Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 13 Jan. 1923. fïgsrarara VAN 'S LEVENS 1 WIJSGEERIGEN KANT NO. 53. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) MARINE-HERINNERING. Toen ik ln 1897 wederom ten tweede male! twee jaar op de kust vanAtjeh had doorgebracht, (waar wij nog altijd aan het pacifiiceeren waren!), maar ditmaal op Hr. Ma „Sambos" en Hr. Me. ,Lombok wek ik overgeplaatst op Hr. Ma fregat „Johan Willem Friso", om daarmede „om de Kaap" thuis te varen. Dit schip lag te Pa- dang in do Emmahavcn, was pas uit Hol land aangekomen en wisselde daar geheel van equipage- °P Óleh-leh werden dus een paar honderd man „van de kust" verzameld, dat gehoele jolige partijtje embarkeerde op do Westboot, waarmede we voor het laatst de Suratte-passage doorgingen en drie dagen later waren wij op ons nieuwe schip, waar ook, uit andere streken van den archipel, de thuisvaarders aankwamen. Het was daar een drukte van belang, wamt er moesten kolen worden geladen, victualie ingenomen, de in ventaris aangevuld enz. enz., maar het was een prettige drukte wij gingen immers huis-toe! Iedereen was in goede stemming en de equipage bleek een prachtbemanning te zijn.menschen die hier en daar wat had den meegemaakt! Er werd een gedeelte van een der ruimen beschikbaar gesteld voor het volk, dat kon dóór hunne cadeaux voor „moe der de vrouw'* of voor „het meisje" inber- gen, en dat ruim was al gauw vol met aller lei, meestal Japansche „mooie bullen"! Zelfs kwam een der „gasten" aanzetten met een aap!.nu, die mooht, bij uitzondering, dan als bovenrols gast óók mee, en die zat zeer genoeglijk op de verschansing ^smoelen te trekken'' en geluiden te maken, ten pleiziere van het volk.niet vermoedende wat een ellende hij, arm tropenklnd, tegemoet ging! Tussohen haakjes: toen wjj eenige dagen later in zoe waren, zat plotseling een viertal apen op de verschansing! Wat nu heelemaal de bedoeling niet was geweest van do auto riteiten!! Maar zij zóten or eenmaal en je kunt die arme stumpers toch niet overboord zetten! Toen wij in de buurt van de Kaap in de kou kwamen, het was in Juni en dóór dus winter, verdween de heele dierentuin naar omlaag, waar het tenminste een beetje warm was! Later, weer in de warmte komen de, telden wij er nog twee.maar ik ge loof, dat er niet één levend in patria geko men is. Arme stumpers, mot Je behoefte aan zon, boomen en vruchten! wat heb ik je be klaagd als je zat te rillen van de kou, met een jagjo aan en een warme kruik in je vier handen, tegen je lijf gedrukt! Wie ooit een arm apenkind heeft zien sterven van „ellende" en dan de uitdrukking in die oogen heeft gezien, die vergeet dat nóóit!.en neemt ed* nooit weer een mee naar Holland! Maar om op de Friso terug te komen! Het vertrek van Padang behoort nu niet tot mijn jollgsto herinneringen! Toen wij 15 Mei de trossen losgooiden en wegstóomden. -dond er één «egge één Europeaan, de havenmeester, op den steiger, terwijl verder op een kettingjongen met de vlag salueerde! Dat was alles! Kwam dit omdat het toevallig 's middags 12 uur, dus op het heetst van den dag was? of voelden de Padangers zoo wel tilg voor de Marine? Ik weet het niet maar houd de herinnering dat dit afscheid van Indil, niettegenstaande de gloeihitte, erg kooi was! tiaar dat hinderde ons niet! in de Ion was het een gezelligo boel! Allemaal lu dis fikaar van vipoger kenden en goed met f-lVfiSf opschoten, en een eerste officier, die zon ln hot water kon zien schijnen. hem maar geen geld kostte! Een van de .iviigero officieren bespeelde de violoncel mi 1.' ewel dat nu juist geen instrument is om hij te zingen, deden wij dat tóch bh gc-bf -k aan beier! Als do zeilen dan goed bol stonden, het schip een lekker vaartje liep van 5 h fl rrijjil, en iedereen dus in een go:v;e stemming was, dan werd 's avonds tufj-::hen' zes en zeven uur, vóór tafel, het „zs-arta kreng" zooals de cel populair heette voor den dag gehaald en onder het '«f" io$n UOOTE FIGUREN UIT DE SAMEN LEVING! I. Dante AUghierl. 1265—1821. Dante AUghierl de schepper van de -jens onze begrippen onsterfelijke „Divl- Oommedia", die werd geboren in het 1205 te Florcnco is de allergrootste c mter van het oud-Italiö. Samen mot Ho- in do oudheid en Shakespeare ln de 'dssanco behoort hij tot do vermoedelijk grootste dichterfiguren der wereld, 't nlot wegneemt, dat ook hij een atof- ';'ven' hoeft Igehad, dat arm aan zon- iiiMuV11 uls willige bekoring z'n in- k r gehad. .''ïl.ïl.rf Angoto do bul bongowon e 'h lJM,ouwer 'en «ohilder, is nte om Htqatkundigo redenen uit zijn ge- -mw vaderland verbannen en is jaren lang rersdiourd geweest door het verlangen hrt nog eens weer te zien. Het i8 niet gebeurd! Zelfs zUn asoh mocht nlot ruston Jn het door don dichter zoo geliefde Florence doch werd te Ravenn© aan de aarde toevertrouwd! Toen do Jonge Dante nauwelijks negen jaar was, ondervond zijn kinderhart do eer ste liefdeI Het was een vroegrijpe liefde van eqn vroegrijp geniaal kind. Zijn aan gebedene was.een achtjarig meisje! En dat het geen malligheid Is geweest zoo als wjj die nog wel rullen kennen uit onze genot van een bittertje weerklonken dan do schoonste Uederen bij dat accompagnement ln do longroom. En wij haddon er velen! in verschiUende talen! maar het meest geliefde was het Uod van „de drie verbanningjaren", „het" Ued, het lied dat nooit verveelde en dat steeds mooier klonk! Het was eenige jaren geleden gemaakt door een zeeofficier, maar nog steeds actueel en dat zal het wel altijd Mijven, zoolang er oorlogsschepen met thuisvaarders zullen bestaan! Het werd ge zongen op de wijs van „t'en souviens-tu disait un capitaine" en twee der coupletten die ik onthouden heb luiden als volgt: En zoo ging het door, zes coupletten lang! vooral do twee laatste regels brülden wij dam uit, dat was de quintessenoe! en sommi gen veranderden dan „de drie verbannings jaren" in „de drie vervloekte jaren" of „ver doemd© jaren", naar gelang zij het in Indiö minder goed getroffen hadden, maar dat deed ik niet, want ik héb het daar altijd best gehad en Indiö Is een goed land! Ja, hot is ©en schoon lied! oen Ued dat iedere zeeofficier moest kennen! dat vóór in het „blauwe beek" geplakt moest worden, om iedereen die voor drie jaar naar „den Oost" gaat, den moed niet te doen verliezen. Slot volgt THIJS. VERMINKTEN. Ata een koe of een paard een poot breekt, dan wordt zoo'n invalide geworden beest ln den regel tot oonsumptledoplelnden verwerkt. Immers: het beest is tot niets anders ons meer tot nut en1 daar dergelijke dingen door de mensohheid slechts van den matorieelen kant worden bekeken, sohlet er voor het beest niets anders over dan de genadestoot. We houden er nu eenmaal niet van, dat ons aestethlsch gevoel door den aanbUk van een verminkt beest wordt geweld aangedaan Hoe dat met die beesten ln den natuur* staat gaat, weet ik niet zoo precies, dooh ik vermoed, dat ook in die wereld het aantal verminkten wel tamelijk groot zal zijn en dat die zich best aan de omstandigheden zullen weten aan te passen. Natuurlijk zullen die dieren ver boven onze aanvooUngen stqan en zullen ze niet, zooals ik dat laatst op een plaatje zag, op cynische wijze een wedstrijd ln het hamloo- pen voor verminkten organlseere». Daarvoor staan ze te hoog William Long, de man, die zonder geweer de wildernis intrekt en daar langdurig ver toeft en de dieren besohrijft, zooals ze zijn, onopgesmukt vertelt van de goede en kwade eigenschappen der dieren, zal daar heel wat moer van weten, Toch kunnen we ln eigen omgeving ook nog wol van <llo verminkten in den natuur staat waarnemen. Zoo heb ik ochtend aan ochtend, als ik den zeedijk overtrok een spreeuw waarge nomen, die aan een der pooten mank was. Tussohen zijn kornuiten, die met hun drib belpassen en telkens wijdgesperden bek, het langs den dijk afgraasden, wist ij best mee te doen, al helde dan zijn man jaren uit de „eerste" klas, blijkt uit het feit, dat wl), tot in do twintigste eeuw toe dat meisje hebben leeren kennen via Dante. Want hot was een aanvallig meisje uit Flo rence, die ergens ln de buurt van den knaap woonde, die hij slechts zeidon zag, nooit sprak en heel zijn leven niet van dichtbij heeft kunnen waarnemen, Hij noemde haar op z'n eigen houtje Boatrioe, En we weten niet veel van haar, dan dat zij nimmer de geliefde of de vrouw van den dichter geworden ls dat zij als Jonge en sohoone vrouw met een respecta bel man van Florence huwde en reeds op 24-jarigeii leeftijd stierf. Maar Dante was en Weef haar ootmoedige en devote minnaar en het is aan haar voor namelijk, dat wij de Schoonste werken van Dante danken I Wie tegenwoordig over Dante spreekt.denkt aan Beatriool Dante zelf was volgons do overleve ringen ongelukkig getrouwd. En maat schappelijk liep het hem ook niet mee, of schoon hij Jn den aanvang van zijn leven verschillende ambten van vertrouwen bij de Maglstrateuur bekleedde en Jaren ach tereen een gezien inan was. Muur 141 was dichter en onstuimig vrij denker verzette zich dus tegen alles wat minderwaardig in zijn oogen was. En toon In hot Jaar 1801 toon de dichter dus 86 jaar was en Florence werd Ingenomen door Karei van Valols toen was het oogenbllk voor de belagers aangebroken Dante te verbannen en zijn goederen ver beurd te verklaren. En zoo begon zijn tooht over de wereld een man met een overgevoelig en ge marteld dichterhart, arm, zonder liefde, zon der huls en have, gebroken van smart en teleurstelling. Als een moede lijder was hij, die opklimmen moest togen het moeilijke levenspad. Dat was juist de bedoeling van de ondoor- ka kant telkens bedenkelijk over. Hij liet zich de kaas niet van het -brood halen en wist te zorgen, dat hij ook zijn portie van wormpjes of kruimpjes of wat er meer te gulzen viel, beet kreeg. Een musch, die zijn staart kwijt was ge raakt, heb ik ook zoo dagen achtereen, haast op dezelfde plék waar kunnen nemen. En ai was (hij zijn roer kwijt, toch wist hij zich best te sturen. Vermoedelijk wist hij1 met zijn riemen, i.c. zijn wieken, door nu een tikje meer stuurboord en dan weer 'bakboord, zijn richting goed te bepalen. Hy zag er niet minder brutaal en niet minder welgedaan uit dan