HELDERSCHE COURANT
Tweede Blad.
VAN DINSDAG 6 DECEMBER 1921.
HET PROVINCIAAL
WATERLEIDINGBEDRIJF.
II.
liet was op 12 Maart 1919, dat Gedeputeer-
ataten 11a lange onderhandelingen en ge
zette voorbereiding met een voordracht tot
de Staten kwamen, waarin zij voorstelden cle
Alkmaarscthe en Zaanache Waterleidingen
over te nemen en een Provinciaal Waterlei
dingbedrijf (P. W. N.) te stichten.
Na te nebben herinnerd, hoe de provincie
reeds aanhoudend steun verleende voor het
onderzoek naar de heste wijze van drinkwater
voorziening hier en elders, zeggen Gedepu
teerde Staten in die voordracht o. m.:
„Blijkt daaruit reeds voldoende, dat de
behartiging van dit belang ook naar Uw
oordeel geacht kan worden tot de taak van
de Provincie te behooren, naar ons gevoe
len zal deze met maatregelen in den geest
als de bovenvermelde niet kunnen vol
staan en zal zij, waar mogelijk, zelve, even
als op het terrein der electriciteitsvoorzie-
ning geschiedt, daadwerkelijk moeten op
treden, ten einde te 'bewerkstelligen, dat,
voor zoover zulks practisch mogelijk zal
'blijken, ook het platteland van ons gewest
eerlang ln het genot van eene behoorlijke
drinkwatervoorziening wordt gesteld".
Naar het oordeel van Ged. Staten mag even
min als met betrekking tot de voorziening
met electrischen stroom is geschied, een toe
stand bestend.gd blijven, waarhij de - inter
communale watervoorziening tep plattelande
in handen is, hetzij van particuliere onderne
mingen, die alleen op hun winst letten, hetzij
van gemeentebesturen, die uiteraard alleen
om haar eigen ingezetenen denken en niet
anders buiten hun gebied leveren, dan wan
neer dit voordeel, althans geen nadeel1 biedt.
Dat dit verschijnsel zich zelfs voordoet in
één gemeente, bewijst de onze, die tot op den
huldigen dag de financiëele risico van de
waterlevering ka Koegras niet heeft aange
kund.
Ook daarom is, zooals wij het zien, het be
sluit van den Raad, om het verdere water van
het P. W. N. te betrekken, uitstekend, omdat
Koegras nu zelf ook een kans krijgt. En een
kans, die, als 't op de provincie moest wach
ten, nog w-e-1 lang een kans zou blijven.
De Raad werd wel voor een plotselinge be
slissing gesteld; doch dit was -niet de schuld
van het Gemeentebestuur, maar uitsluitend
een gevolg hiervan, dat in de Winterzitting
der Prov. Staten de credieten voor deze wer
ken moesten worden aangevraagd, iets dat,
ware het nu niet geschiedt, weer een half
jaar later pas kan gebeuren.
Op de eerste suppletolre begrooting voor
1.922 van het P. W. N. voorkomende op de
igendai der Statenvergadering van 6 Dec.,
dus vandaag, komt dan ook nu een post van
375000 voor tot het leggen van een „Buis
leiding van Schoorldam naar Helder en uit
breiding, enz.'enz., ten behoeve van de water-
levering aan Helder".
's Raads beslissing was dus, naar we inee
n-en, een g?ede en we kunnen het niet juist
vindeft. dat de twee Christen-democraten aan
deze beslissing niet wilden meêwerken.
De zaken waren door B. en W. vrij zeker
wel goed voorbereid -en wat meer vertrouwen
in dat College ware zeker op zijn plaats ge
weest.
De vraag zal bij velen opkomen, waarom
neemt de provincie de geheele Helderscbe
Waterleiding niet over.
Dit onderwerp is zoowel ln het Ooilege van
Ged. iSt. als in de Statenzlttlng van 1919 ter
sprake geweest; Maar aan een bestaand be
drijf, dat ternauwernood zijn eigen gebied
kan bedienen, heeft een provinciaal bedrijf
niets, waar die juist de verdere gebieden moet
voorzien.
Men zou bier kostbare -uitbreidingen van
de pTise d'eau moeten maken, die nóch te
Wijk aan Zee, nóch te Bergen noodig zijn (de
bestaande bronnen van waaruit heel Noorder
kwartier bediend kan worden) en ter voor
ziening van de Noordelijke gemeenten kost
het evenveel, of men een buisleiding uit Ber
gen naar het Noordon dan wel een uit Helder
naar het Zuiden toe aanlegt.
