HELDERSCHE COURANT Tweede Blad. VAN DINSDAG 16 JANUARI 1923. UITNOODIGING. E. C. SENGER, PLAATSELIJK NIEUWS. Voor liet Mercuriua-cHiploma Ned^rland- sche Handelscorrespondentie-examen te Am sterdam slaagde de lieer K. Prins. Voor het Practijkdiploma Boekhouden van de Vereen van Leeraren in de Handelswetenschappen examen te Alkmaar op 11, 12 en 13 Dec. j.1. slaagden de heeren K. Prins, T. W. I.. Sok en J. Smit, leerlingen van den heen- A. v. d. Mejj allliier. Prov. Statenverkiezing. De candidaatstelling .zal 17 Febr. plaats vinden, de stemming op 11 April, terwijl 10 April de candidaatstelling voor den Gemeen teraad plaats vindt. In de op 13 dezer te Alkmaar gehouden vergadering der Statenkringen Helder, Hoorn en Zaandam van de Christelijk-Historische Unie zijn de navolgende herren candidaat gesteld voor de Provinciale Staten: 1. W.J. Kernkamp (aftr.), Edain; 2. J. Kroonenburg, St. Pancras; 3. R. Bets Pzn., Zaandijk; 4. J. Ringers, Alkmaar; 5. G. P. de Vos, Enkhuizen; J. C. S. Schokking, Helder; 7. O. P. Metselaar, Hoorn; 8. J. Vis ser Jzn., Marken; 9. H. de Bruijn, Purme- rend; 10. S. Sohuijt, Zaandam. Aanbesteding. Door Ged. Staten van Noord-Holland zal Donderdag 25 Januari a.s. worden aanbe steed het onderhoud der haven beoosten Oude Schild op Texel, gedurende het jaar 1923. Bizonderhedlen per advertentie. Woningstichting. De Woningstichting is bij Kon. Besl. van 23 Dec. '22, No. 67, toegelaten, om op grond van de Woningwet werkzaam te zijn in het belang der Volkshuisvesting. De eigendommen der Vereeniging voor Volkshuisvesting „Helder" en de Marine- Woningbouw-Vereeniging „Algemeen Be lang" zijn reeds overgedragen, zoodat sinds 1 Januari 1923 het nieuwe instituut in wer king is en de oude Vereenigingen zijn opge heven. Deze zijn of worden dan ook ontbon den, dat thans nog slechts een formaliteit is. Het adres der Woningstichting is: De Wetstraat 29. Economische Commissie. Men verzoekt ons te melden, dat het Secre tariaat dezer Commissie vanaf heden geves tigd is bij den heer W. Veithuys, Hoofd gracht 68. Het Gouden Feest der „Heldersche Courant". Als er hier of daar een jubileum te ver slaan is, is de Heldersche Courant er natuur lijk bij om daarvan verslag te geven. Meer dan dat, reeds vooraf hebben berichten in ons blad de aandacht gevestigd op een derge lijke feestelijkheid, zoodat het publiek reeds op de hoogte is van hetgeen staat te ge beuren. Echter, omtrent haar eigen gouden jubilé had dit blad tot op den laatsten dag toe het diepste stilzwijgen bewaard. Een van onze stadgenooten, die aan de familie De Boer een fraai bloemstuk deed toekomen, wees er op, dat ten opzichte van haar eigen jubilé ons blad tekort geschoten was. 't Is zoo: wij bekennen schuld. Maar het ging toch niet aan, dat de Heldersche Cou rant haar eigen feestdag vooraf aankondigt. Nu evenwel, met de uitgave van het feest nummer, de zaak wereldkundig is gemaakt, .zou het niet aardig zijn van ons ais we den lezer van het vervolg der geschiedenis on kundig lieten. Wij moeten beginnen met het begin, en dat begin speelt zoowat een maand terug. Want reeds begin December ontstond het plan om het 50-jarig bestaan der krant enigszins feestelijk te 'herdenken, ontstond ook het plan een speciale feestcourant uit te geven. Aan verschillende bevriende perso nen, in en buiten dé stad, werd het plan uit eengezet, en van alle kanten kregen wij dé meest hartelijke medewerking, zooals de lezer heeft kunnen zien. Een plan betref, fende een gekleurd gedenkraam, dat door personeel en medewerkers van de Heldersche Courant aan de zaak zou worden aangeboden, werd ontworpen. Dit laatste veroorzaakte ons nogal wat beslommeringen en besprekin gen, maar tenslotte kwam het in orde. Tot zoover