KKg giiEttSSS -lïïJ.4
BL£ïïr e°
iS S Je8"8 S-
Niet alleen de gewone versieringen gel
den op heden. Tot zelfs op de avondscboen-
tjes voor den a.s. wintertijd zijn uit hetzelfde
materiaal vervaardigde rosetten aangebracht.
En op de vesten en jacquetten is op gelijke
wijze een modern siersel aangebracht. Nu
vindt ons dwaze oog niet meer de hoogst
eenvoudig©, nobele hoont knoop oorroct
«taan, maar nu wil ie een van verre opvil
lende metalen knoop met «teenvulling.
In 80© 1« het op het ©ogenblik de wou
geweJdlg in de mede ala tegentoon op d® k©«-
cuumkleuKB. Maar vooral metaal zooali ge
noemd en metaal- of steen verslering.
Dan kan men ©r alles ln vinden: fraaie
heupceintuurs, groote gespen, broches, hoe-
denspelden, knoppen op tasschen etc. eto.
Ter# overtuiging geef ik hierboven nog
een voorbeeld van twee spelden en een flu-
weelen tasch met versieringsknop.
De spelden zijn inmiddels niet bedoeld als
steekspelden, maar meer in het bijzonder als
sierspeld.
Mme Carry.
UIT DE HOOFDSTAD.
Amsterdamsche straatnamen.
Werkelijk: Er ware een boek te schrijven
over de Amsterdamsche straatnamen. En
een koddig boek ook. Want ieder nuchter
sterveling zal begrijpen, dat het op het laatst
een oorvee wordt om de geschikte namen
voor alle straten te vinden, wanneer een
stad (en dan onverschillig welke) langzamer
hand beduidend van grootte begint te wor
den.
En aangezien er geen arbeid van eenigen
duur is, zonder dat hierbij de „note Gaie" in
dringt zoo zal het ook ieder duidelijk zijn,
dat de Amsterdamsche straatnamen in ver
schillend opzicht en Ik denk hier zoowel
aan de grappige vergissingen, verbasterin
gen als veranderingen aanleiding zijn ge
weest tot koddigheden!
Sterker nog: De koddigheden beginnen in
dit geval meestentijds reeds bij het geboren
worden van de straatnamen. De gemeente
raadszittingen, alwaar in den regel dit gebo
ren worden plaats heeft, zouden kunnen ge
tuigen van menig grappig incident en me
nig allerkostelijkst bon met, tijdens het be
spreken van nieuw te „benoemen" straten.
Alleen hierover ware een boek te schril-
V0n. m
Maar ik zal het niet doenl
Ik bedoel met deze geheele wijdschen op-
Bet niets anders, dan een enkel geval in her
innering te brengen. Dit geval betreft een
„lumineus" voorstel van „Uiltje" een Ain-
Bterdamsoh weekblad, naar aanleiding van
de kortgeleden opnieuw gohouden zitting tot
het veranderen en vaststellen van straatna
men.
Het was bij deze gelegenheid! weer het
oude doen: Men wist haast geen namen meer.
Tot zelfs de meest bekende on onbekende
vogels zijn al aan de beurt geweest Kik-
vorsohen, insecten, alles hooft z'n beurt go-
had,
En dat bracht „Uiltje'" op de idee onze
vroede vaderen van de Hoofdstad oen prac-
tisohe raad te geven.
In de eerste plaats meent Uiltje kon
de Gemeenteraad zichzelf eens bewlerooken,
door nuar leder van zijn leden, oen straat te
noemen. En er wordt ai een voorbeeld ge
geven:
We kennen n,l. in Amsterdam de Amstol-
ï8*®80*}® weg. De*© la behalve dat ook
het Station eraan ataat «eer beroemd door
het feit, dat er een gebouw aan staat, "t welk
een bijzonder© eigenaardigheid bezll leder©
bewoner ervan, die er kans toe ziet, loopt er
zoo spoedig mogelijk uit weg.... Bel ge-
bouw verheugt zich niet ln een buitenge
wone populariteit; men moet er gewoon met
geweld worden ingehracht.
En nu zou het heel gemakkelijk zijn de
Amstclveensche weg voortaan te noemen: De
lid°Eoo" uj^I zulks ter eere van het raads-
En zoo vervolgens!
