T
Tweede Blad.
DE BANK VAN WISSELINK
VAN ZATERDAG 27 MEI 1922.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Volgestort Kapitaal: f l.OOO.OOO,
Reservefonds: f 270.000,
Door de leden van den Armenraad is
tot voorzitter van genoemden Raad be
noemd, in de plaats van Ds. A. E. van Griet-
buysen, de heer G. A. Niessink te Huisdui
nen. Het Bestuur van den Raad is:
Mevr. M. de BoerJongkees.
J. Bommel
P. van Dalen.
J. A. Lijdsman.
L. Rumpff, secretaris.
De levering van aardappelen ten be
hoeve van de troepen in het garnizoen Hel
der gedurende de maand Juni is opgedragen
aan C. van Os alhier, tegen den prijs van
8.99 per 100 K.G.
Candldatnnr Tweede Kamer.
In de posteditie vam ons vorig no. zijn
abusievelijk de lijsten van Wormerveersche
èn Texelsche kiezers (C. Busch en H.
Braam) geplaatst onder de lijsten van den
Bond van belastimgbebalenden. Dit zijn even
wel twee zelfstandige lijsten. In de stads
editie is de lout hersteld.
De warmtegolf en het onweer.
De onweersbui van Donderdagmorgen
heeft de atmosfeer opgefrischt, en de schier
ondragelijke hitte der laatste dagen gebro
ken. De warmte-recordaag van Maandag,
waarvan wij melding hebben gemaakt, werd
Dinsdag en Woensdag nog overtroffen; in
de Bilt steeg de thermometer Woensdag tot
33.6° C., dat is bijna 921/»0 Fahrenheit. Gro
ningen meldde omstreeks 34 gr., Maastricht
34.3, VLissingen zelfs 34.9° C.l Deze laatste
temperatuur, gelijkstaande met bijna 95°
Fahrenheit, (94.82) is in Vlissingen in geen
enkelen zomer, laat staan dus in Mei,- ooit
voorgekomen.
Geen wonder dan ook, dat tallooze onge
vallen worden gemeld', waaraan de buiten
gewone warmte schuld is. In Rotterdam zak
te een 38-jarige havenarbeider, door een
'zonnesteek getroffen), nabij zijn woning in
een. Een schilder, door de hitte bevangen,
Stortte van een ladder naar beneden. In vrij
ernstigen toestand werd hjj naar het zieken
huis vervoerd. Op eene wandeling door de
duinen van Schoorl naar Bergen aan Zee
werd de heer K. uit Amsterdam, die met zijn
fechtgenoote een bezoek had gebracht aan
zijn broeder, den burgemeester van Callants-
oog, door een zonnesteek getroffen. Een ont
boden geneesheer kon slechts den dood con-
stateeren. Te Zevenaar zijn drie meisjes op
de sigarettenfabriek in zwijm gevallen.
Wij zijn hier in dit opzicht altijd, in het
voordeel, zooals wij de vorige maal al be
toogden. Toch hebben wij ook hier van de
warmte last gehad, en de onweersbui, die
Donderdagmorgen kort maar tamelijk hevig,
boven ons hoofd losbarstte, heeft in den let
terlijken zin des woords ontspanning ge
bracht.
't Begon met geweldig groote druppels
regen. Eerst enkele, maar na eenige oogene
blikken meerdere, en toen vielen er groote
hagelsteenen tusschendoor. Zij, die nog niet
het strand bereikt hadden, haastten zich
(rechtsomkeert te maken en hun woning op
te zoeken. Maar de strandbezoekers zelf wa-
iren er, zooals elders in een artikeltje in dit
.nummer betoogd wordt, nog het best aan toe,
want zij vonden in het 'badpaviljoen een
gastvrij en veilig tehuis.
't Slimst was het voor de kinderen, die
onderweg waren. Natuurlijk, niemand bad
aan zulk weer gedacht, en vele kinderen wa
ren dan ook, tezamen met buurvriendjes en
vriendinnetjes, met schopjes en emmertjes,
vol moed1 den langen tocht begonnen. Alle
maal in de beste pakjes, de meisjes in schoo-
ne lichte zomerjurkjes, met frissche linten
in1 de haren. Och armel hoe keerden ze na
'eenige oogenfolikken huiswaarts! De pas ge
kamde en geborsteld© haren hingen in natte,
druipende .p'ieken terneer, de mooie jurkjes
waren verfomfaaid', alle stijfsel d'r uit, de
kraagjes van de jongens gaven blauwe vlek
ken op het bloesje. En de haarlintjes
ach, ach, wat was alles nat!
