E Abdijsiroop Verzorgt—w dadelijk dien hoest Derde Blad. VAN ZATERDAG 15 APRIL 1922. Paschen- ■rapfl Is en blijft nog het meest ge vraagde merk. NEEMT PROEF <*MD Wleringen. HET LEVEN IN DE HOOFDSTAD. Zouden de vele nawinters nu. eindelijk; tot het verleden Ibehooren, -zucht menigeen, die een (maand- géleden reeds dacht-, dat net milde jaargetijde in den strijd tegen kojude en vorst de overwinning had behaald. Zouden wij nu eindelijk (boven Jan zijn en we dus al zij het dan ook geen groene, toch op een vriendelijk, door zonlicht verlevendigd Pa- schen mogen hopen. Zouden ve nu werkelijk uit den winterslaap zajn opgestaan en het nieuwe pakje durven aantrekken, dat niet meer verkreukeld zal worden door een 'goed gedragen winterjas. Het is misschien beel burgerlijk of nog enger o, neen, erger kan het niet met deze dagen het nieuwe ook in Meeding te eeren, maar er steekt toch wel symboliek in. Want ook het geestelijk kleed ibehooren wij te hebben afgelegd en we hébben een nieuw aangetrokken, dat wat anders van kleur, wat anders van snit en mogelijk ook van kwaliteit ia Het zal er over een tijdje wel net zoo uitzien als ons hiuidig pakje, goed gedragen door niets meer in hét oog vallend. Het ia de wet van gaan en komen, van groei en en afsterven, van het bereiken der idealen en het verslijten daarvan. En toch blijft ook nog het Idealistische onder ons leven. Gélukkig maar. Al zijn teleurstellingen ook vaak ons deel geweest, de hoop op (beter een hoop vaak samen vallende met symbolieke tijdstippen of data blijft leven. Wij houden er den moed maar in, en als een zekere gebeurtenis, een zeker tijdstip niet aan onze verwachtingen heeft beant woord, rekenen wij er steeds op, dat het beter zal gaan voor het vervolg. De weemoedige onder ons zal misschien denken aan De Ge- nestet's „Haantje van den' toren", „de jonge vrouw", „De.lieve Levenslust", die altyd maar hioopte op de 'genezing, die dé Mei zou bren gen, totdat op een warmen Julidag vol zonne glans en geur zij grafwaarts werd gedragen. Maar daartegenover mogen wij stellen, dat toch niet alle verwachtingen schipbreuk lij den. Wanneer de hoop op verbetering op al lerlei gebied werd gedood, zou de aarde toch een troostloos schrikaanjagend martejoord zijn. Om ite Mijven bij' het zuiver maatschappe lijk leven zijn 't de niet met eenig fortuin ge- zegenden voot den oorlog dus de werklie den, die het meest hoopten op een wijziging in de toestanden, waardoor zij meer van het leven zouden kunnen genieten. Voor velen veln hen b.v. dé bouwvakarbeiders heb ben ook werkelijk de paaschklokken geluld, zij hebben het nieuwe pakje vain hloog loon en korten arbeidsduur gedragen. Het oos- tuum, paste hen, het zat hen prettig, maar de natuur staat in aardsche dingen nu eenmaa' geen eeuwig leven toe. Het ooatuum is ver fonfaaid, glimt op de naden, is versleten. De omstandigheden eischen, dat zij het nu met een goedkooper stofje zullen moeten doen, de tre geering, denkende aan het spreekwoord van dén zachten geneesheer, enz., heeft hen dit bruut laten gevoelen. Het Dag. Bestuur van Amsterdam had een boutwpremie aange vraagd voor den bouw van 2000 woningen, maar de Regeering wilde deze alleen toestaan wanneer de loonen der bouwvakarbeiders niet meer bedroegen dan 45 peT week. Dat wordt een moeilijk 'geval. Woningen moeten er komen. Koste wat het kost. De oneven redig hooge loonen onevenredig tegenover andere hoofd- eni handarbeiders zij een der oorzaken van den woningnood. (Maar zeer moeilijk is het in deze dagen ook voor den nogal in gelukkige omstandigheden werken de, om thans plotseling 