Uiï DE HATÜÜR
VOOR DE KINDEREN
E>
tSPrZZS&P t
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
A r'A n'A R; e" M- B-;c B-; d-
n t Jr D-; A-en B- D-; g. c. v d ai
M
waard zwaar.
v*™?6 opIossin2en van beide raadsels ont-
B ;r-eM A; °AD-; Th' F,; R G- F- G'G-i
wK.; N. L.; D. M.; M. O.; W. 0.; J. 'v- d. P.;
H. en G. P.; F. G. v. P A. R M R N c;
J- G. S.; N. A. S. T.; W T G V-W', n'
en
X op de 8e regel iets, wat
X °P de 4e regel een meubel;
van
een medeklinker.
Aardrijkskundig raadsel.
i. VV elke plaatsnaam staat hier:
ZD AM?
a Wolk eiland staat hier:
Wie
meer zou inkomen.
Het tegendeel is inmiddels waar gewor
den. De gemakkelijkheid en goede dracht van
de capemantel schijnt doorde dames weer
meer en meer te worden ingezien. Dienten
gevolge heeft dit kleedingstuk zich weer in
de smaak van de moderne vrouw een plaats
veroverd.
En op het oogenblik ziet men ze weer dra-
gun in alle mogelijke variaties. Alen ziet ze
in chique en eenvoudige modellen van
zeer dure en van goedkoope stof.men
ziet ze met en zonder bontgarneering. ja
men ziet ze zelfs geheel van eer^ soepele
bontsoort gemaakt.
Voor het geval u nog in het bezit mocht
zijn van een cape, kan hierbij zeer poe.1 de
door mij in een vorig nummer besproken
zijden of stoffen „onderjapon" dieust doen.
Hierbij worde dan toegepast een van de
meest ?ekleede variaties, welke ik destijds
besorak. Ten overvloede ~*ef ik hierbij nog
een tweetal aardige "mituurtjes om aan die
verzameling toe te voegen.
Nr. 1 is een kraag en ceintuur van wit
crene marocaine gegarneerd met zwarte
bandfluweeltjes of laklintjes.
Nr. II is een gordeltje, bestaande uit een
zwart bandfluweel ceintuur, waarom gezet
zijn rosetjes van geplisseerde tafzijde nlus
van voren twee groenies van hangende snoe
ren houten kralen.
Tenslotte vertoont bovenstaande teekenin"
nog een zeer smaakvol „oompleet". Deze ja-
r-m met bijpassende mantel is vervaardigd
van zand-kleurige dufetine en gegarneerd
met zoogenaamde dufetine bleu France voor
kraag, manchetten en onderrand. De cein
tuur o^ het onderkleed is van gelalith en het
bijpassende van japon en mantel wordt be
reikt door de roos waarmede de ja^on sluit
en die van hetzelfde materiaal als de versie
ring van den mantel gemaakt is.
Mme Corry.
goed sleuteltje en op den koop toe nog een
gevoel van uitgerustheid en niet van ver
moeidheid, waarbij ook nog een gevoel van
zelfvoldoening komt.
Een aardig voorbeeld van de wijze, waarop
de natuur corrigeerend ingrijpt, hebben wij
in spel en sport: in de laatste tientallen van
jaren zien wij het verlangen naar sport, Li
chamelijke opvoeding, handenarbeid in die
mate toenemen, dat op dit oogenblik wel nie
mand meer ontkent, dat ze zeer belangrijke
elementen in de opvoeding en het leven
zijn. Vanwaar die toenemende belangstel
ling? Komt die door in de boeken te lezen
dat spel en sport en lichamelijke ontwikke
ling noodig zijn? En als men die wijsheid
eens uit boeken kon halen, hoe komen dan
de schrijvers van die boeken aan die denk
beelden?
De zaak is, dat op school de kinderen
geestelijk overladen worden. Als men
ziet, dat elke leeraar zijn vak als het voor
naamste van de geheele school beschouwt,
als een vak, zonder het welke de wereld on
middellijk als een chaos uiteen zou vallen,
dan herkent men een van de oorzaken van
de overlading.
De menschelijke natuur, het instinct, ver
zet zich daartegen en schept als afweermid
del, als tegengift zou men kunnen zeggen,
de behoefte aan physieken arbeid, in den
vorm van gymnastiek, sport, zwemmen,
roeien, handenarbeid, om het even welke
vorm ook.
