eOQ ROEST T populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 10 Juni DE INBRAAK IN DE „BIJENKORF". NO. 24. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Geen flhn in de kast. Berlijn! Mateloos groote FilmstadOnafzienbare terreinen. Bouwwerken van Richter, den beroemden Richter, in Oostersche pracht.Lang ver gane schoonheid uit den tijd der Pharao's hifer opnieuw verrezen."n Sprookje uit dien sprookjesachtigen Oriënt.... Er zal gefilmd worden.Historisch dra ma uit den tijd der prachtlievemde Pharao's. Vijf duizend mam' oproerige eni oorlogs zuchtige Egyptenaren loopen drentelend rond. ïn de weelderige harem zitten de weel derige vrouwen verveeld.... De breed© trappen naar heLPaleis van Pharao zijn vor- laten. De geheimzinnige schatkamer ligt troosteloos. Er is geen zon! En wat is Egypte wat *n sprookje uit den Oriënt wat "n zwoele harem wat la het land en de pracht van Pharao zonder zon?. Op het verlatenplatvorm van een Egyp tisch gebouw koelte zoekend in "in streek wind staat LubitschAam rijm voeten ligt Lydia Salmonowa, dochter van Paul We- gener, den koning der Aethiopiers.Har- ry Liedke staat besluiteloos met zhi tuilband in de hand. Baeserman de Egyptische bouwmeester, drinkt Berlijnsche kwast met Koning Wegener zelf!. Het wachten is op de zon! En de zon komt mlet. De kalmte van het monsterachtig groote filmatelier wordt overstroomd van' dorstige Egyptenaren. In de telephoonoentrale slaapt de juffrouw naast de enorme schakelborden. De chauffeurs van de auto des heeren Ge- neral-di rector Davldson zitten te knikkebol len in de tonneau, Egypte ligt daar als uitgestorven Al leen in de verschillende schaduwhoeken van het glazen atelier liggen eenige hoopen van uitgestrekte Egyptische beenen. De wacht van het gebouw doodt zich den tijd met naar de zon te zoeken. De oude kat sluipt tusechen de slapende oproerlingen door. Dam plotseling gaat er een schelle schreeuw langs het paleis van den machtigen Pharao en plant zich voort in een duizendvoudige echo ....De Zon 1 In hetzelfde oogenblik verandert bet too- neell De gevreesde Pharao zelf komt met afge meten passen aangestapt. Het terrein voor zijm paleis wemelt binnen vijl minuten van zeldzaam ultgedosdhte Egyptenaren en vol gelingen uit de karavaan van Koning Salm iak. De eene indrukwekkende gestalte pas seert den andere. Vergezeld van een, zwoele aroima vult zich de harem irnet prachtige vrouwen. De hall-wilde dochter van Paul Wegener schikt de versieringen van vis- aohentanden en parelmoeren «fchiïfers op den boezem recht.Een menigte van pa leiswachten» en oneuchen dwarrelt door el kaar.... Alles IJlt naar zijn plaats Het spel gaat beginnen I In de figuur van don oppersten regisseur Lulbitsch komt beweging. Geschreeuw en ge roep en gefluit- vult de lucht van de Ooster sche stad. De telefoonjuffrouw geeft van verbouwereerdheid verkeerde aansluitingen. De chauffeurs in de auto worden wakker. De zon Is gekomen. Maar dan ontwikkelt zich opnieuw geroep en luid geschreeuwde vragen. Nu is de operateur zoek. Niemand heeft hem gezien. Niemand weet waar hij isEgyptenaren en oproer lingen naast wilde krijgers uit den stam van Koning Samlak jagen het terrein af, door zoeken het atelier, kijken in de kantine, In het Pharao-palels en In de ondergrondBohe schatkamer. Regisseur Lubitsch vloekt alle Arabische FEUILLETON. Na*r Engalaoh van W. W. Jaoofiw. yoor h« «Juttertje" bowutot door L.H. Obdam. vlSz J^V^ew*Lnflar wwnJng en klom 1}" kaars brandde nog en keek ze in het g fff nacbteiyken indring ®ezloht den wi ^iSiSndSH tSt>bet a^erveilKt,'r' je! Koan eens naar hem da* Mrs. Waters volgde en uit h leunende, beechouS z? genot het gemartel van den lJ^ennengd graver. Mr* Benn alleen ophoudend om ztin tter' te rekken en een Sifc rond te werpen. ""ften blik in het beschikte over een gehuurde SA! een rondgang van den Lord-mayor. blj ni,, achteruit, zei de weduwe ln vin niggefluister, zoo aanstonds ziet hii 1e Travers getoooraaamde met klaarblil en Efpptische vloeken uit z*n hoofd. Liedke zet zich troosteloos op den rand van een springbron en wordt van een plotseling op spuitende waterstraal onderstboven gesme ten. Koning Wegener trekt z'n meest grim mige gezicht, loert naar de zoq en zweert op zijn schild, dat hij straks den wilden krijg aan den operateur inplaata van aan den machtigen Pharao zal verklaren De zon lacht vriendelijk en schijnt, terwijl de dochter van Koning Samlak een onmacht nabij ia Maar in de verte verschijnt al weer 'n ver raderlijke wolk en het heeft er aüefi schijn van, dat op het moment supreme Lubitsch wegens verschijnselen van waanzin niet ver der de regie zal kunnen voeren. Dan vindit in een van de hoeken van het uitgestrekte atelier een werkman' onder eeni ge omgekantelde kisten 'n paar modieuze slobkousen. Aan de slobkousen vast bevindt zich de gezochte operateur! Hij fflaapt rustig in de koele afdekking van de omgegooide kisten.de uitgebrande pijp nog ln den mond, de handen in de zakken en is uiterst verwonderd dat zijn berekening omtrent het wegblijven van de zon misge- Ixxfpen is.... De verwensohingeni van Lubitsch drijven helm inmiddels in de grootste haast naar zijn apparaat; hij schikt het rbcht en draait al De massa-regisseur klimt op een hoogen ladder en zet n vervaarlijke scheepsroeper voor den mond: Stilte asjeblieft...Opgepast!.Op- namei. En een ailerontzettemdst oproer onder de inwoners van de Pharaostad los... Koning Jannings-Pharao is onverbiddelijk en gebiedt, dat een slavin uit het gevolg van den halven wilde Samlak ter dood' zal worden gebracht of in de onderaardsohe sohatkamer levend ingemetseld, omdat zij de geboden van dien1 Heerscher overtredlen heeft. Van een «Zwlkker*. Al dagen lang liep hij nu langs den bui tenkant of hij nog niets gewaar werd van de jaarlijksche gasten. Wat waren ze laat dit jaar! En het hield niet aan het weer, want wat hadden we al niet een reuzeowarmte gehad! Stel je voor, dat het in Vliasmgen in MqI al warmer was geweest, dan het ooit op een zómerschen dag was geweest. Hoe hij dat wist? Wel natuurlijk uit de krant En nu dagen lang al, telkens met den vloed, liep hij langs den steiger, sprong nu en dan eens op een vlotje, bleef dan. een poos staan staren in het heldere water, maar neen, geen enkele pieterman viel er te be kennen. Nu en dan heeft hij zijn hengeltje eens meegenomen, had aan het Hoofd een gespje voor aas weten te bemachtigen .en was daar mee naar het steigertje aan het Wierhoofi gegaan. Bij eens meerpaal had hij uitgegooid, leu nend tegen den meerpaal, turend naar den dobber, die maar niet omlaag wilde gaan. Nu eens steunend op het eene, dan weer op het andere been, was hij eindelijk zoo moe geworden, dat hij er maar bij ging zit ten, bengelend met de beenen. Het eene pijpje na het andere stak hij op, (wel een half doosje lucifers had 't hem al gekost) en tuurde maar naar den dobber,, aio daar dobberde en deinde op het fel door de zon beschenen: water, zoodat 't hem ein delijk groen en geel voor de oogen werd. Een oogenblik look hij de oogen en de indrukken op zijn netvlies waren zoo hevig geweest, dat hii nog zag de uitschietende lichtglanzen op het hobbelende water, waar uit nu en dan een fonkelende ster schoot. ...Hèèhè!'hij gaapte zoo gewel dig, dat zijn kaken haast uit de scharnieren schoten. De felle zon had hom doorgloeid en' in den opper van het dijkje, waar geen zuchtje hem verkwikte, was hij loom en mat ge worden. Heerlijk, zoo even je oogen sluiten! Zijn hoofd knikte, hing nu eens over het bak boord en dan over stuurboord. De handen jhingen hem slap langs hef lichaam. Scho rend tegen den paal.zat hij ineengedoken Het volk staat tegen zijn 'gebieder op.- - De vrouwen uit Egypte vallen den Voret en sliep; sliep diep en snurkte zwaar, te voet en ameeken om het leven der schoo-Weg was hij in het droomenland, waar ne slavin.tel van pietermannen zwommen rond zijn Koning Samlak dreigt met verwoesting j aasje on waarvan er geen een scheen te wil- van geheel het Pharao'sohe Rijk.... r ion bijten. De nobele Prins Liedke biedt zichzelf inEindelijk ja, daar hapt er een naar het ■de plaats van de jonge vrouw, die hij lief j aasje; den hengel houdt -hij al klaar in de heeft Niets helpt. Op den voorgrond stort de veroordeelde vrouw ter aarde.Het woeste en woeden de volk loopt te hoop. De krijgers van Sam lak dringen vooruit. Lubitsch schreeuwt zich schor door* den trechter. De operateur draait!. De zon schijnt fel op het Egyptische land de 1.'-schilderde muren van het schap pn palels. In de verte komt die wolk. hand: „bijt dan loeder!" Daar gaat de dob ber onder; hij trekt, hij scheurt de visch op, En floep, daar ligt hij achterover op den steiger, want langzaam, o zoo langzaam, schuivende! langs den meerpaal, was hij zijn steun kwijt geraakt en| lag daar op zijn rug verwenteld. Wakker,klaar wakker was hij nu; hi richt zich óp en kijkt naar zijn aasje. Potverkoffle, hij heeft tuk, de dobber vx diep onder water. ruk aan den hengel; 's jenges, sjon- mATnna. Dan. Ineens! De operateur geeft *n schreeuw, die veel van een doodskreet heeft! Halt!....; Halt!.... roept hij in ver twijfeling. Lijkbleek keert hij zich halverwege, krabt zich in verlegenheid den kop,-die met pare len van angstzweet overdekt is. Een van zijn oogen loert naar Lubitsch het andere blikt in het geopende apparaat. Dan 'grijpt hij koen een basset uit de „Kurbelkast" on zet het op een loopen of alle woest© krijgers van Koning Samlak hem op do hielen ritten. Hij verdwijnt ln het atelier en in de don kere kamer. Het oproer duurt nog voort I Niemand hoeft iets gemerkt de Egyptenaren zijn veel te verontwaardigd vanwege de bloed dorstigheid der Pharao's. Alleen Lubitsch zakt als een vertwijfelende ln elkaar, na een laatste schreeuw naar de oproerlingen: .Stop! Halt! Hij' alleen begrijpt 'wat de wanhoop van den operateur beduidt: Inmiddels verdwijnt weer de zon achter de groote wolk.... ges wat scheurt dat ding er aan. Hij gaat er bij staan; zoo'n knaap hij nog nooit opgehaald. De hengel dige v -ollenv i, dat klinkt. Terwijl hij "sliep, hadden! grapjassen klinbersteen aan zijn aasje gebonden dat o, zoo kalmpjes, weer laten zakken. Dageq. lang daarna heeft hij zijn hengel niet meer meegenomen on wacht nu maar kalm af tot do pieterman wèl zal zijn geko men. BOBTNSON. heeft hij nog nooit opgehaald. De hengel buigt door; eindelijk hoeft hij hem boven water, maar een geweldige vloek, die van zijn lip pen begint te rollen, sterft weg onder he daverend lachen, dat van achter de Wier hoofdschutting klinkt een en ■■■■■BaKai Politiek! hervat- slachtoffer koek luist op. Is u dat Mrs. Waters, vroeg de bootsman vreosaohtlg. Ja, natuurlijk ben Ik dat, snerp te de weduwe. Wie zou hot anders zijn, denk je? Graaf door, waarom hou ie op? De adojphaling van Mr. Benn, ais hü zich neerboog, om zijn droevige taak te ten, was duidelijk hoorbaar. Het hoofd van Mr. Travers kwam weer buiten het venster te voorschijn, 'u Langen tijd begluurden zij Mr. Benn in stilte. Zou je niet eens hier willen bomen, Mrs, Waters, riep opeens de bootsman, zoo snel opziende, dat het hoofd van Mr. Travers pijnlijk bonkte tegen het vensterkozijn.Hot is wel 'n beetje huiverig, zoo heelemaal al- Ik vóél er niets van, zei Mis. Waters. Ik meende, dat er iets bewoog achter de aalbessenstruiken, vervolgde de ongeluk kig© Mr. Benn, schorrig. Hoe Je daar zoo al leen durf blijven, dat snap ik met! Be dacht, dat ik een gezicht zag kijken over }e schou der. Het leek wel of het bij Je kwam krui- De weduwe gaf 'n gil van schrik. Als je dat neg eens lapt.zei ze, zich woedend tot Mr. Travers koerende. Hij heeft mij er toe verleid, zei de *Jh"j- dier,- liderii? ik zou het nooit uit mijzelf gedaan hebben. Geloof mij, ik was altijd een bedaarde en nette toe. Maak wat voort, Mr. Benn, zed de wedu we, zich weer naar het venster Ik heb nog heel wat te doen ais jy klaar '*Do "bootsman .gromde SP, voort met graven en na nog m p©o. ben eewacht gaf zü Mr. Travers nog oenage waaSuwingen om zich niet bloot te geven Moeder heeft om het voortdurend' mor sen op het tafellaken wat tegen te gaan ingesteld, dat voor iedere vlek een stuiver boete uit de spaarpot-zal moeten worden betaald! Op 'n middag zit Tom ijverig met mosterd over het tafellaken te wrijven. Wat doe Je daar toch Tom?.vraagt moeder. 01 niets.ik probeer van twee vlek ken n, te maken zegt Tom terug. l ging zij naar den tuin. Het ia vc niemand, begrijp Je? Zij iegde heur hand op rijn schouder met heimelijk plelzier bemerkend, dat voldoende, denjk ik, zei ze, in don kuil stappend Mr. Beün's werk met tsrlti- sohen blik bekijkend. Je doet nu maar het beste, rechtdoor naar huls te gaan. En pas op, dat je geen woord hierover uitlaat, togeq en hij beefde als In espenblad, bracht zij den ramp zaligen bootsman, naar de tuinpoort. Hij woifelde nog een oogenblik alsof hij nog iets wilde zeggen, mnnr vermoedelijk denkende dat het maar beter was z"n mond te houden wenfcobte hij haar goeden nacht en «tapte met onzekere passen den weg op. Mrs. Watera luisterde, tot het geluid van zijn voetstappen in de verte versmolt en ging toen naar den tuin terug, nam de schop ter hand enI beschouwde met eenige verslagen heid het resultaat van 's bootsman's délf- kunst. Mr. Travers, die in- de achterdeur stond, zag haar staan en zedde zeer galant: Laat mij dat zaakje weer in orde brengen, Mrs. Watera De dag brok reeds aan, toen hij zijn taak had beëindigd. De heldere frissoh© morgen lucht en het zware werk hadden 'hem een geduchte eetlust bezorgd, die er met minder op werd, toen de geuren van gebakken spek en versoh gezette koffie, die uit het huis kwamen, hem verleidelijk, in den neus krie belden. Hij trok zijn jas, die hij over een bessenstruik had gehangen, weer aan, juist toen Mrs. Watera in de deur verscheen. Je moest eerst maar binnenkomen en ont bijten voor je heen gaat, zei ze, niet omvrien- en' na zich Travers gehoorzaamde met vreugde in het waschhok behoorlijk te Oibegrfjpeiyke dingen. Goeie middag!.Ik geloof dat ik 'o beetje oud begin te worden. Geloof Je dat pas?.Dan ben je nog achterlijk bovendien!.Wij weten 't alle maal al Dank je/... Openhartigheid is maar alles! Geen dank!.waarmee kan ik je van dienstwezen?.... Mij?. Ja. Zei je niet dat je oud begon te worden?.Waafaan heb je dat gemerkt?. Ik begrijp de dingen niet meer! Da's ook een knust apart tegenwoor dig!. Wat wou je weten? Ik wou weten waarom 'n Maatschappij, dio bouwt en koopt en in 'n paar jaar 10 millioen verliest b.v. 85 %k op haar aandee- len mag afschrijven en. En?... .- En waarom ik 'geen recht heb om van mijn huishouden 'n naamlooze vennootschap op aandeelen te maken! 'n Reuze-idee.N.V. op aandeelen. Waarom zou je dat willen? Om op de aandeelen af te schrijven)!. Nogal gladl. Eaa wat zou dan dat huishouden voor 'n N.V. wezen.Je, Beste man er is geen mooier gelegen heid!. Je kan er totaal alles van maken. Maatschappij.... b.v„tot instandhou ding van'1.niet waar dat klinkt goed. Tot instandhouding vannou eh. nou.van je vrouw b.v. Nietwaar, want daar ia 't de vrouwen toch maar om te doenl.Of andera: Maatschappij of Naaml. Venm. tot het produoeeren van.ook 'n goeie titel.... „Tot -het produceeren vanf' ja.hoe moet je dat nou uitdrukken. Van medeburgers!. Precies: van medeburgers.Of an ders: nog mooier.N.V. tot aan- oü ver koop van.enzDat klopt altijd. Juist!.... Er is goen ding waar je meer koopt en verkoopt, dan ln a huishou den... Er zijn hoopjes maatschappijen die niet meer koopen of verkoopen cu product.Maar kom daar bij om?. Uitgesloten! Precies!. Dus?. Dus Ik zou b.v. willen zeggen: Firma Piet de Zwerver en echtgenloote.Naam looze Vennootschap tot instandhouding van eh.no, van de FirmaNietwaar, dat is de bedoeling van iedere N.V. In dii geval is dan de Firma je vrouw.Want we hoeven er nou geen doekjes om te win' den: Zonder vrouw is je Firma geen oen' waard. Dus? Dus tot instandhouding van de Firma en tot het produoeeren van eerbiedwaar dige medeburgers en tot aan- en verkoop van.... Ja, van alles.... Garen en' bant en drielingen en haverde gort on zware pruimtabak geel katoen en af en toe 'n dubbel maatje eni 's 'n gemarineerde ha ringen. Dn verder?. Nou en dan wou ik die Vennootschap óp aandeelen zetten.Als er overblei f zou ik zeggen: We schrijven af op de re servefondsen, nietwaar? en dan stok ik in me 'zak.tEn as er tekort kwam, zou ik zeggen: we zullen 't afschrijven op de aandeelen, want ik heb in de krant gelezen dat verliezen voor 'n, aandeelhouder heel normaal is.dus. En mag dat nou niet?.-.. Dat mag niet!.En nou moet ik de vijf en twintig pop, die ik in 't hartje van den oorlog van m'n huisbaas geleend heb volgend© week terugbetalen.Want zelt-ie.anders douw ik je in de kast!. Prosit!. Dank je. Dr. B. lan ons één eens or? 