leverde de afwikkeling van de plannen nog geen bizondere moeilijkheden op. Eerst na Nieuwjaar begonnen die. Aller eerst wierp de plotseling uitgebroken staking alle verdere plannen in duigen. Er was geen sprake van verdergaan; het gedenkraam was besteld en moest natuurlijk worden geaccep teerd, maar boe het na de staking gaan zou, wist niemand onzer. Gelukkig liep de staking met een week ten einde, en onmiddellijk, na dat men des Maandags aan jiet werk gegaan was, werd met de voorbereiding verder gegaan. Het eigenlijke werk moest nog geschieden. Het aardige was, dat de heer De Boer buiten de plannen moest worden gehouden. Voor zoover liet betrof de toezending van artikelen en advertenties voor dit feestnummer, kon dit wel geschieden, en om het gedenkraam in onze vestibule te plaatsen, zou de heer De Boer op slinksche wijze naar Amsterdam worden gedirigeerd. Maar het feestnummer moest gedrukt worden en dat veroorzaakte het meeste hoofdbreken. Alles liep ons in deze tegen. Vooreerst de rotatiepers, diie immers reeds 23 December gebroken was, zoodat de gewone krant op andere en veel omslachtiger wijze moest worden gedrukt. Wel was een Duitsch mon teur reeds van begin Januari af met het repa- reeren bezig, en wij hoopten nog op het klaar komen ervan, zoodat althans de gewone krant weer op de gewone wijze kon worden gedrukt. Maar al dadelijk bleek ons, dat de herden kingskrant niet op den llden Januari, de datum waarop het eerste Vliegend Blaadje een halve eeuw geleden verscheen, kon uit komen. De Zaterdag, 13 Januari, werd daar voor bestemd. En in deze week moest, hoe dan ook, dit feestnummer gedrukt worden. Men denke daar niet te licht over. Doordat het blad in zwart en groen gedrukt werd, moest al dadelijk de eerste en vierde pagina, waarin deze kleur voorkomt, tweemaal wor den gedrukt. Verder de binnenste pagina's, de beide andere van het tweede blad, hetgeen alles op de gewone snelpers, dus in een lang haam en tijdroovend tempo, moest geschie den. Dan de gewone Zaterdagsche krant, die misschien niet op onze rotatiepers kon wor den afgedrukt, dus ook op dezelfde wijze als de jubileumskrant zou moeten wérden ge drukt. Verder tengevolge van de sta king achterstallige periodieke werk, waar voor onze snelpersen ook zeer noodig waren. Het vouwen en insteken van de beide bladen enz Wij zullen er niet qver uitwijden: de krant möèat klaar, en zij is klaar gekomen. Eenige vaklieden van het personeel boden zich vrij willig aan om des nachts te drukken; maat regelen waren door hen genomen om te ver hinderen, dat zij in conflict kwamen met de Arbeidswet. En de krant kwam klaar. Vraag ons niet hoe: zij kwam er. Ook het gedenk raam werd op tijd afgeleverd, en toen de heer De Boer Vrijdags naar Amsterdam was vertrokken, stond de timmerman en de mon teur klaar om het er in te zetten. Des mid dags was alles kant en klaar; doeken werden ervoor gespannen en Zaterdags was alles gereed voor de plechtige aanbieding van een en tonder. Zaterdagmorgen te half elf, toen de eerste kranten, bestemd voor de postexpeditie, van de pers kwamen, gelukkig was onize rota tie-machine tijdelijk hersteld, zoodat wij daar mede niet langer gehandicapt waren (Zater dagmiddag is zij opnieuw gebroken, en zitten wij weer een dag of veertien gebonden), werd de jubilemmskrant aan den heer De Boer aangeboden. Het bedrijf werd daartoe een oogenblikje stop gezet, en de heer Brou wer overhandigde het feestnummer aan den heer De Boer. Er waren reeds telegrammen en felicitaties gekomen, en tegen 11 uur begon de stroom van bloemstukken, die den geheelen morgen aanhield en die ons kantoor in een oogwenk herschiep in een lusthof van geurende bloe men. Ware prachtstukken waren er onder. In totaal 