Zoodat hetgeen nu geschiedt is, wel d#
beste oplossing leek. Ook hierom, waar de
gemeente thans zelf ln de hand heeft, het
eigen bedrijf stil te leggen, wanneer haar dit
noodig voorkomt.
De werken, die nu door de provincie moe
ten worden aangelegd, zouden niet zoovH
grooter zijn. Indien de gemeente het geheele
bemoodiede kwantum water van het P. W. N,
zou hebben genomen.
Op den duur kan dus nu preciesworden
nawsraan, of het- voordeeliger blijft, het -eigen
bedrijf te handhaven of niet.
Dit zal o^k afhangen van de ontwikkeling
van het P. W. N. Gaat deze normaal, dan kan
ou den duur de prijsregeling wellicht zóó' bil
lijk worden, dat het eigen bedrijf er niet lan
ger tegen op kan.
•Dat ln No->rdbolland de watervoorziening
in haar geheel is aangepakt, is een daad van
groote beteekenis en alleen op juiste waarde
te schatten, indien over een aantal jaren de
b°woners der provincie allen van goed water
zijn voorzien.
Natuurlijk zijn er ook op dit gebied weer
kleinmoedigen. die met de niet te beste resul
taten van het P. E. N. voor oogen, liever niets
deden.
Maar als ergens stilstand achteruitgang be
tekent. is het hier en we zouden haast zeg-
ren. dat. indien we nog moesten -beginnen
én met de electriciteitsvoorziening èn met de
waterlevering, wij de laatste het meest urgent
zouden achten.
Een goede watervoorziening is met recht
een algemeen belang, omdat het een stuk
volksgezondheid van grooten omvang 'be
ter kent.
En waar de provincie niet dan noode er toe
overgaat, om uit hare kas de tekorten van het
electrio/teitsbedrijf te dekken, daar kan zü
dat. Indien het noodig ia. voor de watervoor
ziening met gerustheid doen.
Dat 't platteland goed drink- en werk water
^rijgt, is voor de steden haast nog van meer
belang dan voor de betrokkenen zelf.
En indien die voorziening, die -bevordering
ler gezondheidsbelangen offers vraagt, dan
zijn de steden zeker bereid, daarin hun aan
deel in den vorm van provinciale belastin
gen te dragen.
Dit is in de jongste winterzitting der Sto
ten door den heer Wibaut nog eens duideliijk
gezegd in antwoord op ibezuinigingsredevoe-
ringen der heeren Bomains en Michielse.
„Bezuiniging", aldus Wibaut ongeveer,
„goed! maar op het gebied der Volksgezond
heid dient met redelijken spoed te worden
voortgegaan. Geen zuinigheid, die de wijs
heid bedriegt".
We zijn het hiermede geheel eens. Een
gezonde bevolking is op zichzelf een kapitaal,
en wie hier bezuiniging wil, trekt zich van-
het platteland niets aan en moest zelf dezen
corner daar maar eens eenige maanden heb
ben gewoond, om te ondervinden, op welke
w;jze men daar in een eenvoudige behoefte
alswater moet voorzien.
De Staten hebben het.in 1919 gelukkig zoo
ingezien en ook in hun nieuwe samenstelling
aarzelen zij niet, (zelfs nu nog niet)", om door
te zetten.
Onder leiding van den hoogst bekwamen
directeur, den heer v. Oldenborgh, voorheen
directeur van het Rijksbureau voor Drink
watervoorziening, ook hier ter plaatse geen
onbekende, wordt stelselmatig het provinciaal
waterleidingnet uitgebreid.
Van elke gelegenheid, die het bedrijf ten
nutte kan komen, wordt daarbij partij ge
trokken en zoo hebben de gemeente
Helder en het P. W. N. elkaar óók gevonden,
waarbij tenslotte overeenstemming is bereikt
omtrent beiderlei belangen.
Helder, 4 Dec. 1921. M.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Hr. Ms. „Zeeland".
Hr. Ms. Zeeland passeerde 6 December
Kaap d'Agatha.
Mr. Ms. „De Zeven Provinciën".
Hr. Ms. De Zeven Provinciën is Decem
ber Straat Gibraltar gepasseerd.
Tweede Kamer-verkiezing.
