Jjzr
IUD ROEST
BA BRKLUIJBT JK OVER MODE.
IffllNvrndcrlnjfen (tan Japonnen!
Men zou het bijna niet willen gelooven,
wanneer Iemand u zei dat de oorlog ook
zijn goede zijden had!
Toch is dit in betrekkelijken' zin zoo in
dezen betrekkelijken zin, dat de oorlog op
iichzelf vermoedelijk niet veel goede zijden
heeft, maar dat hij onbewust meewerkt ver
schillende goede zijden van den mensch tot
ontwikkeling te brengen!
Een van de goede zijden welke ik hier
op het oog heb, en 'die men tijdens en na
den oorlog tot heel groote ontwikkeling
heeft kunnen zien komen, is: Zichzelf zoo
veel mogelijk te helpen en met eigen en
eenvoudige middelen tot resultaten te ko
men
Op het stuk van onze kleeding is dit niet
minder tot uiting gekomen!
Hooge arbeidsloonen in verband met den
zonderlingen gang van zaken een zeer
schaarsch voorziene markt, weinig keus en
alles peper-duurDat bracht velschil
lende vrouwen ertoe zelf de hand aan den
ploeg te slaan.
Eerst eens zoo 't opknapwerk dan 'n
hüisblouse, zelfs 'n japon.'t ging al be
ter. Toen 'n mantelpak vermaakt nog
niet ge-maakt, maar eerst ver-maakt....
Daarna spulletjes voor de kindersl
En zoo ging het verder en verder.tot
dat
„Nu maak ik bijna alles zelf!".
Dit is het einde geweest van menig moe
dig besluit uit de dure oorlogsdagen. En
dit einde is zeer toe te juichen, vooral bij
deze vrouwen, die er niet een gril van het
oogenblik van hebben gemaakt en er 'n
paar maanden „manlief" mee in extaze heb
ben gebracht.
Toch al hebben we hier of daar eens
'n aardig model gezien of als we heel ver
nuftig zijn zelf iets bedacht moeten we
heel voorzichtig zijn en zorgen dat onze nu
zoo levendig geworden interesse niet be
dorven wordt door bijomstandigheden....
En die bijomstandigheden zijn er.Er
liggen werkelijk nog veel voetangels en
klemmen, die ons pleizier zouden kunnen
bederven.
Die voetangels en klemmen liggen veelal
in de.details!
Want eeni hoogst eenvoudige snit, of een
z.g. gewone vorm kan toch öf „dor-eenvou-
dig" zijn öf een] heel fijn effect maken
Het gaat om het „dat". "t weinigje
eigenaardigs, dat in den regel aan een klee-
dingstuk het bijzondere geeft!
Bij een japonb.v. is vaak een van de moei
lijkste „datjes" de halsversiering en afwer
king.
Hiervan geef ik dezen keer eenige voor
beelden; die het doen!
No. I van deze voorbeelden kan worden
aakt van wit orepe de Ohlne. Mert maakt
e blaadjes een voor een van dubbel mate
riaal en haakt het puntige gedeelte om mot
een zwart piooüo.
Men schuift hierna de blaadjes een beetje
over elkaar en haalt ze op halve hoogte rn
weinig in. Het op deze wijze verkregen hals-
garnituur naait men in het lnhuulaol op de
japon of blouse en ten slotte hecht men aan
het geheel ter voltooiing eeni zwart lintje,
Op ieder van de nu ontstane slipjes wor
den drie maal drie kleine stippen gebor
duurd.
De rechte kant wordt aan de japonhals
gehecht en bij het dragen wijken nu de 6
c.M. inknlpeels van elkaar.
Tezamen met het halssteekje en de stip-
penverslerlng verkrijgt men nu het aardige
ot l.
en eenvoudige effootl
Mms, Gotry,
Te weinig slaap voor het moderne kind.
