Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 13 Jan. 1923.
fïgsrarara
VAN 'S LEVENS
1 WIJSGEERIGEN KANT
NO. 53. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
MARINE-HERINNERING.
Toen ik ln 1897 wederom ten tweede
male! twee jaar op de kust vanAtjeh
had doorgebracht, (waar wij nog altijd aan
het pacifiiceeren waren!), maar ditmaal op
Hr. Ma „Sambos" en Hr. Me. ,Lombok
wek ik overgeplaatst op Hr. Ma fregat
„Johan Willem Friso", om daarmede „om de
Kaap" thuis te varen. Dit schip lag te Pa-
dang in do Emmahavcn, was pas uit Hol
land aangekomen en wisselde daar geheel
van equipage- °P Óleh-leh werden dus een
paar honderd man „van de kust" verzameld,
dat gehoele jolige partijtje embarkeerde op
do Westboot, waarmede we voor het laatst
de Suratte-passage doorgingen en drie dagen
later waren wij op ons nieuwe schip, waar
ook, uit andere streken van den archipel, de
thuisvaarders aankwamen. Het was daar een
drukte van belang, wamt er moesten kolen
worden geladen, victualie ingenomen, de in
ventaris aangevuld enz. enz., maar het was
een prettige drukte wij gingen immers
huis-toe! Iedereen was in goede stemming en
de equipage bleek een prachtbemanning te
zijn.menschen die hier en daar wat had
den meegemaakt! Er werd een gedeelte van
een der ruimen beschikbaar gesteld voor het
volk, dat kon dóór hunne cadeaux voor „moe
der de vrouw'* of voor „het meisje" inber-
gen, en dat ruim was al gauw vol met aller
lei, meestal Japansche „mooie bullen"! Zelfs
kwam een der „gasten" aanzetten met een
aap!.nu, die mooht, bij uitzondering, dan
als bovenrols gast óók mee, en die zat zeer
genoeglijk op de verschansing ^smoelen te
trekken'' en geluiden te maken, ten pleiziere
van het volk.niet vermoedende wat een
ellende hij, arm tropenklnd, tegemoet ging!
Tussohen haakjes: toen wjj eenige dagen
later in zoe waren, zat plotseling een viertal
apen op de verschansing! Wat nu heelemaal
de bedoeling niet was geweest van do auto
riteiten!! Maar zij zóten or eenmaal en je
kunt die arme stumpers toch niet overboord
zetten! Toen wij in de buurt van de Kaap
in de kou kwamen, het was in Juni en dóór
dus winter, verdween de heele dierentuin
naar omlaag, waar het tenminste een beetje
warm was! Later, weer in de warmte komen
de, telden wij er nog twee.maar ik ge
loof, dat er niet één levend in patria geko
men is. Arme stumpers, mot Je behoefte aan
zon, boomen en vruchten! wat heb ik je be
klaagd als je zat te rillen van de kou, met
een jagjo aan en een warme kruik in je
vier handen, tegen je lijf gedrukt! Wie ooit
een arm apenkind heeft zien sterven van
„ellende" en dan de uitdrukking in die oogen
heeft gezien, die vergeet dat nóóit!.en
neemt ed* nooit weer een mee naar Holland!
Maar om op de Friso terug te komen!
Het vertrek van Padang behoort nu niet tot
mijn jollgsto herinneringen! Toen wij 15 Mei
de trossen losgooiden en wegstóomden.
-dond er één «egge één Europeaan, de
havenmeester, op den steiger, terwijl verder
op een kettingjongen met de vlag salueerde!
