GEMENGD NIEUWS. UIT DE OUDE DOOS. H. Het tijdperk 1850—1860, dat wij boven dit hoofdstuk plaatsten, is behalve door zaken als boven vermeld, die handel en scheepvaart bevorderden, ook in een ander opzicht zeer belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de plaats onzer inwoning. Groote werken zijn in deze jaren tot stand gebracht, enorme som men zijn in dat tijdperk door het Gouverne ment besteed. Wij willen er achtereenvolgens eenige van vermelden. In 1825, dus twaalf jaar na het stichten van het fort Kijkduin, drie jaar na het bouwen van den vuurtoren, ontdekte men belangrijke lekken in het gebouw en bij onderzoek bleek, dat hier en daar de sluitmuren eenigszins van de aanrozeeringen afgeweken waren; dit ge brek werd in 1826 gedeeltelijk door voknetse- ling hersteld, doch men bepaalde zich slechts tot het volgieten der scheuren. Reed9 in het volgende jaar ontdekte men nieuwe gebre ken die zich m het vervolg van tijd hoe lan ger hoe meer vertoonden. In 1851 begon de toestand onrustbarend te worden, daar op een aantal plaatsen de scheuren tot 100, ja tot 130 150 millimeters te zien waren, 't Was een ontzettend moeilijk en kostbaar werk de mu ren van het gebouw te ondergraven en te on dervangen. De houten fondeeringplaten onder de verschillende muren moesten weggenomen en mét 'beton, zand en metselwerk aangevuld of ondervangen worden. Dit werk is in 1852 en -1863 niettegenstaande al de bezwaren tot Smokkelhandel. Een advocaat had aan een rijksveldwachter toegevoegd: „Loop naar den bliksem" en ver volgens: „Dat is 'n snotneuzenstreek". Hierop volgde een .strafzaak wegens beleediging, die werd doorgezet tot voor den Hoogen Raad. Aan de conclusie van den Advocaat-Gene raal mr. Tak voor den Hoogen Raad ontlee- nen wij „De Hooge Raad heeft terecht aangenomen, dat beleediging slechts dan voorligt, wanneer iemand in zijn karakter rechtstreeks wordt aangerand. Dit geschiedt indien men een amb tenaar minachtend verwijt zich aan een han deling als van een snotneus te hebben schuldig gemaakt, maar dit gebeurt niet, wanneer men dien ambtenaar krenkend naar een plaats wenscht, vanwaar hij niet licht zal weder komen. „Loop naar den bliksem" is, evenals „loop naar_ de maan" of, gelet op (le verkregen com municatie met die planeet, „loop naar de Mars", eene verwensching, een minder aangenaam uitgedrukt verlangen naar een snel komend scheidingsuur, echter geen beleediging en de ambtenaar, wien het geldt, wordt daardoor niet in zijn eer aangetast. Het wil mjj derhalve voorkomen, dat ten onrechte het verzoek om naar den bliksem te loopen als beleediging is aangemerkt en dat requirant deswege zal moeten worden ontsla gen van alle rechtsvervolging, met een even redige vermindering der strafmaat voor het overblijvende." Conclusie was ontslag van rechtsvervolging stand gebracht door de heeren Gebroeders Janzen, aannemers te Helder. Het spreekt vanzelf, dat zulk een omvang rijk werk vele handen vereischte en dat daar door ook vele werklieden brood vonden. Dit werk was echter slechts het voorspel van het geen nog zoude volgen. Het bouwen van eene kazerne voor de infanterie in 't fort Erfprins, die door den heer Kooi, aannemer te Amster dam, voor ruim 100.000 werd aangenomen en gebouwd, het versterken en het maken van een ringmuur om de batterij Kaaphoofd, welke werken mede in 1853 en 1854 plaats hadden, gaf in het westelijk deel der gemeen te veel vertier. Van meer belang echter was het, wat op het gebied der publieke werken in het OQStelyk deel der gemeente plaatsgreep. De koopvaarders schutsluis, tusschen de haven 't Nieuwe Diep en het Noord-Hol- landsch Kanaal gelegen, was in vervallen en slechten staat en voldeed, wat de afmeting betrof, niet meer aan de eischen des tijds. Sedert haren bouw, 1824, waren successie velijk veel grootere schepen in de vaart ge komen. De daarstelling eener betere schut sluis, eene van veel grootere afmeting, was dringend noodzakelijk geworden, waarom dan ook tot het maken van een nieuwe sluis, niet ver van'de bestaande, werd besloten. Onder oppertoezicht van den ingenieur bij den Wa terstaat J. Strootman en 't bestuur van den hoofdopzichter Jb. Keijzer werd dit kolossale werk tot stand gebracht. De aannemers de heeren Visser van Sliedrecht, kweten zich op uitmuntende wijze van hunne taak, die eerst na verloop van een drietal jaren werd vol bracht. Na het voltooien van de nieuwe schut