De Kamerkieskringfederatie Helder van
den V.-D. Bcnd heeft Zondag te Alkmaar in
een algemeen» vergadering na mr. Mar-
chant, die op de lijsten van alle kieskringen
No. 1 wordt geplaatst, als No. 2 aanbevolen
mevr. ItalliaVan Embden.'lid van den ge
meenteraad te Leiden. Voor de plaatsen 8,
4, 5 en 6 worden aanbevolen de aftredende
Kamerleden: Oud, Ketelaar, Teenstra, Van
Beresteijn. Voor de plaatsen 7, 8, 9 en 10
zullen de lijsten in de kieskringen Helder,
Ajnsterdam en Utrecht bij opvolging van
het advies van het hoofdbestuur gelijk zïjn.
De •vergadering beval daarvoor aan de hee
ren Kooiman te Purmerend en ds. Spaarga
ren te Aardswoud. De heer Kooiman wenscht
geen candidatuur. te aanvaarden. Dte afdee-
lingen zullen omtrent de nummers 7, 8, 9 en
10 nader worden geraadpleegd.
De stranding van de „Heferö".
Woensdagmorgen, 30 November, om
streeks 9 uur, kwam alhier het bericht in,
dat op de Zuiderhaaksgronden een groot
stoomschip gestrand was; dat om assistentie
vroeg. Aanstonds vertrokken eenige stoom
schepen van het Bureau Wijsmuller om te
trachten het vaartuig af te brengen en de
lading zoo mogelijk te bergen. Ook de zee
lichter „Albatros" en het st-oombergings-
vaartuig „Dolfijn" vertrokken naar de plaats
der stranding. Het schip was een groote
Noorsche boot, genaamd „Heferö" (ten on
rechte vermeld als „Huftero") en bleek ten
gevolge van den mist uit den koers te zijn
geraakt. Dat de kapitein den koers geheel
kwijt was, bleek wel hieruit, dat hij, mee-
nende in de buurt van IJmuiden te zijn, naar
deze plaats om assistentie geseind had. Het
stoomschip had -een kostbare lading maïs en
stukgoederen aan boord.
Aanstonds werd met den 'gezagvoerder
een bergingsoontract gemaakt op de basis
van het „no cure no pay", en vier groote
sleepbooten van de firma Wijsmuller wer
den aan het zeer gevaarlijk Ln de Haaks-
gronden vastzittend stoomschip vastgemaakt.
Het gelukte niet het schip vlot te krijgen,
ook niet, toen inplaats van vier, acht booten
ter hulp waren gesneld1. Bij het eerste be
richt van zoo'n stranding gaan steeds een
menigte vletterlieden zeewaarts, in de hoop
aan de zaak een daggeldje te verdienen. Zoo
ook bij de „Heferö": vele vlotjes krioelden
rondom het groote schip, dat onbewegelijk
vastzat en bleef zitten. Het was bitter koud
op zee, en onder de toch door wind -en weer
geharde visschers werd zeer geleden. -Me
nigeen hield het niet uit en moest ziek aan
den wal worden gebracht.
Niet minder dan - acht tijden uit den
aard der zaak kan het bergingswerk alleen
bij hoog getij plaats hebben duurde deze
.arbeid. Er kwam niet de minste beweging
in den kolos, in weerwil van het overboord
werpen van 700 h 800 ton maïs. Het schip
zelf leed veel; zware ijzeren nagels bogen
als veertjes krom; af en toe hoorde men
doffe geluiden als het 'Schieten van infan
terie. Ongeveer 60 ton van de lading kon
worden geborgen; toen moest men het,werk
staken, daar de zee en de -sterke stroom alle
verbindingen afknapte. Uren en uren zaten
daar, in kleine, open vletj-es, de menschen,
van wier vaartuigjes zelve ook tuigage en
ander gerief wegsloeg, en die nu en dan
door de been en weer varende „Assistent"
en e*en stoombotter werden afgelost.
Zaterdagmiddag1' gelukte het acht- sleep
booten, t. w. de „Jacob van Heemskerk", de
„Zeeland", de „Gelderland", de „Friesland",
de „Brabant", de „Cycloop" en de „Nestor",
de „Heferö" vlot te krijgen. Deze acht boo
ten hadden gezamenlijk -een capaciteit v-an
7400 P.K. De Noor had tamelijk erge averij
en werd naar IJmuiden gesleept. In tot-aal
waren voor het afbrengen 170 man noodig;
voor zoover zij zich niet aan boord van de
-acht sleepbooten bevonden, moesten zij zien
met hun vletten, waarvan er verscheidene
beschadigd waren. door. het in en hij de ha
ven van Nieuwediep zich bevindende ijs -te
scharrelen en zoo hun haard en huis weer
op te zoeken.
