't Juffertje
III DE M WERELD
De Praktijk
Wetenschap en Tecniek
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 11 Februari 1922.
No. 7. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Oi....
Onder de Dajaka.
De „Sum. Post" had een. onderhoud met
den.tor Suima tra's oostkust op dienstreis ver-
toevendlen assistent-resident Van Resteren,
van het bureau der buiten-bezittingen. De
heer Van Resteren deelde daarbij een en an
der mede over de Dajaks in West-Borneo,
waar hij anderhalf jaar als assistent-resident
het bestuur voerde over de afdeeling Sintang.
Vooraf ging het relaas van dien tocht naar
zijn vroegere standlpdaats Sintanig, die onder
hare inwoners slechts neger-Europeanen tel
de. Ce reis van Pontianak maar Sintang
een afstand van 460 kilometer, dius tweemaal
zoo ver als vaox hier naar het uiterste hoekje
van Zuid-Limburg geschiedde in een huis
boot, een gezellige, drijvende woning, met
kamer en voorgalerijtje, keuken en badka
mer, langszij van een stoomibarkas over de
Rapoeas, een reusaohtigen stroom, tot ver
in het land zeer breed, een 400 (meter zelfs.
Evenals de natuur is dlaar de bevolking
bijkans geheel van vreemde invloeden vrij
ge'bleven. De Batang Loepara en de Rajans,
de hoofdstammen in het Sintangscho, zijn
prachtig gebouwde keTels, 'zelfstandig in hun
optreden, zonder eenige aangeleerde nederig
heid. Meermalen had spreker gelogeerd in
een der lange voorgalerijen van die groote
huizen, waar een heel© kampong, tot zeventig
gezinnen veelal tellende, samenwoont. Dan
was het eerst een bijeenkomst met den oudste
van het buis, den „kapala toea".
,*De vergadering neemt den bezoeker dan
eerst gedurende langen tijd op, zonder iets te
zeggen. Daarop beginnen de gesprekken,
onderling, of de toewan een goeden Indruk
maakt, ja dan neen, en is het ja, welnu, -lan
kun je alles uit hen halen wat je maar wilt,
want zooals gezegd, blijken zij dan van eer
lijke openhartigheid"
Diefstal komt onder de Dajaks niet voor,
ook niet ten nadieele van de Europeanen.
Nooit hoefde de heer v. R. zijn koffers zelfs
maar te sluiten. Zij dachten er niet aan om
aan de geschenken, wellke hij meevoerde,
meestal sieraden en dergelijke zaken, waar
zij verzot op zijn, te komen.
Een eigenaardige gewoonte van den Da jak
is het tatoueeren.
„Op boven- en onderarm, op borst en rug
en schouderbladen draagt hij het stempel
mee van zijn bereisdheid. Iedere bezochte
stam is een tjap meer op zijn lichaam en een
graad meer van trots.
,)De Dajaks, die met dr. Lorentz 't sneeuw
gebergte bestegen hebben, toornen alle drie
nog trots de tatouage, (welke den besneeuw-
den top voorstelt, zooals die in hun oogen
er uitziet. Tigan, de kapala loesar, die met
Lorentz mede is geweest, was trotseher op
die bewerking van zijn huid dan op de zilve
ren ster, die men hem op de borst gespeld
had! te Bandoeng. De man had trouwens van
die decoratie niets begrepen en wist zich
zelfs niet te herinneren vat voor een toewan-
besar d'at nou toch eigenlijk wel geweest was.
„Maar toen ik hem uiteengezet had welk
een eer hem te beurt was gevallen1, rees wel
de ster in zijn Dajaksrihe achting."
De pettor, d. i. bestuursambtenaar (het
woord is afgeleid van factorij, zooals de ves
tingen der O.-I. Compagnie werden gehee-
tien), geniet hij zijn logies in een kampong
huis de eer te mogen slapen voor de deur
van het hoofd van den kampong, diat is onder
een mand met oen daarin opgeborgen ver
zameling van goed uitgerookte menschen
schedels.