25% van zijn loOn te laten vallen. Men heeft er zijn leven een maal op ingericht. We ik etel me nu eens in de plaats van de bouwvakarbeider» wy voélen ons niet meer thuis in het grove, harde, 'katoenen confectiepakje. We bewegen ons nu eenmaal anders dan toen we gewoon waren dat te dragen. Het zou natuurlijk ge heel anders zijn als de levensstandaard zijn daling had gecontinueerd. Doch ln den aller- iaf/;slen tijd is juist het tegendeel het geval, wijl juist verschillende en goede levensmid delen door welke redenen dan ook van de maridt zijn afgevoerd. Het is moeilijk, hoogst moeilijk voor de betrokkenen om de pil, die zoo bitter is, die zonder een schijnt je 'ver guldsel wordt aangeboden, door te slikken maar alles moet de laagte im, dé loonen,' winstmarges of hoe men het noemen wil zeker in de eerste plaats. Maar daarbij moet er billijkheid en rechtvaardigheid worden betracht. Niet alleen moet van bovenaf wor den begonnen, maar de Staat moet zelf het voorbeeld geven door zijn hoogste gesala- riéerden in de eersite plaats op rantsoen te stellen en het groote kapitaal ln de tweede plaats te treffen. Vervolgens mee te werken, neen krachtig in te grijpen tot verlaging van den levensstandaard en geen indirecte be lastingen te brengen of te verhoogeu op le- veim- of verbruLksartikeien, onverschillig of de Staat het gébruik hiervan nuttig of noodlg oordeelt, dat moet men aan die menschen zelf overlaten. Goede, zuivere, democratische maatregelen zouden slechts onder de plutocratie, de op- financieel gebied upper-ten ontstemmingen het volk zou er baat bij vinden, wamt als alle overmatige winstmarges zouden zijn uitgeroeid, zouden normale en dus gelukkige toestanden we- derkeeren. Ook vooral voor den Middenstand zouden die een zegen zijn, want de Middendstand is feitelijk het heele volk minus de bovenste en onderste ruimte. Wanneer men maar zoo lo gisch wi'1 aijn onder Middenstand diegenen te verstaan, die door arbeid geestelijk of lichamelijk in hun onderhoud voorzien, niet van hun kapitaal leven en het grootste' deel van het jaar in Nizza of elders slijten, maar evenmin èf armlastig zijn óf zulke onproduc tieve arbeid leveren, dat deze niet voldoende in hun levensonderhoud voorziet. Met dat woord Middenstand wordt al heel wat gescharreld. Gegoocheld. We hebben nu weer gelezen, dat er opeens een Neutraal Wok aller Middenstanders bestaat. Zoo uit de gims Vrij Sdllid^ST °°w heeT Weis3> ons heer Weiss verdient daarmee ^standbeeld. Waht waar tot den Mklden- de hurgeriï behoort en dusNeutraai géwordén is, behooren alle P0,^6^11 «n anderen aard tot fmasriÏÏ^WH ?°0n *r00t «n heerlijk paascbei had zelfs de meeste optimistische Amsterdammer niet durven dxoomen, maar misschien heeft hij het odk wel gedaan en ra,™ ervaren, dat dxoomen bedrog is. Middenstanders, dat is maar een naam. Er is wel eens beweerd, dat de zg. Midden stand in de oorlogsjaren het felst stond te genover den middenstand. Zij, die zich bijna u-te.uitend Middenstanders noemen, zijn in hoofdzaak winkeliers. Zij dienen dus winke- lu'«belangen en het is volkomen rationeel, dat de2ie lijnrecht kunnen kcwnen te staan tegenvoer die van den middenstander, die geen eigen zaken voert of tenminste geen winkel heeft. Nu zal ik de allerlaatst© zijn om den winkelstand, wiens leden ik als in 't alge meen hoogst energiek inititief bezittende en nuttige medeburgers beschouw, 't recht te ont zeggen zijn belangen te verdedigen en zich ■te organiseeren. Maar ik betreur het al sinds jaren, dat dit geschiedt onder valsche vlag. Politieke organisatie van Winkeliers is al even