Af en to© zag j© een oudere met een fiets,
waarop een of twee druipende kinderen za
ten, en die met een flink vaartje naar huis
trapte. Een tentwagentje, waarin een man
met een kind, zette gauw den kap op en
pikte onderweg een familie op, zoodat het
paardje met een gansch vrachtje huistoe
reed1. De straten dreven, de goten konden de
geweldige hoeveelheden water niet verzwel
gen, zoodat het In een oogwenk een ware
modderpoel leek.
De bui duurde maar kort: hoogstons tien
minuten. Toen zakte alles af, de regen hield
op, de zon, die af en toe al eens was wezen
kijken, begon weer in volle glorie te schij
nen, en de straten dampten dat bet zoo n
aard had. En een kwartier na d© bui was
alles weer bij het oude. Behalve dan de natte
bloesjes enzoovoort, en de verregende Zon-
düfiffichö ldc^rön.»
Dat overigens deze hittegolf blijkbaar
slechts van zeer beperkte grenzen was, be
wijzen de metereologische berichten. Wil
ontvingen Vrijdagmorgen onderstaand be
richt uit Engeland:
Londen 25 Mei. Een buitengewoon hevig
onweder ontlastte zich hedenmorgen over
Londen. Een kerktoren in het noorden van
I onden werd' door den bliksem getroffen,
waardoor een gat van mansgroott© gemaakt
Xl. Een aantal huizen werden eveneens
getroffen en 'beschadigd. Het onweer werd
gevolgd door een welkome ontspanning \an
de hittegolf, die men sedert 3
ondervonden. Een merkwaardig t)
is het feit, dat, terwijl men in Londen en het
Zuidoosten vol was van de wamte, in t
overige gedeelte guur weder heelt ge
heerscht. In Glasgow en andere deelen
Schotland wees d© thermometer hedennacht
het vriespunt aan.
Eerste Steenlegging Betonwonlngblok.
Zooals bekend hebben de faeeren Staalman
en Baak een vennootschap gesticht tot nei
bouwen van een blok woningen, die princi
pieel van de andere woningen verschillen
doordat ze van gestampt beton zullen wor
den gemaakt. Architect hiervoor is d© heer
Tim-man, de Oo. van de Vennootschap, die
een vijfentwintig-tal woningen ontworpen
heeft. Deze zullen komen op een terrein ach
ter de van Hogendorpstraat en Woensdag
middag had hiervan de eerste-srteenlegging
plaats. Dit geschiedde door den -burgemees
ter, den heer Houwing; mede was aanwezig
d© wethouder van finantiën, de heer de
Zwart, alsmede de gemeente-bouwmeester,
'de heer Kasbelijn.
De heer Staalman bracht in zijn toespraak
allereerst dank aan deze beide heeren voor
hun tegenwoordigheid. Spr. wees op het
bizonder karakter dezer eerste-steenlegging.
Opzichzelf is reeds het leggen van den eer
sten steen van een nieuw blok huizen een
gedenkwaardigheid, maar juist omdat het
hier iets nieuws betreft, is deze gebeurtenis
merkwaardig te noemen. In andere plaatsen
is betonbouw al toegepast, hier geschiedt
dit thans voor het eerst, en het is dus be
grijpelijk, dait de burgemeester hierbij aan
wezig wilde zijn, waar het hier een nieuw
systeem betreft en de huizen eeni nieuw
soort worden.
Hoe zijn wij er toe gekomen deze wonin
gen te bouwen? vroeg spr. De bestaande
woningnood en de heerschende werkeloos
heid waren oorzaak, dat de heer Baak teza
men met spr. beraadslaagde of niet op de
een of andere wijze daarin kon worden voor
zien;. In andere plaatsen hadden wij dezen
bouwtrant bezichtigd', en geinfonneerd of
de betonbouw daar voldeed; wij kwamen tot
de conclusie, dat dit de bouw der toekomst
zou zijn. Zoo werd, met rijkssteun, hier be
gonnen met een werk, dat in d© toekomst
nog vaak zal worden toegepast.
