't Jutter! ie UIT DE WIJDE WERELD De Praktijk van Helder OUD HOEST Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 31 December'21. No. 1. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) VAN 'S LEVENS WIJSGEERIGEN KANT „T JUTTERTJE." Nu het aloude „Vliegend Blaadje", sedert enkele jaren in het statiger en eerbiedwaar diger gewaad der „Heldensche Courant" ge dost, -bereids tot een welhaast 50-jarige matrone is 'gegroeid, niu komit daar Üe jonge spring-in-'t veld, die (maling heeft aan fatsoenlijke namen en deftige allures, en die, met hoofsche buiging en sierlijken Knix zich voorstelt: „imijin naam is 't Juttertje. Aan genaam!" En de verraste, verbaasde 'lezer lacht en meesmuilt, en zegt: „Hoe komt dat kind aam zóó'n maam!" Inderdaad, de vraag is ad-rem. En het ant woord is spoedig te geven: van onvervalsdh- ten Helderschen bloede is de naam jutter bij oud en jong bekend. En sinds jaar en dag werd door eene categorie van onze lezers het Vliegend Blaadje eerst, de Helderoöh© Cou rant vervolgens, met het praedicaat ,,'t Jut tertje" aangeduid. Dit was volstrekt geen Scheldnaam, geen klelneerende betiteling. Integendeel, daar zat iets interns in, iets specifiek-Heldersoh, iets origineels. Maar ais officieel© benaming ikon zij niet dienen. Zelfs de naam „Vliegend Blaadje" viel ten offer aan den tijdgeest. Toen nu bij de redactie het plan rijpte tot de uitgifte van een wekelijk-sch bijvoegsel1, rnt 'n aanvulling op het meer officieele itennieuws tot taak zou hebben het u engen van eenige afwisseling, van wat ver strooi -7 ontstond vanzelf de vraag: hoe zal oil "dekblad heeten 'Liever dan den niets zeggend-en 'naam „Van alles wat", „Van hier en gindsch" of iets van dien aard, aanvaardde zij den bij iederen inwoner be kenden en intiemien naam van ,,'t Juffertje". En is die naam inderdaadniet véélzeg- gend? Wordt er niet „gejut" en gesnuffeld om een steeds afwisselenden, en, hopen we, steeds boelenden inhoud tezaam te lezen? 't Eenige verschil ls, dat strandjutten In we zen een ongeoorloofd bedrijf ls, en ons Juttertje een .buitengewoon eerzaam en fat soenlijk weekblaadje wil zijin. Wat nu ons Juttertje wil? We zeiden het reed'S: ontspanning brengen, afwisseling in de dagelijksche, vaak niet zeer verheffende, krantenleotuiur. De faits et gestes van een Commissie van Herstel worden uit haar ko lommen verbannen: de gemeenteraad wordt er niet toegelaten. Daarentegen alles wat bij kan dragen tot ontwikkeling; korte feuille tons als ontspanningslectuur, nuttige en we tenswaardige mededeeiingen. enz. Ook voor de jeugd wordt een rubriek geopend, met verhaaltjes en versjes, er zullen kinderboe ken in worden besproken, kortom, er zal getracht worden zooveel mogelijk afwisseling ln den Inhoud te brengen. De abonnements prijs wordt door dit Juttertje niet verhoogd, wel, hopen we, de aantrekkelijkheid van onze krant, trots haar omvang van de laatste jaren, nog altijd in den mond van onze lezers gebleven „het krantje". Moge dan Ook de lezer, na de kennismaking met onze Jonge spruit, uit den grond zijns harten zc-ggon: „Aangenaam I" NOORWEGEN. Ter hobbelpaard over Doggersbsnk. Vlseh en nog eena vlsclt. We maakten de rela van New-Oastle uit naar Noorwegen, met het S.8. „Iris" van „Det Bergensko Dampsklbaselkab" een lieve boot, klein en met groote gebreken. Een boot als 'n hobbelpaard, die elke golf van de rumoerige zee bij liet woeste regen weer trouw meemaakte. Het bleek mij ook workelijk dat onder de zeelui het klein en kort gebouwde stoomsohlp de bijnaam van het Hobbelpaard droeg. Op do korte roller- golven van de Noordzee en vooral boven de wegeriH zijn ondiepte gevreesde plaat „Dog- ge rsbank'1 kon de „Iris" zóó te koer «aan, dat de boeg tot 't oorsto ruim ln zoe stak, do schroef ln de lucht werkte en je ln do oabln uit Je kool haast ln de kool van je buurman, die raar deod te land kwam. Op gevuar of van voor 'n naneef van Von Mtlnohhausen te worden gehouden, kan lk verzekeren, dat lk zelfs eenmaal onder 't eten mn neus aan 't zilveren ijsvaatjo stootte. Tijdens de vaart over „Doggersbank was er niemand van de passagiers op de kleine dekken te zien. De „Iris" steigerde. De zee was woest en er hing een grijs gordijn van mist-regen over de uitgestrekte watervlakte. Een keer zagen wij als een herinnering aan oude tijden een grooten viermast- schoener met vol zeil en takelage dansende aan ons voorbij gaan. Maar niemand had er aandacht voor. De zee-ziekte waarde als een vernietigend spook door het schip en 1Rder van de reizigers die niet met de zee en net „Hobbelpaard" vertrouwd was, verwenschte beide uit den grond van zijn gedachten en velschillende zullen om van het eindeloo- ze en tergende op-en-neer-gezwaai af te we zen - zich hartgrondig een graf in de gol ven op „Doggersbank" hebben gewenscht. Toch was de Iris een aardige boot met stoere Noorsche bemanning en kwieke Jonge officieren, die als cadetten van de Noorsche zee.school zoo ter koopvaart voeren om de kusten te leeren. Bovendien werd het schip gecommandeerd door een aangenaam en - minnelijk kapitein, die vriendsdiap had voor de beklagenswaardige passagiers,jsiehoonu een ras-zeeman was en een Noor. Maa wij dankten den Hemel toen het hobbelen eindelijk ophield en we statig binnen fjorden dreven. Op den derden dag 's nachts om een uur -oor Stavanger gekomen zagen we van te ie stad niets dan groote houten u schep slagplaatsen met 't Victorla-hotel eenzaam ertusschen en donkere rotsen aan den an deren kant alles in een donkeren nacht van guur-hulverig regenweer en bij 't ket- tingrellen van de Iris-lier die vaten op den modderigen wal loste. Na 'n paar uur weer vertrokken voor de vaart door de fjorden en scheren 'n tocht van 'n half etmaal, vol schilderachtig mooi- ruwe, grillige bergen en rotsen uit 't wa ter en weer open zee soms, met op geheel den tocht de loods op de brug bereikten we voorbij Taugesund don volgenden middag de paddefjord voor Bergen. Vanaf de brug bij den kapitein gezien, kwam het pittoresk Bergen idyllisch van achter de landtong. Dit was het Bergen van de Noren, de voornaamste visschersplaats, met zijn 60.000 menschen de tweede handels stad van het rijk. Schilderachtig kwam het te voorschijn draaien, als met een waas van heel zijn Noorsche Sagen-rijkdom doorweven in de massa van kleine roode daken, neer gelegd in de vallei binnen de hooge ber- genketen rondom waarop zwarte wolken van water in de scherpe punten braken. De damp hing zwaar ertusschen. Mooi kwam het voor, terwijl de kapitein gewichtig mij wees op de vuurmonden in den rotswal ver scholen en waarachter het stadje als be schermd lag. De boot meerde aan Custom House, aan de overzjj van