UIT DE NATUUR 2 MUSSCHEN. Nauwelijks is het wat milder in de natuur geworden, of ze wekken je al vroeg met hun getj etter. Als je de gewoonte hebt gehad hen in de barre tijden wat kruimels toe te dienen, zit ten ze al tijden lang te wachten of je nou eindelijk eens van plan bent hun het voêr te geven, waarop ze ten slotte meenen recht te hebben. Gewoonlijk slokken ze al het gestrooide alleen op; slechts in het barre seizoen krij gen ze meeëters aan den disch en wel de gulzige spreeuwen en de schuchtere lijsters en als het heel erg is, verschijnt er ook wel op uw plaatsje een kauwtje of een kap- meeuwtje, doch dan moet het al heel benard zijn. Maar de musscheni Ze voelen zich heele- maal thuis en je kunt ze zoover krijgen, dat ze tot gewoonte nemen om in je keuken te hippen of daar niet het een en ander valt weg te kapen. Menigeen vindt absoluut niets sierlijks aan die vogeltjes, doch vermoedelijk komt 1 wel hierdoor, dat we ze te veel zien en al les wat we vaak onder het oog krijgen, maakt ten slotte geen indruk meer op ons. Toch mag ik ze graag. Vooral om hun brutaliteit en bekendheid. En juist het aar dige is, dat je ze altijd bij de hand hebt om er naar te kijken. Het krakeelen onderling om een hap eten, moet je eens kalm gadeslaan. Hoe spichtig scherp kunnen ze tegenover elkaar staan. Als furies staan ze dan tegen elkaar op, spreiden de vleugels en staart uit, alsof ze elkaar zullen verslinden. Dat hebben ze ge meen met echter straatjongens, die woest scheldend tegenover elkaar staan, doch niet tot handtastelijkheden komen. En schuw zijn ze heelemaal niet. Als je aan komt zetten, mogen zejeen paar hippen op zij gaan, maar verder respect hebben ze voor de menschen in het geheel niet. Hoe vaak gebeurt 't niet, dat ze bezig zijnde hun kostje op de straat op te scharrelen, zóó lang blijven zitten, dat je fietswiel haast hun vee- ren raakt en eerst dan hippen ze even op zij. „Dacht Je, dat we daar ook al bang voor •zijn," meenen ze. A-Hang reeds hebben we ons aan dat vervoermiddel aangepast". Als aanstonds weer hun verllefderlg ge doe begint, kan het gebeuren, dat ge plotse ling van uw werk opgeschrikt door een helsch lawaai in uw kamer of kantoor. Ge ziet een paar musschen, die hevig schermut selend met elkaar, uw openstaande deur of raam zijn blnnengebolderd en nu overal te gen aan bonken. Als ge goed toekykt zult ge twee zwartgebefde musstLen onderscheiden, die een duel leveren, wie zal worden uitver koren door do niet gebeft© ducinea, die daar, rustig afwachtend op een boomtak of dakgoot, den uitslag van den strijd, om ha rentwille, afwacht. Als er één onmachtig terneer valt, spoedt de overwinnaar zich weldra naar zijn uit verkorene en dan begint „die alt© Geschlch- te". IJverig wordt dan gearbeid aan het nestje. Alles wat zacht en soepel is kan voor de meubileering van hun woning van dienst zijn. Allerlei vezeltje*, draadjes, wolletjes, strootjes. Ze dieepen met alies en nog wat. Aardig is het te zien hoe zo kunnen han gen in de lucht om een veertje of wolletje te bemachtigen. Als uw vrouw of dienstbode do slaapka mer heeft bewerkt mot een zellbegem of hoe 'zoo'n ding ook heet en die don, beer hy giënisch natuurlijk, uitklopt bulten het raam boven de hoofden VHn argeloos daar pasaeeronde voetgangers, dan zijn er vaak niUHHohen die op die wolletjes en pllilster hte voorwerpen door ad reven, traohten de miMNohen ze beet te krijgen In den bek, doch een wervel zuchtje (I ril ft liet vinkje tontel riÉHBH •ohen, de wieken fladderend gespreid, han lend «la 't ware In de lueht, die voorwerpje* vol brood naar zijn „eigen vleesch en bloed" bracht, doch eindelijk snapte ik, dat het zijn bedoeling was, het jong zijn watervrees te doen overwinnen en hem er toe te brengen den tocht van den wal naar de wiermassa te ondernemen. Na tal van pogingen gelukte dat en de bibbermachine ondernam de vliegerij. En nu was het een genot te zien met hoeveel ijver de oude stukjes uit den brood-homp pikte en die telkens deponeerde in den im mer wijd opengespalkten, gulzigen bek van het jong. Zoo wordt met haast aandoenlijke liefde het vliegen aan de jongen geleerd. Dat er wel eens een tijdens die vliegde- monstratie verongelukt, bewijzen de vogel lijkjes, die men soms op den weg vindt. Voor m}j is de musch een vo^el, die me altijd veel genot bezorgt o mzijn brutaliteit, zrin gekrakeel en zijn liefde voor zijn jon gen. Hier en daar wordt de musch sterk ver volgd en 't moet gezegd, dat hij ook heel wat kwaads, van ons standpunt bekeken, be drijft, doch of 't gewenscht zou zijn den musch, zoo dat althans mogelijk ware, ge heel te verdelgen, valt te betwijfelen, want, als we het willen zien, kunnen we waarne men, dat hij ook heel veel larfjes van strui ken en heesters wegpikt. Och, als we alles moesten dooden, het geen ons wel eens kwaad berokkent, dan hadden we wel dagwerk. Laten we ook wat letten op hetgeen ons wat levensblijheid bezorgt en niet altijd en eeuwig het van den materieeien kant bekij ken! Dan gunnen we ook de musschen hun be staan. Roblnson. De levensduur. Dr. Bugene Fisk van het „Instituut voor de verlenging van dien levensduur" te New- ork is, op grond vam de door heim ingestelde onderzoekingen, tot de overtuiging gekomen, dat ,vde Amerikanen als dwazen naar het graf hoUen, terwijl zij izich imet opwekkende middelen door het leven zweepen". Met op wekkende middelen bedoelt Fisk geen aHko- hol (welken h}j Ibescfhouwt als een verdoovend middel), maar zaken als tabak, koffie, thee, de bdoscoop, de telefoon, de schrijfmachine, het electrisch licht, de auto, diagibladen1 en tijdschriften, arbeidibesparende machines en honderden andere aangename maar de ge zondheid aantastende nieuwigheden en ont dekkingen der laatste halve eeuw. Indien, de menschen een paar eeuwen had den gehad om geleidelijk aan met ai deze zaken bekend te worden, zou dit met gema tigdheid zijn geschied en geen kwaad hebben gekund. Maar thans worden de oogen, ooren, zenu wen en de hersens overprikkeld door de on afgebroken herrie en roezemoezigheid van het leven. Daarvan zijh uitputting en nieuwe opwekkende middelen het gevolg, letgeen op den duur tot ineenstorting moet oiden1. De Amerikanen overwerken zich niet, maar zij denken te weinig, doen allee te over haast en zullen moeiten remmen, willen zij zioh niet storten In een toekomst van krank zinnigheid, zelfmoord en misbruik van ver- doovonde middelen, waarbij mannen en vrouwen ontijdig ten grave worden gerukt. Tochthent rtjdlng. Tócht I lkstaat er zooiet* al* tocht Ik leb een* een man, die bekend stond om xjjt) sterk gestel, zijn lichaamskracht en Uu eigenwijsheid, lioorun zeggen, dat er géén „tocht" bestond. Kr Instond alleen maar wind. Kn voor wind behoefde niemand bang te zijn. Maar op zekeren dag vatte hij „tocht en drie weken later was lilj dood. Kr zijn hooger of lager en d*n traohten die mus- at P beet te pukken, Dat doen ze «uk op dezelfde wijze ais se een mugje of vlindertje willen verschalken, Heuseh, ge umet daar een* op letten, want dat Ia oen aardig gezicht. En hebt ge de voedering van de Jongen wel een* gadegeslagen, terwijl ze tevens ue- alg warmt de jongen do edele vliegkunst te IserenV Ma ge daaraan n\i een* een kwartiertje of halfuurtje wilt bwtedto, zult ge dat, rustig in uw serretje gezeten, In uw tuintje van het voorjaar, dood op uw gemak du», kunnen waarnomen en daarvan gemeten. Mot hun altijd bibberende lijfje zitten de Jongen met hun nog geelachtig getinte sub velkanten, op de dakgoot, door moeder en vader musch gelokt van onder de dakpan nen. Nu begint het onderricht eeret reoht. De ouden vliegen van do dakgoot naar den boomtak in uw tuintje, telkens heen en weer, aanmoedigend do jongen en hen too nend hoe ze 't moeten aanloggen. Dat kar soms een heele poos duren vóór een hunnei den moed heeft de waaghalzerij te onderne men. Eindelijk gaat dat, zo heffen hun bib berend lidhaampje op, slaan hun vleugels uit en meer vallend dan vliegend, vallen ze op den boomtak, waar de ouden al klaar staan hun telgen op te vangen. Onvermoeid zijn de pogingen om het de jonge blaaskaken duidelijk te maken en je bewondert de volharding, die de oude mus schen ten toon spreiden om hun kroost te leer en op eigen wieken te gaan drijven. Nu en dan wordt de vliegles onderbroken met een vrij kwartiertje, waarin echter de ouden geen rust nemen, omdat ze de altijd, honger, honger!" schreeuwende telgen aan voedsel moeten helpen. Af en aan vliegen de ouden met een mug- Je, een larfje, een kruimpje en stoppen dat in de wijdgeopende muilen van die blbbr rende gedrochtjes, die schijnbaar lijden aan een niet te stillen eetbegeerte Aan den havenkant heb ik dat eens aar' dig gezien. Tegen een vlot was met de eb een dikke laag wier gestroomd, waarin een homp brood lag. Een musch, het was een zwartgebefte, dus een mannetje, vloog daar telkens heen en dan weer naar den kant, waar zoo'n bibbe rende nakomeling van hem zat. Het verwonderde pie, dnt bij niet een bek vulzcii, die geweldig tochtig zijn, Je kunt deur ataan, of I voelt het tochten door de kleren. Eerlij Taalkundige proeven. .Vertalingen van kleine Jan, die sedert eenlgen tijd Framsch. leert: Het beste Hotondsche woord voor: Res taurant: MaagibevredigkigBiinrJidbitin®. Het beste HolLairudedhe woord voor: Apo theker GezondheidB-berstelliingamiddeleni- vermengingsfcundige. 'n Vriendelijk Hottaudsdb woordje: De Koekenbakkerljschoorsteenwolkenroet- vlokkensmeerlapperlj waait door heit open raam tot op mijn schrijftafel. (Historisch). *n Ander Hoffilandsch woord: Noord-Amert- kaansch - Nederlandsche - ebbenhoutenpenne- messenheftenmakerlJ-Maatschappij.. Wie kent nOg 'm grooter? Een Engelschie dame vertoeft te Amster dam. en zoekt naar bet bekende Reisbureau „Oooik Son".op het Damrak, twee hul zen van bet bewuste (kantoor vraagt izij een AmsterdaimBche agent.: .Oobk end Son?..„ Koeg an Sao®.... aetgt de agent.... ,'ewell.Dan gaat u daar naar 't station»... de steesjonll jou-ed©.... ©n jou neetmt 'n kareltje 'n tilkfcet.11* oonli© twintig minnet» xnlt de tireen. En de dame deed hot «n ikwaöa terecht In .Koog aan d© Zaan!.... 'n Franschjman doet ©en boottochtje op bet Y ©n wordt door ©en gids ingelicht omtrent d© omgeving: Monsieur, c'eet Ie vfflle Zaandam. zegt hij, wijzend in d© verte. De Franackmam verstaat: aam-daam (ton* dames). Sans Dames?.... vraagt hij ongo- Loovig.Maar dat moet 'n dHendig leven wezen daar in 'n stad zonder vrouwen. Ik zou zoo graag willen leeren schaat senrijden zuchtte de jeugdige Betsy maar ik weet niet wien ik vragen zal om mij helpen. Vraag de Jonge Herman van den Bergh ried haar vriendin Cl ara. Och nee.... bekende Betsy.... die heeft het me verleden jaar al geleerd. Op het paspoorten-bureau. Ambtenaar: Kunt u ook bewijzen, dat de ze dame uw vrouw 1*? Heer: Bewijzen? neen, dat kan lk niet.Maar al* u m|j zoudt kunnen be wezen, dat ze het niet is, dan zou lk u 'n reuze kerel vinden. Mijnheer Kijf en Mevrouw Kijf leven zeer gelukkig. I er niet bij een raam of een deur itsan^ of je gezegd; de meeste hulzen zijn zoo, Tocht ie een noodwendig uitvloeisel van revolutie- mjuw. Kn daarom ga lk u een middel aan de itfid doon den toont te bestrijden. Een een voudig en een goedkoop middel. (Ie neemt twee of drie open-gevouwen punten, legt die precies op elkaar, en ruit ze zéér stijf op, zoodat ge een papleren stang rijgt van 8 ft 7 «M. dikte. Deze stang of rol wordt niet rljgstokeii kiiU'prleunl, - iedere huisvrouw weet wst ni'Ugsteken" zijn «ot de rol In 'r fatsoen te houden. Vervolgens newut ge een stuk doek Oumllg, gebloemd doek, dut harmonieert met de kleur van uw meubelen en tegen bib lijken prijs te koop ls); dit doet ge om uw utplerun stang been, terwijl ge er een smal en zoom aan Taat waar ge de punaise* door- ■teekt, wusnuoe ow tooiitrol langs de raanen en deurkieren bevestigd wordt. Hei openen van de deur of het op en neer schuiven van het ratum geschiedt onlmlom- meid, ondanks uw toohtrolleu, die, zoo ge aardige kleurenkiest, oen artistiek effect nuiken en decoratief doen. En den tocht houdt ge op deze manier uit uw vertrekken. Geneesmiddel tegen de pest. Gedurende de groote pest-opidemie te Marseille van 17201728 werd door een viertal misdadigere oen mengsel kruiden- azijn gebruikt om pestlijders in hun bed te kunnen vermoorden en daarna hun huizen uit te plunderen. Zij werden wegens deze vergrijpen ver oordeeld om levend verbrand te worden; om hun straf te verzachten vertelden zij echter het geheim van hun voorbehoedmiddel te gen de pest, waarna zij werden opgehan gen. De azijn werd gemaakt door in 8 liter goede azijn een handje der volgende krui' den te doen: kruizemunt, rosmarijn, absinth en lavendel; naar believen nog wat thym en een jeneverbes. Dit moest gedurende I dagen trekken in een gevernisten pot, daar na werden de kruiden uitgeknepen, wa kamfer bij de vloeistof gedaan en bewaard, in goed gesloten flesBchen. Het werd ge hruikt door er de slapen en neusvleugels mee te wrijven, en den mond mee te spoe len en voorts werd een erin gedrenkt spons je meegedragen. Men is het er nog niet over eens, of dit geneesmiddel in Marseille of in Toulouse ontdekt is, daar in een oude Mer cure de France (n.1. van November 1721) verteld wordt, dat de dieven in Toulouse terechtstonden. In deze stad heerschte n.1 in 1828—1080 en in 1681 een zware pest en in ijlen tUd rou d* «zUo uitgevonden zijn, Mevrouw Kijf: Zeg, weet Je wel, dat Je ln je slaaj) praat, Hendr I Hendrik? M dat Je me dlc paar onnoozele nog inl*guntl eer Kijf: 't zal er nog van kommen, le woorden ook Op de Soiree De echtgenoot van de dame, die op een fweat n' lied zingt tot een hardhoorenden heer:.en vindt u niet dat mijn vrouw een heerlijke item heeft?. Wat zegt IJ, mijnheer? lk vroeg: heeft mijn vrouw geen heer lijke stem?. Oclwieemt u mij niet kwalijk, maar die vrouw daar staat zoo hard te schreeuwen, dat Ik geen woord kan verstaan van wat u zegt. VlsMchem-latijn. Hengelaar:.lk kreeg beet hé en lk trok op,en lk had 'n vlaeh aan de haak zoo groot, dat-Ie me vierkant van do kaal trok. Dus je kreeg 'n nat pak, Inplauta van 'ii vim)li, - 'n nat pak?,Geen kweatle van, lk ben bovenop de vin gaan zitten en lk kon in"t de punt van m'n hengel niet een* meer bij 't water kommen. handigheid gesteld -^prdent, dat B. voor zich zelf de kring waarbinnen zich (het voorwerp bevindt steeds maakt! A. mag niet anders antwoorden dam: Ja of Nee!.... 'm Voorbeeld: B. 'beglint te vragen: Is het een levend wezen Neen. Ie het een voorwerp? Ja. Kan ik het te zien krijgen? Ja. Eiken dag? Neen. Aflieten oip bepaaflidle dagen? Ja. Is het hoer hm huis? Neen. Is het btamen HeDdér? Ja. Op straat? Neen. In een gebouw? Ja. In een openbaar gebouw? Ja. In een geboufw van Publieke Venmake- Hjteheid, ki schouWburg of zoo? Neen. Dus in eeni gebouw Den cBgejmeente nutte? Ja. Is het een Rijksgebouw? Neen. Een Geoneenitegebourw? Ja. I* het midden in de stad? - Ja. In het Gemeentehuis? Ja. Dus het voorwerp bevindt zich kn het Raadhuis? Ja. Ie het in de Raadszaal? Ja. Op de publieke tribune? Neen. Tussdhén d© Raadsleden? Neen. Is bet bij den Burgemeester? Ja. Is het Iets van zijn kleeren? Neen» Is het oimflsoheldelljk aan hem ver- bondien? Neen. Is het een sieraad? Neen. Een gebruiksvoorwerp Ja. Gebruikt de Burgemeester het alleen in de Raadszaal? Ja. Als er vergadering is? Ja. —Is het dan de Voorzittershamer? Dat is het.... Het in d© gedachte genomen voorwerp is dus: de Voorzittershamer van den Burge meester. Het zal ieder duidelijk zijn, dat on deze wijze de mogelijkheden onbegrensd zijn. De meerdere of mindere Ingewikkeldheid hamut af van den ouderdom van de aanwezigen. Voor kinderen bedenkt men andere dingen dan voor groote menschen. GEZELSCHAPSSPELEN. De vorige week beloofde ik u naast he spelen voor de film in eigien huis en ten genoegen van d© gasten of overig© huiJBge- iuooten, nog eenige andere minder bekende gezelschaips-vermaken te zullen opnoemen Hieronder volgt er eiene, waaraan even eens in een AimstenclJanieiche Damescourant kort geleden nog werd (herinnerd als aan een allervermakelijtost huiskamer-amusement. Er bestaat een spel, dat in verschillende streken (bekend is onder den iniaam „Ken j© 'm niet?".Hierbij wordt dan een bepaald persoon Ib.v. Napoleon, Sarah Beimhardt, FLadit je me maar of een ter plaatse bekende straatfiguur Speenhoff of Rabiindrauaaith Tagore 1'n de gedlachte genomen. Door hoe voorzichtige aanduidingen van dien kant der genlen, die den1 persoon in. de gedachte heb ben, moeten dan de overigen1 door het noemen van namen tot de oplossing komen. Een bijizondeT aardige variant nu op dl' spel is mogelijk door als titel te nemen: „K0n ie dat?" en dan d© mogelijkheid uit te breiden tot allerlei voorwerpen. Door middel vam vragen stellen moet men dan. langzaam komen tot het doel; b.v. A. bedenlH iets em vraagt aan B. en 0.: „Ken je dat?" B he Jt dan het reoht verklarende vragen moeten met zoodanige .oen en de,te en hoe Alex ook zocht in het gras en tueaohen de fltnudkeni, hij kon- haar nergen» vinden. Daar dtomd hij nu in1 rijn gewone daatgsdbe kleeren met taijln pantofïete aan en met een paar mooie witte vleugels op zijn rug. AVat, zal ik ©r gek uiteten!" dacht hH. „17/ou ik rnu ook wdrkebjk kunnen vlagen?» Hij nam een: aerJoopje, sprong ©en eindje op en ja', daar gibg hij omboog boven h©t grasveldje, het hek over ©n toen hooger ©- hooger in d© grijze lucht. ,„We©t je wat? Ik vlieg «wen naar d© sou, om te IkJjlken, wat ei aam hapert en waarom ïae miet lachen wil." En Alex vloog steeds hooger zonder moe te iworden, waant de too- verv'teugels droegen hem' vaaizellf. En na poos kwam hij bij het paleis van d© Zon, De tuin van het paMs stond vol bloeiende' witte roaen. Alles dacht: „Wacht ik zal ©f walt voor Moeder meenemlen." Maar toen hy ze -wikte plukken kwajn de tuinman hem zog. gen, dat hij eerst aian de Zou moest vragen of dat wed mocht. Alex stapt© nu hel poleis binnen. Eïn daar lag de Zon te 'luieren op een groot zacht wbl'henkussen. Maar o, wat trok ze een leelfijk gezicht In -weken had zo niet gelachen en niemand in heit paleis kon hwmr aan helt lachen maken. Toen Alex bin nenkwam, richtte ze zich wat op en keek hem aan. En toen1 ze hem zag staan in! zijn. gewone daagsch© pakje en aijn hiuïtrpantof- Ms en met die moofi© witte vleugels op zijn rug, toen barstte de Zou in Jachten uit Ze lachte en lachte em riep: (breng die dwaze jongen' weg, of ik lach me dood. Geef ben alles wat (fcüy vraagt, maer breng hem weg." En Alex ging em vroeg wat witte rozen, aan den tuinman van d© Zon. „Je kunt ze krij gen," zei <te tuinman. „Maar het geeft je jiictó, want als j© z© in j© hand ome© wil ne men door de lucht, rijn ze dood vóór je thuis bent." Alex begon haast te huilen van teleur- stelling. Maer toen kreeg hij ©en goed idee. HU gooide wat rozen over den tuinman beneden op de aarde, waait (hij dacht: „Mis schien valt er wel een in Moeder* tuin of dicht er bij." En toen vloog hij weer naar beneden. Dat ging nog gauwer dan omhoog- na een klein tijdje stoftd hij alweeT op het grasveldje. En daar was ook het teoverkoop- vroutwtj© ween Vóór Alex tijd had om een stap te doem, maakte het vrouwtje de vleu gels los, stopte ze lm haar mandje en ver dween. Maer d© Zon scheen vrootük. Alex holde de tuin door <xm te zien, of er ook een roos van de Zon ln gevallen *m. Ea ja, daar was er een. Een heel mooi© witte roos, vastgegroeid aan ©en rftruik. Aliex plukt© haaT en bracht haar vlug IMJ Moeder. O, wal was Moeder Wij imet <te :oo* en met de zonneschijn, ©n met haar kleinen Jon gen', die zoo goed de ibooze bul van do Zon verdreven had. Oplossing der vorig* raadsels. L De gestippelde lucifer» zijn weggenomen en verplaatst. of K*n paar wltt* vleugel». Een HpruUkJe. „Al* het mar muol weer wordt", oei de dokter; ,/uu je Moedor vimr button kan, don uU m wel ga>uiw beter worden." En Amutt laad moeite latuur tranen te be dwingen, want de lucht wa* al drie weken wng donker en bewolkt geweest en ie wlit luwet niet ineer hu# do sou er uit aag. „Kom, le veiling", troostte Moeder; „Het li ntete", net alsof Anitle giek ww*, inpaata van Moe- lor «elf, ,/De ion wd wel gauw weer aahjjnen en dan komen d,e -wtltte roaen uti lm den t/uiui eü dwn gwwu we bulten ttwe drinken, Dau l* alle* weer heeriljkt Kn Moeder kedk verlan gend naar de oiwenitrulken bulitou, die httn knonmn aoo *tüf getdotofi hielden, Den hie len tijd dat se alek gowoest vw, had se iuuu' witte roien vwbuigd, «war de ion wilde ntet door komon, o«i de knoppen te openen. „Ik wotu, dat ik de (knoppen maar open Kin «laikuu", sel Aiox. „0« «mar oen* don boelen tiulm irond kijken of er nog niet een knopje 1*, dat benut, mijn longen". Kn Alex gliug, Het ww* koud bultten, uuwt »oo koud al* lm den Winter, De hoornen mot iiiaar fijne po* nltgokiMuen bluadj«a ald- dtirdon lm den koudon wind, mot ad* men- Hhhon, die Ito gauw ln hum zoinorkHseiron on zonder jas naar bulten gaan. .Alex lound© tegen bot hek. Hij had geen enlkel barstend knopje gevonden em kon er niet toe komen, naar binnen te gaam