Tweede Blad. ONZE FEESTCOURANT. Het aantal bijdragen, dat wij voor onze ieestoourant ontvingen, was zóó groot, dat ze onmogelijk allo In dit nummer konden wor den opgenomen, te minder, daar wij enkele ervan zeer laat ontvingen. Wil zien ons daarom, zeer tot ons leedwezen, genoodzaakt, een gedeelte In onze gewone krant op te ne men. Redactie1. Het „Juttertje" In den vreemde I Er heerscht nog ongewone drukte op dit late uur, aan boord van het schip, waarop wij dienen. Zoo juist teruggekeerd van een reis rond Oelebes, hebben we het anken la ten vallen op de reede van Soerabala. Aangezien het op dit late uur, we waren ongeveer negen uur gereed gekomen met de werkzaamheden verbonden aan het ter reede komen van een oorlogsschip, geen passagie ren meer is, scholen hier en daar groepjes schepelingen samen en vermaken zich groo- tendeels met het maken van gewaagde voor spellingen welk nieuws de facteur, mede zal brengen van den wal. Gedurende de reis hebben we maar wei nig brieven en kranten ontvangen, zoodat jong en oud, gehuwd en ongehuwd, reikhal zend uitzien naar het moment dat door den uitkijk op de brug het „stoomslöep aan boord," zal gepraaid worden. Sommige worden het wachten reeds te moede en gaan, na het consigne aan hun maat gegeven te hebben dat zij gepord wen- schen te worden als da facteur komt, ter kooi. Tegen half twaalf komt er beweging in de groepjes pp het bekende gepraai van den uit kijk. De facteur strompelt met z'n helper, zwaar beladen en doornqjtavan het zweet de val reep binnen onder net mompelen van eenige verwenschingen aan het adres van hen die, door de zorgzaamheid van moeder de vrouw, geregeld met eiken mail, de Heldersche Courant, krijgen toegezonden. Na een groot gedeelte van zijn last bij „den ouwe" gelost te hebben en in den „Gou den bal" het voor dat gedeelte der equipage bestemde te hebben afgegeven, wordt hij eenigszins luidruchtig het tusschendek „bin nengehaald", zet z'n reeds aanmerkelijke ge slonken buit op de bakstafel en begint op nieuw, onder het afvegen van het neerdrup- pelende zweet, z'n hart te luchten over dien verdomden hoop „Nleuwediepertjes", welke hij twee uur heeft moeten sjouwen vanaf het postkantoor naar den Oedjong, aange zien de „kossong boeren'-' (een uitdrukking van den marino-sohepellng voor een huur koetsier) geen ldée meer hadden een vracht- naar „beneden" te rijden. Alle, nog wakker gebleven eohepollngon scharen zloh nu om den brlevonbpstoller en luisteren aandachtig naar hot aflezen der na 't jonge menschenltiind uitgestort. Toen trad van uit die duisternis nog eene naar voren. Haar naam, Femina, fonkelde als een dia deem boven ft voorhoofd. „En ik, zusters," sprak haar zilveren stem, wensch hem, eenmaal man geworden, een vrouw toe, hem geheel waardig. Een vrouw, die hem sterken en met hem arbeiden zal, een vrouw vol energie en ijzeren wil zon der deze, mijn wensch, zou hij nooit berei ken, wat nu in de toekomst voor hem moge lijk Is En met deze zegenbee volgde zij haar zus teren, even onhoorbaar als ze waren geko men en alleen do leuke, volle maan lachte te vreden in 't stille kamertje.1 En alle goede wenschen kwamen In ver vulling. De zaak van zijn vader, eertijds op zoo'n bescheiden voet, ging onder zijn lei ding hard vooruit en het onmogelijk kleine krantje, door zijn vader eenige jaren na de geboorte van zijn oudsten zoon in 't leven geroepen, bet krantje, dat een zwakke po ging deed als „Vliegend Blaadje" het goede Juttervolk van nieuws te voorzien, werd een grooter blad met gezonden inhoud en nog weer later verscheen 't drie maal per week, werd van „Vliegend Blaadje" herdoopt in „Heldersche Courant" en is thans, na vijftig jaar, een blad van beteekenls, En als do goede fee Femina, die altijd en alt;jd weer met haar zusteren haar liefde- taak vervult op onze aarde en op mooie, stille maanavonden zoo gaarne toeft bij haar zusteren haar liefdetaak vervult op onze aarde en op mooie, stille maanavonden zoo mensehenkinderen, dan iziet dat de profetieën, eertijds den kleinen knaap gedaan, zoozeer in vervulling kwamen, dan knikt ze in zalig weten met het sohoone hoofd en haar sneeuw witte hand wijst naar devrouv, die zij den pasgeborene eens toedacht, de energie ke, dedappere— NOKMA. DIALOOG. vooral van do zijde dor ongchuwden, aau do noodlgo spottende uitroepen. Als do facteur zijn buit eerlijk verdeeld heeft, ziet men reeds verscholdono glundero geziohtoa het nieuws van huls on haard ver slinden. v Hier staat oen groppjo van twintig hot pas ontvangen portret van Jaap's ega te bestu- deoren en te bocrltisoeren, ginds ziet men een matroos een bundeldtje kranten ontvou wen, waarop zoodra zichtbaar werd dat het „Juttertjes" waren, oen groot aantal nieuws gierigen zich om den gelukkige verzamelen, met gevolg dat binnen korten tijd do kranten in stukken en brokken door tientallen gretig worden verslonden. De uitroepen, welke met dat lezen gepaard gaan, zal lk de(n) lezer(es) maar onthouden, niet omdat ze geen effect sorteeren, verre van dat, doch moer, omdat ze niet voor alle ooren en oogcn geschikt zijn. Wel heb ik bemerkt dat het „Nleuwedle- pertje" of hoe men de Heldersche Courant in de wandeling ook betitelt, vooral in Indië, door welke hater van Nieuwediep ook, gretig wordt gelezen; dat tientallen marine-schepe lingen hun kranten opgezonden kragen van hun vrouwen en danig reclameeren indien moeder de vrouw, door welke omstandigheid dan ook, verzuimt haar man het „Stlnkertje" of hoe men het ook noemen wil, op te zen den. De ongehuwdem, zij mogen sohimpen zoo veel zij willen, behooren eveneens tot hen die uren zitten te wachten op den faoteur of hij soms ook nieuwe Heldersche Couran ten mede breng! I>e Heldersche Courant is aan boord der schepen ln Indlë een welkomen afleiding en geeft vaak voldoende stof tot het hespreken van verschillende onderwerpen, waarop dik wijls aangename debatavonden volgen. Ook van het marine-nieuws woidt door den sche pel lm g goede nota genomen. Niet alleen aan boord der schepen, doch ook ln hospitalen, cantlne's en verdere ma rine-instellingen in Indië vindt men het Nleuwodiepertjo hel vuilst.vanwege het vele lezen en bleek het het langst gespaard van den weg van allo stof. Nog vele jaren trouwe makker ln den vreeradel v F). Lezer, 't klinkt als een sprookje. Jaren geleden, meer dam een halve eeuw ♦«rug, klonk op een morgen in een nederige woning in Juttorland da eerste schrei van een jonggeborene, Met een zaligen glimlach over 't afgetobde gelaat rustto in de bedstee do jonge moeder -n oen JJ— - e hoe irstgel kleedt e, dat wil zeggon stijf, als eon lange turf, ln alle inogolijke kloeren inpakte, zoo als men dat ln don gooden ouden tijd gewoon was, hem daarna in zijn houton wloglo toe- dokte en het groen saaien wiogokleeii zorg vuldig sloot voor hot te sterke daglicht. Maar toon de dag verstreek en de avond invlol, gluurde de volle maan r,nar binnen en ln 't witte licht worden zichtbaar vele sohoone gestalten, die het houten wlogjo om ringden. Een teere, blanke hand sloeg het wiogeklood. op en liefolijko feeën, want dlo sohoone gestalten waren feeën, bogen zloh over 't slapend kindje. „Gezondheid" fluisterde de eerste en twee handen strekten zich zegenend over 't knaap js ui! „Kracht", vervolgde de tweede. Da meerders goede gaven werden over Wist jij 't, amice? Natuurlijk: De Heldersche Courant be staat vijftig jaarl En weet je wat ik gedaan heb? Nou? Je bont gaan feUciteereni Je doch! don krijg ik minstens 'n roakertje. Niks van anl Ik ben naar de Koning straat gegaan en ik sprak de loopjongen van de zetterij nn.... Ik zeg: Woot jo nog wel van 't ouwe „Vliegende Blaadje"?.... Och, meneer zegt-le.... Ik bon geheld in den Helder en Nleuwo Diep.... hoeft er mij niks van te vertelion. Dat geloof ik..., Nou: Toon zei ik..,, Je moet me niet kwalijk nemon, maar ik wil over dat feest 'n gloeiend artikel sdhrtjven'n feest- En dat er geen sterveling bestaat tus- schen het Noordzeekanaal en Schiermon nikoog, die iets anders wil lezen, dan de moderne Heldersche Courant! Zoodat we 'n oplaag krijgen driemaal per dag zoo groot als de oplaag van de bankbiljettenpers in Berlijn op 't oogenblik.... Top!.... Afgesproken 1 Vooruit.... Naar de volgende vijftig jaarl Leve de Heldersche Courant! En 't „Juttertje". En de familie De Boerl En de redacteuren En de administratie En de zetters! En de drukkers. En de juffrouw van de telefoonl En de loopjongen.... En wij! En wijl..Saluutl Addiol OP HET GOUDEN JUBILE VAN DE HELDERSCHE COURANT. Door de zorgen van de® Zaaier Werd het zaad 'n sterke plant: Uit het Kleine Vliegend Blaadje Kwam de Heldersche Coulant! Die de stormen dorst trotseeren Als de fiere Eik in 't woud Met koper, zilver zich zag eeron En nu wordt gekroond in goudl Moog dan weer een feestklank schallen, Huis en straat, alom versierd', Als het lijfblad van den Helder Luisterrijk z'n Eeuwfeest viert! L. H. OBDAM. Alkmaar Jan '28. artlkol van do bovenste plank!.... En wat denk je? Nou,... en?.... Meneer zegt-ie.U is toch niet van de „Heldersche"? Ik zeg: niet?.... Neel zegt-hij weer.... U is van 't „Juttertje"!.... Maar dat is juist het beste bewijs. Nie-waar?.... Dat zei ik ook Zijn wy Sjourenalisten of zyn we dat nieti En of!.... En jutters zyn we ook.... Want ik wil je vertellen: Toen 't „Juttertje" van de „Heldersche" er nog niet was nou.... toen was ik zelf een van de ergste Jutters van 't Nieuwe Diep.... En ik.... Jaren lang heeft myn naam in 't Vliegend Blaadje gestaan.Elke week weeran soms al was 't maar onder 't politie nieuws! Komt er niet opan.Maar wy met z'n twee-en hooren by 't feest: En we hooren in de feestkrant.. Precies! Want t „Juttertje" zou nooit geboren geworden zyn en zou nooit kunnen bestaan als er geen oude en degeiyke Helder sche Krant bestond. 't „Juttertje" is het levende bewys van de beteekenls van de „Heldersche".Waar is de tweede provinciale krant met zoo'n Zon dagsblad?.. Nergens1 O! zoo.Dat bewyst dat 't moeihjk is! En ofDat doe je niet zoo maar. Je kan niet enkel ln 'n vloek en 'n zucht een „Juttertje" uitgeven.... Daar moet je eerst 'n goede krant voor bezitten En jaren lang aan weriton. En solide en vertrouwd in de stad Inge werkt wezen, En 'n stevig aantal nbonnó's bezitten. En voorzichtig gefinancierd hebben..,, Dus?..,. Dus: Al was er geen enkel ander bewys dan was het „Juttertje" op zich zelf bewijs genoeg, dat we ln don Helder trotsch kunnen zijn op de „Heldersche" en op de familie De BoerlStel Je voor, dat die familie De Boer er niet was geweest? Man, schei uit! Laten we over wat anders praten..,. Dan zullen we over 't feest praten En we zullen naar de Koningstraat gaan. En meehelpen aan de officieel e huldl- gings-herdonklngs-jublleums-feest-hulve-eeuw uitgave. We zullen 'm versleron met groon en bloemen.... En 'n toespraak houden Prosl'4 Op het vyflig-jarig bestaan van onze L iderscho Courant.... En van de fanillio De Boerl En nou de volgende vijftig jaartjes.... Nou zullen we 't zoo makon, dat rt „Jut- tertie" 's Zaterdags ln eon formaat van tien bladen verschijnen moet.... En de Heldersche zelf driemaal daags. Zes maal zoo groot' als op 't oogonblik En met 'n eigon luchtpostdienst. En illustraties.... En dat het gezamenlijke personeel zoo groot Is als nou het marine-garnizoen van den Helder En dat de Koningstraat moet worden uitgebouwd.... NA VIJFTIG JAAR. Het behoeft welhaast geen betoóg, dat ik zeer gaarne voldoe aan de uitmoodiging om voor het Jubileum-nummer der Heldersche Courant" een bijdrage te leveren. Als schrij- ver der „Haagsche Brieven" in ons blad ik hoop, dat u myn „krabbels" wel eens hebt ingezien 1 beb ik uit den aard der zaak daarin steeds Haagsche feiten en toestanden besproken en het zou mnjns inziens niet juist zyn om in dit speciale nummer eveneens dergelyke hofstedehjke meditaties ten beste te geven. Het valt my echter niet moeilyk een an der onderwerp te kiezen dat is nu een maal een eerste vereischte in de journalis tlok en ik zal my dus, als geboren Nieuwe- dieper wagen aan het noerschryven van oenigo herinneringen uit don tijd, dat ik de eer had ingezetene van Helder te zyn. Het verband tusschcn onderworp en tltol zou u eohter zeker ontgaan Indlon u wist dat schryvor dezes (gelukkig!) nog geen halvo eouw ln dit anrdsoho tranondal rond wandelt, of wat, voor hom die my konnon juister is, rondrijdt. Want oorUJk gezegd aan ïoopon hob ik, modorn grootstedeling, oen broertje dood, en het gaat my foltoiyk nooit vlug genoog, lk ihvaal oohtor af ook al eon modern versoliijnsel en zal my dus ondanks het grootscno getal „60" eerste compliment aan do jubilaresso noodgodwongon raooten bepalen eeuw. tot voorvallen in do twintigste Zooals gezegd ben ik te Helder geboren en daar ben ik trotsch op. Dit wil ik in 't by- zonder nog eens zeggen tot degenen, die de vriendeiyke gewoonte hebben hun ge boorteplaats op smalende wyze te oritiseeren en tot de helaas nog velen in den lande, die Helder een „gat" noemen. Ondanks het feit dat ik al gauw 10 jaar deze plaats metter woon verlaten heb, kom ik er nog steeds gaarne, omdat zy naar myn gevoelen, be halve dan als herinnering aan ndjn jeugd, een kiem in zich draagt die, hoewol momen teel nog in den schoot der donkere aarde sluimerend, töeh eens zoo zy slechts de kans krijgt een klein straaltje van het gou den zonlicht te aanschouwen een gestadi ge ontwikkeling te zien zal geven, die me nige verwachting zal overtreffen. Die kans te soheppen, ziedaar het doel waarnaar elk rechtgeaard Nieuwedleper zal streven. Dat zal ontzaglijk veel moeite en stryd kosten, maar: „Hoop doet leven", en men vergote ook niet dat „Keuion en Aken evenmin op één dag gebouwd zyn". Ik kom hier als van zelf op de economische ontwik keling van Helder, een vraagstuk, dat de laatste jaren steeds zeer de aandacht heeft getrokken en dat ook mij van verre voort durend heeft bezig gehouden. Ook vroeger, toen ik als jongen met mi|n kameraadjes Helderts straten en speciaal de Koningstraat 1 onveilig maakte, toen, nog op de schoolbanken zittend, maakte ik reeds allerlei illusies en plannen. Ik zag reeds ln nüjn verbeelding in onze mooie Buitenhaven Oceaanstoomors liggen; ik zag reeds een eleotrisdhe tram door do hoofd straten onzer goede gemeente rilden. (U meet woton dat lk toon roods dikwills in don Haag logoerdel), ik ontwierp ook do kortste tramverbinding Texolsche boot—Station— Hulsduinen en verbeterde het stoomtram' metjo van Pot, destijds de glorie van Jutter- land. I Nu ik het todh over wijlen onze „Tram heb, sohiet my eon tragl-koimlsch incident daarmede in gedaohten. Ik wil u dit even vertellen. Het was op een wnrmen zomernamiddag dat we mot ons grootsteedsoh vervoer-middel van Huisduinen naar huls zouden gaan, De 1'OOomotlef stond onder de bekwame hnndon van Bergman op eonlgen afstond water on kolen te ladon, terwijl do wagons zich lang zaam aan met de hulswaartskoorondo strnud- bozookors vulden. Wy, jongens, nnmen do tram als gewoon lijk mot kennersblik van buiten op, totdat Ik tot myn verbazing voor ecu dor wielen eon plankjo ontdekt dat, naar miln bescheiden rnocning oen ernstigo belemmering voor Hot aanstaand vortrok opleverdo: lk meende dus een goode daad te doen door dit „struikel blok" to verwijderon. Maar nauwelijks had ik dat gedaan of, o schrik, do tramwagons zotten zich langs do glooïng naar den dijk langzaam ln beweging. Groote consternatio onder do passagiers. Hevige schrik by mi1, die als onbewust da der van een mogelijke tramontsporing mi aan de woedende blikken en ontboezemingen van den conducteur van Putten onttrok Eindelijk begreep deze dat het beter was baal to vereeren, maar al spoedig hadden verschillende omstanders hem duideiyk ge maakt, dat dan ook de origineele reminrich- ting van de Huisduiner stoomtram gemeen goed zou worden, wat toch in het belang van deze instelling zelve minder gewenscht ware. Hoe kan een kind ook weten, dat het door het wegnemen van een stukje hout, een stoomtram in beweging kan brengen I He laas, dë „tram van Pot" is ter ziele, eëre zy haar nagedachtenis. Wy hebben als voorganger van de tegen woordige auto-verbinding, naar ik my herin ner, nog de z.g. „Benard-trein" gehad, wier eeiügstü verdienste blijkbaar Is geweest de brugleuning van die Fortgracht in elkaar te ryden, waarna men waarschyniyk dit middel van vervoor, als zynde te modern, op stal heeft 'gezet En nu geloof ik, dat de toestand steeds meer ideaal wordt, al zal in de toekomst een stoomtram-verbinding na de ontwikkeling onzer Badplaats wel onmisbaar bhjken. Ik zou aan myn herinneringen aan Hel der waarschynlijk wel een heel boek kunnon wijden, zoodat ik mij eenige beperking moet opleggen. Het levendlgst staat mij echter nog voot den geest de Taptoe; do landings divisie (waarmede ik wel eens een geheelen dag zonder eten in de duinen doorbracht); dan het vertrekken en thuisvaren van de oorlogsschepen, een typisch Heldersche ge beurtenis; stormweer, waarbij wy wind en weer trotséerend urenlang op den dyk of aan het Havenhoofd verbleven. De Marine heeft zooals van zelf spreekt ook in myn leven een belangrijke rol ge speeld en de werf en verschillende schepen waren dan ook steeds voor my byzondere at tracties. Daarover uit te wydBn laat dit korte bestek niet toe. Van den lateren tyd dateert mijn interes se voor do sport en herinner ik mij als den dag van gisteren den feilen strijd tusschen de plaatseiyke concurrenten „S. H. B. S." en „H. F. CV', waarby ik overtuigd aanhanger van de Groen-Witten was. Helaas, ook deze clubs bestaan niet meer in hun ouden vorm on hun terreinen aan den Bolweg, b;j het Tuindorp en aan den Strooweg worden thans met meerder of minder succes door bun jon gere opvolgers bespeeld. Mogen ook zij de „voetsporen" van hun roemrijke voorgangers drukken en steeds, ook op dit gebied, de eer van Helder naar buiten hooghouden. Het zou schynen alsof ik de Jubilaresse zelf min of meer vergeten zou, doch waar an deren elders in dit blad meer uitvoerige be schouwingen wijden aan de Courant en hare geschiedenis, bepaal ik my slechts tot enkele korte trekken. Hot blad heeft reeds vele jaren mijn by zondere belangstelling en toen het ruim ze ven jaar geleden nog als 't „Vliegend Blaadje" de wereld inging, was het reeds een wpulalr plaatselijk orgaan, hotgeen wel dijkt uit de talrijke Intlomo bijnamen, die Vox Popuil er aan gegoyon heeft, als „Nleu wodiepertjo", ,,'t Krantje", ,,'t Juttertje", de .Pieterman" en zelfs den wolluldendon naam t „Stlnkortje". (Hoe komt men daar toch aan?). Het uiterlijk van de oude drukkerij staat mij nog heldor voor oogon en de koeren dot ik, hetzy met myn vader, neefje van den eJgonanr, ook binnen een kijkje mocht no men, herinner ik mij nog als don dag van gister. Als de Courant ln don verkiezingstijd de uitslagen bulletineerde op de bekende groote witte borden, was ik steeds present, al had ik, jong broekje, van de gewichtige politiek nog niet het minste benul. Vroeger waren ook de bekendmakingen betreffende de aankomst van de mail toen de brieven nog aan het postkantoor op Zondag konden worden afgehaald een zeer gewaardeerde vriendelijkheid van de Firma de Boer, wat velen, die in Indië ver toefden of betrekkingen hadden, zich nog wel zullen herinneren. Sindsdien is er veel veranderd, de druk kerij is verbouwd en gemoderniseerd, haar werkingsfeer is aanzienhjk uitgebreid. Maar de „Heldersche Courant" is steeds gebleven het populaire, veelgelezen blad te Helder en het feit, dat velen, die Helder tijdeiyk of voor goed veriaten, het blad bUjven lezen, spreekt boekdoelen. Geen enkele instelling Is er ln de afge- loopen 60 jaar in geslaagd ook maar een klein gedeelte van den invloed en versprei ding, die de firma de Boer aan het blad heeft weten te geven, aan zich te trekken: Helder en „Heldersche Courant" zyn éént Een moeiiyk vraagstuk beeft de leiding van het blad, naar myn meening, ln den loop van djeni tydi weten op te lossen, n.L dat der neutra 111ei! Onder de bevol king van Helder treft men reeds van ouds her zeer uiteenloopende meeningon en btroomlngen aan, zoowel op kerkeiyk als op politiek en sociaal gebied. Wanneer men onder deze omstandigheden kan zeggen, dat het blad neutraal gebleven is en dat het voor eiken lezer bevattehjk en gosohlkt Is, dan is dit een prestatie op zichzelf, waarop slechts weinig dagbladen kunnon bogen. Medewerkers van de meest uiteenloopen de rlohtlng en levensopvatting zyn er in aan 't woord en hun produoten zyn ook by andersdenkenden welkom, hetgeen lk zon der pedanterie wel mag zeggen. Do laatste schepping van de hoeren de Boer, ,,'t Juttertje", getuigt van een juist In zicht in. de behoeften van het krantenlezend publiek, dat ook wel eens „llobte kost" en populaire stukken ter afwisseling wil voort gezet zien. En ls ook het „Juttertje" niet reeds nu een Inslaand suooes, getuige do alom bekend* gezongen en gonourlede „Jut ter mar soh"? Vooral do laatste jaren is de Heldersche Courant mot rnssoho sehrodon vooruitge gaan op het pad dor journalistiek, waar ovonwol voetangels on klommen liggen als ovoral elders. Maar do bezwaren zijn op energieke wyze overwonnen en ik hing als onafhanlceiyic journalist wel zoggon, dat dit blad Is: «engoodeoouran! (Hot verband tusschon het blad on de go- meonte Helder komt wol op 'geen hetero wyze tot uiting dan in het streven naar do ooonomisohe opleving en vooruitgang der stad. De courant is duels jaren de «preek- eerst de tram tot stilstand te brengen, waar in hy, geholpen door talrijke manneiyko passagiers door trekken en schrapzetten n.b.i slaagde. De goede man had het pret tige voornemen om my met een proces-ver- gevoeld en was dan ook voor mij, die gaarne zyn bescheiden krachten wil aanwenden om naam en belangrijkheid der gemeente naar buiten meer naar voren te brengen, aanleiding om eenige jaren terug als cor respondent te 's-Gravenhage op te treden, daartoe door de welwillendheid van de hoe ren de Boer ln de gelegenheid gesteld. Het mededeelen van toestanden en gebeurtenis sen in een groote stad zal mJ. kunnen hydra- gen out te Helder nieuwe denkbeelden te doen ontslaan on deze ten slotte te doen verwe- zeniykon. lk heb dan ook steeds met het meeste ge noegen on ln de boste verstandhouding met de redactie, Inzonderheid de hoeren de Boer, samengewerkt en hoop, dat ik dit voorrecht ook in bescheiden gedeelte van de nu vol gende tweede halve eeuw-helft zal mogen hebben. Dat de gestadige ontwikkeling en bloei van de „Heldersche Courant" baar druk- kory ook voor een groot deel te danken is aan den arbeid van de heeren de Boer, die daarvan hun levenswerk hebben gemaakt, zal in den breede nog wel door anderer pen worden geschetst. Ik ben er van overtuigd, dat ook in de toekomst groote resultaten daarvan ver wacht kunnen worden en dat deze hand in hand zullen gaan met de m.i. eens komende verbeterde positie van Helder en haar ln bloei toenemend, eigen blad: De 60-jarige myne beste gelukwensohenl de „Heldersche Courant". 's-Gravenhage, 0 Januari 1028. LEO. beeld van alle feiten en toestanden en ik trompet van Helder; zy geeft een gotrouw 1(1 ÉMMMÉMI ben er van overtuigd, dat zy nog een groo te rol in bovengenoemd proces zal hebben te vervullen hetgeen een verdienste te meer is. Juist dit verband heb ik steeds duldeiyk AAN DEN JUBILARIS. Onze oude, trouwe Jutter Komt nu reeds een vyftig jaar, Opgewekt nog lang geen dutter 't Nieuws ons brengen, kant en Maar. Het voornaamste en recentste, Brengt hjj onverpoosd ons weer, Van de bladen, meest gewenschte In de plaatselijke sfeer. Waar een Nieuwedleper zetelt, Waar hy woont of waar hy vaart, Overal is 't Heldersch krantje, Dat hy leest, wéér ook op aard Want het brengt hem in gedachte By zyn huis en by zyn hof, Waar hy schreide en vaak lachte; Waar hem leed en vreugde trof. Bindt hem aan het dienbaar plekjei, Ver daar aan 't Noorder strand, 't ls eon vriend hora in zyn leven, 't zy op zee of ln welk land, Komt de 't Eorsto Want In zyn Uef geboorteland. „Gut, die ook de bruid gowordenl" Nog oen oude vlam van hem En dlo dood, en die een klndjel Zit die nu weer ln do klem! Heel hot plaatsoUjk gebeuren, Wordt hom heoriyk meegedeeld, t Brengt hem uit des levens sleuren, ft Schrijnend wegzijn dlohtgeheeld. Brengt ft niet de voetbalmatche«, Leest gij niet van O. K. K En P. P. gaf weer s'n fuifje, H. B. S. kwam reis daarna. Om in „Gas" hun feest te geven. Ja, lm Helder ls ft opperbest! Tavenu en zooveel and'ren, 't Gaat als 'n caleldosooop 'n Vroolijk dansje of 'n lezing, Of 'n gang naar bioscoop. Alles meldt de trouwe bode, Steeds nog is hy by de hand; Daarom misc men hem zoo noode: 't Is een vriend hem en 'n band. Dank dus aan dien trouwen Jutter! Dank zy onze Heldersch' Krant! Ga hy onverpoosd steeds verder Nieuws te brengen voor eiken stand! Biyv' hy lang nog nieuws ons geven, Zeer recent en zeer correct! Biyri hij lang nog in ons leven Voeder van ons Intellect! ROBINSON. ENKELE HERINNERINGEN. van den verslaggever voor Breezand en Anna-Panlowna. rul'm een dertigtal jaren, miaar wat is er in de laatste kwarteeuw, ja in de laatste tiental jaren zelfs, al niet verandetrdl Een verslag- fover op een Raadsvergadering büvoor- eeld, daarvan wist men voor ruim een der tigtal jaren hier nog niet. De belangstelling in de handelingen van den Raad was zoo ge ring, dat een enkel min of meer uitvoerig Prosit! En nu de volgende jaartjes! vijftig Dr. Corel J, Brensa. Ara et Labor, en ook Ago Deden allen weer hun best, De eerste belangstelling ln hel Raadsverslag, Het lot van den landarbeider, Jan Fortugn. v Tooneelultvaerlngen, Het „Nut". Schoolbezoek, Zoo is het don al vyftig jaar geleden, dat het „Vliegend' Blaadje" werd gestiohtl Een halvo eeuw! Wat is er sedert al niet ver anderd! Onze eigen herinneringen gaan niet zóó ver terug inaar wy weten toch nog heel goed vau den tyd, toen de Koningstraat nog in begin- van aanbouw was en do Keizerstraat nog niot bestond. Ook het „Vllcgond Blaad je" kunnon wy ons uit onze jongonsjnron nog heel goed horininerein, want in onze jeugd werd Don Helder voor eenige jaron' onze woonplaats. Dooh ook hier ln Anna-Paulow- na had! hot blad van don aanvang nf abonnó's, want tusschon de bowoners van Heldor en Annn-Paulownn hebben, zoo lang onze Pol- dor bestaat, relaties van vrlondsobap en bloodvorwantsohnp bestaan. Voor den vor- slaggovor vlei or echter in dlo eorsto jaren stellig al heel weinig to doen, want van hot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5