Alles wat men moét doen werkt inspan
nend en vermoeiend, daarentegen heft dat
gene, wat men mag doen de vermoeienis
op: voor een gids in het hooggebergte is het
tegen hellingen opklauteren werk, dus in
spanning, omdat hij het voor zijn broodje
doen moet, voor den tourist, die niet moet,
maar mag, is het een ontspanning. Mogen
is het groote tooverwroord, waarmee men sla
vernij verandert in gouden vrijheid, moe-
te n is het vreeselijke antwoord, dat vrij
heid omzet in bittere slavernij. Wie den ge-
heelen dag met zijn geest bezig is geweest,
mag als hij zoo verstandig is, dat zichzelf
te gunnen gymnastiek of handenarbeid
of zooiets doen, wie den geheelen dag stee-
nen gebikt of putjes geschept heeft, mag
naar de bioscoop of een revue of een con
cert.
Voor de lichamelijke en geestelijke ge
zondheid, voor het behouden of verkrijgen
van levenslust ook voor het verkrijgen
is een behoorlijke afwisseling van moeten
en mogen, van dwang en vrijheid, van licha
melijke en geestelijke inspanning noodzake
lijk en hoe eerder een kind daaraan gewend
wordt, hoe beter. De jeugd moet niet ge
dwongen worden of niet in de gelegenheid
gesteld worden, dikwijls uren na elkander
voor de boeken te zitten, om geestelijke ver
moeidheid te voorkomen, maar ook met het
oog op het lichamelijk welzijn. Een enquete,
voor eenige jaren gehouden onder medische
studenten in Duitschland en Oostenrijk,
heeft als algemeenen uitslag gegeven, dat
de groote meerderheid het schadelijk acht
in de puberteits-jaren uren achtereen op de
schoolbanken te zitten en ze geven ook aan
waarom, omdat de buikingewanden dan te
veel drukken op de lager liggende deelen,
hetgeen aanleiding geeft tot ongezonde ge
woonten.
In het algemeen kan men zeggen, dat
geestelijke bezigheid ontspannend werkt op
menschen, wier taak lichamelijk werk is, ter
wijl lichamelijk bezigzün, handenarbeid, ont
spanning beteekent voor hen, die zich met
intellectueelen arbeid bezig houden.
Gedachten over boeken.
Die alleen ernstig kunnen schrijven, ver
staan hun vak maar tenhalve.
Er moet ook een plank vol vroolijke boe
ken in Uw kast zijn.
Opdat gij niet door den inhoud der andere
boeken het leven eenzijdig zoudt gaan zien.
Men kan u alles afnemen en geen onzei
is zeker, dat hem dit niet te een of anderer
tijd zal overkomen.
Maar niet het boek, welks inhoud u lief is
geworden. Als het boek u wordt ontnomen
zijn geest blijft uw eigendom.
Bolland zegt dat de dichter van een goed
blijspel in verzen bovenaan staat.
Gij gaaft iemand die u lief was een boek,
dat gij beminde. En gij bemerkte dat het hem
of haar ook lief geworden was.
Toen waart gij een oogenblik een gewor
den meer dan door uw eigen woorden of be
tuigingen.
Er was een stille weldoener in uw beider
leven gekomen.
DE MODERNE ZIEKTE.
Vermoeidheid van den geest.
Een zeer belangrijke factor voor het tegen
gaan van geestelijke vermoeidheid is, in-
plaats van het „moeten", het „mogen" te
stellen.
Terwijl voor iemand, die den geheelen
dag hout gezaagd of brieven gecopieerd
heeft, het gaan naar 'n concert of schouwburg
een uitspanning is, gaat een tooneelrecen-
sent van een groot blad, die avond aan
avond voorstellingen moet bijwoneneen
muziekbeoordeelaar, die eiken avond op
nieuw gedrenkt wordt met muziek.... niet
voor zijn genoegen daarheen. Het bijwonen
van een tooneelvoorstelling of een concert
vordert ook wel geestelijke inspanning, maar
die inspanning is van anderen aard dan die
van den dagelijkschen arbeid van b.v. een
timmerman.
Omgekeerd kan handenarbeid een voor
treffelijk middel zijn tegen geestelijke ver
moeidheid en iemand, die bijv. juridische
studies maakt of accountants-werk verricht,
zal met zeer veel genoegen handen-arbeid
verrichten. Zoo worden bijv. tegenwoordig
door volwassenen kleine model-vliegmachien
tjes in groot aantal gemaakt en vervaardigde
een gezantschapsattaché voor zijn pleizier
een volmaakte model-stoomboot.
Wat is er ook prettiger, vragen wij, dan
zelf eens iets te mogen doen? Het sleuteltje
van Uw city-bag breekt, en de winkelier
heeft er geen sleuteltje bij.
Bij den smid kost zulk een sleuteltje heel
wat duurder dan wanneer men zelf een slem
teltje koopt, dat niet precies op maat is en
nog afgewerkt moet worden. Maakt men
dit nu zelf in orde, dan heeft men billijk een
Maart 1861 had de eerste opvoering van den
Tannhauser plaats. Op Vrijdag 13 Febr. was
de opera uitverkocht bij de dertiende opvoe
ring van Parcifal. Hij stierf na dertien jaar
gelukkig te hebben geleefd met zijn vrouw
Cosima Liszt. _7„
De naam van President AA oodrow AA ilson
bestaat eveneens uit dertien létters, evenzoo
de naam van zijn vrouw, en van twee van
zijn drie dochters. Hij was gedurende der
tien jaar lid van de universiteit van Prins
cetown, toen hij tot president van deze in
stelling werd benoemd, welke post hij ge
durende dertien jaar bekleedde. Het college,
dat hem koos kwam den dertienden Januari
bijeen.
Ér is nog iemand, die zich niet over hei
getal dertien te beklagen heeft. Dat is Mlle.
Segret, de dertiende verloofde van Landru.
de eenige die nooit is verdwenen.
In kwaden reuk staan!
De millionair Ford, de eigenaar van de
groote Ford-fabriek in de "Vereenigde Sta
ten is een verwoed geheel onthouder en als-
zoodanig zeer verontwaardigd over overtre
dingen van het drankverbod. Hij heeft nu
bekend gemaakt, dat ieder van zijn perso
neel, die onder het werk naar sterke drank
riekt, onmiddellijk ontslagen zal worden I
ZONDERLINGE LOTGEVALLEN IN HET
DAGELIJKSCH LEVEN.
A'rijdag, den dertienden.
Dit jaar is de 13e October op een Vrijdag
gevallen, en misschien is deze dag door vele
bijgeloovige harten met wantrouwen ontvan
gen.
in den loop der geschiedenis schijnt de bij
geloovige angst voor Vrijdagen en den 13den
eenigszins gegrond. Zooals bekend is de on
heilbrengende beteekenis van den Vrijdag
ontstaan doordat Jezus op een Vrijdag ge
kruisigd werd. Bij den laatsten maaltijd met
de apostelen nam Judas de dertiende plaats
in.
Napoleon hechtte een noodlottigen invloed
aan den dertienden en aan den Vrijdag. Op
St. Helena zeide hij, „De nacht waarop ik
van St. Cloud ben vertrokken was een
Vrijdag".
Vrijdag en de dertiende brachten geen
ongeluk aan d'Annunzio. Vrijdag 13 Decem
ber neemt hij een rijtuig waarop op Italiaan-
sche wijze het cijfer 13 in witte letters te
lezen stond. De koetsier vraagt hem 13 lire.
Thuis gekomen vindt hij dertien brieven,
's Avonds dineert hij in een huis waar dertieu
personen aan tafel zitten en toen hy zich
naar het theater Argentina begaf stootte hi;
zijn hoofd zoo hevig, dat hij bewusteloos
neerviel. Het eenige wat hij nog kon zeggen
was dit:" Dit was door het noodlot beschikt
In 1913 schreef hij Arcachon, 2 Januari
1912 1. Tenslotte heeft d'Annunzio den 13den
Augustus den val gedaan, die hem bijna het
leven kostte.
De naam van Richard Wagner bestaat uit
dertien letters. Hij werd geboren in 1813,
overleed 13 Febr. 1883, en op den 13den
De bedreigde onschuld.
„Ik begrijp het niet, getuige", zei de rech
ter tot de juffrouw: „uw portemonnaie hadt
u tusschen uw blouse gestoken. Hebt u dan
niet gemerkt, dat de beklaagde die stal?"
„Neen, meneer de rechter, toen ik dat
merkte was 't al te laat!"
„Ja, maar zeide de rechter, „u moet toch
gemerkt hebben, dat de man.
„Och meneer de rechter, ik dacht dat-ie
eerlijke bedoeling had!"
De feministe.
De heer zat aan tafel naast een dame met
een vervaarlijke bril en een onheilspellend
gezicht. Hij had al een paar maal gepoogd
het gesprek wat geanimeerd te maken, maar
tevergeefs. Hij probeerde toen eens over
trouwen en huwelijk te praten.
„De jonge meisjes veranderen tegen
woordig wel", zeide hij: „Vijftig jaar geleden
trouwden ze nog vóór ze twintig waren, maar
tegenwoordig zijn ze dertig vóór ze eraan
denken!"
Toen kwam de snibbige dame los.
Met een giftigen blik uit haar brilleglazen
keek ze den meneer aan, en zeide:
„Juist, we worden in den loop der tijden
steeds verstandiger! Over vijftig jaar wil
len de meisjes heelemaal niet meer trouwen,
net als ik!"
Toen zweeg de meneer voor de rest van
het diner.
De reden.
Een juffrouw wordt overreden door een
wielrijder op het Spui. De juffrouw is woe
dend, en terwijl ze zich afstoft en weer wat
opknapt, vaart ze tegen den ongelukkigen
fietser uit, die met een gekneusd been en een
verbogen fiets nog tegen den grond ligt:
„Aap van een jongen dat je bent, kan
je niet bellen?"
Waarop de wielrijder deemoedig ant
woordt:
„O ja zeker juffrouw, maar.ik kan
niet fietsen, ziet-u!"
De verzekering.
De man van de „£>us" kwam de wekelijk-
sche contributie ophalen en de juffrouw zei:
De volgende week gaan we verhuizen,
wil u den verhuiswagen sturen?
De verhuiswagen?! vroeg de bode ver
wonderd.
Natuurlijk, de verhuiswagen! zei de
juffrouw.
Maar wat heb ik daarmee te maken?
Man, wat staat er nou in de polis, die
je me gegeven hebt? Hier, lees zelf; „Leden,
die verhuizen naar een andere wijk, moeten
daarvan aangifte doen aan de bode: de
overbrenging geschiedt kosteloos."
De Overgang van Plant tot Dier.
Wat is het verschil tusschen plant en dier?
De wetenschap kent verschillende soorten
van bewegingsvormen bij planten, waarom
trent niet de minste twijfel hunner plant
aardige gesteldheid bestaat. Het werkelijke
onderscheid tusschen plant en dier bestaat
in de stofwisseling. Hetgeen voor de instand
houding van het leven noodig is wordt dooi
de plant rechtstreeks uit anorganische stof
fen, zooals water, koolzuur en opgeloste mi
neraalstoffen opgenomen. Het dier daarente
gen is voor zijn voeding van de plant afhan
kelijk; het leeft er hoofdzakelijk van, zoo
wel in het water als op het land. Het lijkt
misschien zonderling, maar eigenlijk zyn
alle menschen vegetariërs, zij het dan vege-
tariërs-langs-eén-omweg. Want het vleesch,
dat zij eten, is rechtstreeks opgebouwd uit
plantaardig voedsel, daar de koe zich plant
aardig voedt.
Nu is het eigenaardige, dat de plant, die
zich dus geheel zelfstandig kan voeden (on
afhankelijk van het dier) nochtans de nei
ging toont zich als dier te voeden, en op alle
mogelijke plaatsen in het domein van het
dier poogt binnen te dringen. Een der oor
zaken hiervoor is de afhankelijkheid der
plant van het licht. De plant bezit, zooals
men weet, een groene kleurstof, het chloro-
phyl, die haar in staat stelt zooveel mogelijk
te profiteeren van de zonnewarmte. De zon
newarmte toch moet de stoffen opbouwen,
welke noodig zijn voor haar bestaan. Leeft
de plant nu in het donker, dan heeft ze na
tuurlijk aan dat chlorophyl niets. Bovendien
moet zq, om te kunnen leven, gebruik kun
nen maken van reeds opgebouwde organi
sche stoffen. Het gevolg is dus, dat zij ge
bruik maakt van de organische stoffen van
het dier.
Een voorbeeld hiervan zijn de bacteriën.
