VOOR DE VROUWEN 0TER MISDAAD EN MISDADIGERS. doof LEO FELIX. Hulpmiddelen ter nasporing van strafbare feiten. HL Behandelen wij thans de teak en werk zaamheden van de deskundigen bij het on derzoek in strafzaken wat uitvoeriger en ko men daarbij in de eerste plaats tot den ge recht el ij k-g ene es kundige. Albert Hellwig schriift hierover in zijn aardig werkje over AIoderoe Krimi n£ Li st ik" o.m.: „Dat de gerechtelijke-geneeskundige den op sporingsambtenaren uiterst gewichtige aan wijzingen geven kan, is algemeen bekend. Hier willen wij slechts herinneren aan het feit, dat met absolute zekerheid in staat is vast te stellen of bloedvlekken, die bij een verdachte gevonden, worden van den roensch of wel van dieren, en zoo ja, van welk dier, afkomstig zijn. Terwijl men met de vroegere methoden de ze vraag steeds Slechts met een zeker waar schijnlijkheid beantwoorden kon en vergis singen daarbij niet geheel uitgesloten waren, is men door de Uhlenhutsohe metho- d e, wanneer men zooals dit bij gerechte lijke onderzoekingen van- zelf spreekt de proeven slechts met voldoende zorgvuldig heid neemt, in staat dit onderscheid met be slistheid vast te stellen. Hoogstens kan een verwisseling tusschen menschenbloed en het bloed van eoni ge na-verwante apensoorten voorkomen. Daar echter bijna nooit bij een verdachte bloedvlekken, afkomstig van één der bedoelde apensoorten, behoeven te wor den verondersteld, is practisch een verwisse ling bij de Uhlenhutsche methode zoo goed els uitgesloten. Door verder voortzetten van de proeven laat zich er overigens ook apen bloed van menschenbloed onderscheiden. Hef vaststellen, of de bloedvlekken, die men op de plaats eens misdrijfs of bij verdach te personen aantreft, menschenbloed zijn of niet is begrijpelijkerwijze van fundamenteele beteekenis. Niet zelden wordt door dit door den geneeskundige gedane bloedsonderzoek de verdenking in een bepaalde richting ge leld of de verdenking tegen bepaalde perso nen niet gedaan. Terecht merkt het stan daard-werk van Nicefaro en Lindenau dan ook op, dat de door Uhlenhut en Was serman ontdekte en omschreven biologi sche methoden van bloedonderzoek een groo- te vooruitgang vergeleken met die van vroe ger beteekenen. Het bloed vaa een proefdier, b.v. van een konijn, wordt door Inspuiten mensohelUk bloedserum dat is de zich uit het bloed af zonderende elwithoudende Vloeistof toege voegd. Het sorufti van dit konijn verkrijgt daardoor de eigenschap in heldere oplossin gen van menschenbloed een wolkachtig neer slag (vertroebeling) te varoorzaken, dat op lossingen van dierenbloed niet doen. Of het bi) verdere ontwikkeling dezer biologische methode eens wellicht nog mogelijk zal zijn het bloed van bepaalde menschen van elkaar te onderscheiden, ls een nog onopgeloste vraag. Dat ook op een andere manier het bloed onderzoek van grooten invloed op de gang van zaken in een strafzaak kan zijn, toont hot volgende geval aan. Een Fransche dokter onderzocht de bloed vlekken op de kleeren van een verdachte en geloofde met zekerheid uit het groote aan tal witte bloedlichaampjes zooals men weet bevat het bloed roode en witte bloedli chaampjes, welke laatste het aotieve be standdeel zijn die zich daarin bevonden, te mogen ooncludeeren, dat het bloed afkom stig was van iemand, die tijdens of kort voor den op