HELDERSCHE COURANT
Tweede Blad.
VAN DINSDAG 16 JANUARI 1923.
UITNOODIGING.
E. C. SENGER,
PLAATSELIJK NIEUWS.
Voor liet Mercuriua-cHiploma Ned^rland-
sche Handelscorrespondentie-examen te Am
sterdam slaagde de lieer K. Prins. Voor het
Practijkdiploma Boekhouden van de Vereen
van Leeraren in de Handelswetenschappen
examen te Alkmaar op 11, 12 en 13 Dec. j.1.
slaagden de heeren K. Prins, T. W. I.. Sok
en J. Smit, leerlingen van den heen- A. v. d.
Mejj allliier.
Prov. Statenverkiezing.
De candidaatstelling .zal 17 Febr. plaats
vinden, de stemming op 11 April, terwijl 10
April de candidaatstelling voor den Gemeen
teraad plaats vindt.
In de op 13 dezer te Alkmaar gehouden
vergadering der Statenkringen Helder, Hoorn
en Zaandam van de Christelijk-Historische
Unie zijn de navolgende herren candidaat
gesteld voor de Provinciale Staten:
1. W.J. Kernkamp (aftr.), Edain; 2. J.
Kroonenburg, St. Pancras; 3. R. Bets Pzn.,
Zaandijk; 4. J. Ringers, Alkmaar; 5. G. P.
de Vos, Enkhuizen; J. C. S. Schokking,
Helder; 7. O. P. Metselaar, Hoorn; 8. J. Vis
ser Jzn., Marken; 9. H. de Bruijn, Purme-
rend; 10. S. Sohuijt, Zaandam.
Aanbesteding.
Door Ged. Staten van Noord-Holland zal
Donderdag 25 Januari a.s. worden aanbe
steed het onderhoud der haven beoosten
Oude Schild op Texel, gedurende het jaar
1923. Bizonderhedlen per advertentie.
Woningstichting.
De Woningstichting is bij Kon. Besl. van
23 Dec. '22, No. 67, toegelaten, om op grond
van de Woningwet werkzaam te zijn in het
belang der Volkshuisvesting.
De eigendommen der Vereeniging voor
Volkshuisvesting „Helder" en de Marine-
Woningbouw-Vereeniging „Algemeen Be
lang" zijn reeds overgedragen, zoodat sinds
1 Januari 1923 het nieuwe instituut in wer
king is en de oude Vereenigingen zijn opge
heven. Deze zijn of worden dan ook ontbon
den, dat thans nog slechts een formaliteit is.
Het adres der Woningstichting is: De
Wetstraat 29.
Economische Commissie.
Men verzoekt ons te melden, dat het Secre
tariaat dezer Commissie vanaf heden geves
tigd is bij den heer W. Veithuys, Hoofd
gracht 68.
Het Gouden Feest der
„Heldersche Courant".
Als er hier of daar een jubileum te ver
slaan is, is de Heldersche Courant er natuur
lijk bij om daarvan verslag te geven. Meer
dan dat, reeds vooraf hebben berichten in
ons blad de aandacht gevestigd op een derge
lijke feestelijkheid, zoodat het publiek reeds
op de hoogte is van hetgeen staat te ge
beuren.
Echter, omtrent haar eigen gouden
jubilé had dit blad tot op den laatsten dag toe
het diepste stilzwijgen bewaard. Een van
onze stadgenooten, die aan de familie De
Boer een fraai bloemstuk deed toekomen,
wees er op, dat ten opzichte van haar eigen
jubilé ons blad tekort geschoten was.
't Is zoo: wij bekennen schuld. Maar het
ging toch niet aan, dat de Heldersche Cou
rant haar eigen feestdag vooraf aankondigt.
Nu evenwel, met de uitgave van het feest
nummer, de zaak wereldkundig is gemaakt,
.zou het niet aardig zijn van ons ais we den
lezer van het vervolg der geschiedenis on
kundig lieten.
Wij moeten beginnen met het begin, en
dat begin speelt zoowat een maand terug.
Want reeds begin December ontstond het
plan om het 50-jarig bestaan der krant
enigszins feestelijk te 'herdenken, ontstond
ook het plan een speciale feestcourant uit te
geven. Aan verschillende bevriende perso
nen, in en buiten dé stad, werd het plan uit
eengezet, en van alle kanten kregen wij dé
meest hartelijke medewerking, zooals de
lezer heeft kunnen zien. Een plan betref,
fende een gekleurd gedenkraam, dat door
personeel en medewerkers van de Heldersche
Courant aan de zaak zou worden aangeboden,
werd ontworpen. Dit laatste veroorzaakte
ons nogal wat beslommeringen en besprekin
gen, maar tenslotte kwam het in orde.