'T'»' Dat trof! Reiziger: Mijnheer, ik reis voor Van Amerongen Oo. Ik heb hier 'n overheer lijke sigaar voor 80 per mille. Heer: Niet noodig vrind ik rook niet! Reiziger: .01 dan heb ik wat andere voor u. v,deze 8Q per mille.die zijn niet om to rooken!. hebben opgefriacht, kwami hij mot gezicht de groote koukon binnen mot stralend en ging aan de tafel-zitten. Eon hel'lor wit tafellaken was uitgespreid en Mra Waters, frisch en koel, miet ©on glimlach op lmar prettig ge laat. zat achter het koffieblad. Zij be keek haar gast niet. onwelwillend. Het scheen haar toe, dat Mr. Travers meer geest en verstand had', dar. de staat van zijn uit rusting deed vermoeden. Waarom probeer je geen) vaste betrek Icing te krijgen, vroeg zij met vriendelijke belangstelling, toen Mj, zich stevig te góed doende, haar zijn levensgeschiedenis had verteld. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, zeide Mr. Travers openhartig. Maar in ieder geval hoop ik, dot u niet het idee heeft be houden, dat ik een bedelaar ben; want dat ben ik gelukkig niet, ik betaal mijn onder houd, 't gaat zoo het gaat. Eerlijk wil ik blij ven en daarom bodenk ik, dat ik de 2 pond, dié Mr. Benn mij gaf, feitelijk niet heb ver diend. En min of meer treurig, woelde hij onrus tig in zijn broekzak. Ik zal ze hem terug geven, zeide de weduwe, als de grap mij be- int te vervelen, zij stak ham hand uit en ©spiedde nauwkeurig zijn gelaatsuitdruk king. Zonder aarzelen overhandigde Mr. Tra vers haar de goudstukken.Eenl lieve zachte hand heb je, zei hij oorapltmenteus: t verbaast me niet dat Mr. Beun wanhopig was, ik moet u ronduit bekennen, dat ik het zou geweest zijn dn zijn plaats! Watera beet zich op de volle roode lippen en keek zwijgend uit het venster. Mr. Travers ging intussahen voort met zijn ont bijt HANDSCHOEI8EL OF HAND- „SCHOENEN"! De hlKtnrle van onze „Glacé's". De handbedekking of handschoeisel waaruit later de voor ons bekende handschoen •egroeid is was reeds gekend in de tij en van de oude l3raëheteü. Nieb evenwel zooals bij ons als modieuze versiering, maar als beschutting van de handen bij den ar beid. De Romeinen gebruikten ze tegen be smetting en het gevaar van verwonding. De ridders hjj toernooien en gevechten namen dit later over en hadden ijzeren handschoe nen aan de harnassen. De Iteliaansche geschiedschrijver Varro zegt, dat vroeger de olijven met handschoe nen aan' plachten te worden geplukt Dat komt overeen met dev gewoonte van vele onzer tegenwoordige huisvrouwen, die poet sen en wrijven en aardappelen schillen met 'n paar oudle handschoenen aan! De oude handschoen speelde in het ridder- tijdsperk bovendien een rol van eer! Werd een ridder b.v. door al te ver gedreven euveldaden ontadeld, dan brak men niet al leen zijn degen en zijn sporen stuk, maar trok hem bovendien in het openbaar zijn handschoenen uit In een ander geval bij het uitdagen voor een twee-gevecht, wierp men den tegenstander of den beleediger den handschoen in het gezicht. Deze manier van doen hoewel' ©enigs zins gewijzigd, is weer van kracht geworden bij den modernen bokswedstrijd! Ook in an der opzicht speelt hier de handschoen een gewichtigen rol. In de zestiende eeuw komt ten slotte de handschoen meer als pronk- en weeldearti: kei op het wereldtooneel Zoo bracht de ge^ malin van Lodewijk de Xn als bruidsschat een paar handschoenen mee, welke kwistig met zijde, paarlen en diamanten waren ver sierd- Tijdens de regeering van Franz I was een paar handschoenen een geliefkoosd! modiebezit voor dames uit de hooge 'kringen. Sckillèr de Duitsch© dichter heeft zelfs een uitvoerig dichtwerk gewijd aan dit versieringstukHet Dramatisohe gedicht „Der Handschuh"De inhoud is aldus: Franz I vergezeld van zijn hofstoet zat eens op den rand van een arena. Op een ge geven oogenblik verscheen in de arena een leeuw, daarna 'n tijger en tenslotte nog twee Luipaarden. Een gevaarlijke verzameling! Kunegonde mu wetendie dat ,d© ridder Montgommery de Lorges Mar liefhad liet spelenderwijs een van haar handschoe nen in het strijdperk vallen. Hierna' wendde de lieftallige hofdame zich tot den ridder met de woorden: ....