NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. C0STUUM en WINTERJAS, VOLHARDING'® VOL MELKBROOD No. 5480 DINSDAG 15 NOVEMBER 1921 49e JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 Intero. Telefoon 60 BUITENLAND. DE CONFERENTIE TE WASHINGTON. De opening. Hughes tot voorzitter ge kozen. Voorstellen van Hughes tot ver mindering van de sterkte der vloten van Engeland, de Vereenlgde Staten en Japan. Engeland aanvaard ln beginsel de voor stellen. Japan verklaard ze aannemelijk. De opening. Voorstellen van Hughes. Ingezonden mededeeling. E. GRUNWALD, president was gedwongen het woord t« voe ren. Op dezelfde manier werden nog een Japan ner en een Italiaan tot spreken gedwongen. Toen volgden de overigen vanzelf. Het was typisch, dat, ofschoon deze redevoeringen geheel buiten de agenda om werden gehou den, zoowel Briand als de Italiaan, de Japan ner en de Chinees een speech op papier klaar bij zich hadden. Slechts de Belg, de Nederlander en en de Portugees die ook allen nog spraken hielden hun speech voor 'de vuist. Dit alles werd van uit de tribune gediri geerd, een voor een waarnemer uit Europa allerzonderlingste manier van doen. De toespraak van Minister Van Karnebeek. De rede, die minister van Kamebeek na de opening der conferentie heeft gehouden, luidt als volgt: Mag ik op mijn beurt de ge legenheid gebruiken om de regeering der Ver. Staten namens Nederland's regeering, waarvan ik lid ben, te bedanken dat de uit- noodiging tot deelneming aan de beraadsla ging over het zoogenaamde Zuidzeevraag- stuk tot ons is uitgebreid? Nederland stelt deze eer op prijs en begrijpt de beperking welke de uitnoodiging bevat. Nederland is geen militaire factor meer in de we reldpolitiek en maakt ook geen aanspraak daarop, ofschoon de zinspreuk op het wapen van het Oranjehuis „Je Maintiendrai" ook het Nederlamdsch koloniaal rijk insluit. Ne derland's politiek is ten gunste van vrede en internationale samenwerking en zij zal alles steunen wat in deze richting mogelijk is. Laat mij u mededeelen dat het hart van Nederland's volk van hoop en vertrouwen klopt als het denkt aan de poging, die hier gedaan wordt. Wat het Zuidzee-vraagstuk betreft, Nederland bezit daar meer dan drie eeuwen territoriale rechten over een uitge strekt gebied en is verantwoordelijk voor de welvaart eener bevolking van over de vijftig millioen, genoeg dus om de diepte der be langstelling te kenschetsen, waarmede wij de beraadslaging dezer conferentie volgen. Als onze koloniale ervaring dienstig kan zijn voor het doel dezer conferentie, zijn wij gaar ne bereid die beschikbaar te stellen. Ik hoop dat de conferentie de wereld tot zegen zal strekken. Laat mij verzekeren dat Amerika's initiatief is gegaan tot het hart van Neder land's volk". Volgens een Havas-bericht uit Parijs, sou- den de door Hughes ingediende voorstellen berusten op de volgende principes: le. Groot-Brittannië, Japan en Amerika zullen bij' speciale conventie een overeen komst aangaan op de basis van beperking van bewapening ter 'zee,' terwijl zij daarbij de voorwaarden hunner respectievelijke veilig heid in acht nemen. Oceaan en -den Stillen Oceaan en de nood zakelijkheid tot handhaving van de Monroe- leer, hébben de V. 8. reden, om hun vloot te houden op de sterkte van die der machtigste zeemogendheid, nJk Groot-Brittannië. 4e. Bij speciale conventie zullen Groot- Brittannië, Japan en de V. 8. overeenkomen, geen vioolbouw te ondernomen gedurende een vast te stellen periode. Gedurende deze periode zal geen enkel schip -op stapel gezet worden, behalve voor vervanging van sche pen van verouderd type. Door definitieve voorschriften zal worden vastgesteld', wan neer een oorlogsschip als verouderd moet worden beschouwd. 5e. De zes slagkruisers die op het oogen blik door de V. 8. worden gebouwd, zullen worden afgebouwd en zullen iworden be schouwd als behoorende -tot de bestaande Amerikaansche vloot, die thans geen enkel schip van deze klasse bezit, terwijl Japan en Groot-Brittannië, evenals iedere moderne mogendheid, reeds een aantal dezer schepen hebben. 6e. Japan en de V. S. verplichten zich, hun respectieve aan den Stillen Oceaan gren zende 'gebieden niet van militaire versterkin gen te voorzien. 7e. Alle verouderde schepen 'zullen onmid dellijk aan de oontröïe der marine-departe menten worden 'Onttrokken. 8e. Er zullen waarborgen worden gegeven, dat geen enkele mogendheid koopvaardij schepen izal bewapenen om op 'die wijze vloot- versteiking mogelijk te maken. Ds beteeksnls der voorstellen. Van hoe ver strekkende beteekenis deze voorstellen ook voor den status in den Stillen Oceaan de nieuwe wereldzee ook mogen zijn, voor hen, die van de oonferentae te Washington een algemeene beperking der bewapening of zelfs een begin van alge meene 'Ontwapening verwacht mochten heb ben, brengen zij een zekere mate van teleur stelling. Immers Hughes' voorstellen beplei ten alleen beperking op maritiem gebied' en maken met -geen woord melding, dat ook het voornemen bestaat de strijdmachten te land evenzeer te beperken. Bovendien blijkt ook uit de beperking van deze voorstellen tot Engeland, de Ver-een. 8taten en Japan, dat hij -de oonferentie in de eerste plaats be schouwt als een aangelegenheid, die deze drie mogendheden betreft. Een vraagstuk, dat door Hughes tot nog toe eveneens (buiten beschouwing werd ge laten, is de kwestie van de d-uikbooten. Wel iswaar wordt het aantal hulpschepen bepaald door het aanta-l groote schep-en, doch- het is moeilijk aan te nemen, dat Hughes daaronder ook het aantal duikboot-en zou willen be grijpen. Vermoedelijk wordt dit overgelaten aan de commissies dis de Amerikaansche voorstelle» verke». Door het in de eerst© plaats aaaj vors» brengen van d© vlootbeperking, brengt Hughes feitelijk twee punten tegelijk in het geding. Weliswaar vermeldde de agenda als punt 1 „beperking van de bewapening", doch de algemeene opvatting van de gedelegeerden der verschillende -landien was, dat ln de eer ste plaats de politieke vraagstukken van de Stille Zuidzee moesten worden opgelost, al vorens men met eenige kans op succes de besprekingen over beperking der strijdmach ten zou kunnen aanvangen. De Vereenigde Staten staan zelf ook op dit standpunt. Het wekte in de vergadering dan ook sensatie, toen Hughes bij de formu leering van zijn ontwapeningsvoorstel ver klaarde dat dit voorloopig slechts van theo retische beteekenis was, omdat de toepassing pas mogelijk zou worden, wanneer het ge vaar voorbij zou zijn. Afgezien toch van de betrekkelijke waarde van Hughes' voorstellen, zal het de vraag zijin, of Japan in een dergelijke beperking zal toestemmen, zonder dat voldoende waar borgen worden gegeven ten aanzien van de door dit land in het verre Oosten verkregen rechten en belangen. Ook bestaat de moge lijkheid, en in Amerikaanschs kringen houdt men rekening daarmede, dat Japan de ont- wapenigskwestie anel zal willen regelen, on afhankelijk van de kweatie va» de Stille Zuidzee. Daarom leggen de Amerikanen reeds nadruk op de onschendbaarheid van beide kwesties. Te* aanzien va» Enge land geldt de vraag of door uitvoering van deze voorstellen het evenwicht ln Europa niet wordt verstoord, doordat Frankrijk en Italië er bulten zijn gelaten. Frankrijk, dat te Land er buiten zijn gelaten. Voor deze landen zou de kwestie nader moeten worden geregeld. Frankrijk, dat te land zooveel sterker is, zou daardoor in een veel gunsti ger positie komen. En gezien de ver houding tusschen de 'beide landen der En tente gedurende den Jaatsten tijd, is het zeer waarschijnlijk, dat Engeland alleen (met de verklaring door Briand btl de opening der conferentie afgelegd- n.1. dat Frankrijk ook met alle macht zal trachten de bewapening te beperken, en diat Frankrijk het meest be reid is te roepen „de wapens neder" 'geen genoegen zal nemen. Indien cok in dit op zicht geen- daad van Frankrijk wordt ge vraagd, zal de keuze van Engeland ea slechts moeilijker om worden. Japa» 1» hef verre Oosten. Het is wellicht niet ondienstig eens na te gaan izij het dan ook in zeer ruwe trekken welke positie Japan thans ln het Verre Oosten inneemt, en 'hoe het die heeft ver worven. De economische en politieke positie ,van Japan toch is van- nog (betrekkelijk jon gen datum, terwijl het 'grootste deel er van eerst in den laatsten tijd verworven werd! Bovendien is deze -toenemende macht van Japan het cardinale punt van de oonfe rentie, en tevens het gevaarlijkste. Hier toch staan de belangen van Japan en de Vereenig de Staten recht tegenover elkander en wel voornamelijk ten opzichte van Oh-lna. Reeds lang is dit het geval. De Vereenigde Staten, die zich te lang afzijdig hielden van de alge meene politieke vraagstukken, kwamen te laat tot de ontdekking, dat ook z ij belangen INDIEN GEZOND, BLUF GEZOND. Maak geen gewoonte ven het gebruiken van geneesmiddelen. Als gij ziek rijt, hebt gij waarschijniyk aaedieijïiea noodig. Maar zoodra gij weder gezond z$t, dient gij met het gebruik op te koude». Zorgzame ge woonten, lichaamsoefeningen, eenvoudig voedsel, goede ontlasting, ea geregelde, ver kwikkende sleep dienen u gerend te houden. Ondersoek u zalf. Ontwaaht ff t morgens met een doffe, kloppende pijn te den rug? Hebt gij blezen onder de oogen ea zijn uw handen en enkele gezwollen? Is de urine be wolkt, sanderig of brandend? Geschiedt de Loozimg te veel of te weinig? Zijt gij moede loos, altijd vermoeid, zonder lust of wils kracht? Wordt gij duizelig na een poos ge staan te hebben? Hebt gij last van rheuma- fciek, spit of ischias? Als gij „ja" meet antwoordt» #p eea van deze vragen, is het bepaald noodig om een speoteal niergeneesmiddel te nemen, en kunt gij niet beiter doen dan onmiddellijk te begin nen met Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Te Helder verkrijgbaar bij A. ton Klooster, Keizerstraat 98, k t 1.36 po* dom. FEUILLETON. Naar hot Engelsch van RUBY M. AYRE8 doer W. J. A. ROLDANUS JR. 41) ti9? aan hem gedacht. Ik vertelde hem het ongeluk met Rags. „Joy zal je wel missen." „Och, dat weet ik niet," zeide ik. „Zij heeft zooveel kennisSen." „Kennissen 1" herhaalde de oude Jardine minachtend. „Heeft zij die? Nou ik weet het zoo net niet. Vriendinnen heeft zij in geen geval, daar wed ik wat om, daar is ze te aantrekkelijk en te mooi voor; en wat de mannen betreft Hij haalde zijn breede schouders op. Misschien wil jij wel een oogje op baar houden," zeide ik gedwongen. „Zij mag Je graag en ik weet zeker, dat ze het heel pret tig zal vinden als je nu en dan eens bij haar oploopt." „Hum!" zeide de oude Jardine weer. En dan vroeg hij: „Waar zit die schelm van een vader van haar?" „Ergens." „Als ik mijn