zijn soortgenooten. Laatst heb ik een poos staan kijken naar eeni kokmeeuw, die er slechts één poot op nahield. Nu hoor ik al velen zeggen: hoe is het mogelijk, dat iemand daaraan zijn tijd ver lummelt Ja, dat is een kwestie van opvat ting. De een, als ik dan hetzelfde woord mag gebruiken, verlummelt zijn tijd met het kij ken naar een voetbalmatch, of bokswedstrijd, of motorrace of biosoope of welke „time- killing" dan ook en zoo heb ik er af en toe eens genoegen in (mijn tijd te verlummelen met het kijken naar vogels of dieren of zee gedrochten om van hun doen1 en laten wat meer op de hoogte te komen. Enfin kortom zou Micawb er zeggen ik verlummelde dan mijn tijd met het kijken naar die eenpootige meeuw. Zooals ie daar stond op zijn eenen poot, was er niets bijzonders aan hem te zien. Stolcijnsch, zooals meeuwen en ook andere vogels dat kunnen doen, stond hij daar. Heel zijn lichaamsbouw en zijn stand was een en al gratie. Doch toen kwam er actie, want zijn soort- gentooten trippelden, in vlugge pasjes, het veld rond, nu en dan eens een worm weg pikkend en dan maar trippelend en loerend om meerder buit weg te grazen. De verminkte, die bij het zien van het schranzen zijner natuurgenooten, „het water over de tanden" begon te loopen, wilde ook ztyn deel van de lekkere hapjes hebben en op zijn eenen poot hupte hij voort, nu en dan even balanoeerond met zijn vlerken, zooals wjj jongens dat met de armen deden, als we hinkelend op één been, ons voortbewogen. En als hij opvloog, dan kon hij zich met zijn poot geen fllnken zet van den grond ge ven1, zoodat hij opvallend meer beweging met zijn vleugels mankte dan zijn kameraden. En als hij weer neerstreek, dan was het een heele toer voor hem om op den eenen poot hei evenwicht te hebben gevonden. Dooh zijn vlerken waren dan al weer z$n balanceerstok en het lukte hem steeds. Of hij 't er minder om had, nu hij één poot, op welke wijze dan ook, had moeten missen? Maar hij redde zich en zag er even welge daan en even slank uit als zfyn makkers. Roeien met de riemen, die men heeft, werd ook door kokmeeuw in praktijk beoefend. &0B1N8ON. Maar deze figuren zijn slechts voorloopers r. gejaagd. Jezus had hem daarop ernstig aan* to noemen van dein eigenlijken Wandelen-1 gezien en gezegd:.... „Ik zal stilstaan en DE LEGENDE VAN DEN WANDELEN* DEN JOOD. Wanneer men begint te spreken ovea? de over heel do wereld bekende figuur van „De Wandelende Jood" dam zou men eigen lijk correct moeten zijn en spreken van de wandelende.Joden 1 Want er zijn er voorzeker meer dan een geweest! In de eerste plaats: Kaïn de zoon van Adam en de man die zijn broeder Abel dood sloeg. Want van hem spruk de Heere, dat hij „Swervemdo en dooiende sal stin op de Aertlen".HU ls dus ongetwUfeld de al leroudste. Maar er zUn er nog anderen: Volgens een Arabische legende werd Samlri, die het gou den kalf in de woestijn vervaardigd na door Mozes hierom vervloekt en zwerft se dert als een wildi dier van het eene einde der aarde naar het andere, roepende.„Kaak mie niet aanl Raak me niet aan"!. De Arabische zeelieden hebben van deze ouden jood een soort zeemonster gemaakt, met een monsoholljk aamgezloht en een wit ten baard. HU moet zloh soms bU schemer licht aan de oppervlakte van het water ver toornen. grondelUke grootheid, die wij het Leven noemen. Want er stak ook een koning in Danto. HU was door het leven voorbestemd een koning over de wereld te zijn en het was juist door al dat leed, dat hU zijn ko ningschap bereiken zou. Volgens de ondoorgrondelijke wetten van het leven moest het koningschap ln Dante worden gevormd door middel van een lij densweg. En daarna zou hy zegevieren met de voortbrenging van zUn grootsohe ©ni ma- jesteuse „Divlna Oommedia". De grootste smart, welke hem aanvanke lijk overmeesterde, maar die hU tenslotte todh op zUn beurt overmeesteren zou, was dat hem de twee vurige geliefden van zUn hart ontnomen1 waren: Beatrloe en Florence! Zijn leven lang al heeft het hem niet altijd verlamd heeft het verlangen naar die twoe zijn hart verteerd. Aangegrepen door dit dubbele verlangen leidt hij de eer ste jaren ©en treurig leven van banneling: arm, veracht en verlaten. Hot eenige bezit was.... zUn verlangen. Pn met recht zou men Dante kunnen noe men: Do man van hiet groote verlangen! Want dat in de ©ersto plaats is de qulntes- sens van al «yin werken. Eenmaal in deze periode bereikt hem wat we zouden kunnen noemen ,,'n blijde tijding". Want de overheid van Florence doet weten, dat hU ln stijn geboortestad kan terugkeeren als.... hU schuld wil beken nen en boete doen! Dit ls dan het oogonbllk waarop in den tot nu toe niet volledig ontwikkelden -geest do koning opstijgt en1 de sterke man over eind rijst. Met opgehoven hoofd wijst hij het verleidelijk aanbod van de handl Schuld?.... HU heeft geen schuld. En uit de diepte van zijn ellende zenidt hU aan de FlorentUnache overheid dit fiere ant woord: „Al* ik niet kan terugkeeren zonder mij den Jood wiens geschiedenis als oen sprookje uit verre tijden tot op onze dagen voortleeft. Deze persoon is altijd een var do ondergeschikten -uit de lijdensgeschiede nis van JezusHetzij de soldaat, die Je zus op het gezicht sloeg hetzU een andei die don ter dood veroordeelde bespot heeft Altijd echter lijken de misdaden, waarvooi de straf van de eeuwige omwandeling op aarde gegeven is, min of meer op elkaar en wijzen der halve naar een bepaalde broi. terug 1 Toen Jezus, door de Joden meegesleept, di deur van het rechthuis binnen kwam, gaf dt portier Oartaphilus hem een duw in den rup en spotte:.Vooruit Jezus.wat vlug gerl En Jezus hem met ernstige oogen aain ziende, sprak: „Ik ga en gij**-- gU zal wachten tot ik weer kom". Met deze woorder werden dan bedoeld de wederkomst van den Christus op de aarde. En zoo is Cartaphilus steeds waohtendc gebleven. HU was toen dertig jaar en word nooit ouder dan honderd. Tolkens wann&ea hU honderd jaar geworden is, tast een ziekt t hem aan hU valt in een soort van geestes vervoering, waarna hU geneest en weer als. dertig-jarige zijn leven voortzet! HU is ge doopt geworden door Anu nalas en heeft der naam Josef gekregen. HU ia sedert eer vroom man en omzichtig en spaarzaam me! woorden. HU verhaalt vaak feiten uit de oud heid en bijzonderlijk uit hot leVen van Jezus HU wordt dan ontroerd.HU weigert alle geschenken of meedoen aan het uiterlijke le ven. HU is hoogst sober en karig in zijn le- venswijae. Een Armeniaoh Bisschop, die ln de Middel eeuwen Engeland bezocht, vertelde dat deze „Jozef eens aan '4jn tafel gegeten had en ln Armenie op dat tijdstip met bisschoppen en prelaten omging. Hier luidt evenwel het begin van het ver haal weer ©enigszins anders, zooals het met legenden gaat. Toen de joden Jezus mee sleepten, zou deze man op straat