MM BABBEL-UURTJE OVER MODE. „Fantasie de Plumes...."! Het ging goed! Het ging uitstekend! Ik voelde ine buitengewoon op m n gomalc ln de kleine zitkamer van het eenvoudige, doch smaakvolle heerenhuis, waarin ik op den bewusten middag verzeild geraakt was om zooals mijn lezeressen weten een journalistiek'bezoek te brengen aan het mo derne handels-artikel, dat „paying Guest jhflfttl n Nu deze paying guest oftewel: logée, die haar inwoninghonoreert, was van een bijzonder prettige soort. Het was in het ge heel geen handelsartikel, maar eep aller aardigst innemende jonge vrouw, kwiek en toch rustig uiterst voorkomend en van een heerlijke Fransche gratie. Zo was genoodzaakt in de stad Amster dam verblijf tehouden in verband met een werkzaamheid, welke haar was opgedragen aan het Fransch Gener aal-Consulaat, aldaar. En van deze gelegenheid 'had ze nu gebruik gemaakt om de prettige omstreken van Amsterdam in hot bijzonder het onvol- prezen Gooi eens van nabij te leeren kennen. Vandaar dat ze bij een familie te Dus- sum uit „logeeren" tegen betaling van een zekeren pensionprijs, inplaats van op uit- noodiglng. En daardoor was ze.Paying GuestI En we babbelden maar. Met haar innemende voorkomendheid praatte ze zonder ophouden over het onder werp waarvoor ik in het bijzonder gekomen was: n.'l. over de medegebrachte garderobe! En en passant liet ze maar zien. Eensklaps zag ik tussohen een 'paar luch tige japonnetjes Iets schemeren.iets donzigs wulverlgs.Het voorwerp er voorzichtig tussohen uit halen was het werk van een oogenblik en in m'n handen Meld ik een hoopje dons en veeren In voor inijn beseffing grillige wanorde was deze hoop vastgenaaid op z.g. gaze de solo. Maar mijn vriendelijke gastvrouw nam het van mij' over enéén, twee, drie. hing het hieele gevul haar om de schouders en vertoonde zij zich voor mijn verbaasde op de wijze zooaïa op plaat I te zien is. En wat was het nu? Een kleine cape gemaakt op een on dergrond van „gaze de soie", van Marabout randen en struisveerranden beginnend aan den hals met drie maraboutranden, daarna een struisveerrand.dan weer drie maraboutranden en dan weer een struis veerrand. en zoo doorgaand tot er van ieder vijf herhalingen waren 1 Ziedaar! Het was uiterst eenvoudig en niettemin een beeldig, sierlijk „dingie" prachtig ge schikt om 's zomers-avonds mee te nemen naar ooncert- of restaurant-tuin of voor een avondwandeling. Bovendien zeer aangewe zen om 's wintersavonds voor schouwburg of bal dienst te doen en nog voor duizend en een andere gelegenheden meer. Toen we nu eenmaal aan het „veeren" thema doende waren, kreeg ik in verband daarmee nog meer te zien. Daar was dan b.v. in de eerste plaats nog een kleine „col" om zoo luchtigjes weg bij, een japon op straat te dragen. Deze was samengesteld uit drie maraboutranden voor de kol en een touf van lange struisdraden sloot haar af. Herblj was er een snoep van een taschje voor avondgebruik, geheel zwart gehouden. De sluiting was van zwart hoorn, de tasch zelf van zwarte moiré-zijde en de versiering was weer van zwarte lange struisveer 1 En ten slotte voor eenvoudige bruin- zijden japon bestemd: was daar nog een kunstig gemaakte heupceintuur. Aan een rij van uit struisveer gemaakte roosjes Mng een franje van lange struisveer draden, terwijl het geheel sloot met twee igrootere roosjes. En om dan de pret als het ware te vervol maken, kreeg ik te zien een klein avond schoentje van satijn, waarop ook al heel ge makkelijk ten einde het eventueel toilet van struisveer geheel compleet te maken een toufje van struisveer te bevestigen was. ...I 1 Zoo kon dus deze vrouw met Ibehulp van volstrekt eenvoudige hulpmiddelen want in vertrouwen: het zag er alles gewichtiger uit dan het em te maken of o m te koop en wasl zich op een oogenblik kleeden „in het struisveer", waarbij dan alles van de Weeding „navanana" was! En ik dacht zoo bij me zelve: Jawel deze vrouw is nu een teero, slanke, zelfs fraglle vrouw om te zien en zij kan dus zon der bezwaar al dit zachts en luchtigs dra gen. Bovendien zal niet iedere jonge smaak volle Hollandsohe vrouw het aandurven om maar dadelijk in „struisveer" te wandelen. Maar zoo dacht ik dat is ook maar bijzaak i De hoofdzaak is de idee, om een oompleete kleeding door een en dezelfde ver siering of materiaal-aanwending „af" te ma- kon. En wat dan kan van struisveer- en rnara- boutmaterlaal, dat kan ook van stof of van wol of van bepaalde kleuren, of van kant of van kralen of van honderdduizend andere dingen. Dit zei ik als mijn simpele meening aan de gastvrouw! En zij was het volmaakt met mij eens zeggende, dat het allemaal alleen maar aan kwam op de durf en de smaak en de vin dingrijkheid van de vrouw.zelfl [Hiermede was mijn bezoek voor dezen middag afgeloopen on ha een hartelijk, af scheid een vervolg-bezoek vastgesteld op. een middag in de aanstaande week. KLEINIGHEDEN. Aangesneden kaas kan men goed houden als men ze in een met zont water bevochtigde doek wikkelt. 'Zeemleeren lappen blijven zacht en schoon wanneer men1 ze na het gebruik flink wascbt met zout water eni ze dian naspoelt in laiuw water waarin een paar druppels glicerine. Om te kunnen vaststellen of op azijn of zuur ingemaakte viscb, zooals gemarioneerde ha ring, augurken en uitjes of andere soorten ingemaakte levensmiddelen (nog wel goed zijn na eenigszins langdurig bewaren, is het aan te bevelen zooveel mogelijk in te maken in wijde en open flesschen waarvan, de opening kan worden, gesloten met een overtrek van peifeament of perkamenltpapier. Dit ils dan tegelijk de oontrolemeter. Want wanneer blijkt dat het perkamenten deksel langzaam, bol naar boven gaait staan, dan is dit bet toeken dat de inhoud aan het beder ven ia Trekt het Vlies 'daarentegen hol en strak naar binnen dan is alles in orde! Als iets overkookt strooie men dadelijk een weinig zout op de kachel of de gasplaalt op de plaats waar 'het overgekookte te land geko men is. In de eerste plaats voorkomt dit het ontstaan van vlekken in de tweede plaats voorkomt het de ^ebniikelijlke onaangename reuk, zooals b.v. bij het overkoken van melk. Haarborstels kan men reinigen ddor twee borstels dicht met meel te bestrooien en deze dan beide tegen eikaaT te wrijven. Ook was- sohen met lauw salmiakwater en naspoelen met lanw-koud water heeft hetzelfde resul taat. Geelgeworden goéd, dat weer blank ge maakt worden moet wascht men goed uit of nog liever wanneer het dit verdraagt, kan men het uitkoken. Daarna wrijft imcn het rijkelijk met witte zeep in, overgiet het met kokend water waarin wat borax is opgelost en dekt daarna alles toe tot het vanzelf koud ge worden is. Hierma bleekt men het een nacht lang! De Dokter. Zoo zoodus dokter Fransen heeft het niet tot echtgenoot van Clara kunnen brengenHeeft Clara het uitgemaakt?. Ja en ik wil je eens wat vertellen?. Hij heeft haar niet alleen zijn cadeaux terug gevraagd maar hij heeft haar een rekening ingediend voor zevenenveertig gemaakte visites! OVER MIBDAAD EN MISDADIGERS. door Leo Folix. Opsporing door «Itfnatemont, Wij hebben reeds terloops opgemerkt, dat naari het dwtylowopÏÏKk hoe langer boo meer alle andere voi '"R", nog «rider» methoden bestaan ter opsporing of norkennlna van verdachten, vcrmiaten en andere gezochte personen. Een methode, die geruim» tijd ln zwang Is geweest on nog gebruikt wurdt ls het .stoom van don Franaohman Bartlllom ook wel „Bertülonago" of „ie portrait parté gc- n°Bortillon ging uit van d'e stelling, dat het menschélijk beenderstelsel vanaf het twin tigste jaar geen merkbare veranderingen, wat de afmetingen betreft, meer ondergaat en dat de. verhoudingen tusschen die afme tingen bij geen twee personen hetzelfde zijn. De juistheid van deze stelling is natuurlijk