T Groot mooi on goedkoop Jongeheeren-Demi's, -Jekkers, -Ulsters en -Capes. Heeren-inKiniler-Truien. HERMAN NYPELS, HERMAN NYPELS, Tweede Blad. Zuiver wol, Half wol •n Jaeger Katoenen Krimpvrij fabrikaat LA COMÈTE. Tricot Pakjes. VAN ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1922. PLAATSELIJK NIEUW8. Te s-Gravenhage slaagde voor het Ma chinisten-examen, diploma B, de heer A. Adriaanse, alhier. Zondag 8 Ootober begint de wintertijd. De klok moet op dien morgen één uur wor den stilgezet. MeDcpriJsverhóojjIng. Met 1 Ootober wordt de prijs van de melk alhier weer tot 18 oent per liter verhoogd. Aanbesteding. Door Burgemeester en Wettsvuders werd gisteren ten raadhuize aanbesteed het aan leggen en rioleeren van straten nabij den Ruyghweg. Ingekomen waren 7 billertten, nl.: P. Doorn, St. Maartensbrug ƒ37800.—; Gebr. Smit, Hel der 87440,—; W. Kaan, Helder 86762—; firma Starrenburg en Boerdijfc Helder 84286—; Gebr. van Pelt, Helder 81887—; F. D. Dienaar, Helder 81000—; Joh. Die naar, Heldor, J 80675,—. Door den Alg. Bond van Arbeiders in het Bakkers-, Ohooolade- en Suikerwerkers- bedrijf, afd. Helder, wordt ons verzocht dé aandacht te vestigen op een door haar ver spreidde circulaire, waarin zij het brood etend publiek verzoekt geen brood te be trekken van den bakker M., Langestraat, omdat deze een oude gezel, wegens ziekte beeft ontslagen, zonder hem onderstand te verleenen. Afscheid Mejuffrouw Metzei aar. Als dit blad verschiint, behoort dat afscheid alweer tot het verleden: het „schooltje-van- Juffrouw Metzelaar" is niet langer het schooltje van juffrouw Metzelaar. Alles wis selt en verandert; niets is bestendigden ook in deze verandering zullen we ons moeten schikken. Juffrouw Metzelaar, de heer L. Grunwald heeft het nog onlangs zoo kern achtig in feuilleton gezegd heeft haar rust wel verdiend. En toen dan ook de ure van het afscheid naderde, staken vele moeders van leerlinge- tjes van Juffrouw Metzelaar, Iedere moe der bijna is zelve ook weer oud-leerlinge de hoofden bijeen en smeedden een samen zwering tegen de geliefde onderwijzeres. Wat het resultaat van die samenzwering was, zeg ik niet, althans, nog niet. Er moet een beetje spanning zijn in mijn verhaal, anders is de aardigheid er gauw af. En men zal tot het einde door moeten lezen als men weten wil wat al die moeders tezamen gezworen hadden. Alzoo dan: Donderdagmiddag te half drie was het lokaal van de oudste kinderen vol met.... moeders. De tijden zijn voorbij, dat ze in die nauwe bankjes konden kruipen, waarin zooveel lief en leed gesleten is. Ergo moesten ze staan. Langs de wanden stonden ze geschaard, en er kwamen maar steeds nieu we bij. En ze hadden zich allemaal netjes op geknapt ter eere van de afscheidnemende directrice. En de dames leeraressen hadden zich opgeknapt, en de jongens en meisjes hadden zich opgeknapt, zoodat het daar een fleurig gezicht was. Temidden van dat alles bewoog zich de heer Grunwald. Of eigenlijk: hij bewoog zich niet. Hij stond angstvallig de wacht te hou den voor iets groots, iets volumineus'. En nu zoudt u alweer graag willen weten wat dat waSj maar alweer zeg ik het niet. Nog niet. Leest u maar verder. Met een stentorstem riep de heer Grunwald plotseling, dat hijiets te zeggen had. En toen hielden alle kindertjes dTr mond, het geen, van het standpunt der kindertjes uit bezien, een geweldige prestatie was. En de heer L. Grunwald sprak der scheldende di rectrice daarop toe. Op weg hierheen wist spr. nog volstrekt niet wat hij zeggen zou. Maar hij is een raensch van impulsies, en toen hij de kinde ren hier zoo bezig zag en hun zingen hoorde, toen kwamen