NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Zijden en Wollen Shawls,
HERMAN NYPELS,
S OWWtB ff 1 «M.7 M arifce laad6n f420 Zonda«sblad
Eerste Blad.
Alleen VOLHARDING's BESCHUIT VOLHARDING'# ZOET ROGGEBROOD^
49e JAARGANG
buitenland.
moderne keuze.
goedkoope prijzen.
HELDER.
FEUILLETON.
-
t-.y
COURANT
ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING-
Heldersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland f 2.-, Ned* O en W
r©»p. iuj/ f 75, f 0.85, f 1.25. Modeblad reap. f 0.95, f 1.25, f 1 25 f 1 60
Lowe nummera d*r Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct.
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
(Winter tij d.)
Maan Zon Hoogwater
Nov. op: ond.: op: ond.: v.m.:n.m.:
Zondag 20 a. 9.20 a. 11.31 7.31 3.59 11.1011.20
10.85
11.51
Maand. 21
Dinsdag 22
Woensd.23
Dond.d. 24 m. 1.8
Vrijdag 25 2.23
Zaterd, 26 3.39
0.7 7.33 3.5811.65—.—
0.38 7.35 3.57 0.10 0.50
1.6 7.36 3.56 1.20
1.34 7.37 3.55 2.35 3.20
2.0 7.39 3.54 4.— 4.45
2.29 7 41 3.53 5.15 5.50
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: fC. DE BOER Jr.. HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN
20 at. p. resrel (galjard)Ingez. meded. (kolombr. als redao. tekst) 60 et.
Kleine adv. (gevr., te koop, to huur) v. 14 reg. 50 ct., elke regel meer
10 ct. bij vooruitb. (adres: Bur. v. d. b'. en met br. onder no. 10 ct. p. adv,
extra)Bew.-no. 4 ct. Alle prijzen tijd. verh. met 10% paplerduurtetoesl.
Licht op
voor auto's en fietsen
Zaterdag 19 Nov4.30 uur.
Zondag 20 4.29
Maandag 21
DE CONFERENTIE TE WASHINGTON.
Het standpunt der Nederlandsche delega
tie. De ontwapening ter zee. De onder
zeeërs. De territoriale bewapening.
Frankrijk en Italië. Het voorstel van Chi
na. Een pessimistische beschouwing.
Wellg over de Japansche oogmerken. Spoe
dige verdaging?
Een uiteenzetting van Minister
Van Karnebeek.
Uit W ashington werd dd. Donderdag aan
het Hbl. gemeld:
Minister Van Karnebeek gaf aan de Ne
derlandsche persvertegenwoordigers de vol
gende indrukken: De Nederlandsche dele
gatie was aangenaam getroffen door de har
telijke ontvangst van officieele zijde en door
de organen der Amerikaansche openbare
meening. Ook de politieke indrukken zijn
gunstig. Zoowel bij de Amerikaansche regee
ring als bij de gedelegeerden der overige
groote mogendheden werd een eensgezind
heid gevonden, die het beste belooft voor het
welslagen der conferentie. Het Amerikaan
sche voorstel tot ontwapening en de ont
vangst van dat voorstel zijn daarvan het on
dubbelzinnig bewijs. Bovendien" werd een
juist begrip aangetroffen van onze bijzon
dere positie als groote koloniale mogendheid
in Oost-Azië. Deze gelukkige omstandighe
den zijn voor ons zeer bevredigend en bieden
gunstige vooruitzichten voor onze belangen.
Uitteraard zal de deelneming der delegatie
aan de behandeling der Zuidzee-quaesties
aan onze belangen evenredig zijn, met
inachtneming van de vriendschappelijke
betrekkingen, die wij met de betrokken
mogendheden onderhouden en wenschen te
handhaven. Intusschen is het duidelijk, dat
de politieke verhoudingen in Oost-Azië en
eventueel© wijzigingen daarin, ons land niet
onverschillig kunnen laten. Ofschoon er
grond is voor goede verwachting ten op
zichte dier verhoudingen, kan de conferentie
toch nog aan het beleid van alle partijen
hooge eischen stellen. Omtrent de taak, on
der de omstandigheden opgelegd, valt nog
geen uitsluitsel te geven. Maar daarentegen
dat zelfbewuste deelneming van Nederland
aan deze conferentie van het Verre Oosten in
overeenstemming is met onze positie als ko
loniale mogendheid, is het mogelijk, dat de
ondervinding, die wij als zoodanig kunnen
komenden' dö conferentle kan ten goede
Wat de quaestie der bewapening betreft,
spreekt het vanzelf, dat de vooruitzichten,
daaromtrent geopend, groote voldoening bij
Nederlandsche delegatie hebben gewekt.
Ofschoon het vraagstuk der bewapening ter
bespreking door de groote mogendheden is
gereserveerd, kan het belang der kleinere
mogendheden daarbij niet ovpr het hoofd ge
zien worden. Hetgeen toonaangevende staten
voor de vermindering van den bewapenings-
druk willen doen, kan overal slechts steun
en instemming vinden.
De ontwapening ter zee.
De onderzeeërs.
Naar uit Washington gemeld wordt is men
van meening, dat het verzoek van Japan om
het oorlogsschip „Matsoe" in dienst te mo
gen stellen en niet te moeten sloopen, toege
staan zal worden, te meer, daar het Ameri
kaansche plan daardoor in wezen niet zal
worden veranderd.
Het Engelsche standpunt betreffende de
auikbooten js nog niet verder uitgewerkt.
Hoewel uien aanneemt, dat Engeland gaarne
een algeheele afschaffing der onderzeeërs
zou zien, werd nog geen voorstel geformu-
leerd. rsaar bekend is, hebben de Engelsche
vertegenwoordigers zich tot dusverre be
paald, tot hei bepleiten van een verminde
ring der tonnenmaat van de onderzeebooten.
Omtrent de limiet die zij zouden willen stel
len wordt gemeld, dat zij vermoedelijk het
totaal zouden, willen bepalen pp 45.000 ton,
waarbij de booten niet grooter zouden mogen
zijn dan 250 ton.
Volgens een bericht uit Washington ech
ter zijn de Amerikanen niet genegen toe te
geven aan Engeland's verlangen om elk jaar
de vervanging van één schip toe te staan
Ook beweert Amerika, dat het behoefte heeft
aan een groot aantal duikbooten, wegens
ziin uitgebreide- kustontwikkeling. Het wil
alleen toestemmen in het opgeven van den
duikbootkruiser. Een andere moeilijkheid is
de behoefte van Engeland en Australië aan
kleine snelvarende kruisers.
De (Engelsche) Daily Chronicle voorziet
in eene bespreking van de conférentie te'
Washington de mogelijkheid, dat de
zeeën buiten de territoriale wateren een uit
gebreid neutraal gebied zullen worden, waar
in oorlogsaotie ongeoorloofd zal zijn. Dat zou
het noodig maken, dat een internationale po
litiemacht werd ingesteld ten einde den vre
de in dat zeegebied te verzekeren.
De territoriale bewapening.
Volgens een bericht van den correspon
dent van de Associated Press te Washing
ton, zijn de Vereenigde Staten niet van plan
een bepaald programma nopens de ontwape
ning te land in te dienen. Voor zoover men
weet is ook geen buitenlandsche delegatie be
reid een zoodanig voorstel te doen. Men
verwacht dat het vraagstuk der legers in
zijn geheel zal worden verwezen naar het be
wapeningen-comité. Daar de Ver. Staten en
Engeland geen voorstellen* hebben te doen
over hun eigen legers, zijn die twee landen
niet in de gelegenheid om concessies aan te
bieden, en ook wenschen zij niet het initiatief
te nemen tot voorstellen over de legers van
anderen.
Wat aangaat het geopperde verzoek van
Frankrijk om verzekeringen te mogen ont
vangen over waarborgen van den kant van
Engeland en de Vereenigde Staten tegen een
aanval door Duitschland die hoop is, naar
van gezaghebbende zijde wordt verzekerd, al
van tevoren verijdeld. De Ver. Staten zijn'
sterk tegen elk verdrag en elke overeen
komst welke de toeze'gging beoogt voor hulp
in zoo'n geval.
Frankrijk en Italië.
De Fransche en Italiaansche gedelegeer
den zullen vermoedelijk van de conferentie
Ingezonden mededeellng.
terugkeeren met een plan tot vloot.uit
breiding. Althans wordt uit Washington ge
meld, dat de Fransche en Italiaansche mari
ne-deskundigen tot de conclusie zijn geko
men, dat de resp. vloten eerder versterkt
dan beperkt dienen te worden!
Voegt men hierbij de reeds bij den aan
vang der conferentie door Briand verkondig
de meening, dat Frankrijk een der eerste na
ties zou zijn, die instemde met de leus „de
wapens neder".maar op het oogenblik
geen grooter leger had' dan strikt noodig is,
dan laat het zich begrijpen dat een blad als
de Daily Mail Frankrijk op de vingers wil
tikken. Het blad betoogt, dat de woorden van
Briand den indruk geven, dat Frankrijk zich
te Washington bevindt, om aan de ontwape
ning van de rest van de wereld mede te doen,
zonder echter zelf het voornemen te hebben
daartoe bij te dragen. Het blad begrijpt- de
Fransche gevoelens, maar een handhaving*
van de bewapeningen op de oude schaal geeft
geen waarborgen, zooals Frankrijk na 1870
geleerd heeft. De theorie: „wie den vrede
wil, bereide zich voor tot den oorlog" heeft
afgedaan.
Het Chlneesch voorstel.
Het voorstel van China, dat feitelijk neer
komt op een bescherming van. China tegen
de verschillende mogendheden, heeft de con
ferentie aan een beginpunt geholpen voor
zoover het de gevaarlijke vraagstukken van
het Verre Oosten en de Stille Zuidzee be
treft. Over het algemeen toch was men erg
huiverig om er aan te beginnen. Meer dan
een begin is het echter ook niet. Naar de
bijzondere corespondent van de N. Rott. Crt.
meldt, durft men blijkbaar de bespreking
hiervan nog niet- direct aan, omdat het zeer
goed mogelijk is, dat de conferentie op dezs
eischen van China reeds schipbreuk zou lij
den. De Japanners zoo meldt hij o.a. aan
zijn blad toonen zich in interviews niet
geheel en al afkeerig van de Chineesche
eischen, maar dat is ongetwijfeld slechts
taktiek. De Japanners spreken opmerkelijk
veel en moeten hoogst zenuwachtig zijn.
Prins Tokoegawa treedt zeer methodisch op.
Hij luistert pijnlijk nauwkeurig toe en slaat
even nauwlettend de andere afgevaardigden
gade. Hij maakt voortdurend aanteekenin-
gen, welke hij later weer zorgvuldig ver
scheurd, waarbij hij vaak de voorzorg neemt
om de snippers in zijn vestjeszak te steken.
BH al bet ondoorgrondelijke, dat men In de
kringen der conferentie aantreft, vindt men
de verwachting van een verrassing van Ja
pansche zijde, niet alleen ten aanzien van de
voorstellen in zake de Zuidzee, waarover
reeds van allerlei bij geruchte verluidt, maar
ook van taktischen aard. Men vreest de mo
gelijkheid, dat Japan zal voorst-ellen het
Zuidzee-vraagstuk ln het openbaar te behan
delen, wat Amerika onmogelijk zou kunnen
weigeren. Dit zou voor Japan groot voordeel
opleveren, omdat de Japanners in den Stillen
Oceaan beati possedentes zijn en Amerika's
aanvalskansen ln openbare vergaderingen
veel meer belemmerd zouden rijn. Doch dit
zijn alle klaarblijkelijk nog maar voorberei
dende overwegingen.
Ofschoon dus nog niet officieel besproken,
terwijl de behandeling op verzoek van Japan
zelfs eenige dagen is uitgesteld ten einde
het voorstel nader te onderzoeken, heeft
een hooge Britsche autoriteit ter conferen
tie reeds medegedeeld, hoe het standpunt van
Engeland ten opzichte van het Chineesche
voorstel was. Hij zeide: Brittannië hand
haaft het beginsel van de opendeur-politiek
en acht invloedssferen verouderd en onge
schikt. Hij voegde eraan toe, dat Engeland
geen voorstellen zal indienen ten aanzien
van een regeling der buitenlandsche oorlogs
schulden aan de Ver. Staten. -
Te Parijs zal men deze uitlating met wei
nig' genoegen vernemen. Van Fransche zijde
toch heeft men al veel moeite gedaan om een
kwijtschelding der oorlogsschuldea aan de
Vereenigde Staten te verkrijgen
Een pessimistische beschouwing.
Aan het slot van een serie artikelen in de
N. Rott. Crt. over de conferentie te Washing
ton, met als ondertitel „Vredes laatste troef"
zegt de blijkbaar in de Oostersche vraag
stukken goed georiënteerde schrijver:
Half October werd uit Tokio gemeld, dat
Japan inderdaad op de conferentie zou willen
voorstellen geen groote oorlogsschepen meer
te bouwen.
Blijven: de kleine schepen, de duikbooten
en de vliegtuigen, die volgens bekwame ma
rineautoriteiten de slagschepen reeds thans
als wapen onmogelijk hebben gemaakt.
Waar blijft de ontwapening? Zal men steeds
nieuwe wapenen vinden?
Het zou beter zijn wanneer men zich kon
vereenigen op een beperking van het politie
ke program. Doch daarover vernemen wij
niets. Integendeel.
Inderdaad staan er groote belangen op het
snel die Japan wil en tot dusver kan verde
digen. Zijn strategische positie op den Groo-
ten Oceaan is reeds zeer sterk. Door het be
zetten van de Duitsche Carolinen is het de
buurman der Philippijnen geworden, die
thans door een reeks van Japansche voor
posten van Amerika gescheiden zijn. Een
halve kring van eilanden-groepen in Ja-
pansch bezit slingert zich van Jokohama
Zuid-Oostwaarts tot ver voorbij Nieuw Gui-
nea. In dien kring liggen, van Japan uit: de-
Bonin-eilanden, de Marianen, Yap, Palaoe,
de Carolinen, de Marshall-eilanden en Dzja-
loet. De belangrijke stoomvaartlijnen Manila-
Hongkong en de kabel San FranciscoSjang
hai over Yap is in Japansche handen. De
Philippijnen, die aan Amerika geweldige
sommen hebben gekost, kunnen onmiddellijk
van hun basis afgesneden worden; Friedr.
Wencker acht ze voor Amerika een verloren
post.
De Internationale toestand heeft eenige
overeenkomst met die van voor 1914. Het mi
litair sterks Japan voelt zich, nu Engeland
het loslaat geïsoleerd. Doch es ie verschil:
eingekreiet ia het niet.
De wapenlast drukt het Japansche volk
stellig zeer zwaar en het voorbeeld in de ge
schiedenis is nog niet zoo oud, dat het onder
zulk een last zich vredelievend toonde. (Roo-
sevelt heeft in een brief aan den Amerikaan-
schen gezant te St. Petersburg, medegedeeld
in J. B. Bishops werk „Theodore Roosevelt
and hls time", er den nadruk op gelegd, dat
alle stappen tot de vredesonderhandelingen
te Portsmouth niet alleen geschiedt waren
met voorkennis en goedkeuring maar op na
drukkelijk verlangen van Japan. Dat was na
Japan's grootste overwinnig op de vloot van
Rodjestwenski. Echter hoopte het eilanden
rijk blijkbaar uit dien-vrede de voordeelen te
behalen, die den overwinnaar toevallen. Het
kon niet verwachten, met leege handen naar
huls te worden gestuurd. Het zou thans in
een oorlog grooter voordeel kunnen zien, ten
einde de bedreiging van Amerika voorlooplg
kwijt te raken en een voorsprong te winnen
op den weg naar zijn einddoehde hegemonie
op den Grooten Oceaan.
Alleen de gelukkige oplossing der Yap-
kwestie welke er soms zeer dreigend uitzag
is een lichtpunt. Een oplossing door vreed
zaam overleg is dan mogelijk. Doch dit ge
schil werd afgescheiden gehouden van het
volk in dezen „democratischen" tijd.
Ook voor het in 1914 reeds zwaar belaste
Duitschland een oorlog een allergevaarlijkst
experiment om er bovenop te komen. Het
keizerrijk meende nochtans dien sprong te
moeten wagen en het volk moest volgen. Ten
eeuwigen dage zal de volkomen ineenzak
king van de socialistische oppositie tegen de
oorlogsplannen een waarschuwing dienen te
blijven voor hen, die geloovsn in de macht
van het volk in dezen „democratischen" tijd.
Wat beteekent het volk in Japan? Het
heeft geen stem. De Rijksdag heeft nog min
der te zeggen dan de Duitsche had en de bui
tenlandsche politiek wordt nog steeds geheel
bepaald door de „genro", van wie de meer
dan 80-jarige maarschalk Jamagata nog al
tijd de krachtigste figuur is en achter wien
staan de machtige strijdvaardige clans van
Sjosjoe en Satsoema.
Zal het Japansche keizerrijk, dat alleen bij
de gratie dezer beide clans bestaat, voorzich
tiper zijn dan het Duitsche?
Voor Engeland wordt het dil-ema steeds
moeilijker en pijnlijker. Wellicht heeft deze
erkenning Lloyd Georgs gebracht op het
idee van een iüeuw internationaal „concert",
een EngeLsch-Japansch-Amerikaansch ver
bond.
In tijden van disharmonls srganiseeren de
dinlomaten een concert.
In het gebouw van den Volkenbond zou dit
concert een valschen klank geven, want ten
slotte loopt een samengaan van de drie
machtigste mogendheden toch op verdruk
king van anderen uit. Het staat op één liin
met Hoover's plannen tot het plaatsen van
China onder internationaal toezicht iets wat
aan Japan onvermüdelijk het overwicht, ja
de vrije hand zou geven in China, een plan
dus, dat in China zelf de orootst mogelijke
Ingezonden mededeellng.
NIER- EN BLAASSTEENEN.
Van de vele kwade gevolgen van' over-
tolli gurinezuur en nierzwakte is steenvor
ming in de nieren of blaas wel het meest
te duchten. Maar Foster's Rugpijn Nieren
Pillen hebben in zulke gevallen menig succes,
bereikt en tal van gevaarlijke op»ratiën voor
komen.
Spoedige behandeling is het best, en de
eerste verschijnselen moet zaen kennen. Een
pijnlijk gevoel in den rug, waarbij men be
hoefte aan steun heeft ter hoogte van de nie
ren, en vooral het voorkomen van op een
steenstof gelijkend bezinksel es. gruis in de
urine, terwijl de loozing ook met een bran
dend gevoel en pijn gepaard gaat, doet den
ken aan de mogelijkheid van steenvorming.
Steenen vormen zich vaak, als het urine
zuur aan afvoer door de nieren ontsnapt,
zioh laag na laag rond een ef andere kern
afzet en langzamerhand een harde, cement-
aohtige massa vormt, die voortdurend groo
ter wordt.
Slaat derhalve nooit waarschuwingen van
nierzwakte als rugpijn, urinekwalen, hoofd
pijn, duizeligheid, pijn in de gewrichten en
lendenen in den wind, maar bekamp het
kwaad onmiddellijk door een geregelde en
matige leefwijze, en met behulp van Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Dit geneesmiddel
heeft een scheidende werking op steenvor
ming en menigmaal kwam het voor, dat de
steen loskwam, verkruimde en in fijne, aand
achtige deeltjes werd afgevoerd.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Hel
der verkrijgbaar bij A. ten Klooster, Keizer
straat 98, 1.75 per doos.
Is xeer smakelijk en In voedingswaarde gelijk met twee dikke boterhammen en komt de gezondheid en spijsvertering zeer ten goede. Mag daarom aan geen ontbijt- of koffietafel ontbreken.
Naar het Engelsoh
van RUGBY M. AYRES
door W. J. A. BOLDANUS JR.
43)
„Daar ziet u niet naar uit," zeido zij
vriendelijk. „Ofschoon uw haar grijs begint
te worden, hebt u nog een jong gezicht." Zij
zweeg. „Mijn oudste jongen is vijf-en-der
tig," voegde zij er dan aan toe. Zij werd
nooit moe over haar zoons te praten. „Ik
hoop, dat u ze nog eens zult ontmoeten," zei-
de zij.
„Ik hoop het ook," antwoordde ik, „en
tevens dat u Don eens zult ontmoeten."