Dat was alles! Kwam dit omdat het toevallig
's middags 12 uur, dus op het heetst van den
dag was? of voelden de Padangers zoo wel
tilg voor de Marine? Ik weet het niet maar
houd de herinnering dat dit afscheid van
Indil, niettegenstaande de gloeihitte, erg
kooi was!
tiaar dat hinderde ons niet! in de Ion
was het een gezelligo boel! Allemaal lu
dis fikaar van vipoger kenden en goed met
f-lVfiSf opschoten, en een eerste officier, die
zon ln hot water kon zien schijnen.
hem maar geen geld kostte! Een van
de .iviigero officieren bespeelde de violoncel
mi 1.' ewel dat nu juist geen instrument is
om hij te zingen, deden wij dat tóch bh
gc-bf -k aan beier! Als do zeilen dan goed
bol stonden, het schip een lekker vaartje
liep van 5 h fl rrijjil, en iedereen dus in een
go:v;e stemming was, dan werd 's avonds
tufj-::hen' zes en zeven uur, vóór tafel, het
„zs-arta kreng" zooals de cel populair
heette voor den dag gehaald en onder het
'«f"
io$n
UOOTE FIGUREN UIT DE SAMEN
LEVING!
I.
Dante AUghierl. 1265—1821.
Dante AUghierl de schepper van de
-jens onze begrippen onsterfelijke „Divl-
Oommedia", die werd geboren in het
1205 te Florcnco is de allergrootste
c mter van het oud-Italiö. Samen mot Ho-
in do oudheid en Shakespeare ln de
'dssanco behoort hij tot do vermoedelijk
grootste dichterfiguren der wereld,
't nlot wegneemt, dat ook hij een atof-
';'ven' hoeft Igehad, dat arm aan zon-
iiiMuV11 uls willige bekoring z'n in-
k r gehad.
.''ïl.ïl.rf Angoto do bul bongowon e
'h lJM,ouwer 'en «ohilder, is
nte om Htqatkundigo redenen uit zijn ge-
-mw vaderland verbannen en is jaren lang
rersdiourd geweest door het verlangen hrt
nog eens weer te zien. Het i8 niet gebeurd!
Zelfs zUn asoh mocht nlot ruston Jn het
door don dichter zoo geliefde Florence doch
werd te Ravenn© aan de aarde toevertrouwd!
Toen do Jonge Dante nauwelijks negen
jaar was, ondervond zijn kinderhart do eer
ste liefdeI Het was een vroegrijpe liefde
van eqn vroegrijp geniaal kind. Zijn aan
gebedene was.een achtjarig meisje! En
dat het geen malligheid Is geweest zoo
als wjj die nog wel rullen kennen uit onze
genot van een bittertje weerklonken dan do
schoonste Uederen bij dat accompagnement
ln do longroom. En wij haddon er velen! in
verschiUende talen! maar het meest geliefde
was het Uod van „de drie verbanningjaren",
„het" Ued, het lied dat nooit verveelde en
dat steeds mooier klonk! Het was eenige
jaren geleden gemaakt door een zeeofficier,
maar nog steeds actueel en dat zal het wel
altijd Mijven, zoolang er oorlogsschepen met
thuisvaarders zullen bestaan! Het werd ge
zongen op de wijs van „t'en souviens-tu
disait un capitaine" en twee der coupletten
die ik onthouden heb luiden als volgt:
En zoo ging het door, zes coupletten lang!
vooral do twee laatste regels brülden wij
dam uit, dat was de quintessenoe! en sommi
gen veranderden dan „de drie verbannings
jaren" in „de drie vervloekte jaren" of „ver
doemd© jaren", naar gelang zij het in Indiö
minder goed getroffen hadden, maar dat
deed ik niet, want ik héb het daar altijd
best gehad en Indiö Is een goed land!
Ja, hot is ©en schoon lied! oen Ued dat
iedere zeeofficier moest kennen! dat vóór in
het „blauwe beek" geplakt moest worden,
om iedereen die voor drie jaar naar „den
Oost" gaat, den moed niet te doen verliezen.
Slot volgt
THIJS.
VERMINKTEN.
Ata een koe of een paard een poot breekt,
dan wordt zoo'n invalide geworden beest ln
den regel tot oonsumptledoplelnden verwerkt.
Immers: het beest is tot niets anders ons
meer tot nut en1 daar dergelijke dingen door
de mensohheid slechts van den matorieelen
kant worden bekeken, sohlet er voor het
beest niets anders over dan de genadestoot.
We houden er nu eenmaal niet van, dat
ons aestethlsch gevoel door den aanbUk van
een verminkt beest wordt geweld aangedaan
Hoe dat met die beesten ln den natuur*
staat gaat, weet ik niet zoo precies, dooh ik
vermoed, dat ook in die wereld het aantal
verminkten wel tamelijk groot zal zijn en
dat die zich best aan de omstandigheden
zullen weten aan te passen.
