volgens la de vierde supplementaire begroo
ting, die een uitgaaf van 41/» milliard mark
voor ealarisverhooging van de ambtenaren
voorziet in behandeling gekomen. Verschil
lende sprekers wezen er op, dat deze salaris-
verhccgingen dringend noodzakelijk zijn.
£k ooromynistischo afgevaardigde Koenen
bradht In dit verband do onder net Sakeiscb
wpoorwegpereoneal hceracheruic entstemming
ter sprake. De kapitalisten, meende spreker
ontduiken voortdurend de belastingen, en
zoowel de meerderhetdssoc 1 aliston als de on-
afhankdlijken hebben verklaard, dat de ar
beiders dit niet langer kunnen dulden. Aan
millionairs maakt men geschenken van hon
derdduizenden, maar voor de spoorwerklie-
den, die minder dan 24,000 mark per jaar
verdienen, blijft niets over. Indien de Rijks
dag dergelijke „Schweinereien" toelaat....
Hier onderbrak voorzitter Loebe den spre
ker, om hem tot de orde te roepen. Koenen
verzekerde echter geen andere uitdrukking
te kennen om de houding der meerderheid
van den rijksdag te bestempelen.
ENGELAND.
Wandaden in Ierland.
De Iersche quaestie.
Londen, 23 Jan. Misdadigheid en wette
loosheid steken (het hoofd in Ierland op.
Twaalf gewapenden deden Zaterdagnacht
een inval in 'het postkantoor te Dublin; zij
maakten de telefoontoestellen onklaar en
stalen vijfentwintig rijwielen.
De „Daily Ohronlcle" meldt, dat de auto
mobielen van den onderkoning en van een
lid van den staf door gewapenden, zich noe
mende „moonrlders", voor het republikein-
sohe leger zijn opgeëisoht.
Na een poging van burgers, om zich van
een politieauto, waarin zidh een agent in
burger 'bevond, meester te makeni, werd te
Tralee drie uur gevochten; er waren eenige
lichtgekwetsten. 'De politie, gewapend met
geweren, revolvers en 'bommen, chargeerde
in de straten. Het pufbllek, dat in een paniek
stemming verkeerde, zocht den heelen nacht
toevlucht in de kerken.
Dc bezuiniging.
Londen, 23 Jan. Ter voortzetting van de
regeeringspolitiek in zake bezuiniging en
ontwapening wordt officieel medegedeeld,
dat aan de groote maritieme basis van Ro-
syth orders zijn ontvangen, dat krachtens
het vastgestelde program het aantal werk
lieden tot een maximum van ongeveer 2600
man moet worden verminderd. Deze vermin
deringen moeten geschieden vplgens een
maatstaf van 200 man per week. In het ge
heel zuilen ongeveer 8000 man binnen de ko
mende drie, vier maanden ontslagen zijn,
waardoor een besparing van 100.000 pd. st.
per jaar zal zijn bewerkstelligd.
VEREENIGDE STATEN.
De Ver. Staten en1 de bijeenkomst te Genua.
Londen, 21 Januari. De Westminstter Ga-
zette verneemt op hoog gezag uit New-York,
dat Amerika Poincaré op de bijeenkomst
te Genua of elders niet zal steunen in zijn
eisch tot stipte toepassing van het verdrag
van Versailles. Voorts zou Washington niet
willen deelnemen aan een beraadslaging
waarbij men de vraagstukken der qaneties
het herstel en de schadeloosstelling ter zijde
zou laten, aangezien men in Amerika deze
vraagstukken beschouwt als de grondslagen
van het geheel.
De katocnprljzen.
Een vergissing.
Het rapport van het department of
agriculture van 18 December schat den
Amerikaatnschen katoenooigst 1.800.00 balen
of 27 percent hooger dan op 3 Doto'ber, terwijl
verklaard wordt, dat de schattingen voor
September en October te laag zijn geweest.
In de bladen wordt veel ontstemming aan
den dag gelegd over deze vergissing; be
weerd wordt, dat het departement reeds tus-
solienl Juni en October gemerkt moet tob»
ben, dat de aanplantingsrapporten te laag
waren, maar daar niets van heeft vermeld
terwijl het bovendien had moeten waar
schuwen, dat het niet in staat was geweest
om een behoorlijke oontróle op de opgaven
uit te oefenen. Men vreest, dat tengevolge
van deze vergissing, het departement een
groot deel van het langzaam verworven ver
trouwen in de oogstepgaven zal verliezen.
Van verschillende andere zijden wordt ech
ter aangevoerd, dat in elk geval deze ver
gissing een weldaad voor het Zuiden is ge
weest, door de groote verbetering in den fi-
naneieelen toestan, weike er door weixi
veroorzaakt en dat deze verbetering doorge
werkt heeft op het ?eheele oeconoanische
leven in de Vereen igde Staten,
Maar met dit al zijn in ons land de prijzen
van verschillende katoenen goederen weer
omhoog getoopen, niet alleen door het be-
rioht, dat er minder katoen zou komen, doch
voornamelijk door de ontstane speculatie in
dat artikel
De drankwet in Noord-Amerlka.
De ambteneren, die waken voor de nale
ving van de drankwet hebben te New-York
Donderdag weer eens een goeden slag ge
slagen. Het was dien dag heel mistig. Een
Engelsch stoomschip liep dientengevolge o'
15 mii'1 ten Zuiden van Sandy 'Ho-ik o- eer
daar verankerden schoener, welken het den
boeg indrukte. Het zeilschip liet zioh daarop
door de stoomboot op sleeptouw nemen om
zich aan de quarantaine te onderwerpen
Hier ontdekten de ambtenaren, dat het schip
voor 150,000 dolars drank aan boord had. Zij
namen l;et schip in beslag en stelden den
schipper, die geweigerd den naam van den
geconsigneerde te noemen, in hechtenis. De
schoener was den 3en Januari van de Baha-
ma-eilanden vertrokken, zoogenaamd naar
St. John, Nw-Brunswijk.
De verhouding der vloten.
In de Europeesche editie van de New-
York Herald treffen wij het volgende, op
merkelijke bericht aan, Donderdag uit Was
hington aan het blad geseind:
„Het vlootverdrag tussohen de Ver. Sta
ten, Engeland en Japan, gelijk het vandaag
is openbaar gemaakt, maakt geen gewag van
de verhouding 553. Naar verluidt is dit
w°";1 :cs"hi<>d uit inschikkeUfkheid
jegens de Japaneezen, daar het vermelden
van de verhouding een schijn van minder
waardigheid od hun land zou werpen. Deze
verhouding is echter tóch middellijk aange
geven door de cijfers, welke de begrenzing
van de geheele tonnemmaat vaststellen."
Het verdrag in zijn huidigen vorm, zoo
deelt de Herald verder mee, mist de afdee-
ling met betrekking tot de versterkingen in
den Stillen Oceaan, welke aanvankelijk op
verzoek van Japan was opgenomen. Men
heeft besloten, ast deze efdeeling zal wor
den opgenomen lp. het verdrag dex vief
rooto 'mogendheden, dat in het bijzonder
e vraagstukken van den Stillen Oceaan
regelt.
„De tonnemaat voor moederschepen voor
vliegtuigen is van 27,000 tot 88,000 ton per
schip verhoogd. Ten aanzien van de wape
ning van koopvaarders bepaalt het gewij-
zige verdrag, dat de dekken zoo versterkt
mogen worden, dat zij zeeduims kanonnen
kunnen dragen.
'De 'bepalingen nopens de af te danken sdhe-
pen zijn vrijwel onveranderd gebleven. Men
zal binnen1 zes maanden na het van kracht
worden van de overeenkomst met het sloo-
pen moeten beginnen en er binnen achttien
maanden mee gereed moeten zijn. Het tijd
perk, waarin in de vlootsterkte geen wijzi
ging zal worden gebracht, blijft op tien jaar
gesteld.
Naar aanleiding van de onmiskenbare toe
neming van de misdadigheid in de Ver. Sta
ten, heeft de gouverneur van den Staat New-
York, Miller, in een rede het vraagstuk be
handeld, waaraan die toeneming eigenlijk is
toe te schrijven. Miller wijst in dit verband
op de algemeene neiging van onzen tijd om
boven zijn inkomsten te leven. Verder laakt
hij den invloed van het vlotte, jachtende le
ven, en.het drankverbod.