Tyskebryggen, waar 't al oude slot van Haakon stond. Hier was Noor wegens eerste koning heel vroeger ge kroond. Den volgenden dag bjj het bezichti gen dezer historische plekken beleefde ik zuiver de werkelijkheid van Ibsens „Mede dingers naar de kroon". Verderop voorbi; Haakon'» plot bevinden zich eveneens de Maria-kircke, na Luther's tijd voor de her vorming veroverd en de Hanseatlsche kwartieren heel oude 'n halve mijl lange: diepdonkere verblijven van de oude Hansea- ten-barbaren. Deze oer-bewoners bezaten hun vrouwen als huisdieren en hielden ze soms in een hok opgesloten als 'n gevan gen wilde. Hun voedsel kregen ze dan door 'n klep in 't toegangsluik Van boord onderdoor de grijs-oude poort, waarachter de lichte, gebrekkige rij tuigjes stonden, begon de wandeling naar 't Hotel. Wij gingen eerst door de Strandga den, 'n smalle straat, met treurige winkel tjes ln regen en modder-atmosfeer, waar 't slikvuil naar omlaag inloopt van de on- guur-groote keien. En na de emotie van de hobbelingen boven Doggersbank begon hier de tweede plaag: Vischl Op een reis naar het Noorden is de zee gelijk aan Visch. En het schip en de maaltijden en heel het bedrlj vige en natte glibberige leven culmineert lr een enkel begrip: Visch. Het blijft overal en altijd, Visch. De kleine winkels ln Strand gaden hebben tmuklooze etalages van olie- pakken en Noorsche kachels en typeerende kunstnijverheid uit de streek, maar vóór al les Visch. De tamelijk lange Strandgaden uit, kwamen wo op onze wandeling al da (lelijk langs de visohmarkt, waar iedere Noorsche vrouw uit een groot water bun de levende vlsoh voor den maaltijd koopt van den visschersman in 'n ollepuk, die ae vis schen: de levende makreelon, roode poonen tongen, tarbotten, grieten en nog 'n menigte vreemdsoortige vlsschon tot zeewolven toe voor de vrouw dood slaat en ze aan een ijzeren draad rijgt. Jawel, tegenover Nor ges-Bank komt men langs Holbergs monu inent (de Deensche Vrijheer en roman en blijspeldichter 1084—1764) en Ohrlstles Monument op Torvet. (de Noorsche par lementsman van 1814.) Hier zijn lage win kels op 't groote markt-mlddenpunt vo Noorsoh huisraad en kleeren jassen, pel sen, mutsen, doeken, wanton, beurzon, kou sen.en nog allerlei als poppen, vrouw tjos en mannetjes, geldzakken, tasschen; mooie dingen en dagelijks gebruikte alles van bont.... Bont, prachtig wit en grijs on zwart en zwaar óón palels van pruoh- tlg zeehondenbont ln alle verscheidenheid Maar ln hoofdzaak blijft toch de aandaohf getrokken door visch en visch-luoht. Hee den arbeid, die men waarneemt draalt om het begrip „Vlsoh", VlBoh-bedrlJf, Vlsoh- vangst en Vlsch-hnndel. De stad Bergen zou fjevoegcHJk Vlssohenburah kunnen heeten Stedelijk aangekomen in HoldtVHotel was hst eerste waarmee we kennis maakten V1o h II Want het was Juist d!ner-tl|d (half tien ln den nvond- en helder dag) en we za ten moe aan een etenspartlj met Noorsoh menu: Vlsoh van alle natlonulltelten on alle zeeën van meren, rivieren, fjorden en dlep-zeeën. Over do lange tafels zwierven en op de borden glinsterden kleine en groote vissollen, ragout van zeebeesten en croquet- ten vnn schelpdieren. Het was Visch ln alle vormen en op allo wijzen: gekookt, gebak kon, gebraden, in blik en gezouten, heel of puree, ln mooten of plakken, In doop, te olie te gelei ja misschien wel gecon- fiit Maar visch te ieder geval. Toen lk eenmaal niet kon beseffen wat ik op m'n bord had, heb lk stoutmoedig aan m'n tafel buurman den naam van het gerecht ge vraagd omdat het menu in de Noorsch©-keu kentaal was,.het was V ischil Dr. BRENSA. mooie dingen en doge i. Onder de rubriek: „Kiekjes uit de klas," schrijft J. L. in „De «chool met den Bijbel het volgende: „De kleintjes zijn nauwelijks veertien da gen op school. Het is een vrijmoedig, woe lig stelletje stadskindertjes. Er komt bezoek, officieel: de schoolop ziener. Hij praat even met juf, en de kleinen nemen het er van. In een; ommezien zit een der drukjes bo ven op de bank. De schoolopziener zegt vriendelijk lachend tegen helm: Ga jij eens zitten! Half verontwaardigd kijkt de kleine snul ter op en zegt: Eb jii bant niet eens de juffrouw! Het spreekt vanzelf dat het ,jJutterfcje", aloud inwoner van de plaats zijner vade ren, steedis een open oog houdit voor het weil en wee van zijn geboorteplaats, en eveneens spreekt het vanzelf, dat hij van zijn gevoelens op dleze plaats kond wenscht te doen. En nu verwachte de lezer niet bij voortduring een loflied, waarin de vreug de, Inwoner te zijn van dit begenadigd oord, wordt verheerlijkt, te zien aangeheven; iai tegendeel, onze vriend zal zijm, die vriend, die mij anijn feilen toont, en wij hopen, dht ook de volgende versregel van den braven van Alphen daardoor bewaarheid wordt: dat hij op ons hart een groot vermogen heeft. Valt er dan, vraagt die argelooze lezer, zoo veel te misprij'zen 'in onze goed© stad? Wij zouden met een andere vraag willen antwoorden: - Zoudlt gij, vriend! lezen, wen- schen, dat hier niets- te laken warel Welk een Ideaal land zouden we hier hebben! Daartegenover zou een journalist, die de stad enkel bekeek met een zwantgekleurde bril, die dag in dag uit zijn Nurksche stem ming botvierde, terecht door u niet worden gelezen. Daarom: laat ons het liief -en leed bepra ten van die stad onzer inwoning, elk op zijn beurt.'Wij willen loven waar te loven ih, wij willen critiseeren, waar criitiek ge wenscht is. Critiek kan nuttig zijn en op bouwend, en per slot van rekening dienen wij opbouwend werk te verrichten, niet waar? In dit ons eerste artikeltje willen wij ons bezighouden met in 't algemeen,, een overzicht van Helder als woonplaats. Wi, bedoelen nu niet de -stad als stad, want- zelfs die meest chauvinistische Nieuwedlleper maakt zich omtrent die stedelijke schoon heid van zijn woonplaats geen groote illu sies. Ook de jongeren weten nu zoo lang zamerhand wel, dat er andere, fraaiere plaatsen zijn dan de onze. Maar de aantrek kingskracht, 'die deze plaats uitoefent op den bewoner, zelfs ook op den niet-inboor- llng, ls het igevolg van den geest, de men taliteit der bevolking. De Noord-Hollander is over 't- algemeen een sympathiek -mem- schensoorthij' is 'ln doorsnee beschaaf der -dan de plattelandsbewoner, te andere streken van ons die-baar vaderland). En voor Helder komt daar nog een speciale factor -bij: de zeewind, het zeemransbedrijf, oefent een -gunstigen invloed uit De Helderschen zijn over het algemeen een prettig soort menschen; niet overbe schaafd, niet geletterd, imaar eenvoudig slj-ucht en rjuöht-, zooals de Friezen da'; kernachtig noemen. Dat is een gmoote deugd-, en het is zeer te hopen, dat 'dit zoo blijven miag. We doen wel aan conventies, zijn ook wel een beetje philister-achtig van aard, maar persaldo zijn we dan ook alle maal maar menschen, wie niiets mensohe- lljks vreemd is. of een onvruchtbare en ongezonde woestenij te zijn. Arbeid is Levenl Bedenk dat de ziel van den Mensch zelfs )ij de geringste soort arbeidszudht hooger stijgt en wordt gebracht in een zekeren graad van harmonie met het onetedigel Twjjfel begeerte kommer berouw toorn en wanhoop, zij legeren zich als hel honden rondoon de zielen van armen en -rij ken. Zoodra hij zich echter moedig aan den arbeid en aan zijn levenstaak zet, verstom men zij en kruipen grommend in hun holen terug! De miensch ls nu een Mensch gewor den! De heilige gloed van den arbeid is als een louterend vuur, waarin alle gif verteerd wordt en waaruit een heldere heilige vlam omhoog schiet al is de rook nog zoo dik. De mensch is als kiel en het leven is de potte bakker! Maar de arbeid is de draaischijf en uit een traag mensch kan zelfs het vriendelijk ste toeval, evenmin als de vlijtigste potten bakker zonder schijf, niets anders -bakken en (kneden dan-knoeiwerk! Al- wondt er nog zooveel verf en verguldsel op verspild het blijft (knoeiwerk. Hét wordt geen fraaie schotel, doch een krom en1 hoekig en vorm loos maaksel. Mogen de tragen dit wel bedenken! Gezegend is hij, die zijn arbeid -gevonden heeft en deze aandurft; hij verïange geen goud en geen aanzien en geen andere zeigen. Hij heeft de zijne. En al is dan de stroom klein en schijnbaar 'zonder waard© voor de dorstende weide waarlangs hij stroomt is hij een weldaad! In een van zijn beroemd geworden Essay's zet de lerwdhe schrijver Thomas üarlyle zijn mocni-ng uiteen over het Leven en aan Ar beid en hij zegt: tedonk te Levon «lts al' Uiw Leven, zelfs al waart gij de armzaligste aller stervelingen, ls geen yidiol© droom, maar won verheven werkelij'khol'a. Het is uw eigendom: het Is allee wat gij toetot om de Eeuwigheid modle tegemoet te gaan! kh Uw Leven la arbei den naar de Eeuwigheid toe! Work daarom zoonis de sterren zonder huast maar ook zonder rust! Het 1» een verheven en plechtige ja zelfs bijna v-reesclljike gedachte voor den mensch, dat zijn aardsolie Invloed wel een aanvang, maar nimmer door «lil© eeuwen heen een einde nemen zal. Wat gebeurd Is ls ge beurd voor altijd en heeft zloh te liet gren zeloos oo-uwlg lovende en eeuwig bedrlj von- d" Heelal opgelost, au werkt daar dan ten goed©.... of ten1 kwade ln het openbaar of ln het geheim door alle tijden heen! Het leven vain leder manisch Is te verge lijken mot do bron van een rivier. Het eerste begin ls ledereen duidelijk; hoe echter ver der haar loop zal zijn en (haar bestemming ais zij zich slingert door de breed© vlakte der oneindige Jaren.Dat weet niemand! Zal zij vereenigen met naburige stroomon en die vergrooten of zal zijzelf deze ln zich opnemen?.Zal ihet -stroompje ©en beekje zonder naam blijven, -dat met zijn ondiepe wateren onder m-llll-oenen andere beken en riviertjes bijdraagt tot verbreeding van een of andere wereldstroom? Of zal1 zij -zelf te Rijn of te Do-nau worden, welks vloed en eeuwige grenslijn is -op deize aarde, het bolwerk en de heirbaan van geheel© koninkrijken en vastelanden? Wij weten het niet! Alles wat wij met zekerheid kunnen verklaren is, dat de weg altijd voert naar den grooten Oceaan! Haar wateren, al waren zij niet meer dan een handjevol zijn er en kunnen evenmin teniet worden gedaan als tegen ge houden. Er schuilt een blijvende adel en zelfs iets heiligs in den arbeid. Al is de mensch zijn hooge roeping nog zoo weinig indachtig, toch kan bij nog altijd aanspraak maken op hoop zoolang hij waarlijk en ernstig arbeidt! Slechts in den lediggang ligt de eeuwige wanhoop!.... 