Van de lading maïs is slechts 70 ton ge
borgen; het grootste deel moest, zooals wij
zagen, over boord geworpen worden.
St. Nicolaas lil den R. K. Volksbond.
Het St. Nicolaasfeest, aangeboden door het
Dames-comité aap, de kinderen van 5—10
jaar van de leden van den Volksbond, werd
Zondag 4 December, 's nam 4 uur, gevierd
en bijgewoond door 850 kinderen.
St. Nicolaas en zijn pikzwarten knecht lie
ten even op zich wachten en gedurende dat
wachten werden de kleinen onthaald en be
zig gehouden door het ten gehoore brengen
van een paar kinderlijke voordrachten, waar
onder er een was, die door 4 kleuters zeer
aardig werd vertolkt.
Eindelijk deden de Sint met zijn knecht
hun intocht, begroet door het hoerageroep
uit de kinderkeeltjes.
Na een rondgang door de zaal, namen zij
plaats op het podium. De Sint verontschul
digde zich, dat hij wat laat was. Het vlieg
tuig, waarmede hij van Spanje was geko
men ,had een beetje pech gehad en op het
vliegkamp-bootje van De Mok was hij bijna
bevroren, zoodat hij en Piet eerst ontdooien
moesten.
Toen begon de pret. Een paar kleuters
moesten bij de Sint komen, de een om ge
straft, de andere om beloond te worden. De
vreugde steeg ten top, als Pieterknecht ex-
een in den zak stak of met de roe een ander
er 5 op den broek gaf.
Ten slotte kregen de kinderen allen een
souvenir van St.'Nicolaas, elk naar zijn
leeftijd en bij het naar huis gaan werd aan
hen nog een tablet chocolade uitgereikt en
gingen de kleintjes opgewekt met vader of
moeder naar huis, om daar te vertellen van
xen goeden Sint en van zijn wel zwarten,
maar toch niet zoo kwaden knecht.
Theosofische Vereeniglug
W. B. Fricke—Loge.
Donderdagavond a.s. te 8 uur in de boven
zaal van hei. café van den heer van Weelde,'
Koningsplein, zal de heer Th. F. Vreede een
voordracht houdea over' de verhouding
en betrekking, die er bestaan tusschen
Nederland èn Indië. Zoo iemand, dan
is de heer Vreede, die lid van den Volks
raad (de Indische Tweede Kamer) geweest
is, bevoegd en bekwaam het onderwerp
„Nederland en Indië" bij ons te leiden. Velen
in onze gemeente zijn öf zelf in den Oost ge
weest öf onderhouden daarmede betrekkin
gen; het zal voor hen dus dubbel belangwek
kend zijn, de voordracht bij te wonen. Maar
ook anderen wekken wij hierbij op, naar den
heer Vreede te gaan luisteren.
Waar in dezen tijd „zelfbestuur", „zelf
beschikkingsrecht", „rassen-verbroedering"
geen holle leuzen meer mogen worden ge
noemd, maar daarentegen voor iederen diplo
maat, iederen econoom, iederen koopman on
derwerpen van ernstige overdenking opleve
ren, waar iedereen begint in te zien, dat in
dezen tijd van intens wereldverkeer een we-
derzijdsche afhankelijkheid van avond- en
morgenland niet kan worden geloochend,
daar is de rede van den heer Vreede, hoe
men ook van binnen tegenoevr rassen-ver
broedering gestemd zij, zeker „up to dat»".
Men ga hem dus hooren!
Wij verwijzen voorts naar d# in dit blad
voorkomende advertentie.
De „Esona".
De „Esona", die tot het laatst toe den dienst
heeft volgehouden, heelt tengevolge van de
strenge vorst Maandag den dienst moeten
staken. De laatste reis, die de boot van Am
sterdam naar Nieuwediep gemaakt heeft,-
duurde niet minder dan 20 uren: Zaterdag
morgen half tien van Amsterdam vertrokken,
kwam de boot Zondagmorgen half zes hier
aan.
