eigenschap, dat lit! prenten WAjiil MJ
meent. Hö moM oni dan nltf kwftul* MjBteö
nis wil dut óók doen, IIU trii oobteruit»
WÖ vooruit.
De IMf. Staatspartij, Kan men daiï nog
van spreken? Er zijn er thans drio, zij kwam
In 1919 met drie cnndidaten op eon gemeen
schappelijk program da t er goed ultzng. Jam
mer dot liet niet werd omgezet In daden,
Ho democratische wind waaide ook in dese
fractie en braoht ©r scheiding. De heer Baak
la het nooit eena met den heer van Breda.
De heer Van Breda: Wie «egt dat?
De heer Borfeert: De raadsveralagen.
De hoer Van Breda la de uiterste rechter
vleugel, de heer Baak de linker en de heer
van Oa staat er precies midden tuasohen in.
De a.-r. party, tweehoofdige fractie. De
heer Adriaanso stemde ln het salaris-debat
mot lange tanden voor salarls-verhooglng,
de heer van der Veer er tegen. Terwijl men
toch door te stemmen iets uitdrukt.
De ohr.-dem. Spr. heeft een pamfletje
van aanbeveling voor den Raad en citeert
daaruit Met veel aplomb en vele onduisthe-
den kondigden zij zich aan en wij hebben
heel veel moeten vechten met hun woord
voerder alvorens hij den laatsten tijd dikwijls
meestemde met ons. Wij hadden heel wat
verwacht en er is niets gekomen dan een
scheidpartijtje over het eas en nog eemige
kleine dingen, en pas den laatsten tijd komt
de heer Staalman een beetje in ons schuitje.
De vrUz.-dem. nogmaals. De heer Grun-
wald en mevr. v. d. Huist vormen het deel
dat thuishoort bij de reactie. Spr. zal er
niet verder op ingaan, en hoopt, dat de schei
dingslijn zich zal blijven voltrekken.
De chr.-hist. tellen slechts één vertegen
woordiger, die ook hoe gék het kllnke in
tweeën ligt. De heer Tielrooy heeft eerst ge
zegd, dat hij hoopte dat er meerdere Novem
ber-dagen zouden komen, terwijl hij 9 maan
den later geheel anders sprak. Men kan na
tuurlijk van meening veranderen, maar dit Ji|
toch wat al te erg.
Tenslotte de oppositiepartij, vertegenwoor
digd in den heer Schoeffelenberger. HiJ|
treedt zelfstandig op en valt ons dikwijls bij
Voor het overige is hij sleohts aan zich zei-
ven verantwoording schuldig.
Spr. behandelt thans het algemeen rapport
De heer Van Breda zeide dat de samopstel
ler zijn eigen meening vaak heeft weergege
ven. Spr. moet dat betwisten; hJJ heeft
algemeen rapporteur woordelijk de opmer
kingen van de sectié-rapporteurs overgeno
men. Als men niet steeds dezelfde heore:
ervoor liet zorgen, zou men zeker eens een'
andore wijze van wedergave krijgen.
De hoofdzaak die ons interesseert betref^
den aanval op de loonen, ook de verlenging
van den arbeidsdag. Als men iemand langei
laat werken moet men hem daarvoor betalen
Maar wij hebben óók een stuk strijd gevoerd
voor verkorting van den arbeidsdag. De heer
van Breda heeft van alle gemeenten 1/100
deel opgenoemd, dat is toch niet de moeite.
Spr. zet het standpunt der s.d.a.p. uiteen.
Als men bezuinigen wil, doe men dat op
dingen, die bezuinigd kunnen worden. Het
personeel in overheidsdienst heeft een re-
geering die reactie in de zeilen blaast, De
levensstandaard! is ook omlaag gegaan. Wat
zegt dat? waar aan den anderen kant een
weelde is om van te duizelen. Moeten zij dan
dadelijk het slachtoffer worden? Als de aan
val op de loonen afgeweerd! is door ons. heb
ben wij diaarmee getoond, dat wij deden het
geen wij beloofden: op de bres staan voor
de arbeidersbelangen. Kan een andere partij
dat zeggen?
Steeds zal tusisohen kapitaal en arbeid zui
verder scheidingslijn getrokken worden.
In tweede instantie komt spr. nog op een
en andér terug. Het alg. rapport besprekend,
drukt spr. zijn blijdschap uit over verschil
lende daarin gedane mededeelingen ook de
afschaffing der Burgerwachten. Wij zullen
ongetwijfeld critiek krijgen op ons betoog.
Wij vreezen die niet.
De heer S t a a 1 m a n zal slechts een enkel
woord spreken en hoopt op enkele gemaakte
opmerkingen van hedenavond nog nader te-
rii" te komen.