zin had, zat die kerel achter slot en grendel. Hoe hij ooit aan zoo'n doch ter gekomen is, mag de hemel weten!" „Het is maar goed, dat sommige menschen meer hebben dan zij verdienen. „En duivels jammer, dat anderen een heeleboel minder hebben," voegde hij er scherp aan toe. „Maar ga je eigen gang maar ga je eigen gang maar." „Wat bedoel je toch in hemelsnaam?' vroeg ik verbaasd. De oude Jardine gichelde. „Niets, mijn jongen, niets ga jij maar in het zand zitten en in het zonnetje bakken; ik zal wel een oogje op Miss Joy houden tot je terug bent" „Ik zal niet lang wegblijven*" aeide ik. „Een week misschien -~> Hij keek op. „Een week geeft niets," zeide hij beslist. „Het ia in ieder geval beter dan niets. De dokter zei, dat zelf® een paar dagen beter zouden zijn dan niets." „O, ik daoht heelemaal niet aan den dok- terl" Ik wist niet waar hij voor den duivel wel aan dacht, en ik ging vrij gemakkelijk weg. Ik vermeed zorgvuldig naar het huis naast ons te kijken, toen ik naar binnen ging, maar ik had dat volstrekt niet behoeven te doen, want Joy stond in de gang met Castls te praten. Zij keerde zich om, toen zij mij hoorde; sen strak glimlachje speelde om haar lippen. „Castle heeft mij verteld, dat u uitging," zeide zij. „Daarom kom ik afscheid nemen." Castle verdween keukenwaarta. ,Moeten we in de gang blijven staan pra ten, dat iedereen ons hooren kan?" vroeg Joy scherp. Zonder erop in te gaan, ging ik haar voor naar de studeerkamer; zij volgde me en deed de deur dicht met een smak, die mij sterk aan Don herinnerde; dan zeide zij vrij heesch: „Waarom gaat u weg la het om mij?" Ik geloof, dat het een van de moeilijkste oogen/blikken was, toen ik daar zoo stond en trachtte haar blik onverschillig te ont moeten en mijn «tem tot voldoende vastheid te dwingen om haar te kunnen antwoorden. „Weggaan voor u? Natuurlijk niet. Hoe komt u erop? Ik ga op advies van den dok ter!" Hoe het mij mogelijk was die brutale leugen uit te spreken, weet Ik nog niet, maar zij liet er zich niet door misleiden. „U gaat weg om mij, wat u ook zeggen mag; ik weet het," zeide zij met een vreemd- vlakke stem, waarin bijna geen uitdrukking was. „Om wat ik gisteravond gezegd heb, om wat ik zoo.dwaas was gisteravond te zeggen." Zij leek zoo op eea kind, zooals zij daar stond, en ik zag, boe haar hand beefde, toen zij die ophief, om den haarlok, die op haar voorhoofd gevallen waa, weg te atrijken. Ik liep de kamer door en ging tegen den f schoorsteenmantel leunen; dat gaf me een gevoel van grooter veiligheid. Me bazelt, beate meid. Ik ga weg naar Devonshire wat ik allang raa plan ge weest ben. Als u het «aa dea dokte® wilt vra- gen Zij kwam een «tap naderbij; haar wangen waren vuurrood en haar oogen bliksemden. „Dat ia niet waar," seide zij heftig. „U gaat weg om mij en omdat u bang bent hier te blijven.Als Don hier nog was, zoudt u er niet aan denkea naar Devonshire of ergens anders heen te gaan.Haar «tem beefde. ,Jk weet natuurlijk heel goed, dat u mij een onmogelijk schepsel vindt; u vindt dat ik ik dingen doe en zeg, die niemand anders ooit zal zeggen of doe*. En ik weet ook, dat ik het doe, maar het kan me niet schelen, ik heb nooit iets ia mijn leven ge had, dat ik werkelijk heel graag wilde, en ik zal het nooit krijgen ook, tsnzjf 1 Zij hield op en beet op haar lippen. Na een oogenblik ging aij wse» voort: „U hebt aan Don beloofd, dat o® mg aoudt lott6Q Het honend-spottende ln taa* «ts»'prik kelde me tot een antwoord. „Ik heb u gisteravond m$m vriendschap aangeboden," zeide ik. „En a hebt die ge weigerd; lederen keer, dat we sikaar zien, schijn ik u boos te maks* sa u te ergeren. Wanneer ik wegga J* Woedt vervolgd. COURANT ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.—, Ned 0 en W ïndïö p. zeepost f2.60; id.p.mail en overige landen f4.20 Zondagsblad rasp. f 0.5, f 0.75, f 0.85, f 1.25. Modeblad rosp. f 0.95, f 1.25, f 125 f160 Losse nummers der Courant 4 ct., fr. 'p. p. 6 ct. Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN i 20 et. p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombr. als redae, tekst) 60 et. Kleine adv. (gevr., te koop, te huur) v. 1—4 reg. 50 et., elke regel meer 10 ct. bij vooruitb. (adresBur. v. d. bl. en met br. onder no. 10 et. p. adr. extra). Bew.-no. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% papierduurtetoesl. Licht op voor auto's en fietsen: Dinsdag li Nor4.38 uur. Woensdag 16 4.36 Zaterdagmiddag heeft president Harding de conferentie te Washington waarop wel heei de wereld het oog gevestigd houdt geopend. In zijn openingsrede schetste Har ding den aard der bijeenkomst als het resul taat van het ontwaakte gewet en der twintigste eeuwsdhe 'beschaving. De conferentie i® geen bijeenkomst van overwinnaars, geen volken- raad, welke tracht den menschelijken aard te vervormen, doch eerder een bespreking van vertegenwoordigers uit alle deelen der wereld om de betere eigenschappen der menschheid toe te passen, teneinde de f outen in- de inter nationale betrekkingen tot een minimum te rug te brengen. De conferentie is ook te be schouwen als het uitgesproken verlangen van de oorlogsmoede wereld, worstelend voor haar herstel', om betere-betrekkingen onderling te scheppen. Harding schetste dan de vernieti gende gevolgen van den oorlog, door de menschheid niet te rechtvaardigen, door God niet te vergeven. Allen verlangen naar vrij heid en recht, de een kan niet (bestaan zonder den ander, beiden moeten het onbestreden bezit der naties >zijn. Bij het overdenken van de matielooze oorlogskosten en den voortdu- renden last der bewapening verlangen alle verstandige volken naar een wezenlijke be perking van bewapening, in plaats van oorlog. De honderden millioenen, die in vredestijd betalen en in -oorlogstijd sterven-, willen de uitgaven voor verwoesting veranderd zien in middelen' voor opibouw. Amerika verwelkomt de gedelegeerden der andere landen irnet onzelfzuchtige -handen, Amerika koestert -geen vrees, verdenkt geen vijand, overweegt 'geen verovering. Tevreden met wat het heeft, izoekt het niets van ande ren, Amerika iwenscht alleen dat fijnere, edelere te doen, wat 'geen enkele natie alleen af kan. Amerika wenscht met anderen rond de tafel van internationale overeenstemming te izitten. Amerika wil de gedelegeerden open hartig ontmoeten, noodigt hen uit tot samen werking en biedt hun samenwerking aan. De wereld eischt het ibesetf, dat geen genezing mogelijk is zonder opoffering. Spreker be doelt niet het afstaan van rechten, mindere vrijheid of beperkte aspiraties. De trots be hoeft niet te worden vernederd, de nationali teit niet opgeofferd, maar spreker wil eerder eenheid van geest, ten behoeve van minder oorlogsvoorbereiding, meer genot van een gelukkigen vrede. Indien fijnere gevoelens ons niet noopten tot deze actie, zouden de harde koude feiten en de welsprekendheid van den economischen toestand ons dwingen onize bewapening te verminderen. Tenslotte zeide Harding: Ik verwelkom U niet alleen vol goeden wil en met een hoog doel, maar ook met 'groot vertrouwen; Ik hoop op een overeenstemming, welke den vrede zal waar borgen en den nadruk zal leggen op afspra ken voor mindere lasten eni 'betere orde, welke de wereld zullen kalmeer en. Na president Harding kwam staatssecre taris Hughes aan het iwoord. Hij wees op de absolute noo'dzakelijkheid om de bewapening te beperken. Nadat het voorstel van Balfour om Hughes tot voorzitter der conferentie te benoemen, was aangenomen, namen de werkzaamheden als het ware onmiddellijk een aanvang, door dat Hughes direct een' plan tot ontwape ning ter zee ontvouwde. Gezien de toestand, waarin de Fransche en Italiaanische vloten verkeerden, achtte Hughes het niet het juiste oogenblik om te bepalen, welke -tonnenmaat aan oorlogsschepen aan heide landen kan worden toegestaan. De beperking moest dus alleen betrekking hebben op de Engelscbe, Japansche en Amerikaansche vloten. Te dien aanzien stelde Hughes de volgende vier be ginselen op: le. Alle groote schiepen van de vlootprogramma's, hetzij voor dadelijk of voor later ontworpen, worden opgegeven; 2e. men zal geraken tot verdere beperking door een aantal oudere schepen te schrappen; 8e. in bet algemeen zal men rekening moeten hou den met de bestaande sterkte van de vloten der betrokken landen; 4e. de tonnenmaat van de groote schepen zal dienen als maatstaf voor de vloten en naar verhouding daarvan zullen hulpschepen worden toegestaan. Volgens het plan van- Hughes zou Enge land den aanbouw van de vier nieuwe schep en van het type „Hood" moeten staken en a-lle tweede en eerste klas slagschepen -tot aan de „George V"-klasse moeten afdanken. Japan zou de plannen moeten -opgeven voor twee slagschepen en vier slagkruisers, welke nog niet op stapel zijn gezet, afstand doen van drie groote slagschepen en vier slagkruisers in aanbouw en van alle 10 dr-eadnoughts tweede klasse. Voor de V-er. Staten schrapt het plan 15 slagschepen in aanbouw en 15 oudere slagschepen. Als programma voor de vervanging van verouderde 'schepen Stelde Hughes voor in de eerste tien jaar geen nieuwe groote sche pen op stapel te zetten en het maximum ton nenmaat, dat, zoo noodig, vervangen- mag worden, te bepalen op 500.000 ton voor de Ver. Staten, 500.000 ton voor Engeland en 300.000 ton voor Japan. In het tijdperk van 10 jaren zou de vervanging van 'groote sche pen van 20 jaar oud, veroorloofd zijn-, terwijl de bouw van schepen van- meer dan 35000 ton ter vervanging van- een verouderd schip ver boden zijn. In tonnenmaat uitgedrukt komen de voor stellen hierop neer, dat de Ver. Staten afzien van- -een totaal van 845.740 ton, Engeland van 580.000 ton en Japan van 450.000 ton. Deze cijfers wekten aanvankelijk natuurlijk beroering, maar weldra 'barstte de heele zaal in luid handgeklap los en onder een druk stemgegons kon men ternauwernood nog ver staan, dat Hughes bovendien voorstelde in de eerstvolgende 10 jaar geen enkel nieuw schip te bouwen, geen enkel oud schip te vervangen dan na twintig jaar dienst en het aantal huipkruise-rs te beperken. Een donderend bravo barstte los toen Hughe-s zijn plaat® weer innam. Zonder bespreking besloot men daarop Garrett tot secretaris-generaal te benoemen en vervolgens met algemeene stemmen om twee commissies in te stellen, een van de vijf groote mogendheden ter be-studeering van de' beperking van bewapening -en een van a-lle negen mogendheden ter bestudeering van de vraagstukken van den Stillen Oceaan. Hierop zou de vergadering uiteengaan, doch van de tribune, welke gereserveerd was vo-or de' leden van het congre's, klonk uit honder den kelen: Briand 1 -en de Fransche ministerr KEIZERSTRAAT 116. HET ADRES voor Uw 40 °/o goedkooper dan elders. 2e. De (bjjtocmdere positie van Groot-Brit tannië als eilandenmogendheid' zal worden erkend in overeenstemmlns' met de formule, a-mvaard door nrpsid'ent Wilson in 1919. Als ïr'terangspun.t zal worden aangenomen, dat Groot-Brittannië zijn machtspositie ter zee moet behouden. 3e. iMet het -oog -o-p hun territoriaal, mari tiem en politiek (belang en op grond' van de lengte hunner kusten aan den Atlantischen Ingezonden mededading. Wees bLfj, als cf v*| rnfft va* veeeohijnse- len tw nierswakts. Als g| as aan twijfelt, kumotc F esters Jtanfcn Vlwan Pillen u helpen. Dit geneeanMdat «taf* gasn ge woonte-vorming. Is niet van een merk voorziendit verbiedt de plaatsell|ke verordening. Het Is verkrijgbaar uitsluitend In z.g. luxe broodvormen, als: Knip-, Strengel-, Snijder-, Weener-, Caalno-, (Sandwiches) en Busbrood, benevens dubbel en zacht gebakken korsten. De eerstgenoemde soorten zijn aan den bovenkant bewerkt en dientengevolge gemakkelijk van Waterbrood te onderscheiden, dat altijd W T gemerkt la, ter voorkoming van verwarring en misleiding. „Zeker een pension te Morgate," zeide ik vrij boos. „Dank je wel! En praat er nou maar niet verder over, anders ga ik heele- maal niet/' Zij lachte en ging kijken hoeveel schoone boorden ik nog liad, terwijl ik den ouden Jardine ging opzoeken. Hij liep met fluweelen pantoffels en een fluwel kalotje in zijn tuin op qn neer; ik vond dat hij er vrij somber uitzag, ofschoon hij wat opvroolijkte, toen hij mij zag. „Zoo, zoo, en waar was je gisteravond?" woeg hij. „Waar was jij?" klonk mijn wedervraag. „Ik ben den heelen avond thuis geweest en heb je vergeefs gewacht." Dat was niet volkomen waar, inderdaad had ,Jk heb weer een aanval van jicht gehad," antwoordde hij. „Niet erg, o neen, maar ik ïi°v j,^00 maar beter om thuis te blijven. Ik bad je wel gevraagd bij mij te komen, maar ik wist niet of je ei lust ln zoudt heb ben. En hoe is de jongen weggegaan." „O, heel opgewekt. Ik heb vanochtend een briefje van hem gehad." „En de kleine Miss Joy?" „Dat zal een vreeselijke slag voor haar geweest zijn," zeide hij medelijdend. „Het was een aardig, ja heusch, een heel aardig dier." „Ja." Ik schraapte mijn keel en zeide dan, waarom ik eigenlijk gekomen was. „Ik ga voor een paar dagen weg." „Weg? Jij?" Hij keek mij aan. „Lieve he mel!" Ik keek hem met opzet niet aan. „Ik ga naar Devonsbire," zeide ik. ,Jk ben in geen jaren uit geweest en nu vind ik, dat ik het nog maar eens probeeren moest. De dokter heeft het me al zoo lang aangeraden." „Uitstekend I Ik ben blij het te hooren heel blij! Blijf zoo lang weg als je kan; het zal je goed doen. Wanneer ga je?' „Vandaag vanmiddag." „Lieve hemel! Je laat er geen gras over groeien I" „Neen, ik vind het beter maar te gaan nu het nog zulk mooi weer is." „Hum. Goed!" Hij keek mij met zijn vriendelijke, slimme oogen aan. „Amuseer je maar; er is niets beters dan je te amuseerem, wanneer je nog jong bent, mijn jongen." Ik lachte somber. „Daar ga ik niet voor," zeide ik. „En ik neem het rustigste plekje, dat ik vinden kan, en ga in het zand zitten en in het zonnetje bakken." Weer zeide de oude Jardine: „Humt" en ik kreeg het onaangename gevoel, dat hij vermoedde, dat er een heel andere reden voor mijn plotseling vertrek was dan die, welke ik hem medegedeeld had. We liepen) zwijgend zijn tuintje rond, en nog had ik nog niet alles gezegd wat ik wilde zeggen; doch onbewust bracht de oude Jar dine mij erop.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 1