't Juffertje III DE M WERELD De Praktijk Wetenschap en Tecniek Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 11 Februari 1922. No. 7. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Oi.... Onder de Dajaka. De „Sum. Post" had een. onderhoud met den.tor Suima tra's oostkust op dienstreis ver- toevendlen assistent-resident Van Resteren, van het bureau der buiten-bezittingen. De heer Van Resteren deelde daarbij een en an der mede over de Dajaks in West-Borneo, waar hij anderhalf jaar als assistent-resident het bestuur voerde over de afdeeling Sintang. Vooraf ging het relaas van dien tocht naar zijn vroegere standlpdaats Sintanig, die onder hare inwoners slechts neger-Europeanen tel de. Ce reis van Pontianak maar Sintang een afstand van 460 kilometer, dius tweemaal zoo ver als vaox hier naar het uiterste hoekje van Zuid-Limburg geschiedde in een huis boot, een gezellige, drijvende woning, met kamer en voorgalerijtje, keuken en badka mer, langszij van een stoomibarkas over de Rapoeas, een reusaohtigen stroom, tot ver in het land zeer breed, een 400 (meter zelfs. Evenals de natuur is dlaar de bevolking bijkans geheel van vreemde invloeden vrij ge'bleven. De Batang Loepara en de Rajans, de hoofdstammen in het Sintangscho, zijn prachtig gebouwde keTels, 'zelfstandig in hun optreden, zonder eenige aangeleerde nederig heid. Meermalen had spreker gelogeerd in een der lange voorgalerijen van die groote huizen, waar een heel© kampong, tot zeventig gezinnen veelal tellende, samenwoont. Dan was het eerst een bijeenkomst met den oudste van het buis, den „kapala toea". ,*De vergadering neemt den bezoeker dan eerst gedurende langen tijd op, zonder iets te zeggen. Daarop beginnen de gesprekken, onderling, of de toewan een goeden Indruk maakt, ja dan neen, en is het ja, welnu, -lan kun je alles uit hen halen wat je maar wilt, want zooals gezegd, blijken zij dan van eer lijke openhartigheid" Diefstal komt onder de Dajaks niet voor, ook niet ten nadieele van de Europeanen. Nooit hoefde de heer v. R. zijn koffers zelfs maar te sluiten. Zij dachten er niet aan om aan de geschenken, wellke hij meevoerde, meestal sieraden en dergelijke zaken, waar zij verzot op zijn, te komen. Een eigenaardige gewoonte van den Da jak is het tatoueeren. „Op boven- en onderarm, op borst en rug en schouderbladen draagt hij het stempel mee van zijn bereisdheid. Iedere bezochte stam is een tjap meer op zijn lichaam en een graad meer van trots. ,)De Dajaks, die met dr. Lorentz 't sneeuw gebergte bestegen hebben, toornen alle drie nog trots de tatouage, (welke den besneeuw- den top voorstelt, zooals die in hun oogen er uitziet. Tigan, de kapala loesar, die met Lorentz mede is geweest, was trotseher op die bewerking van zijn huid dan op de zilve ren ster, die men hem op de borst gespeld had! te Bandoeng. De man had trouwens van die decoratie niets begrepen en wist zich zelfs niet te herinneren vat voor een toewan- besar d'at nou toch eigenlijk wel geweest was. „Maar toen ik hem uiteengezet had welk een eer hem te beurt was gevallen1, rees wel de ster in zijn Dajaksrihe achting." De pettor, d. i. bestuursambtenaar (het woord is afgeleid van factorij, zooals de ves tingen der O.