Zooals gouverneur Miller 'het geestig uit
drukt, is de eerste aanleiding voor de meeste
misdrijven van dezen tijd in de VeT. Staten
hierin te zoeken, dat „bijna iedereen wenscht
het levensdrama te genieten, in een fauteuil
d'orchestre, terwijl er niet voldoende geld is
om iedereen zulke dure plaatsen mogelijk te
maken". Bovendien leven de Amerikanen in
een zoo koortsachtig tempo, dat zij zegt
Miller noodzakelijkerwijs op orde en wet
inlhreuk moeten maken. Voorts is ook
duar wijst de gouverneur op de misdaad
„gemotoriseerd".
Daarmee bedoelt Miller den noodlottlgen
invloed van het gemak, waarmee de moderne
bandieten zich meester maken van een auto
of een motorfiets om met den buit te ontko-
men. Tenslotte vermeldt hij den slechten in
vloed, geoefend door de anti-drankwet geving.
Deze laatste heeft een algemeene minachting
in het leven geroepen voor de wet, en een
gevoel van vijandschap jegens de politie. Er
in diepe verbittering over wat het publiek
voelt als een Inbreuk op de persoonlijke vrij
heid.
RUSLAND.
De Prawda van 8 Januari bevat bijzonder
heden over den toestand in het gebied der
Tsjoewaschen:
Op ontzettend groote sohaal wordt vee
verkocht. Speculanten koopen de paarden
bij partijen op en vervoeren die naar de
landbouwende gouvernementen, op welke
manier zij tientallen en honderden millioe-
nen verdienen. In verband met de omstan
digheid, dat alle boeren gedwongen zijn hun
have te verkoopen om brood te kunnen koo
pen, is het aantal winkels én magazijnen
aanzienlijk uitgebreid. Voor eenige poeden
graan worden geheele boerenwoningen
schuren etc. afgestaan. Op de stations treft
men maasa's emigranten aan, die trachten
een plaatsje in een trein te 'bemachtigen. Een
typhus-epidemie is uitgebroken; in sommige
dorpen is in ieder huis een typhus-patiënt.
Velen zouden gaarne in andere streken gaan
werken, maar kunnen dat niet, daar hun de
middelen ertoe ontbrekenl De boeren wach
ten óp den zaaitijd en op het zaaikoren,
maar vele vragen zioh bezorgd af: hoe de
velden op tijd geploegd te krijgen, wanneer
er nog slechts een derde van het aantal
paarden over is. En in andere, nog meer ge
teisterde streken, bedraagt het verlies aan
vee zelfs 70 percent.
OOSTENRIJK.
Communistenproces.
Weenen, 28 Jan. Naar uit Boedapest wordt
gemeld begon aldaar heden een communis
ten-proces, waarbij meur dan 800 personen
als beklaagden en ruim 1000 getuigen zijn
gedagvaard. Zoowel de deelnemers aan het
communistenoongres, die vóór de Derde In
ternationale hebben gestemd, als de terro
risten, die den aanslag in den Senaat heb
ben gepleegd, zullen worden bereoht.
Ingezonden mededeellng.
RIEP
Als voorbehoedmiddel wordt geprezen i ,Vul
een glas halfvol met warm water en roer
daarin een eetlepel Abdijsiroop. Hiermede vijf
maal daags goed gorgelen
BINNENLAND.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeelingen van het Handels
informatiebureau van van der Graaf Co.'s
Bureaux voor den Handel zijn over de af-
geloopen week, eindigende 20 Jan. in Ne
derland uitgesproken 28 faillissementen te
gen 88 faillissementen in dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 20 Januari 1922
114 faillissementen tegenover 88 over het
zelfde. tijdperk van het vorige jaar.
De Nederlandsche Staatsleenlng.
Naar de N. Ct. verneemt, heeft een ont
werp van wet tot het aangaan van een geld-
leening, groot 360 millioen, ten laste van
den Nederlandschen Staat, het departement
van financiën verlaten.
De werkloosheid.
Aan de werklieden der flesschenfabriek
Leerdani-Vlaardingen is aangezegd, dat het
geheele bedrijf Maandag 23 Januari zal wor
den stopgezet. Een 300-tal werklieden wor
den hierdoor werkloos.
De werkloosheid in scheepsbouw.