Het tegenwoordige „Rusland" te Amster
dam gelegen tusschen de Oude Zijds Ach-
terburgwal en de Kloveniersburgwal zou
dan om dezelfde reden gemakkelijk „Boule
vard Wijnkoop'" kunnen heeten.
Maar er is meer: De heele sliert van tegen
woordige kunstenaars, die overigens zoo wei
nig hebben waarop ze zich verheugen kun-
Petbhet zou voor de bestuurders van de
hoofdstad een klein kunstje zijn bun een
eigen straat te geven. Het behoeven niet
eens nieuwe straten te zijn in Plan Zuid. En
ze behoeven niet heelemaal veranderd te
worden, 'n Oud straatje is al voldoende en 'n
kleine verandering meer niet!
B.v. Er Is een heel onoogelijke straat, ge
naamd de Bergstraat Welnu men schil-
dere op het naambordje vóór het woord
„Berg" eenvoudig het woord „Mengel" en
we hebben op origineel e wijze onzen grooten
dirigent gehuldigd!
oor de door de malaise zwaar gedrukte
tooneelkunstenaars is er op deze manier ze
ker een straat voorhanden: Met het bijschil
deren van een enkel woord vaak, kan men
hen een buitengewoon pleizier doen: Men
make b.v.- van de Dijkstraat de „Ko van
Dijk straat van de Van Breestraat de
„Louis de Breestraat" van de Veerstraat
de „Willem van der Veerstraat" van de
Ruyschstraat de „Oor Ruyschstraat" enz.,
enz,, enz.
En om te besluiten: Het Stadsbestuur ver
morse in de toekomst geen kostbaren tijd
meer bij het wikken en wegen voor goede
straatnamen en zoeken zioh niet het hoofd
gek naar lang gestorven mannen van betee-
kenis, die ze als ze nu leefden tooh niet zou
hebben aangekekon. Men geve eenvoudig
nnn loder levend mualous, noteur, zanger,
dichter, «chllder ©as., 'n piraat, 'n gracht of
pleia 100 snaar v©or de haad weg: Dus
b Bduwd VerUndckado B© Willest
Regaardibufgwal De Lees Beedelswpg
H Piet Köhler-plantgoes de Is, Quorido-
steeg de Braakensiekgang 't Chris van
Dinterenplein de Bouwmeostersgraoht.
enz.
„'t Kan waar zijn!"
Een sprookje.
Er was eens een koning het is natuur
lijk lang geleden die heel graag hoorde
vertellen en het grootste deel van zijn vrijen
tijd eraan besteedde zich te laten vertellen.
Maar- met flauwe vertelsels moest men bij
hem niet aankomen neen! het moesten
sterke stukken zijn! 't Moesten avontuurlijke,
wonderbaarlijke verhalen wezen. Daarin en
in niet anders meer schepte hij behagen.
Nu spreekt het vanzelf, dat waar er zoo
machtig veel aan den Koning verteld werd,
dat het langzamerhand moeilijk werd en de
voorraad nu en dan wel eens uitgeput
raakte.
Dat beangstigde den koning en hij vroeg
nu juist om sterker verhalen.Hoe gek
ker hoe mooier en hoe hooger de belooning!
riep hij eindelijk uit.
En toch: Hoe ongelooflijk nu en dan een
verhaal klonk nooit was het voor de ver
beelding van den koning zóó ongerijmd of
hij meende toch, dat het -r-- wel gebeurd
kon zijn. „Dat is niet waar" of „Daar ge
loof ik niks van" of „Dat is gelogen" hoor
de men den koning nimmer zeggen.
Integendeel: Altijd wanneer het verhaal
eindelijk uit was merkte de koning on:
Nu het kan best waar zijn!" of: „Ik
kan 't me wel voorstellen".enz.
Intusschen begon dit den koning zeer te
verdrieten en hij verlangde eindelijk sterk
naar een verhaal waarin een zoodanige emo
tie voor hem zat, dat hij zijns ondanks zou
moeten uitroepen: Daar geloof ik niks van".
En ten lange- leste loofde hij een kostbare
prijs uit ln den vorm van een groot buiten
goed met verscheidene morgen land en een
uitgebreide veestapel, voor den eersten de
beste, die hem een redelijk verhaal kon ver
tellen, waaraan hij zou twijfelen en waarvan
hij zou moeten zeggen: Dat geloof ik nietl
Deze mare ging spoedig door het geheele
land en begrijpelijkerwijs waren de liefheb
bers naar den uitgeloofden prijs velen. Wie
zou niet 'graag met het doen van een enkel
verhaal een buitengoed verdienen met vele
morgen land en vee?
En aangezien deze koning zooals het ln
slechte sprookjes gaat tegenover den groo
ten prijs niet een zwaren straf van onthoof
ding of zoo iets bij mislukking gesteld had
duurde het niet lang of de weg naar het ko
ninklijk paleis was bezaaid met fantasten,
die allen den koning te spreken zochten om
een verhaal te doen.
Slaagde het welnu: dan was de geluk
kige de bezitter van het buitengoed. Slaagde
het niet! Welaan: er was niets verloren!
En do een vertelde zulke zotte verhalen,
dat do koning van rijn troon vlol van het
ladhon. Een ander kwam en verhaalde zul
ke fantastische nonsens, dat de rijkste fa-
taslön van Von Munohausen er bakersprook
jes bij waren. Een derde trachtto op aller
lei mnnleron de lof van don Koning to ste
ken of van diens voorouders en dlsohte zul
ke' ongelooflijke heldendaden op over ge-
voorde oorlogen, dat er wolbosohouwd eigen
lijk geen storvollng meer op den aardbodem
zou moeton overgebleven zijn.
Rn de koning luisterde en lachte en knik
te en vermaakte zioh au eens meer en dan
eens minder.
Maar hij «ei nimmer: Daar geloof ik niks
van.
Altijd zei bij neg «oms heel vlug en
soms min of meer aarzelend „Nu het
kan best waar wezen"!.
Rn hoe <1© fantasten vertelden of hoe de
grappenmikkers rioh In bochten kronkelden
of hoe de ooeendlenaan met spek schoten,
De koning zei: Het kan best waar wezen".
m daarmee ging de een© verteller voor
en de andore na naar buial
Rn heel achteraan in de rij van de waoh-
tenda vertellen stond nu een oude dagloonar,
die rijn leven had gesleten op de boerderij
vun «i)n rijken bau* en gedurende dien tijd
veel had nagedacht.
Dientengevolge waa hij wat snuggerder
iworden on hij meende nu den vorst wel te
uunon
Hij was dus ook naar het paleis gekomen
en wachtte dagen lang rijn beurt af om tot
den koning te worden toegelaten.
Op zekeren dag was het dan eindelijk ook
zijn beurt. Hij werd tot den koning toegela
ten en begon zijn verhaal:
.„Sire zoo zeide hij het is een
uiterst zonderling geval, hetwelk ik de vrij
heid zal nemen u te verhalen, maar niette
min is het waar gebeurd 1 Gij behoeft niet te
zeggen, dat het waar kan zijn, want het is
waar Ikzelf heb het beleefd.
Vertel het mij drong den koning
aan.
Het vorige jaar dan, Sire hernam de
daglooner.had ik voor de aardigheid
eens een paar zaden geplant van een vreem
de zaadsoort, die mijn zoon uit verre landen
had meegebracht.... „Die planten groeien
tot in de wolken" vertelde hij my als
je er in klimt kun je in den hemel kijken.
Maar natuurlijk lachte Ik hem uit en zed, dat
het niet waar kon zijn.
Het kan best waar zijn viel de ko
ning in
In ieder geval, Sire ging de dagloo
ner voort het vorig jaar zaaide ik eenige
van deze zaden en ziet: de grootste van de
uitgekomen planten werd zoowaar zoo hoog
dat ik haar top in de wolken niet meer zien
kon.
Het kan best waar zijn zei de koning.
En toen ik dit nu zag, Sire herin
nerde ik mjj de verdere woorden van mijn
zoon, dat je van daaruit in den hemel kon
zien.En ik besloot de proef te wagen. Op
een goeden dag begon ik den tocht en had
weldra de eerste wolken bereikt, t Beuelmü
er slecht, want het was er tochtig en koua.
Dus ik kiom hooger om te trachten den ne-
mel te bereiken..En zoowaar, Sire het
lukte. Op een oogenblik bevond ik Bril te
midden van eten uitgelezen verzameling men-
sohen uit vroegore geslaohten, die allen
de aarde hadden geleefd.