hem plotseling zijn eigen kin derjaren weder voor den geest en tevens vond hij ook de woorden, die hfl nu zeggen wil. De ouders van de kinderen, zoo zeide spr., heb ben gemeend op dezen laatsten dag juffrouw Metzelaar een Klein bewijs te moeten geven van hun groote achting. Als de arbeider des avonds thuis komt, moe van zijn werk, komen hem zijn kinderen tegemoet, die om het hardst zich beijveren den gemakkelijken stoel voor vader aan te dragen, waarin hij kan uitrusten. Zoo wil ik, zeide spr., thans een stoel aandragen voor u. Gedurende een menschenleeftijd hebt gii, ging de heer Grunwald voort, uw krachten gegeven aan de maatschappij; wij willen u daarvoor huldigen. Geen officieele huldiging, ik houd niet van officieel gedoe, geheel spon taan en onofficieel willen wij u huldigen. En dan wil ik een woord van troost tot u spre ken. Toen gij straks voor de klasse stond, en de kinderen liet zingen, toen, juffrouw Met Maar, waart gij zelve een jonge vrouw nog. En is het u dan niet een troost te weten, dat gij, op uw leeftijd en na zooveel jaren arbeids, nog zoo jeugdig en frisch van geest zijt ge bleven, terwijl zoovelen rondom ons op veel jeugdiger leeftijd vallen? Ik denk hierbij aan de beide jonge levens, die nog de vorige week aan de maatschappij zijn ontrukt. Namens de ouders biedt spr. aan juffrouw Metzelaar een stoel aan (crapaud), waarin z v«n haar arbeid kan uitrusten. Er is een ou_ Joodsch spreekwoord, dat ik tot u zeggen wil, vervolgt de heer Grunwald. „Een kloeke en dappere vrouw is meerder dan paarlen". ïoo zegt die spreuk. Paarlen kunnen thans al nagemaakt worden. Wij allen hebben gele zen van den Japanner, die op kunstmatige wijze parels weet te kweeken, die zich in niets *«n de echte onderschelden. Maar kloeke en ^PPere vrouwen kunnen niet worden nage maakt, zij zijn de echte parels. «pr. geleidt thans juffrouw Metzelaar naar ar stoel, en doet haar daarin plaats nomen ?aat hij voort: •ai Qog meer te zeggen, Juffrouw Met- v 111 eerste plaats bied ik u hierne- aan e«n overdrukje van hetgeen ik in Ingezonden McdedeeHng. Is onze sorteering Men bezlchtlge onze collectie Kledingmagazijnen HELDER - SCHAGEN. de Held. Courant over u schreef. In de twee de plaats heb ik nog wat te vertellen van een ander oud-leerling, den heer Jaarsma. U moet weten, ik kwam hem onderweg tegen. Toen zei ik tegen toem: „ga mee naar dé school van juffrouw Metzelaar" en vertelde hem wat er te doen was. De heer Jaarsma antwoordde„Ik ga mee, maar ik wil niet met leege handen komen", en hij ging naar zijn woning en zocht een schilderij uit om ook dat aan juffrouw Metzelaar te geven. Dat schilderij, lieve juffrouw, overhandig ik u tevens hierbij. Wees verzekerd, aldus eindigde de heer Grunwald zijn toespraak, dat ik, die geweest ben op de lagere, ae mulo-, de H. B.-School, aan deze school-van-juffrouw-Metzelaar de dierbaarste herinneringen uit mijn leven heb. Hier op deze school was geen standverschil, wij waren allen één: onschuldig, schuldeloos kind. Helaas! in de maatschappij zijn wij ver deeld in rangen en standen, in gelooven en overtuigingen. Mogen de kindertjes, die hier thans in de 'rij «taan, en die zoo eendrachtig zingen en spelen, later deel uitmaken van de groote broederschap der menschen! Mogen zij getuigen zijn van de eensgezindheid eener nieuwe menschheid! Met dezen wensch ein digt spr. Juffrouw Metzelaar, die het af en toe een beetje te kwaad had gekregen (geen wonder, waarlijk I) dankte met een enkel woord voor aller tegenwoordigheid en vriendschap, voor de groote waardeering, die uit deze houding spreekt, en voor den steun, dien zij vele jaren lang