Tot zoover leverde de afwikkeling van de
plannen nog geen bizondere moeilijkheden
op. Eerst na Nieuwjaar begonnen die. Aller
eerst wierp de plotseling uitgebroken staking
alle verdere plannen in duigen. Er was geen
sprake van verdergaan; het gedenkraam was
besteld en moest natuurlijk worden geaccep
teerd, maar boe het na de staking gaan zou,
wist niemand onzer. Gelukkig liep de staking
met een week ten einde, en onmiddellijk, na
dat men des Maandags aan jiet werk gegaan
was, werd met de voorbereiding verder
gegaan.
Het eigenlijke werk moest nog geschieden.
Het aardige was, dat de heer De Boer buiten
de plannen moest worden gehouden. Voor
zoover liet betrof de toezending van artikelen
en advertenties voor dit feestnummer, kon
dit wel geschieden, en om het gedenkraam in
onze vestibule te plaatsen, zou de heer De
Boer op slinksche wijze naar Amsterdam
worden gedirigeerd. Maar het feestnummer
moest gedrukt worden en dat veroorzaakte
het meeste hoofdbreken.
Alles liep ons in deze tegen. Vooreerst de
rotatiepers, diie immers reeds 23 December
gebroken was, zoodat de gewone krant op
andere en veel omslachtiger wijze moest
worden gedrukt. Wel was een Duitsch mon
teur reeds van begin Januari af met het repa-
reeren bezig, en wij hoopten nog op het klaar
komen ervan, zoodat althans de gewone krant
weer op de gewone wijze kon worden gedrukt.
Maar al dadelijk bleek ons, dat de herden
kingskrant niet op den llden Januari, de
datum waarop het eerste Vliegend Blaadje
een halve eeuw geleden verscheen, kon uit
komen. De Zaterdag, 13 Januari, werd daar
voor bestemd. En in deze week moest, hoe
dan ook, dit feestnummer gedrukt worden.
Men denke daar niet te licht over. Doordat
het blad in zwart en groen gedrukt werd,
moest al dadelijk de eerste en vierde pagina,
waarin deze kleur voorkomt, tweemaal wor
den gedrukt. Verder de binnenste pagina's,
de beide andere van het tweede blad, hetgeen
alles op de gewone snelpers, dus in een lang
haam en tijdroovend tempo, moest geschie
den. Dan de gewone Zaterdagsche krant, die
misschien niet op onze rotatiepers kon wor
den afgedrukt, dus ook op dezelfde wijze als
de jubileumskrant zou moeten wérden ge
drukt. Verder tengevolge van de sta
king achterstallige periodieke werk, waar
voor onze snelpersen ook zeer noodig waren.
Het vouwen en insteken van de beide bladen
enz
Wij zullen er niet qver uitwijden: de krant
möèat klaar, en zij is klaar gekomen. Eenige
vaklieden van het personeel boden zich vrij
willig aan om des nachts te drukken; maat
regelen waren door hen genomen om te ver
hinderen, dat zij in conflict kwamen met de
Arbeidswet. En de krant kwam klaar. Vraag
ons niet hoe: zij kwam er. Ook het gedenk
raam werd op tijd afgeleverd, en toen de
heer De Boer Vrijdags naar Amsterdam was
vertrokken, stond de timmerman en de mon
teur klaar om het er in te zetten. Des mid
dags was alles kant en klaar; doeken werden
ervoor gespannen en Zaterdags was alles
gereed voor de plechtige aanbieding van een
en tonder.
Zaterdagmorgen te half elf, toen de eerste
kranten, bestemd voor de postexpeditie, van
de pers kwamen, gelukkig was onize rota
tie-machine tijdelijk hersteld, zoodat wij daar
mede niet langer gehandicapt waren (Zater
dagmiddag is zij opnieuw gebroken, en zitten
wij weer een dag of veertien gebonden),
werd de jubilemmskrant aan den heer De
Boer aangeboden. Het bedrijf werd daartoe
een oogenblikje stop gezet, en de heer Brou
wer overhandigde het feestnummer aan den
heer De Boer.
Er waren reeds telegrammen en felicitaties
gekomen, en tegen 11 uur begon de stroom
van bloemstukken, die den geheelen morgen
aanhield en die ons kantoor in een oogwenk
herschiep in een lusthof van geurende bloe
men. Ware prachtstukken waren er onder.
In totaal 36 bloemstukken.
Te kwart over twaalf had de aanbieding
van het Gedenkraam plaats. Inplaats van te
1 uur werd te 12 uur geëindigd, waarna de
mannen zich in de drukkerij vereenigden.
De oudste der gezellen, de heer Verbergt,
nam het woord en bood1 namens personeel en
medewerkers een gekleurd gedenkraam aan,
de heer Lebbe overhandigde een album met
de namen der deelnemers.
Eenige zakenvrienden, de heeren Kampert
en van Crans uit Amsterdam (de laatste uit
gever van het Chemisch Weekblad, welke
periodiek op onze drukkerij wordt gedrukt)
voerden het woord. Eerstgenoemde bood een
prachtige bronzen plaquette aan, een borst
beeld van Laurens Janszoon Goster, wiens
500e eeuwfeest dit jaar- herdacht wordt. Deze
heer wees er verder op, dat de zaak hoofd
zakelijk door het werk van den heer C. de
Boer Jr. groot is geworden, en dat diens
hart steeos warm klopte voor de belangen
van het personeel.
En laatstgenoemde heer citeerde uit de N.
Rott. Crt. een beoordeeling over de wijze,
waarop de firma de Boer steeds het Che
misch Weekblad en andere drukwerken ver
zorgt, die beter lof is dan welke andere lof
spraak ook, en die wees op een groote saam-
hoorigheid tusschen patroon en gezellen.
De heer D. H. Grunwald voerde daarna
het woord om te wijzen op de belangrijke
industrie, die voor onze stad van groote be
teekenis is. Daarom is deze herdenking een
gebeurtenis, die niet alleen in intiemeren
kring dient te worden herdacht, maar die
zeer zeker ook van verderstrekkende betee-
kenis is.
Tenslotte kwam de heer van de Bilt, oud
medewerker aan de Held. Courant, zijn ge-
lukwenschen bij die van de anderen voe
gen. Als de heer de Boer een wapenspreuk
zou moeten kiezen, zou hij daarin als devies
kunnen schrijven: „Doe het me na". Zijn
leven is voorzeker niet zonder beteekenis
geweest. Niet het snijden der padi brengt
de vreugde, maar het snijden der padi, die
men -zelf geplant heeft. Zoo zeide Multatuli
het zoo kernachtig en dit is zoo van toe
passing op den heer de Boer.
De zoon van den heer de Boer dankte
namens zijn vader voor de hartelijke
toespraken en wees er op, dat de totstand
koming van deze huldiging in geen enkel
opzicht door af vanwege de staking is beïn
vloed geworden, hetgeen de waarde van het
geschenk natuurlijk verhoogt. Want reeds
lang voor er sprake was van staking be
stonden de plannen, en er werd direct ge
zegd: wat ook gebeure, de plannen gaan
door.
Hiermede was deze plechtigheid, die na
tuurlijk in alle opzichten een intiem karak
ter had, doch waarvan wij nochtans meenden
onzen lezers een eenigszins uitvoerig ver
slag niet te mogen onthouden, afgeloopen.
Des middags had ten huize van de familie
de Boer een receptie plaats, die zeer druk
bezocht was. Natuurlijk wapperde den ge
heelen dag de vlag van den gevel der druk
kerij.
Te drie uur ongeveer schalde muziek in de
Koningstraat, en het Stedelijk Muziekcorps,
omstuwd door een groote menigte volfks, die
met dit schitterend-mooie weêr op straat was,
kwam aangemarchieerd om een aubade te
brengen aan de familie De Boer. Natuurlijk
werd de bekende J utter-marsch niet verge
ten. De familie was door dit blijk van mede
leven aangenaam verrast.
De gekleurde glasruit, welke aan de firma
is aangeboden, en die een plaats heeft gekre
gen in de vestibule, is geleverd door de fir
ma E. Löhrer, fabriek van gebrandschilderd
glas en glas in lood te Utrecht. Het groote
middenvak stelt voor het boekdrukkerswa
pen, zijnde twee leeuwen, welke een rood
schild vasthouden, waarop drie handen, die
boekdrukkersemblemen vasthouden. Een
boom met gouden vruchten rijst achter het
wapen op; voor deze glasschildering was dit
gestyleerd. Onder het wapen staat de spreuk
„Scientia serviens", dat is: der Wetenschap
dienende. Daaronder staat de opdracht: „Ter
herinnering aan het 50-jarig bestaan van de
Heldersche Courant aangeboden door perso
neel en medewerkers 11 Januari 18731923".
Verder is het raam geflankeerd door de wa
pens van Helder en Noord-Holland, en door
emblemen het vak betreffende (persen, ma-
teriaal-enz.) Onderaan is het marine-em
bleem aangebracht.
Begrijpelijkerwijze had dit raam. dat Za
terdag en Zondag den geheelen dag verlicht
was, waardoor de kleureneffecten goed tot
hun recht kwamen, veel bekijks.
Wij kunnen hier nog aan toevoegen, dat de
oudste der gezellen, de heer A. A. Verbergt,
by deze gelegenheid, na een onafgebroken
.enstperiode van bijna 40 jaar, is gepen-
sionneerd.
Kalender „Onze Vloot".
Het Duitsche vakblad' „Schiffbau" schrijft
o.a. het volgende over de Vlootkalender 1923:
De 12 prachtetsen van Wenzel Hollar
zijn in grooten stijl uitgevoerd en zoo uit
nemend scherp, dat zij nauwelijks van de
origineele te onderscheiden zijn.
Hoe levendig staan die oude barokschepen
met hunne lange galjoenen en buitengewoon
V —NI '1IM NUUWM^IIIIIN I
Ingezonden Mededeellng.
Van 16 tot 20 Januari is ondergeteekande
in Hotel „Bellevue" en bereid iederen zaken
man zonder eenige verplichting in
lichtingen te geven of demonstratie te houden
omtrent de nieuwste Nationaal Kas
registers.
Agent derfirma CORD H. VAN ERK, Amsterdam.
rijk gesneden hekken ons voor oogen, hoe
opwekkend kunnen zij ons vertellen van de
sprookjeswereld uit het verre Oosten, dat
zij opzochten in het belang van den handel
en de machtsontwikkeling der Hollandsche
republiek.
De wensch ligt voor de hand, dat „Onze
Vloot" ongeacht de zeker niet onbedui
dende materiëele offers bij de uitgave van
andere kalenders denzelfden koers moge vol
gen volgen; op deze wijze toch komt de ver
zamelaar allengs zonder moeite in het bezit
van een uitstekende verzameling reproduc
ties, van vooraanstaande Marine's."
Men weet, dat deze kalender voor den
uiterst geringen prijs van slechts 1.90 ver
krijgbaar is. Maar weet men ook dat de op
brengst van den kalender dient om het we
duwen- en weezenfonds te steunen, zoodat
men, door den Kalender te koopen, daaraan
medewerkt. Het adres voor bestelling is Pa
rallelweg 41.
Verloting Marine Sanatoriumfonds.
Bij die gehouden verloting op Zaterdag 19
Januari j.1. in „Casino" zijn die navolgende
nummers, waarop prijzen zijn gevallen^ nog
niet ingeleverd.
De propaganda-oamniissie van bovenge
noemd fonds verzoekt hen, die in het bezit
zijn van deze nummers, zich te vervoegen bij
den sergeant-hofmeester Hillebrandt, in de
Marine-Cantine, om hun prijzen in ontvangst
te nemen.
Over prijzen, die 20 Januari a.s. niet zijn
afgehaald, wordt opnieuw beschikt.
9 53 96 153 192 257 350 430 526 632 703
29 58 97 156 198 267 357 459 530 634 704
31 74 98 157 211 273 360 465 532 635 720
32 78 117 161 216 278 367 479 551 641 721
41 88 118 169 229 297 394 510 567 669 726
48 89 119 174 239 299 396 516 571 676 749
49 93 125 186 240 307 419 517 602 683
52 95 136 191 243 309 429 518 615 696
De Propaganda-Commissie.
„Die Meistersinger von Nürnberg."
Een góed-gevulde, in ademlooze stilte luis
terende zaal was het resultaat van de door de
Vereeniging „A. G. O." aangekondigde lezing
over Richard Wagner's opera „die Meister
singer von Nümberg", waarvan de welbe
kende heer Alt uit Bolsward gisterenavond
kwam vertellen. De heer Alt lieeft die gave
van het woord; zijn betoog is niet maar een
dorre aaneenschakeling van het verloop der
gebeurtenissen; hij heeft zich in zijn onder
werp geheel ingewerkt, en hij weet verband
te leggen tusschen de verschillende toönee-
len, zoodat wij een aaneengeschakeld verhaal
krijgen van het verloop. Zijn verhaal' wordt
daarenboven gekruid met geestige tusschen-
zinnen, met humor van een goed soort, zoo
dat zijn gehoor de gezonde afwisseling on
dergaat van een hartelijken lach, hetgeen de
spanning van een aanhoudend luisteren nu
en dan breekt.
Geen wonder dan ook, dat liet, anders
meestal niet zoo uitbundige Heldersche pu
bliek, op zulke avonden uit zijn slof schiet,
en imet een lang aangehouden applaus den
redenaar dankte. En het slotwoord' van dr.
Ketner, waarin hij op zeer geestige wijze
zinspeelde op den „zangwedstrijd" der Meis
tersinger, waarbij, indien die bij A. G. O.-
avonden kon worden ingevoerd, ongetwijfeld
de heer Alt den meesterprijs zou krijgen,
dat slotwoord was het publiek dan ook ge
heel uit het hart gegrepen.
De Meistersinger is wel Wagner's beste
werk; de humor erin is bijna altijd voornaam,
en op geestige wijze heeft hij zich op zijn
tallooze criticasters en betweters gewroken
over dén hem aangedanen smaad en de mis
kenning. En het was dan ook deze opera, die
de oorzaak was, dat den 55-jarigen meester
eindelijk recht werd-gedaan, die weldenken-
den de oogen deed openen en hen deed zien
van welke beteekenis het werk van Wagner
was.
De heer Alt had een groote menigte fraaie
platen, aan de hand waarvan hij een zeer
duidelijke en populaire uiteenzetting gaf van
het verloop der handeling. Een enkel maal
ook kregen wij dieper inzicht in de muzikale
beteekenis van het werk. Eenige motieven
werden ten overvloede, zooals dat bij dezen
spreker gebruikelijk is, op den vleugel mu
zikaal onderstreept, Wij' kregen daardoor
b.v. een goed inzicht in de beteekenis van het
uit muzikaal oogpunt zoo belangrijke Preis
lied van Walther, d'at aan de tabulatuur van
de Neurenbergsche jury niet kon voldoen,
maar niettemin een geniaal gecomponeerden
zang is.
Behalve vele afbeeldingen van oud-Neu-
renberg en van scènes uit de opera, had de
spr. zelve van vele belangrijke liederen lan
taarnplaatjes vervaardigd, hetgeen het volgen
vergemakkelijkte. Er zal dan ook wel nie
mand zijn geweest, die de lezing niet heeft
kunnen volgen, en die niet een duidelijk in
zicht heeft gekregen in dit geniale werk. En
dat is de zeer groote verdienste van dezen
spreker, dat hij zoo tot iedereen weet te spre
ken, en zijn bedoelingen duidelijk maakt.
Daar aan alles een eind komt, valt ook hier
tenslotte het scherm en moesten wy naar
huis. Maar als de heer Alt weder terugkomt,
kan hij op zijn supporters rekenen, dat
staat vast.
Jubileum Rika Hopper.
De gevierde tooneeispeeister, Mevr. Rika
Hopper, welke j.1. Donderdag j.1. haar zilve
ren jubileum herdacht heeft in den Stads
schouwburg te Amsterdam, maakt thans een
tournée door het land. Den 2dten Februari
zal zij hier een dergelijke voorstelling geven,
waarbij het door haai- gekozen jubileumstuk
„Opstanding" van Tolstoï zal worden opge
voerd door het geheele gezelschap, bestaande
uit 20 personen en waarin de jubilaresse één
van haar meest succesvolle rollen, n.1. die van
Maslowa, zal vervullen.
We hopen, dat deze kunstenares ook hiel
de hulde te beurt valt, welke haar in de voor
naamste plaatsen van ons land zal worden
gebracht. 5 iüf
Errata.
Bij de samenstelling van ons feestnummer
heeft het drukfoutenduiveltje ons een- en
andermaal parten gespeeld. Enkele van die
bokkensprongen kondein wij nog herstellen;
er zijn er meerdere, die de lezer zelve reeds
cevonden zal hebben, en, hopen we, ver
geven.
Onze Haagsche briefschrijver o. a. komt er
ook nog al slecht af.
In het Tweede Blad, middelste kolom der
le pagina, komen in het artikel „Na vijftig
jaar" van onzen medewerker „Leo" de vol
gende opmaak-fouten voor:
Het vervolg van de middelste kolom staat
abusievelijk gedeeltelijk in de laatste (5 re
gels); hierna vervolgt men met d© 4e kolom.
In deze 4e kolom is in de 10e alinea (in het
midden) een regel uitgebleven en moet aldus
luiden: „Het uiterlijk van de oude drukkerij
staat mij nog helder voor oogen en de keeren
dat ik, hetzij met mijn vader voor Marine
zaken, hetzij oi©t één mijner vriendjes, neef
je van den eigenaar, ook binnen een kijkje
mocht nemen, herinner ik mij nog als den
dag van gister."
Ten slotte moet in het slot de laatste en
voorlaatste regel verwisseld worden.
Helaas is ook buiten het jubilé-nummer
dit booze duiveltje aan het werk geweest. Zoo
laat hij onzen medewerker Thijs een tweetal
coupletten citeeren, waarvan hij de refrein
tjes dooreenliaspelt. De beide laatste regels
van ieder couplet hadden moeten luiden:
Ze zijn voorbij, de drie verbanningsjaren,
We gaan terug, terug naar 't Vaderland.
bis.
Wij bieden lezers en schrijvers voor al
deze ongerechtigheden ons excuus aan; de
wüze waarop dit nummer moest worden sa
mengesteld, alsook het feit, dat wij in ons
bedrijf door een samenloop van omstandig
heden aan alle kanten waren gehandicapt,
moge ons tot excuus strekken!
Lijst van gevonden voorwerpen
gedurende de week van 815 Januari 1923.
Terug te bekomen aan het Hoofd-bureau
van Politie aan de Prins-Hendriklaan:
Een kinderbontje., een kinderhandtasohje
niet inhoud', ©en rozenkrans, een huisdeur-
sleutel.
Terug te bekomen aan de navolgende
adressen:
J. Schrander, Basstraat 27: een marmotje.
C. Hasselaar, Walvisohstraat 41: een rozen
krans in étui.
P C. Kiljan, Zwaanstraat 15: een (Fransohe)
huisdeursleutel.
L. Leen, Kanaalweg 165: een zilverbon.
M. Pruising, Oostslootstraait 4: een lederen
riem.
G. Jutte, Diaconiestraat 25: een leesboek.
C. Heeris, Oostslootstraat 11: een cigaretten-
koker.
Elburg, Dijkstraat 35: een lederen porfe-
monnaie met inhoud.
Bijl, Achtergracht Z.Z. 39: een das, gemerkt
C. R.
De Vroome, Molenstraat 5b: een bril in
beenen étui.
B Dudink, De Ruijterstraat 52: een lees
boek.
J. Snor, Zuidstraat 15: een kleedje en een
strikje.
C. Leijdeckers, Dijkweg 85: een kinder-
taschje met inhoud.
P. Kegge, Hoogstraat 64: een grijze pet.
Polderbestuur Anna-Paulowna.
Openbare vergadering van Hoofdingelan
den, Dijkgraaf en Heemraden van den Anna
Paulownapolder op 13 Januari.
Afscheid van den heer A. J. de Jongh.
Het eenige punt van de agenda was dit
maal het afscheid van den oud-penning-
meester, den heer A. J. de Jongh. Nadat
de secretaris den heer De Jong had binnen
geleid, sprak de dijkgraaf, de heer C. Wij-
denes Spaans Jr.
Mijne Heeren!
Het is mij een genoegen u hier hartelijk
welkom te heeten, en dat welkom, mede
namens de Bestuursleden van den Anna
Paulownapolder, bijzonder toe te roepen aan
den heer A. J. de Jongh, tot voor enkele
dagen geleden nog in functie als penning
meester van dezen polder.
Wij waardeeren het zeer, dat de heer
De Jongh op ons verzoek heden naar ons
heeft willen komen tot het nemen van af
scheid, waartoe door omstandigheden eerder
geene gelegenheid bestond.
Uit de gesprekken, welke ik den laatsten
tijd met u, mijnheer De Jongh, mocht voeren,
bleek mij telkens weer hoezeer de vervulling
van het ambt van penningmeester van den
Anna Paulownapolder nog steeds uwe volle
belangstelling had en hoe moeilijk het u
viel daarvan afstand te doen.
Wij kunnen ons dat zoo indenken. U
heeft toch sedert 1 October 1876, alzoo
langer dan 46 jaren, die betrekking ver
vuld, en die betrekking is daardoor ge
worden als een draad, welke bij u loopt
van het begin tot het einde van het volle
werkzame leven, welke raakt alle voorvallen
in ambt en gezin vanaf den tijd, waarop u
uwe krachten ten volle ontplooide tot aan
de dagen van welverdiende rust.