„Het kapipensneKlen is, in het algemeen
gesproken, uit. De bevolking is er van door
drongen, dat de „kompenie" hot beschouwt
ais moord en de landraad' hot als zoodanig
straft. Voor den Da jak is koppensnellen ech
ter geheel1 iets anders; zijn mentaliteit be
grijpt het als oen hem toekomend' recht, bij
wel ks uitoefening hij bovendien nog ontzag
lijk vereerd wordt door zijne kampeng-ge-
nooten, vooral de vrouwelijke. Wanneer men
oudere I>ajaks, beroemde koppensnellers,
spreekt, gevoelt men welk een groote plaats
het in hun leven in heeft genomen. Ik vroeg
eens zoo'n oude, of hij nog wei eens koppen
snelde. Hij antwoordde van niet. Maar met
groote openhartigheid voegde hij er aan toe,
h4j hot toch maar wat graag nog eeius zou
willen doen. Zou je mijn kop wei willen
hébben? vroeg daarop de heer Van Res-
teren, met begrijpelijke, maar niet ongevaar
lijke,, interesse. Bet oei toewan (Zeker, mijn
heer!) was het enthousiaste antwoord, dat
hem gegeven werd', terwijl 's dajaks oogen
glans kregen, die, zoo denken wij ons,
met oepaald aangenaam om te zien moet zijn
geweest.
Wij meenen, dat op Nieuw-Gudmea, om den
Bapoeas het koppensnellen af te loeren, al
die oude schedels worden afgenomen. Dit zal
Dajaks ongetwijfeld niet zoo gemak
kelijk gaan, daar dezen meer strijdlustig zijn.
Onder eikandér voerden zij voortdurend 'oor-
og en onze politiek is er op gericht de ver
schillende, eertijds vijandige stommen., tot
grootere groepen te vereenigen.
Op Europeanen zijn sinds den moord op
controleur Jansen m 1913 geen .gewelddaden
meer voorgekomen.
„Drie opstandige Dajaks, leaders dier ver
zetslieden, hadden aan den eenen oever der
rmen, hi afwachting gelegen, dat ooutroleur
Jansen aan de andere zijde voorbij zou ko
men. Ben der drie schoten, welke den fa talen
dag ven Dec. 1913 over het water klonken
trof den conducteur in het hoofd en doodelijk
getroffen viel hij neer.
„Volgens den heer Van Resteren was de
destijdsche opstandigheid feitelijk gericht
tegen knevelende zelfbeStirurders; de Dajaks
^dhter vereenzelfdigden hium eigen hoofden-
kweïgeesten met het gezag en zoo vielen zij
den vertegenwoordiger daarvan, en niet hun
ne feitelijke kwaaddoeners aan.
„Op het oogenbMk echter is de verhouding
tusschen bevolking en Nederiamdsch bestuur
goed, de toestand gunstig, waartoe niet wei
nig bijgedragen schijnt 'te hebben het bezoek'
van den vorigen gouverneur-generaal aan
Pomtiamak gebracht."
Bij die gelegenheid had te Pontiamak een
roeiwedst-rijd van verschillende stammen
tegen elkander plaats. De overwinnaars,
Rajans van Sintang, zouden een driekleur
krijgen. De heer Vam Resteren liet echter de
overwinnende ploeg toen nog eens tegen de
andere stammen in zijn afdeding strijden,
om hun overwinning bevestigd te zien. Daar
na werd de driekleur uitgereikt en geheschen.
waarop de Rajans buitengewoon trotsch
waren.
Tot slot deelde de heer Van Resteren van
de Dajaks een bij primitieven meer waarge
nomen bijzonderheid! mede. Zij zijn buiten
gewoon gesteld op het betalen van belasting:
„Zij zijn er zélfs zóó zeer op gesteld, dat ik
meermalen het verzoek van niet aangeslagen
kampongs gekregen heb, waarom of zij toch
geen belasting mochten betalen, terwijl die
eer en dat genoegen wel anderen stamanen
ben deel viell"
?4
VIL
V oor ditmaal' willen wij de wandeling door
de stad eens afbreken om per schaats een
uitstapje te maken rondom onze vesting.