hem gepleegden moord een malaria- aanval had gehad. Het onderzoek bevestigde zijn veronderstelling, aangezien bleek, dat de vermoorde grijsaard tijdons zijn vermoo»- dlng juist oen aanval van „afwisselende koorts" had te doorstaan. Interessant is ook het volgende geval. Toen men de puinhoopen van een afgebrande wo ning opruimde, vond mon het geheel ver koolde lük van den eigenaar. Dr. Jesorlch onderzocht het bloed en kon vaststellen, dat al oh In het bloed geen koolmonoxydo (hoofd bestanddeel van kolendamp en verbrnndlngs- produot van hout; oen Verbinding van kool stof on zuurstof - 0.0, bevond, Hieruit volgde, dat de doode geenrook had Ingeademd en dus reeds hij hel »!?hr?Vau van den brand niet moor ln loven «veest. Ondanks het feit, dat aan het verkoolde lichaam geenerlei verwondingen meer konden worden geconstateerd, werd op grond der hloedanaiyae toch een atrafvervol- ging wegens vadurmooml tegen den zoon van den omgekomene, op wlen de verdenking reed» wae gevallen, Ingesteld. De beklaagde werd dan ook wegena moord veroordeeld. Ook Donnstedt, dlo een prachtig werk over gerechtelijke scheikunde schreef, maakt mol ding ven oen analoog geval, waarin echter eerst na teer moeilijk ondersoek die proef resultaat opleverde. Van groote beteekenie voor de vraag, wie als dader ln aanmerking komen moet, ls het natuurlijk voor den gereohtelijk-geneeskun- (Lgio vast te stellen, of de vermoorde daar vermoord is, waar hij gevonden werd, of dat aangonomen moet worden, dat hij eerst na zijn dood op de vindplaats neergelegd ls, als mede uit te maken, wanneer de dood vermoe delijk is ingetreden. In den regel zal bJJ be antwoording dezer vragen, die gewoonlijk wat betreft den sedert den dood verloopen tijd slechts bij benadering kan worden opge geven, een fout, wanneer de deskundige ervaring van deze gevallen heeft, nauwelijks worden gemaakt. Steeds leert echter de ge rechtelijke praktijk, dat ook hierbij onder omstandigheden ernstige vergissingen ge rechtelijke dwalingen! voorkomen kunnen, waarover wij het nog wel eens zullen hebben Even onmisbaar als de „politie-dokter" is de gereohelijke scheikundige. In tallooze gevallenmaakt de justitie van zijn hulp een succesvol gebruik, b.v. in geval van brandstichting. Is het opzet geslaagd, dan moet de krimlnalist trachten uit de overge bleven resten de bedoeling en het doel van den dader uit te zoeken en het verloop deT zaak te reconstrueeren. Hierbij is de deskun dige voorlichting van den scheikundige in de meeste gevallen onontbeerlijk. Dit treedt na tuurlijk in het bijzonder dan op den voor grond, wanneer men uit zekere verdachte omstandigheden slechts brandstichting ver- m o e d t en de daarvoor mogelijke gebruikte werktuigen en stoffen bij den brand bijna tot onkenbaarheid zijn beschadigd of wellicht geheel zijn vernietigd." Een volgende maal iets over den miaroseo- pist, de tandarts en de schriftkundige. Wij merken nog op, dat bovenbedoelde schets nog lang niet, datgene weergeeft, wat de deskundigen alzoo presteeren. Een volledige opsomming te geven is bijna ondoenlijk; bij het bespreken van nieuwe „merkwaardige gevallen" wordt het hier weergegeven© wel aangevuld. EEN VROUW VAN BETEEKENIS. Cleopatra. Er is reeds vele malen in de wereldge schiedenis gebleken, dat vrouwen door haar invloed op haar omgeving van groote betee kenis voor den gang van zaken kunnen zijn. De eene vrouw heeft meer vermogens, meer charmes dan de ander en de een ge bruikt bovendien deze vermogens voor een nobel en de ander tot bereiking van een min nobel doeL En zoo zijn bekoring, beminne lijkheid, of grootere geestesgaven al bed vaak de middelen geweest waarmede vrou wen hebben weten te woekeren Tot bereiking niet alleen van haar per soonlijke, huiselijke en maatschappelijke of echtelijke doeleinden, maar heel vaak zelfs tot publieke en staats-maatschappelijke doel einden! De eerste als zoodanig bekend gebleven vrouw was Semiramis van Assyrië. Zij im poneerde door haar groote kracht en de macht waarmede zij haar rijk regeerde. Twee wonderen worden haar toegeschreven: n.L de hangende tuinen om Babyion en de beroemde Babylonsohe muur. Nu nog spreekt men wel eens van een Semiramis. Zoo b.v. noemt men nog Mar- gareta van Denemarken de Semiramis van 't Noorden Isabella la Catholique de Se miramis van Kastilië en keizerin Catharlna H de Semiramis van Rusland. Na Semiramis noemt men als de meest „beroemde" vrouw Cleopatra. Zij boeide niet door haar kracht, noch aoor haar schoonheid, maar zij wist haar wenschen door te drijven door middel van haar geest! Toen zij b.v. met haar oudsten tienjarigen broer en gemaal om de alleenheerschappij van Egypto twistte na den dood van haar vader, heeft zij met geestdriftlgen list haar zin door gedreven l Ceasar kwam uit Italië om de twist te be- sleohten en Cleopatra ging vermomd in zijn omgeving. Zij wist zoover tot hem door te dringen en hem zoodanig onder haar aan dacht te brengen dat hij niet meer onbevoor oordeeld bleef en ln haar voordeel besliste! Om dit te bereiken liet hij haar. bv. ln het huwelijk treden met haar zesiarlgen broeder en met deze samen de regeerlng voeren over het rijk! Inmiddels kon Ceasar de bewonderens waardige vrouw niet meer verlaten. Er wor den groote feesten ter eere van den Italiaan- Romein gegeven en do stadhouder blijft den geheelen winter bi} haar. Na zijn vertrek schonk Cleopatra het loven aan een zoon, die Gesarlon gedoopt werd. En op haar beurt reist zij nu met haar kind naar Rome, waar zij in volle glorie wordt ontvangen. Pas na Ceasaris dood reisde ze weer naar haar eigen vaderland terug. In het Romelnsohe rijk Eeersehto na Cea sar's dood groote verwarring. Het rijk kwam onder bestuur van het Triumviraat en hierbij word het Oosten toegewezen aan Antonius. Deze riep zoodra hij in Tarsus ft bestuur had aanvaard Cleopatra bij zich ten einde getuigenis af te leggen van haar gedrag. En Cleopatra vertrok uit Egypte ln ryk ver sierde vaartuigen; de zeilen waren van pur per en kostbaarheden en buitengewone mu ziek was overal. In oom woord het was veel meer een schitterende optocht, dan een boetevaart In Tarsus aangekomen gaf Cleopatra nu voor te vormoeld van do zeereis te wozen om naar Antonius toe to komen on ztt noodigde koerd bij zlah aan boord. hein An gevoerd te worden op den triomftocht van den overwinnaar Octavianus en berooice zich eveneens van het leven, door middel van een giftigen slangenbeet Haar lijk werd bijgezet bij dat van Anto nius en zoo eindigde het leven van een eigenaardige en bijzondere misschien buiten gewone vrouw! Dr. B. us kwam on tti ontving hom met groeten luister vierde roost met ham. gaf kostbare diners ja, diende volgens do le gende eenmaal selfs oen saus op, waarin oen van haar twee beroemde parolen door mid del van wjjn opgelost was. De andore parol werd ln tweeën gedeeld en siert nu het beeld van Vernis in bet Pantheon. Antonius volgde het voorbeeld van Coasar en ging met Cleopatra moo naar Egypte, ln stede van haar te oordooien, 'n Half jaar later word hij evenwol naar Italië geroepen door aljn vrouw Aanvankelijk eoheen hll nu Cleopatra vergeten, want kort na don dood van aljn vrouw huwdo hij mot de auater van een hooggeplaatst romein: Ootavlus. Wanneer hy eohte* ln hot jaar 80 v. Ohr. togen de Partnon moet optrokken en Cleo- pulrn hem ln aljn legerplaats komt bezoeken, valt hij weer geheel onder haar hokorlng en volgt haar voor de tweed o maal Mi OU haar nimmer moor te verlaten. HU verwaarloost de belangen van zijn rijk, schenkt gansdbo provinciën aan de soona van Cleopatra. Maar dit op zijn beurt gedoogt Octavianus, de heerschar van het Westen niet. En deze trekt tegen Cleopatra op. Antonius trekt nu troepei tegen hem sa men; de legere ontmoeten elkaar bij Actium en het schijnt dat dc kansen tegen Cleopatra en haar minnaar gekeerd zi}n. Tenminste: op een oogenblik verlaat de beruchte vrouw het strljdveld en scheept zich in naar Egypte. Antonius alles ver getend volgt haar en verliest daardoor zijn reohten op de heerschappij Hierover niet getreurd, viert hij ln Alexan- drië terug gekomen weer schitterende en luisterrijke feesten alsof er niets gebeurd is. Maar Octavianus volgt hem naar Egypte en de strijd ontbrandt opnieuw en weer in het nadeel van de beide geliefden. Op een gegeven oogenhilk laat Cleopatra ln allerijl een mausoleum bouwen en trekt zich daarin met twee vertrouwde dienaren terug! Antonius op grond hiervan meenende, dat de vrouw zich van het leven wilde be- rooven, probeert hetzelfde: Hij doorsteekt zichzelf! Vernemende dat Cleopatra nog niet dood is, doet hU nog een uiterste poging haar te bereiken, wat nem gelukt Hij sterft in haar armen 1 Als laatste gunst van den overwinnaar verkreeg Cleopatra het recht de laatste eer op de gebruikeUjke wijze te bewijzsn aan haar overleuan vriend! Zijzelf wenschte hierna echter niet mede' BABBELUURTJE OVER MODE. Nieuwe modellen en nieuwe stoffen. Zooals ik in een van de vroegere artikelen reeds zei, zijn er ook het laatste jaar weer veel nieuwe stoffen aan de modemarkt ge komen ondanks het feit, dat een nuchter mensch zou meenen dat er in dit chapiter vermoedelijk wel niet veel nieuws onder de zon meer zou zijn. Onder deze nieuwe stoffen is er eene, die op het oogenblik een groote opgang maakt. Dit is de z.g. „Clocky Stik*. Deze Clocky Silk is een zUde, welke op een dunne gaas gestikt ls in allerlei grillige figuren en patronen en tengevolge hiervan het effect maakt van gewatteerd te zijn! De nieuwe stof heeft in het oogloopende voordeelen: In de eerte plaats dit, dat zij als het ware voor alle doeleinden de bovenkleeding van de vrouw betreffende —geschikt is. Verre weg de meeste van de ons bekende stoffen hebben do eigenschap sleohts voor een enikel doel geschikt te zijn. Men kan b.v. hoogst zelden een mantelstof voor japonnen en een japonstof voor blouses gebruiken. Anders is het nu met de Clocky Slik; men kan ze zoo ongeveer voor alles gebruiken en ze wordt dan ook nagenoeg