VOOR DE VROUWEN
0TER MISDAAD EN MISDADIGERS.
doof
LEO FELIX.
Hulpmiddelen ter nasporing van strafbare
feiten.
HL
Behandelen wij thans de teak en werk
zaamheden van de deskundigen bij het on
derzoek in strafzaken wat uitvoeriger en ko
men daarbij in de eerste plaats tot den ge
recht el ij k-g ene es kundige. Albert
Hellwig schriift hierover in zijn aardig
werkje over AIoderoe Krimi n£ Li st ik" o.m.:
„Dat de gerechtelijke-geneeskundige den op
sporingsambtenaren uiterst gewichtige aan
wijzingen geven kan, is algemeen bekend.
Hier willen wij slechts herinneren aan het
feit, dat met absolute zekerheid in staat is
vast te stellen of bloedvlekken, die bij een
verdachte gevonden, worden van den roensch
of wel van dieren, en zoo ja, van welk dier,
afkomstig zijn.
Terwijl men met de vroegere methoden de
ze vraag steeds Slechts met een zeker waar
schijnlijkheid beantwoorden kon en vergis
singen daarbij niet geheel uitgesloten waren,
is men door de Uhlenhutsohe metho-
d e, wanneer men zooals dit bij gerechte
lijke onderzoekingen van- zelf spreekt de
proeven slechts met voldoende zorgvuldig
heid neemt, in staat dit onderscheid met be
slistheid vast te stellen. Hoogstens kan een
verwisseling tusschen menschenbloed en het
bloed van eoni ge na-verwante apensoorten
voorkomen. Daar echter bijna nooit bij een
verdachte bloedvlekken, afkomstig van één
der bedoelde apensoorten, behoeven te wor
den verondersteld, is practisch een verwisse
ling bij de Uhlenhutsche methode zoo goed
els uitgesloten. Door verder voortzetten van
de proeven laat zich er overigens ook apen
bloed van menschenbloed onderscheiden.
Hef vaststellen, of de bloedvlekken, die
men op de plaats eens misdrijfs of bij verdach
te personen aantreft, menschenbloed zijn of
niet is begrijpelijkerwijze van fundamenteele
beteekenis. Niet zelden wordt door dit door
den geneeskundige gedane bloedsonderzoek
de verdenking in een bepaalde richting ge
leld of de verdenking tegen bepaalde perso
nen niet gedaan. Terecht merkt het stan
daard-werk van Nicefaro en Lindenau dan
ook op, dat de door Uhlenhut en Was
serman ontdekte en omschreven biologi
sche methoden van bloedonderzoek een groo-
te vooruitgang vergeleken met die van vroe
ger beteekenen.
Het bloed vaa een proefdier, b.v. van een
konijn, wordt door Inspuiten mensohelUk
bloedserum dat is de zich uit het bloed af
zonderende elwithoudende Vloeistof toege
voegd. Het sorufti van dit konijn verkrijgt
daardoor de eigenschap in heldere oplossin
gen van menschenbloed een wolkachtig neer
slag (vertroebeling) te varoorzaken, dat op
lossingen van dierenbloed niet doen. Of het
bi) verdere ontwikkeling dezer biologische
methode eens wellicht nog mogelijk zal zijn
het bloed van bepaalde menschen van elkaar
te onderscheiden, ls een nog onopgeloste
vraag.
Dat ook op een andere manier het bloed
onderzoek van grooten invloed op de gang
van zaken in een strafzaak kan zijn, toont
hot volgende geval aan.
Een Fransche dokter onderzocht de bloed
vlekken op de kleeren van een verdachte en
geloofde met zekerheid uit het groote aan
tal witte bloedlichaampjes zooals men weet
bevat het bloed roode en witte bloedli
chaampjes, welke laatste het aotieve be
standdeel zijn die zich daarin bevonden,
te mogen ooncludeeren, dat het bloed afkom
stig was van iemand, die tijdens of kort voor
den op hem gepleegden moord een malaria-
aanval had gehad. Het onderzoek bevestigde
zijn veronderstelling, aangezien bleek, dat de
vermoorde grijsaard tijdons zijn vermoo»-
dlng juist oen aanval van „afwisselende
koorts" had te doorstaan.