-I. Compagnie werden gehee- tien), geniet hij zijn logies in een kampong huis de eer te mogen slapen voor de deur van het hoofd van den kampong, diat is onder een mand met oen daarin opgeborgen ver zameling van goed uitgerookte menschen schedels. „Het kapipensneKlen is, in het algemeen gesproken, uit. De bevolking is er van door drongen, dat de „kompenie" hot beschouwt ais moord en de landraad' hot als zoodanig straft. Voor den Da jak is koppensnellen ech ter geheel1 iets anders; zijn mentaliteit be grijpt het als oen hem toekomend' recht, bij wel ks uitoefening hij bovendien nog ontzag lijk vereerd wordt door zijne kampeng-ge- nooten, vooral de vrouwelijke. Wanneer men oudere I>ajaks, beroemde koppensnellers, spreekt, gevoelt men welk een groote plaats het in hun leven in heeft genomen. Ik vroeg eens zoo'n oude, of hij nog wei eens koppen snelde. Hij antwoordde van niet. Maar met groote openhartigheid voegde hij er aan toe, h4j hot toch maar wat graag nog eeius zou willen doen. Zou je mijn kop wei willen hébben? vroeg daarop de heer Van Res- teren, met begrijpelijke, maar niet ongevaar lijke,, interesse. Bet oei toewan (Zeker, mijn heer!) was het enthousiaste antwoord, dat hem gegeven werd', terwijl 's dajaks oogen glans kregen, die, zoo denken wij ons, met oepaald aangenaam om te zien moet zijn geweest. Wij meenen, dat op Nieuw-Gudmea, om den Bapoeas het koppensnellen af te loeren, al die oude schedels worden afgenomen. Dit zal Dajaks ongetwijfeld niet zoo gemak kelijk gaan, daar dezen meer strijdlustig zijn. Onder eikandér voerden zij voortdurend 'oor- og en onze politiek is er op gericht de ver schillende, eertijds vijandige stommen., tot grootere groepen te vereenigen. Op Europeanen zijn sinds den moord op controleur Jansen m 1913 geen .gewelddaden meer voorgekomen. „Drie opstandige Dajaks, leaders dier ver zetslieden, hadden aan den eenen oever der rmen, hi afwachting gelegen, dat ooutroleur Jansen aan de andere zijde voorbij zou ko men. Ben der drie schoten, welke den fa talen dag ven Dec. 1913 over het water klonken trof den conducteur in het hoofd en doodelijk getroffen viel hij neer. „Volgens den heer Van Resteren was de destijdsche opstandigheid feitelijk gericht tegen knevelende zelfbeStirurders; de Dajaks ^dhter vereenzelfdigden hium eigen hoofden- kweïgeesten met het gezag en zoo vielen zij den vertegenwoordiger daarvan, en niet hun ne feitelijke kwaaddoeners aan. „Op het oogenbMk echter is de verhouding tusschen bevolking en Nederiamdsch bestuur goed, de toestand gunstig, waartoe niet wei nig bijgedragen schijnt 'te hebben het bezoek' van den vorigen gouverneur-generaal aan Pomtiamak gebracht." Bij die gelegenheid had te Pontiamak een roeiwedst-rijd van verschillende stammen tegen elkander plaats. De overwinnaars, Rajans van Sintang, zouden een driekleur krijgen. De heer Vam Resteren liet echter de overwinnende ploeg toen nog eens tegen de andere stammen in zijn afdeding strijden, om hun overwinning bevestigd te zien. Daar na werd de driekleur uitgereikt en geheschen. waarop de Rajans buitengewoon trotsch waren. Tot slot deelde de heer Van Resteren van de Dajaks een bij primitieven meer waarge nomen bijzonderheid! mede. Zij zijn buiten gewoon gesteld op het betalen van belasting: „Zij zijn er zélfs zóó zeer op gesteld, dat ik meermalen het verzoek van niet aangeslagen kampongs gekregen heb, waarom of zij toch geen belasting mochten betalen, terwijl die eer en dat genoegen wel anderen stamanen ben deel viell" ?4 VIL V oor ditmaal' willen wij de wandeling door de stad eens afbreken om per schaats een uitstapje te maken rondom onze vesting. Want de aanhoudende vorst, nu eens wat meer, dan wat minder, is oorzaak, dat de liefhebbers van de ijssport dezen winter hun hart kunnen ophalen. Toch gaat het hier niet zooals het behoorde te gaan; het ijs is hier over 't algemeen slecht, en, doordat er geen ijsvereeniging .bestaat, is er ook geen ge organiseerde ijspret. Dat was in 1916 anders, toen wijlen de heer J. Spruit met eenige an dere heeren een ijsolub stichtte en een reeks feesten op het Bassin organiseerde. Maar in de daarop volgende winters kon. de IJsclub die eerst nog al was aangesloten bij den Noord-HoEandsch en Ijsbond zich niet staande houden! en1 verliep, en nu hebben we niets. Intusschen wordt nu van gemeente wege gezoirgd: voor het onderhoud der banen op het Heldérsche Kanaal; werkeloozen wor den aan het werk gezet, en' de vele kinderen1, die hier hun eerste schaats leeren slaan, en de weinige volwassenen, die het nog de moeite waard vanden de schaatsen onder te bindon, kimmen zich. hier vermaken. Ook op de andere 'grachitgedeehen wordt de ijssport druk beoefend, en evenzoo op de liniegrachten rondom de stad. Op sommige plaatsen is daar het ijs zelfs tamelijk goed. Van tochten per schaats over het Noord- Holiandsdh Kanaal, zooals in 1916, is thans evenwel geen sprake, omdat men zoolang mogelijk getracht heeft de vaart open te houden en er dus geen sprake meer is van een behoorlijke ijsbaan. Het is, welbeschouwd, dezen winter dus niet de ware ijssport, en menige huismoeder zal blij zijn als de winter voor goed afscheid zou willen nemen. Maar het lijkt er nog niet veel op. APHORISMEN OVER DEN JOURNALIST EN DB KRANT. De Pers, haar wezen en Beteekenls. Om te beginnen .geven wij hieronder eenige aphonismen over het wezen van de Pers, van de hand van den niet hijster bekenden, maar daarom niet minder grooten Fransohen Wijs geer: Ernest Hellol In rijn studie „La Preeee" verschenen in 1881, zegt, hij: .Het leven zoowel afls de dood weleer omhangen met een sluier van plechtigheid en onbekendheid hebben nu in onze samen leving het middel gevonden om zondei plicht plegingen onze huizen binnen te gaan Zij komen nu in onder kruisband, ris druk werk. als courant I .De belangrijkheid, van de Pers is een wan die zeldzame zaken, die men niet meer kan overdrijvenDe Pere is ons aller meesteres en doet met ons naar willekeur, gelijk de wind met een boomblad. .Even zeker als het vleesdh en het bloed worden gevormd door het stoffelijk brood, zoo worden de geest en de ried van onzen tijd gevormd door de Pere .De Sprookjes van de Duizend en een Nacht zijn niets bij de wonderen, welke de Pers onder onze oogen verwezenlijkt, alle dagen en alle nachtenEn deze dagen en nachten zijn honderd duizend-voud gestegen boven het aantal van Duizend en een!. Het is wel jammer, dat het met de Pers is'gelijk met den schitterenden sterren hemel.... Asaiduitate Viluerunt: De ge woonte 'heeft hen 'in waarde doen dalen Maar niet minder staat het feit daar: De Pers voedt de wereld en de gewoonte, dié'onze bewondering vermindert, (vermin dert daarom de zaak zélve nog niet De Pere doet het leven en de gedachte toekomen van den eenen mensdh naar den andere, gescheiden dooT tijd' en ruimte. Dr. Brensa. „HELDERSCHE JUTTERJES". De heer Theo Santfort meldt ons een nieuw koekje te hebben samengesteld, dat onder den naam „Helderache