G
UIT HET LEVEN ONZER
GROOTE MANNEN.
x
x
Of deze kamer veel bezocht worden zal?.
Eveens is er nog een speel- en een biljart
kamer. Totrt comme chez les hommes
Slaap- en badkamers zijn op de bovenste
verdieping In het sousterrain zijn: de keu
ken de provisiekamer de fietsenberg
plaats etc
Bij de feestelijke opening werd de presi
dentshamer (juister gezegd: de hamer van
de presidente) van Arbeid Adelt" ten ge
schenke aangeboden aan het bestuur van het
nieuwe clubgebouw.
DE HOLLANDSCHE EDISON.
Cornellaz Jacobsz. Drebbel.
OVER MISDAAD EN MISDADIGERS,
door Leo Felix.
Het geval Hennig.
Hl.
Dr. B.
de onbekende op hen wachten zou. Daarop
was zijn opdrachtgever uitgestapt om nog
eenige boodschappen te doen, zooals hij
zeide. De jonge man verklaarde verder, dat
hij zijn rijtuig had moeten verlaten, daar het
paard kreupel geworden was.
Inspecteur Braun trachtte, hoewel het
reeds diep in den nadht was, den opdracht
gever van de beide (boden nog in het Chaus^
seiehaus in Nieder-Schöneweide te bereiken,
doch er werd' aldaar niemaind aangetroffen.
Daarentegen kwam op 30 Decelmlber bij' de
redactie van de'„Lokal Amzeiger" een nieuwe
brief van den moordenaar Ibinnen, waarin
deze zich over het uitblijven, van het ant
woord beklaagde en verzocht dit alsnog te
willen doen toezenden onder A.*M. 777 aam
het postkantoor no. 27 en wel poste-restante.
Dit schrijven leverde de waardevolle aanwij
zing, dat de misdadiger van zijn vervolging
tot Treptowiedier-Schöneiweide geen ken
nis droeg.
want hij liet hem ongeveer drie kwartier te
vergeefs wachten, waarop de jongen den
brief naar het .postkantoor terugbracht. De
moordenaar moe tdit gezien hebben, want
den volgenden dag ontving de .JLokal Am
zeiger" een*schrijven luidende: „De politie
honden zullen nu wel eindelijk ingezien heb
ben, dat zij mij niet vangen zullen en dat de
listige vos ze uitlacht. Heintje de Vos". Daar
mede was ook dit spoor verloren gegaan.
Op grond van de tot dien bekend geworden
bijzonderheden was inspecteur Braun tot de
overtuiging gekomen, dat de dader onder de
beroepsmisdadigers gezocht moest worden en
wel onder hen, die hun beroep door schrift-
vervalsching, huwelijks-, verzekering»-, Iborg-
stellings- en dergelijken zwendel plegen uit
te oefenen. Hij doorzocht daarop nauwkeurig
het omvangrijke handschrift-materiaal, dat
zioh in de dossiers vam de Berlijnsche justi-
tiëele Politie bevond en besteedde bijzondere
aandacht aan nieuwe gevallen op dit gebied,
daar hij vermoedde, dat de moordenaar van
Giermoth zijn misdadige praktijken zou
voortzetten.
In de tweede helft van Januari 1906 kwa
men uit verscheidene voorsteden van Berlijn
gelijksoortige aangiften over 'bedriegerijen,
door een zekeren Schumacher binnen. 'Bi;
allen was een verzekeringsagent versohenen
welke verklaard had, dat hij in 'groote geld
verlegenheid verkeerde en ten slotte aan
ieder een pandbriefje op zoolleer tot een be
dras van 90 Mark voor 10 Mark verkoch.
had. De pandbriefjes waren allen uit de
Wij ontvingen nog het volgende verslag
van het. Schoolreisje, dat wij gaarne nog
plaats verleenen. Het is vam een teerling vam
School 7b. i
Het was Dinsdagmorgen. Op het stations
plein waren een massa kinderen verzameld
Overal liepen vaders en moeder® rond, om
hun kinderen te zien vertrekken. Alle jon
gens en meisje® stonden netjes in de rij.
Opeens steeg er een gejuioh op, er werden
Kwatta-reepen uitgedeeld en leder kind
kreeg een reep.
Toen werd het hek geopend en gingen we
het perron op. De conducteurs deden de por
tieren open en men stapte in. Eindelijk om
half acht werd er gefloten, de trein zette zich
in beweging, zakdoeken werden gezwaaid en
daar ging het, naar Hiiversum! fn den trein
werd er gezongen en op mondorgels ge
speeld, aoodat er een vrool'ijke stemming
heerschte.
Bij Amsterdam moeeten we overstappen
ln den trein voor Hilversum. Daar aangeko
men, ging school voor school Ln de wacht
kamer, waar elk een glas limonade kreeg. Na
die versnapering ging men op weg maar
„Kievitedal".
Opeens klonk het fluitje van mijnheer
Heeroma. Dat was het sein voor aantreden.
De 'kinderen werden in rijen opgesteld en
de tocht voortgezet. Langs den Soestdijk-
schen straatweg kwamen we bij een punt,
waar de weg een scherpe 'bocht maakte. Nu
ging het de bossc-hen in en langs dien weg
3tond een fruitman, waarvan iedier twee ba
nanen kreeg.
Zoo bereikten we de uitspanning „Heide
bloem". LPnks lagen de dennenbosschen,
vooruit de golvende heide met lichte zand-
olekken en af en toe een groepje dennen.
Daar kon je heerlijk krijgertje spelen en dan
vam de heuvels afrollen.
Weer werd er melk rordvedoold en daarna
ging het over de heide naar Laren.
Wij liepen lang® villa's en boerderijen,
waarvan de laatste met riet en mos bedekt
waren. Onderweg kwamen we een schaap
herder met een kudde schapen tegen.
Het was aardig om te zien, hoe de hond,
als een schaap te ver van1 de kudde afdwaal
de, deze al blaffende bij de kudde terugdreef.
Bij laren, vóór het station vam de stoom
tram, begon het te regenen. De wachtkamer
was vol, maar gelukkig stond de tram klaar
en na wat heen en weer geloop, had ieder
een plaatsje gekregen. De locomotief had een
heele sliert wagens achter zich maar zonder
ongevallen bereikten we Hilversum. Daar in
de wachtkamer kreeg eik weer limonade.
Toen stapten we in den trein en de terug
tocht werd aanvaard. Maar op het viaduct,
voor het station moest de treh stoppen. En,
toen deze weer verder kon rijden en we op
het station te Amsterdam aai kwamen, reed
ie trein voor Helder ret weg. Wat nu te
doen? Eindelijk werd bes'oten om haar de
büosooop te gacu. We verlieten het station
en kwanten door alle drukte en gewoel, heel
huids ht de „Witte Biosnonp" op 't Damrak
aan. Daar werden een paar mooie nummers
gespeeld en ieder kreeg rog een glas Ranja.
Toen de voorsfUIrtr afyloonen was, gin
gen we weer naar 't Station. De lichten waren
al op ln den trein en bulten was *t aoo
domker, dat men nets kon zien. Omstreeks
11 uur kwamen we ln Helder aan. De ver
lichting daar liet veel te wenadhen over. Het
was er stikdonker. Ouders liepen nog t®
zoeken, terwijl kinderen al thuis waren.
Maar, het was toch een fijn uitstapje geweest
Rtenk Bouraa.
RAADSELS.
OplOMlngea dar vorig* rudaata.
I. 1. Terschelling,
2. IJseimonde.
8. Wieringen.
veen meer maat citer zon.
X
X
Op de staande en op
de liggende kruisje»
lijn komt de naam van
lekkere vruchten.
XXXXXXXXX Op de le rij een klLn-
X ^er! op de 2e tets waar-
X mee men visch .vangit
X op de dende iet», waar-
X op we leven; op de 4o
iets, d<it do
mensohen altijd btJ zich hebbenop de Be hot
gp vraag ie woord; op de ,6e iet», wat we op
school leeren; op de 7e een ander woord voor
crime raai; op de 8e het tegenovergestelde van
a.o.itbjj; op de 9e een medeklinker.
Goeie oplossingen ontvangen vam:
D. A. 2; A v. A. Is F. en M. B. 2; 8. B. 8;
D- B. Is W. M. B. 8; G. en A. B. 3; J. 't B. 1;
W. B. Jj A. D. 8; A. en P. D. 2; A en H. F.
8; C. F. 8; C. F. 2; W. G. 8; M. 8. de G. 2;
0. de H. 8; J. H. 1; H. v. d. K. 8; G. K. 8; A
en W. K. 8; H. J. v. <L K. 8; K. K. 1; P. J.
de K. 1; M. en W. L. 1; H. en J. L. 2; D. M.
8; F. J. M. 1; O. J. v. d. M. 1; D. N. 1: R. N.
1; M. 0.1; A. P. 1; F. G. v. P. 8; J. v. d. P. 8;
8. P. 1; J. de R. 2; M. 8. 8; A. v. 8. 8; J. G.
8. 2; F. 8. 1; 8. v. Z. 2.
moord alsmede wegens roof tot zes jaar
tuchthuis, verlies der 'burg? r-ee re rechten en
onder toeziahtstelling veroordeel!. Hij boette
zijn straf in de strafinrichting Moabit, waar
uit hjj in Juli 1899 ontslagen werd.
Nog in Augustus van hetzelfde jaar pleeg
de hij diefstal, in een horlogemakerewimkel,
wat ihean een gevangenIss'raf van' 4 jaar
kostte. Na deze straf, kreeg hij Ln Maart 1900
1 jaar gevangenisstraf wegens muntmisdryf
en in Juli van hetzelfde jaar 7 maanden we
gens onbevoegd u. toef enen vaa een. ambt,
det hij niet hekJeeJdQ.
tm?.? werd hjj uit de gevangente ln
J lotaonsee weier ia vrijheid gelaten en
sedert 1906 wegens de reeds genoemde parnd-
briefvervHjw,hinden bil vprsvk veroordeeld.
De recherche noogde allereerst de persoon
van den nu als moordenaar bekend staanden
Hennig in .handen te krijgen door een reeks
van huwelijks- en dlenstaaribiedimg^adver-
tenties met verwljiiing naar bezit vam spaar-
ki de te
"loden schipbreuk.
Ook een op maam van de keukenmeid F.
gesteld verzoek aan "Vlktor Hohenheim" oin
wederaanknooping van de afgebroken be
trekkingen, leverde slechts een ln Berlijn
geposte kaart op met de volgende woorden1:
„Geeft U geen moeite; ük laat mij niet
lijmen".
te plaatsen, om
Deöe pogingen
(Wordt vervolgd).
Mme Corry.
Waarom het zoo is zou ik niet met zeker
heid kunnen zeggen, maar niettemin is het
een vaststaand feit 'n soort Evangelie in
de wereld vooral: menschengeschiedenis
dat beteekenisvolle individuen zoogoed als
altijd tijdens hun bestaan worden belachelijk
gemaakt. Ik zeg zoo goed als altijd, omdat
er uitzonderingen zijn in den vorm van
mensohen die zich weten weg te stoppen van
het openbare leven. Maar zij die door hun
geest gedreven voor den dag komen met de
resultaten hunner gedachten, worden be-
lachen, getrapt en geslagen door de botte
publieke meening.
Altijd weer is het die domme, achterlijke
en zich toch zooveel verbeeldende massa
die zelf niets weet, doch altijd met waanwijze
gebaren de meeningen van anderen beges-
ticuleert die de voor eigen ontwikkeling
noodig zijnde exemplaren verguist en min
acht. Ontelbaar zijn de voorheelden en
de menschheid vordert in dit opzicht geen
stapl
Het is in dit jaar driehonderd jaar gele
den, dat Ooraelis Drebbel werd geboren.
Oornelis Drebbel de Edison van Neder
land, die twee honderd vijftig jaar geleden
dacht aan dingen, waaraan wij nu ternau
wernood denken. Die nieuwe richting gaf
ons modern bestaan, door het uitvinden
van velschillende instrumenten.
En nu is het geen kunst voor de nabau
wende menigte om bewonderend te spreken
over Drebbel en zijn vernuft te roemen.
Maar in de dagen, dat Drebbel openlijk en
inspannend voor zijn omgeving werkte en
zoo duidelijk en blaar mogelijk toonde wat
hij dacht en wilde.toen heette hij hard
op:..., ,,'n groofce ezel" 'n „Alkmaarder
Windbuil" 'n „Pochhans" 'n „handige
bedrieger" 'n „charlatan" 'n boersche
kerel met 'n „©enigszins mystdsch bespiege
lenden geest" enz
En toch was het deze Alkmaarder Wind
buil, die den stoot gaf voor het maken van
eenige belangrijkheden, waarbij niet minder
dan zfln Perpetuum Mobile Onderzeeboot
Microskopen Spiegeltelesooop Tor-
edlo Storm glas Camera Obscura en
verlantaarn.
En in dezen zelfden tijd kende men ter
nauwernood het gebruik van het kompas.
Redelijke uurwerken waren er niet Men ge
bruikte nog zandloopers. Van een barometer
om op storm verdacht te kunnen zijn was
geen sprake nog minder van een ther
mometer om de temperatuur te bepalen. Kij
kers aan boord kende men niet. Men wist
niets van de wetten1 der natuurwetenschap,
wist niet waarom een schip eigenlijk dreef
en waarom het op een gegeven moment om-
Men kende nog geen vorken, men
pedo
Toot
kende nog niet het gebruik van het lam1
las om gevrijwaard te zijn van oliewa'
roegere Deschavingen hadden van al deze
dingen iets geweten, maar de huidige be
schaving moest het uit eigen vernuft weer
opnieuw ontdekken.
En Drebbel, die niets anders deed dan de
opgave uitwerken, die de ondoorgrondelijke
natuur ln hem had gelegd en die begon ook
deze menschheid te geven wat zij in de toe
komst zou gaan gebruiken hij was "n
„charlatan".
t
(Drebbel werd geboren ln het jaar 1572
te Alkmaar uit een vrij deftige familie. Hij
woonde lange jaren op den hoek van Ko
ningsweg en Kluft. Hij leerde natuurlijk ln
zijn jeugd niet al te best, omdat hij zijn tijd
soek bracht met het maken van bootjes uit
Oude klompen. Deswege kwam hij niet op
de loopbaan van de studie, maar werd in
de leer gedaan bij een van de meest bekende
graveurs uit zijn tijd. Maar Drebbel was een
zoeker en deed van allerlek Te Alkmaar ver
beterde hij het systeem schoorsteen en be
gon ovens te bouwen, graveerde de platte
grond der stad, verbeterde er den uurwijzer
en nam er verschillende van zijn eerste
proeven.
Te Middelburg maakte hij een door eb en
De opdracht om het antwoord naar Trep
tow te brengen was op een (briefje geschre
ven, waaraan men direct het handschrift van
den moordenaar herkende. Onder deze om
standigheden (bleef er niets anders over dan
den dienstman een antwoord-sdhrijven imee
te geven en hem op zijn weg te volgen. Hij
reed met de tram naar Treptow, verdween
onderweg meerdere malen in kroegen om
zich nog eens goed te doen aan den drank
en kwam zwaaiend voor den Paradiegarten
in Treptow aan. Eenigen tijd later kwam
daar eeni jonge man te voorschijn, die, toen
hij zich tot den dienstman wendde, door één
der rechercheurs aangehouden werd en ver
klaarde, dat eenige uren geleden in de Kö
penickerstrasze bij den Schlesischen Tor een
heer hem gevraagd had, of hij een paar Mark
verdienen wilde, hetgeen hij had goedgevon
den. De onbekende was daarop met hem in
een huurrijtuig naar Treptow gereden. On
derweg had zijn metgezel hem geld ter 'be
taling van de vracht gegeven en hem opge
dreven 7.:ch naar den Panadiesgarten te be
geven, een daar wachtenden dienstman mee
t* nemen en met dezen naar het Ghaussee-
vloed van de zee gedreven zoetwaterfontein
voor rekening van de stad.
Hjj trok naar Londen en werkte er aan
een instrument, dat eeuwig zou blijven be
wegen: 't Perpetuum Mobile! Daarna schiep
hij een Camera Obscura en een Tooverlan-
taarn.
Zijn naam drong door Europa en hij werd
aan het hof van Keizer Rudolf H van Praag
genoodigd.
Drebbel ging kalm verder vond de
scharlaken kleurstof uit, waardoor de laken
weverij een nieuwe toekomst kreeg werkte
er voor het eerst aan z.g. lensen voor kij
kers en deed daarna allerlei opzienbare din
gen aan het Oostenrijksche hof.
Verschillende malen ging hij heen en weer
van Engeland naar Praag. Hij genoot de
gunst van koningen en(hoogeren enj werd
rijk.
Totdat er eens een proef in den vorm van
een expeditie met torpedo's.mislukte.
Dit was natuurlijk genoeg voor het pu
bliek, dat al ginds langen tijd ongeloovig toe
keek, uit den band te springen. Van nu aan
was het perpetuum mobile 'n bagatel en de
microscoop 'n instrument om bagatellen te
kunnen zien en het vertrouwen in de torpe
do's was heelemaal weg.
Tusschen al deze bedrijven door gaat de
ontdekker en zoeker rusteloos vóórt en be
leeft van alles wat een gewoon mensch be
leven kan en beleven moet: bij is gehuwd
en werkt voor zijn gezin hij .krijgt doch
ters, die hij keurig opvoedt en later schitte
rend uithuwelijkt.Hjj doet van alles
neemt dienst in het Praagsche leger, is
Staatskamerheer en staatsraad van Rudolf
zucht twee malen in de gevangenis tij
dens den dertigjarigen oorlog verliest zijn
volledig vermogen en begint opnieuw om
een ander te verdienen. De een lacht hem
uit en bespot zijn pogingen. Het publiek
wantrouwt hem zooals gewoonlijk en is
ook zooals gewoonlijk de waard, die van
dezen gast denkt dat het hem om niets dan
'n baantje te doen is.
Daartegenover zijn er natuurlijk weer
eenige uitzonderingen van beteekenis, die
alles beter hegrijpen: De dichter Gonst an-
tijn Huygens schrijft verzen op hem. —De
beroemde schilder Rubens zoekt zijn vriend
schap. Eenige vorsten begrijpen zijn betee
kenis. Maar het meerendeel is argwanend,
En eindelijk ln het jaar 1634 op 62-
rigen leeftijd sterft deze man, terwijl
hij bezig is aan een buitengewoon omvang
rijken arbeid het regelen n.1. van den
waterafvoer van verscheidene Engelsohe
Graafschappen.
En dan volgt het slot zooals het altijd
volgt op deze levens: Versohillende naijve
rige, maar handige opvolgers nemen voor
zoover mogelijk de Ideeën over en bouwen
op de oorspronkelijke gedachte voort van
den man, dien ze eerst gesmaad hebben. Zij
trachten er nu goede munt uit te slaan en
werken verder.
En zoo krijgt dan de domme wereld ein
delijk datgene, wat de ondoorgrondelijke
natuur voor haar weggelegd heeft ln onbe
grijpelijke wijsheid en goedheid.... En ze
neemt het zonder dankje en gaat voort op
nieuw te lachen en te smalen op de Drebbels,
die inmiddels zonder ophouden door de-Na
tuur levend naast en tusschen hen worden
gezet.... Eerst een volgend geslacht gaat
zich met deze Drebbels bezighouden, onder
wijl ze natuurlijk weer.lacht op de dan
levende producten van de vooruitgang.
UIT DE OUDE DOOS.
De legende van het witte paard van Gerda
van Vagtsberg.
Op het einde van de dertiende eeuw leefde
ln de nabijheid van de stad Bingen aan den
Rijn op een oud slot eèn ridder van Vogts-
i* Jrti
berg. Hij was de laatste van een geslacht
en bezat slechts een dochter. Deze dochter
heette Gerda, was zeer lieftallig en had niet
te klagen over het aantal harer aanbidders.
Maar terwijl haar vader nog altijd 'bezig
was te kiezen uit de hoeveelheid in aanmer
king komende gegadigden, had Gerda in het
geheim reeds haar keuze gedaan en haar
liefde weggeschonken.
En de door haar bevoorrechte jonge man
ridder Kurt von Reichenstedn was
juist niet geplaatst in de ranglijst van uit
verkorenen door den ouden ridder Vogtw-
berg. De oude vader dacht geen oogenblik
aan dezen jeugdigen verliefde en hij van
zjin kant dacht er ook niet aan openlijk voor
zijn liefde bij den ouden ridder uit te komen.
Hiervoor was een en dezelfde reden: Kurt
van Relchenatein, ondanks zijn veelzeggenv
den naam was arm en 'bezat niet anders
dan zijn min of meer vervallen slot.De
eenige toekomst, die hein restte bestond in
het sterven van een ouden, rijken, ongehuw-
den neef, die nJ. schatrijk was, maar naar
het uiterlijk te oordeelen nog niet aan dood
gaan dachtltl
Aangezien echter Gerde en Kurt dicht in
elkanders buurt leefden en steeds met el
kander omgingen, was de natuur sterker
dan de leer en groeide hun trouwe liefde
zonder dat Iemand er iets van bespeurde.
In deze periode gebeurde het dat de jonge
Kurt eens van een medegemaakten rooftocht
terugkeerde in het bezit van een buitge
maakt wit paard. Het was een zeldzame
prachtige witte merrie en zoo mak, dat Kurt
den inval kreeg dit paard eens voor Gerda
af te richten en het haar dan ten geschenke
te geven.
Zoo gebeurde. Het dier toonde zich zoo
leerzaam, dat het niet lang duurde of het
bezat verschillende eigenschappen, die Kurt
haar aangeleerd had. Het leerde knielen en
soortgelijke dingen. Het kwam op eenl ge
hoord fluiten van Kurt dadelijk aanloopen,
ook zonde r dat zijn meester het zag. Het
leerde de kunst verstaan tegen de steile hel
lingen van de rotsen op te klimmen, die het
slot van Ridder Kurt ommuurden, zoodra
deze vanaf de ophaalbrug den naam van de
merrie riep.
1 En toen schonk Kurt het paard aan Gerda,
die zeer was ingenomen met het schoone
dier. Ook haar vader was erkentelijk voor
de gave en verwaardigde zich Kurt vriend
schappelijk te onthalen en nam hem zelfs
eenige malen mee ter jacht.
Deze behandeling maakte hem overmoe
dig en eindelijk besloot hij niet meer of
minder, dan te dingen naar de hand van
Gerda
Het was echter in die dagen gebruikelijk,
dait niet de liefdedronkene zelf, maar op
zijn verzoek een van de naaste familieleden
zich belastte met een zoodanige delicate zen
ding.
Aangezien nu de beide ouders van ridder
Kurt gestorven waren, richtte deze zich naar
zijn naaste bloedverwanten.
En dit was de oude, rijke en ongehuwde
neef in de nabijheid!
En toen gebeurde het, dat terwijl de rijke
ongetrouwde neef voor de boodschap op het
kasteel van den oudeni vader Vogtsberg
kwam hij zichzelf Vergat en zijn hart verloor
bij het zien van de aanminnige Gerda.
Het eind van het lied was, dat hij ten
slotte ook Ridder Kurt heelemaal vergat en
de hand van Jonkvrouwe Gerda vroeg
voor.zichzelf 1
En de vader verheugd en trotsch van
wege dit rijke aanzoek, weifelde niet meer
en gaf terstond zijn toestemming!
Zoo stonden dus nu de zaken! De jeugdige
Gerda zou binnen een maand trouwen met
den''ouden, rijken neef van Ridder Kurt.
Deze liep van overloopende woede te razen
in zijn' oud slot, terwijl zijn geliefde* weenend
over haar rustbank gebogen lag, het grootste
deel van den tijd! Geheime boodsohappers
werden door de twee gelieven ojver en weer
gestuurd, maar niets hielp. Niemand wist uit
deze impassie een uitweg!
Totdat (de liefde Is nu eenmaal vinding
rijk) de jeugdige ridder op een lumineuzen
inval kwam. Hij zond een geheime bood
schap aan Gerda met de mededeeling dat zij
gerust kon zijn en op zijn hulp en bijstand
rekenen. Hij zou het fatale huwelijk verijde
len of hij was niet Ridder Kurt von Reichen
stedn!
Wanneer ze er zich maar onder geen om
standigheid van liet afhouden om op den
dag van haar huwelijk de witte merrie te
berijden.Alle gevaar kon zij trotseeren
tot op het laatste oogenblik en het juiste
moment om te handelen aan Kurt overlaten
mits ze op de witte merrie reed!.
Na deze goede tijding droogde Gerda haar
tranen! en gaf zich schijnbaar aan het lot
over.
Toen de dag van haar huwelijk eindelijk
kwam liet zij zich feestelijk tooien en be
steeg de witte merrie die als het ware eer
biedig voor haar knielde, toen zij naderde.
En met kloppend hart reed zij weg tus
schen haar vader en haar bruidegom den
weg op naar haar aanstaanden man!
Tusschen dit slot en dat van haar vader
nu lag de oude burcht van Ridder Kurt. En
het duurde niet lang of zij waren genaderd
aan den voet van de rotsen waarop het kas
teel stond.In de verte ontwaarde Gerda
al de kerk waar de plechtigheid zou plaats
hebben.
Toen gebeurde er iets merkwaardigs.
Terwijl de kleine stoet benoden langs de
ophaalbrug van het slot Reichenstein reed,
werd deze brug opeens neergelaten en mid
den op verscheen.Ridder Kurtl
Kurt 'begon den naam van de witte merrie
te roepen en te fluiten en zonder zioh te
bedenken aangemoedigd door Gerda, die
haar een liefkozend tiktje op den nek gaf
sprong de merrie op den voet der rotsen toe
en begon springend als een gemsdler naar
boven te klauteren.
In minder dan geen tijd stond ze op de
ophaalbrug waar Kurt haar liefkozend oi
ving en binnen het slot voerde.
Beneden was men van de eene verbazing
ln de andere gevallen!
Gerda's vader en Gerda's bruidegom gin
gen om het hardst te keer maar geen van
twee zag kans zijn paard tegen de ^steile
rotsen op te brengen. De heele stoet pro
beerde het meermalen onder het uiten van
schrikkreteni en verwenschingen. .Binae-
lijk kon de oude en bedrogen bruidef^m het
niet langer verkroppen. Vloekend dreigde
hij zijn neef te zullen onterven en gaf in een
aanval van woede zijn paard de sporen en
dreef het omhoog.H
Door dezen onbekookten uitval kon hij
echter noch het een noch het ander tot een
goed einde (brengen, want zijn paard strui
kelde, viel met zijn berijder omlaag en
wondde hem doodelijk!
Kort daarna ging de ophaalbrug yeer naar
beneden; Kurt verscheen met achter zich
Gerda eneen priester, die het huwelijk
wilde inzegenen! De bedroefde Gerda wierp
zich voor haar vader op de knieën en Kurt
bepleitte zijn genegenheid! De oude Vogts
berg liet zich ten slotte vermurwen en gaf
zijn toestemming.Als bij tooverslag viel
het hem tegelijk ha, dat de Jonge Kurt nu
op heel natuurlijke wijze erfgenaam van des
bruidegoms rijkdommen geworden was, aan
gezien van de onterving niets meer komen
Dies werd het huwelijk toch voltrokken,
alleen met een nieuw geëngageerden brui
degom. De jonggehuwden namen hun intrek
voorloopig op het slot van den vader, tot
dat Kurt behoorlijk zou zijn gerestaureerd.
Het witte paard werd tot aan zijn dood
door het echtpaar met zorg en liefde behan
deld. Na zijn dood werd het door een be
kwaam beeldhouwer in marmer vereeuwigd
en kreeg het een eereplaats in het slot Rei
chenstein aan den Rijn!
Oude drinker: Beste dokter ik voel me
veel betér laat me nou toch in 's hemels
naam maar weer 'n kleintje drinken.
Dokter: O, nee.nog niet, hoor.Al
les heel langzaam aan
De drinker: Nou begint, u dan tenminste
met me de kurketrekker te laten zien.
Hjj lk zweer je Emmy wanneer je
mij niet neemt, dood ik eerst hem dan jou
en daarna mezelf.
Zij Je moet doen wat Je niet laten kunt,
maar als 't je 1 zelfde is begin dan van ach
teren af
Mevrouw: Ja daar staat wel in Je ge
tuigschrift dat je flink bent en wel kunt wer
ken, maar lk lees geen woord van zindelijk
heid, van trouw, van eerlijkheid, van vlijt.
De sollicitante: Dat staat tusschen de re
gels, mevrouw.
Een rijk geworden spekslager laat aan een
bezoeker zijn nieuw gebouwd huls zien.
De bezoeker.*t Is magnifiek.Zeg
wat 'n bihllotheek heb Je tegenwoordig.
De eigenaar: Ja wat zeg je van die ban
den?.Daar heb lk expres die boeken
voor gekocht.'t is allemaal leer van var
kens, die ik zelf geslacht heb.
Leeraar: Noem mij eens de namen van de
noten op, Piet!
Piet: O. d. e. f. g. a. b. 0
Leeraar: Goed zoo Nu eens andersom!
Piet: (keert zich om naar den muur) O. d.
e. f. g. a. b. 0.1.
haus in Nieder-Schöneweide te komen, waar
Een (brief met de verlangde cijfers werd
gedeponeerd en het postkantoor onder onaf
gebroken toezicht gesteld. Den 2en Januari
1906 haalde een kleine jongen des avonds
den brief af. Hij werd onmiddellijk in hech
tenis genomen en verklaarde, dat hij het
stuk brengen moest naar een (heer in de
Wallner Theaterstrasze. Na deze mededee
ling werd hem toegestaan zijn weg daarheen
te vervolgen. Een aantal rechercheurs volg
den hem voorz'chtig. De moordenaar waagde
het blijkbaar niet zijn bode aan te spraken.
Het Schoolreisje.
Dat was een uitspanning met een speeltuin,
waarin een peaT schommels en wippen, een
draaimolen, enz. Daaromheen lagen de bos-
schen, waar het heerlijk koel was en waar
het roök uBftr h&T8 cn dcrwionhcyut. Op
open plek ito 't 'bosch stonden tenten van
mensch en. die in hun vacantie kampeerden.1
Toen wij daar een poosje gespeelidi hadden,
kregen wij meJk, waarbij we de meegebrachte
boterhammen konden opeten. Daarna, als de
wind weer naar de schommel® en wippen!
II. Zamervaoantie.
Nieuwe raadsels.
I. Wat kumt ge hieruit Ie zon?
ii.
niet bestaande pamdteening vam Otto
Wilde, Schützstrasze 9, afkomstig en stonden
ten name vam Rudolf Hennig, Potsdam. Door
middel vam schriitvergelijkkig werd het be
wijs geleverd, dat het schrift vam deze pand
briefjes volkomen overeenkwam met het
handschrift van den aam den' „Lokal Amzei
ger" gezonden brief, alsmede de brieven aan
de keukenmeid F.
Uit een rondvraag ander de (beambten van
de Berlijmsche recherche bleek verder, dat
dergelijke ziwendel reeds in Augustus'1905
in 14) gevallen in Berlijn voorgekomen was
en dat de dader toen de leder-werker Karl
Rudolf Hennig bleek te zijn, die zich echter
tot heden aam arrestatie had weten te ont
trekken. Daarmede was ook de persoon varï
den moordenaar vam Giernoth vastgesteld
Hennig was in' het jaar 1874 in Berlhn
zoon vam oppassende ouders geboren. Reeds
ais jongen vam 16 jaar had hij zite XX
straf, een geldboete vam 5 Mark,, wegens
brengen van lichamelijk letsel met vooXT
dachten rade, door middel van een gevaarlik
werktuig, ondergaan, lm het jaar 1893 begL
hij een reeks winikellade-diefstallen, die hH
pleegde door den eigenaar in de woWamer
op te sluiten de huisdeur door middel va/n
een steekboor open te maken en de lade leeï
te plunderen. Bij één dezer diefstallen trofhH
de verkoopster in den winkel aan dte h
mishandelde, met een revolver bedreigde en
daardoor tot zwijgen dwong, terwijl hh den
roof pleegde. Hij werd gegrepen en wlgenï
poging tot afpersing onder bedreiging,"*
■i
bankboekjes lm de 'bladen
hem daardoor te lokken.