s ?a£S5~=aa •wssa asvasi «Sr™' •,an Hemirui scjin"* flIDOAVlAM J i ij minister van Marine wegens den aard der plechtigheid gemeend, dan denk der regoerlng aan hen, dlo zloh hebben Ingo- spajinon voor „Hen, die vielen", dezen dag ding uiten door oonige onderschei- Maar waarom ?mi Ul plet een enkel oegen Wik langer van uwe aandacht vragen urn de namen der gevallenen hier lulde over dl* plein te laten klingen? Ven die dooden, waaromier er 18 aijn, wiej» lijkwade en graf tevens de zee ia geworden, dia met haar dok kende golven to<->. ;og liefdevol hun uiteen geslagen of pöt4eWs lichamen omhulde, Gij aar., eemilioieais Kok en De Jong ai in fiepti er '14 LU etormweer overboord go- slagen; Gfj, luitenants ter *se Bruinsma en M u ti j, torpt iomaker-majoor N ij s b e n, korporaal-torpedomaker Van der Knaap en matroos eerste klasse Fr an go is, ge vallen op het strand bij Westkappel als eer ste slachtoffers van de nog weinig bekende mijn; Gij, luitenant ter ze© Laden, met den korporaal-torpedist DeJagerende zee miliciens Remana Van den Elshout en Grijspaardt in onze Wielingen op de Triton gedood door een mijnongeluk;. Gij, re- serve-adelborst Van der Does te zamen met korporaal Boon, matroos S p a n j e r, stoker VanDoken zeemiliciens VanHol- ten en De Jong vergaan met een defen siesloep op de Maas; Gij, zeemilicien Van Oevelen, in stormweer; Gij, korporaal Havers, bij een torpedo-ontploffing; Gij, sergeant-torpedist Van der Meyde, door een mijnpistool; Gij, sergeant-machinedrij- ver Daalder, door een ketel-ontploffing; Gij, stokers Bos,Senani,Mardjoeki, Saniban, in de machinekamer van de Lynx droevig omgekomen; Gij korporaal- torpedist Bogaerts, in stormweer geval len; Gij, stokers Van Borkulo, Graan- stra, Van Teylingem, Breedijk, door ketel-ontploffing op de Gelderland om gekomen; Gij, matroos Van Gelder, op datzelfde schip door een ongeluk gedood; Gij zeemilicien Wasmus, bij Texel omge slagen met een vlet en verdronken; Gij dappere redder, luitenant t. zee D e J o n g h, zelf slachtoffer uwer edelmoedigheid; Gij, officier van gezondheid Van Buren, schipper VanderHamen- landstorm-ma troos Sanders, door een mijnpistool ge dood; Gij, zeemilicien Brouwer, loods- schipper Vader, zeeloodsen Hoek en S p u y, korporaals-loodsen Ruig en L e F e b e r, met uw loodsvaartuig op een mijn geloopen; Gij, reserve-machinist Du Hen, eveneens slachtoffer eener mijn; Gij, dappe re loodsbemanning van de Naerebout: Kor- oraal-kok Ridderhof, matrozen Hoek, chenk, Kortlevers, Arend s. Broer, zeemiliciens Haavekost en Er- kelens, stokers Grooteveldt en Ver haren; Gij, matrozen bij het loodswezen Jansen en Troost, In stormweer ver dwenen; Gij, stokers Nellen en Blaas, nog in Januari 1919 door een ketel-ontplof fing gedood, U allen brengen wij van deze plaats een eerbiedig saluut, ook namens uw kameraden van alle rangen bij Marine en Loodswezen, die nog altijd uw heengaan betreuren en door mijn mond dit woord van afscheid wenschten te doen spreken. Hunne stemmen en die Uwer betrekkingen kunnen evenals de mijne, U niet meer bereiken maar toch hadden zij allen er behoefte aan, dat dit woord van afscheid wordt gesproken bü dit gedenkteeken van uwe daden en gevoelens. Dit gedenkteeken ons Comité heeft het dadelijk begrepen moest hier aan het Nicuwediep verrijzen, het Nieuwediep, onze beste oorlogshaven. Hier op het Havenpledn, waar gedurende het grootste deel van het jaar wind en weêr hun rumoerig spel spelen, waar een enkele maal het zomerkoeltje ruischt langs de boomen maar meestal de wind blaast en giert en de zee, als zij spookt, haar schuimvlokken overheen jaagt, waar zij beukt tegen den zwaren zeedijk hier moest het verrijzen, hier waar onze dooden zoo