„Als ik dat doe, zal ik hem zeggen, dat
hij een gelukkige jonge man is."
- „Gelukkig?"
„Ja, omdat hij door u opgevoed is."
Ik lachte om haar vleierij en om het ge
sprek een 'andere wending te geven, zeide
ik, dat het, te oordeelen nara men etenstrek,
lunchtijd zijn moest, en raapte den kluwen
khakiwol, die als gewoonlijk een heel eind
weggerold was, op en we wandelden naar het
logement terug.
Een jong meisje ln een blauw katoenen
japonnetje kwam vootbij; zij deed mij een
beetje aan Joy denken, hoewel zH haar haar
nog in een vlecht droeg; ik keerde me om,
om haar na te kijken.
„Ik had zoo graag een dochtertje willen
hebben,," zeide Mrs. Ohoster, die ook om
keek. „Jongens zijn natuurlijk ook heel aar
dig, maar u kent het spreekwoord. Mr. Bu-
chanan: „Mijn zoon is mijn zoon tot hij zioh
een vrouw neemt." Ja, ik wou, dat ik* een
dochter gehad had, zij zou misschien een
goede vrouw voor u geweest zijn," voegde zll
er aan toe, terwijl zij mij met een ondeugen
de schittering in haar oogen aankeek.
Ik voelde, dat ik een kleur kreeg.
„Ik! O, ik zal nooit trouwen," zeide ik vlug.
„Mannen, die dat zeggeni, trouwen altijd,"
lachte zij. „Ik ben benieuwd of er nog brie
ven zijn „uit Frankrijk," bedoelde zij;
dat waren de eenige brieven, waar zij belang
in S'tol'Clo
Ik volgde haar ln het logement en beiden
bleven wij voor het brievenhekje staan.
„Een brief voor u, Mr. Buchanan." Zij
nam hem eruit en gaf hem aan mij; het
adres was geschreven door den ouden Jar-
dine en erop stond, onderstreept met een
dikke, zwarte lijn: „Dringend."
Ik ging weer naar buiten. Ik was bang om
den brief te openen) De oude Jardine zou
mij niet geschreven hebben, als het niet iets
betrof, dat werkelijk van belang was; en tot
mijn schande moet ik bekennen, dat mijn
eerste gedachte niet Don maar Joy gold. Zij
was ziek of verkeerde in moeilijkheden, daar
was ik zeker van, maar toch was ik niet voor
bereid op den werkelijken inhoud.
„Beste Buohanan, Ik heb reeds de afge-
loopen week telkens weer op het punt ge
staan om je te schrijven, maar ik was bang
je uitstapje te bederven. De quaestie is dat
ik mij bezorgd maak over de kleine Miss Joy.
Ik heb haar na je vertrek maar één keer ge
zien, en dat toevallig op straat. Zij scheen
er heelemaal geen lust in te hebben haar
tijd te verspillen om een praatje met' mij te
maken, zooals jij dacht, dat zij graag doen
zou, en na een paar opmerkingen over het
weer excuseerde zij zich onder voorwendsel,
dat zij naar dem trein moest. Haar manier
van doen trof mij zóó zeer, dat ik haar den
voleenden dag ging opzoeken, maar het huis
was gesloten; in ieder geval kreeg ik geen
gehoor. Castle wist niets, behalve dat Joy
heel veel scheen uit te ziin en dat ook ver
scheidene andere menschen vergeefs gebeld
hadden.
Dit is een week geleden gebeurd en sinds
dien ben ik tot de ontdekking gekomen, dat
zij bijna den geheelen dag te Heston bij de
vliegeniers is. AIS ik je minder goed kende,
zou ik aarzelen je dit alles te schrijven,
ik heb het nauwkeurig geïnformeerd en ik
ben bang. dat zij zich een beetje te vrii be
weegt! Drie dagen geleden heb haar een
briefje geschreven en gevraagd of zij bij mij
kwam theè drinken, maar zij heeft niet ge
antwoord en is ook niet gekomen. Wat moet
ik doen]? In zekeren zin voel ik mij verant
woordelijk voor het meisje, daar jij mij ge
vraagd hebt een oogje op haar te houden.