genoten heeft van de ouders die hun kindertjes aan haar afstonden. Spr. uit den wensch, dat het de kindertjes goed moge gaan en zij mogen opgroeien tot nuttige leden der maatschappij. Ook voor het prachtige cadeau brengt spr. dank. Als zij daar in later jaren in zal zitten, zal ongetwijfeld menig kinder kopje de revue passeeren. Spr. zou zoo gaarne nog meer willen zeg gen, maar zij kan het niet. Er is slechts Cén woord in haar: dankl Dank voor alles, dank voor uw vriendschap, voor uw liefde, voor uw hartelijkheid, voor uw cadeau, en ik hoop, dat gö allen mij in vriendschap zult willen gedenken1 Toen was het afgeloopen, denkt u? Ja, dat dacht juffrouw Metzelaar ook, maar het Ucp anders. Tot stomme verbazing van de met open mond starende kleinen, aie dit allemaal meemaakten, werd toen een versje gezon gen.... door de grooten. Natuurlijk van „Domme Dries" en natuurlijk onder de emi nente leiding van den heer Grunwald. Maar wat minder mooi was: die bleek het zelf niet goed meer te kennen en toen moest hij de leiding overdragen aan een der moeders. En er werd nog geroepen van „lang zal ze leven!" enzoovoort, enzoovoort, en toen.... was het half vier en gingen de kleintjes naar huls. Ik vergat nog te zeggen, dat er een Saar moeders waren, die nog bloemen voor e iuffrouw hadden meegebracht, hetwelk aanleiding gaf tot hartelijke omhelspartijen en tot tranen. Enfin, tranen zijn paarlen, zooala men weet, maar mijn verhaal is nog lang niet uit. Want Vrijdagmiddag.... Vrijdagmiddag dan had het officieele af scheid plaats temidden van autoriteiten, dar mes en heeren van de Commissie van Toe zicht, en vele belangstellenden en vrienden. Het Dagelijksch Bestuur der gemeente was vertegenwoordigd door den Burgemeester der gemeente, die In een korte toespraak der scheidende directrice namens het Dage lijksch Bestuur en de Commissie van Toe- richt een prachtig bloemstuk overhandigde. Behalve dit waren van ouders, vrienden en kennissen nog tallooze bloemstukken geko men, die op drie tafels waren gerangschikt. En nog altijd werden meerdere aangebracht. J-uffrouw Metzelaar, zichtbaar onder den indruk, dankte den Burgemeester voor de waardeerende woorden en het mooie bloem stuk, en verklaarde de tegenwoordigheid van het DageliJ'ksoh Bestuur der gemeente op hoogen prijs te stellen. Toen trad als Voorzitter van het School bestuur, de heer Verhey naar voren. In de eerste plaats, zoo zeide de spr., een woord van dank voor de loffelijke wflze waarop gij steeds uw taak, in afwisselende functies aan deze school hebt verricht. Sedert lange, lan ge jaren was ook Ik daar getuige van, ai- dus spr., en meermalen hebben wij samen erg moeten overleggen om het gebouw in goeden toestand te houden. Dat was wel eens moeilijk, omdat wij jaren hebben doorge maakt, waarin de toestand der kas van de vereeniging allesbehalve rooskleurig was. Gelukkig, ook voor u en de vereeniging, is er een betere tijd gekomen. Door gewijzigde inzichten op het gebied van het voorberei dend enderwijs is er krachtige steun geko men van het gemeentebestuur alhier, waar voor wij d- khaar zijn. Dit alles ^gt nu achter ons, en als ik het even memoreer, is dat om u ook nog een woord van dank te brengen voor de wyze waarop gij in zuinige dagen steeds hebt wil len medewerken om met geringe middelen veel te bereiken. En thans kunt u laten rusten de zorgen over vloeren, die veel herstel noodig hebben, de zorgen voor de muizenplaag en de school, enz. Dat alles ls nu voorbij, en de rust, die u zoo van harte wordt gegund is voor u aan- Ik weet natuurlijk niet wat u van plan zijt, ging spr. voort, maar ik stel mij voor, dat ge te Helder blijft. En dan denken wij aan een mooien zomerochtend, als de zon zoo heerlijk schijnt en het windje door de bladeren suizelt, en dan, mejuffrouw Metze laar, hebt ge uw plaatsje op een bank in ons plantsoen rijkelijk verdiend. Om daar eens rustig te mijmeren over wat voorbij is, voor altijd voorbij. Dan, als ge terugdenkt aan die dagen, waar het u zoo goed was te wer ken voor het heil van anderen, zullen die da gen aan uw geest voorbijgaan als heerlijke dagen, die ge mocht doorleven. Dan zullen bij u opkomen allerlei herinneringen, die u dierbaar zijn, omdat zij u doen denken aan lieve, vriendelijke kindergezichtjes, die u aankijken, aan dankbare ouders, die hun kinderen zoo gerust aan u toevertrouwden en hun dankbaarheid zoo nu en dan u ook zoo heerlijk toonden. Ook zullen er voor u wel eens oogenblik- ken komen, waarin ge met weemoed terug denkt aan de dagen, toen ge met moed en opgewektheid koudet doen en deed, wat de lust van uw leven was, en die nu voorbij zijn, zoodat het is alsof niemand u meer noo dig heeft. Maar hoog daarboven zal voor u tooh ze gevieren de gedachte „ik heb onder struike len en opstaan steeds gedaan wat ik kon en wat ik dacht dat goed was, en goed kon zijn voor elkander opvolgende geslachten." Zoo zouden wij door kunnen gaan, maar genoeg. Moge u nu gegeven wopdem een heerlijke rust, weldadig voor uw geestelijken en lichamelijken toestand. Onze en veler, ve ler wemschen gaan daarvoor voor u uit. Wees verzekerd, dat uw naam in hooge eere bij het bestuur der school en talloos velen zal blijven voortleven. Blijf ons in vriendschap gedenken, en wees verzekerd, dot ons aller gedachten steeds belangstellend en vriend schappelijk u blijven volgen op uw verder levenspad. Wat in mij omgaat, zoo zeide de soheiden- de dlreotrioe, zoodra de aandoening weer overmeesterd was, wat in mij omgaat, nu ik op het punt sta afscheid te nemen van eene betrekking, die ik ruim 46 jaren vervuld heb, het is niet in woorden te brengen. De grondtoon van wat er in mij omgaat, is dankbaarheid. Dankbaarheid voor alle lief de, alle hartelijkheid, en van binnen is het één en al feestelijkheid bij me. Is mijn leven ook niet mooi geweest? Ruim zesenveertig jaar lang heb ik eiken dag van de zon ge noten, niet in den figuurlijken zin des woords, maar in den letterlijken: de zon-in de vriendelijke kindergezichtjes soheen el- ken dag, eiken dag bloeiden de bloempjes voor me, die vriendelijke kinderhandjes mij reikten. Neen, waarlijk, mijn leven is mooi geweest. Maar er is een tijd van komen, er ls een tijd van gaan. Die tijd van gaan vervult mij met weemoed, maar tevens met innige dank baarheid. Dankbaarheid voor den steun, dien ik steeds mocht ontvangen van het bestuur en de ouders. Onvergetelijke herinneringen zitten voor mij aan deze school vast. Spreekster dankt tenslotte de dames help sters voor haar medewerking, en spreekt den wensch uit, dat het haar verder goed moge gaan. Ook den ouders der kinderen brengt spr. dank voor het in haar gestelde vertrou wen, waarmede zij steeds hun kinderen af stonden, en zij uit ook voor haar opvolgster, mevrouw Hutjes, de beste wenschen. Moge, aldus eindigde spr. dp fröbelschool op de Vlschmarkt tot In lengte van dagen groeien en bloeien I Toen kwamen al die kleine hummels, die erg hun best gedaan hadden al dien tijd stil te zitten hetgeen, onder ons gezegd, vrij- goed of vrij slecht gelukt was, al naar men het bekijkt, en ze zongen de juffrouw een liedje toe. Dat hadden ze stilletjes ingestu deerd; het was een Afscheidsliedje. Wij weten, dat gij weg zult gaan, En niet meer voor uw kind'ren staan, Geachte juffrouw