De heer Staalman zal slechts een enkel
woord spréken en hoopt op enkele gemaakte
opmerkingen van hedenavond nog nader te
rug te komen.
M. de V. Met veel genoegen wordt door
mij aan deze algemeene beschouwingen deel
genomen. En wel in hoofdzaak om deze re
den, dat ik geloof, dat de burgers onzer stad
recht hebben te weten uit welke beginselen
de man, diep zij afvaardigden naar den Ge
meenteraad, leeft en handelt. Het is daarom
'zoo goed, omdat ik mij kan voorstellen, dat
hij, die de beginselen niet altijd in het'oog
houdt, of er geen acht op slaat bij zijn beoor-
doeling van de daden, die hier naar voren
komen of niet juist of onbillijk is. Met heel
veel voorbeelden zou dit te bewijzen zijn.
M. de V. Met uw verlof, zou ik gaarne
het volgende willen verklaren: ten eerste, dat
het mij voorkomt, dat willen de besprekingen
bij deze begrooting vruchtbaar zijn, ieder
onzer gelegenheid moet hebben, om zoo vol
ledig mogelijk voor zijn beginsel uit te ko
men; ten tweede, dat wij aanvaarden elkan
ders eerlijk bedoelen.
Wanneer ik dit woord vooraf laat gaan, is
het omdat.er zoo hier en daar een andere toon
wordt gehoord. Immers er zijn personen en
ik geloof niet te veel te zeggen, wanneer ik
beweer, dat ook onze Raad ze telt, die op het
standpunt staan, dat de Raad geen politiek
College is, waar algemeene beschouwingen
niet noodig zijn en men met de beginselen
^geen rekening behoeft te houden. Men rede
neert: wij zijn voor apen ander doel bijeen,
dan om de gemeente-huishouding te doen
draaien.
Natuurlijk sta ook ik op dat standpunt,1 al
leen ik meen, dat onze handelingen door be
ginselen worden geleid. Bovendien komen
niet schier bij elk voorstel de beginselen met
elkander in botsing? En is het niet telkens te
constateeren, dat- zelfs kleine afwijkingen op
beginselterrein bij het bepalen van de hou
ding in de practijk groote gevolgen kan heb
ben? Bovendien wij zitten hier zonder uit
zondering als gekozen en op den voorgrond
gebracht door organen, ik bedoel de verschil
lende politieke partijen, die juist in het be-
g'rsol haar eenheid vonden. Als ik zoo vstraks
zeide, dat wij elkanders goede bedoelingen
moeten aanvaarden, zeide ik dat zeer expres-
selijk, en wel om deze reden, dat er tegen die
stelling nog al eens gezondigd wordt. Men is
er met vreemd van, om te beweren, dat een
deel van ons en als ik zeg ons bedoel ik hen,
die zieh met de publieke zaak bemoeien, er
van te verdenken, dat wij hier zitten en ons
met de pubPeke zaak bemoeien om eigen be-
7:t n* positie te verdedigen, terwijl men an
derzijds een deel het verwijt in de schoenen
schuift, dat zij hengelen naar de volksgunst.
Nog eens, M, do V„ willen do besprekin
gen, die wi| houden, vruchtbaar tón, dan die
nen wij althans ons daarvan te onthouden,
M, de V, Ala door mij in de sectio-vergade
ring is aangekondigd, dat door mij hij deze
algemeene beschouwingen «oü worden ge
sproken de houding van de reohtacbe par
tijen in den ItoadTwn opzichte van voorstel
len met een democratische strekking en ver
der de houding der S.D.A.P. ten opzichte van
de Kindervoeding en de Burgerwacht, dan
deed ik dot, omdat het, naar het mij voor
komt, M. de V., Juist bij deze voorstellen was,
dat de beginselen naaï voren kwamen.
M. de v., wanneer lk een redenaar was,
zou lk dit deel van mijn rede tot titel geven:
Wat ons scheldt en wat ons vereenigd.
Het moet menigeen, die onze handelingen
gadeslaat, zijn opgevallen, dat vooral wij,
Christen-Democraten, ons dan ln dezen en
dan in genen hoek bevinden. Opvallend voor
al ook hierom, omdat in de pers niet alltijd of
dikwijls onvolledig de motieven naar voren
worden gebracht, die ons alzoo deden han
delen. Wij bevonden ons bij de belasting
voorstellen en bij de bespTeking over een
langoren dan een 8-urendag ln gezelschap
van de S.-D. en anderszins, toen b.v. een de
bat over het bijzonder onderwijs werd ge
voerd, alsook over de Burgerwacht, kwam
uit, dat wij principieel bij de S.-D. niet thuis
behoorden. Wij trekken dan op met de Recht-
sche partijen in onzen Raad.
M. de V., ik geloof niet dat het een fout
Is, dat wij onze houding alzoo bepaalden, dat
wij dan in dit en dan in dat gezelschap wa
ren. Het was niet anders dan een consequen
te doorvoering van ons beginsel. Met mijn
geheele hart geloof ik er in en ik zeide dit,
naar ik meen, ook bij vorige gelegenheden,
lat de Christelijke beginselen ons kunnen,
3n zoo zij inderdaad beleden worden, moeten
brengen naar vrede, vrijheid en geluk. Het
s dan evenwél noodzakelijk, dat wij die be
ginselen nemen tot richtsnoer van ons han-
ielen en dat wij ons niet onttrekken aan den
nvloed, die dat beginsel op ons heeft.
M. de V., een groote vergissing, een ern-
ïtig vergrijp tegen do waarheid is het, wan-
ïeer men meent, dat Christendom en conser
vatisme hand in hand moeten gaan. Juist het
egendeel is waar. Lezen wij niet in den Bij
bel een ernstige critiek op vele bezitters? En
vvordt er niet getoorn^ tegen hen, die altijd
voor zichzelf hebben geleefd? en niet aan
xnderen dachten. Er staat en dit dient men
Ïoed te onthouden, vooral zij, die meenen,
at conservatisme en godsdienst onafsohel-
ielljk zijn:
„Welaan nu, gij rijken, weent en huilt
over de ellende, die over zal komen. Uw
rijkdom is verrot en Uwe kleederen zijn
door de mot vertoefd.
Uw goud en zilver is verroest, en hun
roest/zal tot een getuigenis tegen U zijn,
en zal Uw vleesch als een vuur verteren.
Gij hebt schatten vergaderd in de laatste
dagen. Zie, het loon der maaiers en der
j arbeiders, die Uwe velden geoogst hebben,
dat door U verkort is, roept; en het ge
schrei der maaiers is gekomen tot de ooren
van den heer Zebaoth. Gij hebt weelderig
geleefd op aarde en wellusten gevolgd; gij
hebt Uwe harten gevoed' als op een dag der
^slachting."
".Jezus' leer was niet alleen: „Hebt uwen
naaste lief als uzelven", maar zijn geheele
leven was er op ingericht, dat Hij stond naast
en schraagde dat, wat zwak en hulpeloos was.
Als wij meegingen met democratische voor
stellen, met voortellen om de minder bedeel
den in onze maatschappij financieel hooger
op te voeren, deden wij dat, omdat wij met
ons geheele hart gelooven, dat ook dit een
eisch van Gods gerechtigheid is.
Wat was de reden, dat wij ons inzake bij
zonder onderwijs aan de andere zijde bevon
den? Zeer eenvoudig, M. de V., met een enkel
woord is het te zeggeai, wij hebben dat onder
wijs, zij het dan ook, dat er vele feuten aan
kleven, hartelijk lief. Wij hebben het lief,
omdat het onze kinderen leert begrijpen en
verstaan, dat de mensch bij brood alleen niet
kan leven, dat het ze leert aanraking zoeken
met den Almachtlgen God, die ons leven ga
deslaat en bestuurt.
De Burgerwacht,. M. de V., gaf aanleiding
dat wij ons moesten afscheiden van de De
mocraten in dezen Raad, die leven uit een
ander beginsel dan wij. Wij, C.-D., zijn anti
militair, anti-militair in dien zin, dat wij aan
vaarden het Bijbelwoord: Wie het zwaard
draagt, zal door het zwaard vergaan. Ook wij
zouden kunnen zingen het socialistische lied:
"Wij vechten niet met wapens der barbaren.
Zij het dan, dat wij het zouden willen zien
aangevuld met de gedachte uit den Bijbel:
Lijdt dan liever schade, lijdt dan liever on
gelijk.
M. de V., en toch er is diep-gaand mee-
mngversohil tusschen ons en hetgeen de s.-d.
hier in Holland op dit stuk zeggen te aan
vaarden. Wij zeggen: De' Overheid draagt
het zwaard niet tevergeefs, de Overheid, die
er is tot straf dergenen, die kwaad doen.
Nu komt het mij voor, en ik mag dat hier
wel even aanhalen, dat er tusschen het zeg-
pen en doen der S.-D. wel eenig verschil is.
Zegt men niet hier: geen man en geen cent?
En wil men niet, dat deze Regeering de be
schikking over de wapenen prijs geeft?
In andere landen, waar de S.-D., alsook de
Communisten verantwoordelijkheid dragen,
onthoudt men de Regeering de weermacht
niet. Zwijgen zal ik over personen, die vrij
willig de wanenen opnamen en er vrijwillig
onder verblijven en zich toch durven tooien
met den naam van anti-militair.
