GEMENGD NIEUWS.
UIT DE OUDE DOOS.
H.
Het tijdperk 1850—1860, dat wij boven dit
hoofdstuk plaatsten, is behalve door zaken
als boven vermeld, die handel en scheepvaart
bevorderden, ook in een ander opzicht zeer
belangrijk geweest voor de ontwikkeling van
de plaats onzer inwoning. Groote werken zijn
in deze jaren tot stand gebracht, enorme som
men zijn in dat tijdperk door het Gouverne
ment besteed. Wij willen er achtereenvolgens
eenige van vermelden.
In 1825, dus twaalf jaar na het stichten van
het fort Kijkduin, drie jaar na het bouwen
van den vuurtoren, ontdekte men belangrijke
lekken in het gebouw en bij onderzoek bleek,
dat hier en daar de sluitmuren eenigszins van
de aanrozeeringen afgeweken waren; dit ge
brek werd in 1826 gedeeltelijk door voknetse-
ling hersteld, doch men bepaalde zich slechts
tot het volgieten der scheuren. Reed9 in het
volgende jaar ontdekte men nieuwe gebre
ken die zich m het vervolg van tijd hoe lan
ger hoe meer vertoonden. In 1851 begon de
toestand onrustbarend te worden, daar op een
aantal plaatsen de scheuren tot 100, ja tot 130
150 millimeters te zien waren, 't Was een
ontzettend moeilijk en kostbaar werk de mu
ren van het gebouw te ondergraven en te on
dervangen. De houten fondeeringplaten onder
de verschillende muren moesten weggenomen
en mét 'beton, zand en metselwerk aangevuld
of ondervangen worden. Dit werk is in 1852
en -1863 niettegenstaande al de bezwaren tot
Smokkelhandel.
Een advocaat had aan een rijksveldwachter
toegevoegd: „Loop naar den bliksem" en ver
volgens: „Dat is 'n snotneuzenstreek". Hierop
volgde een .strafzaak wegens beleediging, die
werd doorgezet tot voor den Hoogen Raad.
Aan de conclusie van den Advocaat-Gene
raal mr. Tak voor den Hoogen Raad ontlee-
nen wij
„De Hooge Raad heeft terecht aangenomen,
dat beleediging slechts dan voorligt, wanneer
iemand in zijn karakter rechtstreeks wordt
aangerand. Dit geschiedt indien men een amb
tenaar minachtend verwijt zich aan een han
deling als van een snotneus te hebben schuldig
gemaakt, maar dit gebeurt niet, wanneer men
dien ambtenaar krenkend naar een plaats
wenscht, vanwaar hij niet licht zal weder
komen.
„Loop naar den bliksem" is, evenals „loop
naar_ de maan" of, gelet op (le verkregen com
municatie met die planeet, „loop naar de Mars",
eene verwensching, een minder aangenaam
uitgedrukt verlangen naar een snel komend
scheidingsuur, echter geen beleediging en de
ambtenaar, wien het geldt, wordt daardoor niet
in zijn eer aangetast.
Het wil mjj derhalve voorkomen, dat ten
onrechte het verzoek om naar den bliksem te
loopen als beleediging is aangemerkt en dat
requirant deswege zal moeten worden ontsla
gen van alle rechtsvervolging, met een even
redige vermindering der strafmaat voor het
overblijvende."
Conclusie was ontslag van rechtsvervolging
stand gebracht door de heeren Gebroeders
Janzen, aannemers te Helder.
Het spreekt vanzelf, dat zulk een omvang
rijk werk vele handen vereischte en dat daar
door ook vele werklieden brood vonden. Dit
werk was echter slechts het voorspel van het
geen nog zoude volgen. Het bouwen van eene
kazerne voor de infanterie in 't fort Erfprins,
die door den heer Kooi, aannemer te Amster
dam, voor ruim 100.000 werd aangenomen
en gebouwd, het versterken en het maken
van een ringmuur om de batterij Kaaphoofd,
welke werken mede in 1853 en 1854 plaats
hadden, gaf in het westelijk deel der gemeen
te veel vertier. Van meer belang echter was
het, wat op het gebied der publieke werken
in het OQStelyk deel der gemeente plaatsgreep.
De koopvaarders schutsluis, tusschen de
haven 't Nieuwe Diep en het Noord-Hol-
landsch Kanaal gelegen, was in vervallen en
slechten staat en voldeed, wat de afmeting
betrof, niet meer aan de eischen des tijds.