sluis is de oude geamoveerd en de opening daarna gedempt. voor „loop naar den bliksem" en ƒ80 boete voor „dat is een snotneuzenstreek". De Algemeene Nederlandsohe Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer zendt ons haar nieuwste uifgave toe, een keurig boekje, be stemd voor het Nederlandsch publiek. Het is getiteld: „Watertochtjes in Nederland" en is een veel verbeterde herdruk van het eeni'ge jaren geleden verschenen boekje: „Stoomboot- gids voor Nederland". Het boekje vertelt van de wonderlijke beko ring van tochten per stoomboot, welke de ge legenheid bieden ons eigen land eens van een geheel anderen eri mooieren kant, dan uit spoortreinen, uiit auto's of van rijwielen te zien. En daarbiji zyn watertochtjes over het geheel goedkoop. Waarom er dan zoo weinig gebruik van wordt gemaakt? Wellicht omdat velen nog onbekend zjjn met de vele diensten te water in ons land. Aan deze onbekendheid heeft de A. N. V. V. een einde willen maken. De ontvangst, welke de eerste gids genoot, heeft de vereeniging de zekerheid gegeven, dat de uitgave in een be hoefte voorziet. Het -boekje is verlucht met tal van illustraties derland van de waterwegen in Ne- In de mail-editie van de „Times of India" staat een artikel van den leider der Britsche Boeddhistische Missie, den heer O. O. Knight: „In forbidden Tibet". Hy wyst daarin met name op het vóórkomen van polygamie in de eene, van polyandrie in de andere streek, z-yn er in een dorp meer mannen dan vrou wen, dan heerscht daar polyandrie, en is de verhouding omgekeerd, dan treft men, er polv- aan\D® Tibetanen zijn er bltfkbaar niet toe geneigd zich'vrouwen te zoeken, de Tibe- taansche meisjes ongezind met mannen genoe gen te nemen uit een ander gebied, zelfs in geval dat and-ere gebied niet meer dan enkele tSiderd }L0IMte™ T,bUn 6igen woonplaats tTwl i£\Men m hokvast, en van de naas- ?0J^ s raen "«"welijks meer dan den naam hunner woonplaats. De leider der missie vond den gezondheids en het toestand bij de Tibetanen opmerkeiyk goed hy schryft dit toe aan hun gewoonten zich lichaam met vet in te smeren, waarmee ze zich zelf zoowel vrijwaren voor vuil als voor koude. Van wasschen komt niet veel in een over wegend1 koud land als Tibet Is; maar het vet is zeer dienstig voor de huid en schijnt verschil lende ziekten te voorkomen. Hoe belangrijk dit werk moet geacht wor den, beteekende het zeer weinig by hetgeen volgen zou. wy bedoelen de dokwerken op 's Rykswerf, waarvan de werkzaamheden in Maart 1857 aanvingen en eerst in 1866 geheel eindigden. Gaan wij in korte trekken den gang dier werkzaamheden na. Het oude droogdok op het Etablissement Willemsoord, naar de plannen van den Inspec teur-generaal Blanken gebouwd, van 1816 tot 1821, had gedurende een reeks van jaren aan de Marine belangryke diensten bewezen. Het was in Juli 1822 door het dokken van het linieschip Willem I, in dienst gesteld en se dert dat tydstip tot 1849 waren er 120 sche pen in gedokt. Toen deden zich aan dit werk belangryke gebreken op, die wel werden her steld, maar op onvoldoende wyze, zoodat het een geruimen tijd onbruikbaar bleef en zich de behoefte zeer deed gevoelen aan een nieuw droogdok, dat tevens door meerdere lengte zou kunnen voorzien in de behoefte om ook vaar tuigen van grootere afmeting te kunnen na- zién en herstellen. Onder het bestuur van den Minister van Marine Lotsy, begon dit kolossale werk, dat aan den lande eene som van 1.823.884 heeft gekost. Aan den bij het Departement van Marine tydelyk in dienst gestelden ingenieur van den Waterstaat J. Strootman, werd het dagelyksch beheer over de dokwerken opge dragen, terwyl de Hoofd-Ingenieur in Noord- Holland J. G. van Gendt, voorzitter der dok commissie, belast werd met de algemeene directie en de leiding over de uitvoering. Als hoofdopzichter by dit werk werd de by het Departement van Marine tydeiyk in dienst gestelden oprichter van den Water staat H. T. Weehulzen geplaatst. Deze ver- UIT DEN OMTREK. Burgeriyke Stand van Annu-Paulowna. Dekker Nieuwe Uitgave. VERGADERINGEN, VERMAKELIJK- HEDEN, ENZ. De met een gemerkte vereenlglngen ga ven zich by mevr. Teune op. (Telef. no. 20). Van 2—10 MeL INGEZONDEN. dienstelijke man mocht de voltooiing van de dokwerken niet beleven. Hij overleed 14 Aiig. 1862 en werd .in die betrekking opgevolgd eerst door J. G. v. Niftrik en later toen deze tot ingenieur der gemeente Amsterdam be noemd werd, door W. