Jjb voor plaatsen, die meer In (hot mUddien vam ons land üglgen van niet zoo groote beteeke- nds. Immers overschreden van daaruit de reizen relden de 200 K.M. Voor passagier* uit Groningen naar Ihet Zuiden en omgekeerd uit Limburg en Zeeland, naar Friesland of Helder worden de prijzen belangrijk hooger, omdat de k lloiraeter-kaarten niet langer wor den uitgegeven. De kilometer-kaarten, bestaande uit twee oouipons, elk geldig voor een gehieel door den- selfden 'persoon af te leggen onafgebroken enkele reis, .waren in de ipractijk geworden f oedkoope retours op lange trajecten. Ln 1918 ostte zooki retour resp. 12, 9 en 6 gulden. Op dit oogenblik kosten zij nog 25.—, 18.75 en 12.50, imaar wie na 1 Januari een traject moet afleggen van b.v. 800 K.M., be taalt voor rijn retour reep. 39, 29.30 en 19.50, van 850 K.M. 45.50, 84.20 en 22.80 en van 400 K.IM. 52, 89 en 26. Deze verhooging drukt dus belangrijk op de spoorkosten van geiegenlheidspassagiers, die een groote reis moeten maken. Vanaf 1 Januari is de prijs van een biljet HelderAmsterdam: le klias 6j80; 2e klas 8.95; 8* 'klas 2.65 (in 1918 reep. 2.65: 2 en/1-35). Hst vergaan van Se „Eems II". Het loodspersoneel ln bet Eerste District wijst in een uitvoerig stuk nogmaals in tegenspraak met de verklaringen van den inspecteur van het Loodswezen voor den Raad van Scheepvaart afgelegd op de klemmende noodzakelijkheid om de oude, houten zeilkotters te vervangen door mo derne schepen met stoomvermogen, te meer daar de Inspecteur-generaal, in de plaats van de vergane „Eems II", een ouden hou ten schoener No. 18 heeft gezonden, vol zichtbare gebreken, welke schip reeds is af gekeurd. Binnenkort zal het vergaan van de „Eems II" bij interpellatie in de Tweede Kamer worden behandeld, waar de grieven van het loodspersoneel dus wel in den breede zullen ter sprake komen. Premiebetaling door middel van dagzegels. Bij het «afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot bekrachtiging van den alge- imeenen maatregel van bestuur, houdende regeling der premiebetaling door middel van dagzegels, spraken eenige leden als hun meening uit, dat het gewenscht is te bepalen, dat voor zekere categoriën van werknemers, gelijk b.v. dienstboden, de premie voor een geheel jaar in één storting, tegen quitantie kan worden voldaan. Men meende, dat in de practijk deze betalingswijze thans reeds wowlt toegelaten. Ook zou, naar werd opge merkt, ln plaats van tot wettelijke erkenning van de bovenbedoelde betalingswijze tot in voering van jaarzegels kunnen worden over gegaan. Georganiseerd overleg Rijksambtenaren. De Centrale commissie voor georganiseerd overleg in de arribtenaarszaken heeft Donder dag vergaderd! onder leiding van mn S. de Vries Ozn. Na 'breedvoerige bespreking werii besloten aan de regeering te 'adviseeren, ingeval zij tot ontslag van rijkspersoneel overgaat, voor dit personeel een wachtgeldregeling in te voeren, in den geest van de desbetreffende bepalingen van het wetsontwerp Regeling van dien rechtstoestand van ambtenaren. Naar aanleiding van een door den minister van blnnenllandsdhe zaken overgelegden 'brief van den voorzitter van de commissie tot clas sificatie van de gemeenten, betreffende die werkwijze van die commissie, werd besloten, den minister te verzoeken, het oordeel van de dassiüoatie-commissie zelve over de dooT haar voorzitter voorgenomen werkwijze te mogen vernemen. Voorts werden vastgesteld de aan de regee ring uit te brengen adviezen over de salaris- regelingen voor dien meester-geweermaker en meester-zadelmaker hij het departement van oorlog, het personeel bij het rijksbureau voor de monumentenzorg, de bureel-ambte naren ibij den Zuiderzeeraad, de technische hoofdambtenaren van den rijkswaterstaat, de eerstaanwezend ingenieur bij' de