eOQ ROEST
T
populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 10 Juni
DE INBRAAK
IN DE „BIJENKORF".
NO. 24. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Geen flhn in de kast.
Berlijn!
Mateloos groote FilmstadOnafzienbare
terreinen.
Bouwwerken van Richter, den beroemden
Richter, in Oostersche pracht.Lang ver
gane schoonheid uit den tijd der Pharao's
hifer opnieuw verrezen."n Sprookje uit
dien sprookjesachtigen Oriënt....
Er zal gefilmd worden.Historisch dra
ma uit den tijd der prachtlievemde Pharao's.
Vijf duizend mam' oproerige eni oorlogs
zuchtige Egyptenaren loopen drentelend
rond. ïn de weelderige harem zitten de weel
derige vrouwen verveeld.... De breed©
trappen naar heLPaleis van Pharao zijn vor-
laten. De geheimzinnige schatkamer ligt
troosteloos.
Er is geen zon!
En wat is Egypte wat *n sprookje uit
den Oriënt wat "n zwoele harem wat la
het land en de pracht van Pharao zonder
zon?.
Op het verlatenplatvorm van een Egyp
tisch gebouw koelte zoekend in "in streek
wind staat LubitschAam rijm voeten
ligt Lydia Salmonowa, dochter van Paul We-
gener, den koning der Aethiopiers.Har-
ry Liedke staat besluiteloos met zhi tuilband
in de hand. Baeserman de Egyptische
bouwmeester, drinkt Berlijnsche kwast met
Koning Wegener zelf!.
Het wachten is op de zon!
En de zon komt mlet.
De kalmte van het monsterachtig groote
filmatelier wordt overstroomd van' dorstige
Egyptenaren. In de telephoonoentrale slaapt
de juffrouw naast de enorme schakelborden.
De chauffeurs van de auto des heeren Ge-
neral-di rector Davldson zitten te knikkebol
len in de tonneau,
Egypte ligt daar als uitgestorven Al
leen in de verschillende schaduwhoeken van
het glazen atelier liggen eenige hoopen van
uitgestrekte Egyptische beenen. De wacht
van het gebouw doodt zich den tijd met naar
de zon te zoeken. De oude kat sluipt tusechen
de slapende oproerlingen door.
Dam plotseling gaat er een schelle schreeuw
langs het paleis van den machtigen Pharao
en plant zich voort in een duizendvoudige
echo
....De Zon 1
In hetzelfde oogenblik verandert bet too-
neell
De gevreesde Pharao zelf komt met afge
meten passen aangestapt. Het terrein voor
zijm paleis wemelt binnen vijl minuten van
zeldzaam ultgedosdhte Egyptenaren en vol
gelingen uit de karavaan van Koning Salm
iak. De eene indrukwekkende gestalte pas
seert den andere. Vergezeld van een, zwoele
aroima vult zich de harem irnet prachtige
vrouwen. De hall-wilde dochter van Paul
Wegener schikt de versieringen van vis-
aohentanden en parelmoeren «fchiïfers op
den boezem recht.Een menigte van pa
leiswachten» en oneuchen dwarrelt door el
kaar.... Alles IJlt naar zijn plaats
Het spel gaat beginnen I
In de figuur van don oppersten regisseur
Lulbitsch komt beweging. Geschreeuw en ge
roep en gefluit- vult de lucht van de Ooster
sche stad. De telefoonjuffrouw geeft van
verbouwereerdheid verkeerde aansluitingen.
De chauffeurs in de auto worden wakker.
De zon Is gekomen.
Maar dan ontwikkelt zich opnieuw geroep
en luid geschreeuwde vragen.
Nu is de operateur zoek.
Niemand heeft hem gezien. Niemand
weet waar hij isEgyptenaren en oproer
lingen naast wilde krijgers uit den stam van
Koning Samlak jagen het terrein af, door
zoeken het atelier, kijken in de kantine, In
het Pharao-palels en In de ondergrondBohe
schatkamer.
Regisseur Lubitsch vloekt alle Arabische
FEUILLETON.
Na*r Engalaoh van W. W. Jaoofiw.
yoor h« «Juttertje" bowutot door
L.H. Obdam.
vlSz J^V^ew*Lnflar wwnJng en klom
1}" kaars brandde nog en
keek ze in het g fff
nacbteiyken indring ®ezloht den
wi ^iSiSndSH tSt>bet a^erveilKt,'r'
je! Koan eens naar hem da*
Mrs. Waters volgde en uit h
leunende, beechouS z?
genot het gemartel van den lJ^ennengd
graver. Mr* Benn
alleen ophoudend om ztin tter'
te rekken en een Sifc
rond te werpen. ""ften blik in het
beschikte over een gehuurde SA!
een rondgang van den Lord-mayor. blj
ni,, achteruit, zei de weduwe ln vin
niggefluister, zoo aanstonds ziet hii 1e
Travers getoooraaamde met klaarblil
en Efpptische vloeken uit z*n hoofd. Liedke
zet zich troosteloos op den rand van een
springbron en wordt van een plotseling op
spuitende waterstraal onderstboven gesme
ten. Koning Wegener trekt z'n meest grim
mige gezicht, loert naar de zoq en zweert op
zijn schild, dat hij straks den wilden krijg
aan den operateur inplaata van aan den
machtigen Pharao zal verklaren
De zon lacht vriendelijk en schijnt, terwijl
de dochter van Koning Samlak een onmacht
nabij ia
Maar in de verte verschijnt al weer 'n ver
raderlijke wolk en het heeft er aüefi schijn
van, dat op het moment supreme Lubitsch
wegens verschijnselen van waanzin niet ver
der de regie zal kunnen voeren.
Dan vindit in een van de hoeken van het
uitgestrekte atelier een werkman' onder eeni
ge omgekantelde kisten 'n paar modieuze
slobkousen. Aan de slobkousen vast bevindt
zich de gezochte operateur!
Hij fflaapt rustig in de koele afdekking van
de omgegooide kisten.de uitgebrande pijp
nog ln den mond, de handen in de zakken
en is uiterst verwonderd dat zijn berekening
omtrent het wegblijven van de zon misge-
Ixxfpen is....
De verwensohingeni van Lubitsch drijven
helm inmiddels in de grootste haast naar zijn
apparaat; hij schikt het rbcht en draait al
De massa-regisseur klimt op een hoogen
ladder en zet n vervaarlijke scheepsroeper
voor den mond:
Stilte asjeblieft...Opgepast!.Op-
namei.
En een ailerontzettemdst oproer
onder de inwoners van de Pharaostad los...
Koning Jannings-Pharao is onverbiddelijk
en gebiedt, dat een slavin uit het gevolg van
den halven wilde Samlak ter dood' zal worden
gebracht of in de onderaardsohe sohatkamer
levend ingemetseld, omdat zij de geboden
van dien1 Heerscher overtredlen heeft.
Van een «Zwlkker*.
Al dagen lang liep hij nu langs den bui
tenkant of hij nog niets gewaar werd van
de jaarlijksche gasten.
Wat waren ze laat dit jaar! En het hield
niet aan het weer, want wat hadden we al
niet een reuzeowarmte gehad!
Stel je voor, dat het in Vliasmgen in MqI
al warmer was geweest, dan het ooit op een
zómerschen dag was geweest. Hoe hij dat
wist? Wel natuurlijk uit de krant
En nu dagen lang al, telkens met den
vloed, liep hij langs den steiger, sprong nu
en dan eens op een vlotje, bleef dan. een
poos staan staren in het heldere water, maar
neen, geen enkele pieterman viel er te be
kennen.
Nu en dan heeft hij zijn hengeltje eens
meegenomen, had aan het Hoofd een gespje
voor aas weten te bemachtigen .en was daar
mee naar het steigertje aan het Wierhoofi
gegaan.
Bij eens meerpaal had hij uitgegooid, leu
nend tegen den meerpaal, turend naar den
dobber, die maar niet omlaag wilde gaan.
Nu eens steunend op het eene, dan weer
op het andere been, was hij eindelijk zoo
moe geworden, dat hij er maar bij ging zit
ten, bengelend met de beenen.
Het eene pijpje na het andere stak hij op,
(wel een half doosje lucifers had 't hem al
gekost) en tuurde maar naar den dobber,,
aio daar dobberde en deinde op het fel door
de zon beschenen: water, zoodat 't hem ein
delijk groen en geel voor de oogen werd.
Een oogenblik look hij de oogen en de
indrukken op zijn netvlies waren zoo hevig
geweest, dat hii nog zag de uitschietende
lichtglanzen op het hobbelende water, waar
uit nu en dan een fonkelende ster schoot.
...Hèèhè!'hij gaapte zoo gewel
dig, dat zijn kaken haast uit de scharnieren
schoten.
De felle zon had hom doorgloeid en' in
den opper van het dijkje, waar geen zuchtje
hem verkwikte, was hij loom en mat ge
worden.
Heerlijk, zoo even je oogen sluiten! Zijn
hoofd knikte, hing nu eens over het bak
boord en dan over stuurboord. De handen
jhingen hem slap langs hef lichaam. Scho
rend tegen den paal.zat hij ineengedoken
Het volk staat tegen zijn 'gebieder op.- -
De vrouwen uit Egypte vallen den Voret en sliep; sliep diep en snurkte zwaar,
te voet en ameeken om het leven der schoo-Weg was hij in het droomenland, waar
ne slavin.tel van pietermannen zwommen rond zijn
Koning Samlak dreigt met verwoesting j aasje on waarvan er geen een scheen te wil-
van geheel het Pharao'sohe Rijk.... r ion bijten.
De nobele Prins Liedke biedt zichzelf inEindelijk ja, daar hapt er een naar het
■de plaats van de jonge vrouw, die hij lief j aasje; den hengel houdt -hij al klaar in de
heeft
Niets helpt.
Op den voorgrond stort de veroordeelde
vrouw ter aarde.Het woeste en woeden
de volk loopt te hoop. De krijgers van Sam
lak dringen vooruit.
Lubitsch schreeuwt zich schor door* den
trechter.
De operateur draait!.
De zon schijnt fel op het Egyptische land
de 1.'-schilderde muren van het
schap pn
palels.
In de verte komt die wolk.
hand: „bijt dan loeder!" Daar gaat de dob
ber onder; hij trekt, hij scheurt de visch op,
En floep, daar ligt hij achterover op den
steiger, want langzaam, o zoo langzaam,
schuivende! langs den meerpaal, was hij zijn
steun kwijt geraakt en| lag daar op zijn rug
verwenteld.
Wakker,klaar wakker was hij nu; hi
richt zich óp en kijkt naar zijn aasje.
Potverkoffle, hij heeft tuk, de dobber vx
diep onder water.
ruk aan den hengel; 's jenges, sjon-
mATnna.
Dan.
Ineens!
De operateur geeft *n schreeuw, die veel
van een doodskreet heeft!
Halt!....; Halt!.... roept hij in ver
twijfeling.
Lijkbleek keert hij zich halverwege, krabt
zich in verlegenheid den kop,-die met pare
len van angstzweet overdekt is. Een van zijn
oogen loert naar Lubitsch het andere blikt
in het geopende apparaat. Dan 'grijpt hij
koen een basset uit de „Kurbelkast" on zet
het op een loopen of alle woest© krijgers van
Koning Samlak hem op do hielen ritten.
Hij verdwijnt ln het atelier en in de don
kere kamer.
Het oproer duurt nog voort I Niemand
hoeft iets gemerkt de Egyptenaren zijn
veel te verontwaardigd vanwege de bloed
dorstigheid der Pharao's.
Alleen Lubitsch zakt als een vertwijfelende
ln elkaar, na een laatste schreeuw naar de
oproerlingen: .Stop! Halt!
Hij' alleen begrijpt 'wat de wanhoop van
den operateur beduidt:
Inmiddels verdwijnt weer de zon achter de
groote wolk....
ges wat scheurt dat ding er aan.
Hij gaat er bij staan; zoo'n knaap
hij nog nooit opgehaald. De hengel
dige v
-ollenv
i, dat
klinkt.
Terwijl hij "sliep, hadden! grapjassen
klinbersteen aan zijn aasje gebonden
dat o, zoo kalmpjes, weer laten zakken.
Dageq. lang daarna heeft hij zijn hengel
niet meer meegenomen on wacht nu maar
kalm af tot do pieterman wèl zal zijn geko
men.
BOBTNSON.
heeft
hij nog nooit opgehaald. De hengel buigt
door; eindelijk hoeft hij hem boven water,
maar een geweldige vloek, die van zijn lip
pen begint te rollen, sterft weg onder he
daverend lachen, dat van achter de Wier
hoofdschutting klinkt
een
en
■■■■■BaKai
Politiek!
hervat-
slachtoffer koek luist op.
Is u dat Mrs. Waters, vroeg de bootsman
vreosaohtlg. Ja, natuurlijk ben Ik dat, snerp
te de weduwe. Wie zou hot anders zijn,
denk je? Graaf door, waarom hou ie op?
De adojphaling van Mr. Benn, ais hü zich
neerboog, om zijn droevige taak te
ten, was duidelijk hoorbaar.
Het hoofd van Mr. Travers kwam weer
buiten het venster te voorschijn, 'u Langen
tijd begluurden zij Mr. Benn in stilte. Zou
je niet eens hier willen bomen, Mrs, Waters,
riep opeens de bootsman, zoo snel opziende,
dat het hoofd van Mr. Travers pijnlijk
bonkte tegen het vensterkozijn.Hot is
wel 'n beetje huiverig, zoo heelemaal al-
Ik vóél er niets van, zei Mis. Waters.
Ik meende, dat er iets bewoog achter de
aalbessenstruiken, vervolgde de ongeluk
kig© Mr. Benn, schorrig. Hoe Je daar zoo al
leen durf blijven, dat snap ik met! Be dacht,
dat ik een gezicht zag kijken over }e schou
der. Het leek wel of het bij Je kwam krui-
De weduwe gaf 'n gil van schrik.
Als je dat neg eens lapt.zei ze, zich
woedend tot Mr. Travers koerende.
Hij heeft mij er toe verleid, zei de *Jh"j-
dier,- liderii? ik zou het nooit uit mijzelf
gedaan hebben. Geloof mij, ik was altijd een
bedaarde en nette toe.
Maak wat voort, Mr. Benn, zed de wedu
we, zich weer naar het venster
Ik heb nog heel wat te doen ais jy klaar
'*Do "bootsman .gromde SP,
voort met graven en na nog m p©o.
ben eewacht gaf zü Mr. Travers nog oenage
waaSuwingen om zich niet bloot te geven
Moeder heeft om het voortdurend' mor
sen op het tafellaken wat tegen te gaan
ingesteld, dat voor iedere vlek een stuiver
boete uit de spaarpot-zal moeten worden
betaald!
Op 'n middag zit Tom ijverig met mosterd
over het tafellaken te wrijven.
Wat doe Je daar toch Tom?.vraagt
moeder.
01 niets.ik probeer van twee vlek
ken n, te maken zegt Tom terug.
l ging zij naar den tuin.
Het ia vc
niemand, begrijp Je?
Zij iegde heur hand op rijn schouder
met heimelijk plelzier bemerkend, dat
voldoende, denjk ik, zei ze, in don
kuil stappend Mr. Beün's werk met tsrlti-
sohen blik bekijkend. Je doet nu maar het
beste, rechtdoor naar huls te gaan. En pas
op, dat je geen woord hierover uitlaat, togeq
en
hij
beefde als In espenblad, bracht zij den ramp
zaligen bootsman, naar de tuinpoort. Hij
woifelde nog een oogenblik alsof hij nog iets
wilde zeggen, mnnr vermoedelijk denkende
dat het maar beter was z"n mond te houden
wenfcobte hij haar goeden nacht en «tapte
met onzekere passen den weg op.
Mrs. Watera luisterde, tot het geluid van
zijn voetstappen in de verte versmolt en ging
toen naar den tuin terug, nam de schop ter
hand enI beschouwde met eenige verslagen
heid het resultaat van 's bootsman's délf-
kunst. Mr. Travers, die in- de achterdeur
stond, zag haar staan en zedde zeer galant:
Laat mij dat zaakje weer in orde brengen,
Mrs. Watera
De dag brok reeds aan, toen hij zijn taak
had beëindigd. De heldere frissoh© morgen
lucht en het zware werk hadden 'hem een
geduchte eetlust bezorgd, die er met minder
op werd, toen de geuren van gebakken spek
en versoh gezette koffie, die uit het huis
kwamen, hem verleidelijk, in den neus krie
belden. Hij trok zijn jas, die hij over een
bessenstruik had gehangen, weer aan, juist
toen Mrs. Watera in de deur verscheen.
Je moest eerst maar binnenkomen en ont
bijten voor je heen gaat, zei ze, niet omvrien-
en' na zich
Travers gehoorzaamde met vreugde
in het waschhok behoorlijk te
Oibegrfjpeiyke dingen.
Goeie middag!.Ik geloof dat ik 'o
beetje oud begin te worden.
Geloof Je dat pas?.Dan ben je nog
achterlijk bovendien!.Wij weten 't alle
maal al
Dank je/... Openhartigheid is maar
alles!
Geen dank!.waarmee kan ik je van
dienstwezen?....
Mij?.
Ja. Zei je niet dat je oud begon te
worden?.Waafaan heb je dat gemerkt?.
Ik begrijp de dingen niet meer!
Da's ook een knust apart tegenwoor
dig!. Wat wou je weten?
Ik wou weten waarom 'n Maatschappij,
dio bouwt en koopt en in 'n paar jaar 10
millioen verliest b.v. 85 %k op haar aandee-
len mag afschrijven en.
En?... .-
En waarom ik 'geen recht heb om van
mijn huishouden 'n naamlooze vennootschap
op aandeelen te maken!
'n Reuze-idee.N.V. op aandeelen.
Waarom zou je dat willen?
Om op de aandeelen af te schrijven)!.
Nogal gladl.
Eaa wat zou dan dat huishouden voor
'n N.V. wezen.Je,
Beste man er is geen mooier gelegen
heid!. Je kan er totaal alles van maken.
Maatschappij.... b.v„tot instandhou
ding van'1.niet waar dat klinkt goed.
Tot instandhouding vannou eh.
nou.van je vrouw b.v. Nietwaar, want
daar ia 't de vrouwen toch maar om te
doenl.Of andera: Maatschappij of Naaml.
Venm. tot het produoeeren van.ook 'n
goeie titel.... „Tot -het produceeren vanf'
ja.hoe moet je dat nou uitdrukken.
Van medeburgers!.
Precies: van medeburgers.Of an
ders: nog mooier.N.V. tot aan- oü ver
koop van.enzDat klopt altijd.
Juist!.... Er is goen ding waar je
meer koopt en verkoopt, dan ln a huishou
den... Er zijn hoopjes maatschappijen die
niet meer koopen of verkoopen cu
product.Maar kom daar bij
om?.
Uitgesloten!
Precies!.
Dus?.
Dus Ik zou b.v. willen zeggen: Firma
Piet de Zwerver en echtgenloote.Naam
looze Vennootschap tot instandhouding van
eh.no, van de FirmaNietwaar,
dat is de bedoeling van iedere N.V. In dii
geval is dan de Firma je vrouw.Want
we hoeven er nou geen doekjes om te win'
den: Zonder vrouw is je Firma geen oen'
waard.
Dus?
Dus tot instandhouding van de Firma
en tot het produoeeren van eerbiedwaar
dige medeburgers en tot aan- en verkoop
van.... Ja, van alles.... Garen en' bant
en drielingen en haverde gort on zware
pruimtabak geel katoen en af en toe 'n
dubbel maatje eni 's 'n gemarineerde ha
ringen.
Dn verder?.
Nou en dan wou ik die Vennootschap
óp aandeelen zetten.Als er overblei f
zou ik zeggen: We schrijven af op de re
servefondsen, nietwaar? en dan stok ik
in me 'zak.tEn as er tekort kwam, zou
ik zeggen: we zullen 't afschrijven op de
aandeelen, want ik heb in de krant gelezen
dat verliezen voor 'n, aandeelhouder heel
normaal is.dus.
En mag dat nou niet?.-..
Dat mag niet!.En nou moet ik de
vijf en twintig pop, die ik in 't hartje van
den oorlog van m'n huisbaas geleend heb
volgend© week terugbetalen.Want
zelt-ie.anders douw ik je in de kast!.
Prosit!.
Dank je.
Dr. B.
lan
ons
één
eens
or? 'T'»'
Dat trof!
Reiziger: Mijnheer, ik reis voor Van
Amerongen Oo. Ik heb hier 'n overheer
lijke sigaar voor 80 per mille.
Heer: Niet noodig vrind ik rook niet!
Reiziger: .01 dan heb ik wat andere
voor u. v,deze 8Q per mille.die
zijn niet om to rooken!.
hebben opgefriacht, kwami hij mot
gezicht de groote koukon binnen
mot stralend
en ging
aan de tafel-zitten. Eon hel'lor wit tafellaken
was uitgespreid en Mra Waters, frisch en
koel, miet ©on glimlach op lmar prettig ge
laat. zat achter het koffieblad. Zij be
keek haar gast niet. onwelwillend. Het
scheen haar toe, dat Mr. Travers meer geest
en verstand had', dar. de staat van zijn uit
rusting deed vermoeden.
Waarom probeer je geen) vaste betrek
Icing te krijgen, vroeg zij met vriendelijke
belangstelling, toen Mj, zich stevig te góed
doende, haar zijn levensgeschiedenis had
verteld.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan,
zeide Mr. Travers openhartig. Maar in ieder
geval hoop ik, dot u niet het idee heeft be
houden, dat ik een bedelaar ben; want dat
ben ik gelukkig niet, ik betaal mijn onder
houd, 't gaat zoo het gaat. Eerlijk wil ik blij
ven en daarom bodenk ik, dat ik de 2 pond,
dié Mr. Benn mij gaf, feitelijk niet heb ver
diend.
En min of meer treurig, woelde hij onrus
tig in zijn broekzak. Ik zal ze hem terug
geven, zeide de weduwe, als de grap mij be-
int te vervelen, zij stak ham hand uit en
©spiedde nauwkeurig zijn gelaatsuitdruk
king.
Zonder aarzelen overhandigde Mr. Tra
vers haar de goudstukken.Eenl lieve
zachte hand heb je, zei hij oorapltmenteus: t
verbaast me niet dat Mr. Beun wanhopig
was, ik moet u ronduit bekennen, dat ik het
zou geweest zijn dn zijn plaats!
Watera beet zich op de volle roode
lippen en keek zwijgend uit het venster. Mr.
Travers ging intussahen voort met zijn ont
bijt
HANDSCHOEI8EL OF HAND-
„SCHOENEN"!
De hlKtnrle van onze „Glacé's".
De handbedekking of handschoeisel
waaruit later de voor ons bekende handschoen
•egroeid is was reeds gekend in de tij
en van de oude l3raëheteü. Nieb evenwel
zooals bij ons als modieuze versiering, maar
als beschutting van de handen bij den ar
beid. De Romeinen gebruikten ze tegen be
smetting en het gevaar van verwonding. De
ridders hjj toernooien en gevechten namen
dit later over en hadden ijzeren handschoe
nen aan de harnassen.
De Iteliaansche geschiedschrijver Varro
zegt, dat vroeger de olijven met handschoe
nen aan' plachten te worden geplukt Dat
komt overeen met dev gewoonte van vele
onzer tegenwoordige huisvrouwen, die poet
sen en wrijven en aardappelen schillen met
'n paar oudle handschoenen aan!
De oude handschoen speelde in het ridder-
tijdsperk bovendien een rol van eer! Werd
een ridder b.v. door al te ver gedreven
euveldaden ontadeld, dan brak men niet al
leen zijn degen en zijn sporen stuk, maar
trok hem bovendien in het openbaar zijn
handschoenen uit In een ander geval bij
het uitdagen voor een twee-gevecht, wierp
men den tegenstander of den beleediger den
handschoen in het gezicht.
Deze manier van doen hoewel' ©enigs
zins gewijzigd, is weer van kracht geworden
bij den modernen bokswedstrijd! Ook in an
der opzicht speelt hier de handschoen een
gewichtigen rol.
In de zestiende eeuw komt ten slotte de
handschoen meer als pronk- en weeldearti:
kei op het wereldtooneel Zoo bracht de ge^
malin van Lodewijk de Xn als bruidsschat
een paar handschoenen mee, welke kwistig
met zijde, paarlen en diamanten waren ver
sierd- Tijdens de regeering van Franz I was
een paar handschoenen een geliefkoosd!
modiebezit voor dames uit de hooge 'kringen.
Sckillèr de Duitsch© dichter heeft
zelfs een uitvoerig dichtwerk gewijd aan dit
versieringstukHet Dramatisohe gedicht
„Der Handschuh"De inhoud is aldus:
Franz I vergezeld van zijn hofstoet zat
eens op den rand van een arena. Op een ge
geven oogenblik verscheen in de arena een
leeuw, daarna 'n tijger en tenslotte nog twee
Luipaarden. Een gevaarlijke verzameling!
Kunegonde mu wetendie dat ,d© ridder
Montgommery de Lorges Mar liefhad
liet spelenderwijs een van haar handschoe
nen in het strijdperk vallen. Hierna' wendde
de lieftallige hofdame zich tot den ridder
met de woorden: ....„Zoo gij mij werkelijk
lief hebt, heer ridder ga in de arena en
raap mijn handschoen op! En tot aller ont
steltenis sprong de vermetele ridder man
moedig in de arena en voor de aanwezige
roofdieren van hun lichte verbazing beko
men waren, keerde de koene man reeds met
den opgeraapten handschoen in de konink
lijke loge terug...
Kunegonde zegevierde en zag trobsch in
het rond bij dit staaltje van liefde voor haar
schoonheid
Maar tegelijk volgde de dramatische ont
knooping De Ridder smeet de gehaalde
handschoen vol afschuw in het gelaat van
de wreede hofdame en riep: „Zie naar
een ander aanbidder uit.... Ik dank- voor
zulk eene!"-.
Langzamerhand werden de handschoenen
een geschikt object voor cadeaux. In vroeger
eeuwen was men zoo verrukt met dit pre
sent, dat men van vreugde er een' op den
hoed stakToen Hertog Christiaan van
Brunswljk er eens In paar ten geschenke
ontving van de Koningin van' Bohemen, zette
hij er een als sieraad op zijn hoed- Leioester
die een paar handschoenen van Koningin
Elisabeth present kreeg deed hetzelfde....
In Engeland gaf een vrijgesproken be
klaagde aan zijn vriendelijken reóhter als
bewijs van erkentelijkheid een paar witte
handschoenen. Sprak de voorzitter van1 een
rechtbank gedurende een geheel jaar geen
doodvonnis uit, dan bekwam hij van de over
heid der stad een paar handschoenen ca
deau.
De beul van Haarlem daarentegen ontving
na iedere goedgeslaagde onthoofding een
hoeveelheid wijn plus.In paar hand
schoenen.
De schatmeester van' meergenoemde Franz
I gaf eens bij het einde van een feestmaal'
Er is maar één baantje, dat me uitstekend
zou passen, nu ik te oud word om weer
dienst te nomen; zei Mr .Travers als hij ednde-
1 ij k zijn ontbijt had geëindigd en opstond om
afscheid to nemen.
Om voor inbreker te spelen? spotte Mrs.
Waters.
Nee, kastelein in een aardige, kleine her
berg, zei Mr. Travers met gu dgoapeelde om-
uoozelheidi
tere deed In paar stoppen terug
en staarde hem met wijd geopende oogen
strak aan.
Ik wenech je 'n goeden morgen, zed ze,
toen ze haar stem weer kon vertrouwen.
Goeden dag, zei Mr. Travers met tegenzin.
Ik zou graag nog eens willen hooren, hoe
<L' ouwe Benn de grap heeft opgenomen.
Mra. Watera ging naar het huis terug en
bleef in de deur naar Mr. Travers staan kij
ken. Als je weer eens voorbij komt en je wil
eens aanloopen;.dan zal ik je vertel
len, vervolgde rij
den dag!
zij na 'n korte pauze.Goe-
Hij nam het mollige handje, dat hem tot
afscheid werd aangeboden en schudde het
met warmte. Dat zou het mooiste rijn van
de heele grap, zei hij, langzaam aanstalten
makende tot vertrek.
Wat zou het mooiste rijn.vroeg de
weduwe.
Oo soldaat wendde zich opnieuw tot haar.
v\ anneer ouwe Benn hier weer eens te
rug kwam op 'n avond en unfj als kwntei^iTi
vond.denk er eens over na.
Mrs. W atera ontmoette zijn blik en staarde
hem ernstig aan
Ik zal er over denken, als je weg benik zei
ze zachtkena. Ga nu
EINDE.
't Jutte rt je
-»
Er la geen film ln de Kcuitl.
Dr. B.
16611
'ly J.Ü. u JX? TV7X1A71-