NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Het Meisje «en hiernaast HERMAN NYPELS. Nog eenige Winterjassen, Jekkers en Regenjassen, Gevoerde Handschoenen. Eerste Blad. verkoopen wij voor EXTRA LAGE prijzen. Bijzondere koopjes, No. 5510 DINSDAG 24 JANUARI 1922 50a JAARGANG Zsadagmorgen ia de Paua overleden. FEUILLETON. Vuur lag*lMh TM RUBT M. ATRBS W, J. ROLDANUI JR. „Hij," zeide ik, „heeft je niet zoo noodig «ls ik." „Se* weet je datf* weeg Üf. DoeHwol niet krimpen Maakt zijde niet c^eel Het praalgraf. Het laatste werk van den pana De regeerlngsverklarlng van Polncaré. „Je gelooft toch niet, dat ik niet met Je trouwen wil, wel?" en u influister! datmaar daar had Ik Ingezonden mededeellng. Kledingmagazijn Ingezonden mededeellng. COURANT 8 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: iTXÏÏJl?». S «-»!-( f 2.-. N«L O. W. reep. f O 67» f O 75 f O RK t 9r7er^e landen f 4.20 Zondagsblad »0deblad reep. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.60 lAoeeenummer» der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50 Poet-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) 60 ct. Kleine advertentiee (gevraagd, te koop, te huur) v. 14 regels 40 ct, elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adree: Bureau v. d. biad en met br. onder no. 10 ct p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Licht op voor auto's en fietsen i Dlmdag M 4.19 sar. Woenadag J6 4.01 BUITENLAND, Fans Benedictus XV. f Met Benedictus XV, die op den niet hoogen leeftijd van 67 jaar aan longontsteking over leden is, 'is een paus heengegaan, die door de omstandigheden ook een politieke rol te ver vuilen heeft gehad:. Gdboren op 21 November 1854 te Genua als Giacomo, markies della Chiesa, volgde hij, na op 24-jarigeni leeftijd, tot priester gewijd te rijn, de loopbaan van die adellijke geeste lijken, die na een bijzondere academie bezocht te hebben, ook een tijdlang aain den kerkelijk' diplomatieken dienst verbonden worden. Als secretaris der nuntiatuur te Madrid en daarna onder kardinaal RampoUa aan het staats secretariaat te Romie, ontving hij zoodoende een opleiding, die zeer zeker een goede voor bereiding is geweest voor een paus, die te staan kwam voor de talrijke ernstige moei lijkheden en netelige kwesties, die do wereld oorlog ook voor het Vatikiaan st elde. En het ls zeker mede vanwege zijn diplomatieke er varing -geweest, dat hij op 3 September 1914 op 59-jarigen leeftijd en hoewel hij' pas vier maanden te voren tot kardinaal verheven was, door het conclave tot paus 'gekozen werd. Toen kardinaal markies Giacomo della Chiesa tot paus gekozen, den naam van Bene dictus XV aannam, werd er aan herinnerd', dat de geschiedenis omtrent den Benedictus, die vóór hem op den stoel van Sint Pie-ter gezeten had, getuigd heeft, dat deze in zijn pausschap, dat van 1740 tot 1758 geduurd heeft, een wijze en gematigde politiek gevolgd heeft. Wat het politiek en1 diplomatiek terrein van actie der kerk betreft het kerkeliik gebied blijft in deze 'buiten beschouwing is er reden om te gelooven, dat de geschiedendB aan het beleid van Beniedictus X V den, lof van groote bekwaamheid zal geven. Door den wereldoorlog ten opzichte van de strijdende partijen in een positie geplaatst, waarbij het Vatikaan wel, om de bekende uitdrukking van Romain Rolland te gebruiken, „au-dessus de Ik mêlée" stond, maar waarbij de strijdenden den Heiligen Stoel uit alle macht, elk naar zijn zijde, in de worsteling trachtten te be trekken', heeft bij in de talrijke moeilijke ge vallen, die zioh voordeden men herinnere zich slechts, dat nog geen drie weken na zijm beklimmen van den pauselijken stoel het bombardement van de kathedraal te Reimis plaats vond een zekere, doel-bewuste on zijdlgheid weten te bewaren en gevaarlijke klippen weten te omzeilen. 'Ondanks verwijten en kritiek, die de paus, evenals elk onzijdige moest hooren van de genten, die in de woede van den strijd enkel de elementaire gevoels- redeneering kenden van: „wie niet vóór ons ls, is tegen ons", heeft hij de 'politieke, positie van de kerk niet alleen weten te handhaven, maar tenslotte die positie nog sterker dain ledert lang het geval was geweest, als een belangrijke machtspositie weten te doem ge voelen en eTkentoen. Niet alleen landen als Nederland hebben een gezantschap bij den Muselijken stoel gevestigd, (maar Benedictus XV heeft nog de voldoening 'kunnen smaken de F^anache Republiek, „al fille atnée de 1'église", die ln het begin van deze eeuw zoo ruw met Rome gebroken had en tijdens den oorlog het heftigst was geweest in de kritiek 10) Ik boog gehoorzaam mijn boofd en zij g op haar teenen staan en kuste mijn r. ,Ik mag jou toch zoenen wanneer ik ni'èt?" vroeg zij schuw. „Als je heel zoet bent," antwoordde ik. Er klonk ergens in het huis een voetstap J0y sprong van mij weg, „Ik 'geloof, dat je nu met Mr. Jardine *>et gaan praten," zeide zij streng. Zij ging naar den spiegel en trachtte haar baar weer wat in orde te brengen Ik volgde baar en- ging achter haar staan |h wij keken elkaar in den spiegel aan. Een •ogenblik spraken wij niet en ik zag een •aar rimpels tusschen haar oogen komen. „Het is toch allemaal waar wat er nu ge leurd?" vroeg zij met een angstig stemme- |e. „Ik zal toch straks niet wakker worden h merken, dat het een droom is?" „Als het een droom ls, dan is het er een, ie ons heele leven duren zal," zeide ik. „Em ben je blij?" vroeg zij dan. „Echt blij? >at we elkaar toch gekregen hebben, be- oel ik?" J Haar oogen haar pelnzend-ernstige Ogen zochten vragend de mijne. ,3Uj is zoo'n armalig woord, lieveling,' atwoordde ik droevig. „Eens zal je weten, os lief ik je heb, boe lief ik je altijd «ebU de diplomatieke .'betrekkingen met het Vati kaan te zien hervatten. Er is verder alle reden aan te nemen, dat onder zijn pausschap ook de verzoening tusschen Vati'kaam en Quiri naal een stap nader gekomen is. De overleden paus heeft zijn vredesactie tijdens den oorlog in voorzichtige banen we ten te houden, zoodat ze ook bij mislukking geen schadelijken terugslag had en hij heeft geen gelegenheid voorbij laten gaan liefde werk voor krijgsgevangenen en gewonden met onpartijdigheid te steunen. Zijn opvolging stelt, vanwege den veran derden toestand van Europa, als daar is het uiteenvallen van dte vroegere D-onau-monar- bhie eenige nieuwe problemen, die bij het aanstaand conclave ter sprake zullen komen. Toen Pius X, de kinderlijke Guiseppe Sarto, tengevolge van de aandoeningen, die zijtn vriendelijlke oude hart niet meer konden verdragen, als slachtoffer van den pas uitge- braken wereldoorlog was ontslapen, stond het conclave voor een moeilijke keus. Inge wikkelde vraagstukken, zoowel van interna- tionaal-politieken als van intern-kerkebjken aard, maakten de verantwoordelijkheid voor het benoemen van een hoogwaardigheidsbe- kleeder, die iin zijn persoon al dadelijk een bepaalde oplossing zou vertegenwoordigen, zoo drukkend', dat sommigen den raad gaven, de kardinalen voorshands een der oudsten uit hun midden te laten aanwijzen, wiens pau selijke waardigheid slechts vain zeer tijdeüj- ken aard zou wezen, om op deze wijze een beslissende daad te verschuiven. Dezen raad helbben de kardinalen niet op gevolgd; Giaoomo della Chiesa, op 21 No vember 1864 te Genua geboren, was bij zijn verkiezing nog geen zestig jaar oud. Verre van aftandsoh, behoorde hij tot de meest kloeke geesten, die de Roomsch-Katholieke Kerk telde. Was hij niet de leerling en de vriend geweest van den geduchten Rampolla en droeg hij in ziijn bewustzijn niet mede wat aan karakter en idealen die dagelijksche om gang hem in de herinnering had geprent? Met dezen nobelten telg uit het in kerkelijke functies opgegroeide patriciërsgeslacht de leiding van hun gemeenschap op te dragen hebben de kardinalen destijds een zeer be sliste -en, naar achteraf is gebleken, zeer 'ge lukkige keuze gedaan. Deze jurist en diplo maat, die tevens een 'humaan mensch en een ruimhartig geloovige was, scheen de aange wezen man om in de troebele tijden het licht, dat aan Pius' machtelooze hand was ontzon ken, zuiver brandend omhoog te heffen. Natuurlijk valt het een buitenstaander moeilijk van een paus een indruk te krijgen, die op betrouwbare gronden berust Moet hij zijn gegevens niet afwachten uit de tweede, vaak >uit de derde of vierde (hamd, en kan imen steeds nagaan, welk deel van den pauselijken arbeid- aan den kerkvorst persoonlijk en welk deel aan zijn omgeving moet worden toege schreven? Gelijk een- wereldlijk vorst steunt op zijm ministers, zal Benedictus XV veel hebben te danken gehad aan het inzicht en de medewerking h.v. van zijn bekwamen staatssecretaris, kardinaal Pietro Gasparri. Een paus is, gelijk een- koning, voor den buitenstaander hoofdzakelijk een legendari sche figuur, maar als zoodanig blijft zijn beeld in 't geheugen) staan, zooals hij-, meestal naar aanleiding van een bepaald woord -of een be paalde daad, op zeker oogenblik buitenge meen indruk maakte op het voor gemoeds- adel ontvankelijk oordeel. En zoo zullen wij paus Benediotus XV het liefst iin gedachten houden als de spreker van dat nobele woord uit zijn eerste encycliek, waarin hij,, ter waar schuwing aan ïntegralistische drijvers, zijn geloofsgenooten voorhield: „Een ieder hebbe voldoende aan deze belijdenis: Mijn naam is Christen en mijn bijnaam is Katholiek". <„N. Rott. Ort.M). „En geloof je dat Dom even gelukkig la als wij? vroeg zij mij dan. „Ik hoop hei" „Ik ook. Maar ik weet wel zeker, dat hij het niet is, omdat niemand zoo gelukkig zijn kan als wij." „Ik weet zeker, dat zij het niet zouden kunnen zijn." Dan lachte zij plotseling. „En wat denk je wel, dat de mensdhen zul len zeggen?" vroeg zij, terwijl een blos over haar heele gezicht kwam. „Dat weet de hemel alleen," antwoordde ik tragisdh-komisch. „Maar ik weet, dat ik ine er niets van aantrek." Want wat kan het mij schelen wat de uien schil zouden zeggen, nu Ik alles had in de wereld wat ik begeerde. L' EnvoL Precies een maand nadat ik uit Frankrijk teruggekomen was, trouwde ik met Joy trouwde ik met haar ondanks het krachtig ste verzet van haar kant, zooais zij beweerde, ik moet erkennen dat zij een paar bezwaren opwierp, waarvan het voornaamste wel was, dat zij onmogelijk den ouden' Jardine verla ten kon. „Na alles wat hij voor mij gedaan heeft! Dat kan ik immers niet," zeide zij. „Ik kan mij heusch niet begrijpen hoe je het hart hebt het mij te vragen David; ik begrijp heit waarachtig niet. Ik deed alsof Ik haar zin wilde geven. Heel goed," zeide ik berustend, ,31a je denkt, dat je met hem gelukkiger zult zijn dan met mij Zij wierp een vluggen blik op mij, maar ik hield mij, alsof ik den niet zag. „Ik denk aan hem niet aan mezelf," zeide zij boos. Ingezonden mededeellng. Rome, 23 Jan. Het stoffelijk overschot van den Paus werd hedenmorgen kwartier voor tien van de troonzaal op plechtige wijze ge bracht naar de Sint Pieterskerk. De kardi nalen, prelaten, leden van het diplomatieke corps namen o.a. aan den optocht deel. Het lijk van den paus, geplaatst in de heilige kapel op een catafalk, omgeven door kaar sen, is voor het publiek te zien. De plech tigheid was om elf uur afgeloopen. Een ge weldige menigte begeeft zich naar de Pie terskerk. Berlijn, 23 Jan. Het laatste plan van den overleden paus was, naar „Popoio Romano" meldt, aan de conferentie van Genua gewijd. In een epistel aan den aartsbisschop van Genua wilde hij de belangrijkste grondstel lingen der Europeesche problemen uiteen zetten, Deze brief zou aan den vooravond der conferentie worden gepubliceerd. De paus is echter niet verder gekomen dan de eerste inleidende zinnen, waarin hij er zijn vreugde over uitspreekt, dat aan zijn vader stad de oer beschoren is een vergadering van natiën te huisvesten, welker taak het is; de wereld te verlossen uit de moreele en ma- terieele ellende van den vreeseljjkste aller oorlogen, FRANKRIJK. iD© heer Poincaré heeft met zijn regee- ringsverklaring in de Kamer volkomen aan de verwachtingen beantwoord. Dat was wel waarlijk de sterke man, die van de Fransche rechten geen tittel en jota zal laten rooven, die den Duitsdhers een pootig de waarheid en vermoedelijk nog wel iets meer dan de waarheid heeft gezegd en die den geach- ten bondgenooten, in het bijzonder den Brit- schen bondgenoot, heeft duidelijk gemaakt, dat Frankrijk geenszins gezind is om zijn be langen achter te stellen ten einde hun be langen te dienen. Men moet niet meenen Frankrijk de wet te kunnen voorschrijven; het zal niet minder krachtdadig dan zijn ge allieerden zijn belangen voorstaan. Deze minzame waarsdhuwing aan do geallieerden was hoffelijk ingekleed en ln vriendelijke woorden vervat. Maar onder den fluweelen handschoen kon men een scherpen klauw vermoeden. In zijn beantwoording van de verschillen de sprekers die na de voorlezing van de re- geerlmgsverklaring in de Kamer het woord voerden, heeft Poincaré op enkele punten „Omdat begon ik en dan ontmoetten onze blikken elkaar, en dan.... maar wij geven ons zóó dikwijls over aan heerlijke en dwaze intermezzo's, die alleen maar be langrijk zijn voor ons zelf, dat lk bang ben, dat bet vervelend zou worden, als ik ze alle maal hier vertelde. Bij uitzondering koos de oude Jardine in dit geval mijn partij. „Waarom ter wereld zouden Jullie wach ten?" vroeg bij. „Behoeven jullie met iemand anders rekening te bouden dan met jezelf? Onzin noem ik het! Verspilling van tijd! Ik heb niets anders meer in de wereld te doen dan een huwelijkscadeu voor Jullie te koo- pen en jullie mijn zegen te geven.Poe! Onzin! Trouwtl" „U wilt, geloof ik, graag van mij af' ver weet Joy hem. De oude Jardine keek naar -het portret van zijn vrouw. „De wil alleen, dat jullie al het geluk neemt, dat je krijgen kan," zeide hij vrij triest. „Zoo betel veel hebben we toch niet." Hij nam haar arm en draaide haar rond, zoodat zij hem moest aankijken. „Wil je niet met hem trouwen?" vroeg hij. „Ik dacht, dat je tegenl mij gezegd 'hadt Joy gaf een gil van protest en legde haar hand op zijn mond. „Waag het nooit hem over te vertellen wat ik je gezegd heb." Maar zij vertelde het me zelf, toen we dien avond bij het hek van den ouden Jar dine afscheid van elkaar namen; maar toen was het donker en onze hoofden waren zóó dicht bij elkaar, dat zelfs een kleine vleer muis, die zóó laag fladderde, dat lk zijn vleu gelslag in de lucht kon voelen, haar niet gehoord zou kunnen hebben, toen zij fluis terde: ,^au h*a üc ze* lêcw niet ant zijn standpunt verduidelijkt Een stand punt hetwelk dan hierop neerkomt dat Frankrijk van de rechten, het door het Ver drag van Versailles gegeven niet kan afwij ken, dat het gezind is tot vriendschappelijke samenwerking met de bondgenooten, dat het bereid is tot een militair verdrag met Enge land op den grondslag van volkomen gelijk heid, een verdrag, dat deni vrede steviger zou moeten maken, zooals Poincaré het noemt dat het aan de conferentie van Genua zal deelnemen, mits aan de de te Can nes gestelde voorwaarden wordt voldaan en mits, dit bleek uit 'een discussie o.a. met Briand, het Verdrag van Versailles op deze conferentie geheel en al buiten bespreking blijft. „Duitschland heeft niet het recht her ziening te vragen van het vredesverdrag, dat door dit land is onderteekend. Het mag dit niet op slinksche wijze beproeven." De heer Briand wees er toen op, dat Duitschland dit te Genua niet kan doen, dat de agenda dier conferentie zorgvuldig is voorbereid, dat de geteekende verdragen geen onderwerp der bespreking uit zullen maken en dat de quaestie der vergoeding niet op de agenda voorkomt. Poincaré echter was daarop niet zoo gerust. Al willen de geallieerden die quaestie niet ter sprake brengen^ Duitsch land zal dat wel willen, „want zonder dat zou de conferentie te Genlua Duitschland tot niets dienen." En in elk geval zullen' dus voorzorgsmaatregelen moeten worden geno menanders zou Frankrijk zijn vrijheid hernemen, hetgeen natuurlijk beteekent zioh terugtrekken. Heel de politiek van Poincaré wordt dus door het verdrag van Versailles beheerscht en voor hem althans is 'het Duitsdhe gevaar te Genua van grooter beteeken is, dan het Russische dat vooral ook tegen Briand werd uitgespeeld. Maar in de Russische quaestie 'komt er in Frankrijk al eenige kentering. Dat bleek o.a. uit een opmerking van den radioaal-socialistisdhen leider Her- riot, die juist met ingenomenheid de aan wezigheid der Russen te Genua begroette omdat zulke algemeene besprekingen de eenige manier zijn, om Rusland aan den Duitsohen invloed te onttrekken. Hoe men het wendt of keert, altijd komen 'we weer op hetzelfde punt uit: de Fransch- Duitsche tegenstelling. En te dezen aanzien heeft de heer Poin caré geen onzekerheid gelaten; aan de rech ten van den overwinnaar zal hij niet laten tornen. Duitsoliland moet het vredesverdrag onvoorwaardelijk uitvoeren, het moet be talen wat het schuldig is en nu eenmaal aanvaard heeft te -betalen, het moet aan alle voorschriften der ontwapening voldoen en het zal wat de bestraffing der oorlogsschul- digen betreft, niet in gebreke mogen blijven. De stok staat achter de deur om den on willige mores te leeren. Het loon voor deze krachtige woorden bleef den nieuwen premier niet onthouden. Bijna 600 stemmen (welgeteld 472) in een Kamer van 602 leden spraken hun vertrou wen in het nieuwe bewind uit. Wie zou een grootere meerderheid kun nen verlangen? Maar in het Fransche par lement zijn meerderheden wankel en onze ker. En de toekomst, die na de woorden de daden zal moeten brengen), zal leeren of deze geweldige meerderheid de consequenties zal durven aanvaarden, die de verwezenlijking van het program met zich zal brengen, znl trouwens ook moeten leeren of Poincaré zelf die consequenties zal aandurven.nu hij bij de uitvoering van zijn denkbeelden met den tegenstand van de geallieerden heeft te rekenen. (Hbl.) DUITSCHLAND. De Dnltsche pers over de Fransche regeerlngsverklarlng. Berlijn, 21 Januari. De Duitsche bladen zijn ln hun beschouwingen over de rede van woordde lk quasi bteleedigd. Zij trok m]jn hoofd naar het hare en gaf me een zoen. „Je weet het wel," fluisterde zij. „Vertel me dam wat je aan den ouden Jar dine gezegd hebt," zeide ik. „De laat de baas niet over me spelen," zei de Joy. „En in ieder geval was het een ge heim tusschen Mr. Jareline en mij." Ik maakte haar armen van mijn hals los „In dat geval," zeide ik waardig, „wil lk het zeker niet weten en wensch ik je wel te rusten." „Slaap lekker!" zeide zij luchthartigjea. Zij liet mij gaan zij liet mij allemach tig nog toe! een heel eind de straat af- loopen, vóór ik, juist toen ik mijn waardig heid wegwerpen en terug wilde, haar vlugge voetstappen achter mij hoorde. „David!" Ik keek niet om en hield me als of ik haar niet hoorde. „David!" Ditmaal riep zij het harder en ik keerde me onverschillig om en zeide: „O, ben lij het?", waarbij ik trachtte zoo veel mogelijk de blijdschap uit mijn stem te houden. .Natuurlijk hen ik het," zeide Joy. Een korte stilte. „Je schijnt het niet eens zoo heel prettig te vinden." „Vertel me wat je aan den ouden Jardine gezegd hebt," drong lk aan. Nu, zij vertelde het me, vertelde bet me heel fluisterend maar ik ben niet van plan het u over te vertellen, dus is het beter u niet nieuwsgierig te maken. Als u geëngageerd bent kunt u het hoogst waarschijnlijk zelf wel raden, en als u het niet bent.neem dan mijn raad aan en wacht niet tot u bijna veertig bent, om te ontdekken, dat het heerlijkste, oogenblik in de wereld dat is, wa? op een vtouw, die u liefheeft, haar hoofd tegen uw schouder vlijt hst u Mj.su toeï vsrtsld. Poincaré algemeen van oordeel, dat de poli tiek van het nieuwe Fransche kabinet groote gevaren voor Duitschland zal meebrengen. Zij vermoeden, dal Lloyd George in elk ge val een zwaren' dobber zal hebben tegen Poincaré, die ale invloedrijke partijen op zijn hand heeft De Germania komt op tegen Poincaró's bewering, dat Duitschiand zioh onder het mom van verarming inderdaad verrijkt, en schrijft: Duitschland kan binnen afzien- baren tijd onmogelijk zooveel voortbrengen dat het zijn verplichtingen jegens de geal lieerden kan vervullen en.tevens nog gre se overschotten op zij kan leggen. De Du Alg. Ztg. verzeken, dat Duitsch land van dje oonferentie te Genua geen her ziening van het verdrag van Versailles ver wacht, wel echter een met zijn draagkracht strookende wijziging van don betalingsmo dus. Uit den Rijksdag, Berlijn, 21 Januari. De Rijksdag heeft he den het wetsontwerp betreffende de wijzi ging van het status van de rijksbank haar de huishoudelijk commissie verwezen). Ver- WATERZUCHT EN DE NIEREN. Waterzucht is een ophooping van water in het lichaam, doordat de nieren niet in staat waren om het af te voeren. Het is niet aen ziekte op zich zelf, maar een verschijnsel van een organische ziekte. Of gebrekkige nieren, of een hartkwaal kunnen de oorzaak zijn, doch daar nierkwalen zoo vaak het hart aantasten, zijn gewoonlijk de nieren schuldig. 's Morgens optredende verschijnselen van waterzucht (paiïerighedd onder de oogen en in het gezicht) wijzen op een nierasndloening. Zwellingen van de voeten en handen na in spanning, vooral 's avonds, kunnen aantoo- nen, dat het hart is aangedaan. Dikwijls treedt waterzucht door nierrwakte tijdens zwangerschap op. Dit wordt ver klaard door het feit, diat de nieren dan meer bloed te filtreeren hebben. Deze overspan ning kan de nieren verzwakken. Andere indirecte oorzaken van waterzucht zijn bloedarmoede, overwerking en zorgen. In verwaarloosde gevallen kunnen de bee- nen en het lichaam enorm opzwellen, en de buik, de borst en de hersenen worden aan gedaan. Heete luchtboden zijn nuttig, doordat zij de huidporiën openen en reinigen, en gere gelde stoelgang is noodzakelijk. Deze bolde voorzorgen verlichten het werk van de nie ren. Maar gebruik om deze organen te hel pen en te versterken Poster's Rugpijn Nie ren Pillen. Duizenden zijn blijvend gebeterd door dit speciale niergeneeamiddel. Te Helder verkrijgbaar bij A. ten Klooster, Keizerstr. 08, f 1,76 per doos. En zoo trouwden Joy en ik een maand la ter heel stilletjes op een zomerochtend ln een Londensohe kerk en die zomerochtend ligt nu een veertien dagen achter ons. En nu zijn we in Devonshire, hemels g<* lukkig. „Ik weet niet waarom ledereen ons zoo aankijkt," zeide Joy gisteren tegen mij en om haar te plagen antwoordde ik: „Zij vinden zeker, dat ik zoo'n knappe dochter heb." Zij trapte naar me en haar oogen fon kelden. „Ik vind Je afschuwelijk, wanneer je der gelijke dingen zegt, ik zie er niet jong uit volstrekt niet jonger dan jij. Als je niet heel gauw zegt, dat het zoo is, laat ik mijn haar groeien en ga een blauwe bril dragen." Het gaf vanochtend dan ook een heele oon- sternatie, toen zij beweerde, dat zij een grijs haar in haar vlamkleurigen dos ontdekt had. Ik was mij aan het scheren en zij kwam op mijn kamer kloppen om het me te ver tellen. „David! David! Gauw! Laat me binnen!" M!jn kin was één en al schuim, maar ik deed dadelijk open, daar lk dacht, dat er ieta vreeselijks gebeurd was. Joy stond daar ln een blauw négligé en had meer van een kind dan ooit toen zij haar hoofd boog om mij te laten kijken. „Kijk maar, ik wórd grijs! Is het niet heer lijk? Nóu kan je me lekker niet meer pla gen! David je kijkt niet!" „Neen, dat weet ik wel," zeide lk grim mig, „ik zoek naar een handdoek om die vervelende zeep af te vegen, tenzij je het goed vindt, dat je een zoen krijgt met die schuim op mijn kin," voegde ik er hoopvol aan toe. Joy hief haar gezichtje naar mij op. i ENT>E.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 1