Zuiderzee werken, den directeur van het expeditiekan toor te Amsterdam; het personeel bij de vis- scherijpolitie in de Zeeuwsdhe stroomen, den secretaris van de rijkscommissie voor de ont watering, den adjunct-hoofdingenieur vau den algemeenen dienst 'bij den rijkswater staat, den administratieven ambtenaar bij het rijksinstituut voor hydrografisch vissoherij- onderzoek en van het personeel bij het staats- bosohbsdrijf. Dt warkloozenverzekering. De vyt vakeantralen (N. V. V., N. A. 8., A. N. V„ R. K. Vakverbondi hebben een schrijven Serleht aan den Minister van Arbeid, waarin e volgende opmerkingen worden gemaakt naar aanleiding van de ontworpen regeling, voor de Werkloozenverzekering voor het jaar 1922: a. allereerst meenen stellers, dat de ver mindering van de toch reeds lage ultkeeringen niet gemotiveerd kan worden geacht; b. de bepaling, dat de gemeenten een derde van de tekorten voor hunne rekening moeten nemen, en zoo zulks niet geschiedt, de werk- loozen in die weigerachtige gemeenten woon achtig, geen nitkeeringen zullen ontvangen, ljjkt niet gerechtvaardigd. de bepaling, dat een uitgetrokkene eerst weder 78 dagen werkzaam moet zijn geweest in hetzelfde beroep, is naar de meening der Vakcentralen onbillijk en onuitvoerbaar en tevens in strijd met de bepaling van de regle menten der kassen, dat gedurende 3 achter eenvolgende jaren de maximum uitkeerings- duur kan worden genoten. d. de beperkingen, dia ten opzichte van de gedeeltelijke werkloozen zijn getroffen, zijn, maar het steller voorkomt, niet billykterwyl ze bovendien de strekking hebben, de vol ledige werkloosheid" te bevorderen. e. de bepaling, dat de vereenigingen aan sprakelijk kunnen worden gesteld voor de- verleende voorschotten, maakt naar de meening van de besturen mogelijk, dat de vakvereeni- glngen slachtoffers kunnen worden van wille keurige maatregelen, die de positie der vak verenigingen als zoodanig aantasten. De besturen meenen, dat er verder alle aanleiding toe bestaat, om alle kassen die *iet normaal kunnen functloneeren, met een subsidie Van 100 in de regeling te betrekken. Tevens meenen de besturen, dat het ge wenscht zou zijn, de bepaling van het derde lid van artikel 8 van het werkloozenbesluit toe te passen, tenzij zulks tot exorbitante subsidies zou lelden. Daarnevens meenen zij, dat aan de vak verenigingen waarborgen moeten worden gegeven, aat de contributies niet eenzijdig door de overheid worden opgevoerd. Ten slotte vragen de besturen den Minister te voldoen aan het reeds telegrafisch gedane verzoek, hen Woensdag of Donderdag a.s. ter bespreking van bovengenoemde punten te ontvangen. Zaterdag vergaderden de besturen der vijf Vakcentralen over de nieuwe steunregeling van den minister van Binnenlandsche Zaken. Alle Vakcentralen constateerden, dat de verlaging van steun niet gemotiveerd was en ontstemming onder de arbeiders wekt. Besloten werd, zioh tot den minister van Binnenlandsche Zaken te wenden met het verzoek, de oogenblikkelijk geldende steun bedragen te handhaven. Tevens zullen de Vakcentralen zich tot de respectievelijke Kamerfracties, waarmee ze verbindingen hebben, wenden en dezen voor stellen, zich met hetzelfde verzoek tot den Minister te wenden. Het N.V.V. deelde mee, dat het demonstra tief optreden der werkloozen noodig acht. Over zoodanig optreden werd geen overeen stemming verkregen. Het N.A.S. deelde mede, de opvatting van het N.V.V. te zijn toegedaan. Steunregeling voor Zuiderzeevisscherz. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft de volgende steunregeling voor Zuider- zeevisschers, in gemeenten -die daarvoor in aanmerking komen, vastgesteld: Art. 1. Deze regeling treedt in werking op den eersten dag der week waarin de eerste uitkeering van gemeentewege plaats vindt, en eindigt zoodra de vissehery weer kan worden aangevangen, doch uiterlijk den 4den Maart 1922. Art. 2. In aanmerking voor steun overeen komstig deze regeling komen: a. visschers (eigenaars van bedrijven), b. visschersknechts. Art, 8. Niet in aanmerking voor onder steuning komen: a. de gezinnen van personen, die in art. bedoelde beroepen niet als hoofd bedrijf uitoefenen; b. op zich zelf staande pqrsonen (geen gezinshoofden of kostwinners). In bijzondere gevallen kan (aa goedkeuring van den Minister) ook aan de onder b. ge noemde personen steun worden verleend. Art. 4. Bij de beoordeeling van de vraag of, en in welke mate ondersteuning noodig is, wordt, met inaehtneming van het bepaalde bij de art». b en 6, nauwlettend met den toestand van elk gezin, in het hijzonder rekening gehouden. Niemand kan aan dese regeling eesig recht op ondersteuning ontleenen. Art. 6, De steun bedraagt ten hoogste f 8.50 per gezin per week, vermeerderd met f 0.50 per week voor elk gezinshoofd boven de twee personen, met dien verstande, dat het totale bedrag der ondersteuning f 18.50 niet te boven mag gaan. Art. 6. Van de inkomsten van het gezin wordt °P het steunbedrag overeenkomstig art. 5, in mindering gebracht. Art. 7. Aan diegenen, die uit de werkloozen- kas eene uitkeering ontvangen, die lager is dan hetgeen zij overeenkomstig art. 5 zouden ontvangen, wordt zoo noodig een toeslag verstrekt gelijk aan het verschil tusschen beide bedragen. Art. 8. Zy, die voor steun in aanmerking zouden komen, zyn verplicht, het voor hen passend werk tegen behooriyk loon - te verriehten, dat het gemeentebestuur, of de commissie, zal aanwyzen. By niet verrichting van het opgedragen werk, kan de steun worden ingehouden. By het opdragen van het werk worde rekening gehouden met den tyd, die naar plaatselijk gebruik wordt vereischt voor de herstelling van het vischtuig. Uit de metaalnijverheid. Naar de Telegr. van patroonszijde ver neemt, heeft de commissie van tien bij den Metaalbonid het volgende tegenvoorstel inge diend: Alle stakers weer op de oude voorwaarden aan den arbeid tot einde Februari. Met 1 Maart 5 procent loonsverlaging en met 1 Ju ni opnieuw 5 prooent loonsverlaging. De commissie van tien heeft zich bereid verklaard, dit voorstel bij de stakers te ver dedigen en hen dan over dit voorstel en eveneens over dat van den Metaalbond in den loop der volgende week te laten stem men. Naar Het Volk meldt, heeft de r.-k. werk geversvereniging als voorwaarde voor de principieel aanvaarde arbitrage gesteld, dat ook de Metaalbonid arbitrage zou aanvaar den. De Metaalbond heeft aan de r.-k. werkge vers medegedeeld, geen arbitrage te wen- sohen, zoodat de bemiddelingspoging van prof. Aengenent als mislukt kan worden beschouwd. Heden zou de staking bij de firma Frans Smulders te Utreaht ingaan» De misère ln de kartonindustrie. Eenige jaren geleden werd in de gemeen te Hoogkerk nabij de stad Groningen op Coöperatieven grondslag een zeer groote stroocartonfabriek opgericht, waarvan de aandeelen hoofdzakelijk in handen van land bouwers kwamen. Werd er in de oorlogsja ren zóó ruim verdiend, dat er voor 't ge leverde stroo bedragen van 50 en meer per 1000 K.G. betaald konden worden, thans is er een geweldige terugslag gekomen. Mil- lioenen kilogrammen stroo van vorige oog sten staan nog op de fabriekterreinen op getast, maar het carton is zoo al niet onver koopbaar, dan toch alleen maar tegen ge ringe prijzen te plaatsen, 't Gevolg is ge weest dat de loonen in het bedrijf zoowel van de arbeiders als van 't kantoorpersoneel met 10 zijn verlaagd, maar niettemin worden er nog groote verliezen geleden: de aandeelhouders moeten thans op ieder aan deel een belangrijk bedrag bypassen en voorzoover ze tevens landbouwer zijn moe ten ze 't bedrag, 't vorig jaar voor hun stroo ontvangen, terjig betalen en zonder uitzicht op eenige uitkeering het stroo leveren, dat ze uit den oogst van dit jaar hebben af te geven. Gasfabriek te Purmerend. De gemeenteraad besloot tot reconstructie van de gasfabriek en invoering van het Gof- flnsysteem met electrische laadmachine, waarvan de kosten f 86.000 zullen bedragen. Volgens het plan tot reconstruotie der gasfabriek zal o.m. een hoogere gasop brengst bereikt worden en is een vermin dering van bedrijfspersoneel mogelijk van drie man in de stokerij en van drie terrein arbeiders. Dit zal er toe kunnen leiden, dat de gasprljs, welke 1 Januari a.s. 20 oent zal zijn, tot 14 cent per kub. Meter verlaagd zal kunnen worden. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeelingeri van het Handels informatiebureau van Van der Graaf Co.'s Bureaux voor den Handel zijn over de af- geloopen week, eindigende 23 Dec. in Ne derland uitgesproken 42 faillissementen te gen 89 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en! met 23 Dec. 1921 2124 faillissementen tegenover 1389 over het zelfde tijdperk van het vorige jaar. De Rijksmiddelen. De opbrengst over November staat niet meer, gelyk vroeger, met een belangryk hooger cyfer dan voor October bovenaan in de ry der maandelyksehe ontvangsten, maar geeft nu, in vergelijking met de voorafgaande maand, een achteruitgang van ruim f 1 mil- lioen en vergeleken met November 1920 zelfs een daling van bykans f 2s/s millioen te zien. Een leelyke streep door de rekening hebben de ontvangsten uit den suikeraccyns gegeven. De laatste maanden hadden zy zich tusschen de 3 en 3millioen bewogen en ook in het eerste halfjaar waren zy van dien aard ge weest, dat per saldo de uitkomsten niet veel met die van verleden jaar verschilden. Dit maal evenwel bedroeg de ontvangst nauwelyks meer dan f l1/millidten, of aanmerkelyk minder dan de helft van de opbrengst in October en ruim f D/4 millioen minder dan in November 1920. De ontvangst over de afgeloopen maand vertegenwoordigde minder dan de helft van i/ia der raming. Van do andera accynzen treedt die op ge distilleerd het moest op den voorgrond met een styging van f 1.096.000, welke het accres sedert 1 Januari j.1. behaald tot f9.872.000 doet klimmen. In tegenstelling met hetgeen by den suikeraccyns het geval is, kan men hier tegenover de raming zoowel voor Novem ber als voor de eerste elf maanden een zeer belangryke styging waarnemen. Echter is een accres van f 9.8 millioen op een bate, die ver leden jaar in de eerste elf maanden f4>.8 millioen bedroeg, niet by'ster groot, wanneer men bedenkt, dat door de acoynsverhooging de heffing werd verdubbeld. Zonder dat zulks met volkomen juistheid valt na te gaan, schynt toch uit het behaalde resultaat wel te mogen wórden afgeleid, dat het drankverbruik sedert de invoering van de verhooging aanzienlyk is achteruitgegaan. Aan den anderen kant schynt het verbruik van bier en van wyn toe te nemen. By den bieraecyns is er nu sedert 1 Januari, na een styging van f146.000 in November, een vooruitgang van f 1.202.000 (43 pet.), terwyl de ontvangsten uit den wyn- accyns met f246.000 (18 pet.) zyn toegenomen. Ten aanzien van deze laatste styging valt op te merken, dat de lagere valuta's, de Duitsche zoowel als de Fransche, er toe geleid hebben, dat menigeen zyn voorraad tot schappelyken prys is gaan aanvullen. By het geslacht was er ook in de afgeloo pen maand een vermindering, en wel ten bedrage van f 428.000, waardoor de aohterstand over do eerste elf maanden nu een hoogte van f2,846.000 (21 pet.) heeft bereikt. Het steeds toenemende verbruik van het goedkoopere buitenlandsche vleesch, waarvoor geen accyns is verschuldigd (wel invoerrecht) en voorts de dalende veepryzen, zyn van