élechts aan te toonen langs den weg der waarschijnlijkheidsrekening en wordt beves tigd door de praktijk. Bertillon liet van den betrokken persoon elf maten nemen, name lijk: lengte en breedte van het hooiu, lengte van den middelvinger van. de linkerhand, i'dem vain den linkervoet, idem van do lin- ker-beruedeniarmi, de lengte van het lichaam, de lengte van d# pink van de linkerhand, lengte en breedte van het rechter-oor, de spanwijdte der uitgestrekte armen en de zit hoogte. (van bekleen tot schedel). Bovendien stelde hij de kleur der oogen vast naar een indeeling in zeven klassen. Daarbij werd ge voegd een nauwkeurige beschrijving van het lichaam en de daarop en aan voorkomende bijzondere kenteekenem. Deze bijzonderhe den werden op een kaart geschreven (van vastgesteld model), waarop die gewone gege vens (naam, adres, enz.) evenmin ontbraken, evenals het dachtyloacopisch signalement. Door de goedgekozen indeeling in klassen, afdeelingen, secties, enz., werd mogelijk op do eenvoudigste manier na te gaan of en waar zich een bepaald! signalement in de ver zameling vond. De Bertülonage is bijna overal in gebruik genomen en in vele landen ook in ons land heeft men een oentrale verzameling aangelegd, welke in voorkomende gevallen kan worden geraadpleegd. Tooh raakt aè laatste jaren de Bertlllonage meer en meer in onbruik en moet het terrein afstaan aan do dactyloscopie. Zoo werden in Berlijn, om een voorbeeld' te noemen in 191.0 462 signalementen volgens Bertillon, in 1911 slechts 242, opgenomen. De reden Mer- van is, dat men voor de Bertülonage over nauwkeurige meetinstrumenten en geoefen de opmeters moet beschikken en dat dnn nog de kans op onnauwkeurigheden die ver warrend werken blijft bestaan. Ook kost deze methode veel en veel meer tijd dan de dactylosoople [hetzelfde geldt voor de foto grafische opname (metrische fotografie) van 3e plaats des misdrijfs volgens Bertillon.] Uit hetgeen wij ovor de dactyloscopie schreven, zal het vel voldoende duidelijk zijn, dat dit hulpmiddel verre de voorkeur heeft, omdat het betrekkelijk eenvoudig is en veel meer „zegt", l Overal zien we dan ook langzaamaan de anthropometrlsohe h erkonningsm othod e ver drongen worden dooii de dactyloscopie, die vooral door Helndl tqt een groote volmaakt heid is opgevoerd. Dporom meenen wij dan ook met deze korte beschrijving te mogen volstaan. 0*0 Ter afwisseling bieden wij den lezer dit maal een beschouwing over Openlucht-gevangenissen. De minister van Justitie heeft besloten dat de proef met de openluohtgevangenissen" te Veenhuizen, zooals de gevangenis ln Veen- huizen I wel .genoemd wordt, zal worden voortgezet, schrijft het Maandblad v. Berech ting en Reclaseering. Onder den druk der overtalrijke straffen in den oorlogstijd en met het doel door een krachtigen maatregel het mogelijk te maken den achterstand' in de executie van opgelegde gevangenis-straffen op te ruimen, werd in 1917 een wet aange nomen, krachtens welke het veroorloofd werd, in afwijking van het cellulaire systeem, te Veenhuizen de gevangenisstraffen in ge meenschappelijke opsluiting te executeeren. De maatregel had in zoover het resultaat dat gewenseht werd', dat inderdaad plotseling zonder aanmerkelijke kosten een groote extra gevangenisruimte geschapen werd, wiaarin achtereenvolgens eenige duizenden gevangenen hun straftijd zonder al te veel uitstel konden ondergaan. Nu echter aldus het geval er toe lag, dat in ons land door de omstandigheden onopzettelijk een proef met gemeenschappelijke opsluiting werd geno men, die door velen reeds geruime®! tijd uit meer principieele overwegingen werd aan bevolen ter gedeeltelijke vervanging van het stelsel nu werd de belangstelling van bree- de groepen gericht op Veenhuizen. Deze proef zal worden voortgezet met een gevangenisbevolking van hoogstens 120 man. Dit vormt dus een ingrijpend