dikwijls hebben verkeerd, waar het voorna me middelpunt der marine-werkzaamheid ook tijdens den oorlog is geweest. Van dit strand plachten onze vlotelingen der 17de eeuw van wal te steken naar de Reede van Texel, die daar achter ons ligt, mèt onze Wielingen en Schooneveld de verzamel plaats onzer oorlogsvloten van weleer. Hier zeilden of (later) stoomden dtdzenden en nog eens duizenden uit, tot ver over de helft der 19de eeuw, die onze koopvaarders be manden voor de vaart op de gansche wereld, totdat het Noordzeekanaal andere wegen deed kiezen. Hier overdekten dan in het voorjaar de witte zeilen van hondenden uit zeilende schepen dagen lang het woelige Marsdiep. Hier verzamelden zich heldhaftige mensch opredder» om den bemanningen van s op do Haaks of don Razenden Bol gestran de schepen hulp te bieden. Hier aun het havenhoofd vloeiden de heeto tranen der in het Vaderland aoh ter gebleven betrekkingen; hier schalden de Juichtonen, die den terug keerenden het welkom toeriepen. Hier zal de nieuwe Zuiderzoo-provlnde, die eenmaal zal opduiken uit het water, haar voornaamsten uitweg naar de Noordzee vinden. Hier vlak bij de zilte zee, de verleidelijke, de onbe trouwbare, die hunne liefde, voor ae meesten hunner hun dood was hier, op deze plek moest de voor onze mannen opgerichte eere zuil staan. En hier staat zij nu, in haar treffend-so- bere versiering, zooals Van Lom die ont wierp, herinnerend nan de beteekenis van hunnen dood, om voor eeuwen lang de na gedachtenis te eeren van mannen, die den naam van het Vaderland hoog hebben ge houden in moeilijke dagen van strijd. Wij kunnen niet raden, welke hunne laat ste gedachten zijn geweest. Menschen als ook zij waren, met niets menschelijks hun vreemd, zullen die laatste gedachten allicht zijn uitgegaan naar hunne geliefde vrou wen en kinderen, naar hunne ouders en ver dere familieleden, wier lot hen in hunne laatste «ogenblikken zal hebben bekommerd voorzoover hun de tijd daarvoor zal zijn ge laten Er zouden uit onze eigen landsgeschiede nis voorbeelden te noemen zijn van helden de onvergetelijke eerste prins Willem van Oranje met zijn; „Mon Dieu, Mon Dieu, aïe pitié de moi et de ce pauvne peuple", is er het klassieke voorbeeld van wier laatste woorden en gedachten, naar wij zeker weten, uitgingen naar het Vaderland zelf. Maar wat beteekent dat woord: Vaderland, dat wij niet zonder trilling uitspreken? Dat begrip om vat niet maar alleen het kleine grondgebied dat Nederland op de wereldkaart inneemt Het begrip omvat alles, wat ons als Nederlan der lief is. Ook. ja, onze grond, voor een groot deel door den noesten vlijt onzer eigen voorvaderen „ontwoekerd aan de baren", voor een ander deel ontrukt aan dorre heide Of ontoegankelijk moeras, opgebouwd als he ware door onze eigen vdbrouders. Maar daar naar omvat het begrip Vaderland alles, wat ons Hef en dierbaar is: onze in vrijheid ge volgde godsdienstige overtuigingen, onze toal, onze geschiedenis, «n* versteiihuia, on- *e van zelfbestuur en persoonlijke vrjjheW riprekende staatsinstellingen, ons recht, onze kunst, onze wetenschap, onze nijverheid, onze handel, onze luchten, onze time®,'onze stad, ous dorp, onze eigenaardige zeden en go* woon ten, onze gebruiken en onze inzichten, onze nationale deugden en gebreken, ons eigen huis, onze eigen verwanten, Dat alles te zamen vormt, dikwijls onbewust voor ons gelijk voor hen, die wij hier eeren, het be grip Vaderland, dat Vaderland, waarvoor wij Ik ben er overtuigd van liever alles ten offer zouden brengen dan het te verliezen, waarvoor ook deze dooden het offer brach ten van hun leven, in het ondeelbaar oogen- blik van hun heengaan, misschien halfbe wust, in ieder geval iets van dat alles gevoe lend. Met berusting in hun lot? Met vertwij feling denkend aan de hunnen? Wie zal het zeggen? Wie zal het geheim dier heilige laatste oogenblikken kunnen oplossen? Maar dat zij het offer brachten, staat vast als een rots. En tegenover dat zware offer heeft ook het Vaderland, hebben ook wij, die voortleven in de gemeenschap, waarvoor zij gevallen zijn, den duren plicht te vervul len van te zorgen voor hen, die zij nalieten. En die plicht willen wij niet verzaken. Maar niet alleen door dat offer zelf, ook door. het voorbeeld, dat zij ons en onze na komelingen gaven, hebben zij recht op onze dankbaarheid: door het voorbeeld, dat zij schonken, het voorbeeld van trouwe plichts betrachting tegenover het Vaderland, tegen over de volksgemeenschap, waarvan zij een maal deel uitmaakten. Wij hebben het ver nomen: het plan bestaat bij ons Comité, en ik moet hier de namen noemen van de heeren P. J. Jager en Heyboer, die reeds zooveel hebben gedaan voor deze zaak, voor andere marine-zaken, voor de weduwen en weezen der gevallenen, als broeders samen werkend voor een schoon doel tot stich ting van een blijvend fonds voor Marine-ram pen, dat zeker ons aller sympathie verdient. Dat zal een schoone vorm zijn voor onze dankbaarheid. Wij mogen overtuigd zijn, dat het door onze dooden gegeven voorbeeld zal nawerken niet in onze Marine maar op- der allen, die het Vaderland lief hebben met hart en ziel en zich bewust zijn van de ge varen, die onze door den wereldoorlog tot in de diepste diepten ontwrichte maatschap pij, die ook ons Vaderland nog dagelijks be dreigen met inzinking en vervaL Wij heb ben allen, de gansche wereld heeft behoefte aan zulke voorbeelden. Niet alleen in onze Marine. Het zijn voor haar moeilijke tijden. Hoort men niet in bree- den kring woorden van moedeloosheid om trent hare toekomst? Verneemt men niet tal rijke stemmen van hen, die in hoog-ideale verwachtingen levend, meenen dat de eeuwige vrede" in zicht is, waarin woorden als „oorlog", „leger", „marine", herinnerin gen zullen zijn aan voorgoed vervlogen tij den? Mocht het zoo kunnen zijn.maar wat wij om ons zien gebeuren, geeft, helaas, weinig moed in dit opzicht. Doch het is niet hier de plaats noch de gelegenheid om op deze vraag In te gaan. Een ding is zeker, één ding moet en zal door alle Nederlanders, van welke partij of ge zindte ook, worden erkend; als er sprake is van de beteekenis, die onze Marine voor de natie, voor het Vaderland heeft, dan zal men met trots en dankbaarheid mogen wijzen op deze zuil, op de mannen, wier namen daar op zijn gebeiteld, op de hooge geestesstem ming in ons volk, waarvan zij het blijvende gedenkteeken wil wezen. De eerezuil, zij predike opnieuw, ook in onze droevige tijden van beroering, van on zekerheid, van verwildering in vele opzich ten het uit de klassieke Oudheid gekomen woord: „het is zoet om voor het Vaderland te sterven". Maar zij moge ook ons allen, burgers en burgeressen van ons geliefd Ne derland ernstig doen bedenken, dat het ster ven voor het Vaderland een schoone en eer volle zaak is, maar dat het voorbeeld van hen, die stierven, in de eerste plaats hen, die leven, moet opwekken om voor het Vader land te blijven leven en werken tot hun laat- sten snik. En zoo mogen wij in den geest van deze mannen, staancte tegenover onzo Oranje- vorstin, naast de treurende betrekkingen, die zij nalieten, te midden van een groote schare burgers en militairen, ons woord van dank- M^MMpring, m voor wat zij deden, hun lot eindigen met de voor de toekomst be- een diepe e» doodsehe stilte WKjwr»,.!?!f duizenden men aoh en. Het varsohil was fraP" pant;.uit den aard der zaak heersen te ook tijdens de verschillende redevoeringen, dat eigenaardige geroezemoes, dat wl WO dJCBtfl menschenmönlgte steeds opklinkt. Met nel eerste sohot was dit af geloopen en valt neet plotseling de stilte in. Zwaar dreunen de 4 volgende schoten van het saluut voor de hoogst ln rang gevallene door deze stilte. bare herinnering, van diepgevoelden dank :H deaen, van droeve rouw over moedlgende gedaohte: rij hebben hun plioht "ogens het Vaderland ten volle vervuld. Tunne namen op dezo ooresuil mogen tot In lengte van dagen getuigen van zelfopoffe rende werkzaamheid in dienst van het lieve Vaderland 1 Toen de hoogleeraar deze schitterende rede had uitgesproken, stond do vorstin op en beantwoordde die met de volgende woorden: Mijnheer de Voorzitter, Gaarne zal ik voldoen aan het door U namens het Hoofdcomité „Nederland gedenkt zijn slachtoffers der Marine" tot mij gericht verzoek deze gedenkzuil ter herinnering aan de mannen onzer vloot, die hun leven gaven voor het Vaderland, te onthullen. Ik wensch met allen hier aanwezig, ja met mijn gansche volk hulde te brengen aan hen, die hun plicht hebben vervuld tot in den dood en met wee moed te gedenken de rouw, waarin de betrek kingen, die zij nalieten, gedompeld zijn. Te mogen opzien tot een voorbeeld van opoffering, van moed, van vaderlandsliefde tot een daad van hoogen nationalen zin, is een troost en eene bemoediging. Moge deze troost, deze bemoediging in ruime mate het deel zijn voor allen, dLe treu ren over degenen, die' zij moesten missen Dat voorbeeld blijve steeds in dankbare her innering voortleven bij hunne kameradën. Aan ons te toonen, dat wij weten te waar- deeren, wat zij, wier namen op deze gedenk zuil gegrift zijn, door hun leven te geven, voor ons hielpen behouden en, nu een nieuwe tijdkring voor ons is aangebroken, onze alge heele toewijding, onze beste krachten te geven aan het welzijn van ons dierbaar Vaderland. Bezield door den wensch zijne hoogste be langen te dienen en trachtende de behoeften van onzen tijd te verstaan, om onder Gods zegen eendrachtig te arbeiden voor ons aller toekomst, Een treffend oogenblik trad nu in, toen Hare Majesteit naar voren trad om hei; monument te onthullen dat geheel in de vaderlandsche vlag gehuld was. Want on middellijk daarna vielen van de „Gelder land" vijf kanonschoten, en reeds bij hei; eerste schot zwegen aller monden en trad V66r het laatste schot doortrilt een kort en sohel hoornsignaal de ludht. Dan ia het stil, de aangrijpende stilte der eenzaamheid. Mets dan het geklepper der vlaggen hoort men. Van ver klinkt een Kinderstem en doet daar door de stilte nog meer uitkomen. Terwijl er toch duizenden in een dichte massa bijeen stonden. Dit was waarlijk een grootsch en ontroe rend oogenblik. Nooit kon op aangrijpender wijze naar voren gebracht worden 'hoezeer HeMer's bevolking de geweldige beteekenis, welke dit oogenblik voor de achtergebleve nen moest hebben, begreep en medevoelde. Velen hadden met vrees dit oogenblik te gemoet gezien. Niet zonder reden. Immers, in andere plaatsen was deze minuut stilte een mislukking geworden. Doch hun vrees werd hiér niet bewaarheid. Op een wijze, die boven lof verheven is, hebben de toeschou wers getoond doordrongen te zijn van den ernst van dit oogenblik. Eén kanonschot kondigd© het einde aan van deze stilte. Direct na de onthulling hadden 2 mariniers en 2 schepelingen de eerewacht bij het monu ment betrokken. Toen trad het dochtertje van den beeldhou wer, den heer van Lom naar voren. Parman tig stapte zij op Hare Majesteit toe, het kus sen in nationale kleuren, waarop de gouden, door den heer van Lom ontworpen gedenk penning voor de Koningin lag. op bei de handen voor zich uitdragende. Met eenige. vriendelijk© woorden dankte H.M. voor dit