belangrijken in vloed op de ontvangsten uit dit middel. De bronnen van inkomsten, die meer als maatstaf kunnen worden aangelegd ter be oordeeling van den algemeenen oeoonomischen toestand, hebben ook ditmaal aanzienlyke dalingen aan te wyzen. Zoo zyn de registratie rechten in November met niet minder dan f 1.766.000 ten achter gebleven. De daling van f 865,000 by de zegelrech ten is ook ditmaal voor een groot gedeelte teweeg gebracht door de sterke vermindering (ten bedrage van f 483,000) ln de ontvang sten uit de beursbelasting, die de Btilte in zaken aan de fondsmarkt wel op zeer duide- ïyke wyze in het licht stelt. Sedert het begin van het jaar is de opbrengst van deze z.g. beursbelasting slechts f 3,018,000 geweest, tegen f6,899,000 een jaar geleden. Deze achter uitgang, ten beloope van bykans f 4,000,000, vertegenwoordigt verreweg het grootste ge deelte van de daling van B'/-» millioen in de geheele opbrangst der zegelrechten. Als «en gevolg van de algemeens malaise en van de daling der pryzen zyn ook ditmaal de invoerrechten en het statistiekrecht by verleden jaar ten achter gebleven en wel mot resp. f 698,000 en f 120,600. De inkomende reohten zyn sedert het begin van het jaar niet minder dan f 9!/i millioen by verleden jaar ten achter geraakt. By de directe belastingen, die voorloepig nog den schyn van betrekkefijk ruime in komsten biyven redden, was de hooge op brengst van de dividend- en tantièmebelasting over November het meest verrassend. Niet minder dan f 4,558,000 kwam hieruit binnen, een hooger bedrag dan in de bykans drie jaren, waarin deze belasting baten afwerpt, werd verkregen. Het aanzienlijkst, althans vergeleken met verleden jaar, was echter weer de styging by de inkomstenbelasting, ten beloope van f 1.091.' 00, goeddeels nog als een gevolg van het inhalen van achterstand. Intusschen heeft de styging van dit middel over de eerste elf maanden een hoogte bereikt van nagenoeg f 22 millioen. Doch, gelyk reeds vroeger op gemerkt, ligt het bedenkelyke voor de schat kist hierin, dat de hooge baten uit deze en de andere directe belastingen mettertyd vermoedelyk voor schromelykc dalingen zullen plaats maken. In de eerste elf maanden van het loopende jaar heeft de schatkist uit haar gewone bronnen f 399.6 millioen ontvangen, togen 398.5 millioen verleden jaar, een voordeelig versuhil derhalve van slechts f 1.1 millioen, waaruit dus biykt, dat de boven vermelde, soms zeer belangryke, afwykingen by de diverse middelen vrywel tegen elkaar hebben opgewogen. Uit andere dan gewone inkomsten hesft de schatkist nu niet veel meer te iucasseeren. De vette jaren van o.w. belasting enz. schynen nu wel achter den rug. Ten slotte zy nog vermeld, dat de schatkist tot dusver uit alle heffingen, die zyn voort gesproten uit de „buitengewone omstandig heden" (o.w. belastin g, verdedigingsbelastingen en opoenten voor het leeningfouüc, evenwel zonder die op den suikeraccyns, welko geen verzwaring van belastingdruk meebraohten) het formldable bedrag van nagenoeg f 1.285 millioen heeft ontvangen. Kerstcongres der S. D. A. P. Gedurende de beid© Kerstdagen werd ln „Muste Sacrum" te Arnhem het jaarlyksche congres der S. D. A. P. gehouden. Wegens de aanstaand© verkiezingen <was het gebrui- keMj'ke Paaschcongres tlhainis een Kerstoon- gres geworden. .De Voorzitter van het Party- bestuur, de heer W. H. Vliegen; wees in zyn openingsrede er op, dat de (machtspositie der arbeiders in den laateten tijd bedreigd; wordt, dank zy het feit, dat de arbeiders niet vol- doende één zyn. Het is vooral het bolsjewis me, dat tot dit laatste heeft meegewerkt. Er zyn in de positie van die arbeidersklasse eenige verbeteringen gekomen, maar zy tas ten ihet wezen1 van het kapitalisme niet aan, en zy kunnen teruggenomen worden. Dit