Metzelaar, Wij roepen allen met elkaar: Gegroet, gegroet I enz. Nadat ze nog een paar versjes hadden ge zongen, nam de heer de Bruyn het woord, die niet sprak als lid van een of ander be stuur, maar als hoofd eener o.L school en overbuurman van juffrouw Metzelaar. Ge durende 27 Jaar heb ik tweemaal 's Ja&rs uw leerlingen overgenomen, zoo zeide Bpr., en ik kan getuigen hoe bruikbaar en goed voorbereid.uw hinderen waren om het lager onderwijs te onvantgen. Uw levens mate riaal konden wij zoo verder opvoeden, het lager onderwijs is u zeer veel dank schul dig voor de wijze, waarop gij de kinderen hebt voorbereid. Wij weten zelf hoe moeilijk het is dag in dag uit om te moeten gaan met dat jonge goedje, en1 dan zoo frisch te blijven als gij zijt gebleven. Mij persoonlijk zal Jiet vreemd vallen u als overbuur te moe ten missen, aldus eindigde spr. Weer werd een versje gezongen door de kinderen; het handelde nu over een ver- Jjeetmljnietje, en een klein meisje gaf aan de uffrouw een bouquet van die bloempjes, samengebonden met een lintje. En het leuke ervan was, dat de bloempjes niet eaht wa ren. Ze kunnen.nooit verwelken, en altijd zal de juffrouw dit souvenir bewaren. Mevrouw de Bruyn sprak nomens de Oom missie van Beheer voor de Bewaarscholen, en bood een klein souvenir aan (een fraai t&f ül k 1 00(1) De heer A. J. de Jongh sprak als lid van het Bestuur een woord van welkom tot de nieuwe directrioe, mevr. Hutjes—v. d. Ploeg. Het bestuur was al dadelijk zoo gelukkig uit de sollicitanten een goede keus te kumien doen. Mevrouw Hutjes heeft met goed ge volg examen afgelegd, was eenige jaren aan de fröbelschool aan de Laan werkzaam en werd voor omstreeks anderhalf jaar geleden opnieuw benoemd. Reeds toen had het Be stuur al overwogen haar bij eventueele va cature in aanmerking te doen komen, en thans is dan ook inderdaad de benoeming geschiedt. Spr. hoopt, dat het der nieuwe directrice gegeven moge zijn tot in lengte van jaren werkzaam te mogen zijn, en heet haar namens het bestuur hartelijk welkom. Namens de dames helpsters sprak mejuf frouw Kemna eenige hartelijke woorden tot de scheidende directrioe. Bijna een halve eeuw heeft mejuffrouw Metzelaar besteed aan de opvoeding der kinderen, en ondanks vele moeilijkheden wist zij steeds haar roe ping getrouw te blijven. Maar ook uw leer lingen bleven u getrouw, zelfs van overzee kwamen vaak bewijzen van sympathie in. Wij, uw helpsters, zullen u steeds geden ken. Namens haar collega's biedt spr. een sou venir aan, bestaande uit een fraai etui met dessertmesjes. Met een „lang zal ze leven van de kinderen eindigde deze toespraak. Nu was het officieele gedeelte afgeloopen; de photograaf, de heer de Boer stond al een tijd klaar met zijn kiektoestel. Rn wat er daarna gebeurd is, valt licht te raden. De kinderen? Die hadden een reuzefuif van bnpmndm mBderieeilnjj. Zeer voordeellge prijzen. HELDER - SCHAGEN. koekjes, bruidsuikers, en weet ik veel, en juffrouw Metzelaar werd, om een uur of half vjjf, netjes in een pracht van een auto gezet temidden van haar bloemenschat, en zoo naar huis gebracht, waar zij, hopen we, nog vele jaren van welverdiende rust zal mo gen genieten in haar heerlijken crapaud. Door het Stedelijk Muziekcorps wend des avonds een serenade gebracht aan de schei dende directrice, die een groote massa pu bliek op de been bracht. Mejuffrouw Metze laar dankte Bestuur en leden voor deze mu zikale hulde, die een groote verrassing voor haar was en een groote eer, en die zij voor al hierom op prijs stelde, omdat vele oud- leerlingen er thans aan medewerken. Har telijk hoop ik, aldus spr., dat het Sted. Mu ziekcorps nog tal van jaren menige ziel mo ge verkwikken met haar muziek. Voordracht over Indische kunst De heer J. M. Lauweriks, de bekende di recteur van de Amsterdamsche Quellinus- school (Kunstnijverheidsschool) hield op uit- noodiging van de W. B, Fricke-loge der Theosofische Vereeniging Donderdagavond een voordracht in „Casino" over Indische kunsthoofdzakelijk Boeddhistische religieuse kunst uit China, Japan en Engelsch-Indié Daar de lezing zich voornamelijk bepaalde tot het vertoonen van lichtbeelden, waarbij de spreker toelichtingen gaf, is het uiterst moei lijk daarvan een volledig overzicht te geven, omdat in de duistere zaal geene aanteekenin- gen konden worden gemaakt. Trouwens, een aaneengeschakeld, chronologisch ver haal was deze lezing geenszins: het was als het ware een A.G.O.-avoud met lichtbeelden. Die lichtbeelden betroffen een groote menigte kunstwerken uit het Oosten. Van de Indische godsdiensten is de Boeddhistische de voornaamste; zij wordt voornamelijk be leden in China en Japan, in het eigenlijke Indië, de bakermat van dezen godsdienst, is hij tengevolge van de voortdurende vervol gingen, grootend eels verdrongen. Van die Boeddhistische godsdienst, die veel meer vol gelingen kent dan de Christelijke, gaf ons de spreker een groote menigte lichtbeelden. Verschillende Boeddhafiguren liet hij ons zien, 'hij toonde ons de kenmerken, die den echten Boeddha onderscheidt van den Bodhisatva (de Bodhisatva is bestemd de op volger van een Boeddha te gorden, hij is evenwel nog geen Boeddha), en wees ons op de zeer groote kunstwaarde, die vele figuren kenmerkt. De adepten van Boeddha, zijn leerjingen, later zijn leeraren (in Wester- schen godsdienst het best te vergelijken met de R.K. heiligen) hebben weer andere ken. merken. Alles is symbool in die Oostersche kunst, die, in al haar grootheid, toch primi tief ls. Alle houdingen (van de handen hij voorbeeld der Boeddha's) hebben een verbom gen beteekenls, het is kunst, die als het ware geheel innerlijk is. Men kan de religieuse beteekenls en dus de waarde ervan dan ook pas beoordeelen als men de beteekenls dezer symbolen verstaat, en dat is lang niet altijd gemakkelijk. De Boeroe-Boedoer van Java ls o.a. een van die prachtige overblijfselen dezer oude Boedhistisohe kunst Wij hebben vroeger over dezen tempel eens een lezing gehad, o ven eens uitgaande van de Theosofische Vereeniging, en toen werd uiteraard meer op bizonderbeden ingegaan. Thans kregen wij daarvan een beknopte samenvatting. Welk een ontzaggelijk werk ls de vervaardi ging van zoo'n bouwwerk geweest! Als men nagaat, dat de verschillende transen, de om megangen, alle wanden van beeldhouwwerk zijn voorzien, dat er overal nissen staan waarin Boeddha's uitgebeeld zijn in groote verscheidenheid, dat op de bovenste omme- En onder de eigenaardige klokvormlge ls weder Boeddhafiguren zijn uitge- en dat het geheel gekroond wordt door een ontzaglijk klokvormlg monument, dat de opperste der Boodda's bevat, dan krijgt men, zelfs op deze liohtboeldreproduotie, een idee van het geweldige grootsohe van zoo'n iwuwwerk. Hieraan moet, zoo peinst men, een geheel volk gedurende vele geslachten wellicht, gearbeid hebben. En dit volk, het moge dan primitief zijn geweest in denken en voelen, heeft nochtans de eeuwigheid aan gevoeld, het heeft een klaar besef gehad van de oneindigheid en de ontzagwekkende groot heid der schepping, en het heeft die op grootsohe en indrukwekkende wijze in beeld gebracht. In het tweede gedeelte van zijn voordracht liet de spreker ons meer in het bizonder spe cimina van Indische, niet Boeddhistische, kunst zien. Er zijn daar drie godsdiensten, de Bramaansche, de Shivaistische en Vish- noeistische, die elk door hun beleiders in zeer kuste innige tempels en beelden zijn ver heerlijkt. Wonderbaar grootsche en schoone tempels, in de rotsen uitgehouwen werden ons vertoond; interieurs daarvan, die een denkbeeld gaven1 van do grootechheld van opvatting, en den diepen religieusen zin der makers. Prachtige tempels van Vóór- en Aohter-Indië, telkens weer geheel anders van vorm, maar altijd schoon, altijd ook arbhlteo- tonisoh van buitengemeene pracht. En vpor- al, altijd het Eeuwige benaderd, door sym bool en houding, door gelaatsexpressie van de beelden. Het was, zooals de beer van Maanen dan ook in zijn slotwoord zeide, de ziel van het Oosten, die spreker ons toonde. Het was de innerlijke drang van den Oosterling tot God, En het valt niet te ontkennen, dat deze oostersche kunst wel wat te eenzijdig uit sluitend op het innerlijke was gericht Het was wat ae Duitsohers noemen Weltflucht Wij westerlingen daarentegen hebben ons te zeer aan de materie gehouden; bij ons ls alles op het stoffelijke gericht, en ook wij zijn daarin eenzijdig. Het gevolg ls een oor log als wij thans achter ons hebben, waar door Europa aan den rand van het bankroet ls gekomen. Het la nu de vaste overtuiging van de theosofen, dat eenmaal Oosten en Westen elkander de hand zullen reiken: dat de oostersche eenzijdigheid naar het inner, lijke tot de westersone eenzijdighe'd naar het uiterlijke zal komen en beider eenzijdigheden zal oplossen. De komende Podieathva Me- treya zal daartoe de bemiddelaar wezen. Met een woord van dank aan de vereeni ging A. G. O., die haar lichtbeeldenapparaat gratis aan de Theosofische Vereeniging heeft afgestaan, en aan den operateur, sloot spr. de goed-bezochte bijeenkomst Het Reizende Drwnkweermnsenm. De in een drietal zalen van het Weeshuis ondergebrachte tentoonstelling op het ge bied der drankbestrijding werd Donder dagavond 7 uur geopend. Zooals men weet, gaat zij uit van de Vereeniging „Het reizend Dramkweennuseum", en is zij, wat Helder be treft, op touw gezet door de afdeeling der Nederiandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken. Wat op deze tentoonstelling te zien is, is in een kort artikel onmogelijk op te sommen. Wij zullen straks trachten nochtans een over zicht van het geëxposeerde te geven. Dat een dergelijke aanschouwelijke voorstelling van zeer groote propagandistische waarde is voor den drankstrijd, behoeft geen betoog. Namens de afdeeling der Nederiandsche Vereeniging heette de heer Tuk de aanwezi gen welkom. Spr. begon met een woord van excuus te brengen voor het mogelijk over slaan van eenige organisaties voor de uit- noodiging. Maar de kwestie was, dat de tijd van voorbereiding wat kort is geweest en dat nagenoeg al het werk op spr. neerkwam. (Wij vernamen, dat door het uitvallen van een andere plaats deze tentoonstelling een week eerder is gehouden dan aanvankelijk de bedoeling was, zoodat nu alles feitelijk zonder voldoende voorbereiding voor elkaar moest komen). Het doel der tentoonstelling, zoo zeide de heer Tuk, is, verbreiding van kennis omtrent het aloohol-vraagstuk ondier het publick. De drankbestrijding werkt op elk terrein van het maatschappelijk en godsdienstig leven en zoo is dan ook voor ieder, van welke richting ook, hier wel iets leerzaams op deze ten toonstelling te vinden. Ofschoon wij In Hel der het alcoholisme in zijn grooten omvang niet kennen gelukkig, bestaat het hier toch wei, en spr. hoopt dAn ook, dat er vele nieu we leden in de gelederen der drankbestrij ders zullen toetreden. Spr. dankt het ge meentebestuur