binnen ging,
maar ik had dat volstrekt niet behoeven te
doen, want Joy stond in de gang met Castls
te praten.
Zij keerde zich om, toen zij mij hoorde; sen
strak glimlachje speelde om haar lippen.
„Castle heeft mij verteld, dat u uitging,"
zeide zij. „Daarom kom ik afscheid nemen."
Castle verdween keukenwaarta.
,Moeten we in de gang blijven staan pra
ten, dat iedereen ons hooren kan?" vroeg
Joy scherp.
Zonder erop in te gaan, ging ik haar voor
naar de studeerkamer; zij volgde me en deed
de deur dicht met een smak, die mij sterk
aan Don herinnerde; dan zeide zij vrij
heesch:
„Waarom gaat u weg la het om mij?"
Ik geloof, dat het een van de moeilijkste
oogen/blikken was, toen ik daar zoo stond
en trachtte haar blik onverschillig te ont
moeten en mijn «tem tot voldoende vastheid
te dwingen om haar te kunnen antwoorden.
„Weggaan voor u? Natuurlijk niet. Hoe
komt u erop? Ik ga op advies van den dok
ter!" Hoe het mij mogelijk was die brutale
leugen uit te spreken, weet Ik nog niet, maar
zij liet er zich niet door misleiden.
„U gaat weg om mij, wat u ook zeggen
mag; ik weet het," zeide zij met een vreemd-
vlakke stem, waarin bijna geen uitdrukking
was. „Om wat ik gisteravond gezegd heb,
om wat ik zoo.dwaas was gisteravond
te zeggen."
Zij leek zoo op eea kind, zooals zij daar
stond, en ik zag, boe haar hand beefde, toen
zij die ophief, om den haarlok, die op haar
voorhoofd gevallen waa, weg te atrijken.
Ik liep de kamer door en ging tegen den
f schoorsteenmantel leunen; dat gaf me een
gevoel van grooter veiligheid.
Me bazelt, beate meid. Ik ga weg naar
Devonshire wat ik allang raa plan ge
weest ben. Als u het «aa dea dokte® wilt vra-
gen
Zij kwam een «tap naderbij; haar wangen
waren vuurrood en haar oogen bliksemden.
„Dat ia niet waar," seide zij heftig. „U
gaat weg om mij en omdat u bang bent hier
te blijven.Als Don hier nog was, zoudt
u er niet aan denkea naar Devonshire of
ergens anders heen te gaan.Haar «tem
beefde. ,Jk weet natuurlijk heel goed, dat
u mij een onmogelijk schepsel vindt; u vindt
dat ik ik dingen doe en zeg, die niemand
anders ooit zal zeggen of doe*. En ik weet
ook, dat ik het doe, maar het kan me niet
schelen, ik heb nooit iets ia mijn leven ge
had, dat ik werkelijk heel graag wilde, en
ik zal het nooit krijgen ook, tsnzjf 1 Zij
hield op en beet op haar lippen.
Na een oogenblik ging aij wse» voort: „U
hebt aan Don beloofd, dat o® mg aoudt
lott6Q
Het honend-spottende ln taa* «ts»'prik
kelde me tot een antwoord.
„Ik heb u gisteravond m$m vriendschap
aangeboden," zeide ik. „En a hebt die ge
weigerd; lederen keer, dat we sikaar zien,
schijn ik u boos te maks* sa u te ergeren.
Wanneer ik wegga J*
Woedt vervolgd.
COURANT
ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned 0 en W
ïndïö p. zeepost f2.60; id.p.mail en overige landen f4.20 Zondagsblad
rasp. f 0.5, f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad rosp. f 0.95, f 1.25, f 125 f160
Losse nummers der Courant 4 ct., fr. 'p. p. 6 ct.
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN i
20 et. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redae, tekst) 60 et.
Kleine adv. (gevr., te koop, te huur) v. 1—4 reg. 50 et., elke regel meer
10 ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 et. p. adr.
extra). Bew.-no. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% papierduurtetoesl.
Licht op
voor auto's en fietsen:
Dinsdag li Nor4.38 uur.
Woensdag 16 4.36
Zaterdagmiddag heeft president Harding
de conferentie te Washington waarop wel
heei de wereld het oog gevestigd houdt
geopend. In zijn openingsrede schetste Har
ding den aard der bijeenkomst als het resul
taat van het ontwaakte gewet en der twintigste
eeuwsdhe 'beschaving. De conferentie i® geen
bijeenkomst van overwinnaars, geen volken-
raad, welke tracht den menschelijken aard te
vervormen, doch eerder een bespreking van
vertegenwoordigers uit alle deelen der wereld
om de betere eigenschappen der menschheid
toe te passen, teneinde de f outen in- de inter
nationale betrekkingen tot een minimum te
rug te brengen. De conferentie is ook te be
schouwen als het uitgesproken verlangen van
de oorlogsmoede wereld, worstelend voor haar
herstel', om betere-betrekkingen onderling te
scheppen. Harding schetste dan de vernieti
gende gevolgen van den oorlog, door de
menschheid niet te rechtvaardigen, door God
niet te vergeven. Allen verlangen naar vrij
heid en recht, de een kan niet (bestaan zonder
den ander, beiden moeten het onbestreden
bezit der naties >zijn. Bij het overdenken van
de matielooze oorlogskosten en den voortdu-
renden last der bewapening verlangen alle
verstandige volken naar een wezenlijke be
perking van bewapening, in plaats van oorlog.
De honderden millioenen, die in vredestijd
betalen en in -oorlogstijd sterven-, willen de
uitgaven voor verwoesting veranderd zien
in middelen' voor opibouw.
Amerika verwelkomt de gedelegeerden der
andere landen irnet onzelfzuchtige -handen,
Amerika koestert -geen vrees, verdenkt geen
vijand, overweegt 'geen verovering. Tevreden
met wat het heeft, izoekt het niets van ande
ren, Amerika iwenscht alleen dat fijnere,
edelere te doen, wat 'geen enkele natie alleen
af kan. Amerika wenscht met anderen rond
de tafel van internationale overeenstemming
te izitten. Amerika wil de gedelegeerden open
hartig ontmoeten, noodigt hen uit tot samen
werking en biedt hun samenwerking aan. De
wereld eischt het ibesetf, dat geen genezing
mogelijk is zonder opoffering. Spreker be
doelt niet het afstaan van rechten, mindere
vrijheid of beperkte aspiraties. De trots be
hoeft niet te worden vernederd, de nationali
teit niet opgeofferd, maar spreker wil eerder
eenheid van geest, ten behoeve van minder
oorlogsvoorbereiding, meer genot van een
gelukkigen vrede. Indien fijnere gevoelens
ons niet noopten tot deze actie, zouden de
harde koude feiten en de welsprekendheid
van den economischen toestand ons dwingen
onize bewapening te verminderen. Tenslotte
zeide Harding: Ik verwelkom U niet alleen
vol goeden wil en met een hoog doel, maar
ook met 'groot vertrouwen; Ik hoop op een
overeenstemming, welke den vrede zal waar
borgen en den nadruk zal leggen op afspra
ken voor mindere lasten eni 'betere orde, welke
de wereld zullen kalmeer en.
Na president Harding kwam staatssecre
taris Hughes aan het iwoord. Hij wees op de
absolute noo'dzakelijkheid om de bewapening
te beperken.
Nadat het voorstel van Balfour om Hughes
tot voorzitter der conferentie te benoemen,
was aangenomen, namen de werkzaamheden
als het ware onmiddellijk een aanvang, door
dat Hughes direct een' plan tot ontwape
ning ter zee ontvouwde. Gezien de toestand,
waarin de Fransche en Italiaanische vloten
verkeerden, achtte Hughes het niet het juiste
oogenblik om te bepalen, welke -tonnenmaat
aan oorlogsschepen aan heide landen kan
worden toegestaan. De beperking moest dus
alleen betrekking hebben op de Engelscbe,
Japansche en Amerikaansche vloten. Te dien
aanzien stelde Hughes de volgende vier be
ginselen op: le. Alle groote schiepen van de
vlootprogramma's, hetzij voor dadelijk of voor
later ontworpen, worden opgegeven; 2e. men
zal geraken tot verdere beperking door een
aantal oudere schepen te schrappen; 8e. in
bet algemeen zal men rekening moeten hou
den met de bestaande sterkte van de vloten
der betrokken landen; 4e. de tonnenmaat van
de groote schepen zal dienen als maatstaf
voor de vloten en naar verhouding daarvan
zullen hulpschepen worden toegestaan.
Volgens het plan van- Hughes zou Enge
land den aanbouw van de vier nieuwe schep en
van het type „Hood" moeten staken en a-lle
tweede en eerste klas slagschepen -tot aan de
„George V"-klasse moeten afdanken. Japan
zou de plannen moeten -opgeven voor twee
slagschepen en vier slagkruisers, welke nog
niet op stapel zijn gezet, afstand doen van
drie groote slagschepen en vier slagkruisers
in aanbouw en van alle 10 dr-eadnoughts
tweede klasse. Voor de V-er. Staten schrapt
het plan 15 slagschepen in aanbouw en 15
oudere slagschepen.
Als programma voor de vervanging van
verouderde 'schepen Stelde Hughes voor in
de eerste tien jaar geen nieuwe groote sche
pen op stapel te zetten en het maximum ton
nenmaat, dat, zoo noodig, vervangen- mag
worden, te bepalen op 500.000 ton voor de
Ver. Staten, 500.000 ton voor Engeland en
300.000 ton voor Japan. In het tijdperk van
10 jaren zou de vervanging van 'groote sche
pen van 20 jaar oud, veroorloofd zijn-, terwijl
de bouw van schepen van- meer dan 35000 ton
ter vervanging van- een verouderd schip ver
boden zijn.
In tonnenmaat uitgedrukt komen de voor
stellen hierop neer, dat de Ver. Staten afzien
van- -een totaal van 845.740 ton, Engeland
van 580.000 ton en Japan van 450.000 ton.
Deze cijfers wekten aanvankelijk natuurlijk
beroering, maar weldra 'barstte de heele zaal
in luid handgeklap los en onder een druk
stemgegons kon men ternauwernood nog ver
staan, dat Hughes bovendien voorstelde in
de eerstvolgende 10 jaar geen enkel nieuw
schip te bouwen, geen enkel oud schip te
vervangen dan na twintig jaar dienst en het
aantal huipkruise-rs te beperken.
Een donderend bravo barstte los toen
Hughe-s zijn plaat® weer innam.
Zonder bespreking besloot men daarop
Garrett tot secretaris-generaal te benoemen
en vervolgens met algemeene stemmen om
twee commissies in te stellen, een van de vijf
groote mogendheden ter be-studeering van
de' beperking van bewapening -en een van
a-lle negen mogendheden ter bestudeering
van de vraagstukken van den Stillen Oceaan.
Hierop zou de vergadering uiteengaan, doch
van de tribune, welke gereserveerd was vo-or
de' leden van het congre's, klonk uit honder
den kelen: Briand 1 -en de Fransche ministerr
KEIZERSTRAAT 116.
HET ADRES voor Uw
40 °/o goedkooper dan elders.
2e. De (bjjtocmdere positie van Groot-Brit
tannië als eilandenmogendheid' zal worden
erkend in overeenstemmlns' met de formule,
a-mvaard door nrpsid'ent Wilson in 1919. Als
ïr'terangspun.t zal worden aangenomen, dat
Groot-Brittannië zijn machtspositie ter zee
moet behouden.
3e. iMet het -oog -o-p hun territoriaal, mari
tiem en politiek (belang en op grond' van de
lengte hunner kusten aan den Atlantischen
Ingezonden mededading.
Wees bLfj, als cf v*| rnfft va* veeeohijnse-
len tw nierswakts. Als g| as aan twijfelt,
kumotc F esters Jtanfcn Vlwan Pillen u
helpen. Dit geneeanMdat «taf* gasn ge
woonte-vorming.
Is niet van een merk voorziendit verbiedt de plaatsell|ke verordening. Het Is verkrijgbaar uitsluitend In z.g. luxe broodvormen,
als: Knip-, Strengel-, Snijder-, Weener-, Caalno-, (Sandwiches) en Busbrood, benevens dubbel en zacht gebakken korsten.
De eerstgenoemde soorten zijn aan den bovenkant bewerkt en dientengevolge gemakkelijk van Waterbrood te onderscheiden, dat altijd W T gemerkt la, ter voorkoming van verwarring en misleiding.
„Zeker een pension te Morgate," zeide ik
vrij boos. „Dank je wel! En praat er nou
maar niet verder over, anders ga ik heele-
maal niet/'
Zij lachte en ging kijken hoeveel schoone
boorden ik nog liad, terwijl ik den ouden
Jardine ging opzoeken.
Hij liep met fluweelen pantoffels en een
fluwel kalotje in zijn tuin op qn neer; ik
vond dat hij er vrij somber uitzag, ofschoon
hij wat opvroolijkte, toen hij mij zag.
„Zoo, zoo, en waar was je gisteravond?"
woeg hij.
„Waar was jij?" klonk mijn wedervraag.
„Ik ben den heelen avond thuis geweest en
heb je vergeefs gewacht."
Dat was niet volkomen waar, inderdaad had
,Jk heb weer een aanval van jicht gehad,"
antwoordde hij. „Niet erg, o neen, maar ik
ïi°v j,^00 maar beter om thuis te blijven.
Ik bad je wel gevraagd bij mij te komen,
maar ik wist niet of je ei lust ln zoudt heb
ben. En hoe is de jongen weggegaan."
„O, heel opgewekt. Ik heb vanochtend een
briefje van hem gehad."
„En de kleine Miss Joy?"
„Dat zal een vreeselijke slag voor haar
geweest zijn," zeide hij medelijdend. „Het
was een aardig, ja heusch, een heel aardig
dier."
„Ja." Ik schraapte mijn keel en zeide dan,
waarom ik eigenlijk gekomen was. „Ik ga
voor een paar dagen weg."
„Weg? Jij?" Hij keek mij aan. „Lieve he
mel!"
Ik keek hem met opzet niet aan. „Ik ga
naar Devonsbire," zeide ik. ,Jk ben in geen
jaren uit geweest en nu vind ik, dat ik het
nog maar eens probeeren moest. De dokter
heeft het me al zoo lang aangeraden."
„Uitstekend I Ik ben blij het te hooren
heel blij! Blijf zoo lang weg als je kan; het zal
je goed doen. Wanneer ga je?'
„Vandaag vanmiddag."
„Lieve hemel! Je laat er geen gras over
groeien I"
„Neen, ik vind het beter maar te gaan
nu het nog zulk mooi weer is."
„Hum. Goed!" Hij keek mij met zijn
vriendelijke, slimme oogen aan. „Amuseer je
maar; er is niets beters dan je te amuseerem,
wanneer je nog jong bent, mijn jongen."
Ik lachte somber.
„Daar ga ik niet voor," zeide ik. „En ik
neem het rustigste plekje, dat ik vinden kan,
en ga in het zand zitten en in het zonnetje
bakken."
Weer zeide de oude Jardine: „Humt" en
ik kreeg het onaangename gevoel, dat hij
vermoedde, dat er een heel andere reden
voor mijn plotseling vertrek was dan die,
welke ik hem medegedeeld had.
We liepen) zwijgend zijn tuintje rond, en
nog had ik nog niet alles gezegd wat ik wilde
zeggen; doch onbewust bracht de oude Jar
dine mij erop.