G UIT HET LEVEN ONZER GROOTE MANNEN. x x Of deze kamer veel bezocht worden zal?. Eveens is er nog een speel- en een biljart kamer. Totrt comme chez les hommes Slaap- en badkamers zijn op de bovenste verdieping In het sousterrain zijn: de keu ken de provisiekamer de fietsenberg plaats etc Bij de feestelijke opening werd de presi dentshamer (juister gezegd: de hamer van de presidente) van Arbeid Adelt" ten ge schenke aangeboden aan het bestuur van het nieuwe clubgebouw. DE HOLLANDSCHE EDISON. Cornellaz Jacobsz. Drebbel. OVER MISDAAD EN MISDADIGERS, door Leo Felix. Het geval Hennig. Hl. Dr. B. de onbekende op hen wachten zou. Daarop was zijn opdrachtgever uitgestapt om nog eenige boodschappen te doen, zooals hij zeide. De jonge man verklaarde verder, dat hij zijn rijtuig had moeten verlaten, daar het paard kreupel geworden was. Inspecteur Braun trachtte, hoewel het reeds diep in den nadht was, den opdracht gever van de beide (boden nog in het Chaus^ seiehaus in Nieder-Schöneweide te bereiken, doch er werd' aldaar niemaind aangetroffen. Daarentegen kwam op 30 Decelmlber bij' de redactie van de'„Lokal Amzeiger" een nieuwe brief van den moordenaar Ibinnen, waarin deze zich over het uitblijven, van het ant woord beklaagde en verzocht dit alsnog te willen doen toezenden onder A.*M. 777 aam het postkantoor no. 27 en wel poste-restante. Dit schrijven leverde de waardevolle aanwij zing, dat de misdadiger van zijn vervolging tot Treptowiedier-Schöneiweide geen ken nis droeg. want hij liet hem ongeveer drie kwartier te vergeefs wachten, waarop de jongen den brief naar het .postkantoor terugbracht. De moordenaar moe tdit gezien hebben, want den volgenden dag ontving de .JLokal Am zeiger" een*schrijven luidende: „De politie honden zullen nu wel eindelijk ingezien heb ben, dat zij mij niet vangen zullen en dat de listige vos ze uitlacht. Heintje de Vos". Daar mede was ook dit spoor verloren gegaan. Op grond van de tot dien bekend geworden bijzonderheden was inspecteur Braun tot de overtuiging gekomen, dat de dader onder de beroepsmisdadigers gezocht moest worden en wel onder hen, die hun beroep door schrift- vervalsching, huwelijks-, verzekering»-, Iborg- stellings- en dergelijken zwendel plegen uit te oefenen. Hij doorzocht daarop nauwkeurig het omvangrijke handschrift-materiaal, dat zioh in de dossiers vam de Berlijnsche justi- tiëele Politie bevond en besteedde bijzondere aandacht aan nieuwe gevallen op dit gebied, daar hij vermoedde, dat de moordenaar van Giermoth zijn misdadige praktijken zou voortzetten. In de tweede helft van Januari 1906 kwa men uit verscheidene voorsteden van Berlijn gelijksoortige aangiften over 'bedriegerijen, door een zekeren Schumacher binnen. 'Bi; allen was een verzekeringsagent versohenen welke verklaard had, dat hij in 'groote geld verlegenheid verkeerde en ten slotte aan ieder een pandbriefje op zoolleer tot een be dras van 90 Mark voor 10 Mark verkoch. had. De pandbriefjes waren allen uit de Wij ontvingen nog het volgende verslag van het. Schoolreisje, dat wij gaarne nog plaats verleenen. Het is vam een teerling vam School 7b. i Het was Dinsdagmorgen. Op het stations plein waren een massa kinderen verzameld Overal liepen vaders en moeder® rond, om hun kinderen te zien vertrekken. Alle jon gens en meisje® stonden netjes in de rij. Opeens steeg er een gejuioh op, er werden Kwatta-reepen uitgedeeld en leder kind kreeg een reep. Toen werd het hek geopend en gingen we het perron op. De conducteurs deden de por tieren open en men stapte in. Eindelijk om half acht werd er gefloten, de trein zette zich in beweging, zakdoeken werden gezwaaid en daar ging het, naar Hiiversum! fn den trein werd er gezongen en op mondorgels ge speeld, aoodat er een vrool'ijke stemming heerschte. Bij Amsterdam moeeten we overstappen ln den trein voor Hilversum. Daar aangeko men, ging school voor school Ln de wacht kamer, waar elk een glas limonade kreeg. Na die versnapering ging men op weg maar „Kievitedal". Opeens klonk het fluitje van mijnheer Heeroma. Dat was het sein voor aantreden. De 'kinderen werden in rijen opgesteld en de tocht voortgezet. Langs den Soestdijk- schen straatweg kwamen we bij een punt, waar de weg een scherpe 'bocht maakte. Nu ging het de bossc-hen in en langs dien weg 3tond een fruitman, waarvan iedier twee ba nanen kreeg. Zoo bereikten we de uitspanning „Heide bloem". LPnks lagen de dennenbosschen, vooruit de golvende heide met lichte zand- olekken en af en toe een groepje dennen. Daar kon je heerlijk krijgertje spelen en dan vam de heuvels afrollen. Weer werd er melk rordvedoold en daarna ging het over de heide naar Laren. Wij liepen lang® villa's en boerderijen, waarvan de laatste met riet en mos bedekt waren. Onderweg kwamen we een schaap herder met een kudde schapen tegen. Het was aardig om te zien, hoe de hond, als een schaap te ver van1 de kudde afdwaal de, deze al blaffende bij de kudde terugdreef. Bij laren, vóór het station vam de stoom tram, begon het te regenen. De wachtkamer was vol, maar gelukkig stond de tram klaar en na wat heen en weer geloop, had ieder een plaatsje gekregen. De locomotief had een heele sliert wagens achter zich maar zonder ongevallen bereikten we Hilversum. Daar in de wachtkamer kreeg eik weer limonade. Toen stapten we in den trein en de terug tocht werd aanvaard. Maar op het viaduct, voor het station moest de treh stoppen. En, toen deze weer verder kon rijden en we op het station te Amsterdam aai kwamen, reed ie trein voor Helder ret weg. Wat nu te doen? Eindelijk werd bes'oten om haar de büosooop te gacu. We verlieten het station en kwanten door alle drukte en gewoel, heel huids ht de „Witte Biosnonp" op 't Damrak aan. Daar werden een paar mooie nummers gespeeld en ieder kreeg rog een glas Ranja. Toen de voorsfUIrtr afyloonen was, gin gen we weer naar 't Station. De lichten waren al op ln den trein en bulten was *t aoo domker, dat men nets kon zien. Omstreeks 11 uur kwamen we ln Helder aan. De ver lichting daar liet veel te wenadhen over. Het was er stikdonker. Ouders liepen nog t® zoeken, terwijl kinderen al thuis waren. Maar, het was toch een fijn uitstapje geweest Rtenk Bouraa. RAADSELS. OplOMlngea dar vorig* rudaata. I. 1. Terschelling, 2. IJseimonde. 8. Wieringen. veen meer maat citer zon. X X Op de staande en op de liggende kruisje» lijn komt de naam van lekkere vruchten. XXXXXXXXX Op de le rij een klLn- X ^er! op de 2e tets waar- X mee men visch .vangit X op de dende iet», waar- X op we leven; op de 4o iets, d<it do mensohen altijd btJ zich hebbenop de Be hot gp vraag ie woord; op de ,6e iet», wat we op school leeren; op de 7e een ander woord voor crime raai; op de 8e het tegenovergestelde van a.o.itbjj; op de 9e een medeklinker. Goeie oplossingen ontvangen vam: D. A. 2; A v. A. Is F. en M. B. 2; 8. B. 8; D- B. Is W. M. B. 8; G. en A. B. 3; J. 't B. 1; W. B. Jj A. D. 8; A. en P. D. 2; A en H. F. 8; C. F. 8; C. F. 2; W. G. 8; M. 8. de G. 2; 0. de H. 8; J. H. 1; H. v. d. K. 8; G. K. 8; A en W. K. 8; H. J. v. <L K. 8; K. K. 1; P. J. de K. 1; M. en W. L. 1; H. en J. L. 2; D. M. 8; F. J. M. 1; O. J. v. d. M. 1; D. N. 1: R. N. 1; M. 0.1; A. P. 1; F. G. v. P. 8; J. v. d. P. 8; 8. P. 1; J. de R. 2; M. 8. 8; A. v. 8. 8; J. G. 8. 2; F. 8. 1; 8. v. Z. 2. moord alsmede wegens roof tot zes jaar tuchthuis, verlies der 'burg? r-ee re rechten en onder toeziahtstelling veroordeel!. Hij boette zijn straf in de strafinrichting Moabit, waar uit hjj in Juli 1899 ontslagen werd. Nog in Augustus van hetzelfde jaar pleeg de hij diefstal, in een horlogemakerewimkel, wat ihean een gevangenIss'raf van' 4 jaar kostte. Na deze straf, kreeg hij Ln Maart 1900 1 jaar gevangenisstraf wegens muntmisdryf en in Juli van hetzelfde jaar 7 maanden we gens onbevoegd u. toef enen vaa een. ambt, det hij niet hekJeeJdQ. tm?.? werd hjj uit de gevangente ln J lotaonsee weier ia vrijheid gelaten en sedert 1906 wegens de reeds genoemde parnd- briefvervHjw,hinden bil vprsvk veroordeeld. De recherche noogde allereerst de persoon van den nu als moordenaar bekend staanden Hennig in .handen te krijgen door een reeks van huwelijks- en dlenstaaribiedimg^adver- tenties met verwljiiing naar bezit vam spaar- ki de te "loden schipbreuk. Ook een op maam van de keukenmeid F. gesteld verzoek aan "Vlktor Hohenheim" oin wederaanknooping van de afgebroken be trekkingen, leverde slechts een ln Berlijn geposte kaart op met de volgende woorden1: „Geeft U geen moeite; ük laat mij niet lijmen". te plaatsen, om Deöe pogingen (Wordt vervolgd). Mme Corry. Waarom het zoo is zou ik niet met zeker heid kunnen zeggen, maar niettemin is het een vaststaand feit 'n soort Evangelie in de wereld vooral: menschengeschiedenis dat beteekenisvolle individuen zoogoed als altijd tijdens hun bestaan worden belachelijk gemaakt. Ik zeg zoo goed als altijd, omdat er uitzonderingen zijn in den vorm van mensohen die zich weten weg te stoppen van het openbare leven. Maar zij die door hun geest gedreven voor den dag komen met de resultaten hunner gedachten, worden be- lachen, getrapt en geslagen door de botte publieke meening. Altijd weer is het die domme, achterlijke en zich toch zooveel verbeeldende massa die zelf niets weet, doch altijd met waanwijze gebaren de meeningen van anderen beges- ticuleert die de voor eigen ontwikkeling noodig zijnde exemplaren verguist en min acht. Ontelbaar zijn de voorheelden en de menschheid vordert in dit opzicht geen stapl Het is in dit jaar driehonderd jaar gele den, dat Ooraelis Drebbel werd geboren. Oornelis Drebbel de Edison van Neder land, die twee honderd vijftig jaar geleden dacht aan dingen, waaraan wij nu ternau wernood denken. Die nieuwe richting gaf ons modern bestaan, door het uitvinden van velschillende instrumenten. En nu is het geen kunst voor de nabau wende menigte om bewonderend te spreken over Drebbel en zijn vernuft te roemen. Maar in de dagen, dat Drebbel openlijk en inspannend voor zijn omgeving werkte en zoo duidelijk en blaar mogelijk toonde wat hij dacht en wilde.toen heette hij hard op:..., ,,'n groofce ezel" 'n „Alkmaarder Windbuil" 'n „Pochhans" 'n „handige bedrieger" 'n „charlatan" 'n boersche kerel met 'n „©enigszins mystdsch bespiege lenden geest" enz En toch was het deze Alkmaarder Wind buil, die den stoot gaf voor het maken van eenige belangrijkheden, waarbij niet minder dan zfln Perpetuum Mobile Onderzeeboot Microskopen Spiegeltelesooop Tor- edlo Storm glas Camera Obscura en verlantaarn. En in dezen zelfden tijd kende men ter nauwernood het gebruik van het kompas. Redelijke uurwerken waren er niet Men ge bruikte nog zandloopers. Van een barometer om op storm verdacht te kunnen zijn was geen sprake nog minder van een ther mometer om de temperatuur te bepalen. Kij kers aan boord kende men niet. Men wist niets van de wetten1 der natuurwetenschap, wist niet waarom een schip eigenlijk dreef en waarom het op een gegeven moment om- Men kende nog geen vorken, men pedo Toot kende nog niet het gebruik van het lam1 las om gevrijwaard te zijn van oliewa' roegere Deschavingen hadden van al deze dingen iets geweten, maar de huidige be schaving moest het uit eigen vernuft weer opnieuw ontdekken. En Drebbel, die niets anders deed dan de opgave uitwerken, die de ondoorgrondelijke natuur ln hem had gelegd en die begon ook deze menschheid te geven wat zij in de toe komst zou gaan gebruiken hij was "n „charlatan". t (Drebbel werd geboren ln het jaar 1572 te Alkmaar uit een vrij deftige familie. Hij woonde lange jaren op den hoek van Ko ningsweg en Kluft. Hij leerde natuurlijk ln zijn jeugd niet al te best, omdat hij zijn tijd soek bracht met het maken van bootjes uit Oude klompen. Deswege kwam hij niet op de loopbaan van de studie, maar werd in de leer gedaan bij een van de meest bekende graveurs uit zijn tijd. Maar Drebbel was een zoeker en deed van allerlek Te Alkmaar ver beterde hij het systeem schoorsteen en be gon ovens te bouwen, graveerde de platte grond der stad, verbeterde er den uurwijzer en nam er verschillende van zijn eerste proeven. Te Middelburg maakte hij een door eb en De opdracht om het antwoord naar Trep tow te brengen was op een (briefje geschre ven, waaraan men direct het handschrift van den moordenaar herkende. Onder deze om standigheden (bleef er niets anders over dan den dienstman een antwoord-sdhrijven imee te geven en hem op zijn weg te volgen. Hij reed met de tram naar Treptow, verdween onderweg meerdere malen in kroegen om zich nog eens goed te doen aan den drank en kwam zwaaiend voor den Paradiegarten in Treptow aan. Eenigen tijd later kwam daar eeni jonge man te voorschijn, die, toen hij zich tot den dienstman wendde, door één der rechercheurs aangehouden werd en ver klaarde, dat eenige uren geleden in de Kö penickerstrasze bij den Schlesischen Tor een heer hem gevraagd had, of hij een paar Mark verdienen wilde, hetgeen hij had goedgevon den. De onbekende was daarop met hem in een huurrijtuig naar Treptow gereden. On derweg had zijn metgezel hem geld ter 'be taling van de vracht gegeven en hem opge dreven 7.:ch naar den Panadiesgarten te be geven, een daar wachtenden dienstman mee t* nemen en met dezen naar het Ghaussee- vloed van de zee gedreven zoetwaterfontein voor rekening van de stad. Hjj trok naar Londen en werkte er aan een instrument, dat eeuwig zou blijven be wegen: 't Perpetuum Mobile! Daarna schiep hij een Camera Obscura en een Tooverlan- taarn. Zijn naam drong door Europa en hij werd aan het hof van Keizer Rudolf H van Praag genoodigd. Drebbel ging kalm verder vond de scharlaken kleurstof uit, waardoor de laken weverij een nieuwe toekomst kreeg werkte er voor het eerst aan z.g. lensen voor kij kers en deed daarna allerlei opzienbare din gen aan het Oostenrijksche hof. Verschillende malen ging hij heen en weer van Engeland naar Praag. Hij genoot de gunst van koningen en(hoogeren enj werd rijk. Totdat er eens een proef in den vorm van een expeditie met torpedo's.mislukte. Dit was natuurlijk genoeg voor het pu bliek, dat al ginds langen tijd ongeloovig toe keek, uit den band te springen. Van nu aan was het perpetuum mobile 'n bagatel en de microscoop 'n instrument om bagatellen te kunnen zien en het vertrouwen in de torpe do's was heelemaal weg. Tusschen al deze bedrijven door gaat de ontdekker en zoeker rusteloos vóórt en be leeft van alles wat een gewoon mensch be leven kan en beleven moet: bij is gehuwd en werkt voor zijn gezin hij .krijgt doch ters, die hij keurig opvoedt en later schitte rend uithuwelijkt.Hjj doet van alles neemt dienst in het Praagsche leger, is Staatskamerheer en staatsraad van Rudolf zucht twee malen in de gevangenis tij dens den dertigjarigen oorlog verliest zijn volledig vermogen en begint opnieuw om een ander te verdienen. De een lacht hem uit en bespot zijn pogingen. Het publiek wantrouwt hem zooals gewoonlijk en is ook zooals gewoonlijk de waard, die van dezen gast denkt dat het hem om niets dan 'n baantje te doen is. Daartegenover zijn er natuurlijk weer eenige uitzonderingen van beteekenis, die alles beter hegrijpen: De dichter Gonst an- tijn Huygens schrijft verzen op hem. —De beroemde schilder Rubens zoekt zijn vriend schap. Eenige vorsten begrijpen zijn betee kenis. Maar het meerendeel is argwanend, En eindelijk ln het jaar 1634 op 62- rigen leeftijd sterft deze man, terwijl hij bezig is aan een buitengewoon omvang rijken arbeid het regelen n.1. van den waterafvoer van verscheidene Engelsohe Graafschappen. En dan volgt het slot zooals het altijd volgt op deze levens: Versohillende naijve rige, maar handige opvolgers nemen voor zoover mogelijk de Ideeën over en bouwen op de oorspronkelijke gedachte voort van den man, dien ze eerst gesmaad hebben. Zij trachten er nu goede munt uit te slaan en werken verder. En zoo krijgt dan de domme wereld ein delijk datgene, wat de ondoorgrondelijke natuur voor haar weggelegd heeft ln onbe grijpelijke wijsheid en goedheid.... En ze neemt het zonder dankje en gaat voort op nieuw te lachen en te smalen op de Drebbels, die inmiddels zonder ophouden door de-Na tuur levend naast en tusschen hen worden gezet.... Eerst een volgend geslacht gaat zich met deze Drebbels bezighouden, onder wijl ze natuurlijk weer.lacht op de dan levende producten van de vooruitgang. UIT DE OUDE DOOS. De legende van het witte paard van Gerda van Vagtsberg. Op het einde van de dertiende eeuw leefde ln de nabijheid van de stad Bingen aan den Rijn op een oud slot eèn ridder van Vogts- i* Jrti berg. Hij was de laatste van een geslacht en bezat slechts een dochter. Deze dochter heette Gerda, was zeer lieftallig en had niet te klagen over het aantal harer aanbidders. Maar terwijl haar vader nog altijd 'bezig was te kiezen uit de hoeveelheid in aanmer king komende gegadigden, had Gerda in het geheim reeds haar keuze gedaan en haar liefde weggeschonken. En de door haar bevoorrechte jonge man ridder Kurt von Reichenstedn was juist niet geplaatst in de ranglijst van uit verkorenen door den ouden ridder Vogtw- berg. De oude vader dacht geen oogenblik aan dezen jeugdigen verliefde en hij