Bij doorgaand dooiweer wordt d» dienst
zoo spoedig mogelijk hervat.
Rectificatie.
In ons onderschrift op het stukje van den
heer W. van Iterson, leider der Mandoline
club „Arö et Labor" (Held. Ort. 8 Dec.) z^n
eenige zinstorende drukfouten binnengeslo
pen, waarvan wij er een willen herstellen.
Wij schreven: dat zelfde publiek is echter
muisstil" enz,, waarvan de zetter maakt»
„ruimschoots".
De Dultsche uitverkoop en haar slachtoffers.
•In een derde artikel beschrijft de heer
Brusse, in de „N. Rott. Crt.", zijn ervarin
gen bij zijn onderzoek aan de grens. „Ik
waagde het", zoo schrijft hij, „mijn lidht te
gaan opsteken in een 'kantoor van Duitsche
■douane-beambten, van wie ik de schriklba-
rendst» verhalen gehoord heb over het af-
snauwen en intimiaeeren van het publiek,
wier handbagage zij moeten oontroleeren.
Hoe zeer de schrik voor hen erin zit onder
de reizigers, had ik ervaren, toen ik daar in
de buurt aan een halte de tram ingestapt
w-as. Onmiddellijk legde een klein gezelschap
Nederlanders de koffers en tasschen op de
banken voor mij open, en verzekerde mij met
dringende stelligheid, dat zij heiisch niets
in hun zakken hadden. Zij hadden mij
ik was er maar matig -door gevleid aan
gezien voor een Duitschen grenswachter.
Toen ik nu op het douanekantoor mijn
hoofd voor 't luikje vertoonde en aanklopte,
verroerden de beambten zich niet. Ik wacht
te dus geduldig; klopte weer. Nu keken zij,
gehinderd, even om, en rookten naarstig
verder. Ik klopte ten derden maleEin
delijk kwam een hunner overeind, mikte
nijdig 't luikje open, trok een gezicht of hij
mij bijten wilde, en maakt» een ontstellend
grommend geluid.
„Zoudt u mij even willen inlichten...."
begon ik bescheiden.
„Lees wat op de deur staat!" Floep,
ruitje toe.
Wat daar te lezen -stond, wist ik heel goed:
„A/u-skunlte ti'ber die Ein- und Ausfuhr von
Wahren werden niöht ert-eilt!"
Dus zij zeggen u niet wèt ge moogt in- en
uitvoeren, -maar als ge er mee komt, nemen
ze het vermoedelijk in beslag, beboeten u,
of brengen u naar Kleef in den Zwanen-
toren! En dit scheen mij toe toch niet de
aangewezen manier te zijn om het reizend
publiek te dienen.-
Ik trok dus de stoute schoenen aan, klopte
weer, en maakte mij als journalist bekend.
Dit had een verrassende uitwerking. De ge
beten kaken ontspanden zich,.-en een hunner
ging zelfs in de militaire houding staan,
want hoe -onverminderd militairistisch is
toch nog altijd het wezen van het Duitsche
volk, overal waar je er mee in aanraking
ko-mt.
En allerbeleefdst, ja, zelfs onderdanig,
stonden zij mij nu ineen» te woord, nu zij
begrepen, dat er in de pers over hen. ge-'
schreven zou word n.
Hun chef, de schrik van de streek om zijn
brutaliseeren van het publiek aanstonds
verkeerd in overdreven welwillendheid, wan--
neer eenigerlei autoriteit zich identificeert
legde mij uit, dat zij geen inlichtingen
mógen geven. Om te weten wat vrij uitge-
voerd kan worden, moet mén zich wenden
tot Bad Ems, (het Ausfulhramt voor het be
zette gebied) of tot Berlijn. Zij kunnen de
verantwoordelijkheid niet op zich nemen,
want zeggen ze om twee uur: „dit is vrij",
dan komt er vaak om kwart over tweeën een
aanschrijving of een telegram, dat het niet
meèr vrij is- En de voorschriften veranderen
elk oogenblik, eiken dag en elk uur, zoodat
zij er geen oog meer op kunnen houden.
„Waarachtig, wij worden er zelf gek van".