en helt aan Moeder te vertellen. Al» 'hllj miaar ééai wM roosje of ankiex aardig bloempje had kunnen vinden oon Moeder te laten zien, dat de zomer toch kwam, dan zou het niet zoo erg geiweest zijn. En nog een» ging Alex langzaam den tuin door en keek naaT aflllle knoppen en zocht een bloeanpje im helt grasperk. Toen opeens, hoorde hiij een vreemd 'geluid, een hooge stem', dlie steeds hetzelfde riep. Alex keek om ZiiCh heen en zag iémand op zich af ko nten. Helt was een toover-toooptvrouwtje met een wijden mantel aan, een pumtamutsje op en een mandje op haaT ruig. Toen Alex goed luisterde, boord© hij wat ize ri«p: „Witte vleugels te koop. Wie Ikoopt ze?" „Witte vleugels'?" dachit Alex. „Zou Moe der niet een paar witte vleugels 'wilden heb ben Inplant» van witte rozen HH voedde ln zijn zakken of hij geld bH zich had em hij vond een dubbeltje. Zou hij daarvoor een paar vleugels kunnen Ikoopen? „Hoeveel kos ten die wliitte vleugel»?" vroeg hij' aan het oude koopvrouwtje. „Dtrle klaverblaadje» het paar", antwoordde ze. Nu, die waren gauw gevonden. Ze paklte er een paar uit haar mand em wilde Alex' dubbeltje niet aan ne mén, olmdat ze dat todhi irnlét gebruiken kon. Meteen maakte rij de vleugels op Alex' rug va*t en vóór hij tijd had om haar uit te leg gen, dat ze een geschenk voor izijn Moeder waren, Uep ze hord weg. Alex rende haar na om haar te vragen, de vleugels weer weg te nemen, maar ptottoling ww z* vsndwémiu II. Inval (im V *1). Goede oplossingen van bedde raadsel* ont vangen van: B. v. A.; E. O. A.; M. A.; G. W. H. B.; G. de B.; M. A. de B.; F. en M. B.; J. B.; E. B.J M. B.; O. U.; A. B.; K. B.; A. B.; O. C. T. O.; W. C.; 0.;D. D.; E. D.; E. N. D.; K. v. D.; F. D.; H. v. d. E.; L. E.; J. E.; M. E.; A. F.; D. G.; D. G.; S. v. G.; W. O.; L. G.; M. G.; J. H.; 8. H.; A. en R. v. H.; R. v. H.; M. de H.: H. H.: 0. do H.; A. 8. W. H.; C. J.; J. J.; 13. H. K.; N. K.; A. k.; M. de K.; L. K.; II. v. d. Ku C. K.; A. m W. K.; K.; J. H, K.; de u; F. A. J. L.; J, M. M. M.; 0. v. M.; D. M,; J. M.i T. v, d. M.j A. M.; J. Md A. M.; Q. N.; (J, Nj I». N.; M. N.; U. V.\ H. end. Y.\ T. G. v. P.i J. P.| J. de R.; H. R.; R. li; H. J. de R.;F. G. A. 0. K.; W. lt.| K, R.J M. R.; M. 0. v. d. 8.; J. G. 8.; T. 8.; N. 8.; J. D. 8.: G. 8.: R. 8.; M. 8.; I). 8.; A. v. 8.; N. en II, T.; II. v. V,; F. V.; D. V.; J. O. V.iL. J. V.; F. V.j G. V.; 0. V,; J, V,; W. W,; B. W,; M. de W,; P. A. v, W.; J. 'L,\ Ai Z.; E, de 'L. NIEUWE RA AD* EU I. Binnen «on vierkante «Mh*dulng «tost een Hul* met tien vrudhBb«umon, Do elke* mier, een bljzomU-r powoon, maakte twloment, waarin (IUj ilwvnl, dat het lm li 'inoeirt worden bewoond door xlln vijf «walt maar het land moest tuatohen lien votde"'» worden en «Ik moeat een «tuk krllgeBJ*" gelijke grootte en vo«n, terwijl o <41Jt «rttok twee der 10 vruchtboomen moest "Iilsr ds Uxkuning van het hul* nwt bommen. Ingezonden door Gr. V. Het geheel is een spreekwoord, dat rden of uit 11 woorden of 87 letter* bestaalt. 18 20 20 22 7 1» een (boom. 8 14 0 24 1» een getal. 11 2 18 84 86 86 26 ifl een klein dorp. 9 10 18 21 12 28 (betoekent hetzelfde ah» 1 26 4 5 ds ©en drank. 88 28 19 8 i» een trnét toornen (beplante weg- 15 82 87 dient om te viwehen. 81 17 80 een boom. 27 0 23lseen - AH» lk zing, krijg lk altUd' mVtjtoJJ In ml1«' oogen. Wat moet lk daaraan doervr wetje* in J« ooren stoppan. LSZ Café-Chcmtant zingende koffie. Koffiehuis Gafé .Miaieooa. IHVl Dr. Brensa. lampen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 12