Jjzr IUD ROEST BA BRKLUIJBT JK OVER MODE. IffllNvrndcrlnjfen (tan Japonnen! Men zou het bijna niet willen gelooven, wanneer Iemand u zei dat de oorlog ook zijn goede zijden had! Toch is dit in betrekkelijken' zin zoo in dezen betrekkelijken zin, dat de oorlog op iichzelf vermoedelijk niet veel goede zijden heeft, maar dat hij onbewust meewerkt ver schillende goede zijden van den mensch tot ontwikkeling te brengen! Een van de goede zijden welke ik hier op het oog heb, en 'die men tijdens en na den oorlog tot heel groote ontwikkeling heeft kunnen zien komen, is: Zichzelf zoo veel mogelijk te helpen en met eigen en eenvoudige middelen tot resultaten te ko men Op het stuk van onze kleeding is dit niet minder tot uiting gekomen! Hooge arbeidsloonen in verband met den zonderlingen gang van zaken een zeer schaarsch voorziene markt, weinig keus en alles peper-duurDat bracht velschil lende vrouwen ertoe zelf de hand aan den ploeg te slaan. Eerst eens zoo 't opknapwerk dan 'n hüisblouse, zelfs 'n japon.'t ging al be ter. Toen 'n mantelpak vermaakt nog niet ge-maakt, maar eerst ver-maakt.... Daarna spulletjes voor de kindersl En zoo ging het verder en verder.tot dat „Nu maak ik bijna alles zelf!". Dit is het einde geweest van menig moe dig besluit uit de dure oorlogsdagen. En dit einde is zeer toe te juichen, vooral bij deze vrouwen, die er niet een gril van het oogenblik van hebben gemaakt en er 'n paar maanden „manlief" mee in extaze heb ben gebracht. Toch al hebben we hier of daar eens 'n aardig model gezien of als we heel ver nuftig zijn zelf iets bedacht moeten we heel voorzichtig zijn en zorgen dat onze nu zoo levendig geworden interesse niet be dorven wordt door bijomstandigheden.... En die bijomstandigheden zijn er.Er liggen werkelijk nog veel voetangels en klemmen, die ons pleizier zouden kunnen bederven. Die voetangels en klemmen liggen veelal in de.details! Want eeni hoogst eenvoudige snit, of een z.g. gewone vorm kan toch öf „dor-eenvou- dig" zijn öf een] heel fijn effect maken Het gaat om het „dat". "t weinigje eigenaardigs, dat in den regel aan een klee- dingstuk het bijzondere geeft! Bij een japonb.v. is vaak een van de moei lijkste „datjes" de halsversiering en afwer king. Hiervan geef ik dezen keer eenige voor beelden; die het doen! No. I van deze voorbeelden kan worden aakt van wit orepe de Ohlne. Mert maakt e blaadjes een voor een van dubbel mate riaal en haakt het puntige gedeelte om mot een zwart piooüo. Men schuift hierna de blaadjes een beetje over elkaar en haalt ze op halve hoogte rn weinig in. Het op deze wijze verkregen hals- garnituur naait men in het lnhuulaol op de japon of blouse en ten slotte hecht men aan het geheel ter voltooiing eeni zwart lintje, Op ieder van de nu ontstane slipjes wor den drie maal drie kleine stippen gebor duurd. De rechte kant wordt aan de japonhals gehecht en bij het dragen wijken nu de 6 c.M. inknlpeels van elkaar. Tezamen met het halssteekje en de stip- penverslerlng verkrijgt men nu het aardige ot l. en eenvoudige effootl Mms, Gotry, Te weinig slaap voor het moderne kind. De medische medewerker van „The Times" schrijft onder het opschrift: „Een gevaar voor het moderne kind", dat er reden is. aan te nemen, dat het kind van dezen tijd te weinig slaap krijgt. Dit is niet een quaestie 'vani zomertijd, want in den winter schijnt het niet beter te zijn. De schrijver acht het moeilijk, vast te stellen, hoeveel slaap een kind noodig heeft. Hij' noemt als poging om tot een maatstaf te geraken die van dr. Cle ment Dukes, die de volgende tabel geeft: tot 1 jaar23 uren 23 18 34 n *16 56 14 n 0- 7 13 7-8 121/» 6—9 