„En nu beklagen de menschen zich over
onze strengheid en onze onvriendelijkheid,
ma-ar stel u zelf in onze plaats. Daar zien wij
hier nu dag aan dag, en hoe lang reeds? alle
Hollanders, die passeeren, tegen centen,
waarvoor wij Duitschers toch maar marken
moeten betalen, onze mooiste en nuttigste
en kostbaarste artikelen en waren w-egslee-
pen, allemaal dingen van de allerbeste grond
stoffen. Nieuwe materialeil kan on» land
niet krijgen door de valuta-verhoudingen.
En wat blijft er voor die gesmade Moffen
zelf over? Ersatz, niets dan ellendige Er
satz; alles wordt weer Ersatz, wat wij zelf
betalen kunnen, net als in den hardst en
oorlogstijd, en dat zijn we al zoo lang moe!
„Bovendien, om-dat de vreemdelingen de
magazijnen, dé winkels leegkoopen, vooral
in de grensgebieden ln Aken zijn ver
scheiden winkels gesloten, omdat hun voor
raden aan de Hollanders uitverkocht zijn
daarom stijgen voortdurend, binnen enkele
dagen vaak met honderd procent, da prijzen
van de levensmiddelen, zoo, dat wij van onze
salarissen, en de arbeiders van hun Iconen»
die hiermee natuurlijk niet op peil gehouden
kunnen worden, de noodlgste dingen voor
onze gezinnen niet meer aanschaffen kun
nen.
„Voor centen koopen de Nederlanders
onze schoenen weg, en nu bet weer winter
is, onze winterjassen, ons wollen ondergoed.
Voor ons schiet er niets over. Mijn vróuw
moest een hemd koop-en voor onzen j-ongen;
twéé honderd mark! iü vijf winkels is zij
gewee-st eer zij een paar vilten pantoffel»
kon krijgen voor drie honderd mark. Niet
meer dan twee el flanel kunnen we tegelijk
koopen, omdat de Hollanders on» flanel
weggehaald hebben. Onze winkel» gaan
dicht, maar uw landg-enooten blijven
sle ep en."
„Ik zit hier nu zeven jaar aan -de grens",
zei de chef, „en al die ellende heb ik hier
.meegemaakt. Eerst in den oorlogstijd het
binnensmokkelen van alles, wat uw land
toen zèl-f niet missen kon, naar Duitschland.
Toen de oontróle over ons en iedereen door
de verwaten Belgen van de bezetting, die
wij dulden moesten, met de vuisten in de
zakken gebald. En nu wij onze waren zoo
broodnoodig hebben, sleepen de Hollanders
alles eruit. Is 't wonder, dat wij daar einde
lijk zenuwziek onder worden, en niet altijd
even 'beleefd zijn? Wanneer je dan boven
dien een harde stem hebt, zooals ik dan
klinkt dat wel eens onvriendelijk. Maar al
ben ik bij de grensbevolking ook nóg zoo
gehaat, wij staan hier, en doen onzen
plicht.
De verklaring, die inderdaad psycholo
gisch aannemelijk is, werd nu een veront
schuldiging, waar de barre practijk geens
zins altijd mee klopte: „Wij treden hier toch
nog .billijk o-p; wat ons eerlijk vertoond
wordt, nemen w-e niet in beslag, wij hou
den 't zelfs niet vast en geven de koopers
gelegenheid het bij de winkeliers terug te
brengen." Een dagreis ver, vaak, als je op
de thuisreis bent! „Of o-m 't af te dragen
aan een Duitschen expediteur hier dichtbij,
die er een uitvoerbewilMging voor kan aan
vragen. En nu heeft de regeering een zwerm
van de „Kriminal-pollzel naar de grensstre
ken gestuurd, maar -daar heeft de douane
niets mee te maken. Zij oontroleeren pa-SBen,
zij speuren na of -de buitenlanders dingen
koopen, die er niet uit mogen, en, ja, die
pakken er verscheiden op en zetten' ze in
de gevangenis.
Maar wat mag er dan toch wèl en wat
niet gekocht worden?"
„Dat weten wij en de mannen van de
Kriminal-polizei vermoedelijk ook im
mers zelf niet. -omdat dp voorschriften elk
oogenblik gewijzigd worden.... Hoe 't zij,
voor ons Duitschers, in deze gebieden, wordt
het leven onhoudbaar, om-dat wij 't noodigste
tekort komen, door schaarschte en duur
teMaar bovendien, wat kan Neder
land er tegen- hebben;, deft wij' den uitvoer
door particulieren bemoeilijken? De Hol-
landsche winkeliers in de grensgebieden
verknopen geen stuk meer, hun winkels
zitten tjokvol, in 't geheele land klaagt de
winkelstand steen en been, omdat er voor
oenten als marken zóó goedkoop van alles
bij ons weggekocht wordt, waartegen zij bij
u niet kunnen concurreeren
Inderdaad, 't z ij n overwegingen.maar
van deze stemmingen, van deze persoonlijke'
moeilijkheden in de gezinnen van de grens
beambten. van deze spijtigheid tegenover de
bevoorrechte vreemdelingen, van deze ja-
louzie, die begrijpelijk is, van deze zenuw
overspanning door lange jaren van dienst
onder telkens andere, voor hen zeer zeker
irriteerende omstandigheden, mag dan toch
warempel het reizend publiek niet afhanke
lijk worden gesteld, in een toestand van vol
komen rechteloosheid en willekeur, waarte
genover uitdrukkelijk alle inlichtingen voor
af omtrènt wat zij wèl dan niet mogen doen
botaf geweigerd worden.
Naar aanleiding van de behandeling, die
de Nederlanders aan de Duitsohe grens on
dervinden, schrijft de N. Rbtt. Crt. o.m.:
Het druischt tegen het gewone rechtsge
voel in, dat iemand die van een Duitsohe
reis een fotografietoestel meebrengt ge
lijk voorgekomen is daarvan beroofd,
soms ook verder uitgeschud of gesommeerd
wordt, een belachelijk hooge cautie te stel
len of ln het cachot gezet wordt, terwijl hij,
wanneer hij in Duitschland datzelfde toestel
bestelt, het met een officieele uitvoervergun
ning toegezonden krijgt. Ds tegenoverstel
ling van dez# twse feiten moest de Duitsche
overheid het monsterachtige ervan doen in
zien, als men in het eerste geval den vreem
deling uit een beschaafd land op niet te ver
dedigen wijze behandelt. De Kriminalpoll-
zisten zouden vermoedelijk niet zoo hande
len als zij doen, indien hun niet hetzij zeer
duidelijke, hetzij hoogst vago inatrueties wa-<
ren gegeven. Het Duitsche rijk heeft zich
waarachtig niet over ons Hollanders te be
klagen gehad, noch in den oorlog, noch daar
na. Nederland is het eerste land geweest,
dat met zijn crediet-overeenkomst aan zijn
herstel heeft willen meewerken; terwijl Hol
landers aan de Dxütsche grens smadelijk
werden behandeld, werden Duitsche studen
ten hier vriendelijk ontvangen. De tijden van
ambtenlaarsstaat zijn in Duitschland voor
goed voorbij, en het gaat niet aan om de oude
versleten theorie van de „lastige Auslandet"
tegenover wie men zich veel veroorloven kan,
nieuw levbn in te blazen, vooral niet waar
het Nederland geldt dat aan zoo talrijke
Duitschers gastvrijheid verleent en het asyl-
recht van beschaafde natie hoog houdt tegen
over pogingen om het aan te randen. Als
buitenlanders koopen op de markt, waar zij
het goedkoopst tereCht kunnen, gehoorza
men zij eenvoudig aan een economische wet,
op dezelfde manier als een voorwerp dat
valt, aan een natuurwet gehoorzaamt. Wil
Duitschland zijn grenzen voor allen uitvoer
sluiten, dan zal onze industrie het slechts
dankbaar zijn. Wil het hem beperken, dan
is dat ook Duitschland'» goed recht. Maar
het is niet goed te praten dat vele vreedzam»
reizigers het slachtoffer worden, van blijk
baar gomelastieke bepalingen, waarvan nie
mand vooruit kan voorzien, hoe zij zullen
toegepast of uitgelegd worden, of van wille
keurige handelingen, die den indruk van
eigenmatigheid moeten maken, zoolang niet
een officieele en uniform toegepaste hand
leiding verschijnt, welke mensohen die slacht
offers van den Duitsche „uitverkoop" drei
gen te worden, loert wat al en wat niet ge
oorloofd is.
GEMENGD NIEUWS.
IJS.
De Hoornsche boot heeft Zaterdag Am
sterdam niet meer kunnen bereiken en zit
vastgevroren bij Uitdam.
Te Enkhuizen:
De haven- en geleidevuren zijn gebluBCht.
Op de leidammen van het Krabbersgat bran
den de lichten nog, wijl het gas uit d» reser
voirs nog niet 'geheel is verbruikt. Door ijs-
schuiving vormen zich hier en daar heuvel»
langs de kust.