Deze hebben de voor planten karakterstieke
eigenschappen om zelf hun stoffen op te
bouwen, verloren. Op dikwijls zeer merk
waardige wijze toont de plant neiging toi
gebruiken van dierlijk voedsel. Men denke
aan de insectenvangende en etende plantei
die zelfs een soort verteringsstof afscheiden
waarmee ze hun voedsel ontleden en waaruit
ze dan weder bestanddeelen voor het proto-
plasma opbouwen. Evenzoogoed als het
dier, bevat ook het plantaardig protoplasina
(dat is dus de oerstof, de cellen, waaruit het
lichaam wordt opgebouwd) alle stoffen, die
voor den opbouw noodig zijn, ook stoffen,
die voor het afweren van giften of schade-
delijke stoffen gebruikt worden. In dit op
zicht is dus de plant£cheel pinten
dier; het schijnt evenwel, dat W
het omhulsel der cel eeri bektod vorm
de verdere gelijke ontwiKKenuK
Als een dergelijk beletsel erwe
plantaardige cel hetzelfde prestoeren
^geleerden houden zich reeds tiental
len jaren met deze en dergelijke «n<Rrzoe-
kineen bezig. Er is plantenvorm bekend, een
flaJellaria die zich inderdaad niet meer aw>
een gewone Plant voedt. Zij kunnen alleen
in vloeibaren vorm door osmose voeding
s?offï tot zich nemen. Onder osmose ver
staat men het wederkeerig uitwisselen van
vloeistoffen, dus de plant zal, voornhetgeen
zij tot zich neemt, iets anders afstaan.
Bii deze planten wordt de oorspionkelyk
groene kleurstof langzamerhand kl£urlc*^
en de kleurstofdragers rudimentair. Er zyn
verschillende groepen, waarby duidelijk y
pische kenteekenen zijn waar te nemen, üai
zij op den overgang van dier naar plan
staan; één vorm is er, rhizochrysis genaamd,
die er volkomen als een dier uitziet, zich ook
als een dier voortbeweegt (n.1. doordat zyn
plasma voorwaarts gaat, zich uitstrekt en
daarbij verschillende voorwerpen tot zien
kan nemen). En ook de wijze van voedsel
opname, van verteren, is geheel als bij het
dier. Het heeft evenwel een belangryke
eigenschap, die bij de planten voorkomt, n.1
het kleurstoforganisme, met een bladgroene
vloeistof gevuld, met behulp waarvan het,
evenals de plant dat doet, voedsel opneemt
en daarmede de cellen van zijn lichaam op
bouwt. Dit organisme kan dus gelijktijdig
als een dier en als een plant leven.
Nu geschiedt bij deze lagere vormen de
voortplanting door splitsing. Het organisme
deelt zich in tweeën, en groeit dan als twee
exemplaren verder. Wanneer dus door een
of andere speling der natuur die splitsing
onvolkomen is, geschiedt het merkwaardige,
dat de eene helft als dier en de andere als
plant zou voortleven. En inderdaad zijn daar
van gevallen bekend. Er had eene remming
plaats in de verdeeling, waardoor het chro-
matophoor, dat is dus de kleurstofdrager
(het voor de levensfunctie der plant onmis
bare orgaan) zich niet verdeelde. De eene
helft, de vrouwelijke afstammeling, behield
dus haar chromatophoor en daarbij haar
plantaardig organisme; de andere helft was
een kleurloos dier geworden. Het had de
eigenschap behouden zich als een dier te
voeden, het deelde en vermenigvuldigde zich
ook als zoodanig. Voor de wetenschap ligt
hier nog een groot terrein braak, omdat nu
nog moet worden onderzocht of en hoever
zulke dierlijke organismen zich verder ont
wikkelen, of ze veelcellige dieren kunnen
worden en daarbij één der wortels kunnen
uitmaken van den stamboom van het dieren
ryk.
„nen raam zitten?" hernam zyn zusje weer.
Choe vindt je deze zitbank?"
dat niet de groote mand, waarin ze
haar beate blouses bewaart?" vroeg Karei.
Ta en daar heb ik die met bont gevoerde
ma'ntpl die ze haar met Kerstmis gegeven
hebben binnenste buiten opgelegd, ik heb
hum met een paar punaises vastgestoken in
den muurt omdat hy er telkens afgleed.
Maar zoo ziet het er echt mooi uit, vind je
meja, maar als ze er nu op gaat zitten?"
vroeg Karei aarzelend.