dreigt op dit oogenblik. Er zijn pogingen om den herbouiw van de kapitalistische maat schappij te doen ten koste van de arbeiders. Het beeld van de kapitalistische maatschappij, waarvan de kenmerkende trekken izijn con currentie en daaruit voortvloeiend oorlogs gevaar, is nog niet veranderd. Meer dan ooit is thans eenheid noodig en het herstel daarvan in de verschillende lan den moet de eerste steen worden vooy de wezenlijke internationale. De spreker geeft dan een overzicht van den toestand in ons land, waar alle groepen van arbeiders zioh hebben te verweren tegen aan vallen op hen gedaan, en gaat na den tegen stand, dien de arbeiders hebben te overwin nen. De concurrentie van vrijzinnige zyde is doodgeloop'en', van de zyide der christelijke arbeidersbeweging komt ook verzet, en het N.A.S. wordt uiteengevreten door de com munistische vernielingsbacil, waaraan ook de communistische party bezig is ten ondier te gaan. Daartegenover 'groeit de socialisti sche arbeidersbeweging. De heer Vliegen bracht vervolgens hulde aan den heer Van Kol en biedt hem een hul- digingsoorkoride aan, herdenkt vervolgens de overledenen en heet tenslotte den vertegen woordiger der Belgische Party welkom. Des namiddags komt de heer TroelStra aan het woord1 tot het houden van eene inleiding over de verkiezingen van 1922. Er is, meent de heer Troeistra, redlen aan te nemen, dat de internationale toestand bezig is zich te herstelen. Vooral' by dezen verkiezingsstrijd, dient op de toenemende redactie te worden gewezen. Deze is nog maar in haar begin stadium. Spr. gaat na op welke wyze de re actie zich thans al uit. De regeering heeft gemeend aan deze reactie te moeten tgem'oet- komen, o. a. door enkele kleine, maar hoogst gevaarlijke wijzigingen in de Arbeidswet. Ook de bekende woningciroulaire van minis ter Aalberse is een voorbeeld van reactie. Ook de inkrimping van de werkeloosheidszorg. Ook heeft de nieuwe minister van financiën be'ztuiniginigsplannen'. De hoofdplicht van de arbeidersklasse by le a.s. verkiezingen is ertegen te waken, dat weer wordt afgebroken wat reeds verkregen is. Wy moeten niét achteruit, maar vooruit. Dit is no. 1: verweer tegen (die reactie. Met dit verweer zyin de arbeiders reeds bezig, zelfs de Katholieke arbeiders, zooals wel sterk is gebleken uit hun betooging te Utrecht. Veel machtiger echter was de betooging van N. V. V. en S. 'D. A. P. in Jumi te Amsterdam; een van de sterkste betoögingen, weike men ooit heeft medegemaakt, en die moed geeft voor de komende verkiezingen. Toch is de beweging «rider de Katholieken van groote beteekenis en geeft hoop, dat men ook daar de noodzakelijkheid zal gaan inzien van een heid in het verzet tegen de reactie. Veel' ontbreekt nog aan de onmisbare (sa menwerking, constateerde ook mr. Troelstra. Behalve den gemeenschappeiyken vyand, be strijdt men ook elkaar. Ook op het gebied der vakbeweging. En juist de Katholieke arbei'dersvertegenW'Oord'igers hebben spr. en de 'rijnen tegen zich. De Katholieke arbeiders moeten wy onder het oog brengen, dat zy in de Kamer vertegenwoordigd worden door menschlen, die steeds de dienaar® blijven1 van het kapitalisme. Het streven moet zijtn de groei van de 3.D.A.P. in verband met het N.V.V., die te- samen de kern vormen van die arbeidersbe weging in Nederland. Tot zoover het verweer. De aanval wordt bepaald; door het verkie- zlngsprograun, waarvan spr. twee punten kort wil bespreken; de ontwapening en de socialisatie. De groote vraag is of de ontwa- penlngsleu'ze slechts zal worden verwezeniykt al® de .party meerderheid is, of moet naar die verwezenlijking ook gstreefd' wordlen zoolang de party nog minderheid is. Het Is altyd' de talktiek geweest van de party om te streven naar Wat direct te venkrygen is. Dit is ook