HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 5 DECEMBER 1922.
Breezand.
Breezand.
Jullanadorp.
Algemeene vergadering van den bond van
melkveehouders, afd. „Breezand" op Vrij
dagavond 1 Dec. in het lokaal van den heer
D. Zon.
Nadat de voorzitter, de heer A. Buy, de
flink bezette vergadering geopend heeft leest
de secretaris, de heer A. Pranger, de notu
len, welke onveranderd worden vastgesteld,
met dank voor de goede weergave.
De behandeling van den beschrijvingsbrief
voor de a.s. Bondsvergadering geeft geen
aanleiding tot bijzondere opmerkingen. De
afgevaardigde krijgt vrij mandaat.
Het rapport der Commissie, die de boeken
heeft nagezien, luidt gunstig.
Medegedeeld wordt, dat in de gecombi
neerde bestuursvergadering de melkprijs is
vastgesteld op 147a cent en dat de heer C.
Smit Jz. tot lid van den Bond is aangenomen.
Daar de heer P. van IJzendoorn zich we
gens gezondheidsredenen genoodzaakt heeft
gezien, als bestuurslid te bedanken, moet een
russchentjjdsche bestuursverkiezing plaats
hebben. Gekozen wordt de heer P. Voort
huizen, die zijn benoeming aanneemt.
Voorzitter zegt, dat de melkcontroleur van
Helder geklaagd heeft over den staat van
somige bussen. Ook is er een klacht inge
komen over verkeerde melk. Dit kan zijn
oorzaak hebben, meent een der leden, door
dat ze niet goed was afgekoeld. Een ander
verklaart echter, wel eens bussen gezien te
hebben, die er „schandalig" uitzagen. Wen-
schelyk wordt het geacht de leege bussen te
visiteexen als ze van Helder komen en iemand
te benoemen om 's avonds rond te gaan en
te zien hoe en waar de melk staat. Men acht
dit echter geen pangenaam baantje en er is
dan ook weinig animo voor. Als het bestuur
echter uiteenzet, dat de bedoeling alleen
maar is, de leden in te lichten wéér zij het
best de melk kunnen zetten gedurende den
nacht en hoe zij die het best kunnen behan
delen, biedt ten slotte de heer P. Voorthui
zen aan, dit op zich te nemen.
De boete, bij verzuim der vergadering zon
der geldige reden, wordt, met 19 stemmen
vóór en 17 tegen, van 0.50 op 1,ge
bracht.
Bij de rondvraag klaagt de melkrijder over
te weinig melk in sommige bussen. Geant
woord wordt, dat de hoeveelheid er buiten
op dient te staan.
Een voorstel van den heer A. Langereis,
om gedurende den winter, inplaats van
's avonds, 's middags te vergaderen, wordt
aangenomen met 21 tegen 15 stemmen. Het
blijkt echter bij de nadere bespreking, dat
men wel niet geheel buiten avondvergade
ringen zal kunnen, terwijl sommigen wegens
hun werkzaamheden onmogelijk 's middags
aanwezig kunnen ziin. Met het boetestelsel
blijkt men door een en ander in zulke moei
lijkheden te zullen komen, dat de eenige uit
komst zal zijn, de avondvergaderingen te
handhaven, waartoe met algemeene stemmen
wordt overgegaan. Hierna sluiting.
Halfjaarlijksche vergadering der muziek-
vereeniging „Ooncordia" in het lokaal van
den heer Jb. Borst.
De voorzitter, de heer A. Raap, opende
de vergadering met een woord van welkom
aan bestuur en leden, het betreurende dat
niet alle werkende leden aanwezig konden
zijn. Enkelen hadden bericht van verhinde
ring gezonden. Zoo men tijdens de vergade
ring op- of aanmerkingen mocht hebben dan
hoopte hij, dat men die niet onder stoelen
of banken zou steken, maar er wel mee voor
den dag zou komen. Dit was in het belang
der vereeniging.
Hierop las de secretaris, de heer M. Broers
Jzn., de notulen der vorige 'halfjaarlijksche
vergadering, welke onveranderd werden vast
gesteld.
De penningmeester las daarop de ontvang
sten en. uitgaven tot de maand November en
eindigde met de mededeeling, dat er op dit
oogenblik een t^tig saldo was van 224.827»,
hetgeen enkele leden deed gnuiven van plei-
zier. Voorzitter temperde echter hun genoe
gen met de opmerking, dat dit nu wel heel
aardig klonk, maar dat men nog lang niet
aan de jaarvergadering toe was en dan zijn
baat wel weer noodig zou hebben, hetgeen al
meermalen was gebleken.