Want de aanhoudende vorst, nu eens wat
meer, dan wat minder, is oorzaak, dat de
liefhebbers van de ijssport dezen winter hun
hart kunnen ophalen. Toch gaat het hier niet
zooals het behoorde te gaan; het ijs is hier
over 't algemeen slecht, en, doordat er geen
ijsvereeniging .bestaat, is er ook geen ge
organiseerde ijspret. Dat was in 1916 anders,
toen wijlen de heer J. Spruit met eenige an
dere heeren een ijsolub stichtte en een reeks
feesten op het Bassin organiseerde. Maar in
de daarop volgende winters kon. de IJsclub
die eerst nog al was aangesloten bij den
Noord-HoEandsch en Ijsbond zich niet
staande houden! en1 verliep, en nu hebben we
niets. Intusschen wordt nu van gemeente
wege gezoirgd: voor het onderhoud der banen
op het Heldérsche Kanaal; werkeloozen wor
den aan het werk gezet, en' de vele kinderen1,
die hier hun eerste schaats leeren slaan, en
de weinige volwassenen, die het nog de moeite
waard vanden de schaatsen onder te bindon,
kimmen zich. hier vermaken.
Ook op de andere 'grachitgedeehen wordt
de ijssport druk beoefend, en evenzoo op de
liniegrachten rondom de stad. Op sommige
plaatsen is daar het ijs zelfs tamelijk goed.
Van tochten per schaats over het Noord-
Holiandsdh Kanaal, zooals in 1916, is thans
evenwel geen sprake, omdat men zoolang
mogelijk getracht heeft de vaart open te
houden en er dus geen sprake meer is van
een behoorlijke ijsbaan. Het is, welbeschouwd,
dezen winter dus niet de ware ijssport, en
menige huismoeder zal blij zijn als de winter
voor goed afscheid zou willen nemen. Maar
het lijkt er nog niet veel op.
APHORISMEN OVER DEN
JOURNALIST EN DB KRANT.
De Pers, haar wezen en
Beteekenls.
Om te beginnen .geven wij hieronder eenige
aphonismen over het wezen van de Pers, van
de hand van den niet hijster bekenden, maar
daarom niet minder grooten Fransohen Wijs
geer: Ernest Hellol
In rijn studie „La Preeee" verschenen in
1881, zegt, hij:
.Het leven zoowel afls de dood weleer
omhangen met een sluier van plechtigheid
en onbekendheid hebben nu in onze samen
leving het middel gevonden om zondei plicht
plegingen onze huizen binnen te gaan
Zij komen nu in onder kruisband, ris druk
werk. als courant I
.De belangrijkheid, van de Pers is een
wan die zeldzame zaken, die men niet meer
kan overdrijvenDe Pere is ons aller
meesteres en doet met ons naar willekeur,
gelijk de wind met een boomblad.
.Even zeker als het vleesdh en het bloed
worden gevormd door het stoffelijk brood,
zoo worden de geest en de ried van onzen tijd
gevormd door de Pere
.De Sprookjes van de Duizend en een
Nacht zijn niets bij de wonderen, welke de
Pers onder onze oogen verwezenlijkt, alle
dagen en alle nachtenEn deze dagen en
nachten zijn honderd duizend-voud gestegen
boven het aantal van Duizend en een!.
Het is wel jammer, dat het met de Pers
is'gelijk met den schitterenden sterren
hemel.... Asaiduitate Viluerunt: De ge
woonte 'heeft hen 'in waarde doen dalen
Maar niet minder staat het feit daar:
De Pers voedt de wereld en de gewoonte,
dié'onze bewondering vermindert, (vermin
dert daarom de zaak zélve nog niet
De Pere doet het leven en de gedachte
toekomen van den eenen mensdh naar den
andere, gescheiden dooT tijd' en ruimte.
Dr. Brensa.
„HELDERSCHE JUTTERJES".
De heer Theo Santfort meldt ons een
nieuw koekje te hebben samengesteld, dat
onder den naam „Helderache Juttertjes^ zal
worden verkocht.
Om verzekerd te zijn van één kwaliteit
onder dien naam, zijn er bereids maatrege
len getoffen om den naam „Heldersohe Jut-
tertjes" als Handelsmerk te laten inschrij
ven. Is dit geschied, dan zullen de koekjes
verpakt worden in trommeltjes met stadsge
zichten, terwijl ze zoodoende gemakkelijk op
reis zijn mede te nemen, een altijd welkom
artikel zijn en een smakelijke en aangena
me herinnering aan Helder zijn.