moeilijk als van schoenmakers, onder wijzers, handelsreizigers, of wat dan ook. Het „vak" verdringt den mensch, het inzicht en de overtuiging nog niet. Voor de oprichting van den Vrijheidsbond hadden we in Amsterdam een Middenstands bond, waartoe behoorden winkeliers, vergun ninghouders en eenige personen in die orga nisaties werkzaam. In de Kamer brachten zij den heer Abraham Staalman, rechtskundig adviseur van dé Vereeniging „Vergunning". In de Provinciale Staten den heer Ohr. van der Velde, en hoewel deze heer, de bekende goudsmid uit de Kalverstraat, een bij uitstek sympathieke Amsterdammer is, was zijn ver kiezing toch voor zeer velen, die op de Middenstandélijst gestemd hadden, een ver- gissiingi. Want er waren meer fltemimien uit gebracht op den voorzitter van „Vergun ning1", den heer Ris, doch op nummer 1 van dé Qjst (v. d. Velde) stemden de winkeliers buiten Amsterdam. De heer Van der Velde is buiten en behalve winkelier ook mensch, houdt er dus een overtuiging op ma en is Christélijk-iHistorisch. In de Staten ging hij een mensch blijfft toch maar een imenseh bij' de rechterzijde zitten, maar mén bracht hem aan t verstand, dat dit niet ginjg en sindsdien zit hij heelemaal alleen Bij het oprichten van den Vrijheidsbond g de Middenstandspartij en bloc tot den rrijheidsibomd over. Maar ik behoef, om maar bij dit voorbeeld te blijven, er miet eens op te wijzen, dat dé heer Van dér Velde zich nooit zal beschouwen als te behoorep tot den Vrijheidsbond of op die 'lijst zal stemmen Dan zijn de katholieken onder d© Amster- damsche winkeliers sterk vertegenwoordigd zoodat men feitelijk zeggen kan, dat de poli tieke organisatie der Amsterdamsche winke liers (zjg. Middenstandspartij) in naam is opgelost ln den Vrijheidsbond, doch inder daad is uiteengespat. Er bestond en bestaat in Amsterdam echter een clubje, dat van dé omstandigheden eenigszins partij heeft weten te trekken, dat is de z.g. Amisterdaimische neutrale partij. Toen de heer Henri ter Hall, optredende als vertegenwoordiger van de artisten en met steuui vam velen, die, hetzij in dé Kunst, hetzj Ln hét Amusementsbedrijf hun bestaan vin dien, zoo gelukkig was geweest, een Kamer' zetel te bemachtigen, wekte dat voorbéék navolging. Voorgelicht dioor eenige ex-pro p'agandisten vain dén heer Ter Hall, richtte de heer Weiss (een Améterdamisch koopman van Duitsch Hon'gaarsche origine, hij is n.1 geboren te Posseny, in het Duitsch Press- burg, dat thans tot Oostenrijk behoort) een zuivere amuseménitspartij op (artisten, direc teuren, musici), die hij de Amsterdamschf Neutrale Partij noemde, eeh imitatie vain de neutrale partij Ter Hall. Toch was er nog een reusachtig verschil tusschien beid© orga nisaties. Bij de Ter Hall partij hadden nog ledenvergaderingen plaats, traden figuren van Ibeteekenis op dén voorgrond, werden de caindldaten in elk géval op één ledenvergade ring gestéld. Bij de Weiss party zijn echiter nimmer oandidaten op een ledenvergadering gesteld; daar was het de heier Wéiss, die met zijn bestuursleden alles regelde. Dat bestuur bestaat nog altyd uit menschen uit de Too neeiwereld: drie theaterdirecteuren, waarvan een een verdienstéiyk komiek is, een tooneel- speler, die ook geen kribbebyter mag ge noemd worden, een notaris en een acteur, die zich voor vele artisiténjiubilea verdienste- ïyfc hebben gemaakt en de directeur van het Bureau voor Auteursrechten. Tot den staf der party behooren verdér een redacteur van een geïllustreerd blad, een verdienstéiyk musicus en revuecomponist, een advocaat aan een bekende Theaterdirectie geparenteerd on een variétékomiek van sterk gep renon ceerden Israëlitischrn -huize. Het verband met den winkelstand moet dus nog gezocht worden. Maar d© heer Weiss, die een goed en handig koopman is, begreep, dat hij er met zyn artisten niet kou komen en liet na de oprichting van den Vrijheidsbond dé winke liers afcolporteeren. Het waren meest de kleine winkeliers, waarby de colporteurs hel méést succes hadden. Van politiek wisten zdj niet veel af, maar de heer Wélss zou hun belangen ln den Raad verdedigen en voor 1.