Van Schiermonnikoog wordt gemeld:
Met de ijsvlet is men Zaterdag met de post
van vijf dagen en eenige passagiers naar den
vasten wal (Oostmahorn) vertrokken. De
tocht duurde zes uur. De geheele Wadden
zijn met drijfijs bedekt.
Een Nederlandech adviseur zoek.
Do heer Willem Versteeven, voorzitter van
de Intern, vereenlging van loodwitfabrikan-
ten, lid van de firma Hondorff, Bleek en
Braat te Schoonhoven, die als technisch ad
viseur door de Nederlandsche regeering naar
de internationale arbeidsconferentie te Ge-
nève Vas afgevaardigd, is sinds 22 November
zoek. Het Nederlandsche gezantschap te Bern
•stelt een onderzoek in.
Een Rjkbezorgers-quaesfle.
Er Is te Gorinohem met de lijkbezorger»
iets niet ln orde. Althans tegen vijf hunner
is proces-verbaal opgemaakt. Zij zijn aange
steld door B. en W. en bepaalde tarieven zijn
voor hun werkzaamheden vastgesteld. Zij
schijnen nu die tarieven te hebben over
schreden, dus als ambtenaren meer in reke
ning te hebben gebracht dan is voorgeschre
ven], een misdrijf dat ln art. 866 Wetb. va*
Strafrecht wordt aangeduid; met knevelarij
en waarvoor als maximum zes jaar gevan
genisstraf is gesteld. Deze overtredingen
moeten in bet begin van dit jaar zijn aan
gevangen.
De 2000ste zitting.
Zaterdag hield de gemeenteraad va*
Utrecht zijn 2000ste zitting sinds de invoe
ring van Thorbecke's Gemeentewet in 1851.
Naar aanleiding van dit feit, hadden de leden
op de voorzittersplaats een vaas met orchi
deeën en op de plaats van den heer Sertoa,
die de laatste 1000 zittingen onafgebroken
lid van den Raad was, een bloemenmand, be
nevens een versierde koek laten zetten,
waarop de woorden „uit bezuiniging". Door
den burgemeester, het oudste raadslid, den
heer van de Kasteel» en den beer Serton is
het feit herdacht. (Tel.)
Valscb* bankbiljetten.
Door de recherge te Utrecht zijn een twee
tal personen aangehouden, die getracht heb
ben valsche Nederl. bankbiljetten van zestig
gulden uit te geven.
Straatroover».
Op den weg tusschen Schoonoord en
Sohoonloo is iemand, die uit Assen kwam,
aangerand en van een bedrag van 60 be
roofd. Men had een touw gespannen over den
straatweg, waardoor de wielrijder van de fiets
kwam te vallen en toen door twee personen
werd aangerand.
Dulnbewoonsier».
In de Westduinen, ter hoogte van het Stil
le Strand en nabij de grens van Loos-duinen,
zijn in de militaire schuilplaats welke ge
bouwd is in de duinen, 3 vrouwen (twee zus
ters en een 14-jarige dochter van één harer)
aangetroffen. Deze vrouwen woonden se
dert het laatst van October in deze schuil
plaats. Eén der vrouwen die in ziekelijken
toestand verkeerde, is door den geneeskun
digen dienst naar het gemeentelijk zieken
huis in den Haag overgebracht.
Tegen het stootblok.
Trein 138, die Zondagmiddag te ongeveer
12 u. 50 uit de richting Utrecht het Rotter-
damsche Maasstation binnenstoomde, liep
daar, waarschijnlijk door de gladheid met
groote vaart tegen het stootblok van het bui
tenperron. Door den schok braken eenige
ruiten en ■vyerden een zevental menschen ge
wond. Stationspersoneel en personeel van
den geneeskundigen dienst verleende d# eer
ste hulp. Twee der gewonden, Iemand uit
Delden en een Rotterdammer werden per
ziekenauto naar het ziekenhuis gebracht ea
konden na verbonden te zijn hun reis
voortzetten. Twee anderen, die zich even
eens naar het ziekenhuis begaven, om zich
te laten onderzoeken, waaronder een. dame
uit Dea Haag, behoefd** eveaeeaa mlet te
Lezin., er „Nederland en Indië" door den
h Th. F. Vreede, oud-lid van den
Volksraad van Ned.-Indtë.