Die tijd omvat 46 van de 76 jaren van
het bestaan van den polder hij raakt bij
den aanvang nog het bestuur van den eer
sten,bij het einde dat van den zevenden
dijkgraaf.
In gedachten wil ik met u teruggaan
naar den tijd van uwe benoeming, en dan
moeten wij aanvankelijk nog iets verder
terugtreden.
De gemeente Anna Paulowna was met
1 Augustus i870/ontstaan door afscheiding
van de gemeente Zijpe, waaraan dein 1846
en 1847 bedijkte gronden, welke dezen pol
der uitmaken, voorloopig waren toegevoegd.
De zelfstandigheid van de gemeente Anna
Paulowna vorderde een eigen bestuur, een
eigen secretaris enz. Helaas, was de eerste
keuze van een secretaris uitgebracht op
iemand, die mogelijk wel veel goeden wil
bezat, doch in elk geval niet voldoende was
toegerust om geheel zelfstandig het hoofd
te bieden aan de vele moeilijkheden, welke
aan de inrichting en uitvoering der admi
nistratie waren verbonden Na enkele maanden
moest die betrekking weder vacant komen,
en toen was het dat tot u het eervolle ver
zoek werd gericht in die gemeente als secre
taris op te treden en het te zwaar bevonden
werk van den andere over te nemen. Hoe
moeilijk die taak ook was, hoe jong u toen
ook waart, u heeft het aangedurfd, en u
heeft het bewijs geleverd niet alleen te
durven, maar ook te willen en te kunnen.
Dat was voor u een groot succes, en het
behoefde dan ook geen verwondering te
baren, dat, toen enkele jaren later, door
het vertrek van den heer Tiele, het ambt
van Penningmeester van den Anna-Paulowna-
polder vacant kwam, dit u door de over-
groote meerderheid dér bestuursleden bij
eerste stemming werd toevertrouwd.
Ik wil hier even opnoemen het toenmalig
bestuur.
Dijkgraaf was J. C. de Leeuw, de bekwame
ontwerper en uitvoerder van het plan tot
bedijking van de Westerwaard, zooals de
eerste benaming van den Anna-Paulowna-
polder was.
Heemraden waren J. C. Geerligs, J. van
Gijtenbeek, A. Jz. Kaan en Th. J. Waller.
Hoofdingelanden waren C. A. Beuken
kamp, F. Blaauboer, J. C. Bloem, J. H. van
Poreest van der Palm, J. L. Th. Groneman,
W. van Gijtenbeek, J. Gijzen, A. Kz. Kaan,
D. Rz. Kaan, J. A. Zur Mühlen, J. van der
Vlugt en R. Waiboer.
Door deze opsomming van namen zullen
al die personen voor u weer opleven, ge
voelt u zich als het ware weer teruggebracht
naar die dagen van uw jonge leven, tintelt
de kracht en de moed van toen u nogmaals
door de leden en staat u vol lust tot arbei
den, vol wenschen en idealen weder in de
eerste jaren van uw zelfstandig leven. Zóó
ziet u de toestanden van toen hier in ge
dachten weer en bemerkt u eerst recht welk
éen vooruitgang in al die jaren is tot stand
gebracht, mede door uw arbeid. Wat al ver
andering doet zich aan uw geestesoog voor.
Hoevele wegen, toen nog onbehard, dragen
nu ook in het slechte jaargetijde zwaar be
laden wagens op hun dek? De Lagedijk en
de van Ewijcksvaartweg hadden toen nog
ongeveer de hoogte van zeedijken. Immers
in het eerste jaar van bedijking is het West-
deel gewonnen en hebben de dijken langs
het Oude Veer tusschen 1846 en 1847 de
zee gekeerd. Hoeveel anders was toen nog
de bemaling, in hoofdzaak geschiedende met
windmolens, nu alle verdwenen. Hoe groot
was toen het landbezit in één hand en hoe
gering was toen van veel land de waardel
Wat is het aantal woningen, wat is de be
volking toegenomen! Welke moeilijkheden
hebben zich niet voorgedaan bij de invor
dering der polderlasten, toen de prijs der
producten zoozeer was gedaald, dat eene
belasting van f 10.per H.A. niet kon
worden opgebracht en eene groote opper
vlakte land werd verlaten en aan den polder
verviel! En voor hoeveel beleid bij de in
vordering kan men u nog dank brengen,
omdat het daardoor mogelijk is geweest te
blijven in het bezit van de gronden, waarop
familiën thans nog haar bestaan vinden
Vele veranderingen, welke verbeteringen
zijn gebleken, u zult het in de eerste plaats
erkennen, zijn niet door u alleen bewerkt,
doch zeker is het dat u tot eén goed en
degelijk beheer, tot het treffen van goede
maatregelen, tot het scheppen van betere
toestanden, tot opbloei en opbouw heeft
medegewerkt, zooveel in uw vermogen was,
en zeker is ook, dat dit vermogen van u
groot is geweest door uw werkkracht, door
uw kennen en kunnen
Het was mij daarom zoo aangenaam te
hooren, hoewel ik niet anders kon ver
wachten, dat het volledige bestuur van den
Anna-Paulownapolder verklaarde er grooten
prijs op te stellen^ in vergadering afscheid
van u te nemen.
Ik spreek dan hier namens het geheele
bestuur, en naar ik mij overtuigd mag
houden met groote instemming van de
Ingelanden, een hartelijk gemeend woord
van lof en van dank voor de voorbeeldige
wijze, waarop u steeds en onder alle om
standigheden uw ambt heeft vervuld, uw
taak en vaak meer dan uw taak heeft ver
richt. En daarbij denk ik vol waardeering
terug aan uw arbeid in de bange dagen van
1916, toen het werk ook voor u zich opv-
stapelde. U heeft zich toen zoo geheel aan
het ambt van Penningmeester gegeven, dat
de tijd, welke voor u was vrijgekomen als
gevolg van het neerleggen der gewichtige
betrekking van Ontvanger der gemeente
Helder, hierdoor lang geheel in beslag werd
genomen. De diensten toen door u bewezen
zijn niet genoeg te waardeeren.
U gaat van ons heen en het doet ons
leed uw persoon uit ons midden te zien
gaanwij hadden den bekwamen ambtenaar,
den aangenamen persoon zoo gaarne nog
langer behouden, doch wij mogen in dit
geval niet enkel letten op onze eigen be
langen. Wij behooren dankbaar te zijn, en
wij zijn werkelijk ook dankbaar, dat u uwe
beste krachten zoolang aan den Polder heeft
gegeven, dat u niet eerder zijt heengegaan,
dat u ons door de financieele moeilijkheden
en beslommeringen van den watersnood heeft
heengeholpen. Wij verheugen er ons in en
wij wenschen u er geluk mede, dat u bij
dat alles, dank zij uw krachtig gestel, heeft
behouden een gezond lichaam en een opge-
wekten geest. Wij vertrouwen, dat u nog
vele jaren zult mogen genieten een welver
diende rust en wenschen u deze van ganscher
harte toe.
Het Bestuur heeft mij opgedragen u bij
dit afscheid, als bewijs van waardeering en
als blijvend aandenken een voorwerp aan
te bieden. Ik tracht die opdracht te vervullen
door aanbieding van deze vaas, waarin, met
eenigen goeden wil, en daaraan ontbreekt
het u allerminst, is te vinden een symbool
van uw arbeid. Ik moge u dat dan aldus
uitleggen. Ik vertoon u hier de volgorde
van bewerking van deze vaas. Eerst is deze/
eenvoudig en vlak afgewerkt. Dat wijst op
den toestand, waarin u eerder uw ambt heeft
aanvaard. Dan komen de opvolgende stadia
van bewerking, en eindelijk verschijnt het
geheel afgewerkte product van kennis en
arbeid, beeld van den toestand waarin u
uwe administratie ons onlangs zoo keurig
in orde heeft overgedragen.
Wij hopen, dat dit voorwerp door u zal
worden aanvaard en dat het in uwe woning
bij u nog dikwijls zal oproepen aangename
herinneringen aan de lange, lange jaren
van ingespannen arbeid voor- en volle toe
wijding aan de belangen van den Anna
Paulownapolder.
Wij, wij zullen u altijd blijven waardeeren
en hoogachten als den kundigen en krach-
tigen werker, als den vriendelijken en aan
genamen ambtenaar met zoo hooge opvatting
van plicht.
Persoonlijk dank ik u zeer voor de aan
gename samenwerking, welke mij steeds een
prettige herinnering aan u zal doen bewaren.
Nog onder den indruk van het gesprokene
dankte de heer De Jong voor de vriende
lijke woorden van den voorzitter en ver
klaarde zich door het blijk van waardeering
hoogst aangenaam verrast. Hij dankte het
Dagelijksch Bestuur en de Hoofdingelanden