36 bloemstukken. Te kwart over twaalf had de aanbieding van het Gedenkraam plaats. Inplaats van te 1 uur werd te 12 uur geëindigd, waarna de mannen zich in de drukkerij vereenigden. De oudste der gezellen, de heer Verbergt, nam het woord en bood1 namens personeel en medewerkers een gekleurd gedenkraam aan, de heer Lebbe overhandigde een album met de namen der deelnemers. Eenige zakenvrienden, de heeren Kampert en van Crans uit Amsterdam (de laatste uit gever van het Chemisch Weekblad, welke periodiek op onze drukkerij wordt gedrukt) voerden het woord. Eerstgenoemde bood een prachtige bronzen plaquette aan, een borst beeld van Laurens Janszoon Goster, wiens 500e eeuwfeest dit jaar- herdacht wordt. Deze heer wees er verder op, dat de zaak hoofd zakelijk door het werk van den heer C. de Boer Jr. groot is geworden, en dat diens hart steeos warm klopte voor de belangen van het personeel. En laatstgenoemde heer citeerde uit de N. Rott. Crt. een beoordeeling over de wijze, waarop de firma de Boer steeds het Che misch Weekblad en andere drukwerken ver zorgt, die beter lof is dan welke andere lof spraak ook, en die wees op een groote saam- hoorigheid tusschen patroon en gezellen. De heer D. H. Grunwald voerde daarna het woord om te wijzen op de belangrijke industrie, die voor onze stad van groote be teekenis is. Daarom is deze herdenking een gebeurtenis, die niet alleen in intiemeren kring dient te worden herdacht, maar die zeer zeker ook van verderstrekkende betee- kenis is. Tenslotte kwam de heer van de Bilt, oud medewerker aan de Held. Courant, zijn ge- lukwenschen bij die van de anderen voe gen. Als de heer de Boer een wapenspreuk zou moeten kiezen, zou hij daarin als devies kunnen schrijven: „Doe het me na". Zijn leven is voorzeker niet zonder beteekenis geweest. Niet het snijden der padi brengt de vreugde, maar het snijden der padi, die men -zelf geplant heeft. Zoo zeide Multatuli het zoo kernachtig en dit is zoo van toe passing op den heer de Boer. De zoon van den heer de Boer dankte namens zijn vader voor de hartelijke toespraken en wees er op, dat de totstand koming van deze huldiging in geen enkel opzicht door af vanwege de staking is beïn vloed geworden, hetgeen de waarde van het geschenk natuurlijk verhoogt. Want reeds lang voor er sprake was van staking be stonden de plannen, en er werd direct ge zegd: wat ook gebeure, de plannen gaan door. Hiermede was deze plechtigheid, die na tuurlijk in alle opzichten een intiem karak ter had, doch waarvan wij nochtans meenden onzen lezers een eenigszins uitvoerig ver slag niet te mogen onthouden, afgeloopen. Des middags had ten huize van de familie de Boer een receptie plaats, die zeer druk bezocht was. Natuurlijk wapperde den ge heelen dag de vlag van den gevel der druk kerij. Te drie uur ongeveer schalde muziek in de Koningstraat, en het Stedelijk Muziekcorps, omstuwd door een groote menigte volfks, die met dit schitterend-mooie weêr op straat was, kwam aangemarchieerd om een aubade te brengen aan de familie De Boer. Natuurlijk werd de bekende J utter-marsch niet verge ten. De familie was door dit blijk van mede leven aangenaam verrast. De gekleurde glasruit, welke aan de firma is aangeboden, en die een plaats heeft gekre gen in de vestibule, is geleverd door de fir ma E. Löhrer, fabriek van gebrandschilderd glas en glas in lood te Utrecht. Het groote middenvak stelt voor het boekdrukkerswa pen, zijnde twee leeuwen, welke een rood schild vasthouden, waarop drie handen, die boekdrukkersemblemen vasthouden. Een boom met gouden vruchten rijst achter het wapen op; voor deze glasschildering was dit gestyleerd. Onder het wapen staat de spreuk „Scientia serviens", dat is: der Wetenschap dienende. Daaronder