12 9-10 II1/» 10-13 11 13-15 11 15-17 m 17-19 10 V. 19 91/» boven 10 0 De medewerker vermeldt, dat dr. Malcolm Gross kortgeleden in „The Lancet" een> stu die over dit onderwerp publiceerde, waaruit bleek, dat zeer weinig kinderen het brengen tot deze hoeveelheden slaapuren. Gross stel de vast, dat voor den leeftijd 36 jaar geen enkel kind het urental 'bereikt, door Duke aangegeven, terwijl volgens zijn opgave 27 van deze kinderen minder dan 11 uren slapen. Voorts vond hij, dat het aantal „flinke" kinderen toeneemt met het aantal slaapuren. Een grafiekje geeft aan dat er zijn bij minder dan 9 uren 30% niet flink, &—111/» 42% flink, meer dan ll1/» uur 29% flink. Die flinkheid nu, zegt de medewerker van „The Thimes", is een moeilijk te omschrij ven begrip. Bij de oudere groepen is deze eigenschap zeer ongelijk verdeeld, maar er werden geen flinke kinderen gevonden, als het aantal slaapuren ver beneden het ge middelde was. De conclusies van dr. Gross luiden: dat de kinderen der lagere school niet voldoende slapen in den winter; dat zij des zomers nog minder slapen, ofschoon de zomertijd geen ongunstige gevolgen behoeft te hebben, in dien de ouders het noodlge toezicht hou den. Hij acht noodig meer inzicht in de quaestie van het aantal slaapuren en heter toezicht der ouders en zegt, dat wat voor jongere kinderen geldt, ook van toepassing is voor oudere en dat de groote meerderheid der hedéndaagsche jongens en meisjes te kort aan slaap heeft. Dit geldt voor Engeland. Over ons land staan ons geen gegevens ten dienste. Mis schien achten schoolartsen of onderwijzers deze zaak van voldoende belang otn hiernaar eens een onderzoek ln te stellen, zoowel in de steden als op het platteland. Misschien blijkt et dan eenlg verhand te bestaan tussohen schoolvorderingen en aam tal slaapuren. Dit ongehechte lintje eindigt opzij ln een •trlkjel. Hiermee is de afwerking gereed I No, 2 ls geschikt voor een japon met hooge hals. Men kan dit garnituur geheel los op.de kleedlng dragen. Het best kan het worden gemaakt van witte organdle. Ter breedte van een zoom wordt een smal lak of lioeré lintje gestikt. In de on- derboord zijn dan vier ringen gefestonneerd, waardoor heen een lint geregen ls. Dit lint eindigt in slipjes! No. 8 is een plissee van crepe georgettc Zij is gesloten door twee roosjes gedraaid van hetzelfde materiaal een paar lange lussen van bandfluweel. Aan weerskanten zijn ter versiering dan aangebracht drie slipjes bandfluweel, ieder weer eindigend in een roosje van georgette! No. 4 tenslotte is uitsluitend bedoeld voor een jurk met aansluitende lage hals. De hals van de jurk zelf moet dan afgewerkt zijn met een aardig, bont-kleurig steekje en rozetje in het midden; zooals op het teeke- ningetje te zien is. Het kraagje zelf is dan niet anders dan een vierkant recht lapje van ongeveer 80 o.M. lengte en 14 c.M. hoogte. Dit lapje is vervolgens in vieren ver deeld en dan op ieder van deze plaatsen tot op zes c.M. In-geknipt. MEI-ZONDAG! Zondara-weg komt vol met mensohen Heel veel jong en ook veel oud! Sommigen doen voorjaars-achüg. Maar de meesten hebben 't.koud! Reizigers vermaken leutig Zich op tram en boot eni spoor. Snuaksche dingen heel vrijmoedig - Gaan van 't een naar 't ander oorl Spltters planters eigen-tuinders Staan gebogen op hun grond. Langs bet vuurtje gaan de booren Met t pijpje iu den mond! Over t pleintje gaan de zielen, Die gelooven zedlg-sterk Met t psalmboek ln de banden, Naar de openstaande kerk! Aardige gezonde meisjes Rood van wang en slank van leest, Toonen schuchter hun tolletjes Voor bet nieuwe voor jaarsfeest!. En de branleige heertjes Durven deftig zonder jasl Rillen]!.,.. Maar beweren stellig, Dat zoopas de zon er wast. In het middaguurtje komen De sport-kerels opgesteld %de breede staan-tribune ond het kleef rig voetbalveld. Te n wind en regendruppels de fiets langs berg en dal den weg en door 't stadje: advindertjes!Overall In 't café royale luidjes, Uitgedoscht in Paasehbest-mooil Kellners doen beleefd-pleizierig: „Dat belooft 'n vette fooi!". In de lunchroom ladhe-paartjes. Buiten frisch De kachel brandt!. Soms de zon Veel gure vlagen. Zoo is Mei bij ons in 't land!. B. Hoeveel ia duizend gulden????,,,. Een «rm« «lokker vindt op «trant een touch met een inhoud van duizend gulden. 1000!.... De eerlijke kerel geeft zonder veel mis baar de som aan den verliezer terug en deze geeft hem als beloomirg twee lapjes van 25,— dus: 50,—. Dit sommetje is gauw verteerd en de arme slokker blijft de arme slokker. Maar nog jaren achter elkaar roepen de buren als hij voorhij gaat: Zie je die snuiter.Zou je niet zeg gen, he?.als je 'm ziet in z'n pilowsche baadjeDie heeft eris 'n portefulje met duizend gulden gevonden! Maar die 1000 waren voor dezen man maar 50, De verliezer had inmiddels z'n duizend gulden terug! Maar hij heeft drie advertenties geplaatst voor 30,— samen; hij is een dag en een nacht langer in de istad gebleven om te zoeken etc., (samen 20,en heeft 60, belooning gegeven. Dat is samen 100,—. En een „goede" vriend van den! gelukkige profiteert van de schoone gelegenheid en zegt.„Nou, amice nou kun je me die drie honderd pop wel'leenen, die ik je de vorige week gevraagd heb. En de gelukkige verliezer denkt „fiat"!. en geeft de 300,ter leen. Maar ongelukkigerwijs krijgt hij ze nooit terug! Dat is samen400,—. Bovendien op denl gedenkwaardigen dag, terwijl ze op den eerlijken vinder 'n borrel drinken haalt de vriend den ver liezer óver nu eens een lot in de loterij te spelen].En de man koopt 'n heel lot van 'n opkooper voor 100,—. En de nu resteerende 600,— besluit hij nu eens te beleggen in.... Marken! Dat was hij eerst niet van plan, maar nu de dui zend pop terug zijn.Enfin!Ze staan nou op n dubbeltje en lager zullen ze toch wel niet komen.Eerder hooger en dan verdient hij er nog 'n stuiver of wat anl. En de gelukkige bezitter koopt een wis sel van Mark 5000 ad 10 cenlts koers! Maar het Staatsloterijlot komt eruit met een1 groote Niet. En drie weken later staat de Mark op. 2V. oentl. Zoo ls de bewuste duizend gulden voor dezen man nu hij ze zjg. terug gekregen heeft 125,—. Maar de collega's op kantoor zeggen:. Jij!.... geluksvogel? Jij verliest duizend pilden en binnen vier eni twintig uur brengt omand het je terug zonder dat er 'n cent aan mankeert!. Een andere heer Dr. K. speelt op een avond naar z'n gewoonte nogal onge lukkig. Na n uurtje gaat hij het Casino verlaten, want het wil deze keer niet. Aan den uitgang klampt hem een vriend aan, die volgens zijn beweren zoojuist aan de speeltafel geruïnerd is. Als uiterste middel om zijn geluk nog eens te beproeven vraagt hij aan Dr. K 500,— ter leen. Maar deze boos op zidh zelf antwoordt: Ooh.beste kerel val me niet las tig!.Ik heb zoopas zelf duizend gulden verspeeld!.... Maar ln zijn drift om groot te doen over dreef deze Dr., 'n weinig. Want deze 1000 waren er maar.... honderdl. Eenige weken later bezoekt Dr. K. weer de speelzaal speelt en.wint! Het geluk dient.Hij wint -goed hij wint veel 1. HU wint.2000,-^. Twee duizend gul den Vroolijk gestemd gaat hU nnBr huls en vertelt tinn zUn gelukkige vrouw: Amnlla - Ik hel» vanavond duizend ilden gewonnen.Ziedaar daar heb er de helft vaniII En Amalla ontvangt vijfhonderd gulden!. Waardoor de z.g, gewonnen duizend gul dén van Dr. K, toch nog vijftien hon derd gulden lat.... In 1917 stierf te Weenen een vader, die elk van zijin (beide zoons 50.000 kronen naliet. De een, die vlijtig en spaarzaam was, zette het 'geld op de spaarbalnk, waar hij nog he den 50.000 kronen heeft staain, die hein 3 pok •rente per jaar opbrengen. De ander, een losbol, die gaarne een glaasje drinkt, kocht voor 'Zijn geheele va derlijke erfdeel 50.000 flesschen goedkoope wijn. Met zijn vrienden heeft hij dezen wijn opgedronken en, zoo izou imen denken, zUn vaderlijk erfdeel geheel' verbrast. Een dezer dagen echter verkocht hij de 50.000 leeg© flesschen voor het bedrag van kr, 4.000.000. Koodat Ik maar zeggen wil <1«t je nooit WM KfSpl veel dat eigenlijk lat. wanneer je Iemand hoort sproken) over duizend gulden, precies kunt weten;.hoe- B. Wa' zegde??.Moet ik valf frank zeuventlg betale veur dlene paapegoi?. Jawel zegt de bediende.levende beesten 'betalen vervoergeldi Maor 't en is gien biest©!.t en es ne vogel.'t es na Paapagoü. Het helpt niet. de iman moet betalen. Hij legt eindelijk wijsgeerig ze» Franken neer, krijgt i'n kaartje en 't pasgeld terug en raat heen. Pan timmert hij woedend op de doos waarin de vogel alt en schreeuwt:. LeeUJke heette...loeder van ne vo gel.... dwaoze.... hadden ze j'n maor lie ver in de Kongo gelapte, zulle! BIOSCOOP-RECLAME. Uit Ooderwetsche Bioscoop-Programma's! Spannend! Sensationeel! DE ARM DER GERECHTIGHEID!! Op algemeen verzoek verlengd!.... De mooiste levend© beelden-serie van den tegenwoordlgen tijd! DE LIEFDE EENER VROUW!!! Buitengewoon interessant! 2500 Meter lang. Duur: 25 minuten!. Komt dat zien!!! ALLERLEL Geef aan uwe ziel voedsel; het is met ©ene onledige ziel als met een onbewoond huis, het vermindert sterker dan een (bewoond. Scheid twee vechtende honden vereenig twee in onmin geraakte vrienden. Baker uw kind niet; het zal eenmaal ge noeg in de maatschappelijke banden geba kerd worden. Beklaag u niet over de kortheid des le vens; er zjjn meer menechen die te laat, dan die te vroeg sterven. Zie de gebreken van een grijsaard voorbij. Kan men het ijzer breken als het gekoeld is? Zoo lang men benijders heeft, zoolang heeft men vrienden. VerwUder van de menigte. De olifant verlaat den Weg, als hij varkens ziet aan komen. Van alle Engelsche steden is de lucht ln Liverpood de allerslechtste, d.w. z. met het grootste percentage roet en kooldeeltjes be zwangerd; daarop volgen Huil en New- Oastle. Egypte heeft thans weder na ongeveer 2000 jaar een koning. De laatste souverein n Egypte, die met de koninklijke waardig heid bekleed ls geweest, was Oleopatra. De gewoonte bij niezen „gezondheid" of „prosit" te zeggen, dateert uit de pest-epl- demieën in vroeger tijd, toen niezen als een vijs van beginnend herstel beschouwd werd. Het is op een Zaterdagavond aan de statie van Antwerpen. Een man op z'n Zondagsch uitgedocht, parapluie onder den arm, glimmend nieuwe bolhoed en schreeuwend'-gele laarzen wi mee vertrekken met den gereedstaanden trein. Hij draagt in de hand een wit-houten doosje, niet veel grooter dan een sigaren kistje, waarvan een kant 'getralied is, met een gordijntje ervoor. De man moet naar Brussel. HU toont zijn kaartje aan den kaartjesknipper. De man wil doorgaan; de kaartjeskniipper vraagt: Wat zit daar in dat kistje?. Das ne paapegoi.zulle!.... Moet ge voor betalen.zegt de fcaar- tjesknipper. Wat zegde?. Daar moet ge nen kaaretje veur nemen an 't loketl. De iman doet wat hem gezegd wordt en keert terug naar het loket. Meneere, geef me ne keer e' kaoretje veur ne paapegoi... Waar moet ge maar toe?. Ik gaon naor Brussel, zulle!.... Asjeblieft... De man krijgt z'n kaartje. Foeveul est?.... Vijf Frahk zeventig!.. Nog een avontunr van Boeltje. I. I Op een morgen het was nog heel vroeg stapte Roeit je hot erf op van boer Prin sen. Op een hoek van het erf was een hooi er® en Koeltje hoopte daar een paar muizen tu verschalken, want hU had erge honger. HU wob maar vroeg gagum, omdat boeren altijd soh Uuon te denkon, (lat vreemde kat ten op kuikentjes loeren ln plaats van op muizen. Toen Boeltje het erf halverwege over was, stond hij plotseling stil: een kin» ln het kip penhok begou luid te kakelen en Koeltje was hang, dat zo iedereen wakker zou ma kon, Dat moest lilj trachten te verhinderen. HU «tapt» naar de kip toe en zei: „Goeden morgen, mevrouw. U heeft zeker juist een prachtig el gelogd?" „Een el?M kakolde de kip: „Praat me niet van eieren. Ik aal nooit meer een el leggen, Ze hebben luist twaalf mooie kuikens onder mijn vleugel» «breken? geroep achter zich: „Hel daar, waoht eens even". De mannen stonden stil en draalden zich om. Daar kwam boer Prinsen aan en de fiets. „Wat heb jullie daar im die zak?" vroeg hij, terwijl hU afstapte en zUn fiets tegen den bo<xm zette. „Dat gaat i* n,letf ®an «en van de mannen. „Maar al» Je net graag wilt weten, Lot «IJn wat bloemfcoolen, die we naar de markt brengen." (Dat wou Boeltje nu toch wel een» onder- zoeken en hU spande al zijn krachten ln en sprong op den zak. Zijn kleine scherpe klauwtjes drongen er door heen en onmid dellijk klonk het: „Piep, piep, piep" van ver scheidene fijne stemmetjes. „Eigenaardige bloem kool en!" zei de hoer: „Kom vooruit, geef dadelijk mijn kuikens terug." De dief weerde den boer af, nraaT liet al gauw den zak vallen en ging op de vlucht de velden in. Maar wat had de andere dief in tussohen gedaan? Die was er met boer Prinsens fiets vandoor gegaan. Toen de boer den zak opgeraapt had en zich omdraaide, zag hü een eindje verder den dief weg fiet sen. En op den lastdrager achter den man Z'St t j c De boer holde met zijn kuikens terug naar de boerderij en telefoneerde de politie in de stad. „Mijn fiets is gestolen door een man, die dadelijk wel in de stad zal komen. Achter op den lastdrager zit eeri kleine zwarte kaf Intusschen reed de dief of zijn leven er van afhing. En Boeltje genoot van het heer lijke zitje. Maar toen de man de stad binnen fietste, werd' hij door een politieagent aangehouden. „Wat is er?" vroeg de dief. afstappend'. De agent pakte de fiets beet. „Wel man", zei hU- „Tk moet deze fiets hebben en jou erbij." „Waarom?" stamelde de man. „Wel, oom dat zwarte poesje," zei de agent. De dief draaide zich om en zag nu pas Roeltje zitten. „Dat is dat ellendige beest, datbegon hU. „(Hartelijk dank voor het heerlijke zitje", zei Roeltje. Toen sprong hU van de fiets en maakte dat hij weg kwam. Oplossingen der vorige raadsels: I. Haastig© spoed ls zelden goed. Oase aas geit Ede els zon spade heg Ida. n. 1. Krokodil. 2. Struisvogel. 8. Olifant. Goede oplossingen van belde raadsels ont vangen van: W. M. B.; A. de B.; G. de B.; F. en M. B.; J. B.; T. B.: G. B.; A. D.; P. D.; T. D.; J. D.; T. D.; A. D.; M. en T. v. E.; H. E.; A. en H. F.; A. F.; W. G.; A. de G.; H. dé G.; M. 8. de G.; M. de H.; J. H.; M. v. d. H.; O. en I. K.; H. J. v. d. K,; C. en N. K.; A. en W. H. v. d. K.; J. (H. K.; O. en L. K.; M. de fC.; T. de L.; J. L.; J. L.; C. J. v. M.; D. M,; F. v. d. M.; M. N.; M. O.; 8. P.; F. G. v. P.; W. C. R.; J. R.; F. O. A. C. R.; H. R.; H. J. de R.; F. J. en M. 8.; N. 8.; J. de 8.; M. S.; J. G. 8.; J. D. 8.; A. v. 8.; 8. T.; J. T.; J. V.; H. v. V.; D. V.; A. en J. de V.; J. G. H. W.; A. W.; 8. v. Z.; A. Z.; K A. Z.; B. v. Z.; W. IJ. Nleowe raadsrls: I. Van welk woord van vUf letters blijft slechts een over, als men de voorste twee otters wegneemt? II. Kruisraadsel. Op de staande en op de v liggende kruis jesiyn y beide moet hetzelfde y - - woord komen. Op het le rijtje een XXXXXXXXX medeklinker; op het 2e een voedsel voor kleine kinderen; op het 8e let», waarop wjj leven; oj> bet 4e iets, waarnaar schip* breukellngon vertin» gend uitzien; op het 5e een plaatsje ln Gelderland; op het fle iets, dat imeni moet hebben <wn met den trein te kunnen rel zon; op het 7e het teaenovorge- stolde van trekken; op het 8e het tegonovor- gestelde van arm; op het 9e weer een mede klinker. Ingezonden door een «Juttei^'. vandaan gehaaldI Mijn hart is gebroken." „Vreeslijk", zei Boeltje. „ZUn ver dronken? Iwt doet men met jonge poesjes. Maar *e laten er meestal één leven." „Domoor", kakelde de kip boos: „Alsof wn ook zulk onnut goedje waren als Jonge katten. Niemand zal ooit kuikens verdrin ken !"^H „St, stl" suste Roeltje, die ln zUn angst, dat de boer wakker zou worden van het ge kakel, niet eens hoorde, hoe onvriendelijk de kip was. „Een beetje kalm, mevrouw. Wie heeft uw lieve kuikentjes gestolen? Als het een kat geweest is, dan moest ik maar liever weer opstappen." Een raam van het huis werd' geopend. „Daar, dat dacht ik wei", mopperde Roel. „Geen muizen voor mij. Bedaar maar, mevrouw kip, daar komt de boer aan en ik' ga er vandoor om te zien, of ik iets voor u kan doen." En Roeltje holde het erf af en den weg naar de stad op. IL Het duurde niet lang, voor Roeltje de die ven inhaalde. Halverwege de stad zag hi, twee (mannen loopen en een van hen droeg een zak over den schouder. „Ik hoop, dat ze de kuiken® niet vennoord hebben", dacht Roeltje. HU liep tot vlak achter de mannen en luisterde, maar hU hoorde geen geluid ui den zak komen. Doch dat wild© nog niets zeggen, want een stel kuikentjes, zoo bi elkander geperst ln een zak, zullen door gaans niet veel leven maken. Ineens hoorden de mannen en poes een I Goorge: Jouw vrouw krijgt natuurlijk «--we* ln alle» haar tin - 1« 't niet!.... Karei: - Jo kunt vindon wat je wilt, maar er ia nleta van aanAlt dat waar wa», dan zou ze om te beginnen nu 28 wezen inplaats van 89.... Ik verzeker u dat Ik het meer dan ver velend vind.... dat Ik 't 'n groot schandaal' van de spoorweg-autoriteiten vindmor de een reiziger op een klein stationnetje. altijd en iederen dag opnieuw zijn die lokaal- treiüen over tijd-- Ik ben' het heelemaal niet met u eens weersprak de stationchef.... waarvoor zou er dan op ons station 'n wachtkamer noodig zjjm, als de reizigers nooit hoefden te wachten!.... Uw buurman ls blijkbaar voor den vrede tot eiken prijs, niet? Hebt u 't ook gemerkt?.... De klee- ren van zijn vrouw 'Zijn altijd buitensporig Kost Düür I Bij een huiselijke twist man tegen vrouw: Je weet heel goed, de man ls het hoofd! van de echtvereeniglng. rouw: Ja, en de vrouw is het nekje, eh als het nekje niet draaien wil, doet het hoofd „niets". Het .Enschede'sch Advertentieblad'' publi ceert openlijk en zonder schaamte het vol gende: Iemand gevraagd om toU zich aan huls om de 14 dagen een, klein WASCHJE te doen aan een juffrouw. Die kranten nemen toch tegenwoordig maar letterlijk Alle* op! 1—2 20 4—0 15 /AHlnP 1* Tlinnr /t'Ktfru ww jw „Een katf' riep de kip: „Geen kat zou ooit kans zien mijin kuikens te stelen! Het waren twee roevers en ze gingen den weg op naar de stad. Daar zullen vandaag mljin lievelingen wel verkocht worden op de markt. Tok, tok, tok!" De tijden worden slecht!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 12