M. de V., als lk dus heb trachten aan te
toonen, dat ons handelen in deze vierjarige
periode niet anders kon zijn, dan dien ik toch
met een enkel woord nog te zeggen, wat de
grondtoon is en waar het ernstig verschil
schuilt tusschen C.-D. en de demokreten van
andere richting. Wij aanvaarden het Bijbel
woord: In de wereld zult ge verdrukking heb
ben, maar hebt goeden moed, Ik heb de we
reld overwonnen.
Als wij dus strijden, doen wij dit met deze
wetenschap, dat al zouden wij winnen of ver
liezen, er voor ons een tijd zal aanbreken, dat
de Jou ten en gebreken van deze weréld niet
meer in staat zullen zijn, ons geluk te ver
storen. Wij houden bij onzen strijd in het
oog, dat alle zaken van deze wereld bijkom
stige zijn.
M. d. V. Zeer hoop ik, dat wanneer wij zoo
wij hier zitten, weer gekomen zullen worden,
de demokratie zal zegevieren en er in onze
samenleving meer en meer gerechtigheid za
wonen. Als ik met een enkel woord ons be
ginsel uiteenzette, mag ik nog wel een oogen-
blik gebruiken, om iets te zeggen, meer spe
ciaal aan het adres van B. en W.
Spr. behandelt thans de begrooting zelve.
Algemeen Rapport. Wat daarin ate
door spr, gezogd, te niet gehool JulffcTl>0©ï
hot Oolioge 1« oen houding togonoyor spr,
aangenomen, dlo fout en tactlsoh niet te ter»
diHligan is. Ml hobbon de wftterworzlening
moeten regelen. Hpr. heeft er Oiot aan moe-
gedaan en zelfs do vorgndcring verlaten, Hpr.
dood dit op grond van de to late toezending
van do bijlago. Spr, vond het een te ingril-
pendo zaak om daarover zoo vluchtig te kun-
nen «preken. Als iid der Prov. Staten braoht
spr. een en ander hieromtrent ter sproke.
3pr. leest dit voor, en heeft in dat Oollego
o.a. ooik gezegd ontstemd te zlln over Ged. Bt,
die den Raad van Heldor aldus het mes op
do keel zette. Deze uitlating uit een soctio-
vergaderlng van Prov. Staten la overge
bracht naar den Burgemeester, en dat was
ongepast van den ambtenaar, die dat deed.
Spr. heeft ln de Sectie-vergadering het
woord gevoerd, de heer Hendrix zat er als
Ged. bij, en mocht alvorens dit publiek ge
maakt was, niets daarvan vermelden. Na
mens B. en W., ja, zelfs namens den Raad
zond de Burgemeester den hoer van Olden-
burg een schrijven waarin hij het gespro-
cene zegt te betreuren en namens het Col
lege van B. en W. een antwoord geeft, dat
gedoelde uitlating van den heer Staalman
D^pr. meent, dat het niet tot goede politieke
zede behoort, aldus te handelen. Wat spr. als
lid van Prov. Staten zegt, gaat den Raad
nooh het College iets aan, hoogstens den heer
Houwing. Spr. heeft niets anders gedaan dan
eene vraag gesteld, waarop. de bedoelde
ambtenaar met een hoeratje naar den bur
gemeester van Helder is geloopen.
De heer Tielrooy:
M. d. V. Een van de belangrijkste vra
gen, die ieder raadslid zich heeft te stellen,
.s naar mijn inzicht deze: „Hoe dien in het
jeste de belangen der gemeente?" Blij
kens de sabelzwaai in het rapport zal de
vraag, wie dit het beste deed, worden 'be
handeld tijdens heit opmaken der politieke
rekening 'gedurende de algemeene beschou
wingen. Nu zal ik daaraan niet meedoen,
maar eenvoudig weergeven waarmede naar
mijne meening het beste de gemeentebelan-
jen worden gediend.