staat de opdracht: „Ter herinnering aan het 50-jarig bestaan van de Heldersche Courant aangeboden door perso neel en medewerkers 11 Januari 18731923". Verder is het raam geflankeerd door de wa pens van Helder en Noord-Holland, en door emblemen het vak betreffende (persen, ma- teriaal-enz.) Onderaan is het marine-em bleem aangebracht. Begrijpelijkerwijze had dit raam. dat Za terdag en Zondag den geheelen dag verlicht was, waardoor de kleureneffecten goed tot hun recht kwamen, veel bekijks. Wij kunnen hier nog aan toevoegen, dat de oudste der gezellen, de heer A. A. Verbergt, by deze gelegenheid, na een onafgebroken .enstperiode van bijna 40 jaar, is gepen- sionneerd. Kalender „Onze Vloot". Het Duitsche vakblad' „Schiffbau" schrijft o.a. het volgende over de Vlootkalender 1923: De 12 prachtetsen van Wenzel Hollar zijn in grooten stijl uitgevoerd en zoo uit nemend scherp, dat zij nauwelijks van de origineele te onderscheiden zijn. Hoe levendig staan die oude barokschepen met hunne lange galjoenen en buitengewoon V —NI '1IM NUUWM^IIIIIN I Ingezonden Mededeellng. Van 16 tot 20 Januari is ondergeteekande in Hotel „Bellevue" en bereid iederen zaken man zonder eenige verplichting in lichtingen te geven of demonstratie te houden omtrent de nieuwste Nationaal Kas registers. Agent derfirma CORD H. VAN ERK, Amsterdam. rijk gesneden hekken ons voor oogen, hoe opwekkend kunnen zij ons vertellen van de sprookjeswereld uit het verre Oosten, dat zij opzochten in het belang van den handel en de machtsontwikkeling der Hollandsche republiek. De wensch ligt voor de hand, dat „Onze Vloot" ongeacht de zeker niet onbedui dende materiëele offers bij de uitgave van andere kalenders denzelfden koers moge vol gen volgen; op deze wijze toch komt de ver zamelaar allengs zonder moeite in het bezit van een uitstekende verzameling reproduc ties, van vooraanstaande Marine's." Men weet, dat deze kalender voor den uiterst geringen prijs van slechts 1.90 ver krijgbaar is. Maar weet men ook dat de op brengst van den kalender dient om het we duwen- en weezenfonds te steunen, zoodat men, door den Kalender te koopen, daaraan medewerkt. Het adres voor bestelling is Pa rallelweg 41. Verloting Marine Sanatoriumfonds. Bij die gehouden verloting op Zaterdag 19 Januari j.1. in „Casino" zijn die navolgende nummers, waarop prijzen zijn gevallen^ nog niet ingeleverd. De propaganda-oamniissie van bovenge noemd fonds verzoekt hen, die in het bezit zijn van deze nummers, zich te vervoegen bij den sergeant-hofmeester Hillebrandt, in de Marine-Cantine, om hun prijzen in ontvangst te nemen. Over prijzen, die 20 Januari a.s. niet zijn afgehaald, wordt opnieuw beschikt. 9 53 96 153 192 257 350 430 526 632 703 29 58 97 156 198 267 357 459 530 634 704 31 74 98 157 211 273 360 465 532 635 720 32 78 117 161 216 278 367 479 551 641 721 41 88 118 169 229 297 394 510 567 669 726 48 89 119 174 239 299 396 516 571 676 749 49 93 125 186 240 307 419 517 602 683 52 95 136 191 243 309 429 518 615 696 De Propaganda-Commissie. „Die Meistersinger von Nürnberg." Een góed-gevulde, in ademlooze stilte luis terende zaal was het resultaat van de door de Vereeniging „A. G. O." aangekondigde lezing over Richard Wagner's opera „die Meister singer von Nümberg", waarvan de welbe kende heer Alt uit Bolsward gisterenavond kwam vertellen. De heer Alt lieeft die gave van het woord; zijn betoog is niet maar een dorre aaneenschakeling van het verloop der gebeurtenissen; hij heeft zich in zijn onder werp geheel ingewerkt, en hij weet verband te leggen tusschen de verschillende toönee- len, zoodat wij een aaneengeschakeld verhaal krijgen van het verloop. Zijn verhaal' wordt daarenboven gekruid met geestige tusschen- zinnen, met humor van een goed soort, zoo dat zijn gehoor de gezonde afwisseling on dergaat van een hartelijken lach, hetgeen de spanning van een aanhoudend luisteren nu en dan breekt. Geen wonder dan ook, dat liet, anders meestal niet zoo uitbundige Heldersche pu bliek, op zulke avonden uit zijn slof schiet, en imet een lang aangehouden applaus den redenaar dankte. En het slotwoord' van dr. Ketner, waarin hij op zeer geestige wijze zinspeelde op den „zangwedstrijd" der Meis tersinger, waarbij, indien die bij A. G. O.- avonden kon worden ingevoerd, ongetwijfeld de heer Alt den meesterprijs zou krijgen, dat slotwoord was het publiek dan ook ge heel uit het hart gegrepen. De Meistersinger is wel Wagner's beste werk; de humor erin is bijna altijd voornaam, en op geestige wijze heeft hij zich op zijn tallooze criticasters en betweters gewroken over dén hem aangedanen smaad en de mis kenning. En het was dan ook deze opera, die de oorzaak was, dat den 55-jarigen meester eindelijk recht werd-gedaan, die weldenken- den de oogen deed openen en hen deed zien van welke beteekenis het werk van Wagner was. De heer Alt had een groote menigte fraaie platen, aan de hand waarvan hij een zeer duidelijke en populaire uiteenzetting gaf van het verloop der handeling. Een enkel maal ook kregen wij dieper inzicht in de muzikale beteekenis van het werk. Eenige motieven werden ten overvloede, zooals dat bij dezen spreker gebruikelijk is, op den vleugel mu zikaal onderstreept, Wij' kregen daardoor b.v. een goed inzicht in de beteekenis van het uit muzikaal oogpunt zoo belangrijke Preis lied van Walther, d'at aan de tabulatuur van de Neurenbergsche jury niet kon voldoen, maar niettemin een geniaal gecomponeerden zang is. Behalve vele afbeeldingen van oud-Neu- renberg en van scènes uit de opera, had de spr. zelve van vele belangrijke liederen lan taarnplaatjes vervaardigd, hetgeen het volgen vergemakkelijkte. Er zal dan ook wel nie mand zijn geweest, die de lezing niet heeft kunnen volgen, en die niet een duidelijk in zicht heeft gekregen in dit geniale werk. En dat is de zeer groote verdienste van dezen spreker, dat hij zoo tot iedereen weet te spre ken, en zijn bedoelingen duidelijk maakt. Daar aan alles een eind komt, valt ook hier tenslotte het scherm en moesten wy naar huis. Maar als de heer Alt weder terugkomt, kan hij op zijn supporters rekenen, dat staat vast. Jubileum Rika Hopper. De gevierde tooneeispeeister, Mevr. Rika Hopper, welke j.1. Donderdag j.1. haar zilve ren jubileum herdacht heeft in den Stads schouwburg te Amsterdam, maakt thans een tournée door het land. Den 2dten Februari zal zij hier een dergelijke voorstelling geven, waarbij het door haai- gekozen jubileumstuk „Opstanding" van Tolstoï zal worden opge voerd door het geheele gezelschap, bestaande uit 20 personen en waarin de jubilaresse één van haar meest succesvolle rollen, n.1. die van Maslowa, zal vervullen. We hopen, dat deze kunstenares ook hiel de hulde te beurt valt, welke haar in de voor naamste plaatsen van ons land zal worden gebracht. 5 iüf Errata. Bij de samenstelling van ons feestnummer heeft het drukfoutenduiveltje ons een- en andermaal parten gespeeld. Enkele van die bokkensprongen kondein wij nog herstellen; er zijn er meerdere, die de lezer zelve reeds cevonden zal hebben, en, hopen we, ver geven. Onze Haagsche briefschrijver o. a. komt er ook nog al slecht af. In het Tweede Blad, middelste kolom der le pagina, komen in het artikel „Na vijftig jaar" van onzen medewerker „Leo" de vol gende opmaak-fouten voor: Het vervolg van de middelste kolom staat abusievelijk gedeeltelijk in de laatste (5 re gels); hierna vervolgt men met d© 4e kolom. In deze 4e kolom is in de 10e alinea (in het midden) een regel uitgebleven en moet aldus luiden: „Het uiterlijk van de oude drukkerij staat mij nog helder voor oogen en de keeren dat ik, hetzij met mijn vader voor Marine zaken, hetzij oi©t één mijner vriendjes, neef je van den eigenaar, ook binnen een kijkje mocht nemen, herinner ik mij nog als den dag van gister." Ten slotte moet in het slot de laatste en voorlaatste regel verwisseld worden. Helaas is ook buiten het jubilé-nummer dit booze duiveltje aan het werk geweest. Zoo laat hij onzen medewerker Thijs een tweetal coupletten citeeren, waarvan hij de refrein tjes dooreenliaspelt. De beide laatste regels van ieder couplet hadden moeten luiden: Ze zijn voorbij, de drie verbanningsjaren, We gaan terug, terug naar 't Vaderland. bis. Wij bieden lezers en schrijvers voor al deze ongerechtigheden ons excuus aan; de wüze waarop dit nummer moest worden sa mengesteld, alsook het feit, dat wij in ons bedrijf door een samenloop van omstandig heden aan alle kanten waren gehandicapt, moge ons tot excuus strekken! Lijst van gevonden voorwerpen gedurende de week van 815 Januari 1923. Terug te bekomen aan het Hoofd-bureau van Politie aan de Prins-Hendriklaan: Een kinderbontje., een kinderhandtasohje niet inhoud', ©en rozenkrans, een huisdeur- sleutel. Terug te bekomen aan de navolgende adressen: J. Schrander, Basstraat 27: een marmotje. C. Hasselaar, Walvisohstraat 41: een rozen krans in étui. P C. Kiljan, Zwaanstraat 15: een (Fransohe) huisdeursleutel. L. Leen, Kanaalweg 165: een zilverbon. M. Pruising, Oostslootstraait 4: een lederen riem. G. Jutte, Diaconiestraat 25: een leesboek. C. Heeris, Oostslootstraat 11: een cigaretten- koker. Elburg, Dijkstraat 35: een lederen porfe- monnaie met inhoud. Bijl, Achtergracht Z.Z. 39: een das, gemerkt C. R. De Vroome, Molenstraat 5b: een bril in beenen étui. B Dudink, De Ruijterstraat 52: een lees boek. J. Snor, Zuidstraat 15: een kleedje en een strikje. C. Leijdeckers, Dijkweg 85: een kinder- taschje met inhoud. P. Kegge, Hoogstraat 64: een grijze pet. Polderbestuur Anna-Paulowna. Openbare vergadering van Hoofdingelan den, Dijkgraaf en Heemraden van den Anna Paulownapolder op 13 Januari. Afscheid van den heer A. J. de Jongh. Het eenige punt van de agenda was dit maal het afscheid van den oud-penning- meester, den heer A. J. de Jongh. Nadat de secretaris den heer De Jong had binnen geleid, sprak de dijkgraaf, de heer C. Wij- denes Spaans Jr. Mijne Heeren! Het is mij een genoegen u hier hartelijk welkom te heeten, en dat welkom, mede namens de Bestuursleden van den Anna Paulownapolder, bijzonder toe te roepen aan den heer A. J. de Jongh, tot voor enkele dagen geleden nog in functie als penning meester van dezen polder. Wij waardeeren het zeer, dat de heer De Jongh op ons verzoek heden naar ons heeft willen komen tot het nemen van af scheid, waartoe door omstandigheden eerder geene gelegenheid bestond. Uit de gesprekken, welke ik den laatsten tijd met u, mijnheer De Jongh, mocht voeren, bleek mij telkens weer hoezeer de vervulling van het ambt van penningmeester van den Anna Paulownapolder nog steeds uwe volle belangstelling had en hoe moeilijk het u viel daarvan afstand te doen. Wij kunnen ons dat zoo indenken. U heeft toch sedert 1 October 1876, alzoo langer dan 46 jaren, die betrekking ver vuld, en die betrekking is daardoor ge worden als een draad, welke bij u loopt van het begin tot het einde van het volle werkzame leven, welke raakt alle voorvallen in ambt en gezin vanaf den tijd, waarop u uwe krachten ten volle ontplooide tot aan de dagen van welverdiende rust. Die tijd omvat 46 van de 76 jaren van het bestaan van den polder hij raakt bij den aanvang nog het bestuur van den eer sten,bij het einde dat van den zevenden