De bescheiden werden nagezien door de
heeren Joh. Spigt en D. Daalder, die ver
klaarden ze volkomen in orde te hebben be
vonden, waarop voorz. den penningmeester
hulde bracht voor zijn goed beheer.
Uit de mededeelingen en ingekomen stuk
ken bleek o.a. dat het Gemeentebestuur de
gevraagde subsidie weer had toegestaan.
Het herziene reglement werd vervolgens
voorgelezen en vastgesteld. Daarop bracht
voorzitter een woord van warme hulde aan
den heer J. Boogaart, die zich genoodzaakt
had gezien^ als lid te bedanken. Hij was, zei
voorzitter, een ijverig en begaafd werkend
lid en had zich tevens als een accuraat en
trouw penningmeester doen kennen. Zijn
heengaan was dus voor de vereeniging een
gevoelig verlies.
Voor het nazien der boeken voor de jaar
vergadering werd thans een Commissie be
noemd en wat punt 8, aankoop van instru
menten betreft werd besloten, daarmee zoo
zuinig mogelijk te zijn, en voorloopig slechts
een klarinet te koopen.
Bij de rondvraag nemen de heeren M. v.
Oorschot en J. Wiggers op zich, voor de in
ventarisatie van de bezittingen der vereeni
ging te zorgen, terwijl de contributie tijdens
de wintermaanden, mede met het oog op de
werkeloosheid, van 0,25 op 0,15 wordt
gebracht. De penningmeester krijgt echter
het recht, indien de kas zulks eischen mocht,
de contributie weer op 0.25 te brengen.
Hierna sluiting.
Zondagavond 3 December gaf de Zangver-
eeniging „Vriendschap" een uitvoering in de
zaal van den Heer Jb Borst. En als wy nu.
met het programma voor ons, ouze indrukken
nog eens de revue laten passeeren, och ja,
dan zou het ons geen moeite kosten om een
en ander op te noemen, dat wel anders en
beter gekund had, maar dat zou toch heel
ondankbaar zijn, tegenover het vele goede
dat ons geboden werd. En dan noemen wij in
de eerste plaats het programma zelf. Wat
keurig was dat van samenstelling. Wat moet
er van te voren niet gezocht en geschift, ge
kozen en weer verworpen zyn, voor men een
dozijn van zoo uitgelezen nummers byeen
heeft Maar óók de vertolking er van, en dat
door een koortje met zoo weinig leden als
dit, was meerendeels hoogst verdienstelijk.
Hoe goed byv. kwam het schalke in „Des
winters als het regent", het guitige in „Het
Kwezelke" tot zijn rechtEn hoe zuiver klonk
het lieve „Grootmoe's douwdyntje". Met hoe
veel toewijding werd gezongen dat mooie,
devote lied „De Herdertjes". Waarlijk, direc
teur en vereeniging mogen tevreden zyn over
hetgeen Zondagavond gepresteerd werd. Ter
aanvulling en afwisseling werden nog gegeven
het kamerstukje .De Rentenier", door D. Ju
nior en het blijspel „Fyne Visite", door Nelly
Hoekstra—Kapteyn, waarvan vooral het laatste
byzonder in den smaak viel en de aanwezigen
hartelijk deed lachen.
Reeds dagen tevoren waren de schoolkin
deren te dezer plaatse in zenuwachtige span
ning, over hetgeen voor hen te gebeuren stond.
Want welk kind wordt niet hoopvol gestemd,
wanneer men het woord Sint-Nicolaas uit
spreekt? Immers niet één. En zoo werden zij
dan ook niet teleurgesteld in hunne verwach-
t ngen, want Zondagmiddag, 3 December, heelt
voor hen het Sint-Nicolaasfeest plaats gehad.
Om twee uur waren allen, onder geleide van
hunne onderwijzers en onderwijzeressen, en
de talrijk opgekomen ouders en andere be
langstellenden, de feestcommissie en niet te
vergeten onze Harmonie „Kunstzin" vereenigd
in het lokaal van den heer C. Vader. Daar
het nog eenige oogenblikken zou duren voor
de goede Sint zou arriveeren, stelde de vol
ijverige directeur van ..Kunstzin" voor, om
met begeleiding der muziek de verschillende
liedjes te repeteeren, want Sint-Nicolaas moest
daar geen aanmerkingen op kunnen maken.
En zulks gebeurde, en liep heel goed van
stapel, want de ieiding van een en ander was
by den heer van den Bogaerde in goede han
den. Onderwjjl werden alle kinderen door
hulpvaardige dames voorzien van Chocolade,
Melk en Ranja. Ongeveer kwart voor drie
uur arriveerde de auto, Sint-Nicolaas met zyn
onafscheidelyken Zwarten Piet stappen uit,
en worden ontvangen door den Voorzitter van
de Harmonie, den heer P. Constans, en onder
geestdriftig gejuich der kinderen binnengeleid
in de zaal en nemen plaats op het Jooneel.
Aanstonds verheft Sint-Nicolaas zich van zyn
zetel, en spreekt de kinderen toe, waarin deze
naar voren doet komen, zelf ook verheugd
te zijn, hier zooveel blijde kindergezichten
byeen te zien. Niet alleen de kleinen houden
veel van den Sint, maar de grooten ook nog
gaarne naar hem kijken, zegt hy vervolgens,
en dat doet hem dan ook zeer veel genoegen.
In het afgeloopen jaar, zyn jelui ingevolge
onze afspraak van verleden jaar, toch niet
altijd even braaf geweest, maar ook wel eens
ondeugend of ongehoorzaam. Het dikke boek
dat ik hier bij my heb, daar staat alles en
van allen in opgeteekend, hetwelk ik, wanneer
ik eens stilletjes kwam kyken, van den eenen
en anderen zag. Nu stelt de Sint voor eens te
zingen, en tracteert hy op speculaas, waarbij
Zwarte Piet zich niet onbetuigd laat. Daarna
neemt de Sint het dikke boek en moeten een
zestal schuldigen in persoon voor hem ver
schijnen, om verschillende redenen, en krijgen
zy een elk naar hetgeen hen toekomt, een
vermaning of berisping belovende beter te
zullen oppassen. Daarna weer zang, muziek
en tractatie. Nu zegt Sint-Nicolaas zelf eens
in de zaal te willen rondgaan, en kijken of
er ook nog een ondeugende jongen is over
gebleven, en die zal hij dan ten voorbeeld
aan al de anderen straffen. En zoowaar er
was er één, Zwarte Piet rekende hem onmid
dellijk in, en voor de oogen van alle anderen
werd hy in den zak gestopt, op zyn rug ge
nomen, en naar Spanje gebracht. (Taai-taai is
er echter niet van gebakken, want hy is er
nog).
Dit tooneeltje bracht zooals gewoonlijk heel
wat hilariteit teweeg onder de aanwezigen.
Vervolgens moesten de zes jongens en
meisjes, die aanvankelijk een vermaning had
den ontvangen, nog eens gezamenlijk byden
Sint komen en een liedje zingen, waaruit de
Sint dan kon afleiden, of zy ook nog iets
geleerd hadden. En dat viel mee, want zy
zongen als lijsters, en werden zjj dan ook
weer in eere hersteld Daarna verzocht hy
het zoontje van den kapelmeester by hem te
komen en een liedje voor de geheele zaal te
zingen. Deze kleine dreumes, aanvankelijk
iets onder den indruk, hersteldè zich spoedig,
en kweet zich toen met bewonderenswaardige
vrijmoedigheid van hetgeen van hem ver
langd werd, dit deed den Sint zich tot den
vader wenden met de woorden dat de vrucht
niet ver van den stam valt". Na nogmaals
getracteerd te zyn, neemt de Sint afscheid
van de kinderen, want hy moest nog vele
bezoeken afleggen, hopende allen het vol
gende jaar weer gezond terug te mogen zien.
Onder het zingen van een versje verlaat de
Sint zyn plaats, en volgt een leve Sinterklaas.
De Voorzitter der Harmonie doet hem uitge
leide, terwyl de Zwarte Piet zich tracht te
vermaken met een lief meisje, hetwelk niet
geheel gelukte.
Nadat de Sint vertrokken was, kwam pas
de eigenlijke tractatie, vele handen beijver
den zich om de door den Sint beschikbaar ge
stelde versnaperingen aan de kinderen ter
hand te stellen. Tenslotte kregen zy nog een
prentenboek, en toen nam het Hoofd der
School, de heer J. de Vries het woord, die
natuurlijk in de eerste plaats den Sint dank
bracht voor al het lekkers, maar in de andere
plaats aan de Harmonie „Kunstzin", waarvan
het initiatief voor dit feest uitging, aan alle
gevers die door hunne gaven het feest móge
lijk maakten en brengt verder dank aan alle
aanwezigen voor hunne belangstelling in de
viering van dit echte kinderfees't. Want feest
is er gevierd, getuige de opgewekte stem
ming waarin de kinderen huiswaarts togen.
Het Sint-Nicolaasfeest is weer voor by, maar
de herinnering er aan zal blijven bestaan.