Het kan waar zijn! herhaalde de ko
ning, en dfluht dat het verhaal van don
daglooner hiermede geëindigd was.
Maar het 1* nog niet uit hernam
deze.Want au ik eenmaal in den hemjei
was aangeland wilde Ik van de golegoahwd
gebruik maken eens mot eenige van deze
emelingen te spreken. En ik vroeg aan ver
schillende hun meening omtrent verschillen
de zaken, die op de aarde plaats hadden en
waarvan zij een buitengewoon goede kennis
bleken te bezitten.
Op een oogenblik vroeg ik ineens: „Kent
gijlieden onzen koning"?
Neenl antwoordden ze want die leeft
nog op de aarde en wij hebben hem dus m
den hemel nog .niet gezien.... Maar wij
kennen verschillende van rijn voorouders,
Er is er zelfs hier dicht in de buurt nog een,
die is in zijn tijd nog daglooner geweest op
dezelfde boerderij waar gij nu zjjt.
Dat is gelogen!...Dat kan onmoge
lijk waar zijnriep de koning ineens ver
bolgen uit en sprong op van zijn troon.
Hoe komt gij erbij.Mijn voorvader zou
een nietig daglooner geweest zijn?.Het
is ondenkbaar en ik geloof er ook niemen
dal van..1 Scheer u weg uat mijn paleis en
laat een ander uw plaats innemen!.
Ik dnTik u zeer, Sire hernam de dag
looner. Ik heb als ik mij niet vergis het
uitgeloofde buitengoed met de bunders land
en het vee verdiend!.
En de koning begreep, dat hij in de ver
bolgenheid van riin aangetaste eer het slacht
offer geworden was van rijn eigen wedden
schap.
En de wereldwijze daglooner bekwam zijn
buitengoed en h%t land en het vee.
Dr. Brenscu
Waardelooze levens.
De Spartanen doodden misvormde kinde
ren dadelijk na de geboorte. Dit stelsel van
selectie schijnt mnen in Duitschland weer in
eere te (willen brengen. Althans kort geleden
verscheen een boek onder den titel: „Die
Freigabe der Vernichtung lebensunwerten
Lebens". Het is uitgegeven bij Fellx Meiner
in Leipzig en geschreven door prof. Binding,
hoogleeraar in het strafrecht te Leipizig,. en
Hoohe, psychiater te Freiburg. Binding be
weert in rijn boek, dat er menschenlevens
rijn, waarvan het voortduren zoowel voor
den drager als voor de maatschappij waar
deloos is. Deze vallen onder drie groepen:
lo. zij, die ton gevolge van riekte of vermin
king onredbaar zijn, hun toestand volkomen
begrijpend en den wensch naar verlossing
te kennen geven; 2o. ongeneeslijk achterlij
ken en 8o. geestelijk igezonde personen, die
door een ongeval, waarbij bewusteflioosheid
optrad, een ongetwijfeld doodelijke verwon
ding hebben opgedaan en die, als ze ruit hun
bewusteloosheid zouden ontwaken in name-
looze ellende zouden verkeeren.
Bij gerechtelijke regeling van een dooding
in een dier 'gevallen, behoort, meent de
schrijlver, in ieder, ook het ergste geval, de
levenswensch van den .betrokkene geëerbie
digd te worden!.
Voorloopig althans zal het tot de toepas
sing van dit denkbeeld nog wel niet komen,
Het Is trouwens niet de eerste maal, dat dit
vraagstuk ten aanzien van ongeneeslijke zie
ken ter sprake komt Wel nieuw, voor
zoover ons bekend, het denkbeeld, aohterlljke
kinderen Idioten enz. te dooden naar
het voorbeeld van Oud-Hparta. Zekere scho
len voor achterlijken, Idioten, enz. zouden
gesloten kunnen (worden, en er izouden bij
consequente doorvoering geen hulpbehoe
vende monsobon meer bestaan. We zouden
dus door een soort negatieve selectieve
eugenie een Ideaal ras overhouden^ ln de
ouden van dagen zou men Inplaats van hen
te pension neeron bunnen dwingen ln hoo
rnen te klimmen en er hun dan uitschudden,
zoodat ze neervallen en omkomen, naar de
zeden van sommige wilde (volken. Waarom
niet.
Met de (mogelijkheid, dat er nog eens wie
weet, een middel gever
den, om bjv. Idiotie te genazen, houdt het
ivonden sou kunnen wor-
bonk geen rekening.