De medische medewerker van „The Times"
schrijft onder het opschrift: „Een gevaar
voor het moderne kind", dat er reden is. aan
te nemen, dat het kind van dezen tijd te
weinig slaap krijgt. Dit is niet een quaestie
'vani zomertijd, want in den winter schijnt
het niet beter te zijn. De schrijver acht het
moeilijk, vast te stellen, hoeveel slaap een
kind noodig heeft. Hij' noemt als poging om
tot een maatstaf te geraken die van dr. Cle
ment Dukes, die de volgende tabel geeft:
tot 1 jaar23 uren
23 18
34 n *16
56 14 n
0- 7 13
7-8 121/»
6—9 12
9-10 II1/»
10-13 11
13-15 11
15-17 m
17-19 10 V.
19 91/»
boven 10 0
De medewerker vermeldt, dat dr. Malcolm
Gross kortgeleden in „The Lancet" een> stu
die over dit onderwerp publiceerde, waaruit
bleek, dat zeer weinig kinderen het brengen
tot deze hoeveelheden slaapuren. Gross stel
de vast, dat voor den leeftijd 36 jaar geen
enkel kind het urental 'bereikt, door Duke
aangegeven, terwijl volgens zijn opgave
27 van deze kinderen minder dan 11 uren
slapen. Voorts vond hij, dat het aantal
„flinke" kinderen toeneemt met het aantal
slaapuren.
Een grafiekje geeft aan dat er zijn bij
minder dan 9 uren 30% niet flink, &—111/»
42% flink, meer dan ll1/» uur 29% flink.
Die flinkheid nu, zegt de medewerker van
„The Thimes", is een moeilijk te omschrij
ven begrip. Bij de oudere groepen is deze
eigenschap zeer ongelijk verdeeld, maar er
werden geen flinke kinderen gevonden, als
het aantal slaapuren ver beneden het ge
middelde was.
De conclusies van dr. Gross luiden: dat de
kinderen der lagere school niet voldoende
slapen in den winter; dat zij des zomers nog
minder slapen, ofschoon de zomertijd geen
ongunstige gevolgen behoeft te hebben, in
dien de ouders het noodlge toezicht hou
den. Hij acht noodig meer inzicht in de
quaestie van het aantal slaapuren en heter
toezicht der ouders en zegt, dat wat voor
jongere kinderen geldt, ook van toepassing
is voor oudere en dat de groote meerderheid
der hedéndaagsche jongens en meisjes te
kort aan slaap heeft.
Dit geldt voor Engeland. Over ons land
staan ons geen gegevens ten dienste. Mis
schien achten schoolartsen of onderwijzers
deze zaak van voldoende belang otn hiernaar
eens een onderzoek ln te stellen, zoowel in
de steden als op het platteland.
Misschien blijkt et dan eenlg verhand te
bestaan tussohen schoolvorderingen en aam
tal slaapuren.
Dit ongehechte lintje eindigt opzij ln een
•trlkjel.
Hiermee is de afwerking gereed I
No, 2 ls geschikt voor een japon met
hooge hals. Men kan dit garnituur geheel
los op.de kleedlng dragen.
Het best kan het worden gemaakt van
witte organdle.
Ter breedte van een zoom wordt een
smal lak of lioeré lintje gestikt. In de on-
derboord zijn dan vier ringen gefestonneerd,
waardoor heen een lint geregen ls. Dit lint
eindigt in slipjes!
No. 8 is een plissee van crepe georgettc
Zij is gesloten door twee roosjes gedraaid
van hetzelfde materiaal een paar lange
lussen van bandfluweel.
Aan weerskanten zijn ter versiering dan
aangebracht drie slipjes bandfluweel, ieder
weer eindigend in een roosje van georgette!
No. 4 tenslotte is uitsluitend bedoeld voor
een jurk met aansluitende lage hals. De hals
van de jurk zelf moet dan afgewerkt zijn
met een aardig, bont-kleurig steekje en
rozetje in het midden; zooals op het teeke-
ningetje te zien is.
Het kraagje zelf is dan niet anders dan
een vierkant recht lapje van ongeveer 80
o.M. lengte en 14 c.M. hoogte.
Dit lapje is vervolgens in vieren ver
deeld en dan op ieder van deze plaatsen
tot op zes c.M. In-geknipt.
MEI-ZONDAG!
Zondara-weg komt vol met mensohen
Heel veel jong en ook veel oud!
Sommigen doen voorjaars-achüg.
Maar de meesten hebben 't.koud!
Reizigers vermaken leutig
Zich op tram en boot eni spoor.
Snuaksche dingen heel vrijmoedig -
Gaan van 't een naar 't ander oorl
Spltters planters eigen-tuinders
Staan gebogen op hun grond.
Langs bet vuurtje gaan de booren
Met t pijpje iu den mond!
Over t pleintje gaan de zielen,
Die gelooven zedlg-sterk
Met t psalmboek ln de banden,
Naar de openstaande kerk!
Aardige gezonde meisjes
Rood van wang en slank van leest,
Toonen schuchter hun tolletjes
Voor bet nieuwe voor jaarsfeest!.
En de branleige heertjes
Durven deftig zonder jasl
Rillen]!.,.. Maar beweren stellig,
Dat zoopas de zon er wast.
In het middaguurtje komen
De sport-kerels opgesteld
%de breede staan-tribune
ond het kleef rig voetbalveld.
Te
n wind en regendruppels
de fiets langs berg en dal
den weg en door 't stadje:
advindertjes!Overall
In 't café royale luidjes,
Uitgedoscht in Paasehbest-mooil
Kellners doen beleefd-pleizierig:
„Dat belooft 'n vette fooi!".
In de lunchroom ladhe-paartjes.
Buiten frisch De kachel brandt!.
Soms de zon Veel gure vlagen.
Zoo is Mei bij ons in 't land!.
B.
Hoeveel ia duizend gulden????,,,.
Een «rm« «lokker vindt op «trant een
touch met een inhoud van duizend gulden.
1000!....
De eerlijke kerel geeft zonder veel mis
baar de som aan den verliezer terug en
deze geeft hem als beloomirg twee lapjes
van 25,— dus: 50,—.
Dit sommetje is gauw verteerd en de arme
slokker blijft de arme slokker.
Maar nog jaren achter elkaar roepen de
buren als hij voorhij gaat:
Zie je die snuiter.Zou je niet zeg
gen, he?.als je 'm ziet in z'n pilowsche
baadjeDie heeft eris 'n portefulje met
duizend gulden gevonden!
Maar die 1000 waren voor dezen man
maar 50,
De verliezer had inmiddels z'n duizend
gulden terug!
Maar hij heeft drie advertenties geplaatst
voor 30,— samen; hij is een dag en een
nacht langer in de istad gebleven om te
zoeken etc., (samen 20,en heeft 60,
belooning gegeven.
Dat is samen 100,—.
En een „goede" vriend van den! gelukkige
profiteert van de schoone gelegenheid en
zegt.„Nou, amice nou kun je me die
drie honderd pop wel'leenen, die ik je de
vorige week gevraagd heb.
En de gelukkige verliezer denkt „fiat"!.
en geeft de 300,ter leen.
Maar ongelukkigerwijs krijgt hij ze nooit
terug!
Dat is samen400,—.
Bovendien op denl gedenkwaardigen
dag, terwijl ze op den eerlijken vinder 'n
borrel drinken haalt de vriend den ver
liezer óver nu eens een lot in de loterij te
spelen].En de man koopt 'n heel lot van
'n opkooper voor 100,—.
En de nu resteerende 600,— besluit hij
nu eens te beleggen in.... Marken! Dat
was hij eerst niet van plan, maar nu de dui
zend pop terug zijn.Enfin!Ze staan
nou op n dubbeltje en lager zullen ze toch
wel niet komen.Eerder hooger en dan
verdient hij er nog 'n stuiver of wat anl.
En de gelukkige bezitter koopt een wis
sel van Mark 5000 ad 10 cenlts koers!
Maar het Staatsloterijlot komt eruit met
een1 groote Niet.
En drie weken later staat de Mark op.
2V. oentl.
Zoo ls de bewuste duizend gulden voor
dezen man nu hij ze zjg. terug gekregen
heeft 125,—.
Maar de collega's op kantoor zeggen:.
Jij!.... geluksvogel? Jij verliest duizend
pilden en binnen vier eni twintig uur brengt
omand het je terug zonder dat er 'n cent
aan mankeert!.
Een andere heer Dr. K. speelt op
een avond naar z'n gewoonte nogal onge
lukkig.
Na n uurtje gaat hij het Casino verlaten,
want het wil deze keer niet.
Aan den uitgang klampt hem een vriend
aan, die volgens zijn beweren zoojuist aan
de speeltafel geruïnerd is.
Als uiterste middel om zijn geluk nog
eens te beproeven vraagt hij aan Dr. K
500,— ter leen. Maar deze boos op zidh
zelf antwoordt:
Ooh.beste kerel val me niet las
tig!.Ik heb zoopas zelf duizend gulden
verspeeld!....
Maar ln zijn drift om groot te doen over
dreef deze Dr., 'n weinig.
Want deze 1000 waren er maar....
honderdl.
Eenige weken later bezoekt Dr. K. weer
de speelzaal speelt en.wint!
Het geluk dient.Hij wint -goed hij
wint veel 1.
HU wint.2000,-^. Twee duizend gul
den
Vroolijk gestemd gaat hU nnBr huls en
vertelt tinn zUn gelukkige vrouw:
Amnlla - Ik hel» vanavond duizend
ilden gewonnen.Ziedaar daar heb
er de helft vaniII
En Amalla ontvangt vijfhonderd gulden!.
Waardoor de z.g, gewonnen duizend gul
dén van Dr. K, toch nog vijftien hon
derd gulden lat....
In 1917 stierf te Weenen een vader, die
elk van zijin (beide zoons 50.000 kronen naliet.
De een, die vlijtig en spaarzaam was, zette
het 'geld op de spaarbalnk, waar hij nog he
den 50.000 kronen heeft staain, die hein 3 pok
•rente per jaar opbrengen.
De ander, een losbol, die gaarne een
glaasje drinkt, kocht voor 'Zijn geheele va
derlijke erfdeel 50.000 flesschen goedkoope
wijn. Met zijn vrienden heeft hij dezen wijn
opgedronken en, zoo izou imen denken, zUn
vaderlijk erfdeel geheel' verbrast. Een dezer
dagen echter verkocht hij de 50.000 leeg©
flesschen voor het bedrag van kr, 4.000.000.
Koodat Ik maar zeggen wil <1«t je nooit
WM KfSpl
veel dat eigenlijk lat.
wanneer je Iemand hoort sproken) over
duizend gulden, precies kunt weten;.hoe-
B.
Wa' zegde??.Moet ik valf frank
zeuventlg betale veur dlene paapegoi?.
Jawel zegt de bediende.levende
beesten 'betalen vervoergeldi
Maor 't en is gien biest©!.t en es
ne vogel.'t es na Paapagoü.
Het helpt niet. de iman moet betalen.
Hij legt eindelijk wijsgeerig ze» Franken
neer, krijgt i'n kaartje en 't pasgeld terug
en raat heen. Pan timmert hij woedend op
de doos waarin de vogel alt en schreeuwt:.
LeeUJke heette...loeder van ne vo
gel.... dwaoze.... hadden ze j'n maor lie
ver in de Kongo gelapte, zulle!
BIOSCOOP-RECLAME.
Uit Ooderwetsche Bioscoop-Programma's!
Spannend! Sensationeel!
DE ARM DER GERECHTIGHEID!!
Op algemeen verzoek verlengd!....
De mooiste levend© beelden-serie van den
tegenwoordlgen tijd!
DE LIEFDE EENER VROUW!!!
Buitengewoon interessant!
2500 Meter lang.
Duur: 25 minuten!.
Komt dat zien!!!
ALLERLEL
Geef aan uwe ziel voedsel; het is met ©ene
onledige ziel als met een onbewoond huis,
het vermindert sterker dan een (bewoond.
Scheid twee vechtende honden vereenig
twee in onmin geraakte vrienden.
Baker uw kind niet; het zal eenmaal ge
noeg in de maatschappelijke banden geba
kerd worden.
Beklaag u niet over de kortheid des le
vens; er zjjn meer menechen die te laat, dan
die te vroeg sterven.
Zie de gebreken van een grijsaard voorbij.
Kan men het ijzer breken als het gekoeld is?
Zoo lang men benijders heeft, zoolang
heeft men vrienden.
VerwUder van de menigte. De olifant
verlaat den Weg, als hij varkens ziet aan
komen.
Van alle Engelsche steden is de lucht ln
Liverpood de allerslechtste, d.w. z. met het
grootste percentage roet en kooldeeltjes be
zwangerd; daarop volgen Huil en New-
Oastle.
Egypte heeft thans weder na ongeveer
2000 jaar een koning. De laatste souverein
n Egypte, die met de koninklijke waardig
heid bekleed ls geweest, was Oleopatra.
De gewoonte bij niezen „gezondheid" of
„prosit" te zeggen, dateert uit de pest-epl-
demieën in vroeger tijd, toen niezen als een
vijs van beginnend herstel beschouwd
werd.
Het is op een Zaterdagavond aan de statie
van Antwerpen.
Een man op z'n Zondagsch uitgedocht,
parapluie onder den arm, glimmend nieuwe
bolhoed en schreeuwend'-gele laarzen wi
mee vertrekken met den gereedstaanden
trein.
Hij draagt in de hand een wit-houten
doosje, niet veel grooter dan een sigaren
kistje, waarvan een kant 'getralied is, met
een gordijntje ervoor.
De man moet naar Brussel. HU toont zijn
kaartje aan den kaartjesknipper.
De man wil doorgaan; de kaartjeskniipper
vraagt:
Wat zit daar in dat kistje?.
Das ne paapegoi.zulle!....
Moet ge voor betalen.zegt de fcaar-
tjesknipper.
Wat zegde?.
Daar moet ge nen kaaretje veur nemen
an 't loketl.
De iman doet wat hem gezegd wordt en
keert terug naar het loket.
Meneere, geef me ne keer e' kaoretje
veur ne paapegoi...
Waar moet ge maar toe?.
Ik gaon naor Brussel, zulle!....
Asjeblieft...
De man krijgt z'n kaartje.
Foeveul est?....
Vijf Frahk zeventig!..
Nog een avontunr van Boeltje.
I.
I Op een morgen het was nog heel vroeg
stapte Roeit je hot erf op van boer Prin
sen. Op een hoek van het erf was een hooi
er® en Koeltje hoopte daar een paar muizen
tu verschalken, want hU had erge honger.
HU wob maar vroeg gagum, omdat boeren
altijd soh Uuon te denkon, (lat vreemde kat
ten op kuikentjes loeren ln plaats van op
muizen.
Toen Boeltje het erf halverwege over was,
stond hij plotseling stil: een kin» ln het kip
penhok begou luid te kakelen en Koeltje
was hang, dat zo iedereen wakker zou ma
kon, Dat moest lilj trachten te verhinderen.
HU «tapt» naar de kip toe en zei: „Goeden
morgen, mevrouw. U heeft zeker juist een
prachtig el gelogd?"
„Een el?M kakolde de kip: „Praat me niet
van eieren. Ik aal nooit meer een el leggen,
Ze hebben luist twaalf mooie kuikens onder
mijn vleugel»
«breken?
geroep achter zich: „Hel daar, waoht eens
even". De mannen stonden stil en draalden
zich om. Daar kwam boer Prinsen aan en
de fiets.
„Wat heb jullie daar im die zak?" vroeg
hij, terwijl hU afstapte en zUn fiets tegen
den bo<xm zette.