geschenk en verheugd ging de kleine weer naar 'haar plaats terug. Daarop volgde de Cantate. Componist hiervan was -onze stadgenoot de heer Lee- wens, terwijl de woorden afkomstig waren van mevrouw Selly de Jong. Aan den zang werd deelgenomen door dames- en heeren leden van verschillende zangverenigingen en particulieren, de oudste zangklasse der openbare en bizondere scholen, benevens het kinderkoor „De Harpe Davids". Ook hier was de Stafmuziek aooompagnatrioe van het muzikale gedeelte. Indrukwekkend klinkt de muziek over het lavenplein, zeer treffend Is het slotkoor; het is alsof een groot kerkorgel de plaats van de stafmuziek heeft ingenomen. Hoe jammer voor componist en dichteres, dat aan het verlangen van H.M. om persoonlijk haar voldoening over dit deel v#n het programma te betuigen door een samenloop van om standigheden niet kon worden voldaan. De kranslegging. Toen de zang geëindigd was, had opnieuw een treffende plechtigheid plaats, n.L de kranslegging door een groot aantal deputa ties, vereenigingen en bonden. Bare Majes teit de Koningin zelve ging voor. Gezamen lijk met Z. K. H. den Prins legde zij een krans van aronskelken en palmen, met oranje linten aan den voet van h%t Monument. Daar op volgden die van het hoofdcomité, de mi nisters en de tallooze deputaties en vereeni gingen, ieder op hun beurt schrijden zij naar voren. Gaat het vaandel mede, dat wordt de vor stin gegroet en, neigt de banier ook als saluut voor hen die vielen. Het wordt een overweldigende opeenstapeling van kostbare levende bloemen als offer aan de dooden. Intusschen speelde de stafmuziek treurmar- schen hetgeen het aangrijpende van deze plechtigheid nog verhoogde. Schitterende bloemstukken waren er hij en iraohtlge Immortellen kransen. C. A. M. B. O. •rncht een van witte bloemen vervaardigde mijn, een schitterend stuk. Onder de bekende persoonlijkheden die aan de kranslegglng deelnamen zagen wij o.m. de ministers van Marine en van Oorlog, de oud-opperbevel hebber, generaal Snijders, die namens „Ons Leger" een krans legde, de oud-gouverneur van Atjeh, generaal Swart, voor ae vereeni- glng „Tndlë Weerbaar", de Sohout-blj-naoht 0. Fook, die namens den oud-stelllng- oommandnnt, oud-minlstor van Marine Nau- dbi ten Oate aan de kranslegglng deelnam, Prof. Blok, voor het Alg. Nederlandsoh Ver bond. De bloemensohat was overweldigend, en H. M. de Koningin was zeer getroffen door dit bewijs van sympathie uit zoovele en ver schillende kringen. Door de volgende personen, corporaties en deputaties werd aan de kranslegging deelge nomen: Het Iloofd-Oomité, de V. V. V. „Helders Belang", Minister van Marine, Minister van Oorlog, Oud-Stellingcommandant Naudin ten Cate, het Gemeentebestuur van Helder, de Algemeene .Vereeniging van Marine-Officie ren, Senaat van het Korps Adelborsten, den Bond van Marine-Onderofficieren, den Bond van Korporaals van de Kon. Marine, den Bond van Minder Marinepersoneel, de Neder landsche Roomsch-Katholieke Vereeniging van Marinepersoneel St. Ohristophorus, den Bond van Christelijk Marinepersoneel bene den den rang van Officier, de Koninklijke Nederl. Vereeniging „Onze Vloot": het Hoofdbestuur, Afd. Helder. Afd. Amsterdam, de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging „Ons Leger", de Vereeniging „Indië Weer baar", Loodsenver. Sociëteit Vlissingen, de Afdeeling Helder van de Onderofficiers-Ver- eeniging „Ons Belang", den Koninklijken Nederlandschen Bond van Oud-Onderofficie ren, de Onderofficiers-Vereeniging „Vader land en Oranje", Prof. Blok namens het Alg. Ned. Verbond, deVrijmetselaarsloge „Willem Frederik Karei", den Burgerkring „Harmo nie", het Stedelijk Muziekkorps, de tyuziek- vereeniging „Winnubst", het Comité Helder