„Domoor! Ze gaat er natuurlyk niet op
zitten. De bank is alleen voor het mooie;',
zei Elsie verontwaardigd. „Ziezoo, weet je
nog wat nieuws?
Het lii'kt me, dat de kamer nog niet vroo-
liik genoeg is. Weet je wat? Laten we die
vervelende oude schilderijen van haar weg
nemen en die mooie gekleurde platen op
langen, die we uit de Kerstnummers gekre-
^ElsieSkte verrukt. „We kunnen ze met
gom op den muur plakken. Dan gaan de
punten nooit stuk. Kom, help maar ze uit
zoeken." De kinderen kozen vier groote kleu
rige platen uit en besmeerden die aan den
achterkant rijkelijk met gom. Maar o wee.
Het mooie behangselpapier zat al gauw vol
smeren en vegen en kleverige vingers. „Ik
vind, dat goede voornemens je een heele-
boel' drukte geven," zei Karei, terwijl hij
met den handdoek wat overvloedige gom
langs een plaat trachtte weg te vegen. Juf
mag wel erg in haar schik zijn met al het
werk, dat we gedaan hebben, om haar kamer
mooi te maken."
„Ja," antwoordde Else: „Ze zal het een
heerlijke verrassing vinden, als ze thuis komt
van zoo'n vervelend concert. Lieve, help.
Daar is het gomfleschje in een van haar
beste schoenen omgevallen. Hou hem gauw
even onder de kraan en zet hem dan bij
de kachel te drogen."
„Weet je wat ik gedacht heb?" vroeg
Karei, toen hij terug kwam. „Juf zal zal zich
dikwijls erg alleen voelen op haar kamer.
Als ik haar mijn witte muizen eens gaf voor
gezelschap."
„O, ja, dan kan ze die schatjes zelfs wel
naar bed nemen, als ze wil. Ga ze gauw
OUD-JAAR.
Een verhaal over goede voornemens.
„Kinderen", begon juffrouw Martens, de
gouvernante heel ernstig: „Weet jullie wel
wat voor dag het morgen is?"
„Nieuwjaarsdag!" antwoordde Karei dade
lijk. „En ik hoop, dat iemand me een mooi
geschenk in mijn spaarpot geeft."
„We zouden een briefkaart met vergeet-
mjj-nietjes aan oom Gerard kunnen sturen
om er hem zachtjes aan te herinneren", zei
Elsie nadenkend. „Lieve help, die appelbol
lijkt wel van leer!"
„En er zit niet half genoeg appel in" voeg
de Karei er aan toe.
„O!" zuchtte juffrouw Martens: „Nu is het
morgen de eerste dag van het nieuwe jaar
en jullie denkt nergens over dan over een
appelbol. Heb je dan heelemaal geen goede
voornemens?"
„Het is heel moeilijk wat goeds voor te
nemen", antwoordde Elsie, ernstig haar hoofc.
schuddend. We hebben het al meer gepro
beerd.
„Als je maar één ding probeerde: de les
kamer netjes te maken en netjes te houden,
zoodat ze er niet altijd uitziet of er een aard
beving geweest is."
„Ik dacht wel, dat U over zooiets verve
lends zou beginnen," zei Karei en Elsie
knikte veel beteekenend mee.
Hun gouvernante zuchtte, toen ze opstond
en de leskamer verliet.
Na een poosje keerde ze terug en zei:
„Vanmiddag ga ik naar een concert en om
dat je moeder ook uit gaat, zal jullie alleen
alleen zijn. Beloof me nu, dat je geen katte-
kwaad zult uitvoeren."
„Alsof we dat van plan waren", zei Karei
verontwaardigd en Elsie voegde er aan toe:
„AA'e hebben zulke goede voornemens".
Maar toen juffrouw Martens weer vertrok
ken was zei Karei boos: „Ik begrijp niet,
waarom je hebt gezegd van „w e", want i k
heb niet gezegd, dat ik goede voornemens
had."
„O, maar daarom kun je toch wel probee-
ren geen kwaad te doen", antwoordde zijn
zusje. „Ik ben ook niet van plan om de
leskamer op te ruimen: dat is te vervelend.
Maar we moeten iets bedenken, dat werkelijk
een verrassing voor juf zal zijn, als ze teruj?
komt."