verscMl met de wisselende massabevolking, die er tijdens de laatste oorlogsjaren .door de Veenhuizen- gevangenis trok.Voor die 120 man zullen wor den uitgekozen de beste veroordeelden. Maar wat zijn de beste en volgens welk criterium zal over opname in Veenhuizen worden be slist? Besloten is, dat zoo weinig mogelijk criteria zuüen worden voorgeschreven, maar dat als algemeen criterium zal worden opge geven: wordt de veroordeelde al of niet ge schikt geoordeeld om in een groep van ge meenschappelijk opgesloten gevangenen te worden opgenomen, van leeftijd noch op grond van recidieve of duur van straf. Hei spreekt echter van zelf, dat zekere practisohe beperkingen zullen gelden. Zoo zullen over het algemeen geen mannen met minder dan twee maanden straf worden opgenomen, ter wijl als regel ook geen personen met een lam gere straf dan anderhalf jaar zullen worden gekozen. Ook zullen vrijwel uitsluitend man nen worden uitgezonden, die geschikt, zijn voor landarbeid' (niet alleen landarbeiders, maar alleen personen, die uit hoofde van hun licbaméiyko gesteldheid geschikt voor dien arbeid zijn). Een verdere, en in. dit stadium van de proef ongetwijfeld uitstekende be paling is, dat alleen mannen zuüen worden gezonden, die met bun voüe bewilliging en gaarne naar de gevangenis in gemeenschap gaan. Zoowel veroordeelden, die reeds in de ge vangenissen zijn opgesloten, kunnen worden overgebracht naar Veenhuizen als andere, die reeds dadelijk bij den aanvang van hun Straf in Veenhuizen worden ondergebracht. Het spreekt vanzelf, <1*t de de vlottende bwotkLrvan van hei ttllorfiwotsohe ouantt oplovtrt, wflwrj weliAften of m Men vandeproef kan wwlen boillft. Die kfu\d1llshfiSL')'ï, (o, 1,. twrcohi) gecentraliseerd, Allo hiervoor in aanmerking komende gevallen aan de beoordeling van «Tón. u&l^M tcr ReolMieering onderworpen, Bovendien wordt aan den Hoofd-Dlrwtour van Ve«jj£ zon do bevoegdheid' gogevoü om ©Ikon ver» oordeelde, dio hem wordt toegezonden, om de enkele rwum, dat dl© persoon, hetzij ree da terstond hetzij na een tijd van kennismaking, ongesohikt blykt voor de gevangenis in ge meenschap, eenvoudig weg te zenden naar een gewone gevangenis. Ook dit schijnt ons een zeer waardevol en zeer noodzakelijk, ele ment in de nieuwe proefneming: de Dirce- teur van dien het welslagen, mede ln ver band met wat wij straks nog zullen mede- d'eelen, in de allerhoogste mate afhankelllk is, behoort een zeer groote mate van gezag en van vrijheid van handelen te hebben die hij dan ook krijgt. tJ. a Wat den arbeid betreft: die zal uitrit: itenu bestaan (behalve in huisarbeid) in landar beid, onder technische leiding van burger- voorwerkers, op dé uitgestrekte terreinen in de omgeving van Veenhuizen I; de fa brieksarbeid aldaar zal worden gestaakt. Menigeen zal. zich, dit lezende, reedis ver baasd hebben hoe het mogelijk is, dat een proef als deze, die veel geld zal eiscfcion, in dézen tijd van bezuiniging genomen wordt. Het antwoord is eenvoudig. Men zal de proef nemen met inachtneming van dé bezuini ging. Dat heeft het allerbelangrijkste gevolg, dat besloten is die „openluchtgevanglküs" te laten functioneeren zoo goed als zonder be waking. Van militaire bewaking, zooals die bij de aanvankelijke proef werd ingesteld, zal eenvoudig geen sprake meer zijn. En de bewaking door gevangenisbewaarders zal be perkt worden tot het denkbare minimum. In het geheel zal de 'bewaking van die 120 man worden toevertrouwd aan een paar bewakers, die dus in de dagverblijven, waarin groepen van elk ongeveer 60 man zullen worden sa mengebracht, elk zulk een groep te bewaken zullen hebben, terwijl dezelfden, ook wanneer de geheele bevolking op het land werkt, met de „bewaking" van die allen zullen zijn be last. Behalve deri Directeur, een paar be waarders en het noodigo administratief en huishoudelijk personeel, geen andere ambte naren of beambten 1n dienst van deze gevan genis met 120 veroordeelden van 2 maanden tot 1 llt jaar toe. 