— in het jaar was dit niét te veel. Enfin, men begrijpt, hoe dat gegaan is en dat deze party thans een tameQjfc aantal lieden telt. Dat detZen zich van de party niets aantrok ken, doet niéts ter zake. Van den Raad naar den Kamer 11 n"y a qu'un pas, maar daarvoor moest de plaatselijke organisatie even in een landelgke organisatie worden omgezet. Ben paar advocaten ver leenden hiertoe, al zg het dan ook onder dé roos, hun medewerking. Een clubje uit Oud- Sloten, de familie Dellebarre met familie en kennissen, die zich Middenstandsparty Oud- Sloten noemde en bg de jongste raadsver kiezing zoo ongeveer 25 stemmen op haar lijst vereenigden, werd met de A. en P. ver bonden en het „Neutraal bloc aller Midden standers" was er. Misschien is er ma. dien tijd nog wel een olubje of vereeniging bijgekomen en anders aal dit wél geschieden na het manifest, dat Sancta Simplicitas! door de heele pers werd gepubliceerd en dat alleen door den heer A. Weiss was onderteekend. Eerst had men gedacht den heer Manasse, ex-vrijli.be- raal raadslid van Amsterdam, die zijn zetel eenige re tgd geledén voor een mooien, maar blijkbaar tijdelijk en werkkring im Roemenië prijs gaf, als reclamepaardje voor deze poli- tiek-neuteale onderneming te laten loopen, maar het paardje kende te goed het klappen Ingezonden mededeellns. maf hé dijmoplonende middel.daf IJ er ineen paar dagen van af kan helpen Neem nu, van daag nog de Elk uur uifafel kan de aandoening noodelooa verergeren en rekken van de zweep en 'besloot, na het „Neutrale bloc aller Middenstanders" in al zijn uitge strektheid te hébben ovemzien, toch, maar liever evenals de andere oud-vrgliberalen, zich bg den Vrijheidsbond te laten inlijven. En toch blijft ook nog het idealistische onder ons leven als wij belamg stellen in toekomst van land en hoofdstad. Gelukkig maar. Al zijn teleumsteHingén ook vaak ons deel geweest, de hoop op beter een hoop vaak samenvallend mét symboliek© tydstip- pen of data blijft bestaan. Prettige Paaschdagen! WAT DE KRANTEN ZEGGEN. Een Landbouwraad. De landbouwkundige medewerker van het ,N- v. d. D." betoogt, dat tusschen Parle ment en Departement een orgaan moet staan, waar al de kwesties te zaaien kwamen; er moest zyn een Landbouwraad. We hebben reeds voor twee jaar de stichting van een Landbouwraad krachtig verdedigd, maar merkwaardig, is de totstandkoming van zoo'n Raad met alle macht tegengewerkt door eenige voormannen in den landbouw, die zagen aankomen, dat hun invloed zou gaan tanen.. Toch zal de Landbouwraad er wel "ko men. Intusschen is het wel opmerkeHjk, dat een handje-vol menschen een zoo nuttige zaak als een Landbouwraad kunnen tegenhouden. Dat wyst er op, dat onze landbouworganisa tie nog lang niet gezond is. Het meest frap pante is wel dat men de landbouwers zelf over de kwestie niet hoort. De boeren héb ben er nooit een uitspraak over kunnen doen, omdat het nooit in de afzonderiyke organisaties is ter sprake gekomen. Men houdt de boeren maar dom, trouwens niet al leen wat dit punt betreft. Alle kwesties, die deze en de vorige week in de Tweede