Het welzijn toch van iedere zaak, van
iedere inrichting, maar ook van iedere ge
meente draait om het financieele punt. Gaan
de uitgaven de inkomsten te boven dan ge
schiedt dit niet straffeloos. De uitgaven, die
de 'gemeente zich veroorlooft mogen alleen
zóó ver gaan, als de draagkracht der ge
heele burgerij naar hunne inkomsten en
avensstandaard dit veroorlooft. Wie dit in
het oog houdt en hiernaar handelt zorgt
naar mijne meening het best voor het wel
zijn der gemeente. Geen bevoorrechting van
enkele groepen, hoe gaarne wij het hem
zouden gunnen, mag door het gemeente
bestuur worden geduld, (maar een oonse-
quente toepassing van de oude kreet dei
S. D. A. P.: „recht voor allen".
Het verwonderd mij daarom dat het ooi
lege in het Algemeen Rapport de opmer
king maakt, dat het, achtslaande op hetgeen
in andere gemeenten is voorgevallen, ver
moedde, dat er stemmen uit den Raad zouden
opgaan om te bezuinigen op de arbeidsvoor
waarden van het gemeente-personeel. Mij
dunkt dat het beter ware geweest indien' heit
ooilege haar blik wijder had laten gaan en
daarbij in aanmerking had genomen, de
alom ingetreden malaise. Zal toch naar mid
delen worden gezocht om ons land zoo veel
mogelijk te bewaren voor de rampen, die
over de hoofden van onze naburige volken
zijn losgebroken, dan zal toch ieder individu,
ieder dorp en iedere stad bereid moeten zijn
tot het brengen van een offer. Alleen langs
dien weg kan veel leëd worden voorkomen.
Onder die te brengen offers behooren naar
mijne meening ook de bezuinigingen op de
arbeidsvoorwaarden en nu het spijt het mij
op te merken dat het College den tijd daartoe
nog niet gekomen acht. Als reden geeft het
aan dat de tegenwoordige jaarwedderegelin-
gen nog slechts twee jaar 'bestaan. Mij
dunkt dat dit geen argument kan zijn. Wij
leven thans meer dan ooit bij den dag en
wij hebben ons aan te passen aan de gewel
dige gebeurtenissen van onzen tijd. Wij
hebben daarbij rekening te houden met onze
belastingbetalende burgerij, zoowel het
ambtelijk deel als den middenstand. Beide
groepen zien hunne inkomsten verminderen
en het zou mede tegenover hen de grootste
onbillijkheid zijn, in onze gemeentehuishou-
ding te blijven leven, alsof er geen vuiltje
aan de lucht da
Een herziening van de arbeidsvoorwaar
den! acht ik dan ook zeer noodzakelijk en
indien deze zal moeten geschieden langs den
weg van het georganiseerd overleg, zal ook
de oommissie zelve een herziening moeten
ondergaan. Al beroept het College er zich
op dat de tegenwoordige samenstelling door
den Raad zelve is geschied, ik wil hierbij
opmerken, dat ik daar niet aan heb mede
gewerkt eni na mij meerdere personen in
den Raad zitting hebben genomen. Boven
dien zijn, door tijdsomstandigheden mis
schien wel, hier en daar en dan ook wel
aan 'beide zijden teekenen te (bespeuren van
wijzigingen der meeningen.
Eene herziening van de werkuren, ook
voor het kantoorpersoneel, acht ik beslist
noodzakelijk, terwijl de zeer royale vacantie-
toeslagen dringend herziening behoeven.
Bovendien kan reeds bij deze begrooting
worden vastgesteld, dat voor de pensioenen
de door het rijk geëischte meerdere percen
tage als premiebijdrage door het gemeente-
personeel worde betaald.
Wat de bedrijven aangaat, wil ik mij be
palen tot slechts enkele onderwerpen.
Volgens het algemeen rapport hebben
meerdere leden de steeds hoogere stijging
van de Reinigingsdienst ter sprake gebracht
en ik wil wel bekennen, dat bij mij meerdere
malen de vraag is opgekomen of de tegen
woordige directeur wel de rechte man op de
rechte plaats is. Hoe vat hij zijn taak op
Waarvoor interesseert hij zich het meest; is
hij werkelijk de ziel van het bedrijf, getuigt
zijn optreden van een pogen om dit bedrijf
zoo productief mogelijk te doen zijn? Over
deze vragen wensch ik gaarne door het
Ooilege te worden Ingelicht.
In dit verband kom ik tot de mede onder
ztto bJehTerer, gestelde „Donkere Duinen".
M. d. V. ik sta op het standpunt dat, waar
de gemeente zich de weelde heeft veroor
loofd groote uitgaven te doen om het nage
slacht een sierlijk dennebosch te schenken
en hiervoor reeds meer dan 70.000 gulden
heeft uitgegeven, dit eenmaal vastgestelde
p an ook moet worden uitgevoerd. Boven
dien heeft de raad nog kort geleden hierop
het zegel gedrukt door het voteeren van een
boschwachterswoning, Thans dient dan ook
to worden ««waakt dat de biwkuHldo duizou-
dor» niet worden verwaarloosd/ Hu w
nu waar wat op do Bootte-vergadering to
horde is gobradht dat <10 verzorging
mooie plokje «rond geschiedt onder toealeht
van het Htiwtsbosohbeheoir, toch ben Ut van
ïnoonlng dat moor zal moeton «ebouronom
dit terrein eenmaal aan riin best<munln« te
doen beantwoorden, Ik heb den goh ooien zo
mer de gelegenheid gehad de eaak daar van
zeer nabil te bezien en dan heb lk opgemerkt
dut duar één ding ontbreekt en dat lii het
oog van den moestor, Ik doo hier ab
soluut niets af op den Ijver van het daar ar
beidende personeel, maar ln het geheele plan
van arbeid dat daar wordt ontwikkeld ont
breken mi. alle lijnen. Het ontbreekt den
voorman Afjema nlot aan Roodon wil om
van de duingrond te maken wat er van te ma
ken is, maar daarvoor is m e e r noodig dan
goeden wil, en wel het advies, de ledding
van een deskundige. En dat, M. d. V. ont
breekt daar absoluut. Het benutten van be
schutte plekjes voor de aanplantingen, het
plaatsen van snelwassende boompjes tegen
ruwe windvlagen Wordt daar niet voldoende
.oegepast. Ruw weg heeft men die spade ge
zet in het mooie stukje natuur, dennen ge
plant en.voor een groot deel weer laten
verwaarloozen. Hier Is deskundige leiding
dringend noodig. 't Is echter geenszins mijne
Dedoeling hiervoor weer bijzondere krachten
aan te stellen. Mijne meening is dat zeer ge
makkelijk een oommissie kan worden samen
gesteld uit deskundige burgers, en waar ge-
meentenaren zitting nemen in commisies die
personeele aangelegenheden behartigen, zul-
en ook voor materieele zaken personen wor
den gevonden die hierin gaarne willen die
nen. Met dit voor oogen wil ik het Ooilege
de vraag stellen of in die richting stappen
kunnen worden gedaan.
Een tweede zaak waar ik betreffende de
Donkere Duinen een woord over wil zeg
gen is het publiek-openstellen van het ter
rein.
In de eerste plaats is dit kostbaar omdat
iet geregeld toezicht vereischt, maar ook is
het schadelijk voor de aanplantingen. Meer
malen is mÜ gebleken dat trots het toezicht
veel werd vernield. Uit dien hoofde aoht ik
het noodzakelijk de toegang voor het pu-
Jliek voor minstens 5 jaar stop te zetten. De
burgerij zal er geen leed om dragen daar,
zoowat niemand die plek bezoekt, uitgeno
men de padvinders en enkele nieuwsgieri
gen, die de 'geopende poort binnenstappen.
Deze laatsten keeren doorgaans weer met te-
eurgestelden blik terug.
Nu weet lk dat dit voorstel in strijd is met
de plannen van onzen Wethouder Verstegen,
die zijn duinweg dwars door de Donkere Dui
nen wil leiden, maar wanneer dit plan wordt
doorgevoerd doe lk direct het voorstel om
de geheele aanplanting stop te zetten, daar
hiervan dan niets terecht zal komen. Ik weet
ook dat de sluiting van dit terrein een streep
zou zijn door de rekening van de padvlnd-
sters, die voor hunne ideeële bezigheden een
stukje paradijs zouden moeten missen. Aan
dit laatste denk ik echter niet M. d. V. Het
mooie hoekje waar zij hun zomerverblijf heb
ben ingegraven gun ik hen van harte en zal
dit toch zeker zonder bezwaar voor zekere
Jjd in erfpacht kunnen worden gegeven, mis
schien tegen geringe vergoeding.
Zie hier M. d. V. enkele punten, die ik
vermeende naar voren te moeten brengen en
waarover ik gaarne de meening van het Ooi
lege wenscht té vernemen.
De heer Bok was aanvankelijk van plan
ook een terugblik te houden, maar is daarop
teruggekomen, omdat spr. in herhalingen
zou vallen. Spr. staat op het standpunt, dat
we bezuinigen moeten; wij kunnen niet meer
uitvoeren wat we gaarne willen, alleen dat
wat strikt noodig is. De heer Borkert zeide,
dat spr. steeds precies zegt wat hij meent,
hij wil dat ook nu weer doen. In den tegen-
woordigen tijd moet ierder een veer laten, en
ieder moet een steentje bijdragen om den
kommervolien tijd door te maken. Als spr.
iet voorstel voor de 48-urige werkweek on
dersteunt, tornt hij daarmede niet aan de loo
nen. De afschaffing vjin den vacantietoeslag
wordt door iedereen gewenscht, behalve zij,
die in gemeentedienst zijn. Nu moet de arbei
dersklasse betalen voor die enkele ambtena
ren. WH hebben in de möbilisatiejaren ge
toond, dat ons de belangen van ieder ter
harte gaan. Helder is een van de eerste ge
meenten! geweest, die de 45-urige werkweek
invoerden. Ieder weldenkende wenscht thans
de 48-.urige werkweek weer terug.
De gemeente-reiniging. Spr. zal niet de
kwestie van aanbesteding van het bedrijf
wéér ter sprake brengen. Maar wat de dienst
ons kost, kan toch niet door den beugel. Wat
kost het ons niet aan arbeidsloon om deze
uitgebreide (gemeente schoon te houden.
Belastingen. Wij staan er iets beter voor
dan verleden jaar, maar als de Raad met
spr. voorstellen meegaat, kan de toestand
nog verbeteren.
De heer Schoeffelenberger was
het lid dat voorstelde geen algemeene be
schouwingen te houden, oindat al die bespre
kingen geen enkel nut opleveren. Na de de
batten, waarop men elkander in de haren
vliegt, reikt men elkander weer de hand on
der een kop chocolade of een potje bier. De
politiek is een stinkslootje, en die algemeene
beschouwingen zullen de gemeentekas wel
licht een 500 kosten.
Nu praat men over de werkdagverlenging,
dat is geen loonsverlaging, zegt men. Ja, het
is 15 loonderving.
De grondpolitiek. Men critiseert'die nu,
maar we hebben er allemaal aan meegehol
pen. Wel mag men vragen: is de algemeen
gevoerde lijn goed geweest? Ware het niet
beter geweest wat kleinere sommen te be
steden? Zou het niét van groot economisch
belang zijn als we begonnen met stedenbouw?
We leggen nu breede, kostbare straten aan,
waar misschien 47 5 villa-tjes komen. Voor
de gemeente Helder is een dergelijke politiek
te duur.
De wethouderskweslle. Spr. zal de laatste
zijn iets kwaads van de personen te zeggen.
Over 't algemeon gesproken kon het beroer
der; tegenover de anderen hebben zij een
qouden medaille verdiend. Toen wethouder
De Zwart duikelde, hoofdzakelijk door zijn
eigen partijgenooten, had spr. niemand om
te raadplegen toon de kwestie aan de orde
kwam. (Spr. is moeilijk te volgen). Als oud-
soc.-dem. wil snr. zeggen, dat de tactische
fout van de s.d.a.p. is geweest, dat zij ver
zuimden aan hun partijbestuur te vragen of
de heer De Zwart, die uitsluitend door zijn
partijgenooten herkozen was, wel den zetel
mocht Innemen.
€f °P aan> dat voortaan alle
persoonsbenoemingen door den Raad ge-
schie- en. Spr. wijst op de benoeming van de
dle hu een •1"ee'les-
De heer Bok Ze zijn door don Raad be-
BMOldl
I>e beer Sohoeffelonbergerj Ik
bedoel de yoordraoht, die onder pressie is op*
gomuakt. Ook oritiseort spr. do doodgravers-
benoomlng, die onder stotke pressie van don
kapitein der genie tot stand kwam. Spr. sou
daarover ln geheimen Raad nog wel andere
dingen kunnen «eggen, maar dal wil do Rand
natuurlijk niet.
Geroep: Je wil het «elf rdetl
De heer Schoeffelenberger: Men
vreest de roskam 1
De reorganisatie van de Gemeente-Reini
ging. Men moet de oonsequpntie aanvaarden
voor het beheer en spr. schaart zich aan de
zijde van den hoer Tlélrooij en meent ook,
dat de leiding niet deugt en men te veel per
soneel heeft. Ik neem het de mensohen niet
kwalijk natuurlijk.
Ook de Gemeente-Gasfabriek wordt niet
goed beheerd; 8, 4, 5 onderbazen loopen er
rond te lanterfanten. Dat zegt de uiterste
democraat van de linkerzijde. De directeuren
durven de consequenties niet aan. De amb
tenaren en het personeel stemmen overeen
met de richting van de leiding. Is die leiding
rood, dan zijn de arbeiders het ook, wordt het
bestuur liberaal, dan de ambtenaren, etc. ook.
Er is te veel personeel en men heeft niet
den moed dat te zeggen. Weinig persontvel is
de consequentie van een goed economisch
bedrij f
„Het Licht". Toen we Jaap en Thijs had
den, las spr. dat met veel genoegen. Zij heb
ben goed wéék gedaan hier, en A. P. Staal
man heeft de meeste sociaal-democraten hier
gekweekt. Spr. is tot zijn spijt een tiji'ang
abonné geweest van „Het Licht". Er komen
dikwijls dingen ln voor, die zóó fanatiek zijn
jegens mede-raadsleden, dat ze nog minder
zijn dan Jaap en Thijs. Spr. heeft men ge
kwalificeerd als iemand, die een arbeidsloos
inkomen geniet. Spr. is volstrekt geen man,
die van een arbeidsloos inkomen leeft. Ter
wijl de s.-d. fractie bier ter stede leeft van
het militarisme.