Ze zaten even stil na te denken tot Elsie
ineens iets prachtigs bedacht. „Karei, ik
weet wat. AA'e zullen jufs kamer veranderen,
terwijl ze uit is. Ze heeft vaak gezegd, dat
ze daar zin in had, maar ze heeft er nooit
tyd voor. Nu zullen wij het voor haar doen."
Karei vond het best. „Laten wij dan dade
lijk beginnen als de juf uit is", zei hij. „Dan
hebben we er een flinken tijd voor."
H.
Om twee uur begonnen ze en om vier uur
lag de kamer nog heelemaal overhoop Alle
dingen van hun plaats zetten of sleepen was
nogal gemakkelyk, maar alles weer een
goede nieuwe plaats geven, was nog er-er
„We zullen eenvoudig de waschtafel op het
portaal moeten laten staan", zei Elsie Juf
wo-t ?ar ook best wasschen. En'dat
leelyke oude ding bederft de lieele kanrnr"
le m, ondw he( b^ulfd'ed„lew^«»
de boeken kunnen wel in de kleerenkfst
„Kijk eens, wat vind ie van al Hip uoo
en poppetjes hier in de vensterbank?" t SJe8
„Hum antwoordde Karei Het wnï™
halen, want dadelijk zal
komen!"
Ie Juf wel thuis
„Hier ben ik kinderen. Hè ik heb zin in
thee na die koude wandeling!" klonk eenige
minuten later jufs stem vroolyk in de gang.
Juffrouw Martens liep door naar haar kamer
en de kinderen wachten vol spanning haar
terugkeer in de leeskamer af. Na eenige
oogenblikken hoorden ze Juf verschrikt gil
len .Karei en Elsie holden naar boven en
daar zagen ze Juf op een stoel staan, en de
witte muizen luid piepend door de kamer
springen. „O, o," gilde Juf, toen ze Karei:
„Die verschrikkelijke beesten! Neem ze da
delijk mee!
„Noemt u ze beesten!", riep Karei uit, tril
lend van verontwaardiging. „Die schattige
witte muizen. Ze zyn zoo mak als het maar
kan."
„Ja," viel Elsie in: „En U hebt ze zoo
aan het schrikken gemaakt. Arme muisjes."
En ze pakte ze en drukte ze stijf in haar
armen. Juf stapte angstig, haar rokken bij
elkaar houdend, weer op den grond.
„We dachten nog wel, dat U het aardig
gezelschap zoudt vinden. Het was een heer
lijke verrassing", zei Elsie zachtjes.
„Is al dit.... en dat.... soms ook een
heerlijke verrassing?" vroeg Juf toen in de
kamer rond wijzend met haar hand.
„Jaantwoordde Karei trotsch. „Dat heb
ben Elsie en ik samtn gedaan, om U te laten
zien, dat ze toch fceusch goede voornemen#
hebben!
„En ziet. L wel, dat we Uw kamer he<1 e-
maal veranderd hebben," voegde Elsie "er
aan toe.>(,Ja dat zie ik. Zoo veranderd, dat.
dat.Juffrouw Martens scheen erg onder
den indruk. „W at zal je Moeder ervan zeg
gen? Het behang heelemaal bedorven en
zoon verschrikkelijke rommel gemaakt'"
De kinderen waren beduusd. Ze waren
zóó teleurgesteld, dat ze niets konden be
denken, om te antwoorden. Dat was ook on-
?'.ant het volgend oogenblik trad
Moeder binnen en wat zij te vertellen had
was niet veel. maar duidelijk.
Karei en Elsie werden dien avond vroeg
naar bed gestuurd zonder olie- of appel
bollen om eens na te denken over andere
goede voornemens.
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsel#.
L
IJ
S
E
L
s
0
D
A
E
D
A
M
L
A
A
n.
Zwaard
Vciiii
\r w' n' u G' c- de H-; J- H.;
M. H.; C. H.; R. v. H.- C K T V
v.; K V.; 1.de W.J E. W.; i do Z.; A. T'.
I.
XXXXXXXX A Gp, de staande en uggen-
Xde kruisjeslyn komt de
Xna«m van een bekend feest
X op de 2e regel een ander
X W0°rd voor nalatenschap;
X üaast elke man graag doet;
dun opde 5e reRel een doel
voorwerD- on do°7 6? regel een scherp
de 8e een'm.lliliAl?61 eea v°o«etSel; op
Nieuwe raadsels.
TL
o o
n 0
O O
Wolk riviertje staat hier: