Linotype Zetmachine (Dubbelmagazijn). Fig. 3. Eenvoudige Snelpers. Fig. 4. Vlakdruk-Rotatiepers „Heureka", van de Snelpersenfabriek te Heidelberg. Fig.' Doorsnede van de „Heureka". IJzeren Handpers naar het model van Lord Stanhope. ker een vel papier is gelegd, dat door zich automatisch openende en sluitende grijpers wordt vastgehouden, draait over den vorm, naarmate deze meer naar voren komt. Vóór dat dit geschiedt, loopt de vorm onder eenige rollen door, die van drukinkt zijn voorzien. Is de vorm den cylinder gepasseerd, dan gaat hij weer terug. De cylinder wordt ge durende dien tijd opgevangen en staat dan stil. In dien tijd „legt" de drukker een nieuw vel „in". De vorm gaat dan weer naar voren en neemt de cylinder weder mede. En zoo vervolgens. De aanschaffing van deze machine gaf een groote verbetering. De druk werd veel beter, en per uur leverde de machine onge veer 1200 druks, in het laatst der jaren dat zij in gebruik was zelfs meer. Jaren lang deed zij haar werk, totdat zij het niet meer bij kon sloffen. De oplaag werd te groot. 5'/2 a 6 uur voor het drukken van de le en 4e bladzijde en nog eens zoo'n tijd voor de 2e en 3e, werd een te lange tijd. Werd méér dan één heel blad gemaakt, dan kwam er voor elke bladzijde nog eens die tijd bij. Af gezien nog van het vouwen, dat ongeveer gelijken tijd vergde en het z.g. insteken van 2e blad in het eerste. Toen de krant driemaal per week ging verschijnen werd het Zater dags regel, dat 'een der andere machines moest bijspringen, die echter voor ander werk steeds noodig waren. En dus moest naar een andere, vlugger afleverende ma chine gezocht worden. De groote vlucht die het courantiers- bedrijf nam, had na de uitvinding van de snelpers al spoedig de noodzakelijkheid doen blijken van het construeeren eener machine, die een veel grooter productievermogen be zat, Aanvankelijk zocht men de gewone snel pers te verbeteren. Men bracht daartoe een tweede cylinder aan, die het aan één zijde bedrukte vel van de eerste cylinder overnam en de tweede zijde bedrukte. Dit was de z.g. schoon- en weerdrukmachine. Men zocht een- ter in Engeland en Amerika ook in andere richting. Men voelde, dat de zware vormplaat met looden zetvorm, die steeds onder de cy linder heen en weer gevoerd werd, een be zwaar was voor opvoering der snelheid van de machine. Gezocht werd daarom hoe men aan den drukvorm een ronden vorm kon geven, zoodat men dus een vorm- en een drukcylinder kreeg, die met groote snel heid kon ronddraaien terwijl het papier er tusschen doorliep. Dit werd mogelijk ge maakt, door de uitvinding van de rondsterio- typie met toepassing van de z.g. matrijzen. Evenals bij de andere drukmethoden, wordt eerst een gewone vorm gezet. Hierop wordt een matrijs gelegd, een uit verschillende op elkaar geplakte papiersoorten bestaand dik vel, dat op een speciaal daarvoor vervaardig de machine zóó zwaar op den drukvorm wordt gedrukt, dat alle letters en lijnen etc. er diep in drukken. Deze papieren afslag van den vorm wordt dan half cylindervormig ge bogen en in een giettoestel van gelijken vorm gelegd. Dit wordt dan volgegoten met lood. Het gevolg is dan dat men weer een hoog- drukvorm maar thans ook half cylinder vormig krijgt, welke op cylinders wordt bevestigd. De eerste machine, die met dergelijke af gietsels werkte, werd geconstrueerd door den Amerikaan Hol. Deze maakte één grooten vormcylinder, waaromheen 10 drukcylinders lagen. De productie was 16.000 vellen per uur. De bediening vroeg echter niet min der dan twintig man. Het ligt niet in het bestek van dit opstel stuk in de letterkast opgeborgen worden en begint men weer van voren af aan. Het laat zich begrijpen, dat men gezocht heeft naar middelen om deze wijze van zetten machinaal te doen geschieden. Aanvankelijk zocht men dit op deze wijze te bereiken, dat de losse letterstaafjes machinaal verzameld werden en ook weer machinaal in hunne vakjes opgeborgen werden. Op deze wijze werd wei eenig resultaat bereikt, doch af doende was dit geenszins. Bij de machine, die in dit opzicht het meeste voldeed, waren nog altijd een paar inenschen noodig. Andere waren zeer gevoelig voor weersomstandig heden. Eerst de uitvinding van de Linotype-zet machine door Otto Mergenhatler bracht hier in verandering. Een juiste datum is hiervan moeilijk op te geven. Vele jaren zijn er aan besteed, millioenen werden er aan ten koste gelegd, voordat de eerste machine, die inder daad voldeed, was geconstrueerd. Dit ge schiedde in 1886. Bij de Linotype waarvan er thans ook 3 ter drukkerij van de „Heldersohe Courant" geplaatst zijn is de gedachte om losse let ters tot een regel te verzamelen gedeeltelijk losgelaten, althans het product van de ma chine is een regel, waarbij de letters en woorden aan elkaar vastgegoten zijn. Fig. 1 geeft een afbeelding van de machine zooals deze in den loop der jaren door steeds weer aangebrachte tallooze verbeteringen is geworden. De werking van deze machine komt in het kort neer op het volgende: De zetter zit op het op de afbeelding zichtbare toetsenbord. Dit bord heeft 96 toetsen (gewone letters, hoofdletters, cijfers en geteekende letters). Door het neerdrukken van een toets wordt een samengesteld mecha nisme in beweging gebracht, hetwelk veroor zaakt, dat een z.g. matrijs, uit de groots parallelogramvormige bak het z.g maga zijn valt, en in een verzamelhaak komt. De zetter tikt achtereenvolgens de letters van een woord aan, en in dezelfde volgorde vallen de z.g. matrijzen. Dit zijn koperen plaatjes vau eenige mM. dikte, al naar gelang van de breedte van de letters, waar i n het letterbeeld verdiept gegraveerd is. Ook voor de wooril- tussöhenruimte heeft de zetter een toets. Bij het aantikken daarvan valt een z.g. spatie, een stalen wig je, ongeveer 10 cM. lang en 1 cM. breed, dat van boven pl. m. '/a mM., van onderen pl. m. 3 mM. breed is, achter de laatsl aangetikte letter. Deze wigjes hangen met het dunste gedeelte tusschen de woorden, het dikke deel steekt daaronder uit. Door het optillen van den haak, waarin de woorden en spaties tot een regel verzameld zijn, wordt deze regel door de machine uit de haak naar een soort lift getransporteerd. Deze neemt den regel over en laat deze zakken tus- ,schen twee stalen blokken, die juist op de .verlangde breedte van den regel uit elkaar gesteld zijn. De wiggen worden dan omhoog gedrukt, totdat de regel van matrijzen zóóver uitgezet is, dat er geen ruimte tusschen de lettermatrijzen meer overblijft. In dien tus- echentijd is een wiel met gietvormen zoover gedraaid, dat de benoodigde gietvorm juist voor de in de matrijzen gegraveerde letters is geplaatst. Deze gietvorm, die juist zoo diep is, als een letterstaafje hoog is, wordt dan Stevig tegen de matrijzen aan gedrukt. Aan de achterzijde wordt een pot met gesmolten lood met de monding tegen den gietvorm aan gedrukt; een pomp wordt door de machine in beweging gebracht en deze perst het lood' uit den loodpot in den gietvorm en tegen de daar tegen aanliggende matrijzen met het letter beeld er in. Vervolgens gaan de loodpot en liet gietwiel terug, dit laatste maakt dan 3/« «lag in de rondte. In dien tijd wordt de giet- braam onder aan den regel door een mes af gesneden. Het wiel wordt dan weder vastge zet en de regel door een stalen plaat, ter breedte van de regellengte, uit den gietvorm gestoken en tusschen twee messen doorge drukt, die den regel de juiste dikte geven. De regel wordt dan in een haak opgevangen en opzij gedrukt. En zoo vervolgens. Intusschen heeft de regel matrijzen de reis door de machine voortgezet. De lift, die de regel eerst tusschen de stalen blokken liet zakken, brengt deze nu weer een heel stuk naar boven. Daar wordt zij overgebracht op een tweede lift, waarbij echter de spaties blij ven liggen, die door de machine verzameld en naar hun „reservoir" terug gevoerd worden. De matrijzen hebben n.1. aan de bovenzijde een driehoekige inkeping, die aan de randen van een aantal tanden voorzien is.Aan de tweede lift bevindt zich een driehoekig blok met een aantal ribben waarachter de tanden blijven hangen. Deze lift brengt de matrijzen in de z.g. liftbox. De nog steeds dicht tegen elkaar liggende matrijzen worden hierin op een afstand van pl. m. V2 cM. van elkaar ge scheiden en opgehangen aan een liniaal, die eveneens met ribben voorzien is. Hierlangs worden zij door een schroefbeweging verder gevoerd. Het eigenaardige van deze liniaal is nu, dat de ribben op sommige plaatsen zijn onderbroken. Zoolang de combinatie van tan den in de driehoekige matrijs nog achter een der ribben blijft hangen, wordt de matrijs verder gevoerd. Op het moment echter dat de combinatie aan een bepaalde onderbreking komt, valt zij en dit nu is juist de plaats waar zij wezen moet. In het hierbc-ven reeds ge noemde magazijn zijn n.1. 96 kanalen; in ieder kanaal liggen achter elkaar 20 matrijzen van dezelfde letter, dus 20 e's, 20 m's, enz. Al deze letters uit eenzelfde kanaal hebben natuurlijk dezelfde tandencombinatie en zoo komt dus iedere letter weer in zijn eigen kanaal terecht. Het voordeel is dus, dat men steeds letters genoeg heeft. Het zetsel behoeft bovendien niet weer opgeborgen te worden, doch wordt na het gebruik omgesmolten in looden blok ken, die in kleine stukken weer in den lood pot gaan. Tegenover deze besparingen staan noch tans de hooge prijzen van dergelijke machines (7 tot 12 duizend gulden per stuk) en de on derhoudskosten, die bij een dergelijk gecom pliceerd mechanisme niet gering zijn. Het groote voordeel voor de courant is evenwel hierin gelegen, dat een snelle productie mo gelijk is. Het bestek van dit overzicht laat niet toe verder op deze machines in te gaan. Vol doende zij het te constateeren, dat op dit deel der techniek de „Heldersohe Courant" niet is achtergebleven. Heeft de zetmachine het handzetten niet kunnen verdringen de handzetterij neemt nog steeds in het drukkersbedrijf een zeer voorname plaats in, de veranderingen in de drukkerij waren van ingrijpenden aard. In den tijd dat het eerste „Vliegend Blaadje" verscheen, namen de handpersen nog een belangrijke plaats op de drukkerij in. Het aantal soorten en verschillende con structies was daarbij bijzonder groot. De eerste handpersen waren geheel van hout gebouwd. Een houten plaat waaraan een houten schroef was bevestigd, werd door het draaien van den schroef naar beneden gedrukt. Het doorbuigen van het hout liet echter niet toe, dat een groot blad ineens be drukt werd. Dit moest dan in tweeën geschie den. De Amsterdamsche drukker W. J. Blaeuw trachtte dit te ondervangen door het aanbrengen van een koperen plaat. Dit zou omstreeks 1620 geschied zijn. Een nieuwe periode brak echter aan, toen Lord Stanhope in de eerste jaren der 19e eeuw zpn ijzeren handpers aan de markt bracht. (Fig. 2). Hierop volgden nog tal van andere constructies in de eerste helft der 19e eeuw waren reeds ongeveer 13 verschil lende constructies, met schroef-, wig- en hefboomoverbrenging bekend doch het eerste Vliegend Blaadje werd op een origi- neele Stanhope pers gedrukt. Dit ging als volgt Op de vlakke plaat met de 4 opstaande hoeken het drukfundament werd de vorm gelegd. Deze werd dan met de hier boven reeds genoemde leeren ballen of tam pons van drukinkt voorzien. Het vel papier werd op het aansluitende schuine vlak, dat uit doek bestond, gelegd. Daarover heen kwam dan het meer rechtopstaande deel, het welk diende om het papier op de juiste plaats te houden. Het geheel werd dan omgeklapt op den drukvorm. Door middel van een slin ger met rondsel werd dan het drukfunda ment onder de aan de schroef opgehangen vlakke plaat gedraaid. De hefboom, die men dwars voor de machine geteekend ziet, werd overgehaald, waardoor de schroef draaide en de plaat, de z.g. degel daalde en druk uit oefende op den vorm. Het laat zich hooren, dat deze wijze van drukken van den drukker groote krachtinspanning vorderde. Lang is het op deze wijze voortgegaan, niet tegenstaande de groote ommekeer in 1811 doordat Koenig zijn eerste snelpers con strueerde, De degel, de vlakke plaat, die op den vorm werd gedrukt, werd hierbij vervangen door een cylinder, waarover het papier gelegd werd en die dan over den druk vorm rolde. Bovendien was aan deze machine een z.g. inktwerk aangebracht, dat den vorm automatisch van inkt voorzag. In 1814 was na tallooze proefnemingen, die niet minder dan 16.000 pond gevergd hadden de eerste machine gereed die in derdaad productief werk verrichte. Zij werd geleverd aan de „Times". Haar productie be droeg 1100 ex. per uur. De machine was ech ter zeer duur. Later legden Franschen en Belgen zich met kracht op den snelpersen- bouw toe, en brachten veel billijker machines op de markt. Zoodoende sprak het vanzelf, dat toen onze courant levensvatbaarheid bleek te bezitten, de oplaag en het formaat grooter werden, de handpers geen dienst meer kon doen en vervangen werd door een Fransehe snelpers. Het was een zeer groote machine in haar soort, zóó groot, dat er bijna 4 pagina's van de tegenwoordige courant te gelijkertijd op gedrukt konden worden. Voor het kleine be drijf was in die dagen eigen beweegkracht te kostbaar, zoodat de machine met een aan een groot vliegwiel bevestigde slinger in be weging moest worden gebracht. De „draaier" was in die dagen een onmisbaar persoon. De in te gaan op de ontwikkeling der rotatie machines. Genoeg zij het te vermelden dat men ten slotte kwam tot het constiuceien van machines met drukcylinder, waarop t\v te pagina's in de breedte werden vastgez* ter werden de machines breeder en twee naast en twee tegenover elkaar. Het vouw- apparaat werd aangebracht en thans zpn er kleine gecompliceerde machines die onge veer 100.000 couranten van 8 of 16 pagina s per uur leveren, kant en klaar, in elkaar Fig. 3a. Fransehe Snelpers (oude constructie). ze machine werd later vervangen door een andere, eveneens van Fransehe constructie. Deze bezat reeds vele verbeteringen, maar maakte een geweldig lawaai. Hoewel ze in het. achterste gedeelte van de drukkerij was opgesteld, kon men in de Koningstraat goed hooren of de krant gedrukt werd. Het pro ductievermogen van deze machines was echter niet zeer groot. Van lieverlede hadden de Duitschers de machine van König verbeterd, en wel zoo danig dat zij den voorkeur kregen en ver dienden boven de Fransehe persen. Om streeks 1900 werd dan ook besloten een der gelijke machine aan te schaffen. Fig. 3 laat ons zien hoe zoo'n machine er uit ziet. Deze persen werken aldus: Op een vlakke plaat wordt de door de zetters opgemaakte vorm gelegd. Een cylinder, waarop door den druk- gevouwen. Er zijn reuzenmonsters die ette lijke duizende bladen van 64 of 96 pagina's in een uur produceeren! Deze overgang was echter voor het klein bedrijf te groot. Een dergelijke hooge pro ductie was voor de kleine bladen onnoodig en bovendien zijn de machines kostbaar; de stereotypie eischte weder een geheele aparte afdeeling in het bedrijf, die in de exploitatie aanzienlijke kosten medebrengt. Geen wonder dus dat men ook voor de kleine pers naar een economischer over gangsvorm zocht, die toch snel genoeg drukte. Deze vorm vindt men in de z.g. vlakdruk rotatiepersen, waartoe ook de ter drukkerij van de Heldersche Courant in werking zijnde Heureka (fig. 4) behoort. Deze machine, eene vinding uit het be- wordt de overeenkomstige cylinder aan de andere zijde opgeheven en komt dus vrij van oen vorm. In den tijd die verloopt tusschen het begin van den eencn druk en dat van den volgenden, maken de cylinders driemaal een geheelen slag rond, zoodat van den één maal overgenomen afdruk van den vorm, drie afdrukken op het courantenpapier ge maakt worden. Terwijl dus de zware vorm plaat met de 6 gezette drukvormen niet meer heen en weergaande bewegingen maakt da i bjj de gewone snelpersen, wordt de produc tie driemaal zoo groot. Bovendien drukt tie machine 6 of 8 bladzijden tegelijk, die in het vouwapparaat in elkaar gestoken gevouwen worden. In pl.m. I1/» uur is zoodoende op deze machine de gewone oplaag van 65- 6790 ter grootte van VU krant afgedrukt. Daarvoor zou men op de gewone snelp /'sen niet minder dan 16l/a uur noodig hebben, on gerekend nog het vouwen. Het groote voor deel hiervan is wel dat de vormen later „ge sloten" kunnen worden en later dan anders nog nieuws en advertenties kunnen worden opgenomen. Figuur 5 geeft een doorsnede van de ma chine waarop de loop van het papier yanaf de papierrol is te volgen. 9 en 10 zijn hierbij de eerste drukcylinders, 11 en 12 de tweede, 17 en 18 zijn de stalen cylinders, tusschen welke en de tweede drukcylinders het pa pier doorloopt en dan bedrukt wordt. In ons nummer van Donderdag 27 Decem ber hebben wij reeds medegedeeld, dat onze Heureka-machine gebroken was. Toen moest dus weder op de oude manier gedrukt wor den, twee pagina's tegelijk. Toch ging dit vlugger dan vroeger, dank zij oen sedert ruim een jaar in onze drukkerij opgestelde machine, die wel verschillende punten van overeenkomst met de gewone snelpers heeft, doch in de beweging van den cylinder geheel daarvan verschilt. Dit is de z.g. „Tweetoeren-machine", (fig. 6) welke naam de machine dankt aan het feit, dat voor eiken afdruk de drukcylin der tweemaal in de rondte draait. gin der 20ste eeuw, bleek spoedig voor klei nere bladen met een oplaag van 5 a 10.000 ex. zeer geschikt te zijn. Het eigenaardige van deze machine is, dat directe druk van den vorm is losgelaten. Op de drukplaat, of het vormfundament liggen hier in plaats van 2 zooals bij de gewone snelpersen niet minder dan 6 of 8 groote pagina's van een courant. Evenals bij de gewone snelpers wordt deze plaat heen De vormplaat heeft dezelfde beweging als bij de gewone snelpersen, doch gaat sneller heen en weer. De stoot die bij het omkeeren der bewegingsrichting zou ontstaan, wordt door het gebruik van luchtbuffers opgehe ven. In den tijd, dat de vormplaat, na onder den cylinder te zijn doorgedraaid, terugkeert, wordt de drukcylinder een weinig opgehe ven, om weer te dalen als de volgende af druk gemaakt wordt. Doordat de cylinder een tweeden met gummidoek bekleeden cylin der. Hierop staat de tekst van de courant dus weer in omgekeerd spiegelschrift. Tus schen dezen tweeden cylinder en een s'alen cylinder loopt het papier door onder vrii zwaren dtuk. Deze neemt de afdruk over die er weer goed opkomt. Terwijl de cylinder aan de eene zijde over den vorm rolt en den afdruk overneemt, stang met een aantal zuignapjes wordt op de rand van het papier geplaatst. Een zuig- perspomp zuigt de lucht weg, één vel papier wordt opgenomen, van de overige vellen los- geblazen en vervolgens op den cylinder ge bracht, waar grijpers het vastpakken en me devoeren als de cylinder over den vorm draait. Op deze wijze wordt dan sedert Kerst mis de Heldersche Courant gedrukt. en weer bewogen. Bij de Heureka echter wordt de afdruk van den vorm niet gemaakt op het papier, doch op een met gummi be kleeden cylinder. Hiercp komt, daar de ge zette letters een omgekeerd spiegelbeeld ver- toonen, een goede afdruk, d.w.z. een afdruk, zooals op een gewone pers gemaakt wordt. Zoo deze nu op papier worden overgezet, kreeg men dus weer een afdruk in om gekeerd spiegelschrift. Daarom wordt de af druk van den eersten cylinder overgezet op hier niet telkens tot stilstand wordt gebracht, wordt een schok vermeden en kan cTe machi ne veel sneller loopen dan de gewone snel persen. Het met de hand inleggen van het vel pa pier zou bij een dergelijken snellen gaim be zwaarlijk gaan. Daarom heeft men een" z.g. inlegapparaat uitgedacht (zie fig-7). Hierbij wordt het papier eerst bij eenige riemen te gelijk, tot 10 riem toe, op een omhoog en omlaag bewegende tafel opgestapeld. Een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 16