van zjin kant dacht er ook niet aan openlijk voor zijn liefde bij den ouden ridder uit te komen. Hiervoor was een en dezelfde reden: Kurt van Relchenatein, ondanks zijn veelzeggenv den naam was arm en 'bezat niet anders dan zijn min of meer vervallen slot.De eenige toekomst, die hein restte bestond in het sterven van een ouden, rijken, ongehuw- den neef, die nJ. schatrijk was, maar naar het uiterlijk te oordeelen nog niet aan dood gaan dachtltl Aangezien echter Gerde en Kurt dicht in elkanders buurt leefden en steeds met el kander omgingen, was de natuur sterker dan de leer en groeide hun trouwe liefde zonder dat Iemand er iets van bespeurde. In deze periode gebeurde het dat de jonge Kurt eens van een medegemaakten rooftocht terugkeerde in het bezit van een buitge maakt wit paard. Het was een zeldzame prachtige witte merrie en zoo mak, dat Kurt den inval kreeg dit paard eens voor Gerda af te richten en het haar dan ten geschenke te geven. Zoo gebeurde. Het dier toonde zich zoo leerzaam, dat het niet lang duurde of het bezat verschillende eigenschappen, die Kurt haar aangeleerd had. Het leerde knielen en soortgelijke dingen. Het kwam op eenl ge hoord fluiten van Kurt dadelijk aanloopen, ook zonde r dat zijn meester het zag. Het leerde de kunst verstaan tegen de steile hel lingen van de rotsen op te klimmen, die het slot van Ridder Kurt ommuurden, zoodra deze vanaf de ophaalbrug den naam van de merrie riep. 1 En toen schonk Kurt het paard aan Gerda, die zeer was ingenomen met het schoone dier. Ook haar vader was erkentelijk voor de gave en verwaardigde zich Kurt vriend schappelijk te onthalen en nam hem zelfs eenige malen mee ter jacht. Deze behandeling maakte hem overmoe dig en eindelijk besloot hij niet meer of minder, dan te dingen naar de hand van Gerda Het was echter in die dagen gebruikelijk, dait niet de liefdedronkene zelf, maar op zijn verzoek een van de naaste familieleden zich belastte met een zoodanige delicate zen ding. Aangezien nu de beide ouders van ridder Kurt gestorven waren, richtte deze zich naar zijn naaste bloedverwanten. En dit was de oude, rijke en ongehuwde neef in de nabijheid! En toen gebeurde het, dat terwijl de rijke ongetrouwde neef voor de boodschap op het kasteel van den oudeni vader Vogtsberg kwam hij zichzelf Vergat en zijn hart verloor bij het zien van de aanminnige Gerda. Het eind van het lied was, dat hij ten slotte ook Ridder Kurt heelemaal vergat en de hand van Jonkvrouwe Gerda vroeg voor.zichzelf 1 En de vader verheugd en trotsch van wege dit rijke aanzoek, weifelde niet meer en gaf terstond zijn toestemming! Zoo stonden dus nu de zaken! De jeugdige Gerda zou binnen een maand trouwen met den''ouden, rijken neef van Ridder Kurt. Deze liep van overloopende woede te razen in zijn' oud slot, terwijl zijn geliefde* weenend over haar rustbank gebogen lag, het grootste deel van den tijd! Geheime boodsohappers werden door de twee gelieven ojver en weer gestuurd, maar niets hielp. Niemand wist uit deze impassie een uitweg! Totdat (de liefde Is nu eenmaal vinding rijk) de jeugdige ridder op een lumineuzen inval kwam. Hij zond een geheime bood schap aan Gerda met de mededeeling dat zij gerust kon zijn en op zijn hulp en bijstand rekenen. Hij zou het fatale huwelijk verijde len of hij was niet Ridder Kurt von Reichen stedn! Wanneer ze er zich maar onder geen om standigheid van liet afhouden om op den dag van haar