'Wat moeten wij daarvan zeggen? In de eerste plaats dit. Dat het alléon aan een man van eminente gaven gegeven kan zijn een dergelijke proef tot succes te voerea Wij kennen Directeur Franck, die, in de zeer moeilijke jaren dl© achter ons liggen, te Veenhuizen I zijn sporen verdiend en zijn gaven getoond heeft, en dat geeft ons vol vertrouwen ln het welslagen van het expe riment. En ln do tweede plaats moeten vjj dit opmerkea Dat het bijna onvermijdelijk is, dat, bij de leiding van oen zoo betrekke lijk groote gevangenisbevolking door een uiterst gering aantal gevangenispersoneel, de Directeur een beroep doet op de krachten onder do gevangenisbevolking zelf om een Êoed fuaiotloneeren van het geheel te verze- eren en om een geest onder die bevolking wakker te roepen en te onderhouden die aan het gevangenlsleven tot steun en tot eer zal strekken. Indien de proef slaagt zal zij ©en gelukkig voorbeeld zijn van wat ondanks de heer- schende bezuiniging en wellicht zelfs ten deelo ten gevolge van de bezuiniging kan worden tot stand gebracht Doorzien. Nou Is me die steenkool alweer opgesla gen, zei hij. Zool zei zijl. Ja, en de huren mogen met 50 procent verhoogd worden, t Is tem verschrikkelijk! Zeg, riep ze opstuivend, als je soms je engagement wil verbreken, zeg het dan liever ronduit; ik houldl niet van menschen; die altijd langs omwegjes op hun doel afgaan. De Schoonzoons. Waar zal mevrouw Dilbbes au heengaan, nu allebei haar dochters getrouwd zijn, naar haar schoonzoon in Haanlem of naar baar 'schoonzoon dn Utrecht? De een wü haar in Haarlem en de ander in Utrecht hebben. Jongen I dan heeft ze het getroffen, zulke schoonzoon® Vindt je niet overal. Iloe bedoel je? Die uit Haarlem wü haar ln Uitrecht en .die uit Uitrecht wil haar in Haar lem hebben. Verkeerd begrepen. Dus je hebt Friedla gevraagd je vrouw te worden? Ja, maar ik heb geon géluk bij haar ge had; ze vroeg me naar mijn vooruitzichten. Nou, en1 heli je haar dan niet van. ie rij ken erfoom verteld? Da's juist miijn ongeluk geweest, Friada is nu mijn tante. 'Fabriekseigenaar: Neen, ik heb tot mijn spujit geen 'betrekking voor u. Ik krijg zooveel memsohen, die .mij om een betrekking vragen, dait ik niét eens hun nomen kan onthouden. Sollicitant: Zou u mij dan niet kunnen gébruiken om daar een lijst van b'ij te houden? Juist ddorttm. Jonge echtgenoot: Ik heb je toch gete legrafeerd, dat je je moeder niet i zou mee brengen? Jonlge vrouw: Daarom wü ze je tuist spreken; ze heeft hét telegram gelezen. Hot voornaamste. «SSïïtoJ?- i"*> """"O" 'Man, bitter: Wat ze kosten. Wel erg! Heer: Ben je werkelijk zoo anm? Landjooper: Artm? Als een heel ™,t ren één dubbeltje kostte, Jan zou'ik nïg itet eens ge d genoeg hebben om één amS van een vest te koopen. A an dwaallichtje. Daar was eens een klein Dwaallichtje «n op een uvond kreeg dit Dwaallichtje van den Ko- ning van alle Dwaallichtje» een nieuwe lanta ren, heel mooi en schitterend. t Het is een toover-lan torent je'zei de Ko ning. „Pas op, dat je het goed gebruikt." Daar ging het Dwaallichtje het boseh door zoo snel als zijn voetjes hom dragen konden. Juist vloog mijnheer uit zijn nest, toen het Dwaallichtje langs ging. „Oehoe, oehoe!riep heer Uil: „Doe dat aisjebüeft niet Maar het ondeugende Dwaallichtje lac.ite alleen en holde door. En heer Uii moest achter hem aan vliegen, want elk, die het tooverian- tarentje zag, móést het volgen, of hij wilde of niet Daar ontmoetten ze juffrouw Muis, die zich haastte om thuis te komen. Klik eens naar mijn mooi nieuw lantaren tje!" riep het Dwaallichtje. En hij zwaaide het heen en weer voor juffrouw Muis. „Alsjeblieft, doe dat niet!" piepte juffrouw Muis. „Mijn kindertjes wachten op me. Het is al over hun tijd!" Maar bet slechte Dwaallichtje