De heer Sandfort had de vriendelijkheid
ons een proefje van deze koekjes te zenden
ter kennismaking. Wij kunnen de verzeke-
ving géven, dat het een uiterst smakelijk,
kloek model' koekje is, dat wel aftrek zal
vinden en vooral in de verpakking voor de
reis in den smaak zal vallen. Het is een soort
zandkoekje, opgemaakt met suiker en aman
delen, licht van gewricht en dus voordeelig,
uitstekend van smaak, (bros en geurig. De
prijs is 28 cent per ons. Wij gelooven wel,
dat het een grooten aftrek zal vinden.
Wie koopt wat hem gerief is.
Moet verkoopen wat hem lief isl
Jacob Cats.
Daar moet veel strijds gestreden zijn,
Veel (kruis en leeds geleden zijn,
Daar moeten heil'ge zeden zijn
Een zwaie weg betreden zijn!
En veel gebeds gebeden rijn...
Zoolang wij hier beneden zijn.
Dan aal 't erna pas vrede zijn!
Dirk Raph. Camphuysen.
Wat is de wereld toch aan 't doen aan alle
'kanten.
Als oud'Komedie met nieuwe Komedianten?...
Trijn voert het woord alleen en roept haar
(man: „Hoor toe!".
Hij neemt het voor goed Vdaamsch. en doet
als was 't: „'Oor toe!"
Valt gij? Da's niet-met-alen
Weest daar niet om begaan:
En 't is geen schand' te vallen
't Is schanJd' niet op te Staan!
En 't baat niet of we al veel bijzond're
In 't school cf iin de kerk: [dingen hooren,
De dwazen maken werk van woorden
De wijzen maken werk van 't werk!
Constantyn Huygens.
l) Niemendal.
DIALOGEN.
De Zegening.
Goeie morgen je moet me toch eens
vertellen.Wat is Giro?.
Giro?.
Ja Girogireeren
Gireeren.dat is in de rondte loo-
pem.Gireeren.... dat is geld ontvan
gen, zonder dat je geld ontvangt.en geld
geven, zonder dat je geld geeft.
Ja!.Reusachtig gemakkelijk.
Zoo.
Ja, man.... Je hebt nou geen geld
meer noodig.alleen 'n gironummer.
Prachtig.
Natuurlijk.... 't is 'n Staatsinstel
ling. Voor de gemjakkelijkheiid van jou
en mij
Van mij ook?.
Wat dacht je?.
Nee ik dacht nik».Maar ik wist
het niet.maar ik heb eens helpen kaas
dragen op de Alkmaarsche Markt.An
derhalf uur voor 'n gulden per uur.Da's
een
Zoo.
Ja. Ik zal je een giro-biljet sturen!
zei de schipper.want ik ben aangesloten
bij de Giro.
Ik zeg: zoo.
Ja zeit hij.onder nummer
987664321.L.K.J.H.G.F.D
Da's mooi.
Ja.En lk kreeg niks de heele
week niet dus ik schrijf 'n briefkaretje naar
Alkmaar om m'n gironummer.
Je Giro-biljet.
Nou goedbiljet.... Twee dagen
later krijg ik 'n papier voor een vijftig, met
'n brief van den schipper, dat 't zoo druk
was met de biljettenschrijverij. - Toen
moest ik naar 't Giro-kantoor.
Ja.erï?.
Ik naar 't Giro-kantoor.Voor 'n
dubbeltje op de trein.Nee zeit die
meneer van 't Giro.Nou moet je eerst
aan de rekeninghouder ord „advies" vra
genI
Ja dat moet zoo.Da's voor t
ik schrijf weer 'n karetje voor
zeven en 'n halve cent aan den schipper.
om 'n adviesl.
Juist.
Ik wacht drie dagen en ik krijg geen
advies!.Ik ga weer voor 'n dubbeltje op
de trem naar dien meneer van de Giro
en ik zeg: Meneer.ik krijg geen advies
van den schipper.
Ha. .ha!.
Nee zeit hij.dat krijg jij niet
dat krijg ik!Kom nog maar 's terug.
Goed zoo!
Volgende dag terug op de trem.
nog geen advies.Ik wacht *n heele
week.
En?.
Nou ik kom weer an de Giro de
meneer zeit.„"t is te laat.Ik zeg:
Te laat?.Ja zeit hij.Nou heb ik
je advies, maar de veertien dagen van gel
digheid zijn om.*t is vandaag de vijftien
de dag.Je had vroeger moeten komen.
Ja dat is regel bij de Giro.
En nou mot ik weer 'n karetje schrij
ven om 'n nieuw biljet.
Natuurlijk ze kunnen je toch niet
uitbetalen op 'n verloopen dheque.
Maar.
Neebegrijp nou goed.'t is je
eigen schuld.want je bent te laat ge
komen
En waarom dan.
Nbu dat is voor de regelmaat.
Ze kunnen toch zoo'n schep mannen en
vrouwen niet alles door mekaar lateni Bchrij-
ven.Voor de gemakkelijkheid....
Gemakkelijkheid
Natuurlijk.dat je niet links en
rechts met je geld heen en weer hoeft te
sjouwen.
Dus het is niet?.
Wel nee man.'t is alleen voor
jou en voor mij.... voor 't gemak van 't
publiek.
O!dankjenou weet ik er ten
minste wat van.Ik ga 'n karetje schrij
ven an den schipper.
Goeie.
Goeie.
Om steenkolen in kracht om te zetten
moet men de steenkolen in stoomketels ver
branden en mot den stoom de stoommachine
drijven. Deze methode is niet economisch.
Veel warmte gaat er verloren. De weten
schap zoekt al lang naar een betere methode
en vooral de Duitschers hebben op dit ge
bied niet stil gezeten). Professor Bergius
heeft in verbinding met Theodor Gold-
sabmidt A.G. te Essen, een bekende groote
chemische fabriek, jarenlang proeven geno
men, welke tot resultaat gehad hebben, dat
een praktische weg tot het vloeibaar maken
van steenkolen gevonden Is. Brengt men n.L
steenkolen onder zeer boogen druk (ca. 200
atmosferen) met waterstof samen, dan neemt
de steenkool waterstof op en wordt vloei
baar! Gebruikt men normale goede steen
kolen dan gaan op deze manier 8085 pet.
in vloeibaren toestand over! Deze vloeibare
steenkolen kan men dan direct in Dieselmo
toren tot het opwekken van energie gebrui
ken, zoodat de omweg over ketels en stooin
vermeden wordt en dus met veel geringere
warmteverliezen gerekend kan worden1.
Nu Is het werken met een zoo hoogen druk
van 200 atmosferen tot voor betrekkelijk kor
ten tijd eeh. groote moeEijkheid geweest,
maar sedert Vooral de stikstofLndustirie ge
leerd heeft ook deze moeEijkheid te over
winnen, schijnt het, dat het Bergius-procedé
de kinderziekten heeft doorgemaakt. De be
richten, die men tenminste uit ManhheLm
verneemt, waar de Bergius A.-G. de eerste
fabriek tot het vervaardigen van vloeibare
steenkool -heeft opgericht, luiden gunstig.
Interessant is, dat ook Nederlamdsche be
langen met deze Bergius A.-G-., die de paten
ten op dit gebied bezit, gemoeid izijin. De Ba-
taafsohe Petroleum Mij., die zich iin 1920 een
optie recht verworven had, dat haar het recht
gaf bij de Bergius A.-O. deelgenoot te wor
den (ik meen met een derde gedeelte) heeft
dit optierecht in 1921, lang voordat dit af
liep, uitgeoefend. Wel een bewijs, wélke be-
teekenis men in leidende petroleumkringen
aan deze nieuwe steenkoololie hechtl
dadelijk 'n postwissel sturen.
Haal je gasten maar op zeide goede
waard.
Met versnelde pas trok het troepje kome
dianten naar het logement. Ze kregen nog
'n kop koffie en zoowaar ze raakten aan
't praten.
Op de toonbank en langs de wanden en
aan den zolder, overal bleken namelijk kooien
met togels te staan of te hangen. De waard
was een buitengewoon liefhebber van vogels.
En daarover kwam het gesprek. Men prees
zijn liefde en besteedde allen tijd aan het
bewonderen der lievelingen van den hotel
houder.
Toen kwam de tijd voor naar bed gaan.
Nou eerst je naam in het boek zetten
drong de hotelier want anders krijg ik
yast met de politie.
De eerste tooneelspeler nam het boek en
schreef:
.Jan Musch.
De waard zag toe, ietwat verwonderd.
Nu nam de vrouw van het gezelsohap de
pen op en krabbelde:
.Marie Nachtegaal.
De eigenaar van het hotel en van de vo
gels keek zijn gasten scherp aan.
De derde man kweet zich van zijn plicht
en noteerde:
....Willem Vink!....
Toen/ hield de geplaagde kastelein het niet
langer uit. Woedend smeet hij het boek
dicht:
Ben jullie nou heelemaal bed....
Denk je dat ik mie laat beetnemen door Am-
sterdamsche komediantenVooruit
hondenpak.maak dat jullie weg komt!.
Verstomd stonden de komedianten! Ze be
grepen er niets van. En informeerden ont
hutst wat ze misdaan hadden.
Wat jullie doen?.Je wilt me er la
ten invliegen.... Dat zijn jullie namen
niet.Dat zijn maar valsohe namen en als
lk om m'n duiten kom is er in Amsterdam
natuurlijk geen mensch die je kenlt.
Musch.Nachtegaal.... Vink.... De
vierde man heet zeker Koekoek, niet?.
Is dat omdat ik van vogels hou?.Nou ik
ben 'n vrind van vogels, maar niet van on
geluksvogels, zooals jullie.... Verruit, er
uit!. Ga maar fluiten in den Hout!.
Het viertal barstte ten slotte In lachen uit.
Eerst wüde de waard nog niet overtuigd
worden, maar toen de gesjochte tooneelspe-
lers ten lange leste voor den dag konden ko
men) met 'n paar brieven en wat 'n ge
luk met het programma van Beverwijk,
waar ze dien avond gespeeld hadden
moest de waard toch eindelijk lachen.
Vroolljk ging het troepje naar bed en den
volgenden morgen kregen ze nog reis- en
zakgeld toe.
En in Amsterdam gekomen stuurde de
acteur Jan Musch dadelijk een postwissel
voor het logies en de geleende gelden.
B.
Uit het leven van onze tooneelspelersl
Voor versoheiden® jaren geleden hadden
op ©en avond eenige ambulante tooneelspe
Iers en speelsters een voorstelling gegeven
in Beverwijk! Drie leden van het troepje
plus een van de muzikanten keerden naar
Amsterdam terug.
Tenminste dat was hun bedoeling! Zon
der op te letten stapten ze te Uitgeest ln
een verkeerden trein en toen ze na een
vervelende rit in het holst van den nacht
uitstegen, waren ze ln.Alkmaar In-
plaatst van in Amsterdam!
Goede raad was duur! Naar Amsterdam
ging niet meer. Den naoht op het stations
plein doorbrengen, ging evenmin. Het had
al moeite genoeg gekost om uit het station
te komen, want de chef was lang niet ln z'n
humeur met de ongeldige kaartjes....
Een van de vier 'n jonge, tengere ke
rel, die eerst sedert kort tooneel speelde,
na verschillende seizoens „Manusje van Al
les" te zijn geweest achter de schermen
deed 'n voorstel!
Hoeveel geld hebben; we bij elkaar?.
Er werd geteld:
Tachtig oenten.
Acht dubbeltjes.Da's 'n kapitaal.
Maar wacht maar. Ik ga de stad in en
m'n hoofd eraf als ik niet terug kom met 'n
plekje voor den nacht.
En de onversaagde ging de stad in
keek overal rond tot hij kwam voor een een
voudig logement dat hem wel aanstond.
Hij ging er binnen. De waard was nog
achter de toonbank.
Mijnheer.We zijn hier met z'n vie
ren in Alkmaar. drie mannen en een
vrouw we hebben den trein gemist. Kun
nen we hier niet voor vannacht logeeren
voor 'n koopje.We zijn artisten en kun
nen niet veel betalen.