dijkgraaf. In gedachten wil ik met u teruggaan naar den tijd van uwe benoeming, en dan moeten wij aanvankelijk nog iets verder terugtreden. De gemeente Anna Paulowna was met 1 Augustus i870/ontstaan door afscheiding van de gemeente Zijpe, waaraan dein 1846 en 1847 bedijkte gronden, welke dezen pol der uitmaken, voorloopig waren toegevoegd. De zelfstandigheid van de gemeente Anna Paulowna vorderde een eigen bestuur, een eigen secretaris enz. Helaas, was de eerste keuze van een secretaris uitgebracht op iemand, die mogelijk wel veel goeden wil bezat, doch in elk geval niet voldoende was toegerust om geheel zelfstandig het hoofd te bieden aan de vele moeilijkheden, welke aan de inrichting en uitvoering der admi nistratie waren verbonden Na enkele maanden moest die betrekking weder vacant komen, en toen was het dat tot u het eervolle ver zoek werd gericht in die gemeente als secre taris op te treden en het te zwaar bevonden werk van den andere over te nemen. Hoe moeilijk die taak ook was, hoe jong u toen ook waart, u heeft het aangedurfd, en u heeft het bewijs geleverd niet alleen te durven, maar ook te willen en te kunnen. Dat was voor u een groot succes, en het behoefde dan ook geen verwondering te baren, dat, toen enkele jaren later, door het vertrek van den heer Tiele, het ambt van Penningmeester van den Anna-Paulowna- polder vacant kwam, dit u door de over- groote meerderheid dér bestuursleden bij eerste stemming werd toevertrouwd. Ik wil hier even opnoemen het toenmalig bestuur. Dijkgraaf was J. C. de Leeuw, de bekwame ontwerper en uitvoerder van het plan tot bedijking van de Westerwaard, zooals de eerste benaming van den Anna-Paulowna- polder was. Heemraden waren J. C. Geerligs, J. van Gijtenbeek, A. Jz. Kaan en Th. J. Waller. Hoofdingelanden waren C. A. Beuken kamp, F. Blaauboer, J. C. Bloem, J. H. van Poreest van der Palm, J. L. Th. Groneman, W. van Gijtenbeek, J. Gijzen, A. Kz. Kaan, D. Rz. Kaan, J. A. Zur Mühlen, J. van der Vlugt en R. Waiboer. Door deze opsomming van namen zullen al die personen voor u weer opleven, ge voelt u zich als het ware weer teruggebracht naar die dagen van uw jonge leven, tintelt de kracht en de moed van toen u nogmaals door de leden en staat u vol lust tot arbei den, vol wenschen en idealen weder in de eerste jaren van uw zelfstandig leven. Zóó ziet u de toestanden van toen hier in ge dachten weer en bemerkt u eerst recht welk éen vooruitgang in al die jaren is tot stand gebracht, mede door uw arbeid. Wat al ver andering doet zich aan uw geestesoog voor. Hoevele wegen, toen nog onbehard, dragen nu ook in het slechte jaargetijde zwaar be laden wagens op hun dek? De Lagedijk en de van Ewijcksvaartweg hadden toen nog ongeveer de hoogte van zeedijken. Immers in het eerste jaar van bedijking is het West- deel gewonnen en hebben de dijken langs het Oude Veer tusschen 1846 en 1847 de zee gekeerd. Hoeveel anders was toen nog de bemaling, in hoofdzaak geschiedende met windmolens, nu alle verdwenen. Hoe groot was toen het landbezit in één hand en hoe gering was toen van veel land de waardel Wat is het aantal woningen, wat is de be volking toegenomen! Welke moeilijkheden hebben zich niet voorgedaan bij de invor dering der polderlasten, toen de prijs der producten zoozeer was gedaald, dat eene belasting van f 10.per H.A. niet kon worden opgebracht en eene groote opper vlakte land werd verlaten en aan den polder verviel! En voor hoeveel beleid bij de in vordering kan men u nog dank brengen, omdat het daardoor mogelijk is geweest te blijven in het bezit van de gronden, waarop familiën thans nog haar bestaan vinden Vele veranderingen, welke verbeteringen zijn gebleken, u zult het in de eerste plaats erkennen, zijn niet door u alleen bewerkt, doch zeker is het dat u tot eén goed en degelijk beheer, tot het treffen van goede maatregelen, tot het scheppen van betere toestanden, tot opbloei en opbouw heeft medegewerkt, zooveel in uw vermogen was, en zeker is ook, dat dit vermogen van u groot is geweest door uw werkkracht, door uw kennen en kunnen Het was mij daarom zoo aangenaam te hooren, hoewel ik niet anders kon ver wachten, dat het volledige bestuur van den Anna-Paulownapolder verklaarde er grooten prijs op te stellen^ in vergadering afscheid van u te nemen. Ik spreek dan hier namens het geheele bestuur, en naar ik mij overtuigd mag houden met groote instemming van de Ingelanden, een hartelijk gemeend woord van lof en van dank voor de voorbeeldige wijze, waarop u steeds en onder alle om standigheden uw ambt heeft vervuld, uw taak en vaak meer dan uw taak heeft ver richt. En daarbij denk ik vol waardeering terug aan uw arbeid in de bange dagen van 1916, toen het werk ook voor u zich opv- stapelde. U heeft zich toen zoo geheel aan het ambt van Penningmeester gegeven, dat de tijd, welke voor u was vrijgekomen als gevolg van het neerleggen der gewichtige betrekking van Ontvanger der gemeente Helder, hierdoor lang geheel in beslag werd genomen. De diensten toen door u bewezen zijn niet genoeg te waardeeren. U gaat van ons heen en het doet ons leed uw persoon uit ons midden te zien gaanwij hadden den bekwamen ambtenaar, den aangenamen persoon zoo gaarne nog langer behouden, doch wij mogen in dit geval niet enkel letten op onze eigen be langen. Wij behooren dankbaar te zijn, en wij zijn werkelijk ook dankbaar, dat u uwe beste krachten zoolang aan den Polder heeft gegeven, dat u niet eerder zijt heengegaan, dat u ons door de financieele moeilijkheden en beslommeringen van den watersnood heeft heengeholpen. Wij verheugen er ons in en wij wenschen u er geluk mede, dat u bij dat alles, dank zij uw krachtig gestel, heeft behouden een gezond lichaam en een opge- wekten geest. Wij vertrouwen, dat u nog vele jaren zult mogen genieten een welver diende rust en wenschen u deze van ganscher harte toe. Het Bestuur heeft mij opgedragen u bij dit afscheid, als bewijs van waardeering en als blijvend aandenken een voorwerp aan te bieden. Ik tracht die opdracht te vervullen door aanbieding van deze vaas, waarin, met eenigen goeden wil, en daaraan ontbreekt het u allerminst, is te vinden een symbool van uw arbeid. Ik moge u dat dan aldus uitleggen. Ik vertoon u hier de volgorde van bewerking van deze vaas. Eerst is deze/ eenvoudig en vlak afgewerkt. Dat wijst op den toestand, waarin u eerder uw ambt heeft aanvaard. Dan komen de opvolgende stadia van bewerking, en eindelijk verschijnt het geheel afgewerkte product van kennis en arbeid, beeld van den toestand waarin u uwe administratie ons onlangs zoo keurig in orde heeft overgedragen. Wij hopen, dat dit voorwerp door u zal worden aanvaard en dat het in uwe woning bij u nog dikwijls zal oproepen aangename herinneringen aan de lange, lange jaren van ingespannen arbeid voor- en volle toe wijding aan de belangen van den Anna Paulownapolder. Wij, wij zullen u altijd blijven waardeeren en hoogachten als den kundigen en krach- tigen werker, als den vriendelijken en aan genamen ambtenaar met zoo hooge opvatting van plicht. Persoonlijk dank ik u zeer voor de aan gename samenwerking, welke mij steeds een prettige herinnering aan u zal doen bewaren. Nog onder den indruk van het gesprokene dankte de heer De Jong voor de vriende lijke woorden van den voorzitter en ver klaarde zich door het blijk van waardeering hoogst aangenaam verrast. Hij dankte het Dagelijksch Bestuur en de Hoofdingelanden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5