NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Het Meisje «en hiernaast
HERMAN NYPELS.
Nog eenige Winterjassen,
Jekkers en Regenjassen,
Gevoerde Handschoenen.
Eerste Blad.
verkoopen wij voor
EXTRA LAGE prijzen.
Bijzondere koopjes,
No. 5510
DINSDAG 24 JANUARI 1922
50a JAARGANG
Zsadagmorgen ia de Paua overleden.
FEUILLETON.
Vuur lag*lMh
TM RUBT M. ATRBS
W, J. ROLDANUI JR.
„Hij," zeide ik, „heeft je niet zoo noodig
«ls ik."
„Se* weet je datf* weeg Üf.
DoeHwol niet krimpen
Maakt zijde niet c^eel
Het praalgraf.
Het laatste werk van den pana
De regeerlngsverklarlng van Polncaré.
„Je gelooft toch niet, dat ik niet met Je
trouwen wil, wel?"
en u influister! datmaar daar had Ik
Ingezonden mededeellng.
Kledingmagazijn
Ingezonden mededeellng.
COURANT
8 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING:
iTXÏÏJl?». S «-»!-( f 2.-. N«L O. W.
reep. f O 67» f O 75 f O RK t 9r7er^e landen f 4.20 Zondagsblad
»0deblad reep. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.60
lAoeeenummer» der Courant 4 ct., fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
REDACTEUR-UITGEVER: O. DE BOER Jr„ HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Interc. Telefoon 50
Poet-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) 60 ct. Kleine advertentiee (gevraagd, te koop, te huur) v. 14
regels 40 ct, elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adree: Bureau
v. d. biad en met br. onder no. 10 ct p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Licht op
voor auto's en fietsen i
Dlmdag M 4.19 sar.
Woenadag J6 4.01
BUITENLAND,
Fans Benedictus XV. f
Met Benedictus XV, die op den niet hoogen
leeftijd van 67 jaar aan longontsteking over
leden is, 'is een paus heengegaan, die door de
omstandigheden ook een politieke rol te ver
vuilen heeft gehad:.
Gdboren op 21 November 1854 te Genua als
Giacomo, markies della Chiesa, volgde hij,
na op 24-jarigeni leeftijd, tot priester gewijd
te rijn, de loopbaan van die adellijke geeste
lijken, die na een bijzondere academie bezocht
te hebben, ook een tijdlang aain den kerkelijk'
diplomatieken dienst verbonden worden. Als
secretaris der nuntiatuur te Madrid en daarna
onder kardinaal RampoUa aan het staats
secretariaat te Romie, ontving hij zoodoende
een opleiding, die zeer zeker een goede voor
bereiding is geweest voor een paus, die te
staan kwam voor de talrijke ernstige moei
lijkheden en netelige kwesties, die do wereld
oorlog ook voor het Vatikiaan st elde. En het
ls zeker mede vanwege zijn diplomatieke er
varing -geweest, dat hij op 3 September 1914
op 59-jarigen leeftijd en hoewel hij' pas vier
maanden te voren tot kardinaal verheven was,
door het conclave tot paus 'gekozen werd.
Toen kardinaal markies Giacomo della
Chiesa tot paus gekozen, den naam van Bene
dictus XV aannam, werd er aan herinnerd',
dat de geschiedenis omtrent den Benedictus,
die vóór hem op den stoel van Sint Pie-ter
gezeten had, getuigd heeft, dat deze in zijn
pausschap, dat van 1740 tot 1758 geduurd
heeft, een wijze en gematigde politiek gevolgd
heeft.
Wat het politiek en1 diplomatiek terrein van
actie der kerk betreft het kerkeliik gebied
blijft in deze 'buiten beschouwing is er
reden om te gelooven, dat de geschiedendB
aan het beleid van Beniedictus X V den, lof van
groote bekwaamheid zal geven. Door den
wereldoorlog ten opzichte van de strijdende
partijen in een positie geplaatst, waarbij het
Vatikaan wel, om de bekende uitdrukking van
Romain Rolland te gebruiken, „au-dessus de
Ik mêlée" stond, maar waarbij de strijdenden
den Heiligen Stoel uit alle macht, elk naar
zijn zijde, in de worsteling trachtten te be
trekken', heeft bij in de talrijke moeilijke ge
vallen, die zioh voordeden men herinnere
zich slechts, dat nog geen drie weken na zijm
beklimmen van den pauselijken stoel het
bombardement van de kathedraal te Reimis
plaats vond een zekere, doel-bewuste on
zijdlgheid weten te bewaren en gevaarlijke
klippen weten te omzeilen. 'Ondanks verwijten
en kritiek, die de paus, evenals elk onzijdige
moest hooren van de genten, die in de woede
van den strijd enkel de elementaire gevoels-
redeneering kenden van: „wie niet vóór ons
ls, is tegen ons", heeft hij de 'politieke, positie
van de kerk niet alleen weten te handhaven,
maar tenslotte die positie nog sterker dain
ledert lang het geval was geweest, als een
belangrijke machtspositie weten te doem ge
voelen en eTkentoen. Niet alleen landen als
Nederland hebben een gezantschap bij den
Muselijken stoel gevestigd, (maar Benedictus
XV heeft nog de voldoening 'kunnen smaken
de F^anache Republiek, „al fille atnée de
1'église", die ln het begin van deze eeuw zoo
ruw met Rome gebroken had en tijdens den
oorlog het heftigst was geweest in de kritiek
10)
Ik boog gehoorzaam mijn boofd en zij
g op haar teenen staan en kuste mijn
r. ,Ik mag jou toch zoenen wanneer ik
ni'èt?" vroeg zij schuw.
„Als je heel zoet bent," antwoordde ik.
Er klonk ergens in het huis een voetstap
J0y sprong van mij weg,
„Ik 'geloof, dat je nu met Mr. Jardine
*>et gaan praten," zeide zij streng.
Zij ging naar den spiegel en trachtte haar
baar weer wat in orde te brengen
Ik volgde baar en- ging achter haar staan
|h wij keken elkaar in den spiegel aan. Een
•ogenblik spraken wij niet en ik zag een
•aar rimpels tusschen haar oogen komen.
„Het is toch allemaal waar wat er nu ge
leurd?" vroeg zij met een angstig stemme-
|e. „Ik zal toch straks niet wakker worden
h merken, dat het een droom is?"
„Als het een droom ls, dan is het er een,
ie ons heele leven duren zal," zeide ik.
„Em ben je blij?" vroeg zij dan. „Echt blij?
>at we elkaar toch gekregen hebben, be-
oel ik?" J
Haar oogen haar pelnzend-ernstige
Ogen zochten vragend de mijne.
,3Uj is zoo'n armalig woord, lieveling,'
atwoordde ik droevig. „Eens zal je weten,
os lief ik je heb, boe lief ik je altijd «ebU
de diplomatieke .'betrekkingen met het Vati
kaan te zien hervatten. Er is verder alle reden
aan te nemen, dat onder zijn pausschap ook
de verzoening tusschen Vati'kaam en Quiri
naal een stap nader gekomen is.
De overleden paus heeft zijn vredesactie
tijdens den oorlog in voorzichtige banen we
ten te houden, zoodat ze ook bij mislukking
geen schadelijken terugslag had en hij heeft
geen gelegenheid voorbij laten gaan liefde
werk voor krijgsgevangenen en gewonden
met onpartijdigheid te steunen.
Zijn opvolging stelt, vanwege den veran
derden toestand van Europa, als daar is het
uiteenvallen van dte vroegere D-onau-monar-
bhie eenige nieuwe problemen, die bij het
aanstaand conclave ter sprake zullen komen.
Toen Pius X, de kinderlijke Guiseppe
Sarto, tengevolge van de aandoeningen, die
zijtn vriendelijlke oude hart niet meer konden
verdragen, als slachtoffer van den pas uitge-
braken wereldoorlog was ontslapen, stond
het conclave voor een moeilijke keus. Inge
wikkelde vraagstukken, zoowel van interna-
tionaal-politieken als van intern-kerkebjken
aard, maakten de verantwoordelijkheid voor
het benoemen van een hoogwaardigheidsbe-
kleeder, die iin zijn persoon al dadelijk een
bepaalde oplossing zou vertegenwoordigen,
zoo drukkend', dat sommigen den raad gaven,
de kardinalen voorshands een der oudsten
uit hun midden te laten aanwijzen, wiens pau
selijke waardigheid slechts vain zeer tijdeüj-
ken aard zou wezen, om op deze wijze een
beslissende daad te verschuiven.
Dezen raad helbben de kardinalen niet op
gevolgd; Giaoomo della Chiesa, op 21 No
vember 1864 te Genua geboren, was bij zijn
verkiezing nog geen zestig jaar oud. Verre
van aftandsoh, behoorde hij tot de meest
kloeke geesten, die de Roomsch-Katholieke
Kerk telde. Was hij niet de leerling en de
vriend geweest van den geduchten Rampolla
en droeg hij in ziijn bewustzijn niet mede wat
aan karakter en idealen die dagelijksche om
gang hem in de herinnering had geprent?
Met dezen nobelten telg uit het in kerkelijke
functies opgegroeide patriciërsgeslacht de
leiding van hun gemeenschap op te dragen
hebben de kardinalen destijds een zeer be
sliste -en, naar achteraf is gebleken, zeer 'ge
lukkige keuze gedaan. Deze jurist en diplo
maat, die tevens een 'humaan mensch en een
ruimhartig geloovige was, scheen de aange
wezen man om in de troebele tijden het licht,
dat aan Pius' machtelooze hand was ontzon
ken, zuiver brandend omhoog te heffen.
Natuurlijk valt het een buitenstaander
moeilijk van een paus een indruk te krijgen,
die op betrouwbare gronden berust Moet hij
zijn gegevens niet afwachten uit de tweede,
vaak >uit de derde of vierde (hamd, en kan imen
steeds nagaan, welk deel van den pauselijken
arbeid- aan den kerkvorst persoonlijk en welk
deel aan zijn omgeving moet worden toege
schreven? Gelijk een- wereldlijk vorst steunt
op zijm ministers, zal Benedictus XV veel
hebben te danken gehad aan het inzicht en
de medewerking h.v. van zijn bekwamen
staatssecretaris, kardinaal Pietro Gasparri.
Een paus is, gelijk een- koning, voor den
buitenstaander hoofdzakelijk een legendari
sche figuur, maar als zoodanig blijft zijn beeld
in 't geheugen) staan, zooals hij-, meestal naar
aanleiding van een bepaald woord -of een be
paalde daad, op zeker oogenblik buitenge
meen indruk maakte op het voor gemoeds-
adel ontvankelijk oordeel. En zoo zullen wij
paus Benediotus XV het liefst iin gedachten
houden als de spreker van dat nobele woord
uit zijn eerste encycliek, waarin hij,, ter waar
schuwing aan ïntegralistische drijvers, zijn
geloofsgenooten voorhield: „Een ieder hebbe
voldoende aan deze belijdenis: Mijn naam is
Christen en mijn bijnaam is Katholiek".
<„N. Rott. Ort.M).
„En geloof je dat Dom even gelukkig la
als wij? vroeg zij mij dan.
„Ik hoop hei"
„Ik ook. Maar ik weet wel zeker, dat hij
het niet is, omdat niemand zoo gelukkig zijn
kan als wij."
„Ik weet zeker, dat zij het niet zouden
kunnen zijn."
Dan lachte zij plotseling.
„En wat denk je wel, dat de mensdhen zul
len zeggen?" vroeg zij, terwijl een blos over
haar heele gezicht kwam.
„Dat weet de hemel alleen," antwoordde
ik tragisdh-komisch. „Maar ik weet, dat ik
ine er niets van aantrek."
Want wat kan het mij schelen wat de uien
schil zouden zeggen, nu Ik alles had in de
wereld wat ik begeerde.
L' EnvoL
Precies een maand nadat ik uit Frankrijk
teruggekomen was, trouwde ik met Joy
trouwde ik met haar ondanks het krachtig
ste verzet van haar kant, zooais zij beweerde,
ik moet erkennen dat zij een paar bezwaren
opwierp, waarvan het voornaamste wel was,
dat zij onmogelijk den ouden' Jardine verla
ten kon.
„Na alles wat hij voor mij gedaan heeft!
Dat kan ik immers niet," zeide zij. „Ik kan
mij heusch niet begrijpen hoe je het hart
hebt het mij te vragen David; ik begrijp heit
waarachtig niet.
Ik deed alsof Ik haar zin wilde geven.
Heel goed," zeide ik berustend, ,31a je
denkt, dat je met hem gelukkiger zult zijn
dan met mij
Zij wierp een vluggen blik op mij, maar
ik hield mij, alsof ik den niet zag.
„Ik denk aan hem niet aan mezelf," zeide
zij boos.
Ingezonden mededeellng.
Rome, 23 Jan. Het stoffelijk overschot van
den Paus werd hedenmorgen kwartier voor
tien van de troonzaal op plechtige wijze ge
bracht naar de Sint Pieterskerk. De kardi
nalen, prelaten, leden van het diplomatieke
corps namen o.a. aan den optocht deel. Het
lijk van den paus, geplaatst in de heilige
kapel op een catafalk, omgeven door kaar
sen, is voor het publiek te zien. De plech
tigheid was om elf uur afgeloopen. Een ge
weldige menigte begeeft zich naar de Pie
terskerk.
Berlijn, 23 Jan. Het laatste plan van den
overleden paus was, naar „Popoio Romano"
meldt, aan de conferentie van Genua gewijd.
In een epistel aan den aartsbisschop van
Genua wilde hij de belangrijkste grondstel
lingen der Europeesche problemen uiteen
zetten, Deze brief zou aan den vooravond
der conferentie worden gepubliceerd. De
paus is echter niet verder gekomen dan de
eerste inleidende zinnen, waarin hij er zijn
vreugde over uitspreekt, dat aan zijn vader
stad de oer beschoren is een vergadering
van natiën te huisvesten, welker taak het is;
de wereld te verlossen uit de moreele en ma-
terieele ellende van den vreeseljjkste aller
oorlogen,
FRANKRIJK.
iD© heer Poincaré heeft met zijn regee-
ringsverklaring in de Kamer volkomen aan
de verwachtingen beantwoord. Dat was wel
waarlijk de sterke man, die van de Fransche
rechten geen tittel en jota zal laten rooven,
die den Duitsdhers een pootig de waarheid
en vermoedelijk nog wel iets meer dan de
waarheid heeft gezegd en die den geach-
ten bondgenooten, in het bijzonder den Brit-
schen bondgenoot, heeft duidelijk gemaakt,
dat Frankrijk geenszins gezind is om zijn be
langen achter te stellen ten einde hun be
langen te dienen. Men moet niet meenen
Frankrijk de wet te kunnen voorschrijven;
het zal niet minder krachtdadig dan zijn ge
allieerden zijn belangen voorstaan. Deze
minzame waarsdhuwing aan do geallieerden
was hoffelijk ingekleed en ln vriendelijke
woorden vervat. Maar onder den fluweelen
handschoen kon men een scherpen klauw
vermoeden.
In zijn beantwoording van de verschillen
de sprekers die na de voorlezing van de re-
geerlmgsverklaring in de Kamer het woord
voerden, heeft Poincaré op enkele punten
„Omdat begon ik en dan ontmoetten
onze blikken elkaar, en dan.... maar wij
geven ons zóó dikwijls over aan heerlijke
en dwaze intermezzo's, die alleen maar be
langrijk zijn voor ons zelf, dat lk bang ben,
dat bet vervelend zou worden, als ik ze alle
maal hier vertelde.
Bij uitzondering koos de oude Jardine in
dit geval mijn partij.
„Waarom ter wereld zouden Jullie wach
ten?" vroeg bij. „Behoeven jullie met iemand
anders rekening te bouden dan met jezelf?
Onzin noem ik het! Verspilling van tijd! Ik
heb niets anders meer in de wereld te doen
dan een huwelijkscadeu voor Jullie te koo-
pen en jullie mijn zegen te geven.Poe!
Onzin! Trouwtl"
„U wilt, geloof ik, graag van mij af' ver
weet Joy hem.
De oude Jardine keek naar -het portret
van zijn vrouw.
„De wil alleen, dat jullie al het geluk
neemt, dat je krijgen kan," zeide hij vrij
triest. „Zoo betel veel hebben we toch niet."
Hij nam haar arm en draaide haar rond,
zoodat zij hem moest aankijken.
„Wil je niet met hem trouwen?" vroeg hij.
„Ik dacht, dat je tegenl mij gezegd 'hadt
Joy gaf een gil van protest en legde haar
hand op zijn mond.
„Waag het nooit hem over te vertellen
wat ik je gezegd heb."
Maar zij vertelde het me zelf, toen we
dien avond bij het hek van den ouden Jar
dine afscheid van elkaar namen; maar toen
was het donker en onze hoofden waren zóó
dicht bij elkaar, dat zelfs een kleine vleer
muis, die zóó laag fladderde, dat lk zijn vleu
gelslag in de lucht kon voelen, haar niet
gehoord zou kunnen hebben, toen zij fluis
terde:
,^au h*a üc ze* lêcw niet ant
zijn standpunt verduidelijkt Een stand
punt hetwelk dan hierop neerkomt dat
Frankrijk van de rechten, het door het Ver
drag van Versailles gegeven niet kan afwij
ken, dat het gezind is tot vriendschappelijke
samenwerking met de bondgenooten, dat het
bereid is tot een militair verdrag met Enge
land op den grondslag van volkomen gelijk
heid, een verdrag, dat deni vrede steviger
zou moeten maken, zooals Poincaré het
noemt dat het aan de conferentie van
Genua zal deelnemen, mits aan de de te Can
nes gestelde voorwaarden wordt voldaan en
mits, dit bleek uit 'een discussie o.a. met
Briand, het Verdrag van Versailles op deze
conferentie geheel en al buiten bespreking
blijft. „Duitschland heeft niet het recht her
ziening te vragen van het vredesverdrag, dat
door dit land is onderteekend. Het mag dit
niet op slinksche wijze beproeven." De heer
Briand wees er toen op, dat Duitschland
dit te Genua niet kan doen, dat de agenda
dier conferentie zorgvuldig is voorbereid,
dat de geteekende verdragen geen onderwerp
der bespreking uit zullen maken en dat de
quaestie der vergoeding niet op de agenda
voorkomt. Poincaré echter was daarop niet
zoo gerust. Al willen de geallieerden die
quaestie niet ter sprake brengen^ Duitsch
land zal dat wel willen, „want zonder dat
zou de conferentie te Genlua Duitschland tot
niets dienen." En in elk geval zullen' dus
voorzorgsmaatregelen moeten worden geno
menanders zou Frankrijk zijn vrijheid
hernemen, hetgeen natuurlijk beteekent zioh
terugtrekken.
Heel de politiek van Poincaré wordt dus
door het verdrag van Versailles beheerscht
en voor hem althans is 'het Duitsdhe gevaar
te Genua van grooter beteeken is, dan het
Russische dat vooral ook tegen Briand
werd uitgespeeld. Maar in de Russische
quaestie 'komt er in Frankrijk al eenige
kentering. Dat bleek o.a. uit een opmerking
van den radioaal-socialistisdhen leider Her-
riot, die juist met ingenomenheid de aan
wezigheid der Russen te Genua begroette
omdat zulke algemeene besprekingen de
eenige manier zijn, om Rusland aan den
Duitsohen invloed te onttrekken.
Hoe men het wendt of keert, altijd komen
'we weer op hetzelfde punt uit: de Fransch-
Duitsche tegenstelling.
En te dezen aanzien heeft de heer Poin
caré geen onzekerheid gelaten; aan de rech
ten van den overwinnaar zal hij niet laten
tornen. Duitsoliland moet het vredesverdrag
onvoorwaardelijk uitvoeren, het moet be
talen wat het schuldig is en nu eenmaal
aanvaard heeft te -betalen, het moet aan alle
voorschriften der ontwapening voldoen en
het zal wat de bestraffing der oorlogsschul-
digen betreft, niet in gebreke mogen blijven.
De stok staat achter de deur om den on
willige mores te leeren.
Het loon voor deze krachtige woorden
bleef den nieuwen premier niet onthouden.
Bijna 600 stemmen (welgeteld 472) in een
Kamer van 602 leden spraken hun vertrou
wen in het nieuwe bewind uit.
Wie zou een grootere meerderheid kun
nen verlangen? Maar in het Fransche par
lement zijn meerderheden wankel en onze
ker. En de toekomst, die na de woorden de
daden zal moeten brengen), zal leeren of deze
geweldige meerderheid de consequenties zal
durven aanvaarden, die de verwezenlijking
van het program met zich zal brengen, znl
trouwens ook moeten leeren of Poincaré
zelf die consequenties zal aandurven.nu
hij bij de uitvoering van zijn denkbeelden
met den tegenstand van de geallieerden heeft
te rekenen. (Hbl.)
DUITSCHLAND.
De Dnltsche pers over de Fransche
regeerlngsverklarlng.
Berlijn, 21 Januari. De Duitsche bladen
zijn ln hun beschouwingen over de rede van
woordde lk quasi bteleedigd.
Zij trok m]jn hoofd naar het hare en gaf
me een zoen.
„Je weet het wel," fluisterde zij.
„Vertel me dam wat je aan den ouden Jar
dine gezegd hebt," zeide ik.
„De laat de baas niet over me spelen," zei
de Joy. „En in ieder geval was het een ge
heim tusschen Mr. Jareline en mij."
Ik maakte haar armen van mijn hals los
„In dat geval," zeide ik waardig, „wil lk
het zeker niet weten en wensch ik je wel te
rusten."
„Slaap lekker!" zeide zij luchthartigjea.
Zij liet mij gaan zij liet mij allemach
tig nog toe! een heel eind de straat af-
loopen, vóór ik, juist toen ik mijn waardig
heid wegwerpen en terug wilde, haar vlugge
voetstappen achter mij hoorde.
„David!" Ik keek niet om en hield me als
of ik haar niet hoorde.
„David!" Ditmaal riep zij het harder en ik
keerde me onverschillig om en zeide:
„O, ben lij het?", waarbij ik trachtte zoo
veel mogelijk de blijdschap uit mijn stem te
houden.
.Natuurlijk hen ik het," zeide Joy. Een
korte stilte. „Je schijnt het niet eens zoo
heel prettig te vinden."
„Vertel me wat je aan den ouden Jardine
gezegd hebt," drong lk aan.
Nu, zij vertelde het me, vertelde bet me
heel fluisterend maar ik ben niet van plan
het u over te vertellen, dus is het beter u
niet nieuwsgierig te maken.
Als u geëngageerd bent kunt u het hoogst
waarschijnlijk zelf wel raden, en als u het
niet bent.neem dan mijn raad aan en
wacht niet tot u bijna veertig bent, om te
ontdekken, dat het heerlijkste, oogenblik in
de wereld dat is, wa? op een vtouw, die u
liefheeft, haar hoofd tegen uw schouder vlijt
hst u Mj.su toeï vsrtsld.
Poincaré algemeen van oordeel, dat de poli
tiek van het nieuwe Fransche kabinet groote
gevaren voor Duitschland zal meebrengen.
Zij vermoeden, dal Lloyd George in elk ge
val een zwaren' dobber zal hebben tegen
Poincaré, die ale invloedrijke partijen op
zijn hand heeft
De Germania komt op tegen Poincaró's
bewering, dat Duitschiand zioh onder het
mom van verarming inderdaad verrijkt,
en schrijft: Duitschland kan binnen afzien-
baren tijd onmogelijk zooveel voortbrengen
dat het zijn verplichtingen jegens de geal
lieerden kan vervullen en.tevens nog gre se
overschotten op zij kan leggen.
De Du Alg. Ztg. verzeken, dat Duitsch
land van dje oonferentie te Genua geen her
ziening van het verdrag van Versailles ver
wacht, wel echter een met zijn draagkracht
strookende wijziging van don betalingsmo
dus.
Uit den Rijksdag,
Berlijn, 21 Januari. De Rijksdag heeft he
den het wetsontwerp betreffende de wijzi
ging van het status van de rijksbank haar
de huishoudelijk commissie verwezen). Ver-
WATERZUCHT EN DE NIEREN.
Waterzucht is een ophooping van water in
het lichaam, doordat de nieren niet in staat
waren om het af te voeren. Het is niet aen
ziekte op zich zelf, maar een verschijnsel
van een organische ziekte. Of gebrekkige
nieren, of een hartkwaal kunnen de oorzaak
zijn, doch daar nierkwalen zoo vaak het hart
aantasten, zijn gewoonlijk de nieren schuldig.
's Morgens optredende verschijnselen van
waterzucht (paiïerighedd onder de oogen en
in het gezicht) wijzen op een nierasndloening.
Zwellingen van de voeten en handen na in
spanning, vooral 's avonds, kunnen aantoo-
nen, dat het hart is aangedaan.
Dikwijls treedt waterzucht door nierrwakte
tijdens zwangerschap op. Dit wordt ver
klaard door het feit, diat de nieren dan meer
bloed te filtreeren hebben. Deze overspan
ning kan de nieren verzwakken.
Andere indirecte oorzaken van waterzucht
zijn bloedarmoede, overwerking en zorgen.
In verwaarloosde gevallen kunnen de bee-
nen en het lichaam enorm opzwellen, en de
buik, de borst en de hersenen worden aan
gedaan.
Heete luchtboden zijn nuttig, doordat zij
de huidporiën openen en reinigen, en gere
gelde stoelgang is noodzakelijk. Deze bolde
voorzorgen verlichten het werk van de nie
ren. Maar gebruik om deze organen te hel
pen en te versterken Poster's Rugpijn Nie
ren Pillen. Duizenden zijn blijvend gebeterd
door dit speciale niergeneeamiddel.
Te Helder verkrijgbaar bij A. ten Klooster,
Keizerstr. 08, f 1,76 per doos.
En zoo trouwden Joy en ik een maand la
ter heel stilletjes op een zomerochtend ln een
Londensohe kerk en die zomerochtend ligt
nu een veertien dagen achter ons.
En nu zijn we in Devonshire, hemels g<*
lukkig.
„Ik weet niet waarom ledereen ons zoo
aankijkt," zeide Joy gisteren tegen mij en
om haar te plagen antwoordde ik:
„Zij vinden zeker, dat ik zoo'n knappe
dochter heb."
Zij trapte naar me en haar oogen fon
kelden.
„Ik vind Je afschuwelijk, wanneer je der
gelijke dingen zegt, ik zie er niet jong uit
volstrekt niet jonger dan jij. Als je niet heel
gauw zegt, dat het zoo is, laat ik mijn haar
groeien en ga een blauwe bril dragen."
Het gaf vanochtend dan ook een heele oon-
sternatie, toen zij beweerde, dat zij een grijs
haar in haar vlamkleurigen dos ontdekt
had.
Ik was mij aan het scheren en zij kwam
op mijn kamer kloppen om het me te ver
tellen.
„David! David! Gauw! Laat me binnen!"
M!jn kin was één en al schuim, maar ik
deed dadelijk open, daar lk dacht, dat er ieta
vreeselijks gebeurd was.
Joy stond daar ln een blauw négligé en
had meer van een kind dan ooit toen zij
haar hoofd boog om mij te laten kijken.
„Kijk maar, ik wórd grijs! Is het niet heer
lijk? Nóu kan je me lekker niet meer pla
gen! David je kijkt niet!"
„Neen, dat weet ik wel," zeide lk grim
mig, „ik zoek naar een handdoek om die
vervelende zeep af te vegen, tenzij je het
goed vindt, dat je een zoen krijgt met die
schuim op mijn kin," voegde ik er hoopvol
aan toe.
Joy hief haar gezichtje naar mij op.
i ENT>E.