Natuurlijk zullen die dieren ver boven
onze aanvooUngen stqan en zullen ze niet,
zooals ik dat laatst op een plaatje zag, op
cynische wijze een wedstrijd ln het hamloo-
pen voor verminkten organlseere».
Daarvoor staan ze te hoog
William Long, de man, die zonder geweer
de wildernis intrekt en daar langdurig ver
toeft en de dieren besohrijft, zooals ze zijn,
onopgesmukt vertelt van de goede en kwade
eigenschappen der dieren, zal daar heel wat
moer van weten,
Toch kunnen we ln eigen omgeving ook
nog wol van <llo verminkten in den natuur
staat waarnemen.
Zoo heb ik ochtend aan ochtend, als ik
den zeedijk overtrok een spreeuw waarge
nomen, die aan een der pooten mank was.
Tussohen zijn kornuiten, die met hun drib
belpassen en telkens wijdgesperden bek, het
langs den dijk afgraasden, wist
ij best mee te doen, al helde dan zijn man
jaren uit de „eerste" klas, blijkt uit het
feit, dat wl), tot in do twintigste eeuw toe
dat meisje hebben leeren kennen via Dante.
Want hot was een aanvallig meisje uit Flo
rence, die ergens ln de buurt van den knaap
woonde, die hij slechts zeidon zag, nooit
sprak en heel zijn leven niet van dichtbij
heeft kunnen waarnemen,
Hij noemde haar op z'n eigen houtje
Boatrioe, En we weten niet veel van haar,
dan dat zij nimmer de geliefde of de vrouw
van den dichter geworden ls dat zij als
Jonge en sohoone vrouw met een respecta
bel man van Florence huwde en reeds op
24-jarigeii leeftijd stierf.
Maar Dante was en Weef haar ootmoedige
en devote minnaar en het is aan haar voor
namelijk, dat wij de Schoonste werken van
Dante danken I Wie tegenwoordig over Dante
spreekt.denkt aan Beatriool
Dante zelf was volgons do overleve
ringen ongelukkig getrouwd. En maat
schappelijk liep het hem ook niet mee, of
schoon hij Jn den aanvang van zijn leven
verschillende ambten van vertrouwen bij
de Maglstrateuur bekleedde en Jaren ach
tereen een gezien inan was.
Muur 141 was dichter en onstuimig vrij
denker verzette zich dus tegen alles wat
minderwaardig in zijn oogen was. En toon
In hot Jaar 1801 toon de dichter dus 86
jaar was en Florence werd Ingenomen
door Karei van Valols toen was het
oogenbllk voor de belagers aangebroken
Dante te verbannen en zijn goederen ver
beurd te verklaren.
En zoo begon zijn tooht over de wereld
een man met een overgevoelig en ge
marteld dichterhart, arm, zonder liefde, zon
der huls en have, gebroken van smart en
teleurstelling. Als een moede lijder was hij,
die opklimmen moest togen het moeilijke
levenspad.
Dat was juist de bedoeling van de ondoor-
ka kant telkens bedenkelijk over. Hij liet
zich de kaas niet van het -brood halen en
wist te zorgen, dat hij ook zijn portie van
wormpjes of kruimpjes of wat er meer te
gulzen viel, beet kreeg.
Een musch, die zijn staart kwijt was ge
raakt, heb ik ook zoo dagen achtereen, haast
op dezelfde plék waar kunnen nemen. En
ai was (hij zijn roer kwijt, toch wist hij zich
best te sturen. Vermoedelijk wist hij1 met zijn
riemen, i.c. zijn wieken, door nu een tikje
meer stuurboord en dan weer 'bakboord, zijn
richting goed te bepalen.
Hy zag er niet minder brutaal en niet
minder welgedaan uit dan zijn soortgenooten.
Laatst heb ik een poos staan kijken naar
eeni kokmeeuw, die er slechts één poot op
nahield.
Nu hoor ik al velen zeggen: hoe is het
mogelijk, dat iemand daaraan zijn tijd ver
lummelt Ja, dat is een kwestie van opvat
ting. De een, als ik dan hetzelfde woord mag
gebruiken, verlummelt zijn tijd met het kij
ken naar een voetbalmatch, of bokswedstrijd,
of motorrace of biosoope of welke „time-
killing" dan ook en zoo heb ik er af en toe
eens genoegen in (mijn tijd te verlummelen
met het kijken naar vogels of dieren of zee
gedrochten om van hun doen1 en laten wat
meer op de hoogte te komen.
Enfin kortom zou Micawb er zeggen
ik verlummelde dan mijn tijd met het kijken
naar die eenpootige meeuw.
Zooals ie daar stond op zijn eenen poot,
was er niets bijzonders aan hem te zien.
Stolcijnsch, zooals meeuwen en ook andere
vogels dat kunnen doen, stond hij daar. Heel
zijn lichaamsbouw en zijn stand was een en
al gratie.
Doch toen kwam er actie, want zijn soort-
gentooten trippelden, in vlugge pasjes, het
veld rond, nu en dan eens een worm weg
pikkend en dan maar trippelend en loerend
om meerder buit weg te grazen.
De verminkte, die bij het zien van het
schranzen zijner natuurgenooten, „het water
over de tanden" begon te loopen, wilde ook
ztyn deel van de lekkere hapjes hebben en
op zijn eenen poot hupte hij voort, nu en dan
even balanoeerond met zijn vlerken, zooals
wjj jongens dat met de armen deden, als we
hinkelend op één been, ons voortbewogen.
En als hij opvloog, dan kon hij zich met
zijn poot geen fllnken zet van den grond ge
ven1, zoodat hij opvallend meer beweging met
zijn vleugels mankte dan zijn kameraden.
En als hij weer neerstreek, dan was het
een heele toer voor hem om op den eenen
poot hei evenwicht te hebben gevonden.
Dooh zijn vlerken waren dan al weer z$n
balanceerstok en het lukte hem steeds.
Of hij 't er minder om had, nu hij één poot,
op welke wijze dan ook, had moeten missen?
Maar hij redde zich en zag er even welge
daan en even slank uit als zfyn makkers.
Roeien met de riemen, die men heeft, werd
ook door kokmeeuw in praktijk beoefend.
&0B1N8ON.
Maar deze figuren zijn slechts voorloopers r. gejaagd. Jezus had hem daarop ernstig aan*
to noemen van dein eigenlijken Wandelen-1 gezien en gezegd:.... „Ik zal stilstaan en
DE LEGENDE VAN DEN WANDELEN*
DEN JOOD.
Wanneer men begint te spreken ovea? de
over heel do wereld bekende figuur van „De
Wandelende Jood" dam zou men eigen
lijk correct moeten zijn en spreken van de
wandelende.Joden 1
Want er zijn er voorzeker meer dan een
geweest!
In de eerste plaats: Kaïn de zoon van
Adam en de man die zijn broeder Abel dood
sloeg. Want van hem spruk de Heere, dat
hij „Swervemdo en dooiende sal stin op de
Aertlen".HU ls dus ongetwUfeld de al
leroudste.
Maar er zUn er nog anderen: Volgens een
Arabische legende werd Samlri, die het gou
den kalf in de woestijn vervaardigd na
door Mozes hierom vervloekt en zwerft se
dert als een wildi dier van het eene einde der
aarde naar het andere, roepende.„Kaak
mie niet aanl Raak me niet aan"!.
De Arabische zeelieden hebben van deze
ouden jood een soort zeemonster gemaakt,
met een monsoholljk aamgezloht en een wit
ten baard. HU moet zloh soms bU schemer
licht aan de oppervlakte van het water ver
toornen.
grondelUke grootheid, die wij het Leven
noemen. Want er stak ook een koning in
Danto. HU was door het leven voorbestemd
een koning over de wereld te zijn en het
was juist door al dat leed, dat hU zijn ko
ningschap bereiken zou.
Volgens de ondoorgrondelijke wetten van
het leven moest het koningschap ln Dante
worden gevormd door middel van een lij
densweg. En daarna zou hy zegevieren met
de voortbrenging van zUn grootsohe ©ni ma-
jesteuse „Divlna Oommedia".
De grootste smart, welke hem aanvanke
lijk overmeesterde, maar die hU tenslotte
todh op zUn beurt overmeesteren zou, was
dat hem de twee vurige geliefden van zUn
hart ontnomen1 waren: Beatrloe en Florence!
Zijn leven lang al heeft het hem niet
altijd verlamd heeft het verlangen naar
die twoe zijn hart verteerd. Aangegrepen
door dit dubbele verlangen leidt hij de eer
ste jaren ©en treurig leven van banneling:
arm, veracht en verlaten.
Hot eenige bezit was.... zUn verlangen.
Pn met recht zou men Dante kunnen noe
men: Do man van hiet groote verlangen!
Want dat in de ©ersto plaats is de qulntes-
sens van al «yin werken.
Eenmaal in deze periode bereikt hem
wat we zouden kunnen noemen ,,'n blijde
tijding". Want de overheid van Florence
doet weten, dat hU ln stijn geboortestad kan
terugkeeren als.... hU schuld wil beken
nen en boete doen!
Dit ls dan het oogonbllk waarop in den
tot nu toe niet volledig ontwikkelden -geest
do koning opstijgt en1 de sterke man over
eind rijst. Met opgehoven hoofd wijst hij
het verleidelijk aanbod van de handl
Schuld?.... HU heeft geen schuld. En uit
de diepte van zijn ellende zenidt hU aan
de FlorentUnache overheid dit fiere ant
woord:
„Al* ik niet kan terugkeeren zonder mij
den Jood wiens geschiedenis als oen
sprookje uit verre tijden tot op onze dagen
voortleeft. Deze persoon is altijd een var
do ondergeschikten -uit de lijdensgeschiede
nis van JezusHetzij de soldaat, die Je
zus op het gezicht sloeg hetzU een andei
die don ter dood veroordeelde bespot heeft
Altijd echter lijken de misdaden, waarvooi
de straf van de eeuwige omwandeling op
aarde gegeven is, min of meer op elkaar en
wijzen der halve naar een bepaalde broi.
terug 1
Toen Jezus, door de Joden meegesleept, di
deur van het rechthuis binnen kwam, gaf dt
portier Oartaphilus hem een duw in den rup
en spotte:.Vooruit Jezus.wat vlug
gerl
En Jezus hem met ernstige oogen aain
ziende, sprak: „Ik ga en gij**-- gU zal
wachten tot ik weer kom". Met deze woorder
werden dan bedoeld de wederkomst van den
Christus op de aarde.
En zoo is Cartaphilus steeds waohtendc
gebleven. HU was toen dertig jaar en word
nooit ouder dan honderd. Tolkens wann&ea
hU honderd jaar geworden is, tast een ziekt t
hem aan hU valt in een soort van geestes
vervoering, waarna hU geneest en weer als.
dertig-jarige zijn leven voortzet! HU is ge
doopt geworden door Anu nalas en heeft der
naam Josef gekregen. HU ia sedert eer
vroom man en omzichtig en spaarzaam me!
woorden. HU verhaalt vaak feiten uit de oud
heid en bijzonderlijk uit hot leVen van Jezus
HU wordt dan ontroerd.HU weigert alle
geschenken of meedoen aan het uiterlijke le
ven. HU is hoogst sober en karig in zijn le-
venswijae.
Een Armeniaoh Bisschop, die ln de Middel
eeuwen Engeland bezocht, vertelde dat deze
„Jozef eens aan '4jn tafel gegeten had en ln
Armenie op dat tijdstip met bisschoppen en
prelaten omging.
Hier luidt evenwel het begin van het ver
haal weer ©enigszins anders, zooals het met
legenden gaat. Toen de joden Jezus mee
sleepten, zou deze man op straat toeschou
wer geweest zU-n en opeens uitgeroepen heb
ben:. „Waoht even, dat wil ik ook zien!
Ik ga mee om dezen valschen prof-eet te krui
zifenl.Jezus zou zich toen omgekeerd
en hem ernstig aanziende gezegd hebben:.
„Zij zullen niet op u wachten maar gU zult
wel op mU waohten.
(Hoe zijn ten slotteal deze verhalen ln de
wereld gekomen?
Vermoedelijk vinden zij hun oorsprong
in de woorden van Jezus, welke volgens
onzen ouden statenbijbel luiden:.... Daer sUn
naman!gen van die hier staen, dewelke den
doot met en sullen smaken totdat sy den
8ome des Mensohen sullen hebben sien ko
men in syn Koninkryc.'1 (Matth. XVI 28.)
Het volksgeloof zal aan deze woorden zUn
eigen zin gegeven hebben en heeft hier
mede willen te kennen geven, dat het blU-
ven leven eten straf kan zUn hoezeer wij
er ook naar haken den dood zoo lang mo
gelijk te ontkomen.
In ieder geval ls deze legende een van
de levendigste en het langst en het meest
over de oude en nieuwe gesohiedenis ver
spreid. Niet het minst in ons Europa. Langs
welke wegen? Dit is moeilUk te zeggen. Er
bestaan meerdere verhalen van» tot zelfs
van de beste kunstenaars.
In midden- en Noord-Europa heeft onge
twUfeld het vroegere 'boek „Wonderlijk ver
haal van een Jood, Ahasverua genaamd"
veel Invloed gehad. Het werd kort na de
mlddeleeuwon uitgegeven te Lolpzig en
ging vanhier uit over de geheel© beschaaf
de w
zult
gaan tot aan het
uitrusten, maar gij
laatste oordeel toe.
En onmiddellijk had een geheimzinnige
kracht Ahasverus voortgedreven. HU was
Jezus gevolgd op zijn lijdensweg en sedert
loorwand-elde hij de geheel© wereld rusteloos
Hij had maar één wensch: „door God© te
worden verlost uit dit tranendal". Maar dit
juist gebeurde niet!
Gedurende don tijd, dat Ahasverus in
ieze omgeving verbleef sprak hU alleen als
hem iets werd gevraagd. Wanneer men hem
jan tafel nomligdo at hij zeer matig. In
Hamburg, Dantzig, Kiel en elders hoeft
nen hem meermalen geld aangeboden, maar
hU nam nooit meer dan twee schellingen,
li© hU daarna meteen weer aan de armen
?af.Want zoo zeide hU: „Ik heb niets
uoodig, daar God zelf in mijn behoeften
voorziet!"
Als bijzonderheid werd nog opgemerkt,
iat Ahasverus overal waar hU komt, d©
laai van het land spreekt. Velen zUn inder-
ijd naar Hamburg en Dantzig gekomen om
ien zonderlingen man te zien. -Het gelukte
lan echter nooitl
wereld.
De korte zin in dit verhaal luidt als volgt:
Schrift.
en bisschop van Sleeswljok vertel^ dat hij
Paul d'Ëitzen, doctor ln de Heilige Schrl
ln het jaar 1347 ln de kerk te Hamburg
een man opmerkte van hooge gestalte met
lange haren en 'groote voeten, die bloot
waren. De man luisterde met aandacht naar
de predlcatle en lederen keer als de naam
Jezus genoemd werd, boog hU eerbiedig het
hoofd, sloeg zich op de borst en zuchtte.
Verschillende mensohen herinneren zich
deze zelfde figuur in Engeland, Frankrijk,
Hongarije en overal elders te hebben gezien.
Toen Paul d'Ëitzen hem eens aansprak,
antwoordde hU schuchter, dat hl) Ahasve
rus heette en van geboorte ten jood was.
Evenals alle andefe joden overtuigd dat
Jezus een ketter was, had hU mede voor zUn
dood geijverd. En toen Jezus gebukt onder
zUn zware kruis zUn huis voorbU kwam
hU was schoenmaker destijds, vertelde hU
en daar even wilde uitrusten, had hU hem
in een aanval van gramsohap itijdlg voort-
zelf schuldig te verklaren, dan zal Ik nim
mer terug komen!"
En Dante is ntamer terug gekomen! Met
zUta onvervulde verlangen ln het hart is hij
te Ravenna gestorven en aldaar begraven.
Na eeuwen —toen het te iaat was heeft
Florence haar fout ingezien en getracht mee
te deelen ln den inmiddels gestegen roem
van den dldhter. De stad vroeg aan Ravenna
het ©boffelUk overschot terug.Maar Ra
venna weigerde zooals Dante «elf eenmaal
geweigerd had! En op Dante's graftombe
te Ravenna staat dit eeuwig verwijt: m
mmÊÊÊÊ^mrlÏB extorrls aboris,
uem genult parvi Florentia mater autoris.
Hlo olaudor Dante,
otgeen vertaald, zeggen wil:
Hier rust Dante, balling ver van zUn va
derland, voortgebracht door Florence, de
moeder met weinig liefde!
De „Divlna Commedia" is Dante's levens-
openbaring, do zielskreet van een lijder, die
over zUn levenstijden trlumfeert. Het kan
worden genoemd „Het Epos der Verlossing".
(Heel zijn ragfijn besnaarde dichterziel
rebelleerde tegen het leed hem aangedaan,
tegen het onreoht, dat hij lljiden moest. En
togeiykertUd; deerde hem het onreoht én
tijden van andere mensohen. En bU en door
dat alles bleef hem verteeren het verlangen
naar zijn geliefde Beatrloe, die hem zoo
vroeg ontnomen was on zonder wie hU Im
mers niet lieven toon?
Do Divlna Oommedia is Dante's ingaan
in God's Heiligdommen. Een ingaan eerst
ln do hel met de strenge straffen harer
rechtvaardigheid. Dan een komen in het
loutere Vagevuur en eindelUk een opstijgen
tot in de hoogte van God's heiligen hemel,
waar hU Beatrloe, verheeriykt, wedervlndt
en waar zyn nu gelouterde en geheiligde
ziel de hemelsohe klanken hoort.
De Divlna Commedia ls ©en grootsohe
andere verhalen over
In Zuid-
Er zijn nog vele
ien wandelenden Jood ln omloop.
Europa draagt hij de namen Boutedieu
(d.i. Sla God), in het Italiaansch is dlt:Botta
Dio, in het. Portugeesch Espara Doos ©n
ln het Spaansoh Vota Deus.
Nog niet heel lang geleden ls een ver
haal gevonden van een schrijver Antonio.
Het verhaal handelt eveneens over den al-
ouden wandelenden jood en begint imet den
gebruikelijken zegewenöch:.Ter eere en
glorie van den Almachtige» God, Zoon en
Heiligen Geest Van Maria, altijd maagd....
etc. een bewijs dus dat de schrijver in vol
len ernst spreekt.
Verder volgt er dan een verhaal van een
zekeren Glovanni Bottadio dX dus Jean
Boute Dieu zie boven, en van dezen
„Jan Sla God" een reeks wondérbaarlUk©
verhalen. O.a. heet het dat deze eeuwigs
wandelaar tn een fellon sneeuwstorm een
familie bU een tocht over de bergen hielp,
door -twee van de kindoren op zijn schouders
te nemen. Voorts dat men hem eens als
spion wilde ophangen, maar dat zelfs d©
dikste touwen braken.... Dat hy op een
anderen keer tor dood veroordeeld werd we
gens een buitengewoon uienschil evenda
daad ten tijde van de Inquisitie, maar dat
hy deswege in een donkeren kerker ge
worpen den volgenden morgen verdwe
nen was zonder spoor achter te laten.
Verder wordt in genoemd boek verhaald
hoo deze wandelende Jood een tournoolspe-
lor was zonder wederga en vanwege zijn on-
verslaanbaarheld door leder ridder ge
vreesd!
Niettemin was hij buitengewoon ontwik
keld in all© toenmalige takken van weten
schap en sprak zoowat alle talen, die over
do wereld bekend waren!
Al deze dingen werden ln het verhaal met
zooveel en zoo overtuigende bewUzen ge
staafd, dat menig -lezer ln vroeger dagen
onder den
van deze
overstelpende
bewUskracht moet zUn geraakt.Zoodal
men er eindelijk toe -gekomen ls dezen ge*
heimzinnlgen wandelaar door de wereld en
door de eeuwen te gaan rangschikken onder
de vele «aken, welke een nuchter menseh
niet kan begrijpen ©n waarvan toch niet
met zekerheid te zeggen ls dat ze niet
plaats grijpen tussohen den hemel en de
aarde..1
BABBEL-UURTJE OVER MODE.
Voor de aanstaande Feestavondent
Nu de beginmaand van den winter, de
Kerstdagen en eveneens Nieuwjaar weer
v-oorbUgegaan zyn, bewyst de tyd, dat hU
nimmer rust of „stille staat" en dat automa-
tisoh de dingen van vorige jaren terugkeeren.
't Is maar om er den gang in te houden
en de memsohheld tegenover het vele leed
van dag en jaar wat vreugde te bezorgen.
Ieder jaargedeelte heeft zyn eigen festij
nen. Zoo ia het een vaststaand fait, dat in
het begin van het jaar, wanneer de kouds
bulten in den vorm van sneeuw en ys of van
zang, die prachtig en merkwaardig gebouwd
is op den regel van drie. Ze la verdeeld in
drie doelen. Ieder deel heeft tien maal dris
is drie en dertig zangen'. En ieder vers heeft
drie regels. De drie deelen heeten: De Hel,
Het Vagevuur en De Hemel. Ze worden ln
het Epos alle drie door Dante ln persoon
bezocht.
De hel en het vagevuur doorwandelt h]f
onder leiding van den dichter Vlrgillus, eea
Romelnsch dichter uit de eerste eeuw voor
Ohr, en die ln de Middeleeuwen byzondef
verheeriykt werd, omdat men meende dat
ln zyn werken groote en goddelijke wysheld
verborgen zat.
Én tegelyk was deze tocht de loutering»-
tucht van Dante's eigen 'ziel. Eerst na deis
1-outerlng mooht hy weer Beatrloe aanschou
wen, die hem daarna langs drie maal dri©
(dus weer drie) hemelen tot voor dienl troon
van den oppersten God zelf voeren zal.
De gang door de hel en door het vage
vuur ls ln het algemeen ook bedoeld als
de gang van de mensoheiyke ziel. Uit de
hel en door het vagevuur voert moeizaam
do weg van hemel tot hemel tot aan den
allerboogsten hemel. Daar la alles volmaakt,
want daar is alles liefde. Daar ls het dat do
goddeiyke liefde op den menseh overgaat.
Daar ls de liefde heilig en alle holligheid
liefde. Daar ls geen vraag nieer, maar alleen
bevrediging, geluk en aanbidding.
Danto AUghierl leefde in de middeleeu
wen. HU was de groote zoon der middel
eeuwen en hy heeft vereeuwigd wat de mid
deleeuwen geloofden. Dante ls daarom ge
weest: „De stem van tien zwygende eeu
wen"! Wat Homerus was voor de oudheid
en de oude geschiedenis en wat Shakespeare
was voor de nieuwe gesohiedenis, dat was
Dante voor de middeleeuwen.
In de „Divlna Commedia" hebben d§
middeleeuwen haar gedachten uitgespro
ken.Dr. B.
5t Jutter! je
9 9 9
„Vaaryei o Indiö, vaarwel gij donkore schoonen,
Die tevergeefs belegerd hebt ons bartl
Oud-Holland roept terug zijn jongè zonen
Dn als wij soheldien is dat niet met smart!
Reeds klieft het schip niet vollen stoom de baren,
Ver ln 't verschiet is Java's zonnig strand;
We gaan terug, terug naar t Vaderland."
We gaan terug, terug naar t Vaderland."
„Wel hebben wij in Indiö vaak genoten,
Niet altijd sliep jong-Holland'e levenslust.
Wel menigmaal de glazen aangestooten,
Wel menig koor een lieven mond gekust!
Toch laten wij dit alles [gaarne varen,
De tropenzon heeft ons genoeg verbrand:
Zo zijn voorbij, de drie verbanningsjaren,
Zo zijn voorbij, de drie verbauningsjaren,
bis. bis.
9 9
'k Gelpof t niet. Alleen had bij wat meer
moeite dan de andere.
n
9 9 9
9