geschied ten aanzien van den' 8-uren dag. Thans telt de party 22 van de 100 Kamer leden; en het is niet aan te nemen, dat de as. verkiezing een belangryke machtsver schuiving zal plaats hebben. De s.d. zal minderheid biy ven., en moet dus als minderheid streven naar de ontwapening. Is samenwerking met de katholiek-democra tische groep mogelijk wat nielt zoo heel' waarschyiniyk is dan werkt men samen met 'in groep, die uit hoofde zelf van haar program naar ontwapening moét streven. Maar hoe ook, er zal in de richting van ont wapening gewerkt moeten wordlen, want de ontwapening mag niet enkel den leuze 'bhj- ven. De omstandigheden zijn niet ongunstig. Een militair, generaal Koolemans Beynen, heeft den eisch van ontwapening gesteund, en in liberale kringen, de nieuwe Demo cratische party onder prof. Heeres, zoo min als in de VjD.-party staat men er anti pathiek tegenover. Wat betreft de leuze van de socialisatie, er is ook ln katholieke kringen een streven naar medezeggenschap, dit is een stap in de richt og van de socialisatie, en er zijln meer verschy'niselon, die in de richting van sociali satie wyzen. Het vraagstuk van de bedryfs- organisaltie is nog niet in .zoodanig gevorderd staddulm, dat daaromtrent nu reeds overleg met de katholieke arbeiders mogelijk .is. Dat behoeft ook niet. .Het denkbeeld van mede zeggenschap leeft overal', en dat moet by de a.s. verkiezingen in verband worden gebracht met. de socialisatie. Nog kort stipt spreker aan de overige pro grampunten, daarby erop wijzend, dat de ko loniale politiek een belangrijker plaaats in het program van de party zal moeten gaan innemen dan tot nu toe. 'Tenslotte behandelt spreker de vraag van deelneming aan de regeering. Indien een sterke machte ontwikkeling vau de party bij de verkiezingen de tegenstander® zal over winnen, zal 't inderdaad de vraag zijn wat de oonsequenties daarvan zullen zyn. Reeds het verkiezlngsprogiram van 1918 heeft deelne ming aan de regeering niet uitgesloten ver klaard en slechte afhankeiyk 'gesteld van de constellatie. Van den stryd, dien wij zullen voeren, en van het resultaat van dien strijd zal het afbangen of de SjD.A.P, deelneming aan de regeering kan overwegen en dan nog zullen eerst allerlei zaken bezien en bespro ken moeten worden alvorens een werkpro gram kan worden vastgesteld. Van de zyde van de Kath. democraten is samenwerking in één regeering niet onmogelyk genoemd, maar reeds by. voorbaat is als eisch gesteld samenwerking imet de geheele Katholiek» partij. Gp hetzelfde standpunt ten aanzien van zichzelve staat de SjDA.P. tegenover de uitgesproken eisch van de Katholieken, dat de eenheidsmotie over boord' geworpen zou moeten worden. Onder de verschillende resoluties, die in behandeling komen, is o.a; ook die van de onvereemigbaarheid van functies. Een voor stel van het partybestuur, om te verklaren, dat men niet kan zyn wethouder van een der vier groote steden of burgemeester van een belangryke stad en kamerlid. Met dit voorbe houd, dat ten aanzien van bestaande gevallen de Partyraad uitzonderingen zal kunnen toe staan, wordt na eenige discussie aangenomen. De tweede congresdag ving aan met een rede van den heer Wibaut, die rapport uit bracht voor de commissie ter voorbereiding van de behandeling vaD het verkiezingspro gram. De commissie heeft zich gesteld op het standpunt, dat een verkiezingsprogram van sociaal-demoeraten moet zyn principieel. Er behoeft echter niet in te staan alles wat in het beginselprogram en in het strydprogram staat en het moet de consequenties van de nieuwe verschijnselen aanvaarden. Aan de ontwapeningsparagraaf stelt de commissie voor toe te voegen „vrystelling van militairen dienstplicht voor ernstige dienstweigeraars", al&mede om aan de party op te dragen een intensieve propaganda te voeren voor de verwezenlijking van den ontwapeningseisch. Voor de par. betreffende de buitenlandsche politiek worden geen wyzigingen voorgesteld. Evenmin voor die over de bedryfspolitiek. Voor den landbouw enkele amendementen,|die geen principieels wyziging brengen. 