De waard krabbelde eens op zijn hoofd
daoht na en zei ten slotte:
Nou, vooruit.... Voor 'n gulden de
persoon.
Heel aardig.maar.
Wat? wou je nog minder?.
We hebben met z'n vieren tachtig
cent!.
Ben' jullie mal!.
Maar de jonge speler hield vol sprak
van de jonge vrouw, die toch moeüijk op
straat kon blijven ronddolen.... En den
volgenden dag zouden ze vanuit Amsterdam
DE BIOSCOPE IN HUIS!
Spelen voor de film ln de huiskamer....
Nu wij nog in het hartje van den wintertijd
zitten en er voor het oogenlbli'k geen sprake
van is ons te kunmen amuseeren in dé natuur
(behalve als er (kans op schaatsenrijden is),
nu is het zaak de eeniigisiziims lange avonden
zoo gezellig mogelijk te maken.
Een 'heel goed' imiddel hiertoe wil ik u hier
aan de hand doen: Het formeer en van em
fitoiJgezetedhap in eigen huis!
Wanneer de familie lbij elkaar is, vormen
twee of drie van het gezelschap een cülub,
houden een oogenlbliik saimen raad en reser
veeren een deel van de kamer.
De clulb spreekt onder elkander een be
paalde scène of een voorval uit het leven of
een situatie, welke men in het dagelijksch
leven 'kan waarnemen, af. De rollen en figu
ren worden verdeeld en de allernoodigste
attributen als 'n oude jas, 'n parapiuie, ti
touw en dergelijke
In (hoofdzaak echter komt (het aan op de
juiste imimes en houdingen en bewegingen
tegenover elkaar. Want uit deze te spelen
pantomime izal het toeschouwend 'publiek
moeten raden wat er gebeurt
Alles goed afgesproken, gaat de deur open
en in de bestemde hoek begint, zonder een
woord te spreken, het spel.
Als voorbeeld geef ók u hier een korte
scène en de wijze waarop deze dient te worden
gespeeld:
....Uit de midden-deuren stapt haastig
een persoon, (met tasdh onder den arm en
kraag hoog op.HIJ wenkt een ander. Deze
tikt aam rijm pet, draait gebukt ergens aan,
klimt z.g. ergens op, draait, schudt heen en
weer...de eerste gaat achter hem zitten,
ébukt...De voorste 'man drukt op een
oprrrrrt rrrrrtHet gaat vlie
gensvlug. 'n schok. No. I komt weer te
vooraohym, geeft No. II wat geld.... gaat
kwiek naar binnenjBbunen" is No. III.
ln vrouw. No. II en No. III begroeten el
kaar hartelijkNo. II komt bij», warmt zich
z.g. de handen en trekt zin jas uit.... gaat
zitten, drinkt.enz., enz.
En de oplossing hiervan?.Het is Mijn
beer De Boer, de redacteur van het „Jutter-
tje", die met den laatsten trein van Amster
dam komt en per auto naar de Koningstraat
gaat....
Op deze wijze kan men een voorstelling
geven van 'm trein, 'n boot, in tram, de zee
'n duel of het koopen van schoenen'n
voetbalwedstrijd zoowel ais in ongeluk of 'n
komisch intermezzo.
De volgende week vertel ik u nog eenige
andere soorten van huiskamer- en gezel-
schaps-genoegens.
B.
Politiek.
„Ik heb besloten," zeide de jonge moe
der, „om onze kleine baby een mooien naam
te geven. Wij zullen haar noemen Euphro-
sinel"
Mijnheer was met dat plan allesbehalve
ingenomen, doch als een man van tact
wachtte hij zich wijselijk dit te toonen.
„Euphrosine? Prachtig!" zeide hij op
gewekt: „'t eerste meisje dat ik heb liefge
had heette Euphrosine, dus die naam zal al
tijd prettige herinneringen opwekken 1"
Er was een korte stüte.
Toen zeide het jonge vrouwtje beslist: „Of
weet je wat we Eever zullen doen? We zul
len baby Elisabeth noemen, naar moeder!"