Interessant is ook het volgende geval. Toen
men de puinhoopen van een afgebrande wo
ning opruimde, vond mon het geheel ver
koolde lük van den eigenaar. Dr. Jesorlch
onderzocht het bloed en kon vaststellen, dat
al oh In het bloed geen koolmonoxydo (hoofd
bestanddeel van kolendamp en verbrnndlngs-
produot van hout; oen Verbinding van kool
stof on zuurstof - 0.0, bevond,
Hieruit volgde, dat de doode geenrook
had Ingeademd en dus reeds hij hel
»!?hr?Vau van den brand niet moor ln loven
«veest. Ondanks het feit, dat aan het
verkoolde lichaam geenerlei verwondingen
meer konden worden geconstateerd, werd op
grond der hloedanaiyae toch een atrafvervol-
ging wegens vadurmooml tegen den zoon van
den omgekomene, op wlen de verdenking
reed» wae gevallen, Ingesteld. De beklaagde
werd dan ook wegena moord veroordeeld.
Ook Donnstedt, dlo een prachtig werk over
gerechtelijke scheikunde schreef, maakt mol
ding ven oen analoog geval, waarin echter
eerst na teer moeilijk ondersoek die proef
resultaat opleverde.
Van groote beteekenie voor de vraag, wie
als dader ln aanmerking komen moet, ls het
natuurlijk voor den gereohtelijk-geneeskun-
(Lgio vast te stellen, of de vermoorde daar
vermoord is, waar hij gevonden werd, of dat
aangonomen moet worden, dat hij eerst na
zijn dood op de vindplaats neergelegd ls, als
mede uit te maken, wanneer de dood vermoe
delijk is ingetreden. In den regel zal bJJ be
antwoording dezer vragen, die gewoonlijk
wat betreft den sedert den dood verloopen
tijd slechts bij benadering kan worden opge
geven, een fout, wanneer de deskundige
ervaring van deze gevallen heeft, nauwelijks
worden gemaakt. Steeds leert echter de ge
rechtelijke praktijk, dat ook hierbij onder
omstandigheden ernstige vergissingen ge
rechtelijke dwalingen! voorkomen kunnen,
waarover wij het nog wel eens zullen hebben
Even onmisbaar als de „politie-dokter" is
de gereohelijke scheikundige. In
tallooze gevallenmaakt de justitie van zijn
hulp een succesvol gebruik, b.v. in geval van
brandstichting. Is het opzet geslaagd, dan
moet de krimlnalist trachten uit de overge
bleven resten de bedoeling en het doel van
den dader uit te zoeken en het verloop deT
zaak te reconstrueeren. Hierbij is de deskun
dige voorlichting van den scheikundige in de
meeste gevallen onontbeerlijk. Dit treedt na
tuurlijk in het bijzonder dan op den voor
grond, wanneer men uit zekere verdachte
omstandigheden slechts brandstichting ver-
m o e d t en de daarvoor mogelijke gebruikte
werktuigen en stoffen bij den brand bijna tot
onkenbaarheid zijn beschadigd of wellicht
geheel zijn vernietigd."
Een volgende maal iets over den miaroseo-
pist, de tandarts en de schriftkundige. Wij
merken nog op, dat bovenbedoelde schets
nog lang niet, datgene weergeeft, wat de
deskundigen alzoo presteeren. Een volledige
opsomming te geven is bijna ondoenlijk; bij
het bespreken van nieuwe „merkwaardige
gevallen" wordt het hier weergegeven© wel
aangevuld.
EEN VROUW VAN BETEEKENIS.
Cleopatra.
Er is reeds vele malen in de wereldge
schiedenis gebleken, dat vrouwen door haar
invloed op haar omgeving van groote betee
kenis voor den gang van zaken kunnen zijn.
De eene vrouw heeft meer vermogens,
meer charmes dan de ander en de een ge
bruikt bovendien deze vermogens voor een
nobel en de ander tot bereiking van een min
nobel doeL En zoo zijn bekoring, beminne
lijkheid, of grootere geestesgaven al bed
vaak de middelen geweest waarmede vrou
wen hebben weten te woekeren
Tot bereiking niet alleen van haar per
soonlijke, huiselijke en maatschappelijke of
echtelijke doeleinden, maar heel vaak zelfs
tot publieke en staats-maatschappelijke doel
einden!
De eerste als zoodanig bekend gebleven
vrouw was Semiramis van Assyrië. Zij im
poneerde door haar groote kracht en de
macht waarmede zij haar rijk regeerde.
Twee wonderen worden haar toegeschreven:
n.L de hangende tuinen om Babyion en de
beroemde Babylonsohe muur.
Nu nog spreekt men wel eens van een
Semiramis. Zoo b.v. noemt men nog Mar-
gareta van Denemarken de Semiramis van
't Noorden Isabella la Catholique de Se
miramis van Kastilië en keizerin Catharlna
H de Semiramis van Rusland.
Na Semiramis noemt men als de meest
„beroemde" vrouw Cleopatra. Zij boeide niet
door haar kracht, noch aoor haar schoonheid,
maar zij wist haar wenschen door te drijven
door middel van haar geest!
Toen zij b.v. met haar oudsten tienjarigen
broer en gemaal om de alleenheerschappij
van Egypto twistte na den dood van haar
vader, heeft zij met geestdriftlgen list haar
zin door gedreven l
Ceasar kwam uit Italië om de twist te be-
sleohten en Cleopatra ging vermomd in zijn
omgeving. Zij wist zoover tot hem door te
dringen en hem zoodanig onder haar aan
dacht te brengen dat hij niet meer onbevoor
oordeeld bleef en ln haar voordeel besliste!
Om dit te bereiken liet hij haar. bv. ln het
huwelijk treden met haar zesiarlgen broeder
en met deze samen de regeerlng voeren over
het rijk!
Inmiddels kon Ceasar de bewonderens
waardige vrouw niet meer verlaten. Er wor
den groote feesten ter eere van den Italiaan-
Romein gegeven en do stadhouder blijft den
geheelen winter bi} haar. Na zijn vertrek
schonk Cleopatra het loven aan een zoon,
die Gesarlon gedoopt werd. En op haar beurt
reist zij nu met haar kind naar Rome, waar
zij in volle glorie wordt ontvangen.
Pas na Ceasaris dood reisde ze weer naar
haar eigen vaderland terug.
In het Romelnsohe rijk Eeersehto na Cea
sar's dood groote verwarring. Het rijk kwam
onder bestuur van het Triumviraat en hierbij
word het Oosten toegewezen aan Antonius.
Deze riep zoodra hij in Tarsus ft bestuur
had aanvaard Cleopatra bij zich ten einde
getuigenis af te leggen van haar gedrag.
En Cleopatra vertrok uit Egypte ln ryk ver
sierde vaartuigen; de zeilen waren van pur
per en kostbaarheden en buitengewone mu
ziek was overal. In oom woord het was veel
meer een schitterende optocht, dan een
boetevaart
In Tarsus aangekomen gaf Cleopatra nu
voor te vormoeld van do zeereis te wozen om
naar Antonius toe to komen on ztt noodigde
koerd bij zlah aan boord.
hein
An
gevoerd te worden op den triomftocht van
den overwinnaar Octavianus en berooice
zich eveneens van het leven, door middel van
een giftigen slangenbeet
Haar lijk werd bijgezet bij dat van Anto
nius en zoo eindigde het leven van een
eigenaardige en bijzondere misschien buiten
gewone vrouw!
Dr. B.
us kwam on tti ontving hom met
groeten luister vierde roost met ham. gaf
kostbare diners ja, diende volgens do le
gende eenmaal selfs oen saus op, waarin oen
van haar twee beroemde parolen door mid
del van wjjn opgelost was. De andore parol
werd ln tweeën gedeeld en siert nu het
beeld van Vernis in bet Pantheon.
Antonius volgde het voorbeeld van Coasar
en ging met Cleopatra moo naar Egypte, ln
stede van haar te oordooien, 'n Half jaar
later word hij evenwol naar Italië geroepen
door aljn vrouw Aanvankelijk eoheen hll
nu Cleopatra vergeten, want kort na don
dood van aljn vrouw huwdo hij mot de auater
van een hooggeplaatst romein: Ootavlus.
Wanneer hy eohte* ln hot jaar 80 v. Ohr.
togen de Partnon moet optrokken en Cleo-
pulrn hem ln aljn legerplaats komt bezoeken,
valt hij weer geheel onder haar hokorlng en
volgt haar voor de tweed o maal Mi OU
haar nimmer moor te verlaten.
HU verwaarloost de belangen van zijn rijk,
schenkt gansdbo provinciën aan de soona
van Cleopatra. Maar dit op zijn beurt gedoogt
Octavianus, de heerschar van het Westen
niet.
En deze trekt tegen Cleopatra op.
Antonius trekt nu troepei tegen hem sa
men; de legere ontmoeten elkaar bij Actium
en het schijnt dat dc kansen tegen Cleopatra
en haar minnaar gekeerd zi}n.
Tenminste: op een oogenblik verlaat de
beruchte vrouw het strljdveld en scheept
zich in naar Egypte. Antonius alles ver
getend volgt haar en verliest daardoor
zijn reohten op de heerschappij
Hierover niet getreurd, viert hij ln Alexan-
drië terug gekomen weer schitterende en
luisterrijke feesten alsof er niets gebeurd is.
Maar Octavianus volgt hem naar Egypte
en de strijd ontbrandt opnieuw en weer in
het nadeel van de beide geliefden. Op een
gegeven oogenhilk laat Cleopatra ln allerijl
een mausoleum bouwen en trekt zich daarin
met twee vertrouwde dienaren terug!
Antonius op grond hiervan meenende,
dat de vrouw zich van het leven wilde be-
rooven, probeert hetzelfde: Hij doorsteekt
zichzelf! Vernemende dat Cleopatra nog niet
dood is, doet hU nog een uiterste poging
haar te bereiken, wat nem gelukt
Hij sterft in haar armen 1
Als laatste gunst van den overwinnaar
verkreeg Cleopatra het recht de laatste eer
op de gebruikeUjke wijze te bewijzsn aan
haar overleuan vriend!
Zijzelf wenschte hierna echter niet mede'
BABBELUURTJE OVER MODE.
Nieuwe modellen en nieuwe stoffen.
Zooals ik in een van de vroegere artikelen
reeds zei, zijn er ook het laatste jaar weer
veel nieuwe stoffen aan de modemarkt ge
komen ondanks het feit, dat een nuchter
mensch zou meenen dat er in dit chapiter
vermoedelijk wel niet veel nieuws onder de
zon meer zou zijn.
Onder deze nieuwe stoffen is er eene, die
op het oogenblik een groote opgang maakt.
Dit is de z.g. „Clocky Stik*.
Deze Clocky Silk is een zUde, welke op
een dunne gaas gestikt ls in allerlei grillige
figuren en patronen en tengevolge hiervan
het effect maakt van gewatteerd te zijn!
De nieuwe stof heeft in het oogloopende
voordeelen:
In de eerte plaats dit, dat zij als het ware
voor alle doeleinden de bovenkleeding van
de vrouw betreffende —geschikt is. Verre
weg de meeste van de ons bekende stoffen
hebben do eigenschap sleohts voor een enikel
doel geschikt te zijn. Men kan b.v. hoogst
zelden een mantelstof voor japonnen en een
japonstof voor blouses gebruiken.
Anders is het nu met de Clocky Slik; men
kan ze zoo ongeveer voor alles gebruiken
en ze wordt dan ook nagenoeg voor alles
gebruikt! Men maakt er zoogoed kleine man
tels van als avondmantels, wandel japonnen,
avondtoiletten, jumpers en vestend
Mij dunkt dat zegt nog al iets!
Als men hierbij ln het oog houdt, dat leder
van de hier genoemde kleedlngstukken zjjn
eigen oisohen stolt aan de te gebruiken stof
cn de Olooky Slik de onsohatbore eigenschap
bezit, al dexo oisohen eigenlijk in tioh te
veroendgon dan zal het geen verwonde
ring wokken, dat doze uitvinding ln de
»m ankvolle vrouwenwereld spoedig een uit
stekende reputatie moot genieten,.
Dat doet ze dan ook!
"Wanneer men niet aanstonds kan profltoe
ren van het voordeel de stof voor verschil
lende doeleinden te benutten lk bedoel
wanneer men toch geen oolleotio van de
hierboven genoemde stukkeu tegelijk maakt
dan ls een ultgosproken nadoel van het
nieuwe woefsel. dat het héél duur ls!
De prijzen zijn veelal 20,— tot M,—
en nog moer per meter!
Maar zelfs tegenover dit bezwaar staat nog
weer oen voordeel op zichzelf, nJ. dit: Dat
de Clocky Slik ln het geheel geen aparte
garneering behoeftlH
De ©enige oarobinatie, dl© veel gebruikt en
zeer geliefd ls, ls de verwerking met bont
Men gebruikt hiervoor vrijwel alle aoor-
m
ten. doch men gebruikt weer bij J^keur
het z.g. „monkey fur" °^™1: 8p®efl(ie ino-
De hier tusschen de tfksLog^.0fe^laar.
dellen zUn allen van de nieuwe stof ^rv
digd en ook allen uitsluitend met bont ge
combineerd, t
No. 1 is een wandeltoilet ln grijs met zil
ver-grijs hontranden.
No. 2 ls een avondtoilet in zwart met
skunks randen en zwart crêpe Georgette
mouwen en slip.
No. 8 is een manteltje in zwart met zil
vergrijs bont Deze geheel© elegante garnee
ring bestaat uit z.g. zilver vos, maar kan nu
op dezelfde wijze van apenhaar worden go-
Ouden adeL
Dame: Hondenkoopman, ik kan er toch
van opaan, dat deze hond werkelijk 'n oude
stamboom heeft, nietwaar?.
Hondenkoopman: Mevrouw ik verzeker
't u.Een van zU'n voorouders heeft in zijn
tijd in 'n speelsche bui 'n stuk afgebeten van
het vredesverdrag van den derigjarigen
oorlog! HU was toevallig in de vergaderzaal
aanwezig met een koerie® van den, beroem
den Karei de Groote.
Hoeveel talen spreekt Jou vrouw?
Man schei uit Wat ze in een taal voor
den dag weet te brengen is meer dan genoeg!
'Uit de kunstwereld.
Zangeres: Vulde mijn stem de geheel©
zaal, lieve?.
Vriendin: Nee de koffiekamer,..,
Acteur: Mijn ouders hebben nooit een
middel onbeproefd gelaten om me te beletten
artist te worden.
Criticus: Zoo nou dan hebben ze suoces
gehad.
Welmeenende gastvrouw fot een amateur-
zanger, die „rin best" gedaan heeft.... U
moet ons nu nooit meer vertellen, dat u niet
zingen kunt, ntijnheer Fransen.We heb
ben u nu zelf gehoord.
ZU: Heb je geen medelijden met zoo'n
armen man.
HU: Niet anders dan xnedelUden, m'n
beste.niet andors.
.Ik geloof stellig Neen ik weet
zeker dat ik nog oena als bodelaar zal
moeten sterven riep een doordraaier in
een oogenblik van sentimentaliteit uit.
-- Hoor eens, beste vriend «ei 'n ver
standig kamerand. Ik vrees zelfs, dat ,Je
nog eens als bodelaar zult moeten.leven!.
Telegrafist: In totaal acht woorden |ut-
frouw.
Juffrouw: O, dan kunnen er voor het
zelfde geld nog twoo woorden bU nietwaar?
Telegrafist: Zeker Juffrouw.dat kan.
Juffrouw: Zet u er dan nog maar bij: „In
haast"!!!
En Koeltje liep over de leuning terug en
kop In de hand van den Jongen.
»P met hullen en zei j „O poesj-
wat ben ik blJJ, dat je gekomen bent
HEI LAATSTE VERHAAL VAM
DOELTJE.
nij vindt sen meester.
Roeltje -was niet erg in zijn schikt HM was
nu al zoolang aan het «oeken, miaar hij had
nog geen meester gevonden en was ook niet
beroemd geworden cooals do „Gelaarsde
/•Nu 1'k tooh niet langer dwaas rijn",
ael hlij. „Ik lioh al aooveol menschen grluk
gebracht en uit den nood gehad® en, maar de
eerste de beste dlotr lk nu weer Mn. moot
mU ook h elpen.1"
„Hel, hor,,,, Roeltje stond stil. HU was
tuist op een groote steenen brug over een
breede rivier. Op de brugleuning set een
jongen te huilen.
„Ito zal maar doorloopenr, dadht Roeltje.
./File Jongen kan mij toch niet helpen". Maar
halverwege de brug stond hij tnoh stil en
keerde terup. „Ik anoet tooh svien vragen,
wat hUwjL"
e
ik
poesje,
Hij nam poes ln rijn armen en drukte hom
tegen zich aan.
sphmende Aan?" Vr06g «acht
„Ik denk, dat je me voor erg kinderachtig
aanziet", ael de jongen, ,^Maar lk ben zoo
aueen, j£r ls alleen een oude vrouiw, die ik
tante moet noemen, om voor me te zonren
en zy weet natuurlijk heeleanaal niet wat een
jongen graag doet, hè poes. Maar nu zullen
hitkrant" 'WOrden 88211611 sPelen- Ik
„Best", zei Roeltje. „Ito ben heeleanaal
zwart en zal je zeker geluk brengen."
Fro,lm<>etJ6 m>g wat "vertellen poes", ging
hll? ï£0rt; WJ «oeHje stevig vaat
S weci^ Ji! m6en6men- Tante zou
2JTST8-* .als 26 3e maar ik zal je ir
al rnf veratoppen. En ik zal de helft var
ij2 eten voor je bewaren en ik zal me
nooit meer alleen voelen en builen, nu lk jou
Hwlijs miauwde zoo hwd hU kon en holde
tr-ar de bmg naar den oefver. Toen hjj er
biina was, keek hU om. Daar zat Frank nog
op dezelfde ipüaats En Roeltje dacht juist*
dat iedere jongen steeds achter een kat aan
k°Maar de arme Frank was te bedroefd om
t« hollen. Toen Roeltje terug kwam, trachtte
Frank ham te grijpen, maar de kat sprong
even verder mauwende: „Pak me dan". Frank
wou juist van de leuning springen toen.
wotl kwik! de brug zich onder hem opende.
den
schouder van Franc, aie de leuning
vast klemde. Deze hield nog een oogenblik;
dan brak de brug stuk
waartvo Frank zat, gleed langzaam en won-
SfSchtjes naar beneden in de rivier. Eeni-
se oogenblikken later zaten Fiank en Roeltje
Sk maar ongedeerd op een pU-er van de
brug. die juist nog boven het water uitstek.
n
<wd
en hulp storen. Wees inaar °Iet,!>?°8d'°0'1
„Wie is er bang?" vroeg Roeltje. „En wie
zou' ons kunnen zien hier?"
Daar had Roeltje gelijk in. Iemand, die
over de gebroken brug keek, kon hen onmo-
crjjjk zien, zco waren z# omringd door groo
te stukken van de brug. w
nAia ik maar zwemmen bon zat franc.
„Nee poes, niet weg gaanl"
Maar dat deed Roeltje nu juist weL
Hij sprong moedig van het een© stuk hout
op het andere tot hjj eindelijk den oefver be
reikte. Daar zou hij wachten tot er iemand
kwaim. Hy1 liep een klein eindje door tot hij
am de Ix-cht was en verder den weg al kon
zien. Menschen, die aan kwamen, konden
daar vandaan de rivier en de gebroken brug
niet zien.
Toen Roeltje aoowat vijï minuten 'gewacht
had, hoorde hU een luid toet-toet! Een heel
groote auto kwam hard aangereden. Koeltje
ging midden op den weg zitten, ZUn hartje
klopte angstig. „Als de auto eens niet step
te". „Toet-toet-tpet!" schreeuwde de hoorn.
Roeltje deed zijn oogen dicht, maar bleef
zitten. -
„Pas oip die kat!" riep een dame. „O, die
poes!" schreeuwden een paar kinderen.