toeschou wer geweest zU-n en opeens uitgeroepen heb ben:. „Waoht even, dat wil ik ook zien! Ik ga mee om dezen valschen prof-eet te krui zifenl.Jezus zou zich toen omgekeerd en hem ernstig aanziende gezegd hebben:. „Zij zullen niet op u wachten maar gU zult wel op mU waohten. (Hoe zijn ten slotteal deze verhalen ln de wereld gekomen? Vermoedelijk vinden zij hun oorsprong in de woorden van Jezus, welke volgens onzen ouden statenbijbel luiden:.... Daer sUn naman!gen van die hier staen, dewelke den doot met en sullen smaken totdat sy den 8ome des Mensohen sullen hebben sien ko men in syn Koninkryc.'1 (Matth. XVI 28.) Het volksgeloof zal aan deze woorden zUn eigen zin gegeven hebben en heeft hier mede willen te kennen geven, dat het blU- ven leven eten straf kan zUn hoezeer wij er ook naar haken den dood zoo lang mo gelijk te ontkomen. In ieder geval ls deze legende een van de levendigste en het langst en het meest over de oude en nieuwe gesohiedenis ver spreid. Niet het minst in ons Europa. Langs welke wegen? Dit is moeilUk te zeggen. Er bestaan meerdere verhalen van» tot zelfs van de beste kunstenaars. In midden- en Noord-Europa heeft onge twUfeld het vroegere 'boek „Wonderlijk ver haal van een Jood, Ahasverua genaamd" veel Invloed gehad. Het werd kort na de mlddeleeuwon uitgegeven te Lolpzig en ging vanhier uit over de geheel© beschaaf de w zult gaan tot aan het uitrusten, maar gij laatste oordeel toe. En onmiddellijk had een geheimzinnige kracht Ahasverus voortgedreven. HU was Jezus gevolgd op zijn lijdensweg en sedert loorwand-elde hij de geheel© wereld rusteloos Hij had maar één wensch: „door God© te worden verlost uit dit tranendal". Maar dit juist gebeurde niet! Gedurende don tijd, dat Ahasverus in ieze omgeving verbleef sprak hU alleen als hem iets werd gevraagd. Wanneer men hem jan tafel nomligdo at hij zeer matig. In Hamburg, Dantzig, Kiel en elders hoeft nen hem meermalen geld aangeboden, maar hU nam nooit meer dan twee schellingen, li© hU daarna meteen weer aan de armen ?af.Want zoo zeide hU: „Ik heb niets uoodig, daar God zelf in mijn behoeften voorziet!" Als bijzonderheid werd nog opgemerkt, iat Ahasverus overal waar hU komt, d© laai van het land spreekt. Velen zUn inder- ijd naar Hamburg en Dantzig gekomen om ien zonderlingen man te zien. -Het gelukte lan echter nooitl wereld. De korte zin in dit verhaal luidt als volgt: Schrift. en bisschop van Sleeswljok vertel^ dat hij Paul d'Ëitzen, doctor ln de Heilige Schrl ln het jaar 1347 ln de kerk te Hamburg een man opmerkte van hooge gestalte met lange haren en 'groote voeten, die bloot waren. De man luisterde met aandacht naar de predlcatle en lederen keer als de naam Jezus genoemd werd, boog hU eerbiedig het hoofd, sloeg zich op de borst en zuchtte. Verschillende mensohen herinneren zich deze zelfde figuur in Engeland, Frankrijk, Hongarije en overal elders te hebben gezien. Toen Paul d'Ëitzen hem eens aansprak, antwoordde hU schuchter, dat hl) Ahasve rus heette en van geboorte ten jood was. Evenals alle andefe joden overtuigd dat Jezus een ketter was, had hU mede voor zUn dood geijverd. En toen Jezus gebukt onder zUn zware kruis zUn huis voorbU kwam hU was schoenmaker destijds, vertelde hU en daar even wilde uitrusten, had hU hem in een aanval van gramsohap itijdlg voort- zelf schuldig te verklaren, dan zal Ik nim mer terug komen!" En Dante is ntamer terug gekomen! Met zUta onvervulde verlangen ln het hart is hij te Ravenna gestorven en aldaar begraven. Na eeuwen —toen het te iaat was heeft Florence haar fout ingezien en getracht mee te deelen ln den inmiddels gestegen roem van den dldhter. De stad vroeg aan Ravenna het ©boffelUk overschot terug.Maar Ra venna weigerde zooals Dante «elf eenmaal geweigerd had! En op Dante's graftombe te Ravenna staat dit eeuwig verwijt: m mmÊÊÊÊ^mrlÏB extorrls aboris, uem genult parvi Florentia mater autoris. Hlo olaudor Dante, otgeen vertaald, zeggen wil: Hier rust Dante, balling ver van zUn va derland, voortgebracht door Florence, de moeder met weinig liefde! De „Divlna Commedia" is Dante's levens- openbaring, do zielskreet van een lijder, die over zUn levenstijden trlumfeert. Het kan worden genoemd „Het Epos der Verlossing". (Heel zijn ragfijn besnaarde dichterziel rebelleerde tegen het leed hem aangedaan, tegen het onreoht, dat hij lljiden moest. En togeiykertUd; deerde hem het onreoht én tijden van andere mensohen. En bU en door dat alles bleef hem verteeren het verlangen naar zijn geliefde Beatrloe, die hem zoo vroeg ontnomen was on zonder wie hU Im mers niet lieven toon? Do Divlna Oommedia is Dante's ingaan in God's Heiligdommen. Een ingaan eerst ln do hel met de strenge straffen harer rechtvaardigheid. Dan een komen in het loutere Vagevuur en eindelUk een opstijgen tot in de hoogte van God's heiligen hemel, waar hU Beatrloe, verheeriykt, wedervlndt en waar zyn nu gelouterde en geheiligde ziel de hemelsohe klanken hoort. De Divlna Commedia ls ©en grootsohe andere verhalen over In Zuid- Er zijn nog vele ien wandelenden Jood ln omloop. Europa draagt hij de namen Boutedieu (d.i. Sla God), in het Italiaansch is dlt:Botta Dio, in het. Portugeesch Espara Doos ©n ln het Spaansoh Vota Deus. Nog niet heel lang geleden ls een ver haal gevonden van een schrijver Antonio. Het verhaal handelt eveneens over den al- ouden wandelenden jood en begint imet den gebruikelijken zegewenöch:.Ter eere en glorie van den Almachtige» God, Zoon en Heiligen Geest Van Maria, altijd maagd.... etc. een bewijs dus dat de schrijver in vol len ernst spreekt. Verder volgt er dan een verhaal van een zekeren Glovanni Bottadio dX dus Jean Boute Dieu zie boven, en van dezen „Jan Sla God" een reeks wondérbaarlUk© verhalen. O.a. heet het dat deze eeuwigs wandelaar tn een fellon sneeuwstorm een familie bU een tocht over de bergen hielp, door -twee van de kindoren op zijn schouders te nemen. Voorts dat men hem eens als spion wilde ophangen, maar dat zelfs d© dikste touwen braken.... Dat hy op een anderen keer tor dood veroordeeld werd we gens een buitengewoon uienschil evenda daad ten tijde van de Inquisitie, maar dat hy deswege in een donkeren kerker ge worpen den volgenden morgen verdwe nen was zonder spoor achter te laten. Verder wordt in genoemd boek verhaald hoo deze wandelende Jood een tournoolspe- lor was zonder wederga en vanwege zijn on- verslaanbaarheld door leder ridder ge vreesd! Niettemin was hij buitengewoon ontwik keld in all© toenmalige takken van weten schap en sprak zoowat alle talen, die over do wereld bekend waren! Al deze dingen werden ln het verhaal met zooveel en zoo overtuigende bewUzen ge staafd, dat menig -lezer ln vroeger dagen onder den van deze overstelpende bewUskracht moet zUn geraakt.Zoodal men er eindelijk toe -gekomen ls dezen ge* heimzinnlgen wandelaar door de wereld en door de eeuwen te gaan rangschikken onder de vele «aken, welke een nuchter menseh niet kan begrijpen ©n waarvan toch niet met zekerheid te zeggen ls dat ze niet plaats grijpen tussohen den hemel en de aarde..1 BABBEL-UURTJE OVER MODE. Voor de aanstaande Feestavondent Nu de beginmaand van den winter, de Kerstdagen en eveneens Nieuwjaar weer v-oorbUgegaan zyn, bewyst de tyd, dat hU nimmer rust of „stille staat" en dat automa- tisoh de dingen van vorige jaren terugkeeren. 't Is maar om er den gang in te houden en de memsohheld tegenover het vele leed van dag en jaar wat vreugde te bezorgen. Ieder jaargedeelte heeft zyn eigen festij nen. Zoo ia het een vaststaand fait, dat in het begin van het jaar, wanneer de kouds bulten in den vorm van sneeuw en ys of van zang, die prachtig en merkwaardig gebouwd is op den regel van drie. Ze la verdeeld in drie doelen. Ieder deel heeft tien maal dris is drie en dertig zangen'. En ieder vers heeft drie regels. De drie deelen heeten: De Hel, Het Vagevuur en De Hemel. Ze worden ln het Epos alle drie door Dante ln persoon bezocht. De hel en het vagevuur doorwandelt h]f onder leiding van den dichter Vlrgillus, eea Romelnsch dichter uit de eerste eeuw voor Ohr, en die ln de Middeleeuwen byzondef verheeriykt werd, omdat men meende dat ln zyn werken groote en goddelijke wysheld verborgen zat. Én tegelyk was deze tocht de loutering»- tucht van Dante's eigen 'ziel. Eerst na deis 1-outerlng mooht hy weer Beatrloe aanschou wen, die hem daarna langs drie maal dri© (dus weer drie) hemelen tot voor dienl troon van den oppersten God zelf voeren zal. De gang door de hel en door het vage vuur ls ln het algemeen ook bedoeld als de gang van de mensoheiyke ziel. Uit de hel en door het vagevuur voert moeizaam do weg van hemel tot hemel tot aan den allerboogsten hemel. Daar la alles volmaakt, want daar is alles liefde. Daar ls het dat do goddeiyke liefde op den menseh overgaat. Daar ls de liefde heilig en alle holligheid liefde. Daar ls geen vraag nieer, maar alleen bevrediging, geluk en aanbidding. Danto AUghierl leefde in de middeleeu wen. HU was de groote zoon der middel eeuwen en hy heeft vereeuwigd wat de mid deleeuwen geloofden. Dante ls daarom ge weest: „De stem van tien zwygende eeu wen"! Wat Homerus was voor de oudheid en de oude geschiedenis en wat Shakespeare was voor de nieuwe gesohiedenis, dat was Dante voor de middeleeuwen. In de „Divlna Commedia" hebben d§ middeleeuwen haar gedachten uitgespro ken.Dr. B. 5t Jutter! je 9 9 9 „Vaaryei o Indiö, vaarwel gij donkore schoonen, Die tevergeefs belegerd hebt ons bartl Oud-Holland roept terug zijn jongè zonen Dn als wij soheldien is dat niet met smart! Reeds klieft het schip niet vollen stoom de baren, Ver ln 't verschiet is Java's zonnig strand; We gaan terug, terug naar t Vaderland." We gaan terug, terug naar t Vaderland." „Wel hebben wij in Indiö vaak genoten, Niet altijd sliep jong-Holland'e levenslust. Wel menigmaal de glazen aangestooten, Wel menig koor een lieven mond gekust! Toch laten wij dit alles [gaarne varen, De tropenzon heeft ons genoeg verbrand: Zo zijn voorbij, de drie verbanningsjaren, Zo zijn voorbij, de drie verbauningsjaren, bis. bis. 9 9 'k Gelpof t niet. Alleen had bij wat meer moeite dan de andere. n 9 9 9 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 9