„Zoo gij mij werkelijk lief hebt, heer ridder ga in de arena en raap mijn handschoen op! En tot aller ont steltenis sprong de vermetele ridder man moedig in de arena en voor de aanwezige roofdieren van hun lichte verbazing beko men waren, keerde de koene man reeds met den opgeraapten handschoen in de konink lijke loge terug... Kunegonde zegevierde en zag trobsch in het rond bij dit staaltje van liefde voor haar schoonheid Maar tegelijk volgde de dramatische ont knooping De Ridder smeet de gehaalde handschoen vol afschuw in het gelaat van de wreede hofdame en riep: „Zie naar een ander aanbidder uit.... Ik dank- voor zulk eene!"-. Langzamerhand werden de handschoenen een geschikt object voor cadeaux. In vroeger eeuwen was men zoo verrukt met dit pre sent, dat men van vreugde er een' op den hoed stakToen Hertog Christiaan van Brunswljk er eens In paar ten geschenke ontving van de Koningin van' Bohemen, zette hij er een als sieraad op zijn hoed- Leioester die een paar handschoenen van Koningin Elisabeth present kreeg deed hetzelfde.... In Engeland gaf een vrijgesproken be klaagde aan zijn vriendelijken reóhter als bewijs van erkentelijkheid een paar witte handschoenen. Sprak de voorzitter van1 een rechtbank gedurende een geheel jaar geen doodvonnis uit, dan bekwam hij van de over heid der stad een paar handschoenen ca deau. De beul van Haarlem daarentegen ontving na iedere goedgeslaagde onthoofding een hoeveelheid wijn plus.In paar hand schoenen. De schatmeester van' meergenoemde Franz I gaf eens bij het einde van een feestmaal' Er is maar één baantje, dat me uitstekend zou passen, nu ik te oud word om weer dienst te nomen; zei Mr .Travers als hij ednde- 1 ij k zijn ontbijt had geëindigd en opstond om afscheid to nemen. Om voor inbreker te spelen? spotte Mrs. Waters. Nee, kastelein in een aardige, kleine her berg, zei Mr. Travers met gu dgoapeelde om- uoozelheidi tere deed In paar stoppen terug en staarde hem met wijd geopende oogen strak aan. Ik wenech je 'n goeden morgen, zed ze, toen ze haar stem weer kon vertrouwen. Goeden dag, zei Mr. Travers met tegenzin. Ik zou graag nog eens willen hooren, hoe <L' ouwe Benn de grap heeft opgenomen. Mra. Watera ging naar het huis terug en bleef in de deur naar Mr. Travers staan kij ken. Als je weer eens voorbij komt en je wil eens aanloopen;.dan zal ik je vertel len, vervolgde rij den dag! zij na 'n korte pauze.Goe- Hij nam het mollige handje, dat hem tot afscheid werd aangeboden en schudde het met warmte. Dat zou het mooiste rijn van de heele grap, zei hij, langzaam aanstalten makende tot vertrek. Wat zou het mooiste rijn.vroeg de weduwe. Oo soldaat wendde zich opnieuw tot haar. v\ anneer ouwe Benn hier weer eens te rug kwam op 'n avond en unfj als kwntei^iTi vond.denk er eens over na. Mrs. W atera ontmoette zijn blik en staarde hem ernstig aan Ik zal er over denken, als je weg benik zei ze zachtkena. Ga nu EINDE. 't Jutte rt je -» Er la geen film ln de Kcuitl. Dr. B. 16611 'ly J.Ü. u JX? TV7X1A71-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 9