Kn wie zal «eggen, welk leven waardeloos
la? De beoordeeung la vrijwel geheel sub
jectief,
In den oorlog dacht men anders over de
waarde van krachtige, gave mentohenlevens
dan deze aohrJjivere thans doen. In mis
schien doet men goed, het werk als een oor-
logiagevolg te beschouwen.
Studenten-grappen.
....Omdat het buiten op straat al wr r
zoo goed als dag geworden was, had het den
student P. niet al te veel moeite gekost om
zijn huis, zelfs zijn stoep ja, zelfs zijn
sleutelgat te vinden.
En de deur was dan ook eindelijk open
gegaan. Maar in de vestibule was het mor
genlicht nog niet geheel doorgedrongen.
Weshalve daar nog tamelijke duisternis
heerschte.
Eenige oogenblikken was er een onheil
spellende stilte. Daarna een oorverdoovend
lawaai van vallende scherven en water.
Lieve hemel, mijnheer Henii.wat
gebeurt er? riep een stem.
Ja hoor eensju-juffrouw.Alles
goed en ww-wel maar hkmaar ik zal
nou toch die goudvisschen eens hk.eens
afloeren altijd naar met tehhhhappenl
De student R komt naar huis op een
tijdstip dat het nog wel donker is op den
openbaren weg Bovendien is hij zooals dat
heet „lichtelijk aangeschoten.
Na eenige vergeefsche reizen en afdwa
lingen in andere straten komt hij eindeliik
werkelijk terecht in de straat waar hii ziin
pension heeft
huisdeur0* d&aTn& viadt zelfs zijn eigen
Maar met het sleutelgat wil het niet erg
vlotten. De sleutel wil er niet in, ^1^^
- is te groot of te dik.in ieder geval
z'n._... „nAfct-nrnWhf Wftl. 41©
Maar dat merkt de naohtwadht wel.
er eindelijk bltóekomen ls en eerri bolnng-
WMrl""™,<ta1r open
te slulteu mét'uw rf* f
Is t waarachtig? kei' Informeert
R.Da*» merrukwaardig tóg.Met mn
sigaar s&g?.S&g! Zou ik dan met mia
dronken gericht bij vergissing m"n sleutel
opgerookt hebben, sèg?.
Een wenk.
Robertsen was een der rijkste bankiers
van Iiverpool, maar ontzettend gierig, op
een lijst voor een nieuw ziekenhuis teekend e
hij voor één pond. Toen de leden van het
comité bij rijn buurman Pindey kwamen,
eigenaar van een groot warenhuis en deze
het geringe bedrag las riep hij uit:
Die verdient een lesje!
Onmiddellijk schreef hij aan Robertson,
dat hij zijn tegoed in diens bank op wenschte
op te nemen. Het beliep 80.000 pond. Nog
geen drie minuten later was de bankier op
het kantoor van Pindey on vroeg een ver-
klaring.
Wel, zed Robertson, ik zag, dat je maar
voor één pond geteekend had op de lijst voor
jhet ziekenhuis. Toen dacht ik: hij staat zeker
heel zwak, ik vraag mijn geld op. Robertson
begreep den wenk en hij teekende voor dui
zend pond!
De voorrang.
Een advocaat en een arts discussieerden
eens, wiens vak het hoogst in aanzien be
hoorde te staan. Zij kozen een dichter tot
scheidsrechter, die den advocaat den voor
rang gaf op grond, dat de spitsboef altijd
voorging en de scherprechter volgde.
De oudste cataoomben zijn die van de ko
ningin van Thebe, welke voor 4000 jaar
werden aangelegd. De cataoomben van Rome
bevatten de bverblijfselen van 6 millioen
menschen; die van Parijs van 8 millioen.
Het schaken is al meer dan twee duizend
jaar oud. De naam „schaak" is van den Per-
zischen koningstitel „Sjach" afkomstig. De
Arabiereri brachten het spel naar Europa
over en in de eersite helft van de 19de eeuw
was het bijna algemeen ln zwang.
Een normaal mensch heeft per Jaar noodlg
175 K.G. aardappelen, 250 K.G. groenten, 20
K.G. suiker, 80 K.G. peulvruchten, 100 KG.
groenten, 250 liter melk, 25 K.G. vet, 50
K.G. vleesch of visch, 21/» KG. zout en.
600 Liter water.
De eerste kruidenier die thee verkocht in
Londen, was David Rawlinson, omstreeks
1650. Een pond Chineesche thee kostte toen
10.
De automaten, werkende door het Inwer
pen van een muntstuk waren reeds 100 jaar
voor onze jaartelling bekend. Men trof ze
aan in de tempels, waar ze, in ruil voor een
klein muntstuk, water leverden.
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
1 Voorbeeld: Bdj de ipunt beginnen en
dan de cdjfers volgen.
1
T
T"
•I\v
nr
V
s
1
i<
1
11
»0
Kinderhomar.
Jantje is berig met rijn bouwdooel
Vader: Let toch iwat beter op, Jan Je
hluimen vallen telkens ln elkaar....
Jantje: 'Dat moet juist, vader.Ik spoel
aannemer van noodwoningen.
Moe ik hoor overal zoo over de
duurte praten en over prijsstijging en loone-
verhooglng..Ik woui u «eggen, dat Ik ln
't vervolg minstens aoht cent ln de week
noodlg «al hebben om «oet te rijn, Inplaats
van vijf.
.Vader - Ik geloof, dat het al in haast
vier weken niet geregend heoft.Zou er
ergens in de wolken staking wezen of ®oo
Iets?..,.
Voorzichtig!
Gast: Zeg eens kellner - moeten de men-
«ohou ln dezo restauratie altijd 'n baU Jaar
waehten voor «e bun bestelling krijgen?.
Keüuer:. Dat zou Ik u uiot kunnen «eggen,
meneer.Want lk ben Mor pas vuertlon
dagen....
Jantje vertelt op school aan de Juffrouw:
Paipa heeft een klein broertje gekocht voor
duizend gulden.
'n Andere kleuter, verwonderd: He jee
wat duur! Bij ons komen, ze telkens voor
niks!....
De tooneelspeler (in zijn rol met som
bere stem): Zijn we alleen hier?
De speelster (kijkend in de.izaal naar het
handjevol toeschouwers)'t Scheelt niet
veel....
Denk er aan, jongmensch.beleefd-
neia bewijzen aan zijn medeanlenschen kost
mets
Dat denkt u maar.'t bost mij iede-
ren morgen mijn ritplaatsje in de tram
Ambtenaar (nadat de klok reeds twaalf ee-
slagen heelt tot rijn collega's): Heeren
laten we asjeblieft gauw naar huis gaan We
wrtebbèlenf.T>0aWeg 002011 vri*eü m te
De gevangene wierp de hem gebracht*
tijdschriften woedend door de odl
Bekkagde: Wel, Edelachtbare... Ib ffa#
K S MW.iT m'° 5dsJe 6°
TL t
fljp
nul
neer
emmer
hakker
latafel
ooievaar
edelsteen
meineedigie
Goede oplossingen vau beide raadöeJs
ontvangen van:
A. v. A; S. R.; F. en M. B.; H. deB.;H.
F.; A F.; W. G.; M. 8. de G.; A. en W. Ku
C. en G. K; D. !M.; M. en R O.; M. O.; JL
v. d. P.; F. G. A O. R; R S.; A. v. S.; K. V.
De prijzen zijn bij loting ten deel geval
len aan:
Frans en Mien Bauer, Rmmastraat 18.
Suze Buurtman, Paleissteeg 11.
Annie Faas, Achtergracht WlZ. 27.
Agatha en Wilha. Kruk, Molenstraat 29.
Corrie en Gr. Kroonstuiver, Molengr. 37.
Dina Mulders, Kanaalweg 153.
RuuTd en Marietje Oostenrijk, Steengr. 9.
Jo v. d. Pol, Walvischstraat 45.
Annie van Soelen, Van der Hamstraat 18.
R Smit, Westgracht 86.
Nieuwe raadsels.
I. Twee vaders en twee zoons gingen uit
vlssohen. Elk ving twee visschen. Ze kwamen
met zes visschen thluis. Hoe ban dat?
II. Welke namen van gToote Nederland-
sche plaatsen leest ge hieruit?
heergasvang
ninggoern
risttamaoh
IN DEN EIKENBOOM.
Jeane keek vaak verlangend naar den
grooten eikeboom, die op de speelplaats
groeide. Wat zou het heerlijk rijn <xm daar
uovenin op een tak te ritten net als een
vogel En als je dan den heelon dag niets
hoefde te doen dan te ringen en op die tab
ken te schommelen, inplaats van soimlmen te
moeten snaken en moeilijke leasen te loeren.
Maar de juffrouw had streng verboden, ln
Jen boom te klimmen. En daarom speelde
Jeane in het vrij© kwartier maar met do
andere meisjes en trachtte niet aan den
boom te denberu
Maar eens op ©en ochtend scheen de zon
zóó fel en was het zóó warm, dat alle meisjes
de schaduw opzochten inplaats van hard te
draven. Ze «aten in een kring onder den
eikeboom en vertelden elkander sprookjes.
Jeane was de eenige', die niet luisterde. Ze
dacht snaar steeds, hoe heerlijk het nu daar
boven in de takken zou ziin. En plotseling
zèl ze,Jk klim er in." Enkele meisjes
trachtten er haar nog van af te houden^ imaar
Jeane kon het niet laten.
Ze had al menigmaal gieprobeerd of ze den
ondersten tak kon bereiken en het was haar
soms gelukt. Ze zette haar voet öjp een uit
stekend stompje en dan met ©en wipje zat
ao op den dikken ondersten tak. Zonder om
te rien klom ze nu van tak op tak, steeds
hooger. Eindelijk ging ze heel voorzichtig
ritten en keek naar beneden. Een van dc
meisjes rl©p: „Wat kan )i) goed kUimmom
maar /*u moest Je maar weer naar benedon
komen, want dadelijk gaat de !beir
Maar Jeane werd duizelig telkens als z©
omlaag keek en ze was es* zeker van, te val
len, als ze zou dalen. Z© wou, dat se hét maar
niet gedaan had.
Daan ging de schooldeur al open. „Kom
gouw'riepen de meisjes, ,4© juffrouw gaat
vertellen.
„Jk durf niet", antwoordde Jeane, „1
„ik aurr met antwoordde Jeane. „Zvg ©r
alriebltaft niets van, want we hebben Mi
teekaates en dan mtarkt nhtmand er wat van",
Daar ging dp bel, de kinderen gingen ln
rijen haar binnen en lieten Jeans alleen
achter,
nJh Kfllï,lWIÖ'r^ f&W van het altten, maar
.Hwiwin8® bewegen om ^on
Bii 'u ..,iOU<!]¥ lü word
li n "war niet naar
omritte m op, dat de
liwbt met donkern wolken bedekt werd on
dat do zon heelamaal schuil was gegaan. Het
iPift j1,w, m' vogelt» aonaen niet meer,
.^u^. r k® regendruppels vielen en Ineens
■ohrok Jeans op door een felle bliksemstraal,
iersla e0n harden, ratelenidon don-
dMamtma, juffrouw!" gilde Jeans, maar
niemand hoorde haar.
H.
hrvmi Tind 'werd 81 7166 sterk, dat de
boom heen en weer zwaaide, de regen viel
Jeane hield zich krampachtig vast «n rl«n
donder 780 8tomi
Jlénn^0rer,°? was, be-
Shreltï ia de teekenzaal te
eikenboom J®a»e rit ln den
eikenboom. O ze zal nog doodgaan."
hevig verschrik?b<>am?" /i6P 46 ^U£ffrou'w'
lokaal uit u 0n meteen bolde ze het
Ja weïelHÏ W t°°r m de ^P^ts op.
emSLuS?. ÏT611 d"n rikenljoom
rif vast rTr^ ^tvn; »Jeane' Ie eto-
i i„,m kom'helpen, hoor!" rioi, ze
wojuid ze maar boa
hnni!66 ^^ni later stond ze weer btj den
bh ricK ?eS-tIuintoan' di® 6en tang© ladder
en (n H dVE°i Je8ne gauw beneden
De ^uifrouw' trok haar de
ult-en het bib-
TwTafcind ln ei«en manteL
van T «tuurdv ze een
WeerenT^lf J68ne'8 huis, om droge
mS. s moeder kwam ,self
me©. Ze vond het heel naar, dat haar meisje
K was geweest, maar dat
WU» \/4U WW.
1U De "student R merkt natuurlijk niet dat
hij bezig is deze operatie uit te voeren nat
M