24 afge vaardigden voerden na de uiteenzettingen van den heer Wibaut het woord over de ver schillende punten van het verkiezingsprogram. De voorgestelde wyzigingen waren evenwel sleehts gering. De heer Toelstra stelde hierna als conclusie van iyn inleiding over het verkiezingsprogram de volgende motie voor: Het eongres, ten opzichte van eventueels deelneming aan de regeering verwyzende naar de in het verkiezingsprogram 1918 gestelde ▼oorwaarden, besluit, indien de omstandig heden het vraagstuk te eeniger tyd urgent kunnen maken, de beslissing daaromtrent in handen te leggen van een buitengewoon eongres der Party, nadat aan de vakbeweging daar omtrent gelegenheid tot overleg is gegeven. By de repliek zegt mr. Troelstra in ant woord op een gedane vraag, dat sedert het vorig congres de Party niet meer staat op het standpunt van de militaire landsverdediging. Dientengevolge zal de Kamerfractie zieh even tueel verzetten tegen het toestaan van alle mobilisatiecredieten. Ten aanzien van erentueele deelneming aan de regeering zegt spr. dat ten deze geen uit spraak kan worden gedaan dan nadat de uit slag der verkiezingen bekend zal zyn. Toch kan het noodig zyn vooraf een standpunt te bepalen, en daarom heeft spreker zyn motie voorgesteld. Nadat de heer Wibaut de verschillende sprekers heeft beantwoord, en eenige wyzi gingen zyn overgenomen door de commissie, wordt het verkiezingsprogram evenals de motie Troelstra by acclamatie aangenomen. INGEZONDEN. 67) Antwoord aan don heer K. Keuris. Anna Paulowna, 24 Dec. 1921. Waarde heer Keuris. De redactie had niets in ons Raadsvemlag besnoeid. Neen, de zaak is zóó: Vrijdag was de Raadszitting, zoo u weet; Zaterdag morgen kon ons verslag dus pas de redactie bereiken, terwyi reeds met do middagpost het Zaterdagnummer aan de lezers in onze gemeente bezorgd word. Toen we nu onder het sohryven' bemerkten,; dat ]ons verslag wellicht te groot zou kunnen worden, om nog te kunnen worden opgenomen, beslo ten we, het laatste gedeelte (waaronder uw rede en de bespreking naar aanleiding van het adres, ingezonden door Herwonnen Le- venlskracht) zooveel mogeiyk te bekorten. Uw narede, toen de heer Jonker als admini strateur benoemd was, hebben' we dus in die door U gewraakte zinsnede meenen te kunnen samenvatten. Had een der andere Raadsleden, laten we zeggen de heer Looy, precies hetzelfde gesproken wat nu door u werd gezegd en we hadden diezelfde rede samengevat in de woorden: „De heer Looy betoogt daarop uitvoerig, dat de Raad beter had gedaan den heer Keuris in plaats van den heer Jonker te benoemen. Hy hoopt er evenwel het beste van!" dan zou de heer Looy, daar zyn we zeker van, aan dat zin netje volstrekt geen aanstoot hebben geno men of hebbenl gemeend, dat het door hem gesprokene onjuist was weergegeven. Het zou dan ook om alles maar beter zijn geweest, dat een der vier Raadsleden, die op u hun stem uitbrachten, die nabetrachting had gehouden. Nu ge echter zelf naar aan leiding der benloeming van Jonker aan hel vergelyken zyt geraakt, wat natuuriyk zon der het bespreken der beide personen die op de voordraoht stonden, volslagen onmogeiyk was, ja, nu gelooven wy 'graag, dat onze korte samenvatting van uw redie u wel wat cru moet voorgekomen zyn. Thans weet u echter, waardoor wy tot die beknoptheid wer den verleid en zult u dus wel willen aanne men, dat het heelemaal de opzet niet was, om u onaangenaam te rijn. DE VERSLAGGEVER

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 2