Maar wij staan hier ook als toekomstige
eigenares, aldus ging de heer Staalman
voort. Het door ons ontworpen huursysteem
leidde ertoe, dat de toekomstige bewoners
na een zeker aantal jaren de woningen in
eigendom zouden krijgen. Met een kleine
hypotheek kan d'at geschieden. Het succes
was reeds dadelijk groot; voor de 25 gepro
jecteerde woningen meldden zich aanstonds
al 127 koopers aan. Getracht zal worden,
thans een tweede complex te bouwen.
Tenslotte dankt spr. het gemeentebestuur
voor zijn hulp en steun, en vraagt die ook
voor de toekomst; dankt ook den heer Kas-
telijn en de pers voor hunne tegenwoordig
heid en noodigt vervolgens den burgemees
ter uit tot de plechtigheid te willen over
gaan.
De Burgemeester, hierop het woord ver
krijgend, zal gaarne aan het verzoek van
de heer Staalman voldoen. Deze bouw is
een bewijs, dat de heeren Staalman, Baak
Co. willen medewerken aan de oplossing van
den heerschenden woningnood, en willen
trachten een© oplossing te vinden nu die
in een acuut stadium is gekomen. Spr. hoopt
dat in de toekomst de woningnood langzamer
hand tot het verleden zal gaan behooren.
Nadat de eerstesteenlegging thans door
den Burgemeester was geschied, begaven de
aanwezigen zich naar de directóekeet waar
de gebruikelijke eerewijn en -limonade aan
geboden werd.
De geprojecteerde 25 woningen zijn in
twee typen ontworpen, die echter slechts
uiterlijk eenig verschil toornen. De binnen-
constructie is voor alle huizen dezelfde. Zij
bestaan beneden uit een kamer van 4,23 X
3,40 M., en een kleiner© van 2.20 X 2,26 M.,
benevens een keuken van 3.10 X 2,30 M.
Boven is een groot portaal en drie slaapka
mers, resp. 3 X 3, 2,80 X 2,30 en 2,30 X 2,60
M. oppervlak. Verder is er nog een zoldertje
en een vlierinkje. Een paar hoekhuizen krij
gen een plantsoentje voor hun deur.
Zooals gezegd zijn de huizen geheel van
gestampt beton; evenwel wordt voor de uit
waseming een houten beschot langs de mu
ren aangebracht, omdat ze uit den aard der
zaak niet zoo poreus zijn als baksteenwonin
gen.
De huizen zijn over een maand of vier
klaar.
De Blauwe Week.
Een plastische en teekenend© volksuit-
druking om iets te kwalificeeren is wel het
gezegde „een dood kind met een laan
handje". Welnu, dat kan zonder overdrij
ving worden geconstateerd van de actie der
Heldersche drankbestrijders, die op Hemel
vaartsdag hun „blauwe week" inzetten,
week, die gewijd is aan die propaganda voor
de geheel-onthouding. Er was niet de minste
belangstelling voor de openluohtmeeting op
het terrein 'naast het Bondsgebouw, met
welke meeting de „blauwe week" aanving.
In de Prins Hendriklaan hing, hoog tus-
echen het groen' der boomen, een doek met
een geheelonthoudersspreuk. Verder was er
niets, nlöts, niets. Zelfis het feit, dat de toe
gang geheel 'gratis was, kon de mensohen
niet verlokken tot komen.
Te drie uur stond een klein clubje men
sohen, in hoofdzaak bestaande uit leden van
de verschilende vereenigingen hier ter
stede, op het terrein bijeen, in afwachting
van het pulbliek, dat niet kwam opdagen.
Tegen half vier zou men maar beginnen,
in de hoop, dat dan wellicht nog enkelen
zouden komen. Dit geschiedde dan ook in
derdaad, zoodat er tenslotte misschien een
veertig, vijftig mensohen op het terrein
^Er1'waren twee sprekers aangekondigd,
doch alleen de heer Bern. C. Franke van
Amsterdam, was gekomen.
HU vertelde van een Engelsoh propagan
dist, die ergens spreken zou en toen, in de
zaal komende. daar één man vond. Hij
vond het voor d'ezen man niet billijk als hij
hem teleurstelde en dus hield hij zijn speeoh
voor den ©enen toehoorder. En ziet! deze
eene man luisterde aandachtig, en werd la-
(ter een vooraanstaand strijder in de gelede
ren. En hier was het ©enigszins hetzelfde,
en zij, die dezen middag gekomen waren,
hadden recht op een rede. Waaraan is dat
weinige publiek eigenlijk toeteschrijven?
Ach, de mensohen zeggen: wij weten nu wel
zoo ongeveer wat de geheel-onthouders wil
len. Jawel, maar men handelt er met naar,
en weet het dus blijkbaar onvoldoende. H
gaat er mee als tijdens den oorlog: wij
nen aan de vreeslijke ellende, zij gaat g
ons heen, wij denken er naet over na hoe
ontzettend groot het leed is, dat doo
drank wordt veroorzaakt
Wat moet je daar nu, als
doen? Van de laten we JOOWtewo-
ners onzer stad, waren 0^ 2995
schenen: moeten wij' voor die v g
doen van iets, dat ze niet mteressee
geloof, dat ik maar naar huis .ga zei de
verslaggever. Maar hjj gmt? niet.
later hem een van de jongeren vroeg of hij
Ingezonden Mededeeling.
ANNO 1886
DE BANK: opent Rekening-Courant en Chequerekeningen met rentevergoeding,
Incasseert en disconteert Handelipapler op binnen- sn buitenland,
n verleent Bedrljfecredieten san Landbouw, Handel an Industrie,
belast zich met dan aan- sn varkoop van Effecten voor geldbelegging,
neemt gelden In deposito tegen de
navolgende rente:
met 1 dag opzegging: 3 °/0
voor 1 maand vast: 3'/4
3 ii ii 3'/j
6 ii ii 4
1 iaar 4'/ï -
Voor andere termijnen, zoomede voor
groote bedragen, kunnen aparte voorwaar
den worden vastgesteld.
II
II
verhuurt In hare zwaar geconstrueerde
Safe-depoelt loketten, waarvan de
huur bedraagt:
Model A per Jaar: f 8,—
ii e ii f 10,
c fiv
Dh inrichting biedt tevens gelegenheid
tot berging van koffers en tot plaatsing
van eigen brandkasten der cliSntsn.
nu toch maar niet ©eni verslagje zou geven
omdat het zoo'n mooie rede was, toen liet-ie,
vol trots, een heele massa aanteekeningen
zien: kijk eens wat ik allemaal genoteerd
heb! Het bloed kruipt waar het niet gaan
kan!
Toch is hot met ©enig© aarzeling, dat wij
deze paarlon worpen voor de.ja, 't is
geen erg aardig woord, wat nu volgt en ik
moest hot maar liever niet zeggen. Ofschoon
eoni varken heusch een aardig dier is. Dat
valt erg mee, alleen je moet met ze om
kunnen gaan. Ze hebben een beetje dikke
huid, en je moet nogal hardhandig naien-,
willen ze er iets van voelen. Maar dan knor
ren ze ook van pleizier. En jonge biggetje©
zijn wat eenj aardige beestjes 1 Heelemaal
rosé lijfjes hebben ze. En omdat jonge var
kentjes zulke leuke diertjes zijn, zal ik dan
ook maar vertellen wat meneer Franke zoo
al zeide.
Hij begon met er op te wijzen, dat Neder
land jaarlijks 800 xnillioen gulden uitgeeft
aan sterken drank, dat is, in 1920, 43,
per hoofd van de bevolking. En het ergste
is niet, dat dit geld uitgegeven wordt,
maar wat er voor gekocht wordt, is een ont
zaggelijke hoeveelheid ellende. Ellende aan
verwoeste gezondheid, ellende aan onge
lukken, ellende aan krankzinnigheid, ellende
tenslotte aan (misdaad. Met uitspraken van
deskundigen werd dit bewezen. De genees
heer-directeur van het bekende sanatorium
Hellendoorn, dr. Vos, heeft in een brochure
uiteengezet welk verband er bestaat tus-
scben alcohol en tuberculose.
Wat beweegt de menschen om door te
gaan met het gebruiken van alcohol, hoewel
ze weten, dat er zooveel maatschappelijke
ellende uit ontstaat? In hoofdzaak wel de
drinkgewoonte, en eerst als die is uitgeroeid,
zal men met vrucht werkzaam kunnen zijn.
De invloed van het voorbeeld is groot, en
ook van den matigen drinker, ja van hem
vooral, gaat een invloed ten kwade uit. De
matige drinkers zijn verantwoordelijk voor
het gebruik van de niet matige, en het is
het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel,
dat den mensch weerhoudt het drankge
bruik af te schaffen.
.Matigheid zal niet schaden". Hoe matiger
gij zjjt, des te schuldiger staat gij aan het
misbruik van anderen, antwoordt spr. Dat
klinkt hard, maar het is de zuivere waarheid.
De sterken verleiden de zwakken; ook de
ergste dronkaard heeft niet de bedoeling ge
had een dronkaard te worden toen hij zijn
eerste glas dronk. De kern van het vraag
stuk schuilt dan ook in de matigheid.
„Wij willen vrijblijven". Uw beroep op uw
vrijheid is valsoh, antwoordt spr. Als gij ma
tige drinkers ons overigens gelijk moet ge
ven, dat de matigheid het begin is van het
kwaad, en als gij dan met een beroep op
uw „vrijheid" uw drinkgewoonte verdedigt,
bewijst ge daardoor niet vrij te zijn, bewijst
ge de slaaf te zijn van uw drinkgewoonte,
hoe matig die dan ook zij. Uw vrijheid is
onvrijheid, is slavernij.
„De drankindustrie zal tenietgaan, daar
door ontstaat groote werkeloosheid, enz."
Ten eerste zal het ideaal eener drank vrije
samenleving niet zoo ineens verwezenlijkt
worden. Daarvoor is een overgangsproces
noodig, eni in dien overgangstijd zal het thans
in den drankhandel gestoken kapitaal gelei
delijk een andere bestemming krijgen. Ver
der is er gèen enkele industrie in ons land,
waar in verhouding tot de daarin gestoken
kapitalen een zoo klein aantal arbeiders
werken. Indien dus d© drankindustrie ten-
onder zou gaan, zou een groot kapitaal vrij
komen, dat in staat zal wezen aan veel
meer arbeiders werk te geven dan thans het
geval is. Het verdwijnen van het drankkapi
taal is dus een economische noodzakelijk
heid voor de maatschappij. Bovendien werkt
de industrie nog op andere wijze onecono
misch door haar buitengewoon groot 'brand-
stoffengebruik.
Wij hebben volstrekt niet de illusie, dat
wij 100 van ons gehoor bekeereru. Daar
om is de steun noodig van de overheid, van
den wetgever, die zich thans al op een stand
punt plaatst, dat de verkoop van drank niet
gelijkgesteld is met dien; van andere con
sumptie-artikelen. Maar wij willen verder
gaan en tenslotte de drinkgelegenheden
doen verdwijnen. Dat kan alleen indien deze
oyertuiging wortelt in den mensch zeiven.
Èn in dit verband kwam de spr. thans op
het beginsel dur plaatselijke keuze, waarbij
in elke plaats de bevolking zelve zich uit
spreekt voor het al of niet instandhouden
der drankgelegenheden.
En zooals tenslotte, dank zij de hardnek
kigheid' waarmede de Romeinsohe bevelheb
ber Cato in den senaat achter elk zijner re
devoeringen de zinsnede invlocht: ik ben van
meening, dat Carthago verwoest moet wor
den, deze stad verwoest werd, zoo moet
iedere drankbestrijder achter elk zijner re
devoeringen zeggen: de drank moet uit de
samenleving verdwijnen!
Toen was het afgeloopen en het zielige
troepje dat des sprekers gehoor vormde,
verspreidde zich. De zon scheen even stra
lend als te voren, de vogeltjes zongen kwet
terend in de boomen) en struiken van ons
fraaie plantsoentje, juist zooals zij straks
deden, de menschen met hun stoomfietsen
en ander lawaai maakten precies hetzelfde
triestige figuur in de straten als tevoren;
en de wereld draaide verder.
Zou er heusch één enkel rosé biggetje
zijn, dat uit deze trog mee wil eten?.
Vergadering 8. D. A. P.
Woensdagavond hield de afdeeling Hel
der der S. D. A. P. eene openbare vergade
ring in „Casino" waar als sprekers optraden
de heeren D. C. A. de Zwart, wethouder van
Helder en C. Thomassen van Bussum. can-
didaat voor de Tweede Kamer.
De zangvereeniging „Kunst aan 't Volk",
directeur de heer C. W. Rusting, zong
eenige van die pakkende, vurige strijdlie
deren, die tot het monopolie van de SJD.AJ3.
behooren.
De Voorzitter, de heer Verstegen opent
pijn. kwart voor 9 de vergadering, die min
der druk bezocht is dan andere vergaderin
gen van de s.d.a.p., maar toch beter dan die
van de vrijz.-dem., hetgeen er op wijst, zegt
spr., dat er toch nog altijd meer belangstel
ling voor onze beginselen is dan onder de
vrijzinnigen voor de hunne. Want de heer
Marchant was de leider der vrijz. partij, ter
wijl Thomassen volstrekt geen leider van de
onzen is.
De heer de Zwart was de eerste, die het
woord voerde. Spr., die eigenlijk naar hij
zeide tot de politieke slapers behoort, moest
min of meer onvoorbereid hier eene redevoe
ring houden. Toen spr. zich een beetje ging
voorbereiden, viel zijn oog op een bericht
in een R. K. blaadje, waarin stond, dat in
geen geval gedacht kon worden aan samen
werking met de s.d.a.p.
Toen een 25 jaar geleden de partij werd
opgericht, was er vaak geen zaal beschik
baar voor de verkondiging onzer beginselen.
Als strijdpunt stond op het programma alge
meen kiesrecht, en alle bestaande partijen
lachten ons smakelijk uit over die leus. Het
was alzoo uiterst moeilijk onze beginselen
toe te passen of ingang te doen vinden. Toch
is de soc.-dem. gegroeid, met het resultaat,
dat verschillende partijen achtereenvolgens
verklaarden vóór algemeen kiesrecht te zijn.
En meer en meer is sedert in' sociale rich
ting gewerkt geworden: Het staatspensioen
is verkregen, en het was juist de partij der
vrij!z.-dem., die zich altijd vastklampte aan
de verplichte verzekering. De partij en haar
invloed is meer en meer gegroeid, maar ook
is meer en meer de scheidingslijn getrokken
tussch en geloof en ongeloof. Daarom kon bij
de recbtsche partijen een groote aanhang
van arbeiders blijven, en het is wel typee
rend, dat bij deze arbeiders thans meer en
meer de oogen opengaan.
De oorlog heeft vele begrippen veranderd,
en de groote beteekenis geleerd van de ar
beidersbeweging. En noodgedwongen heeft
men den arbeiders meer en meer zegging
schap moeten geven. En het is teekenend,
dat zij, die de arbeiders in 1918 gouden ber
gen beloofden, thans meer en meer terug
krabbelen.
Spr. behandelt nu de gebeurtenissen na
Nov. 1918: de 8-urendag kon aanvankelijk
niet eens op de agenda der Tweede Kamer
komen, thans is zij een feit. Als wij nagaan,
dat de eerste maal, dat deze eisch op een con
gres werd uitgesproken, zelfs de arbeiders er
niet veel voor voelden, en we gaan dan na
wat tenslotte bereikt is, dan is dat niet het
gevolg van „de vaste lijn" van de vrijztoem.
noch ook van de propaganda van andere par-t
tijen. Neen, dan is dat te danken aan de pro
paganda van onszelven, waardoor meer en
meer ook andere arbeiders zich achter ons
schaarden.
De socialisatie is een van de practische
punten die tegenwoordig naar voren worden
gebracht, en alweder zijn het de kopstukken
van de andere partijen, die zeggen, dat het
niet kan.
Nog heden ten dage geldt de tegenstel
ling tusschen geloof e#i ongeloof, en het
zijn juist de rechtsche partilen die zich ver-
eenigden op dezen grondslag van het geloof.
Vandaar dat met name de katholieken het
als doodzonde beschouwen met ons samen te
werken. Én vóór de verkiezingen reeds kan
men bemerken, dat de katholieke leiders hun
voelhorens reeds hebben uitgestoken, en
men weet nog niet wat er aan de hand is,
maar men voelt dat die tegenstelling tus
schen geloof en ongeloof niet zal blijven be
staan. En deze bewering in dit orgaan van de
r.-k. staatspartij geeft ons moed, omdat onze
tegenstanders hiermede uitspreken, dat zij
erkennen, dat de soc.-dem. wederom een
schrede vooruit zal gaan bij deze verkiezin
gen. En als het zoover komt, dat wij elkan
der zullen moeten vinden op een bepaald
program, zal niet allereerst de vraag voor
zitten, of wij mede-regeeren zullen, maar
wel zullen wij trachten zooveel mogelijk te
realiseeren wat wij op ons program hebben
staan.
Niet de propaganda van den spreker heeft
de soc.-dem. gebracht tot haar invloed van
thans, maar het roode leger heeft zelf, hoofd
voor hoofd, de propanganda ter hand geno
men. Het is gegaan als met den sneeuwbal,
die steeds grooter wordt: de soc.-dem. heb
ben in tegenstelling met de burgerlijke par
tijen, die steeds aangewezen zijn op één be
paald leider, steeds zelf hun beginselen uit
gedragen naar buiten en steeds meer en
meer volk toegevoegd aan dat roode leger.
Spr. wijst op den grooten invloed van de
eigen pers en de propaganda en de noodza
kelijkheid om te verspreiden, etc.
Na een korte pauze kreeg de heer Thomas
sen het woord. Deze wees er op, dat ofschoon
de vergadering niet zoo druk bezocht is als
andere, de partij het desnoods wel zander
vergaderingen kan, als er maar flink aan
gepakt wordt. Het is een heele prestatie voor
een klein landje als het onze om 50 politie
ke partijen uit den grond te stampen. Heel
veel teekening is er nog niet in den poli-
tieken strijd, en dat komt voornamelijk door
de negatieve leuzen van de tegenpartijen.
Reactie en bezuiniging, dat is het parool ©n
vooral de Vrijheidsbonder zal het u zeggen,
dat gij hard moet zijn, niet tegen hem,
maar tegen de arbeiders.
Wij gaan óók een bezuinigingslied aan
heffen, maar daarmee stemmen de anderen
niet in. De eerste bezuiniging die op ons pro
gram staat is ontwapening. In den loop van
het jaar wordt het voor oorlog en marine
140 millioen; er staan er al 182 op papier.
En als de militaristen vast op hun voeten
komen te staan, wordt er overal afgeknepen,
om oorlog en vloot op te voeren. En op 81
December is er niets meer van al die mil-
lioenen over. Wat hebben ze er mee gedaan?
Ze hebben er 21500 van onze jonge man
nen voor uit hun werk gehaald. En wat heb
ben ze die geleerd? In de eerste plaats het
lijntrekken, en dan hun eigenlijke taak: ver
moorden van hun med©menschen. Ook heb
ben ze aan een stuk of wat forten gewerkt,
maar het geld is hopeloos weg. En dat ge
schiedt van geld. dat aaii ons ontnomen is.
Er zou voor die 140 millioep nog wel een
en ander kunnen geschieden, b.v. op gebied
van woningbouw. Een ambtenaar van het
Bureau voor Statistiek becijferde dat we nog
160.000 woningen noodig hadden, als we
ieder een behoorlijke wilden geven. Welk
een ellende wordt in dit cijfer uitgedrukt!
In het Volk hebben we er een en ander van
kunnen lezen, waar tientallen en honderd
tallen gezinnen in zelf vervaardigde krot
ten wonen. Dat geschiedt onder de christelij
ke regeering van Nederland, die thans den
woningbouw tegenhoudt. Wat er uit slechte
woningbouw voortkomt aan schade voor de
maatschappij, is meer dan thans met 140 mil
lioen wordt bereikt.
Een ander deel van die milllcenen zouden
we kunnen besteden aan behoorlijk volks-
onderwijs.Hierop wil men niet bezuinigen!
Het resultaat dat men met de hiervoor be
steedde gelden bereikt kan men niet op een
schaaltje afwegen, maar onze kinderen pro-
fiteeren ervan.
We zouden het ouderdomspensioen wat
kunnen verbeteren. Alweer geen tastbaar re
sultaat straks. Maar de levensvreugde, in die
gezinnen gebracht, ware niet te tellen.
Zou er één In Nederland zijn, die meent,
dat we met die millioenen een vijand buiten
ons land zouden kunnen houden? Niet één
is er, ook geen militarist. Deze oorlog kan
ons geleerd hebben, dat we met een paar
millioenen niets doen kunnen, daar gaan dui
zenden millioenen mee heen. De moderne
techniek spot met alles wat wij zouden kun
nen doen.
Een Amerikaan heeft een schets gegeven
van de toekomstige oorlogvoering met gif
tige gassen. Eén gifbom doodt in een diame
ter van een kilometer alles, mensch en
dier. Waarschijnlijk hebben de Duitschers
dat ook al gekend, maar niet meer toe kun
nen passen. Ze hoeven de grenzen niet over,
ze komen eenvoudig door de lucht.
Wij soc.-dem moeten beginnen met te zeg
gen: wy geven voor den oorlog geen cent
meer. De oude Romeinen zeiden: als gij
den vrede wilt, bereid u ten oorlog. Deze
oorlog heeft ons de onwaarheid ervan ge
leerd. Wie den vrede wil, moet zich voor
den vrede uitrusten.
De militaristen kunnen niet anders dan
zich voor den oorlog klaarmaken: zij moe
ten op een bepaald oogenblik het volk laten
zien dat ze toch óók waar krijgen voor al
dat geld.
Wagen wij niet te veel als wij ons ontwa
penen? Als wij ons wapenen zooals wij thans
doen voeren wij ouize jongens ter slachtbank.
Er ligt een geheim rapport tei griffie van
de Tweede Kamer, waarin staat, dat met de
nieuwe ïegerwet onze jongens absoluut on
voldoende beschermd zijn. Wij kunnen in de
verste verte niet ons voldoende toerusten, en
bovendien lokken we oorlogvoerenden uit
ons in den oorlog te betrekken. Ontwapenen
we, dan zijn we uit krijgskundig oogpunt
niets. Wat zou er gebeuren als dan toch een
der oorlogvoerende partijen ons land intrekt?
Misschien óók met veel moois, maar in elk
geval zouden wij een voorbeeld geven, dat
van zedelijk oogpunt zoo ontzaglijk in be
teekenis is. Ook enkele burgerlijke partijen,
van prof. Heeres etc., staan op dit zelfde
standpunt. In den ouden tijd, toen het man
tegen man ging, kon er nog iets moois In
zitten, maar de moderne oorlog wordt ge
voerd zonder dat men elkander ziet.
Is het wonder, dat nu, na dezen vreeselij-
ken oorlog, niet een stem opgaat om een
voorbeeld te geven aan andere landen? In
dien ooit de gelegenheid schoon was, is dat
nu, en daarom staat die ontwapening op ons
program.
De Vrijheidsbonder zegt: wij kunnen dat
niet; uw eigen Belgische partijgenooten wil
len een leger. Dit is halve waarheid, zij
staan niet op ons standpunt, maar zij gin
gen zoover met hun eisch tot ontwapening,
dat de katholieken niet langer met hen mee
wilden gaan.
Bezuiniging op oorlog wijzen de Vrijbelds-
bonders af; van Gijn neeit dat te Amers
foort gezegd.
Ook bulten oorlog en marine is bezuini
ging noodig. De arbeiders moeten minder
loon hebben, zegt men. Als de Holl. Spoor
tekort komt, begint ze op arbeiders te be
zuinigen. Maar ze begint niet aan den an
deren kant door de aandeelhouders minder
dividend uit te keeren. Zou zij dat willen,
dan waren de kranten te klein voor alle pro
testen. Maar als men op de arbeiders bezui
nigen wil, zwijgen alle kranten.
Als er niet is, moeten wij er ons bij neer
leggen. Maar er is wel, alleen is het slecht
georganiseerd: de arbeider komt achteraan
als er geprofiteerd moet worden, en vooraan
als er bezuinigd zal worden.
Is de maatschappij in haar tegenwoordi-
gen vorm waard er één stap voor te ver
zetten? Waarom moeten er thans in Rus
land millioenen aan den hongerdood zijn
overgegeven, terwijl in Amerika het graan
ligt te rotten, en geen macht ter wereld de
leege schepen in Amsterdam en Rotterdam
in beweging kan zetten om dat graan te
halen. Geen macht ter wereld. alleen het
goud, de winst, die kan het.
Wy kunnen persoonlek weinig doen.
Slechts een 25000 kiezers kuurnen één candi-
daat kiezen en als wij niet zoo wanhopig ver
deeld waren, zouden we hier straks een so
cialistisch ministerie hebben. Want de ar
beiders zijn verreweg in de meerderheid.
Er zitten er 22 van ons in de Kamer, ook
in 1918 waren er 22, maar toen was er nog
wat anders: er was de geest, die hen een
groote macht gaf. Thans ontbreekt die
macht. Spr. wekt de aanwezigen op den goe
den geest te wekken in de menschen. Gy
moet propagandist worden voor de goede