'De arbeid-, al is hij nog zoo nederig, blijft steeds in samenhang met de natuur. Alleen 'eed® de wensch om arbeid te verrichten leidt tot de waarheid! Er ligt een oneindige beteekeniis te den Arbeid! De menisch volmaakt er zich door. Het riet en het onfcrui'd worden erdoor opge ruimd sch-oone bezaaide akkers en prach tige steden komen ervoor ln de plaats en de mensch houdt op zelf een akker vol onkruid DIALOGEN. en nu P P. DICHT en ONDICHT. Syme met de bokken. Syme had twee schoon© bokken, Sikken als een paardestaart, Kromme horens op do koppen, Enkel- al 'in tientje waard. Syme zou ze -gaasn verkoopen, Want z'n land was zonder gras, En omdat z'n lieve Geurt© Erreg op de centen was.... To©n ze aan 't paaltje stonden, Vond' de iheele markt ze mooi. D'eene liet ze 'kwispelstaarten, D'ander gaf te bosje hooi. En er kwam een rijke kooper, Die de bokken keurig vond, Bood aan Syme twintig poppen, En -betaald© hem terstond. Ieder woü geluk hem wenschen Met dien wondermooien koop. Sym moest alleman trakteeren', Heel de markt liep te hoop. Paardekoopers, kippeboeren.... Niemand weigerde ©en slok. Eerst ging 't om de bontgevlekte, Daarna om de zwarte bok Teun, de tolbaas, nam te 'brood je, Kees te haring met te ei.... En hij nam er later etiekum Minstens zeven klaart-jes bij. Heel den dag bracht nieuwe vrinden, Tot 't al weer avond wier. Sym© moest te stooter...leenen Voor z'n laatste glaasje bier. Eindelijk ging Syme henen, 't Bokketouw dreef door 't slijk. Syme kon z'n huls niet vinden, Geurt© stond al op den dijk. „Rare bokken" stamelt Syme, Toen-ie Geurt© zoo zag staan. „Waarachtig, Geurt tot-ain de staartje» Ben' ze deur mte keel gegaan". Oorlog!. —Geloof jij 't?. Wat?. Dat we de laatste oorlog gehad heb ben? Nee' jij?.... Ik ook nletl. Waarom niet?. Omdat de aarde draait en zal blijven draaien tot de zon gedoofd is en de dag des oordeels geweest ls.Kaïn doodde Abel. en David overwon Goliath 1 Shnson versloeg de Philistijnon. en de Joden kruisten Christus. Precies.De Babyloniërs en de Me- dlërs stonden tegen Sardanapolus op! Maar het opperhoofd Deioces verhief zich boven de anderen en stichtte een nieuw Rijk!.... Ja.... De Perzen onderwierpen eerst de Mediërs. En daarna wordt het Rijk der Perzen weer vernietigd door Alexander van Macedonië, Zoo is hetl.De aarde draalt- en he blijft allemaal oorlog, vriendl.Hannlba bracht Spanje te de macht van Karthago en Karthago gaat weer aan de Romeinen verlo ren! De Romeinen werden bevochten door de Latijnen en de Galliërs en de Marmety- nen on de Germanen.De Hunnen en de West- Europeesche horden vernietigden het sohoono Romolsche rijkl. Juist.En de Grloksohe stam-oorlo- gen het Grieksche tydperk.Overal oor log. De kruistochten. En de rldderoorlogen.Do Hoek- schen en de Kabeljauwsohen.De Schie- ï'ingers on vet-ko«perst. Do kerkoorlogen?De Remonstran ten en .d© oentra■dtennO'nstjranten En do Tachtig jarige ruziell. En onzo vriend Napoleon de oom- mune?. UIT DE HOOFDSTAD! Onze goede, brave, vermaarde ©n deftige stlad Am-sterdam, heeft een z.g. .plattegrond", die een van de merkwaardigst© der wereld la. Weinig groote steden zelfs geen der be roemdst© wereldisted-en heeft een aanleg, die zoo regelmatig en bij uitstek systematisch is als de onze. Amsterdam bestaat uit te Meer (de iDarn), waanhieen van alle, ja, lndeTd0ad van alle riohitteg-en in de rondte de kanalen ioopen in den vorm van straten- en grachten en steeds maar dag in dag uit toevoeren. toevoeren menschen «roe pen, menschen- miassaTs.mensdhenstroamen.Hoe lan ger hoe meer! Ik zwijg hier van de prachtige singels en grachten, die met de regelmatigheid van rin gen oun een koehoorn rond het middenplaat vim- de ltef-i-oude stad rijn aangelegd'! Ik zwijg hier eveneens van de duldeiyk- h©id waarmede men de Ln den loop der jaren en eeuwen aangebrachte ve-rgraoititegen nog kan herkennen! Ik spreek «Heen over hieit midden heit Meer de Dam en dewzelfs omgeving. en over de Ontelbare kamillen, die als beddin gen tusschen de huizon de steeds imaohltiger wordend© stroom van menschen naar di/fe midden moeten lelden! Onze regelmaat is mooi 1* prachtig 1 I Maar het heeft zljii schadurwzï ■In prachtig zijde.... Die kennen we afruda jaar en dag. Dat is de „verkwrsm-oellljikihield En de oorlog van 'zeventig!. Jo hebt geiyicl. Geloof jij het?. 11c niet! jy?. Ik ook niet.Vandaag den dag de Gonferontlo van Washington.... De narde draalt, amice.Laten we daar op de hoek eens opsteken. Wist gy, dat thee, die lang heeft staan trekken, even govaariyic Is voor de gezond heid als cocaïne of opium? Drink uw the© altijd vur.sch gezet ©ntenialc zo niet te «Uvrk. Een gunstige uitzondering op haar zusterinstellingen in de Nieuwe Wereld maakt de tram in Seattlo ,waav het aantal ongelukken ln 1910.7291 bedroeg en ln 1920.6511. En dat op een vervoer van 128 mlllloen reizigers. te Buitenlander, die gewend ls per automo biel heel Europa rand te ryden heeft oh- langs gezegd, „dat (hij het Rokln en liet Muntplein tut de gevaarlijkst© verkeerswegen' rekende van heel de Wereld 1" Amsterdam is te nauw en te benauwd ge werden! De kleine en vooral' «male kanalen kunnen den stroom niet meer houden en ze kunnen niet broeder, althans moeliyk breeder worden, walnt ter woerszyd© staan.huizenI. Dot ls de ziekte van Amsterdam' en gevolg van zijn uiterst precteuzen en -systemRitisohien on evenwHdigen' en ©venwldbtlgen aanlegl Amsterdam ia,te smalt Waar ziekte Is wondt de geneesmeester go- roepen en medlcameniteii aangewend. Zoo lm onze stad des Rljka. De ziekte ls: te amiftll De geneesheer ls: De Raad van vroede Vaderen, die zoowel Ihier als overal elders vnn alles verstand heeft en het medicament IsVerbreedtngs-pofiders, vcrbreedings-pll/- len, verbroedingsznlf. Dientengevolge leven wy te Amsterdam la PRIJSREBUS. Voor goede oplossingen zullen twee pryzen beschikbaar worden gesteld, die bfl loting toegekend zullen worden. Bovendien worden tweeprijzen beschikbaar gesteld voor do beate gedichten, op de oplossing betrekking hebbende. De pryzen bestaan uit doozen bonbons. Inzending van oplossingen uiteriyk tot Maandagavond a.s., voor buitenabonnó's tot Dinsdagavond. Op het adres te vermelden: Oplossing REBUS, Van schrijver En denker. Brensa.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1921 | | pagina 3