van het Nederlandsche Roode Kruis, de Gym nastiek- en Sportvereeniging „Sparta", de Scherm- en Gymnastiekvereeniging „O. K K.", de Damesafdeeling van „O. K. K.", de Gymnastiek- en Excercitievereeniging „P P", de Gymnastiekvereeniging „Turnlust" het Algemeen Tehuis voor Militairen, het Christelijk Tehuis voor Militairen, den heer en mevrouw Luden. Overdracht van hef Monument Na afloop der kranslegging trad nogmaals de heer Oortgjjsen naar voren, thana om het rnom»ment over te dragen aap de gemeente, Hij sprak daartoe den Burgemeester volgt toe; Burgemeester, In de eerste plaats ztf hot mij vergund U namens het hoofdpomité open hartel ijken dank over te brengen voor Uw Rrooten Meun en medewerking die wij van U hebben ondervonden en de vele moeiten, die L ziel als voorzitter van het Eero-Comité hebt wil len getroosten, til TT Thans heeft het comité de eer Uwe ge meente dit monument aan te bieden en ver zoekt het gemeentebestuur van Helder het te willen aanvaarden en de zorg op zich te nemen voor onderhoud en bescherming, zoowel vön dit monument als van net ge meenschappelijk graf der slachtoffers te Huisduinen. Het Hoofdcomité spreekt den wensch uit, dat tot in lengte van dagen dit nationale ge denkteeken, opgericht voor hen die vielen, zal spreken van de gevoelens van eerbiedige dankbaarheid van het Nederlandsche volk, en zal getuigen van en opwekken tot daaen van trouwe plichtsbetrachting. Deze rede werd door den Burgemeester als volgt beantwoord: Mijnheer de Voorzitter van het Comité tot oprichting van het Marine-Monument. Ons Gemeentebestuur is er ten zeerste mee ingenomen, dat het monument gewijd aan de nagedachtenis van het personeel der Marine dat in dé wereldcrisis, die achter ons ligt, als slachtoffer van zijn plicht is gevallen, in deze gemeente is opgericht. Niet alleen is onze gemeente daardoor een monument rijk geworden, dat als sieraad voor de stad moet worden beschouwd, doch tevens is daarmede een hartewensch van onze bevolking vervuld. De bevolking toch gevoelt zich ten nauwste met onze Marine verwant. Reeds van oudsher is deze gemeen te en hare omgeving nauw verbonden mest de geschiedenis van onze zeemacht, en al mag deze voor het Rijk niet meer zulk een be langrijke beteekenis hebben als in haar bloei tijdperk, voor de gemeente is zij van meer belang geworden, nadat onze haven tot oor logshaven werd ingericht en langzamerhand de belangrijkste oorlogshaven van het Rijk is geworden. Hierdoor bestaat een nauw ver band tusschen de belangen van een groot gedeelte van onze bevolking en de Marine en is de belangstelling van de bevolking in alles wat de Marine betreft dan ook bijzon der groot Het uitgaan en binnenkomen van onze schepen bi) gaan naar en terugkeer uit de koloniën zijn gebeurtenissen, die vrij wel de geheele bevolking ln beroering bren gen; rampen die de marine treffen worden hier het diepst gevoeld. Ik ben dan ook overtuigd, namens onze ge heele bevolking te spreken, wanneer ik Uw Comité hartelijk dank zeg voor uwe aanbie ding van dit monument. In het bijzonder wensch lk daarbij een woord van dank te brengen nan Hare Majesteit en Zijne Ko ninklijke Hoogheid, dat zij de onthulling wel met Hoogst derzelver tegenwoordigheid heb ben willen vereeren. Wij meenen dit niet al leen te mogen beschouwen als eene hulde aan Harer Majesteit» Marine, doch tevens als een bewijs dat Hare Majesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid medeleven ln hetgeen onze bevolking zoo zeer ter harte gaat. Ten slotte, Mijnheer, de Voorzitter, geef ik U de verzekering, dat ons Gemeentebe stuur zoowel het monument als het gemeen schappelijk graf der slachtoffers te Huis duinen met de noodige piëteit zal onderhou den, en hiermede verklaar ik namens het Gemeentebestuur het monument te hebben aanvaard. De stafmuziek speelde nu het bekende ,Jk had een wapenbroeder". Intusschen verliet H.M. het podium waarop Zij met Z.K.H. en het gevolg, dat gedurende de plechtigheid plaats genomen had en onderhield zich met eenige der weduwen. Vervolgens ontbood H. M. don beeldhouwer, den heer A. G. van Lom 1>Ü zich, wien Zij haar voldoening be tuigde over hot Monument, waarvan Zij de rust en soberheid prees. Terwijl de muziek „Es lst bestlmmt in Got- tes Rath" van Mendelssohn ten gehoon' braoht, verlieten de vorstelijke gasten hot Havenpleln. Langs den koristen weg, n.1 Hoofdgrnoht, Kanaalweg en Prins Hendrik liutn, ging het weder naar het Station. Hier stond do oorowaoht der Adelborsten weder aangetreden, die door H.M. werd geïnspoo teerd. De Koningin onderhield zloh oonlgi oogenbllkkon met den commandant en do twee oudsten der adelborsten, en op het lerron met den Burgemeester, de Sonout- 'IJ-naoht en den Garnizoenscommandant. Vervolgens trok H. M. zloh ln hnur salon- rijtuig terug. Te 4.00 vertrok de trein weder. Het gevolg van Hare Majesteit bestond uit een hofdame, baronesse van Pallandt, den ohef van het Militaire Huis der Koningin, vioe-admlraal Bauduin, den dienstdoend grootmeester van H.M., baron Bentinck, den kamerheer i.b.d. en particulier secretaris van Hare Majesteit baron van Geen, den adju dant van H.M. kapitein-luitenaarit ter zee Ten Broecke Hoekstra, den ordonnans-offi- cier le luitenant Phaff. De Prins was ver- gezeld door zijn adjudant, kapitein ter zee jür. van Mühlen. Beschrijving van het Monument. Het door den heer A. G. van Lom ontwor- pen monument heeft de volgende symboliek- 8telt Toor het Neder- landsche volk, hulde brengend aan de om- uit te?e2Svv°0rvi5eRenen<i de rechterband i;„V strekken boven het slachtoffer. De nkerhand steunt op het onklare anker, het T'"'^en °P de Marine voorstellende. Het la™°,,,er' aangespoeld op de kust is g^ cl'kt door de ederlandsche vlag, welks plwien worden vastgehouden door het'kind de bmlo+^Jhet,komend,> fteslacht, dat hul- van ffïlicM. onv6r8chl'>1[k'»i "«men o/*F/«n eere-zuil zijn de namen van slachtoffers gegrift. Daarboven zijn ld, wapens van Nederland en Nedpr den beginne was vee tttd noedlg voor voorbereidend werk en talrijk! beaprekingen, De heer Van Lom, die ock ue ^rvaardiger Is van het Naerebout-monun-t te Vliaafn- gen is oud-leerling van prof. Leenhoff, aan de Rijks-academie voor irfe-uenu# Kunst te Amsterdam, Tot bet geven van een beschouwing van het monument uit kunstcritlsch oogpunt zijn wil onbevoegd. Doch vast ataat, dat Helder een monument rijk 1> geworden, dat apreekt tot de geheele bevolktog, Den geheelen dag bleef zich een groote menigte volks op de straten bewegen. Zooals was bekend gemaakt, zou dee avonds het mo nument verlicht worden met het zoeklicht van Hr. Ms. „Zeehond". Tot elf uur toe heeft dit zoeklicht het monument beschenen en be grijpelijkerwijs lokte dit opnieuw vele kijkers. Den geheelen avond, en ook nog Zondag, ver- drongen zich vele flotangstellenden rondom het monument en keken bewonderend naar den schat van bloemen, die daar was neder- gelegd. Alles verliep ordelijk en rustig, en zeer ze ker komt aan de Regelings-oommissie een woord toe van bizonderen lof voor de wijze waarop deze plechtigheid is geregeld. Ook de journalisten van elders waren vol lof over de schitterende wijze van regeling. Dat het Comité voorts van vele zijden medewerking ondervond, vermeldden wjj Uit een bijzondere moeilijkheid werd het Comité gered door de bereidwillige mede werking van de firma Oudkerk en van Praag. Het gold namelijk de bedekking en stoffeering van het podium vanwaar de' Koninklijke gasten met het gevolg de plech tigheid zouden gadeslaan. Genoemde firma bood nL aan belangeloos hiervoor zorg te dragen en was zelfs tot meer bereid, wat ech ter, gezien het prachtige weer niet noodig was. Ook van de zijde van het p'iM'ek is er veel medewerking geweest. Dit ble k wpI toen de minuut stilte intrad, die zoo'n plechtig verloop had, en op de omstanders een ster ken indruk maakte. De collecte bracht ongeveer 750 gulden op. Ook hierbij ondervond het Comité de volle medewerking van verschillende dames en jongelui. Des avonds vereenigde het Comité met eenige genoodigden (den heer en mevrouw Houwing, Professor Blok, den oud-Kolonel Boelen en .rhr. Van Wyck, bestuursleden van „Onze Vloot", Mej. Selly de Jong, en de ïeeren Hazebroek, Leewens en Jac. ter Hall) zich aan een eenvoudlgen gemeenschappelij- cen maaltijd. Het spreekt wel vanzelf, dat daarbij het schitterend verloop van den dag iet onderwerp was, en dat de verdiensten van Comité- en Commissieleden in verschil- onde speeches werden herdacht. I*ofessor Blok bracht in zijn tafelrede in herinnering hoe hij zijn jeugd te Helder ln onbezorgde vrijheid had doorgebracht. Spr. herinnerde aan de dagen van voorspoed, die onze stad had gekend, en prees de pogingen, die thans in het werk gesteld worden om Helder weer vooruit te brengen. Overtuigd als hij was, dat eerlang de mogelijkheid daartoe zou bestaan, uitte hij den wensch, dat Helder weer tot een bloei zou mogen komen als in de periode, die door het graven van het Noordzeekanaal werd afgebroken. Wij moeten verder nog melding maken van een gedurende deze bijeenkomt plaats gehad hebbende huldiging, die alle"»T8 verdiend «as, n.1. van den heer Feyboe-. De heer Boelen, die hierbij voor r*4be'tuur van „Onze Vloot" het woord voedde, wees erop, dat Heyboer zeer veel tot de tot standkoming van het Monument heeft bijgedragen. Doch ook „Onze Vloot" dankt hem veel, voor zijn onvermoeide werkzaamheid voor het Marine- Steunfonds. Namens het Hoofdbestuur van „Onze Vloot" bood spr. den heer Heyboer een gou den medaille aan, waarop het volgende gegra veerd is: „Het Marine-steunfonds van „Onze Vloot" aan M. J. Heyboer bij gelegenheid van de onthulling van het Marine-monument op 14 Ootober 1022, als waardeering van zijn wer ken ln liet belang van steun-behoevende Marinegezinnen." a 11e ;ebel- eder- spe- ons steensoort, dochJ-uw.' De™£ÏÏenpwp Moezelkalksteen. en de naald zijn van ..wMruinmBie(,n De ketting tusschen de palen ls afkom ïhoiu®11 torPedoboot G 11 die bil "Sm® KVZ5,?®'«««li br.T. k jaren .s aan dit monument gewerkt. i Vaderland" verneemt, heeft UIT DEN OMTREK. Hchagen. Ds. D. E. Boeke te Behagen heeft toezeg- ng van beroep ontvangen uit Overdinkel in 'vertysel, nabij de Pruisische grens, niet ver van öronau. De Sllkrenpolder verkoos tot Hoofdingeland van het Heemraadschap der Strijkmolens van de Schager Kogge, den heer J. Swaan, te Bergen. Texel, 16 Oct. Deze week werden van hier verzonden: 64 schapen, 57 lammeren, 27 varken* 2 veulens, 1 koe, 7 kalveren. gebra^i(/02O1^60?^raIld^Oe^erei1 hM" Burgerlijke Stand van Texel ftJwiPiw4 13 Odober 1922. GLBOREN: Mana Maaike, d. v. Pieter Grmmch en Wiüidmina de Bas; Dina Kla- Henike as Cornelis Eelman en Aafje w.!dnwRLE^fN: Ant^ Kikkert, 80 jaar, Jan Brouwer. faillissementen ln Nederland. fn),°i?ieu8 m®ded!eling van het Handelsin- matiebureau van Van der Graaf Co.'s i ureaux voor den Haiidel zijn over de afge- <)0P®n week, eindigende 18^Oct., ln Neder- uitgesproken 87 faillissementen tegen faillissementen ln dezelfde week van het vorige jaar. 1 Januari en met 18 Oct. 1922 2892 rai basementen tegenover 1648 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1922 | | pagina 6