„Stop, chauffeurl" riep een oide heer. En
jiulst vlak voor Roeltje stond de auto stil. De
oude heer stapte uit om Roeltje te pakken,
maar die sprong een kleine eindje weg. Uit
de auto klonk gelatoh, unaar de oude heer
ging Roeltje achterna tot om do bocht. Daar
bleef hU staan, bleek van eohrlk op het zien
van de gebroken brug. J0," riep hjj uit: „De
kat heeft ons leven gered."
Iedereen stapte uit en holde naar de bocht
en Roeltje streek leng» ieders beencn ea
trachtte hun duidelijk te maken, dat Frank
nog_gered moest worden.
„Waar Is die kat?" riep öe oude hoer. „Ik
ben mllLlIonnalr en zal hom tot de rijkste en
gelukkigste kat van de wereld maken. Ik za]
«Un portret ln alle kranten laten setten. Ik
aal.... Maar waar la hij?"
Miauw!" zei Roeltje, die aliweêr op een
01 Ijzen
de mlllionnatr. Wie volgt hem?"
brug zat ln de rivier.
„Ik denk, dat hU ons iet» wijzen iwll", tel
De chauffeur, die goed zwomlraen kon,
durfde het wel aan. Hij sprong achter Roel-
S|o van het eemo stuk op het andere, tot hU
en jongen ontdekte achter een groote mtumn
houl De Jongen, de chauffeur en de kat gin
gen nu óp een zwaar stuk hout zitten en
riepen om een stuk touw. Dat had een san
de Kinderen gaiuw gehaald en na eenlge mis
lukte pogingen werd het vfLotj© met den
oever verbonden en er naar toe gesleept
„Wel beste Jongen", zei de heer tegon
Frank: „Loop maar gauw naar Je moeder. Ze
rijn, dat Je e:
kat looopen.
zal wel blij rijn, dat je er nog bent als ze
hoort, wat Je overkomen is. Maar lk wil Je
,|Neer, zei Frank: „Poes is si wat lk heb.
Ik heb geen moeder of.of.... iets an
ders om van te houden. Alleen een tante."
„Nu", ze! de heer vriendelijk: „Dan kom
JU ook bU mij otmimijn jongen te «Un. En dit
rijh J» neefjes en nichtjes en mijn vrouiw.
De kat moet ik tooh hobb^n.
Zoo gebeurde het, dat Frank en Roeltje
door een imllUonnalr en rijn lieve vrouw
aangenomen werden. En een portret van
Roeltje werd sau «file krent m gostuurd en
er onder atond gedrukt: „Dit ls de beroemd-
ets kat van de heele wereld. HIJ redde twaalf
menaohenlevena. Hjj heeft een gouden bnis-
band| hij eet van ©en gouden boni on drinkt
melk van een goud sohoteltje en hU kan ivoor
geen goud gekocht worden." -
Denk je, dat Roeit}© voet om al dat goud
Ml hebben. Hij beaat tooh het beste
en kostbaarste van al: „©en hert van goud",
BAADSEIA
Oplossingen des vorigs raadsels.
I- Er gingen niet vier, mear drio men-
teken vlsKhen, ni. sen soon, rija vader en
rijn grootvader,
II- 's-Gravenhage.
Groningen.
Maastricht
Doeris oplossingen van belde raadsels
ocitvan®en vam:
n v; /T t 1, en W. en'
M o'. d f7: v';n' R N M. en R. O.;
H Si'G P 'u V F"5 S- R" J- v- R;
G jft t 'H o \R,; A' v- a" |T>. S.; M. 8.;
V.; 8. v.' d' Z ea T': K -V': M' 06
Nieuwe raadsel*.
Drovb^a n?men van drie Nederlandsche
tlJln 0nder 6llcaar- drie beginlete
samen den naattn vormen van
imar ia (V°0r menflctl' dier en püant ongnis-
niPó fi^beel ls een spreekwoord, dat
9a en °d 28 letters bestaat
18, 25, B ls een vrucht
In een 1, T, 26 slapen we.
22 M 1 h6eft t™66 0> 18. 21, 12, 8.
27H2g Mn ^0® maakt, heet 11,
hoog tegenovergestelde van
De rest moet ge zelf maar raden.
Mme Corrv.
|XT >*a(