Kamer aan de orde zyn ge weest, hadden met oneindig meer succes in oen Landbouwraad kunnen besproken zyn Diaar hooren ze thuis, niet in het Parle ment, omdat de groote meerderheid der Ka merleden niet voldoende landbouwkundig is onderlegd. In een Landbouwraad doet men ook de zaken óf; dat gaat niet in de Tweede Ka mer. Er komt nog by, dat men in 't Parle ment geen tijd heeft de verschillende vraag stukken alzydig te bespreken. Van 't bestu- deeren der kwesties is natuuriyk in 't geheel geen sprake. Zóó is 't onvruchtbaar werken. De splitsing in de R.K. Staats party, Naar aanleiding van de oprichting een er nieuwe katholieke party spreekt „De Tyd" de vurige hoop uit, dat het katholieke volk voor het ergste, den klassenstryd in de ka tholieke rangen, zal worden behoed. Het is immers nog lang niet zoover, dat een be paalde maatschappeiyke stand aan de eene, en een andere aan de overzyde der (barrikade elkander bevechten. Wanneer 't ons alleen om de overwinning in dén komenden verkiezingsstrijd ware ite doen zouden wy dezen loop van zaken zon der te groote ongerustheid kunnen aan schouwen, zoo gaat „De Tyd" voort. Immers er dreigde gevaar, dat vele onte vredenen hun stem zouden uitbrengen op niet katholieke ïysten en verlies stond te vreezen: naar rechts en naar links.. Dit ge vaar is nu vermoedeiyk geweken, bmdat de arbeiders, juist door de uitgeoefende critiek gestyfd worden in hun overtuiging, dat de belangen der eoonomisch-zwakken volkomen veilig zijn in de R. K. Staatsparty. En an derzjjds zullen de ontevredenen, hun avon tuur wagend, tenminste kunnen stemmen op een Roomsche lijst om daarna spoedig van hun illusie te bekomen.Hoe paradoxaal het ook moge klinken, dank rij de scheuring ln de Belgische party, hebben de Katho Precedent gesteld van hoogst bedenke- hjke strekking. ilet hek ia'dan van den dam; nu eens zal de eene, dan -weer de andere greep in dole antie gaan en beurtelings zal bij verschillen de parijjen aansluiting worden gezccht Wat noh thans in roomach-katholieken kring afspeelt, kan ons niet onverschillig zijn, maar heeft voor de ontwikkeling van alle Christelijke partyen beteekenis. Ten slotte spreekt het blad den wensch uit, dat ernstig beraad de dissenters moge behoeden voor stappen, die met zich moe ten brengen heillooze gevolgen, -wélke zij al lerminst oegeerett. Het aanstaand pokkengevaiar. Naar -wij vernemen, zoo schrijft; in Vox Medicorum G. A. P. heeft de Minister thans, zulks in antwoord op een request der Neder- iandsche Schoolartsen, medegedeeld, dat bg de a.s. wyziging in de Wet op besmettelijke ziekten voorzichtig rekening zal gehouden worden met de gemoedsbezwaren. Dit beteekent dus, dat men eveneens van plan is, voorzichtig de pokken weer in ons vrije vaderland toe te laten. De pokken één der vroegere geesels van het menschdom die de bevolking soms kon decimeeren en dank zg de vaccinatie, tot heden, practisch gesproken, niet meer voorkomt, wordt weer, voorzichtig zonder pas visum ons land binnengeloodst. Door gemoedsbezwaren' (l) van weinigen wordt de overgroot» rest der bevolking bloot gesteld aan het pokkengevaar, met al den aankleve van dien (verplichte isoleering van de gezinnen en alle personen, die met een pokkeniyder in aanraking zyn geweest, enz. enz.). De Minister, die met deze wyziging een groot© verantwoordeiykheid op zich laadt, zal dan tevens een wetteiyke regeling moe ten treffen voor de vele gemeenten, die niet over voldoende isolatiehuizen (beschikken. Thans geldt voor alle geneeskundigen de menschen dus, die de portee van deze ridiculiseering van gemoedsbezwaren! het