huwelijk de witte merrie te berijden.Alle gevaar kon zij trotseeren tot op het laatste oogenblik en het juiste moment om te handelen aan Kurt overlaten mits ze op de witte merrie reed!. Na deze goede tijding droogde Gerda haar tranen! en gaf zich schijnbaar aan het lot over. Toen de dag van haar huwelijk eindelijk kwam liet zij zich feestelijk tooien en be steeg de witte merrie die als het ware eer biedig voor haar knielde, toen zij naderde. En met kloppend hart reed zij weg tus schen haar vader en haar bruidegom den weg op naar haar aanstaanden man! Tusschen dit slot en dat van haar vader nu lag de oude burcht van Ridder Kurt. En het duurde niet lang of zij waren genaderd aan den voet van de rotsen waarop het kas teel stond.In de verte ontwaarde Gerda al de kerk waar de plechtigheid zou plaats hebben. Toen gebeurde er iets merkwaardigs. Terwijl de kleine stoet benoden langs de ophaalbrug van het slot Reichenstein reed, werd deze brug opeens neergelaten en mid den op verscheen.Ridder Kurtl Kurt 'begon den naam van de witte merrie te roepen en te fluiten en zonder zioh te bedenken aangemoedigd door Gerda, die haar een liefkozend tiktje op den nek gaf sprong de merrie op den voet der rotsen toe en begon springend als een gemsdler naar boven te klauteren. In minder dan geen tijd stond ze op de ophaalbrug waar Kurt haar liefkozend oi ving en binnen het slot voerde. Beneden was men van de eene verbazing ln de andere gevallen! Gerda's vader en Gerda's bruidegom gin gen om het hardst te keer maar geen van twee zag kans zijn paard tegen de ^steile rotsen op te brengen. De heele stoet pro beerde het meermalen onder het uiten van schrikkreteni en verwenschingen. .Binae- lijk kon de oude en bedrogen bruidef^m het niet langer verkroppen. Vloekend dreigde hij zijn neef te zullen onterven en gaf in een aanval van woede zijn paard de sporen en dreef het omhoog.H Door dezen onbekookten uitval kon hij echter noch het een noch het ander tot een goed einde (brengen, want zijn paard strui kelde, viel met zijn berijder omlaag en wondde hem doodelijk! Kort daarna ging de ophaalbrug yeer naar beneden; Kurt verscheen met achter zich Gerda eneen priester, die het huwelijk wilde inzegenen! De bedroefde Gerda wierp zich voor haar vader op de knieën en Kurt bepleitte zijn genegenheid! De oude Vogts berg liet zich ten slotte vermurwen en gaf zijn toestemming.Als bij tooverslag viel het hem tegelijk ha, dat de Jonge Kurt nu op heel natuurlijke wijze erfgenaam van des bruidegoms rijkdommen geworden was, aan gezien van de onterving niets meer komen Dies werd het huwelijk toch voltrokken, alleen met een nieuw geëngageerden brui degom. De jonggehuwden namen hun intrek voorloopig op het slot van den vader, tot dat Kurt behoorlijk zou zijn gerestaureerd. Het witte paard werd tot aan zijn dood door het echtpaar met zorg en liefde behan deld. Na zijn dood werd het door een be kwaam beeldhouwer in marmer vereeuwigd en kreeg het een eereplaats in het slot Rei chenstein aan den Rijn! Oude drinker: Beste dokter ik voel me veel betér laat me nou toch in 's hemels naam maar weer 'n kleintje drinken. Dokter: O, nee.nog niet, hoor.Al les heel langzaam aan De drinker: Nou begint, u dan tenminste met me de kurketrekker te laten zien. Hjj lk zweer je Emmy wanneer je mij niet neemt, dood ik eerst hem dan jou en daarna mezelf. Zij Je moet doen wat Je niet laten kunt, maar als 't je 1 zelfde is begin dan van ach teren af Mevrouw: Ja daar staat wel in Je ge tuigschrift dat je flink bent en wel kunt wer ken, maar lk lees geen woord van zindelijk heid, van trouw, van eerlijkheid, van vlijt. De sollicitante: Dat staat tusschen de re gels, mevrouw. Een rijk geworden spekslager laat aan een bezoeker zijn nieuw gebouwd huls zien. De bezoeker.*t Is magnifiek.Zeg wat 'n bihllotheek heb Je tegenwoordig. De eigenaar: Ja wat zeg je van die ban den?.Daar heb lk expres die boeken voor gekocht.'t is allemaal leer van var kens, die ik zelf geslacht heb. Leeraar: Noem mij eens de namen van de noten op, Piet! Piet: O. d. e. f. g. a. b. 0 Leeraar: Goed zoo Nu eens andersom! Piet: (keert zich om naar den muur) O. d. e. f. g. a. b. 0.1. haus in Nieder-Schöneweide te komen, waar Een (brief met de verlangde cijfers werd gedeponeerd en het postkantoor onder onaf gebroken toezicht gesteld. Den 2en Januari 1906 haalde een kleine jongen des avonds den brief af. Hij werd onmiddellijk in hech tenis genomen en verklaarde, dat hij het stuk brengen moest naar een (heer in de Wallner Theaterstrasze. Na deze mededee ling werd hem toegestaan zijn weg daarheen te vervolgen. Een aantal rechercheurs volg den hem voorz'chtig. De moordenaar waagde het blijkbaar niet zijn bode aan te spraken. Het Schoolreisje. Dat was een uitspanning met een speeltuin, waarin een peaT schommels en wippen, een draaimolen, enz. Daaromheen lagen de bos- schen, waar het heerlijk koel was en waar het roök uBftr h&T8 cn dcrwionhcyut. Op open plek ito 't 'bosch stonden tenten van mensch en. die in hun vacantie kampeerden.1 Toen wij daar een poosje gespeelidi hadden, kregen wij meJk, waarbij we de meegebrachte boterhammen konden opeten. Daarna, als de wind weer naar de schommel® en wippen! II. Zamervaoantie. Nieuwe raadsels. I. Wat kumt ge hieruit Ie zon? ii. niet bestaande pamdteening vam Otto Wilde, Schützstrasze 9, afkomstig en stonden ten name vam Rudolf Hennig, Potsdam. Door middel vam schriitvergelijkkig werd het be wijs geleverd, dat het schrift vam deze pand briefjes volkomen overeenkwam met het handschrift van den aam den' „Lokal Amzei ger" gezonden brief, alsmede de brieven aan de keukenmeid F. Uit een rondvraag ander de (beambten van de Berlijmsche recherche bleek verder, dat dergelijke ziwendel reeds in Augustus'1905 in 14) gevallen in Berlijn voorgekomen was en dat de dader toen de leder-werker Karl Rudolf Hennig bleek te zijn, die zich echter tot heden aam arrestatie had weten te ont trekken. Daarmede was ook de persoon varï den moordenaar vam Giernoth vastgesteld Hennig was in' het jaar 1874 in Berlhn zoon vam oppassende ouders geboren. Reeds ais jongen vam 16 jaar had hij zite XX straf, een geldboete vam 5 Mark,, wegens brengen van lichamelijk letsel met vooXT dachten rade, door middel van een gevaarlik werktuig, ondergaan, lm het jaar 1893 begL hij een reeks winikellade-diefstallen, die hH pleegde door den eigenaar in de woWamer op te sluiten de huisdeur door middel va/n een steekboor open te maken en de lade leeï te plunderen. Bij één dezer diefstallen trofhH de verkoopster in den winkel aan dte h mishandelde, met een revolver bedreigde en daardoor tot zwijgen dwong, terwijl hh den roof pleegde. Hij werd gegrepen en wlgenï poging tot afpersing onder bedreiging,"* ■i bankboekjes lm de 'bladen hem daardoor te lokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 10