„Dat gaat i* n,letf ®an «en van de
mannen. „Maar al» Je net graag wilt weten,
Lot «IJn wat bloemfcoolen, die we naar de
markt brengen."
(Dat wou Boeltje nu toch wel een» onder-
zoeken en hU spande al zijn krachten ln en
sprong op den zak. Zijn kleine scherpe
klauwtjes drongen er door heen en onmid
dellijk klonk het: „Piep, piep, piep" van ver
scheidene fijne stemmetjes.
„Eigenaardige bloem kool en!" zei de hoer:
„Kom vooruit, geef dadelijk mijn kuikens
terug." De dief weerde den boer af, nraaT
liet al gauw den zak vallen en ging op de
vlucht de velden in. Maar wat had de andere
dief in tussohen gedaan? Die was er met boer
Prinsens fiets vandoor gegaan. Toen de boer
den zak opgeraapt had en zich omdraaide,
zag hü een eindje verder den dief weg fiet
sen. En op den lastdrager achter den man
Z'St t j c
De boer holde met zijn kuikens terug naar
de boerderij en telefoneerde de politie in de
stad. „Mijn fiets is gestolen door een man,
die dadelijk wel in de stad zal komen. Achter
op den lastdrager zit eeri kleine zwarte kaf
Intusschen reed de dief of zijn leven er
van afhing. En Boeltje genoot van het heer
lijke zitje.
Maar toen de man de stad binnen fietste,
werd' hij door een politieagent aangehouden.
„Wat is er?" vroeg de dief. afstappend'.
De agent pakte de fiets beet. „Wel man", zei
hU- „Tk moet deze fiets hebben en jou erbij."
„Waarom?" stamelde de man.
„Wel, oom dat zwarte poesje," zei de agent.
De dief draaide zich om en zag nu pas
Roeltje zitten. „Dat is dat ellendige beest,
datbegon hU.
„(Hartelijk dank voor het heerlijke zitje",
zei Roeltje. Toen sprong hU van de fiets en
maakte dat hij weg kwam.
Oplossingen der vorige raadsels:
I. Haastig© spoed ls zelden goed.
Oase aas geit Ede els zon
spade heg Ida.
n. 1. Krokodil.
2. Struisvogel.
8. Olifant.
Goede oplossingen van belde raadsels ont
vangen van:
W. M. B.; A. de B.; G. de B.; F. en M. B.;
J. B.; T. B.: G. B.; A. D.; P. D.; T. D.; J. D.;
T. D.; A. D.; M. en T. v. E.; H. E.; A. en
H. F.; A. F.; W. G.; A. de G.; H. dé G.; M.
8. de G.; M. de H.; J. H.; M. v. d. H.; O. en
I. K.; H. J. v. d. K,; C. en N. K.; A. en W.
H. v. d. K.; J. (H. K.; O. en L. K.; M. de
fC.; T. de L.; J. L.; J. L.; C. J. v. M.; D. M,;
F. v. d. M.; M. N.; M. O.; 8. P.; F. G. v. P.;
W. C. R.; J. R.; F. O. A. C. R.; H. R.; H. J.
de R.; F. J. en M. 8.; N. 8.; J. de 8.; M. S.;
J. G. 8.; J. D. 8.; A. v. 8.; 8. T.; J. T.; J. V.;
H. v. V.; D. V.; A. en J. de V.; J. G. H. W.;
A. W.; 8. v. Z.; A. Z.; K A. Z.; B. v. Z.; W. IJ.
Nleowe raadsrls:
I. Van welk woord van vUf letters blijft
slechts een over, als men de voorste twee
otters wegneemt?
II. Kruisraadsel.
Op de staande en op de
v liggende kruis jesiyn
y beide moet hetzelfde
y - - woord komen.
Op het le rijtje een
XXXXXXXXX medeklinker; op het 2e
een voedsel voor kleine
kinderen; op het 8e let»,
waarop wjj leven; oj> bet
4e iets, waarnaar schip*
breukellngon vertin»
gend uitzien; op het 5e
een plaatsje ln Gelderland; op het fle iets,
dat imeni moet hebben <wn met den trein te
kunnen rel zon; op het 7e het teaenovorge-
stolde van trekken; op het 8e het tegonovor-
gestelde van arm; op het 9e weer een mede
klinker.
Ingezonden door een «Juttei^'.
vandaan gehaaldI Mijn hart is
gebroken."
„Vreeslijk", zei Boeltje. „ZUn ver
dronken? Iwt doet men met jonge poesjes.
Maar *e laten er meestal één leven."
„Domoor", kakelde de kip boos: „Alsof
wn ook zulk onnut goedje waren als Jonge
katten. Niemand zal ooit kuikens verdrin
ken !"^H
„St, stl" suste Roeltje, die ln zUn angst,
dat de boer wakker zou worden van het ge
kakel, niet eens hoorde, hoe onvriendelijk
de kip was. „Een beetje kalm, mevrouw. Wie
heeft uw lieve kuikentjes gestolen? Als het
een kat geweest is, dan moest ik maar liever
weer opstappen."
Een raam van het huis werd' geopend.
„Daar, dat dacht ik wei", mopperde Roel.
„Geen muizen voor mij. Bedaar maar,
mevrouw kip, daar komt de boer aan en ik'
ga er vandoor om te zien, of ik iets voor u
kan doen."
En Roeltje holde het erf af en den weg
naar de stad op.
IL
Het duurde niet lang, voor Roeltje de die
ven inhaalde. Halverwege de stad zag hi,
twee (mannen loopen en een van hen droeg
een zak over den schouder.
„Ik hoop, dat ze de kuiken® niet vennoord
hebben", dacht Roeltje.
HU liep tot vlak achter de mannen en
luisterde, maar hU hoorde geen geluid ui
den zak komen. Doch dat wild© nog niets
zeggen, want een stel kuikentjes, zoo bi
elkander geperst ln een zak, zullen door
gaans niet veel leven maken.
Ineens hoorden de mannen en poes een
I Goorge: Jouw vrouw krijgt natuurlijk
«--we* ln alle» haar tin - 1« 't niet!....
Karei: - Jo kunt vindon wat je wilt, maar
er ia nleta van aanAlt dat waar wa», dan
zou ze om te beginnen nu 28 wezen inplaats
van 89....
Ik verzeker u dat Ik het meer dan ver
velend vind.... dat Ik 't 'n groot schandaal'
van de spoorweg-autoriteiten vindmor
de een reiziger op een klein stationnetje.
altijd en iederen dag opnieuw zijn die lokaal-
treiüen over tijd--
Ik ben' het heelemaal niet met u eens
weersprak de stationchef.... waarvoor
zou er dan op ons station 'n wachtkamer
noodig zjjm, als de reizigers nooit hoefden
te wachten!....
Uw buurman ls blijkbaar voor den vrede
tot eiken prijs, niet?
Hebt u 't ook gemerkt?.... De klee-
ren van zijn vrouw 'Zijn altijd buitensporig
Kost Düür I
Bij een huiselijke twist man tegen vrouw:
Je weet heel goed, de man ls het hoofd!
van de echtvereeniglng.
rouw: Ja, en de vrouw is het nekje, eh
als het nekje niet draaien wil, doet het
hoofd „niets".
Het .Enschede'sch Advertentieblad'' publi
ceert openlijk en zonder schaamte het vol
gende:
Iemand gevraagd om toU zich aan huls
om de 14 dagen een, klein WASCHJE
te doen aan een juffrouw.
Die kranten nemen toch tegenwoordig
maar letterlijk Alle* op!
1—2 20
4—0 15
/AHlnP 1* Tlinnr /t'Ktfru ww jw
„Een katf' riep de kip: „Geen kat zou
ooit kans zien mijin kuikens te stelen! Het
waren twee roevers en ze gingen den weg
op naar de stad. Daar zullen vandaag mljin
lievelingen wel verkocht worden op de
markt. Tok, tok, tok!"
De tijden worden slecht!