best kunnen beseffen dat het hun plicht ls, hun „verdammt© Pflidht und Schuldlg- keit", zooveel mogelijk te ageeren tegen de zen aanslag op onze volksgezondheid, opdat zy althans in latere jaren onschuldig zijn aan de pokken en de vele, door de pokken fesehonden aangezichten van herstelde pok- en-paidënten hun. niet steeds verwijtend zullen aanzien. ï-:>r.r - Ingezonden meöedeelte». INGEZONDEN. Heken aldaar negen kamerzetels meer dan ■Pi rki Katholiek in de eerste plaats moet te doen by een vorige verkiezing gewonnen.toch moeten wy opmerken, dat het den waren zijn om het doorwerken van de KathoUeke beginselen in Staat en Maatschappy. En de ze afscheiding, zelfs al brengt zy enkele stemmen meer, is een doelbewuste aanslag op het beginsel onzer christeHjke soUdaritelt. Als zoodanig (blijft deze 'beslissing hoogst betreurenswaardig. De beteekenis van de Van Cranenburgh- actie, wordt ook door ons niet onderschat, zegt JDe (a.-r.) Rotterdammer.*' Soms wordt de meening vernomen, dat on gerustheid niet op haar plaats is, daar ook, indien de opposanten tot candidaatstelling overgaat, de gekozenen zich toch weer bij de roomsch-kathoUeke Kamerclub zullen voegen en de rechterzyde versterken. In plaats van verzwakking verwachten en- celen versterking van de roomsch-katholieke fractie, doordien by dergelijk gescheiden optrekken elementen worden bereikt, die an ders moeiiyk zouden zijn te trekken. In hooge mate gevaarlijk schijnt het blad die redeneering. Veel beter kunnen wij ons aansluiten1 by de meening van hen, die in het doorzetten van de actie-Van Oranentourgh het begin van iet einde zien. Gaan thans de ontevredenen over tot het voeren eener zelfstandige electorale cam- ie met eigen candidaten (daartoe is te t besloten Red.) dan is daarmee De politiek laat ik zwemmen, zegt WT. R, Zits in zyn ingezonden stukje ln de Helder- sche Courant van Dinsdag 11 April. April en elf. Ja, men moet tegenwoordig voorzichtig wezen met de (beetnemerigheid. Op 1 April zyn wij er al zoo'n beetje tegen gewapend, maar nu die twee eenen naas' elkaar?. De politiek laat lk zwemmen, maar rie u, de christeiykheid komt in het gedrang, en de heer Zits is biyikbaar nog in de mee ning, dat christeUjlkheid nog iets anders is dan politiek. Petroleum by voorbeeld schynt hem een vreemd woord te zijn, heelemaal niet in ver band staande met Christelijkheid of met po- Utiek, wat hetzelfde is. Of hy byvoorbeelt ook niet van een vlootwet, een christeiyke vlootwet of politiek christelijke vlootwet heeft gehoord? Politiek christéiy'k of christeiyik politiek, zoek maar uit lezer, het is niet meer te onderscheiden van elkaar; en waar de heer Zits de politiek wil laten zwemmen, daar heeft hy ze juist prachtig ineen gevlochten zooals het een goed politiek christen betaamt De benoeming waar hy het over heeft, is niet naar christeiyken kant uitgevallen Ik weet niet of dit christeiyk misschien roomsch moet heeten, ook weet ik niet of de door B. en W. aanbevolene niet christe- Hjk is, of ook niet terzake kundig, maar my dunkt de aanbeveUng van den persoon die de heer Zits zoo goed kent, riekt nogal naar christeiykheid of te wel politiek. De poging om het te doen voorkomen, alsof de heer Zits geen poUtiék bedoelt, is dan ook m. i wel mislukt, en de stemming die hy tracht te maken in zijn stukje spreekt boekdeelen van zyn politiek christeiyke geestesgesteldheid. Mynheer de redacteur, voor de plaatsing van het bovenstaande geUeve u den dank te aanvaarden, van J. VAN DE POLE. Dinsdag sprak oud-Minister Bijleveld in „Casino". Zij, die slechts een ondeelbaar