voor alles gebruikt! Men maakt er zoogoed kleine man tels van als avondmantels, wandel japonnen, avondtoiletten, jumpers en vestend Mij dunkt dat zegt nog al iets! Als men hierbij ln het oog houdt, dat leder van de hier genoemde kleedlngstukken zjjn eigen oisohen stolt aan de te gebruiken stof cn de Olooky Slik de onsohatbore eigenschap bezit, al dexo oisohen eigenlijk in tioh te veroendgon dan zal het geen verwonde ring wokken, dat doze uitvinding ln de »m ankvolle vrouwenwereld spoedig een uit stekende reputatie moot genieten,. Dat doet ze dan ook! "Wanneer men niet aanstonds kan profltoe ren van het voordeel de stof voor verschil lende doeleinden te benutten lk bedoel wanneer men toch geen oolleotio van de hierboven genoemde stukkeu tegelijk maakt dan ls een ultgosproken nadoel van het nieuwe woefsel. dat het héél duur ls! De prijzen zijn veelal 20,— tot M,— en nog moer per meter! Maar zelfs tegenover dit bezwaar staat nog weer oen voordeel op zichzelf, nJ. dit: Dat de Clocky Slik ln het geheel geen aparte garneering behoeftlH De ©enige oarobinatie, dl© veel gebruikt en zeer geliefd ls, ls de verwerking met bont Men gebruikt hiervoor vrijwel alle aoor- m ten. doch men gebruikt weer bij J^keur het z.g. „monkey fur" °^™1: 8p®efl(ie ino- De hier tusschen de tfksLog^.0fe^laar. dellen zUn allen van de nieuwe stof ^rv digd en ook allen uitsluitend met bont ge combineerd, t No. 1 is een wandeltoilet ln grijs met zil ver-grijs hontranden. No. 2 ls een avondtoilet in zwart met skunks randen en zwart crêpe Georgette mouwen en slip. No. 8 is een manteltje in zwart met zil vergrijs bont Deze geheel© elegante garnee ring bestaat uit z.g. zilver vos, maar kan nu op dezelfde wijze van apenhaar worden go- Ouden adeL Dame: Hondenkoopman, ik kan er toch van opaan, dat deze hond werkelijk 'n oude stamboom heeft, nietwaar?. Hondenkoopman: Mevrouw ik verzeker 't u.Een van zU'n voorouders heeft in zijn tijd in 'n speelsche bui 'n stuk afgebeten van het vredesverdrag van den derigjarigen oorlog! HU was toevallig in de vergaderzaal aanwezig met een koerie® van den, beroem den Karei de Groote. Hoeveel talen spreekt Jou vrouw? Man schei uit Wat ze in een taal voor den dag weet te brengen is meer dan genoeg! 'Uit de kunstwereld. Zangeres: Vulde mijn stem de geheel© zaal, lieve?. Vriendin: Nee de koffiekamer,.., Acteur: Mijn ouders hebben nooit een middel onbeproefd gelaten om me te beletten artist te worden. Criticus: Zoo nou dan hebben ze suoces gehad. Welmeenende gastvrouw fot een amateur- zanger, die „rin best" gedaan heeft.... U moet ons nu nooit meer vertellen, dat u niet zingen kunt, ntijnheer Fransen.We heb ben u nu zelf gehoord. ZU: Heb je geen medelijden met zoo'n armen man. HU: Niet anders dan xnedelUden, m'n beste.niet andors. .Ik geloof stellig Neen ik weet zeker dat ik nog oena als bodelaar zal moeten sterven riep een doordraaier in een oogenblik van sentimentaliteit uit. -- Hoor eens, beste vriend «ei 'n ver standig kamerand. Ik vrees zelfs, dat ,Je nog eens als bodelaar zult moeten.leven!. Telegrafist: In totaal acht woorden |ut- frouw. Juffrouw: O, dan kunnen er voor het zelfde geld nog twoo woorden bU nietwaar? Telegrafist: Zeker Juffrouw.dat kan. Juffrouw: Zet u er dan nog maar bij: „In haast"!!! En Koeltje liep over de leuning terug en kop In de hand van den Jongen. »P met hullen en zei j „O poesj- wat ben ik blJJ, dat je gekomen bent HEI LAATSTE VERHAAL VAM DOELTJE. nij vindt sen meester. Roeltje -was niet erg in zijn schikt HM was nu al zoolang aan het «oeken, miaar hij had nog geen meester gevonden en was ook niet beroemd geworden cooals do „Gelaarsde /•Nu 1'k tooh niet langer dwaas rijn", ael hlij. „Ik lioh al aooveol menschen grluk gebracht en uit den nood gehad® en, maar de eerste de beste dlotr lk nu weer Mn. moot mU ook h elpen.1" „Hel, hor,,,, Roeltje stond stil. HU was tuist op een groote steenen brug over een breede rivier. Op de brugleuning set een jongen te huilen. „Ito zal maar doorloopenr, dadht Roeltje. ./File Jongen kan mij toch niet helpen". Maar halverwege de brug stond hij tnoh stil en keerde terup. „Ik anoet tooh svien vragen, wat hUwjL" e ik poesje, Hij nam poes ln rijn armen en drukte hom tegen zich aan. sphmende Aan?" Vr06g «acht „Ik denk, dat je me voor erg kinderachtig aanziet", ael de jongen, ,^Maar lk ben zoo aueen, j£r ls alleen een oude vrouiw, die ik tante moet noemen, om voor me te zonren en zy weet natuurlijk heeleanaal niet wat een jongen graag doet, hè poes. Maar nu zullen hitkrant" 'WOrden 88211611 sPelen- Ik „Best", zei Roeltje. „Ito ben heeleanaal zwart en zal je zeker geluk brengen." Fro,lm<>etJ6 m>g wat "vertellen poes", ging hll? ï£0rt; WJ «oeHje stevig vaat S weci^ Ji! m6en6men- Tante zou 2JTST8-* .als 26 3e maar ik zal je ir al rnf veratoppen. En ik zal de helft var ij2 eten voor je bewaren en ik zal me nooit meer alleen voelen en builen, nu lk jou Hwlijs miauwde zoo hwd hU kon en holde tr-ar de bmg naar den oefver. Toen hjj er biina was, keek hU om. Daar zat Frank nog op dezelfde ipüaats En Roeltje dacht juist* dat iedere jongen steeds achter een kat aan k°Maar de arme Frank was te bedroefd om t« hollen. Toen Roeltje terug kwam, trachtte Frank ham te grijpen, maar de kat sprong even verder mauwende: „Pak me dan". Frank wou juist van de leuning springen toen. wotl kwik! de brug zich onder hem opende. den schouder van Franc, aie de leuning vast klemde. Deze hield nog een oogenblik; dan brak de brug stuk waartvo Frank zat, gleed langzaam en won- SfSchtjes naar beneden in de rivier. Eeni- se oogenblikken later zaten Fiank en Roeltje Sk maar ongedeerd op een pU-er van de brug. die juist nog boven het water uitstek. n <wd en hulp storen. Wees inaar °Iet,!>?°8d'°0'1 „Wie is er bang?" vroeg Roeltje. „En wie zou' ons kunnen zien hier?" Daar had Roeltje gelijk in. Iemand, die over de gebroken brug keek, kon hen onmo- crjjjk zien, zco waren z# omringd door groo te stukken van de brug. w nAia ik maar zwemmen bon zat franc. „Nee poes, niet weg gaanl" Maar dat deed Roeltje nu juist weL Hij sprong moedig van het een© stuk hout op het andere tot hjj eindelijk den oefver be reikte. Daar zou hij wachten tot er iemand kwaim. Hy1 liep een klein eindje door tot hij am de Ix-cht was en verder den weg al kon zien. Menschen, die aan kwamen, konden daar vandaan de rivier en de gebroken brug niet zien. Toen Roeltje aoowat vijï minuten 'gewacht had, hoorde hU een luid toet-toet! Een heel groote auto kwam hard aangereden. Koeltje ging midden op den weg zitten, ZUn hartje klopte angstig. „Als de auto eens niet step te". „Toet-toet-tpet!" schreeuwde de hoorn. Roeltje deed zijn oogen dicht, maar bleef zitten. - „Pas oip die kat!" riep een dame. „O, die poes!" schreeuwden een paar kinderen. „Stop, chauffeurl" riep een oide heer. En jiulst vlak voor Roeltje stond de auto stil. De oude heer stapte uit om Roeltje te pakken, maar die sprong een kleine eindje weg. Uit de auto klonk gelatoh, unaar de oude heer ging Roeltje achterna tot om do bocht. Daar bleef hU staan, bleek van eohrlk op het zien van de gebroken brug. J0," riep hjj uit: „De kat heeft ons leven gered." Iedereen stapte uit en holde naar de bocht en Roeltje streek leng» ieders beencn ea trachtte hun duidelijk te maken, dat Frank nog_gered moest worden. „Waar Is die kat?" riep öe oude hoer. „Ik ben mllLlIonnalr en zal hom tot de rijkste en gelukkigste kat van de wereld maken. Ik za] «Un portret ln alle kranten laten setten. Ik aal.... Maar waar la hij?" Miauw!" zei Roeltje, die aliweêr op een 01 Ijzen de mlllionnatr. Wie volgt hem?" brug zat ln de rivier. „Ik denk, dat hU ons iet» wijzen iwll", tel De chauffeur, die goed zwomlraen kon, durfde het wel aan. Hij sprong achter Roel- S|o van het eemo stuk op het andere, tot hU en jongen ontdekte achter een groote mtumn houl De Jongen, de chauffeur en de kat gin gen nu óp een zwaar stuk hout zitten en riepen om een stuk touw. Dat had een san de Kinderen gaiuw gehaald en na eenlge mis lukte pogingen werd het vfLotj© met den oever verbonden en er naar toe gesleept „Wel beste Jongen", zei de heer tegon Frank: „Loop maar gauw naar Je moeder. Ze rijn, dat Je e: kat looopen. zal wel blij rijn, dat je er nog bent als ze hoort, wat Je overkomen is. Maar lk wil Je ,|Neer, zei Frank: „Poes is si wat lk heb. Ik heb geen moeder of.of.... iets an ders om van te houden. Alleen een tante." „Nu", ze! de heer vriendelijk: „Dan kom JU ook bU mij otmimijn jongen te «Un. En dit rijh J» neefjes en nichtjes en mijn vrouiw. De kat moet ik tooh hobb^n. Zoo gebeurde het, dat Frank en Roeltje door een imllUonnalr en rijn lieve vrouw aangenomen werden. En een portret van Roeltje werd sau «file krent m gostuurd en er onder atond gedrukt: „Dit ls de beroemd- ets kat van de heele wereld. HIJ redde twaalf menaohenlevena. Hjj heeft een gouden bnis- band| hij eet van ©en gouden boni on drinkt melk van een goud sohoteltje en hU kan ivoor geen goud gekocht worden." - Denk je, dat Roeit}© voet om al dat goud Ml hebben. Hij beaat tooh het beste en kostbaarste van al: „©en hert van goud", BAADSEIA Oplossingen des vorigs raadsels. I- Er gingen niet vier, mear drio men- teken vlsKhen, ni. sen soon, rija vader en rijn grootvader, II- 's-Gravenhage. Groningen. Maastricht Doeris oplossingen van belde raadsels ocitvan®en vam: n v; /T t 1, en W. en' M o'. d f7: v';n' R N M. en R. O.; H Si'G P 'u V F"5 S- R" J- v- R; G jft t 'H o \R,; A' v- a" |T>. S.; M. 8.; V.; 8. v.' d' Z ea T': K -V': M' 06 Nieuwe raadsel*. Drovb^a n?men van drie Nederlandsche tlJln 0nder 6llcaar- drie beginlete samen den naattn vormen van imar ia (V°0r menflctl' dier en püant ongnis- niPó fi^beel ls een spreekwoord, dat 9a en °d 28 letters bestaat 18, 25, B ls een vrucht In een 1, T, 26 slapen we. 22 M 1 h6eft t™66 0> 18. 21, 12, 8. 27H2g Mn ^0® maakt, heet 11, hoog tegenovergestelde van De rest moet ge zelf maar raden. Mme Corrv. |XT >*a(

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 10