Sedert haren bouw, 1824, waren successie
velijk veel grootere schepen in de vaart ge
komen. De daarstelling eener betere schut
sluis, eene van veel grootere afmeting, was
dringend noodzakelijk geworden, waarom dan
ook tot het maken van een nieuwe sluis, niet
ver van'de bestaande, werd besloten. Onder
oppertoezicht van den ingenieur bij den Wa
terstaat J. Strootman en 't bestuur van den
hoofdopzichter Jb. Keijzer werd dit kolossale
werk tot stand gebracht. De aannemers de
heeren Visser van Sliedrecht, kweten zich op
uitmuntende wijze van hunne taak, die eerst
na verloop van een drietal jaren werd vol
bracht. Na het voltooien van de nieuwe schut
sluis is de oude geamoveerd en de opening
daarna gedempt.
voor „loop naar den bliksem" en ƒ80 boete
voor „dat is een snotneuzenstreek".
De Algemeene Nederlandsohe Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer zendt ons haar
nieuwste uifgave toe, een keurig boekje, be
stemd voor het Nederlandsch publiek. Het is
getiteld: „Watertochtjes in Nederland" en is
een veel verbeterde herdruk van het eeni'ge
jaren geleden verschenen boekje: „Stoomboot-
gids voor Nederland".
Het boekje vertelt van de wonderlijke beko
ring van tochten per stoomboot, welke de ge
legenheid bieden ons eigen land eens van een
geheel anderen eri mooieren kant, dan
uit spoortreinen, uiit auto's of van rijwielen te
zien. En daarbiji zyn watertochtjes over het
geheel goedkoop. Waarom er dan zoo weinig
gebruik van wordt gemaakt? Wellicht omdat
velen nog onbekend zjjn met de vele diensten
te water in ons land.
Aan deze onbekendheid heeft de A. N. V. V.
een einde willen maken. De ontvangst, welke
de eerste gids genoot, heeft de vereeniging de
zekerheid gegeven, dat de uitgave in een be
hoefte voorziet.
Het -boekje is verlucht met tal van illustraties
derland van de waterwegen in Ne-
In de mail-editie van de „Times of India"
staat een artikel van den leider der Britsche
Boeddhistische Missie, den heer O. O.
Knight: „In forbidden Tibet". Hy wyst daarin
met name op het vóórkomen van polygamie in
de eene, van polyandrie in de andere streek,
z-yn er in een dorp meer mannen dan vrou
wen, dan heerscht daar polyandrie, en is de
verhouding omgekeerd, dan treft men, er polv-
aan\D® Tibetanen zijn er bltfkbaar niet
toe geneigd zich'vrouwen te zoeken, de Tibe-
taansche meisjes ongezind met mannen genoe
gen te nemen uit een ander gebied, zelfs in
geval dat and-ere gebied niet meer dan enkele
tSiderd }L0IMte™ T,bUn 6igen woonplaats
tTwl i£\Men m hokvast, en van de naas-
?0J^ s raen "«"welijks meer dan den
naam hunner woonplaats.
De leider der missie vond den gezondheids
en
het
toestand bij de Tibetanen opmerkeiyk goed
hy schryft dit toe aan hun gewoonten zich
lichaam met vet in te smeren, waarmee ze zich
zelf zoowel vrijwaren voor vuil als voor koude.
Van wasschen komt niet veel in een over
wegend1 koud land als Tibet Is; maar het vet is
zeer dienstig voor de huid en schijnt verschil
lende ziekten te voorkomen.
Hoe belangrijk dit werk moet geacht wor
den, beteekende het zeer weinig by hetgeen
volgen zou. wy bedoelen de dokwerken op
's Rykswerf, waarvan de werkzaamheden in
Maart 1857 aanvingen en eerst in 1866 geheel
eindigden. Gaan wij in korte trekken den
gang dier werkzaamheden na.
Het oude droogdok op het Etablissement
Willemsoord, naar de plannen van den Inspec
teur-generaal Blanken gebouwd, van 1816 tot
1821, had gedurende een reeks van jaren aan
de Marine belangryke diensten bewezen. Het
was in Juli 1822 door het dokken van het
linieschip Willem I, in dienst gesteld en se
dert dat tydstip tot 1849 waren er 120 sche
pen in gedokt. Toen deden zich aan dit werk
belangryke gebreken op, die wel werden her
steld, maar op onvoldoende wyze, zoodat het
een geruimen tijd onbruikbaar bleef en zich
de behoefte zeer deed gevoelen aan een nieuw
droogdok, dat tevens door meerdere lengte zou
kunnen voorzien in de behoefte om ook vaar
tuigen van grootere afmeting te kunnen na-
zién en herstellen.
Onder het bestuur van den Minister van
Marine Lotsy, begon dit kolossale werk, dat
aan den lande eene som van 1.823.884 heeft
gekost. Aan den bij het Departement van
Marine tydelyk in dienst gestelden ingenieur
van den Waterstaat J. Strootman, werd het
dagelyksch beheer over de dokwerken opge
dragen, terwyl de Hoofd-Ingenieur in Noord-
Holland J. G. van Gendt, voorzitter der dok
commissie, belast werd met de algemeene
directie en de leiding over de uitvoering.
Als hoofdopzichter by dit werk werd de by
het Departement van Marine tydeiyk in
dienst gestelden oprichter van den Water
staat H. T. Weehulzen geplaatst. Deze ver-
UIT DEN OMTREK.
Burgeriyke Stand van Annu-Paulowna.
Dekker
Nieuwe Uitgave.
VERGADERINGEN, VERMAKELIJK-
HEDEN, ENZ.
De met een gemerkte vereenlglngen ga
ven zich by mevr. Teune op. (Telef. no. 20).
Van 2—10 MeL
INGEZONDEN.
dienstelijke man mocht de voltooiing van de
dokwerken niet beleven. Hij overleed 14 Aiig.
1862 en werd .in die betrekking opgevolgd
eerst door J. G. v. Niftrik en later toen deze
tot ingenieur der gemeente Amsterdam be
noemd werd, door W. Kok, beide Oprichters
van den Waterstaat alhier.
Dit werk is door de heeren Visser Oo.
aangenomen en uitgevoerd.
Tijdens den bouw van het nieuwe, heeft
men onder dezelfde directie de herstelling
van het oude droge dok ondernomen, met dat
gunstig gevolg, dat het in 1861 geheel gereed
was. In Oct. van dit jaar, werd het oorlogs-
stoomschip „Admiraal van Wassenaer" er in
gebracht. Wel had dit werk eene som van
zeer goeden staat te zijn en 't was bovendien
voor on-ze, Marine hoog noodig, niet alleen
om gebruikt te worden tijdens den bouw,
maar ook na de voltooiing van het nieu.we,
tegelijk met dit.
Tot de dokwerken bovengenoemd moeten
nog de volgende werken gerekend worden:
1. Het bouwen van eene keersluis.
2. Hét uitbaggeren, enz. van het bestaande
natte dok.
4. Het verbeteren der Maritieme Binnen-
3. Het maken van een dokkanaal,
haven.
5. Het Dokstoomwerktuig.
6. De zeedoksluis.
7. De draaibrug daarover.
Voor al deze werken is van 1857—1866
eene som op de staatsbegrooting gebracht van
3.440.903.67. J
POST- EN TELEGRAAFKANTOOR
Het hoofd- en bykantoor der posterijen is
geopend "van 's morgens 7.30 u. tot 's avonds
7.30 u. De telegraaf, gevestigd in het hoofd
kantoor, tot 's avonds 9 uur.
De kantooruren zyn:
a. Voor de frankeering, het debiet van
postwaarden en de aanneming en afgifte van
aangeteekende stukken, dagelyks van 7.80 u.
v.m.7,80 tvttt. en Zaterdags van 7.30 u.
v-tti.6.u. n.m. De aanneming van aan
geteekende stukken, waarvan geen expresse-
bestelling wordt verlangd, heeft Zaterdags
tot 3 u. mm. plaats.
b. Voor den dienst der postwissels, qultan-
tiën en rijksverzekeringbank van 8.80 u.
vjeu8 u. mm.
a Voor den dienst der Rykspostspaarbank
van 9 u. vjm.—7.80 u. njm Zaterdags van
9.— u. v.m.—6 u. mm.
d. Voor den dienst der pakketpost van
7.80 u. v.m.7.80 m mm. Zaterdags van 7.80 u.
vjm6.n.m.
e. Voor den postcheque- en girodienst van
8.80 vjn.8 u. mm.
De lichting der stadsbrievenbussen heeft
plaats des v.m. 8.80 m en 8J.5 u. 'a namiddags
1.60 u. en 5.10 u. en 's avonds 9.80 u. Boven
dien gescMedt 10 minuten voor het vertrek
van iederen posttrein een lichting van de
op het station geplaatste bus.
De brievenbussen zyn respectievelijk ge
plaatst aan de Javastraat, Brakkeveldweg,
Stakmanbossestraat, Binnenhaven, Zuldstr.,
Ankerpark, Buitenhaven, Kruisweg, Molen
straat, Keizerstraat, Piet Heinstraat, Lange-
straat, Dykstraat en Schagenstraat.
J
MARKTBERICHTEN.
Schaserm&rkt van Donderdag 9 Mei 192S.
7 stieren 200400; 115 geldekoeien mM-
200—425 83 idem vette 276—560 90 kali
koeten 250-680; 60 pinken 125-200'; M
nuchtere kalveren 12—26; 180 oveihnuUr»
88—68; 169 lammeren 16—81.60; 9 bokken en
geiten; 2 varkens mag. 40; 83 idem vetU
K.G. 0.76-0.86; 64 biggen 25-38; 37 kip
pen 1—8; 16 eenden 1—1.50; 218 K.G. bot«
p. K.G. 1.00-1.80; 9384 kipeloren p. 100 4.50
—5.50; 8287 eendeieren p. 100 ƒ4.90» haantjes
0.25—1.
kapitaal hier verteerd werd, behoeft nauwe-
ïyks vermeld te worden.
Wy Melden ons betrekkeiyk lang op by de
vermelding van deze werken, omdat zy mede
het hunne hebben bygedragen tot de ontwik
keling onzer woonplaats in dit tydperk en om
dat de voltooiing er van, van zulk een over
wegend belang was voor den Helder. Dat by
de uitvoering van zulke werken een aantal be
kwame mannen noodig waren bewijst de lijst
vande heeren die als buitengewone opzichters
bij de dokwerken in dienst rijn geweest.
H. van Egmond van den 4 Juni 1857 tot
31 Juli 1857.
P. Visser van 3 Sept. 1857 tot 1 Juli 1866.
V J' Henkelman van 15 Sept. 1857 tot
2< Jan. 1858.
'li H$blom van 16 SePt-1857 tot 19 Dec. 1867.
M. Maarschalkerweerd van 1 Mrt. 1858 tot
31 Oct. 1860.
?V V' dJ Idnde van 1 Junl 1858 tot 12 Jan. 1863.
7'tt ^egt van 8 Juni 1858 tot 1 Juli 1863.
r. J. Hofman van 8 Juni 1858 tot 1 April 1861.
v- d. Burgh van 16 Mei 1869 tot 16
Maart 1862.
p-B. Weehuizen van 1 April 1862 tot 1 Oct.
1864.
H- H. Weehuizen van 1 Dec. 1862 tot 1 Oct.
R de Lange van 1 Febr. 1868 tot 1 Maart 1864.
Weehui*en van 1 Jan. 1805 tot 1 J"11
G-lJ- ?terr van 15 April 1866 tot 1 Juli
1888- J (Wordt vervolgd).
TUKKEN.
Eiken dag kun je ze aan den buitenkant
bezig zien met „tukken".
Vooral met den aohtervloed en de vooreb
sdhijnt 't daarvoor de geschiktste gelegen
heid te zijn. Men beweert, dat het water dan
wat meer tot rust is gekomen en daardoor
zich beter leent tot het verschalken van
allerlei zeegedierte, dat op den havenbodem
zich tegoed doet aan het velerlei voedsel, dat
daar groeit en tiert.
Dan zie je de jongens op vlotten en pra
men en op de steigers bezig met hun touw-
snoeren, waaraan ze de hoeken hebben be
vestigd en het stukje lood, dat het geheele
stel tot den .bodem moet brengen.
Met 'behendigheid zwieren ze het snoer
uit, zoover als het maar eenigszins kan,
palmen dan weer zooveel touw in, dat het
snoer strak staat en nu houden ze dat tus-
schen duim en vinger.
Zoodra een vischje of welk gedierte ook
gaat sabbelen aan het piertje, dat om den
hoek geschoven zit, planten de rukbewe-
ginkjes zich langs het touw voort en treffen
de fijne snaren in duim en vinger van den
„tukker". Met een ruk haalt hij op, de hoek
dringt door het piertje en in den bek van
het argelooze vischje en spartelend en klap
perend ligt het weldra op vlot of steiger.
Dat is een animeerend werkje voor de
jongens, vooral als er wat vangst is en dat
is er meestentijds.
Veelal zijn het scharretjes, die omhoog
gehaald worden. Vaak ook zijn het puikaal-
tjes, die door den een als minderwaardig
gespuis dadelijk weer aan hun element
worden prijsgegeven, door anderen daaren
tegen zorgvuldig in het netje of het linnen
zakje worden gepakt.
Een gulletje is een lang niet te versmaden
buit, doch als zich een krab de weelde heeft
vroorloofd aan des tukkers piertje te gaan
sabbelen, dan wee zijn gebeente. De krab is
een zee bewoner, die door alle visschen en
door de tukkers in het bijzonder met min
achting en met wraakgierigheid worden
behandeld. Voor de krab bestaat geen par
don en sneven moet hij.
Met fanatiek geduld kunnen de tukkers
op hetzelfde plekje tijden lang bezig zijn.
Is het altijd pure zucht tot visschen en
vischversohalken, dat hen daarbij drijft of
is het ook het intens genot van buiten te
zijn, dat hen zooveel geduid doet beoefenen!
[Het is misschien1 zoowiel het een als het
ander.
Heerlijk toch kan het daar aan den bui
terkant zijh, als de zon al ver ter kimme
is gedaald, na den geheelen dag haar heer
lijk koesterende stralen te hebben uitge
zonden. Als de wind dan is gaan liggen en
het water vlak in de haven nauwelijks wordt
beroerd.
Dan te droomen op zoo'n vlotje en tevens
wat afleiding zoekend met visschen. Er kan
dan zoo'n heerlijke goudklatering zijn op
ruiten en masten en stagen der schepende
geluiden' dringen van zoo verre tot je door.
Van hoog uit den mast van de Heemskerck
uit het kraaiennest klonk op een avond
zoo klaar etn duidelijk den roep van den uit
kijk: „zeilschip de haven uit"
En je gedachten1 gingen uit naar dien peet
van dat schip, toen hij koerste naar No-va-
Zembla en er vanuit het kraaiennest van zijn
schip werd geroepen: „open water te loe-
vert."
Maar daaraan1 dacht wellicht menigeen
niet.
Doch zijn de namen aan de schepen niet
gegeven om somwijlen even stil te staan bij
hetgeen die vernoemden hebben gewrocht?
Dat is de droomerij van het vlotje.
Behalve die categorie zijn er ook, die uit
sluitend trekken om het vischgenot en daar
voor trotseeren ze alle weer en wind. Geen
regenbuien en ,geen windstooten kunnen hen
verdrijven.
Al zijn ze tot op hun huid doorweekt, vis
schen blijven ze, net zoolang tot ze een
„braadje" bij elkaar hebben.
Soms heeft vader „trekker" zijn kroost mee
genomen om hem behulpzaam te zijn de
vischjes op te bergen; nu en dan zie je zelfs
de wederhelft, die eens poolshoogte komt ne
men.
De „hanzen" onder de tukkers zijn die met
een scharhoepel. Daaraan zit meer kapitaal
en voor elke jongenSbeurs is zoo'n scharhoe-
pel nog niet een bereikbaar bezit.
De risen aas voor den scharhoepel zijn in
dien haringtijd voor het grijpen en menig
scharretje en gulletje wordt in dien tijd uit
de haven opgediept.
Die buitenkant is voor o, zoovelen een bron
van genot. Daar slijten ze een groot deel van
hun vrijen tijd; daar vinden ze bevrediging
"en vreugde. Daar drinken ze met wellust de
ziltige luohtstroomen in en daar stalen ze
zich voor het verdere leven.
Wat de moeders daarvan zeggen!
Als zoontjelief thuis komt met een, paar
natte kousen en met een teerplakkaat op zijn
pantalon, als zijn vingers en zijn haren vol
zitten met haringschubben; als zijn schoenen
wit beplekt zijn van het opgedroogde zee
water!
Ja, als moeder daarvan bang is, laait ze dan
haar kroost onder een glazen stolpje zetten,
of ten minste laat nes haar jongens niet gaan
laten tukken.
Robinson.
Helder 1850—1860.
Dranksmokkelaars.
De douaneboot „Zeemeeuw" heeft te Ter
schelling binnengebracht de A. K. 203, die
in de Terachellinger gronden werd aange
houden, omdat de kommiezen (door hun
reukorganen gewaarschuwd) spiritualiën aan
boord vermoeden. Bij onderzoek bleek dat
in de ijsvaten van het schip tien vaten alko-
holspiritus was verborgen benevens eenige
flesschen oognac en rum; alles te zaam een
belastbare waarde van 6000. De U. K. kwam
van Helgoland en al spoedig bleek, dat de
schipper deze smokkelwaar vervoerde voor
een handelaar uit Winschoten, die zelf ook
aan boord was en de zaak aanvankelijk van
zijn schouders wentelde doordien hij Duitsch
poogde te spreken. Hij had den schipper
500 voor het vrachtje toegezegd.
De U. K. ligt in de haven van Terschel
ling, van een goed slot voorzien. (Hbld.)
In den laatstemtijd werdén enorme hoe
veelheden Persil, een waschmiiddel, van over
de Duitsche grenzen hier te lande binnenge
smokkeld, totdat het, einde vorige week ge
lukt is de voornaamste smokkelaars te ont
dekken. Een aantal wagons, ter waarde van
niet minder dan 143 millioen Mark, werd
door de doaune-ambtenaren te Weener bij
Nieuwe Schans, in beslag genomen en de
heele zending ten gunste van het Rijk ver
beurd Verklaard. Er werden van de bij dezen
smokkelhandel vermoedelijk betrokken zes
acht personen, Duitschers en Hollanders,
op staanden voet twee gearresteerd, terwijl
men nog tracht de overigen te achterhalen.
Natte geschiedenis.
Gistermiddag ging te Culemborg een mo
torfiets en- zijspan met twee dames en een
heer met de gierpont over de Lek. Bij het
uitrijden aan de overzijde ging het rijwiel
plotseling achteruit en kwam alles in het wa
ter terecht. Ben der dames wist zich zelf nog
intijds te redden. De andere dame en heer
moest men met moeite redden. De motorfiets
werd later opgehaald.
Gespleten bankbiljetten.
Bij de politie te Maastricht is weder een
bankbiljet van 10 gedeponeerd, dat door
een winkelier daar ter stede van een onbe
kende in betaling was aangenomen. Het is
echter slechts de helft van een bankbiljet,
ml. de voorzijde. Blijkbaar kunnen deze
bankbiljetten, door de minderwaardige kwa
liteit papier, die voor de vervaardiging is ge
bruikt, in twee helft, voor- en achterzijde,
gespleten worden, vooral wanneer zij van
te voren worden nat gemaakt.
Daar mien vermoedt dat er meer van deze
geschonden bankbiljetten in omloop zijn,
verdient het aanbeveling geen „opgevouwen"
bankbiljetten in betaling aan te nemen.
„Loop naar den bliksem."
Een afschuwelijk ongeluk.
Een V. D.-boricht uiit Parijs meldt dat
mevr. Esoair L. Richard, de echtgenoot© van
eem New Yorkschen bainkier, Zondagmorgen
werd gedood, doordat zij in den liftkoker van
een hotel aam de Ohamps Elyséea viel. Mevr.
Richard, die den liftjongen een boodschap
had laten doen, had onderwijl geprobeerd de
lift zelf in werking te stellen, doch drukte
daarbij op een verkeerden knop. Door den
plotselingen schok viel zij uit de lift in den
liftkoker. Zij viel bijna voor de voeten van
haar echtgenoot en haar broeder,
kolonel Littaner, die vóór haar naar bene
den waren gegaan. Door den val was zij on
middellijk dood.
Watertochtjes In Nederland.
De bevolking van Frankrijk.
Wfl hebben onlangs eenige cijfers meege
deeld uit de statistiek van de nataliteit in
Frankrijk over het jaar 1922. Treurige c?
fors, zooals men zich zal herinneren. Hei;
aantal geboorten overtreft dat der sterfge
vallen slechts met 70.579! In vier-en-deitig
teit aantal sterfgevallen
grooter dan dait der geboorten.
De officieuze Petit Parisien bevat naar
aanleiding van Frankryk's zwakke nataliteit
een alaxmeerend artikel. Men had gehoont
blad, dat het land uit den oorlog
de groote les getrokken had en dat het had
grepen, dat de voornaamste oorzaak van
Duitschland s aanval op Frankrijk in 1914
het van jaar tot jaar toenemend verschil tus
schen het zielen-aantal in Frankrijk en dat
by onzen geweldigen buurman geweest is.
Frankrijk en Duitschland hadden in 1871 bii
even groot grondgebied evenveel inwoners
ml. ongeveer 40 millioen. Drie-en-veertig
jmir later in 1914, heeft Frankrijk nog steeds
dat aantal, Duitschland 67 millioen. Dat men
niet ergens anders de dliepe oorzaak van den
overval zoeke! Frankrijk leek zoo een ge-
makkehjke prooi. En inderdaad, zegt de
i eert Parisien, wat zouden wij, zonder den
steun van zooveel bondgenooten en niet
tegenstaande de dapperheid van onze solda-
••n 06It-\ va^ &1111 chefs, geworden
u.^Teede les van 19l4> vervolgt het
blad schijnt vergeefsch te zijn, want de op
zettelijke beperking der geboorten houdt
aan, sterker dan vóór den oorlog.
van haar artikel'schrijft de
Petit Parisien:
Over dertig jaar zal ons bevolkingscijfer
nog altyd om en bij de veertig millioen rijn
fn Duitschiand, waarvan het grondgebied
toch kleiner is geworden zal van 62 tot 80
milioen gestegen zijn. Wanneer wij niet be
sluiten groote financieele en andere midde
len toe te passen, die de kwaal, die ons ver
teert, kunnen beperken, dan staat het helaas
te vreezen, dat onze overwinning slechts een
overwinning zonder toekomst is!
Uit Tibet
Nog Iets over Edward Bok.
De lezers der Held. Crt herinneren zich
ongetwijfeld de persoon van Edivard Box
van wiens auto-biografisch boek „the Amen-
caniization of Edward Bok" wy een paar
hoofdstukken in vertaling opnamen. Hy is
een Heldersche jongen, die reeds vroeg naar
de Vereemdgde Staten vertrok en daar als
hoofdredacteur van het grootste Amerikaan-
sche damestijdschrift, „Ladies Home Jour
nal" een ongekende populariteit geniet
In een tweede boekje, waarin hy van zy'n
veranderde levensinzichten kennis geeft
vertelt hy waarom' ,hy voor zyn auto-bio-
graphie den derden persoon gebruikt in
stede van den1 eersten.
„Deze methode ontstond1 zeer natuuriyk,
omdat ik hier Edward Bok, de hoofdredac
teur en uitgever, objectief behandelde; een
persoonlijkheid die thans uit mijn leven ver
dwenen ia Telkens en telkens opnieuw heb
ik dien persoon nauwkeurig waargenomen;
soms met belangstelling; argwaan; dan weer
geamuseerd over zyn vlijt en tenaciteit Ik
zag Edward Bok herig, als een zeer zelfstan
dig, krachtig individu, arbeidend en zwoe
gend. Soms juichte ik hem toe; dan weer cri-
tiseerde ik hem, precies zooals dat in de auto
biografie geschiedt Meen daarom niet, dat
ik mezelf grooter of gewichtiger voelde dan
deze Edward Bok; ik vond alleen dat hy an
ders was. Zyn smaak, zyn kyk op de dingen
en menschen, zyn manier van doen en het in
zich opnemen en verwerken van het gaande
en komende, verschillen in byna alles met
myn persoon."
Edward Bok heeft met het hoofdleider
schap van zyn tijdschrift drie jaar geleden
gebroken.
Hy ontving een der grootste salarissen, die
ooit aan een redaotiehoofd werd uitbetaald,
nL 100000 dollar per jaar. Zijn tijdschrift had
nimmer te voren zoo'n bloeityd gekend. Het
bezat een betaalde circulatie van 2 millioen
exemplaren per maand. In het laatste num
mer, dat onder zyn leiding -uitkwam, stond
voor één millioen dollar netto, aan adverten
ties, wat toen een record was. Edward Bok
was gezond en mankeerde niets. De directie
van de bekende Curtis Publishing Company
te Ehiladelphia, nam het ontslag van Bok
niet au serieux. Een jaar lang iag het op
haar tafel, zonder dat er notitie van geno
men werd. Maar Bok, die zyn afkomst uit
Helder niet vergeten kan, bleef by zijn be
sluit en gaf de positie op, waarvoor Mj een
kwarteeuw gewerkt had. Waarom eigeniyk?
Zuiver en alleen om volkomen1 vrij te zijn of
zooals hy het karakteristiek noemt „to play".
Sinds dien heeft hij ieder aanbod, om weer
aan het werk te gaan, afgeslagen. Uitgevers
boden hem méér dan 100000 dollar per jaar
aan. Hy weigerde zeggende: „Ik ben de pe
riode van salarissen te boven gekomen. Wat
ik thans nog onderneem, doe ik zonder sa
laris, uit eigen vrijen wil."
Van dezen man wordt gezegd, en algemeen
geloofd, dat hy gedurende zyn geheele loop
baan slechts het oog gericht hield op „winst
of geld maken". In alles wat hij ondernam
zag hy de kans om er göud uit te slaan; hy
Meld van geld eji geld maken; voor de rest
interesseerde hy zich slechts voor enkele din
gen. Zoo werd gezegd: zoo luidde het oor
deel....
Het geschriftje, dat Bok thans heeft
uitgegeven, werpt een eigenaardig licht
op zyn persoonlijkheid. De meest schit
terende aanbiedingen, die hem gedaan zijn
en nog steeds worden, wijst Mj van de hand;
hy wil „vrij" zyn. „Geen dag in ntijn leven
is gelukkiger geweest", zoo zeide hij, „dan
die waarop ik afscheid nam van mijn tyd-
schrift."
GEBOREN: Willem, z. v. H. Glim en T
Borst; Anna Pieternella, d. v. A. Dekker en'
O. J. C. Crum; Jolianna Agatha, d. v. J.
Smit en van A. M. Kroonenberg; Catharina
Marganetha, d. v. P. O. Blaauboer en van
ONDERTROUWD: Pieternella Voorthuy.
zen en Albert Oornedissen; Grietje Vau
Stipriaan en Jm Grin; Aaltje Niesse en Pi©.
ter Liefhebber.
GETROUWD: Marretje Bremer en Jan
Voorthuy zen; Jaooba Harthoorn en Coordt
Kostw
OVERLEDEN: ComeJls Bernardus van
Oorschot, oud 2 diagen.
Naast de bestaande reisgidsen voor spoor-
en tram ontbrak er een, waarin men alle ver.
dere dienstregelingen vindt, zooals: autobus
sen, stoombootverbindingen, viiegdlenst, enz.
Tn dit alles voorziet „Vonk's Reisgids", wel.'
ke van April af jaarlijks 4 maal zal verschy.
nen (t.w. April, Juli, October en Jan.) en-
waarvan tusschentydsche wyzigingen eeng
per maand in een maandeiyksoh suppi©.
ment zullen worden' medegedeeld. Behalve
deze dienstregelingen vindt men er nog an<
dere belangryke inlichtingen: een lyst van
secretarissen van plaatseiyke vereeni gingen
voor vreemdelingenverkeer, adressen van
reis- en informatiebureau!, voornaamste
consulaten en pasbureaux (met pryzen der
visa), enz. Het is een boekje, dat als aanvul-
ling naast de bestaande spoorweggidsen on
misbaar is, en de prijs is slechts 121/. eta
en komt dus niet in aanmerking voor het
reMmdget.
Reizende Hygiëne Tentoonstelling onder lei
ding van het Ned. Roode Kruis, in het
Gymnastieklokaal Emmastraat
Woensdag 0 MeL
Uitvoering (Soirée) v. d. IJsolub „Heit Noor
den". Casino 8 uur.
Zoo gaat het goed!
Wie volgt?
Naar aanleiding van de novelle „Koning
Doms en zijn Blauwe Zeeridders", door
Levy Grunwald, mocht ik nog ontvangen
van: L. B. te Amsterdam 10, G. S. te Am
sterdam 0.60, alsmede een postwissel groot
6 door B. L„ toegezonden aan den Burge
meester van Helder, den heer Houwing,
motto: voor de ridders beschreven door L.
Grunwald.
Met dank aan de gevers en met de vraag:
„Wie volgt?" zeg ik u, geachte redactie,
dank voor de verleende plaatsruimte.
LA LAU,
Penningmeester Doms Rykersfonds.
Breewaterstraat, Helder.
f 443.000 gekost, maar het bleek nu weer in
Dat het verwerken van zulk eene som een
aantal menschen naar de plaats onzer inwo
ning bracht en dat een belangryk deel van dat
nL o u Az% van 18 1858 tot 6 Aug.1862.
G. Schol ten van 13 April 1859 tot 16 Juli 1860.
U Herlaar van 1 Mei 1859 tot 16 Maart 1862.
G'lS61Q' BraamS Tan 14 Dec' 1869 tot 15 Juli
loö4.
löDO.