Het percentage der werkloosheid in de Am-
sterdamsche scheepsbouwnijverheid is gedu
rende den loop van 1921 over het algemeen be
trekkelijk gunstig geweest in verhouding tot
dat in andere bedrijven. Er stond werk op sta
pel, dat moest worden afgemaakt. Geleide
lijk zijn nu de schepen afgeleverd en komen
geen nieuwe bestellingen binnen. Gehoopt
was op nieuwe mailschepen voor de „Ne
derland", waardoor een aantal werklieden
aan den gang zou kunnen blijven. Nu er
echter voorloopig van dien bouw niets komt,
zal de Nederlandsche Scheepsbouw Maat
schappij, welke thans reeds een 400 man
heeft ontslagen, geleidelijk tot verdere in
krimping van personeel moeten overgaan.
Het ziet er dan ook naar uit, dat het werk-
loozenper'centage in deze industrie tegen den
zomer aanzienlijk zal toenemen.
Zee- en Landmacht.
Naar wij vernemen, wordt overwogen om
voor eervol ontslagen subalterne zee-offi
cieren de gelegenheid open te stellen om
wederom in hun vroegeren rang in dienst
te treden.
In aanmerking komen zij, die de marine
na 1 Jan. 1919 hebben verlaten en die de
vereischte bekwaamheid en geschiktheid be
zitten. Belanghebbenden zouden zich voor
inlichtingen tot het Departement van Mari
ne kunnen wenden.
De toestand van de „K. II".
(Vragen van Kamerleden.)
De heer Hugenholtz heeft den Minister
van Marine a.i. gevraagd:
lo. Is het juist, dat de „K II" met spoed
in gereedheid wordt gebracht om naar In-
dië te vertrekken?
2o. Heeft de K II dezelfde soort van elec-
tri9che batterij van Amerikaansch maaksel
als de „K IV"?
3o. Is het juist, dat in sommige cellen van
de electrische batterij der „K II" 50 tot 70
gasvorming is waargenomen?
4o. Is het juist, dat de eenig overlevende
van de slachtoffers van de ontploffing aan
boord van de „K IV", even vóór het ongeluk
plaats greep, belangrijke gasvorming in de
cellen der electrische batterij heeft gecon
stateerd?
5o. Is de Minister, bij bevestigende beant
woording van de vragen lo. en 2o., bereid
het vertrek van de „K II" op te schorten tot
dat uit het onderzoek naar de oorzaak van
de ontploffing aan boord van de „K II" zal
zijn gebleken of de K-booten, voorzien van
Amerikaansche batterijen, aan meer gasvor
ming onderhevig zijn dan de andere, niet
van Amerikaansche batterijen voorziene K-
booten?
6o. Is de Minister bereid het verslag van
het onderzoek In vraag öo. bedoeld te publi-
ceeren?
De Vri.lz.-Dem. Bond.
Na de heer Teenstra heeft nu ook de heer
Koster bedankt voor een candidatuur van
den Vrijz.-Dem. Bond. Hij berichtte dit aan
het Hoofdbestuur in een uitvoerig schrijven,
met de mededeeling, dat hij in het hier vol
gend bericht daarvan mededeeling zou doen
aan de pers:
„Naar wij vernemen, heeft dei heer W.O. A.
Koster aan het hoofdbestuur van den Vrijz.
Dem. Bond medegedeeld, niet bereid te zijn
een candidatuur voor de Tweede Kamer te
aanvaarden."
Hoogachtend,
(w.g.) Koster.
Het bestuur van den Vrijz.-Dem. Bond
vond hierin echter aanleiding de geheele
brief aan de Telegraaf ter publiceering te
geven. Naar aanleiding daarvan schreef de
heer Koster aan dat blad:
„Ik was voornemens mijn bedanken als
candidaat voor den Vrijz.-Dem. Bond in den
meest soberen vorm te publlceeron. De heer
Oud echter acht het oorbaar een brief door
mij aan het hoofdbestuur van den Vrijz.-
Dem. bond geschreven te publiceeren, bui
ten mijn wil en voorkennis en voordat dit
hoofdbestuur er kennis van kon nemen. Mij
lijkt dit even onkiesch als onbeschaafd.
„Nu echter de heer Oud mijn heengaan
geruchtmakend wil doen zijn, stel ik er prijs
op te verklaren, dat een der hoofdzaken van
de ontbinding der Vrijz. Dem partij wat
niet beteekent het venoren gaan der Vrijz.
Dem. gedachte te zoeken is in het feit,
dat de partijsecretaris, de heer Oud, bij de
voorbereiding der candidatuurstelling en de
uitwerking van het referendum slechts één
doel voor oogen heeft gehad: „Hoe kom ik
weer in de Tweede Kamer".
In verband met de vele oonfllcten heeft
de Telegraaf nog even geïnformeerd naar
de juiste cijfers van het referendum. De uit
slag is opgemaakt volgens het z.g. punten-
stelsel. Het aantal stemmen, dat iedere can
didaat verkreeg, werd met een bepaald cij
fer vermenigvuldigd. Dit resultaat bedroeg
voor den heer Oud 42612, voor den heer
Teenstra 86679, voor den heer Ketelaar
36493, voor den heer van Beresteijn 88459
en voor den heer Koster 81854.
Deze heeren verkregen zoodoende achter
eenvolgens de plaatsen van 8 tot en met 7.
Zooals men weet was de eerste voor Mr.
Marchant en de tweede plaats voor een
vrouw (Mevr. Bakker-Nort).
Uit de vriJz.-dem. Kamerfractie.
Het hoofdbestuur van den Vrijz. Dem.
Bond heeft in zijn gisteren gehouden ver
gadering besloten:
lo. tot het bijeenroepen van den partij
raad tegen 6 Februari a.s.
2o. tot het uitschrijven van een buitenge
wone algemeene vergadering der partij op
18 en 19 Februari, ten einde maatregelen te
treffen tot aanvulling der candidatenlijst,
noodig geworden, doordat enkele candidaten
hun bereidverklaringen hebben teruggeno
men.
Afschaffing Zomertijd.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
betreffende het voorstel van wet van den
heer Deckers c.s. tot afschaffing van de jaar-
lij ksche vervroeging gedurende den zomer,
van den wettelijken tijd. Het volgende is er
aan ontleend:
Dat vele leden overwegend bezwaar tegen
dit wetsvoorstel maakten, wordt door de
voorstellers betreurd, terwijl zij van mee
ning zijn, dat de bezwaren in hoofdzaak be
rusten op misverstand. Eenerzijds toch wor
den de voordeelen van den zomertM te hoog
aangeslagen en anderzijds worden de na-
deelen te gering geschat.
De tweede genoemde voordeelen van den
zomertijd, het eene van byglënischen card:
het gezonde genot van lange avonden, het
andere eoonomischen aard: besparing van
kunstlicht, worden niet door de voorstellers
ontkent Zij meenen echter, dat, wat het
eerstgenoemde betreft, hetzelfde resultaat
kan worden bereikt, indien des zomers het
openbare leven in het algemeen en dus ook
de arbeidstijden op fabrieken, werkplaatsen,
kantoren enz. alle een uur vroeger begin
nen zoodat zij ook een uur vroeger kunnen
eindigen. Het tweede voordeel wordt, nnHr
de meenlng van de voorstellers, wel geheel
of althans grootendeels te niet gedaan door
de economische nadeelen, die de zomertijd
voornamelijk aan de landbouwproductie be
rokkent.
Waar vele leden meenen, dat de zomer
tijd slechts „voor sommige groepen" van
landbouwers „eenig ongerief" veroorzaakt,
wijzen de voorstellers op het adres inzake
den zomertijd, gezonden aan den Raad van
Ministers door den Chr. Boeren- en Tuin-
dersbond in Nederland, het Kon. Nederl.
Landb. Comité en den Nederl. Boerenbond
gezamenlijk dus door den geheelen geor-
ganiseerden Nederlandschen landbouw
waarin met grooten aandrang verzocht
wordt de wet op den zomertijd af te schaf
fen.
Ook de tuinbouw, die toch al zulke uiterst
moeilijke jaren meemaakt en al zoo zwaar
te lijden heeft, ondervindt van den zomer
tijd ernstige schade.
Eveneens dwalen zij, die meenen, dat door
den zomertijd slechts „eenig ongerief" zou
worden veroorzaakt. In de Memorie van
Toelichting is, volgens de meening van de
voorstellers, voldoende aangetoond, dat het
niet tot ongerief beperkt blijft, maar dat er
werkelijk nadeelen worden geleden, zoowel
in het akker- als in het veehoudersbedrijf.
Behalve de nadeelen, die de landbouwer
in zijn bedrijf van den zomertijd ondervindt,
zijn er ook nog nadeelen van hygiënschen
aard: de verkorting der nachtrust en de ar
beid op een vochtigen bodem en in gewas
sen, nat van den dauw.
Onbegrijpelijk is het verder, dat sommige
leden meenen, dat, „ter wille van een kleine
minderheid", gestreefd zou worden naar op
heffing van den zomertijd. Hetgeen deze le
den aanduiden met „een kleine minderheid"
is in werkelijkheid de geheele plattelands
bevolking. Het geheele leven ten plattelan-
de moet zich richten naar de eischen van
het landbouwbedrijf. Indien dus de landbou
wers zich houden aan den zomertijd en de
rest der bevolking ten opzichte van alle
„maatschappelijke handelingen" aangewe
zen is op den officieelen zomertijd, veroor
zaakt dit in het dorpsleven veel ongemak
en wrijving.
Eenige leden wezen er nog op, dat, toen
de zomertijd in 1916 en 1917 bij wijze van
proef werd ingevoerd, van bezwaren niet
veel vernomen is, en dit verwondert hen
blijkbaar.
Men bedenke echter, dat van de zijde der
landbouwers toen ter zijde geen bezwaren
zijn naar voren gebracht, omdat wij toen
leefden in een tijd van zoodanige schaarsch-
te aan brandstoffen, dat men gedwongen
was, tot de invoering van den zomertijd als
noodmaatregel over te gaan.
Van de voorstellers is voorhands niet te
verwachten, dat zij gevolg kunnen geven
aan den wensch van de commissie van rap
porteurs om hun wetsvoorstel in te trekken,
te minder, daar hun niet is gebleken, dat
de regeering binnenkort te dezer zake zelf
een ontwerp zal indienen.
Boterpolltiek.
Ook de melk weer duurder?
's-Oravenhage, 21 Jan. In dezelfde week
dat de boterprijzen tot een niveau gedaald
waren, lager dan wij het in jaren gekend
hadden, kwam het besluit van den Minis
ter van Landbouw af, waarbij de uitvoer van
melkproducten vrijgelaten werd. Evenals
in de oorlogsjaren slaagden de belangheb
bende orgunisaties er in. den Minister voor
zich te winnen, waarbij de belangen van den
Nederlandschen consument voor de zoovecl-
sto maal op den achtergrond gedrongen wer
den. Niet zoodra toch was het hek van den
dam, of de groote organisaties begonnen den
prijs op te zetten; men was niet langer op
net kleiAe Holland aangewezen. In hoofd
zaak is het thans Frankrijk dat belangrijke
partijen boter van Holland betrekt, hetgeen
reeds ten gevolge heeft gehad, dat in slechts
één week tljds, de groothandelprljs met 50
cent per kilo gestegen isl
Nog een andere factor werkt intusschen
mede, om de boterprijzen omhoog te voeren.
Door de zuivelorganiqaties wordt n.1. de
voorradige boter zeer schuarsch afgeleverd,
of om het duidelijker uit te drukken: de bo
ter wordt kunstmatig vastgehouden, ten ein
de zoodoende betere prijzen te kunnen be-
diygen. Gesteund door het opgeheven uit
voerverbod, meent men deze taktiek zonder
gevaar te kunnen toepassen, omdat immers
het Buitenland nu openstaat, om de op
gelegde boter tot verhoogde prijzen te be
trekken.
Zooals reeds met een enkel woord bericht
werd, heeft men den minister met dezen toe
stand telegrafisch in kennis gesteld, doch
naar ons ter oore kwam, moet Minister van
Wsselsteyn niet voornemens zijn, in dit op
zicht aan de zulvelorganisaties eenige be
perkende bepalingen voor te schrijven. Toch
zou reeds zeer veel bereikt worden, indien
de Minister aan het recht tot vrijen uitvoer,
de voorwaarde verbond, dat de boter welke
beschikhaar is, ook voor de binnenlandsche
handelaren onbeperkt verkrijgbaar moet
worden gesteld. Hierdoor zou. tenminste .wat
het binnenland betreft, een rem voor onge
motiveerde prijsopdrijving der laatste we
ken gevonden zijn,
Wat de prijs-politiek der boter-organisa-
ties betreft, moet er nog op gewezen worden,
dat indien de boterprijzen niet zéér spoedig
dalen, ook de melkprijs weer naar boven zal
gaan! De belangrijke daling der melkprij
zen was immers mogelijk, door telkens weei
te verwijzen naar de zuivelwaarde der melk.