marinepersoneel voor oogen hébben, waren mede naar „Casino" getrokken om te hooren in welke nieuwe banen deze sympathieke figuiur van een oud-excellentie onze marine zou brengen. Ieder heeft in ons land verstand van marinezaken., doch met dat al is er een marine, die ons dik 50 miljoen gulden kost /.onder dat er iets ls. Hieraan heeft Minister Bijleveld ook niets kunnen veranderen! Doch het was niet onmogeMjk, zoo dachten we, dat hij nu iets nieuws zou komen zeggen, edoch wat rijn we bitter teleurgesteld. Het was sleohts propaganda voor het christelijk ma rinepersoneel. Dat is natuurlijk zyn zaak, maar het feit is er dus, dat we 'gedacht hadden iets anders te hooren dan de conclusie: „Op zeer merkwaardige wyze is ook onze marine door God geplaatst in de schommelingen van dezen tyd." Het snydt een mensch door zyn ziel, zoo den naam Gods te hooren mis bruiken, doch ook dat is 's heeren Bijleveld's zaak. Waar we speciaal op willen wijzen, is dit hoewel op heel veel dingen, die deze myn heer omtrent het personeel gezegd heeft, nogal wat is af te dingen en dat doet de deur dicht: Jbflj het overheidspersoneel (be doeld wordt burgerlijk) is het standpunt om geestesstroomingen van het georganiseerd overleg uit te sluiten reeds lang overwonnen". Grooter leugen is in dit verband en op deze vergadering wel niet denkbaar. Iemand, die in zoo'n vergadering als Dins dag plaats had het woord voert, waarby bid den en het oplezen van bijbelteksten schering en inslag waren, die durft beweren, dat „znj (de christenen) leven uit hun beginsel" enz„ enz. had niet zoo'n pertinente leugen mogen débiteeren als hy hier deed. Immers by de interpellatie van den heer Wijnkoop op 23 Febr. jJ. in de Tweede Ka mer, vroeg deze om de organisatie van com munistisch spoorwegpersoneel, sterk 3000 man, ook in het georg. overleg te 'betrekken., en toen zeide Min. König, dat, indien men hiertoe overging, men feitelijk elke kleine organisatie van personeel moest opnemen in Dros' Advocaat dat overleg. Is dit omldat het communisten geldt? Hébben die geen levens- of wereldbe schouwingen? Zoo draait het Christelijk mi nisterie, waarvan Minister Bijleveld ook eens deel uitmaakte, naar alle kanten en meent dan de menschen te bunnen wijsmaken, dat er in het georganiseerd overleg een regeeringB- 8tandpunt is op eerlijken grondslag. Hoewel op hét zeer handige speech je van Ds. Waraers ook nog wél wat zou te zeggen zijn, ai was het alleen maar om in déze zui vere propaganda de sympathie, die minister Bijleveld ongetwijfeld heeft genoten, uit te spelen teneinde op deze wijze die propaganda goed te doen slagen, zuilen we hiermede vol staan, omdat die eene groote leugen genoeg is om gesignaleerd te worden. Het niet toestaan van „gedachten wisselen" of „vragen stellen", op bovengenoemde ■ver gadering, is oorzaak van deze publicatie. U vriendelijk dankend voor de plaatsing, J. H. DE NIJ8. Heeft de Jeugd altyd ongelijk? Als het verwelkte blad van den vorlgen herfst nog onder de boomen ligt, dan ont spruit weer een nieuw bladerengeslacht en het verdorde loof wordt vertreden door wie komen om het nieuwe geslacht te bewonde ren. Zoo ook gaat het met de menschen en die gedachte heeft Fortunatus, de levens- wyze die in „Neue Bahnen" schrijft, bezield tot zyn artikel „Die Jungen und die Alten''. Wie niet zoo verstandig is, er tydig tus schen uit te gaan naar een betere wereld zal, zegt hij, op een dag tot de ontdekking komen, dat de wereld niet meer zoo kleu rig en zoo schoon is, als voorheen. De men schen, die thans op de wereld leven, schy- non hem niet meer zoo flink, zoo