Juttertjes^ zal worden verkocht. Om verzekerd te zijn van één kwaliteit onder dien naam, zijn er bereids maatrege len getoffen om den naam „Heldersohe Jut- tertjes" als Handelsmerk te laten inschrij ven. Is dit geschied, dan zullen de koekjes verpakt worden in trommeltjes met stadsge zichten, terwijl ze zoodoende gemakkelijk op reis zijn mede te nemen, een altijd welkom artikel zijn en een smakelijke en aangena me herinnering aan Helder zijn. De heer Sandfort had de vriendelijkheid ons een proefje van deze koekjes te zenden ter kennismaking. Wij kunnen de verzeke- ving géven, dat het een uiterst smakelijk, kloek model' koekje is, dat wel aftrek zal vinden en vooral in de verpakking voor de reis in den smaak zal vallen. Het is een soort zandkoekje, opgemaakt met suiker en aman delen, licht van gewricht en dus voordeelig, uitstekend van smaak, (bros en geurig. De prijs is 28 cent per ons. Wij gelooven wel, dat het een grooten aftrek zal vinden. Wie koopt wat hem gerief is. Moet verkoopen wat hem lief isl Jacob Cats. Daar moet veel strijds gestreden zijn, Veel (kruis en leeds geleden zijn, Daar moeten heil'ge zeden zijn Een zwaie weg betreden zijn! En veel gebeds gebeden rijn... Zoolang wij hier beneden zijn. Dan aal 't erna pas vrede zijn! Dirk Raph. Camphuysen. Wat is de wereld toch aan 't doen aan alle 'kanten. Als oud'Komedie met nieuwe Komedianten?... Trijn voert het woord alleen en roept haar (man: „Hoor toe!". Hij neemt het voor goed Vdaamsch. en doet als was 't: „'Oor toe!" Valt gij? Da's niet-met-alen Weest daar niet om begaan: En 't is geen schand' te vallen 't Is schanJd' niet op te Staan! En 't baat niet of we al veel bijzond're In 't school cf iin de kerk: [dingen hooren, De dwazen maken werk van woorden De wijzen maken werk van 't werk! Constantyn Huygens. l) Niemendal. DIALOGEN. De Zegening. Goeie morgen je moet me toch eens vertellen.Wat is Giro?. Giro?. Ja Girogireeren Gireeren.dat is in de rondte loo- pem.Gireeren.... dat is geld ontvan gen, zonder dat je geld ontvangt.en geld geven, zonder dat je geld geeft. Ja!.Reusachtig gemakkelijk. Zoo. Ja, man.... Je hebt nou geen geld meer noodig.alleen 'n gironummer. Prachtig. Natuurlijk.... 't is 'n Staatsinstel ling. Voor de gemjakkelijkheiid van jou en mij Van mij ook?. Wat dacht je?. Nee ik dacht nik».Maar ik wist het niet.maar ik heb eens helpen kaas dragen op de Alkmaarsche Markt.An derhalf uur voor 'n gulden per uur.Da's een Zoo. Ja. Ik zal je een giro-biljet sturen! zei de schipper.want ik ben aangesloten bij de Giro. Ik zeg: zoo. Ja zeit hij.onder nummer 987664321.L.K.J.H.G.F.D Da's mooi. Ja.En lk kreeg niks de heele week niet dus ik schrijf 'n briefkaretje naar Alkmaar om m'n gironummer. Je Giro-biljet. Nou goedbiljet.... Twee dagen later krijg ik 'n papier voor een vijftig, met 'n brief van den schipper, dat 't zoo druk was met de biljettenschrijverij. - Toen moest ik naar 't Giro-kantoor. Ja.erï?. Ik naar 't Giro-kantoor.Voor 'n dubbeltje op de trein.Nee zeit die meneer van 't Giro.Nou moet je eerst aan de rekeninghouder ord „advies" vra genI Ja dat moet zoo.Da's voor t ik schrijf weer 'n karetje voor zeven en 'n halve cent aan den schipper. om 'n adviesl. Juist. Ik wacht drie dagen en ik krijg geen advies!.Ik ga weer voor 'n dubbeltje op de trem naar dien meneer van de Giro en ik zeg: Meneer.ik krijg geen advies van den schipper. Ha. .ha!. Nee zeit hij.dat krijg jij niet dat krijg ik!Kom nog maar 's terug. Goed zoo! Volgende dag terug op de trem. nog geen advies.Ik wacht *n heele week. En?. Nou ik kom weer an de Giro de meneer zeit.„"t is te laat.Ik zeg: Te laat?.Ja zeit hij.Nou heb ik je advies, maar de veertien dagen van gel digheid zijn om.*t is vandaag de vijftien de dag.Je had vroeger moeten komen. Ja dat is regel bij de Giro. En nou mot ik weer 'n karetje schrij ven om 'n nieuw biljet. Natuurlijk ze kunnen je toch niet uitbetalen op 'n verloopen dheque. Maar. Neebegrijp nou goed.'t is je eigen schuld.want je bent te laat ge komen En waarom dan. Nbu dat is voor de regelmaat. Ze kunnen toch zoo'n schep mannen en vrouwen niet alles door mekaar lateni Bchrij- ven.Voor de gemakkelijkheid.... Gemakkelijkheid Natuurlijk.dat je niet links en rechts met je geld heen en weer hoeft te sjouwen. Dus het is niet?. Wel nee man.'t is alleen voor jou en voor mij.... voor 't gemak van 't publiek. O!dankjenou weet ik er ten minste wat van.Ik ga 'n karetje schrij ven an den schipper. Goeie. Goeie. Om steenkolen in kracht om te zetten moet men de steenkolen in stoomketels ver branden en mot den stoom de stoommachine drijven. Deze methode is niet economisch. Veel warmte gaat er verloren. De weten schap zoekt al lang naar een betere methode en vooral de Duitschers hebben op dit ge bied niet stil gezeten). Professor Bergius heeft in verbinding met Theodor Gold- sabmidt A.G. te Essen, een bekende groote chemische fabriek, jarenlang proeven geno men, welke tot resultaat gehad hebben, dat een praktische weg tot het vloeibaar maken van steenkolen gevonden Is. Brengt men n.L steenkolen onder zeer boogen druk (ca. 200 atmosferen) met waterstof samen, dan neemt de steenkool waterstof op en wordt vloei baar! Gebruikt men normale goede steen kolen dan gaan op deze manier 8085 pet. in vloeibaren toestand over! Deze vloeibare steenkolen kan men dan direct in Dieselmo toren tot het opwekken van energie gebrui ken, zoodat de omweg over ketels en stooin vermeden wordt en dus met veel geringere warmteverliezen gerekend kan worden1. Nu Is het werken met een zoo hoogen druk van 200 atmosferen tot voor betrekkelijk kor ten tijd eeh. groote moeEijkheid geweest, maar sedert Vooral de stikstofLndustirie ge leerd heeft ook deze moeEijkheid te over winnen, schijnt het, dat het Bergius-procedé de kinderziekten heeft doorgemaakt. De be richten, die men tenminste uit ManhheLm verneemt, waar de Bergius A.-G. de eerste fabriek tot het vervaardigen van vloeibare steenkool -heeft opgericht, luiden gunstig. Interessant is, dat ook Nederlamdsche be langen met deze Bergius A.-G-., die de paten ten op dit gebied bezit, gemoeid izijin. De Ba- taafsohe Petroleum Mij., die zich iin 1920 een optie recht verworven had, dat haar het recht gaf bij de Bergius A.-O. deelgenoot te wor den (ik meen met een derde gedeelte) heeft dit optierecht in 1921, lang voordat dit af liep, uitgeoefend. Wel een bewijs, wélke be- teekenis men in leidende petroleumkringen aan deze nieuwe steenkoololie hechtl dadelijk 'n postwissel sturen. Haal je gasten maar op zeide goede waard. Met versnelde pas trok het troepje kome dianten naar het logement. Ze kregen nog 'n kop koffie en zoowaar ze raakten aan 't praten. Op de toonbank en langs de wanden en aan den zolder, overal bleken namelijk kooien met togels te staan of te hangen. De waard was een buitengewoon liefhebber van vogels. En daarover kwam het gesprek. Men prees zijn liefde en besteedde allen tijd aan het bewonderen der lievelingen van den hotel houder. Toen kwam de tijd voor naar bed gaan. Nou eerst je naam in het boek zetten drong de hotelier want anders krijg ik yast met de politie. De eerste tooneelspeler nam het boek en schreef: .Jan Musch. De waard zag toe, ietwat verwonderd. Nu nam de vrouw van het gezelsohap de pen op en krabbelde: .Marie Nachtegaal. De eigenaar van het hotel en van de vo gels keek zijn gasten scherp aan. De derde man kweet zich van zijn plicht en noteerde: ....Willem Vink!.... Toen/ hield de geplaagde kastelein het niet langer uit. Woedend smeet hij het boek dicht: Ben jullie nou heelemaal bed.... Denk je dat ik mie laat beetnemen door Am- sterdamsche komediantenVooruit hondenpak.maak dat jullie weg komt!. Verstomd stonden de komedianten! Ze be grepen er niets van. En informeerden ont hutst wat ze misdaan hadden. Wat jullie doen?.Je wilt me er la ten invliegen.... Dat zijn jullie namen niet.Dat zijn maar valsohe namen en als lk om m'n duiten kom is er in Amsterdam natuurlijk geen mensch die je kenlt. Musch.Nachtegaal.... Vink.... De vierde man heet zeker Koekoek, niet?. Is dat omdat ik van vogels hou?.Nou ik ben 'n vrind van vogels, maar niet van on geluksvogels, zooals jullie.... Verruit, er uit!. Ga maar fluiten in den Hout!. Het viertal barstte ten slotte In lachen uit. Eerst wüde de waard nog niet overtuigd worden, maar toen de gesjochte tooneelspe- lers ten lange leste voor den dag konden ko men) met 'n paar brieven en wat 'n ge luk met het programma van Beverwijk, waar ze dien avond gespeeld hadden moest de waard toch eindelijk lachen. Vroolljk ging het troepje naar bed en den volgenden morgen kregen ze nog reis- en zakgeld toe. En in Amsterdam gekomen stuurde de acteur Jan Musch dadelijk een postwissel voor het logies en de geleende gelden. B. Uit het leven van onze tooneelspelersl Voor versoheiden® jaren geleden hadden op ©en avond eenige ambulante tooneelspe Iers en speelsters een voorstelling gegeven in Beverwijk! Drie leden van het troepje plus een van de muzikanten keerden naar Amsterdam terug. Tenminste dat was hun bedoeling! Zon der op te letten stapten ze te Uitgeest ln een verkeerden trein en toen ze na een vervelende rit in het holst van den nacht uitstegen, waren ze ln.Alkmaar In- plaatst van in Amsterdam! Goede raad was duur! Naar Amsterdam ging niet meer. Den naoht op het stations plein doorbrengen, ging evenmin. Het had al moeite genoeg gekost om uit het station te komen, want de chef was lang niet ln z'n humeur met de ongeldige kaartjes.... Een van de vier 'n jonge, tengere ke rel, die eerst sedert kort tooneel speelde, na verschillende seizoens „Manusje van Al les" te zijn geweest achter de schermen deed 'n voorstel! Hoeveel geld hebben; we bij elkaar?. Er werd geteld: Tachtig oenten. Acht dubbeltjes.Da's 'n kapitaal. Maar wacht maar. Ik ga de stad in en m'n hoofd eraf als ik niet terug kom met 'n plekje voor den nacht. En de onversaagde ging de stad in keek overal rond tot hij kwam voor een een voudig logement dat hem wel aanstond. Hij ging er binnen. De waard was nog achter de toonbank. Mijnheer.We zijn hier met z'n vie ren in Alkmaar. drie mannen en een vrouw we hebben den trein gemist. Kun nen we hier niet voor vannacht logeeren voor 'n koopje.We zijn artisten en kun nen niet veel betalen. De waard krabbelde eens op zijn hoofd daoht na en zei ten slotte: Nou, vooruit.... Voor 'n gulden de persoon. Heel aardig.maar. Wat? wou je nog minder?. We hebben met z'n vieren tachtig cent!. Ben' jullie mal!. Maar de jonge speler hield vol sprak van de jonge vrouw, die toch moeüijk op straat kon blijven ronddolen.... En den volgenden dag zouden ze vanuit Amsterdam DE BIOSCOPE IN HUIS! Spelen voor de film ln de huiskamer.... Nu wij nog in het hartje van den wintertijd zitten en er voor het oogenlbli'k geen sprake van is ons te kunmen amuseeren in dé natuur (behalve als er (kans op schaatsenrijden is), nu is het zaak de eeniigisiziims lange avonden zoo gezellig mogelijk te maken. Een 'heel goed' imiddel hiertoe wil ik u hier aan de hand doen: Het formeer en van em fitoiJgezetedhap in eigen huis! Wanneer de familie lbij elkaar is, vormen twee of drie van het gezelschap een cülub, houden een oogenlbliik saimen raad en reser veeren een deel van de kamer. De clulb spreekt onder elkander een be paalde scène of een voorval uit het leven of een situatie, welke men in het dagelijksch leven 'kan waarnemen, af. De rollen en figu ren worden verdeeld en de allernoodigste attributen als 'n oude jas, 'n parapiuie, ti touw en dergelijke In (hoofdzaak echter komt (het aan op de juiste imimes en houdingen en bewegingen tegenover elkaar. Want uit deze te spelen pantomime izal het toeschouwend 'publiek moeten raden wat er gebeurt Alles goed afgesproken, gaat de deur open en in de bestemde hoek begint, zonder een woord te spreken, het spel. Als voorbeeld geef ók u hier een korte scène en de wijze waarop deze dient te worden gespeeld: ....Uit de midden-deuren stapt haastig een persoon, (met tasdh onder den arm en kraag hoog op.HIJ wenkt een ander. Deze tikt aam rijm pet, draait gebukt ergens aan, klimt z.g. ergens op, draait, schudt heen en weer...de eerste gaat achter hem zitten, ébukt...De voorste 'man drukt op een oprrrrrt rrrrrtHet gaat vlie gensvlug. 'n schok. No. I komt weer te vooraohym, geeft No. II wat geld.... gaat kwiek naar binnenjBbunen" is No. III. ln vrouw. No. II en No. III begroeten el kaar hartelijkNo. II komt bij», warmt zich z.g. de handen en trekt zin jas uit.... gaat zitten, drinkt.enz., enz. En de oplossing hiervan?.Het is Mijn beer De Boer, de redacteur van het „Jutter- tje", die met den laatsten trein van Amster dam komt en per auto naar de Koningstraat gaat.... Op deze wijze kan men een voorstelling geven van 'm trein, 'n boot, in tram, de zee 'n duel of het koopen van schoenen'n voetbalwedstrijd zoowel ais in ongeluk of 'n komisch intermezzo. De volgende week vertel ik u nog eenige andere soorten van huiskamer- en gezel- schaps-genoegens. B. Politiek. „Ik heb besloten," zeide de jonge moe der, „om onze kleine baby een mooien naam te geven. Wij zullen haar noemen Euphro- sinel" Mijnheer was met dat plan allesbehalve ingenomen, doch als een man van tact wachtte hij zich wijselijk dit te toonen. „Euphrosine? Prachtig!" zeide hij op gewekt: „'t eerste meisje dat ik heb liefge had heette Euphrosine, dus die naam zal al tijd prettige herinneringen opwekken 1" Er was een korte stüte. Toen zeide het jonge vrouwtje beslist: „Of weet je wat we Eever zullen doen? We zul len baby Elisabeth noemen, naar moeder!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 9