Maar nu de kansen gekeerd zijn, en de zui
velwaarde, dank zij de bovenbeschreven tac
tiek, zoo gestegen is, zijn de boeren niet
voornemens langer genoegen te nemen met
een hun opgedrongen lageren melkprijs, die
niet meer in verhouding staat tot de oogen-
blikkelijke zuivelwaarde der melk.
In Januari van het vorige jaar werd in
verband met de toenmalige melkschaarschte
in ons land den veehouders verboden kaas
te maken. En nu, een jaar later, is er melk
in overvloed in ons land, zóó zelfs, dat even
door de boter- en productenfabrieken, vóór
de opheffing ven het uitvoerverbod, zoo
wel als de „zelfkazende boeren" de,melk in
de groote steden, (vooral den Haag en Rot
terdam) tot elk aannemelijk bod" aan den
melkhandel aangeboden werd.
Moet onder die omstandigheden het pu
bliek straks een hoogeren melkprijs betalen,
omdat de boterpryzen kunstmatig opgejaagd
worden? Waarom grypt de regeering dan
tlianH niet lo? Of woelen U plattelands-
stemmen betalen die de OMlltls van de Juni-
stembus verwacht? Met politiek |5 bet slecht
boterhammen smeren 1 Telegraaf.
F. A. van Braam Houckgeest fen het
korps Mariniers.
De oud-kolonel der marniiers J. R j, Ph
Cambier schrijft aan het Hblü.:
Van Braam Houckgeest werd officier in
een tijdperk toen er stemmen bij de marine
opgingen om het korps mariniers op te hef
fen, ^n met woord en daad heeft Uy, Van
jeugdig officier af, steeds gestreden voor
het behoud der mariniers, en aangetoond
dat een dergelijke afschaffing geenszins in
het belang zoude A'ezen van onze zeemacht,
en wat meer zegt van ons land met zijn
prachtige koloniën. Na eene reis met de
„Wassenaer" in de Middellandsche Zee ge
maakt te hebben werd hij officier-instruc
teur bij de opleiding van kadets der mari
niers tot officier. Hij bestudeerde de ge
schiedenis van het Ned. Zeewezen, en
schreef in gemeenschap met P. A. Leupe,
oud-majoor, het werk „De Geschiedenis der
Mariniers van 1666 tot heden", dat in 1867
het licht zag. In hetzelfde jaar werd een
proef genomen of mariniers aan boord van
een oorlogsschip nog noodig waren.
Op ons eerste pantserschip, het ramtoren-
schip „Prins der Nederlanden", dat 1 Mei
te Birkenhead in dienst kwam, onder com
mando van den kapitein ter zee M. H. Jan
sen, zijn eenigen tijd geen mariniers inge
scheept geweest. De proef mislukte echter,
en er embarkeerde daarna een uitgelezen
detachement op dezen bodem, waar over in
September 1868 de le luitenant van Braam
Houckgeest het bevel kreeg. In 1869 en '70
had de expeditie naar de kust van Guinea
plaats, waaraan deelgenomen werd door Z.
M. „Vice-Admiraal Koopman" en „Amstel",
en het detachement mariniers op eerstge-
noemden bodem stond onder het bevel van
den len luitenant van Braam. De landings-
divisiën van beide bodems ontscheepten, en
bestreden gemeenschappelijk met onze hulp
troepen, negersoldaten door Nederlandsche
militairen aangevoerd, de opgestane Com-
mendeezen. In eenige gevechten blijven wij
overwinnaars, en bij de bestorming van Kas-
si-Krom, dat ingenomen werd, waarna de
opstandelingen zich onderwierpen, werd van
Braam gewond. Voor zijn toen gehouden ge
drag werd hij gedecoreerd met de Willems
orde 4e kl. In boekvorm heeft de overle
dene dezen krijgstocht beschreven.