lachte alleen en rende weer verder door het bosch. En mijn heer UU en juffrouw Muis moesten hem volgen. Daar kwam ze voorbij een hol onder een boomwortel én juist stapte heer Vos naar bui ten. „Kijk eens naar mijn mooi nieuw lanta rentje!" riep het Dwaallichtje en hij zwaaide zijn lantarentje heen en weer voor de oogen van mijnheer Vos. „O, doe dat aisjebüeft niet," blafte heer V os. „Ik moet op jacht naar voedsel voor mijn vrouw en kinderen 1" Maar het slechte Dwaallichtje schaterde al leen en voort ging het weer het bosch door. En heer Uil en juffrouw Muls en heer Vos moesten wel volgen of ze wüden of niet. Zoo gingen ze een heel groot eind tot ze den Ko ning van alle Dwaallichtjes ontmoetten, die ln zijn wagentje van boomblaadjes reed, dat door nachtvlinders werd voortgetrokken. En toen ze hem zagen, kraste en piepte en blafte heer UU en juffrouw Muis en heer Vos tegeüjk: „O, lieve Koning der Dwaallichtjes, zeg toch aan dit slechte Dwaallichtje, dat hij zijn lanta rentje dooft, want hij zwaait het maar steeds voor ons heen en weer en wjj moeten hem volgen I" Toen Uet de Koning van alle Dwaallichtjes zijn wagentje stil staan. Hij keek naar het on deugende Dwaalüchtje en zei: „Wat heb Ut Je gezegd? Het is een toover-lantarentje. Pas op, dat je het goed gebruikt!" Het slechte Dwaalüohtje Uet zijn hoofdje hangen. Toen slapte de Koning uit zijn wa gentje. Hij nam het Dwaallichtje bij de hand en ging. terug door het bosch. Heer UU, Juf frouw Muis on heer Vos volgden. Eerst hield de Koning stü bij het huls van heer Vos en Uet dien naar binnen gaan, zoo dat hij het lantarentje niet meer zag. Toen Uep de-Koning door naar het holletje van Juffrouw Muis. Ze kroop er gauw in en zag ook het lan tarentje niet meer. En daarna ging het naar den boom, waar heer UU zijn nest in had. Toen ook heer Uü veilig In zijn neet was en het lan tarentje niet meer kon zien, nam de Koning het lantarentje van het stoute Dwaalüchtje en zei tegen hem: „Volg mei" En nu moest het stoute Dwaallichtje volgen, of hij wilde of niet, juist zooals hij het de die ren had laten doen. En de Koning liet hem loopen, het heele bosch door, velden over, heuvel op heuvel af, tot tenslotte zijn kleine voetjes zoo'n pijn deden, dat hij geen stap meer loopen kon. Toen stond de Koning stü en zei: „Als ik je nu thuis breng en je het lantarentje terug geef, wü je me dan beloven, dat je heusch een goed Dwaalüchtje zijn zult?" En het DwaalUchtje antwoordde, toen hij wat op adem was gekomen: „O, ja, dat wil ik graag!" Toen bües de Koning op een züveren horen tje en even later kwamen de nachtvlinders met het wagentje aangevlogen. De Koning bracht het stoute Dwaallichtje thuis en gaf hem het mooie lantarentje terug. Het Dwaallichtje was zóó moe, dat het dadelijk naar bed ging en toen hy zyn oogjes sloot, zei 'Hl 'Ht zichzelf: „Ik zal het nooit meer voor slechte dingen gebruiken." RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Er gaan vele makke schapen in een hok. II. Kastanje aschbak school trouw anna mait ja e Goede oplossingen van beide raadsels ont- vangen van: N. de 13,j M. 13,O. en O. v d' T3 T OBWP"1 Bi; 0 Tf7' H G-; C.'J. G.; w k'- t' t'. 5,; €n L- K-«R K- (1 Tv' M nw kV' d' M-5 N- en M- M-> F G v P' a M' °-5 H- G. P h'. s T A A" R"- H- R-;H- O' S O n r 5 S-; M' 8': J- de s-: J- V G W. re5 ^rV,; K' V-'> w' d« V.; W. 1 d W J" d" W-'' S- w-; M- i- a. W.; A. de W.; A. IJ. Nieuwe raadsels. J:J[t eer®to «en deel van hatn, het ten hemellichaam en het derde een in ons Tand V°°r Het D- Het geheel is oen spreekwoord van 6 woorden of 27 letters. een deel van een wagen. I19 j8 ten hemellichaam. i' Tl'teQ deel van een schoen. J,' 14» 2:)> 26» 10 is een vloeistof. in iq' o' i dt men °P tuinpaden. 18, 18, 8, 17 is een smaak. o een hemellichaam. 2' Mi 15 is een duinplant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 12