Ik kan je alleen aanraden terug te komen
en zelf een oogje in het zeil te houden.
Ik vroeg mij af wat hij zeggen zou als hij
wist, dat ik niets liever wilde dan wat hij
wilde en welk een onmogelijkheid het was.
Ik ging lunchen, mij volkomen bewust, dat
Mrs. Chesteris vriendelijk oogen mijn angst
reeds ontdekt hadden. Het zou mij heel wat
■waard geweest zijn als ik haar in vertrou
wen had kunnen nemen. Zij was juist do
soort vrouw om Joy onder haar moederlijke
vleugelen te nemen en voor haar te zorgen.
Ik was er zeker van, dat ze veel leek op de
vrouw van den ouden) Jardine.
Zou ik naar huis gaan of niet? Wat kon
lk doen als ik ging? Waarschijnlijk alleen de
dingen nog erger maken. Ik gebruikte den
ge/heelen middag om tot een besluit te ko
men, terwijl ik in den zonneschijn op den
dam zat en kleine kiezelsteentjes in de zee
gooide.
Hat was een prachtige dag en zonder het
zich telkens herhalend geratel van een ma
chinegeweer ergens ln den omtrek, zou men
nooit gedroomd hebben van den oorlog en
de daarbij behooremde ver schrikkingen.
Ik dadht aan Don en zijn opgewekte brie
ven. Hij had inij gevraagd ter wille van hem
op Joy te letten en dit was de manier, waarop
lk mijn belofte hield. Wat zou hij zeggen, als
hij het wist?
Ik stond op en wandelde langzaam naar
het logement terug. Mrs. Chester kwam juist
toen ik binnenging naar buiten.
„Ik ga vanavond naar de stad terug," zei
de ik.
„Zoo?" Zij glimlachte tegen/ me, alsof zij
alles begreep. „Ik wist, dat u tot een besluit
trachtte te komen," zeide zij. „Toch niets
ernstigs?"
„Ik hoop van neen."
Zij zocht in de zwartzijden tascfo, waarin
zij haar eeuwig breiwerk had, en haalde er
een kaartje uit.
„U kunt mij altijd aan dit adres vinden,
wanneer ik u met iets van dienst kan ziin",
zeide zij.
en ging naar boven om mijn koffers te pak
ken.
Ik stak het kaartje dankbaar in mi|n zak
Nu ik «eenenaal tot een besluit gekomen
was. voelde ik hoe de gedachte weer naar
huis te gaan mij op de meest absurde wijze
opwond, of moet lk eerlijk zijn en bekennen,
dat het feitelijk de gedachte was Joy te zul
len zien?
Hoe zou zij er uit zien? Welke Je^on zou
zij dragen? Zou zij blij rijn mij weer terug
te zien? Ik stelde me onze ontmoeting op een
honderd verschillende manieren en plaatsen
voor. Misschien zou zij haar hoofd over de
.heining steken en mij aankijken, zooals zij
het den eersten avond gedaan had. Misschien
zou zij mij op straat tegemoet komen! Alle
maal dwaze veronderstellingen, gezien het
feit, dat ik pas om middernacht thuis kwam
en zij van mijn komst niets wist.
Er was om zes uur ©en trein, dien ik nam;
het was een gloeiend heete dag maar des
niettemin voelde ik me als een schooljongen,
die met vacantie naar huis gaat, en aan de
reis scheen geen eind te komen.
Het was tien uur toen wij Beddington be
reikten en in een hansom doorkruiste ik Lon
den om te zien dat lk aan het King s Cross
station een half uur moest wachten voor de
trein vertrok.
Wat vervloekte ik dat halve uur. De kans
om dien avond Joy nog te zien werd aan
merkelijk kleiner, want nu zou ik pas na
middernacht aankomen en tot den volgen
den ochtend moeten wachten rooi ik haar
zag.
Maar ik had mij die vervloekingen kun
nen besparen, want toen ik onze straat in
kwam, werd de zomerhitte van den naoht
verbroken; door het schorre geluid van een
grammophoon en een koor van stemmen;
en voor ik bij het huls der Lamberta was,
wist ik, dat daar zoo luidruohtig feest werd
gevierd.
Weidt vervolgd.