Spr. breekt zijn rede af, om die hedenavond
te vervolgen.
Voorstel om grond in erfpacht te geven aan
J. Geurts voor woningbouw.
Aangenomen.
De vergadering wordt daarna verdaagd.
GEMENGD NIEUWS.
Zichzelf steun verstrekt
Op het kantoor van den Christelijken
Fabrieks- en Transportarbeidersbond aan de
Groote Draaibrug te Rotterdam kwam Zater
dag een lid dier organisatie steun vragen.
Toen hem die geweigerd werd, uitte hij allerlei
bedreigingen en greep uit een bakje met geld
24 bankbiljetten van f10. Met deze buit holde
hy de trappen af, achterna gezet door de
bestuurders van den Bond. De vluchteling
wierp in zyn angst een aantal bankbiljetten
weg, 22 werden er opgeraapt, 's Avonds werd
hy in zyn woning aan den Goudschen Ryweg
aangehouden, maar de nog ontbrekende f 20
bevonden zich niet in zyn bezit.
De Bella Donna-verglftlging.
Naar wy vernomen heeft het O. M. hoo
ger beroep aangeteekend; tegen de vonnis
sen inzake de Belladonna-vergiftigingen in
Amsterdam, waarbij Doorgeest, die zelf ook
in appèl ging tegen zyn vonnis, veroordeeld
werd' tot 7 jaar gevangenisstraf, N eelt je
Dorrenboom tot 1 jaar voorwaardeUjk en
Johanna Schildmeyer tot 7 maanden gevan
genisstraf.
Tegen het vonnis van Gezine Schildmeyer,
die tot 4 maanden werd veroordeeld na af
trek van preventief, is nog geen appèl aan
geteekend.
De moordaanslag te Valkenswaard.
De heer Desmet heeft dezer dagen een
bezoek gebrachtin de gevangenis aan zyn
zyn vrouw en zich met deze verzoend. Iiy
heeft zelf een advocaat genomen om zyn
vrouw te verdedigen. De heer Desmet ver
zocht ook een onderhoud met K.en heeft
dezeq vergiffenis geschonken. (Tel.)
Fabrieksbrand te Eindhoven.
Zaterdagavond omstreeks elf uür werd
brand ontdekt in do kapitale sigarenfabriek
der firma G. H. de Jongh en Co. te Eind
hovenWoensel. De brandweer was spoe-
dig ter plaatse en tastte het vuur van allo
zyden aan./ De tegenover de fabriek liggen
de voormalige barakken der geïnterneerden
werden onafgebroken nat gehouden, daar
een onophoudeiyke vonkenregen over do
geasphalteerde daken streek. De groote fa
briek, die van jongen datum is en waaraan
nog steeds was bijgebouwd, kon niet meer
gered worden.
Tot diep in don nacht woedde de vlammen
zee voort en deed een stuk van den torens-
gewijs gebouwden reohtervleugel instorten.
Het kantoor bleef behouden; verder Is dé
fabriek uitgebrand. Groote partyen sigaren
en tabak en. de Inventaris gingen verloren.
Alles is op beurspolis verzekerd. De oorzaak
van den brand is onbekend.
Godsdienst-waanzin.
Uit'Donzig wordt aan do Duitscho bladen
gemeld, dat in de tot den Vrijstaat Danzig
harende grensplaats Jonasdorf een ver
Sf^6lHk ma ke0ft Plaats gehad. De
veÏÏkS hJansfen 'aldaar metterwoon ge-
cc? politie behoort tot
/im ii sekte. Do vrouw,
„]in^eJ u i 6jUS 18 6Q den omtrek hoogst
gunstig bekend staat, werd op zekeren dag
bevangen, door den waan, dat zi1 als straf
voor een door haar begane godslastering in
naar kinderen zou worden getroffen. Om dit
noodlot af te wenden, besloot zij haar kin
deken ter dood te brengen. De drie kleinsten
worgde zij on zi1 wild'e juist beginnen ook de
beide oudsten te offeren, toen zjj plotseling
tot bezinning kwam en het vreeseiyke van
haar daad inzag.
De ongelukkige meldde zich in haar wan
hoop by de politie aan, die haar in verze
kerde bewaring hield.
George S. Fowler is de directeur voor-de
reclame van een firma, die schoonheidsmid
delen voor dames verkoopt. Volgens dezen
reclameman besteden do Amerikaansche da
mes tusschen de 75,000,000 en 100,000,000
'sjaars aan het opfleuren van het gelaat
door een penseelstreekje hier, een zalfje
daar, wat rouge, wat noir en een flinke laa^
poeder over de geheele schilderij. Het lyken
hooge bedragen; want er Is natuurlijk een