Na de mislukking van de eerste expedi
tie tegen Atjeh in 1873, werd tot een twee
den krijgstocht tegen dat rijk besloten, en
ter versterking van het Oost-Indische leger
ging in dat jaar een eerste detachement van
300 mariniers, staande onder het bevel van
den kapitein Van Braam Houckgeest, naar
Oost-Indië. Dit detachement werd per parti
culier stoomschip overgevoerd naar Padang,
waar het ontscheepte, om deel uit te maken
van de daar gevormd wordende le of reser
ve-brigade onder den luit.-kol O.I.L. Karei
van der Heijden. 28 Nov. 1878 was onze zee-
en landmacht, thans onder opperbevel van
den luit.-generaal Van Swieten, ten tweede
male in de wateren van Atjeh vereenigd.
Nadat de troepen ontscheept waren, die zich
met groote verliezen van den missigit mees
ter maakten, werd de le brigade ter aanvul
ling uit Padang ontboden. Op 20 Januari
1874 ontscheepten de daartoe bchooronde
mariniers te Penagoeng, die duarna deelna
men aan do omtrekking van Kotta-Radja
door het leger, en weldra was de Kraton
ons. Bij Kon. besluit van 6 Oct. 1874 werden
onderscheidingen uitgereikt aan hen, die in
den strijd tegen Atjeh hadden uitgeblonken,
waartoe de kapitein Van Braam behoorde,
die benoemd werd tot ridder in de orde van
den Ned. Leeuw.
In Nederland teruggekeerd streefde Van
Braam er ernstig nanr om de mariniers te
verheffen, iets waartoe hij vopral In staat
was gedurende de elf jaren, die hü korps
commandant was. Hl| trachtte aan de oefe-
ningen van den troep een richting te geven
overeenkomstig de hooge eischen van be
kwaamheden, die door hem gesteld werden,
en tevens een uitstekende krijgstucht te on
derhouden. Baanbrekers stuiten dikwijls op
moeilijkheden; zoo ging het ook met dezen
commandant. Hij ondervond tegenwerking,
zoowel openlhk als bedekt, en had het ver
driet door zijn optreden vroegere vrienden
ln volslagen vilanden te zien veranderen. Z.
M. Willem TTI schatte don kolonel Van
Braain Houckgeest zeer hoog, en benoemde
hem 4 Mei 1886 tot zijn adjudant in buiten
gewonen dienst. De bedoeling van den ko
ning was hiermede zoowel den persoon, als
het korps te onderscheiden.
Werkloozen-uitkeerlng aan Noordzee-
visschers.
Gelijk men weet mag in den regel de uit-
keering uan werklooze arbeiders, die tegen
werkloosheid verzekerd zijn, niet meer be
dragen dan 70 van het gemiddelde dag
loon van den verzekerden arbeider.
Waar echter de vissoliers meestal „op ze
gen varen" en de verdiensten dus zeer uit-
eenloopen, hebben alle vakbonden, die vis-
schers georganiseerd hebben, sedert 1918
een uniforme uitkeering verstrekt, naar ge
lang van een aangenomen loomiorm in de
verschillende plaatsen.
Tot half December 1921 werd op deze wij
ze van doen door niemand eenige aanmer
king gemaakt. Iedereen begreep, dat het
niet anders kon, en dat menschen, die vol
gens zekere klasse contributie betalen, ook
volgens die regeling behooren te ontvangen.
In 't laatst van December echter schreef de
Dienst der Werkloosheidsverzekering vóór,
dat de bonden zich zeer nauwgezet hadden
te houden aan de 70 bepaling.
De Chr. Zeeliedenbond, die 't meest in
't gedrang kwam, verzette zich met de meeste
kracht tegen deze bepaling. Het resultaat
was gunstig.
Dezer dugen ontvingen de Gemeentebe
sturen een circulaire van den „Dienst",
waarin o.m. het volgende voorkomt:
„Ter bepaling van die gemiddelde dage-
Uiksche verdienste kan echter worden reke-
ning gehouden met: a. het over den tijd van
uitoefening der Noordzee-visscherlj verdien
de loon; b. de waarde der verstrekkingen in
natura, welke gemiddeld kunnen worden bo-