vol lust in het werk, zoo offervaardig als in tyd. Hy gelooft, dat ze aanmatigen der, in- haliger, onbarmhartiger, en waanwijzer sijn, dan die uit „zyn' 'jaren. De menschen van heden, de jongen hebben altyd geHjk, zoo als hy en zyn tijdgenooten het eens heb ben gehad. En de eenige Behralo troost die den ouden waarnemer van het heden blijft is, dat er een tyd zal aanbreken, dat de jeugd, die thans geiyk heeft, het veld zal moeten ruimen voor een weer jonger ge slacht, dat dan geiyk zal hebben. De ouden maakten wetten, waaraan de jongen zich ergeren, de jeugd maakte revolutie, waar aan de ouden zich ergeren. Houdt je maar kalm in beide kampen, ouden en jongen, raadt Fortunatus aan. Het is heelmaal geen eer jong te zyn, geen schande, het niet meer te zyn. Wat je als mensch waard bent, hangt heelemaal niet af *an het tydstip van geboorte. Wie geen kerel is, wordt dat niet, al noemt hy zyn firma ook „exprissionist", of man van de arbeidsschool", en wie goed zyn best heeft gedaan in de „leerschool" behoeft niet met schouderophalende minachting neer te zien op hen, die op andere wyze het doel willen bereiken. Hy behoeft niet met Hebbels „Meister Anton" te zeggen: ,Jk begryp de wereld niet meer". Iedere tyd heeft zyn eigen geest, zijn eigen idealen, eigen schoon heden, zijn byzondere kracht, maar ook zyn byzondere zwakheid. Vuur kan slechts wor den aangestoken door vuur, en het goede nieuwe kan slechts opgebouwd worden op stevlgen grondslag van het oude. Laat de jongeren gerust hun huis opbouwen met een gevel in anderen styi, het zal toch rus ten op fundamenten, die de ouden gebouwd hebben. En ais de ouden eerbied willen voor hetgeen zijn gedaan hebben, laten ze dan de jeugd het vertrouwen schenken, waar om ze vraagt. Dit wenacht Fortunatus ten aanzien van de school, van opvoeding en onderwyg. UIT DEN OMTREK. Texel, 14 April. Alhier is, oud 52 jaar, overleden de heer Fl. Dekker, lid van den Gemeenteraad. Da heer D. was candidaat gesteld door een groep van kiezers, en de ïyst bevatte geen andere namen, zoodat het beginsel van den overledene voor de vervulling van de vaca ture niet gehandhaafd kan worden. De heer D. was by geen enkele partij aan gesloten en noemde zich een wilde. Voor rekening van het Ryk wordt een nieuwe behaide weg aangelegd naar den Elerlandechen vuurtoren in verbinding met het wegennet over het eiland. De«ze weg zal biyken een groote verbetering te zyn. Oudeschlld, 14 April. Deze week werden van hier verzonden 58 koeien, 5 stieren, 60 nuchtere kalveren, 10 vette kalveren, 75 schapen, 16 lammeren, 87 varkens en 3 paarden. Anna-Paulowno. Volgens de nieiuwe (kiezerslijst (bedraagt hier het aantal kiezers voor de Tweede Ka mer 2068 (stemdistrict I 860, kiistr. H 794, distr. IIÏ 424); Frov. Staten 2059 (diste. I 847, distr. n 794, distr. IH 424); Gemeenteraad 1987 (distr. I 821, diétr. H 763, distr. IH 408). Callantsoog. De heer A. de Heer alhier heeft wegens aanstaand vertrek naar Schagen ontslag in gediend als lid van den gemeenteraad. Als zyn opvolger stond op de ïyst der Vrijz. De mocraten de heer J. O. van der Plas, die echter als lid der Vrijz. Dem. Kiesvereenl- ging alhier heeft, bedankt Neemt de heer van der Plas geen zitting, dan is aan de beurt de heer W. Govers, die voorheen tal van jaren gemeenteraadslid en wethouder is geweest Als groote 'bijzonderheid dlene vermelding, dat een Indische loopeend van den heer J. C. Kooy te Dam alhier in zijn byzijn 2 eieren legde. Van de le was de schaal geheel zwart en no. 9 was «en gewon» witte ■nimi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 9