voor het afstaan van het Weeshuis, heet de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur welkom en verzoekt den heer Verstegen de tentoonstelling te willen openen. De heer Verstegen zal gaarne aan dit ver- eerend verzoek voldoen. De taak om deze tentoonstelling te openen, is een zeer aan gename voor spr. Iedereen, die met zijn tijd meegaat en kennis neemt van de rampen, die net alcoholisme over de wereld brengt, moet, onverschillig hoe hij persoonlijk tegen over het alcoholvraagstuk staat, overtuigd zijn, dat het werk der drankbestrijders de volle aandacht verdient van ieder mensoh. De drankbestrijding heeft steeds en met veel succes gewerkt, niet alleen in, doch ook bul ten ons land; zij heeft er krachtig toe mede gewerkt om het alooholkwaad zooveel moge lijk te beteugelen. Wij kunnen op deze ten toonstelling kennisnemen van wat al zoo door de drankbestrijding is gepresteerd en welke ontzaglijke gevaren het alcoholgebruik voor de maatschappij medebrengt. De heer Har ders, propagandist van dit museum, Zal gaar ne aan het publiek alle gewenschte inlichtin gen geven. Spr. gelooft dan ook, dat zij, die met ernst kennisnemen van wat hier ten toongesteld is, een beteren Indruk zullen krijgen van het doel en streven der drank bestrijders dan zij tot nog toe hadden, en verklaart hiermede de tentoonstelling ge opend. De heer Harders lichtte het doel der ten toonstelling nog nader toe. De Vereeniging „Het Reizend Drankweermuseum" wil (be kendheid geven omtrent wat alcohol ls en wat hij doet. Dat woord „bekendheid geven" is op te vatten in heel ruimen zin. De móes te, hier tentoongestelde zaken, spreken voor zich zelf, voor enkele ls nochthans toelichting noodig. Spr. zal in vogelvlucht even de ten toonstelling langs gaan en een en ander verklaren. Bij do opening waren aanwezig, behalve de, heer Verstegen, namens het gemeentebe stuur de heer <fé Zwart. Voorts verschillende raadsleden (wij zagen o. h. mevrouw van der Hulst en de heeren Staalman en Heywok). Br was al aanstonds een groote menigte be zoekers, die zich verspreidden in <lè drie zalen, waar het tentoongestelde ls onder gebracht, en' die wij, eveneens „ln vogel- vlocht", even willen releveeren. Wij mogen niet vergeten op het volgende te wijzen. De tentoonstelling is geheel gratis toegankelijk. Kinderen zonder gelelde heb- l>en evenwel geen toegang. Ter dekking van de onvermijdelijke koeten wordt thee ver krijgbaar gesteld tegen den zeer lagen prijs van 10 oent per kop. Ook is er een pop, waarvan de naam geraden moet worden (een bekend trucje om aan wat geld te komen), en worden er nog andere dingen verloot. Het is te hopen, dat het publiek van deze dingen druk gebruik maakt, omdat zoo'n tentoon stelling aan de kas van de Nederiandsche Vereeniging zware offers stelt, en de drank bestrijders nu in den regel niet over ,1 te dikke beurzen beschikken. Dez^» eerste avond beloofde trouwens ln dit opzicht alle taicces. Het bestek van dit artikel laat niet toe een uitvoerig overzicht te geven van alles wat c eze tentoonstelling den bezoeker biedt. Men zou er een behoorlijk boek mee kunnen vol schrijven. Bij de propaganda ls men van het idee uitgegaan, dat cijfers, hoe nuttig en nood zakelijk ook, toch vaak een te dor materiaal zijn en dat er meestal weinig van blijft han gen. Men heeft daarom den aansohouwelijken weg ingeslagen: men heeft de cijfers levend gemaakt, en men demonstreert nu met dit levend materiaal. Bijvoorbeeld: er staat een klokje, dat de demonstrant, de heer Harders, door een druk op bet knopje aan het loopen De wintertijd. E

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 5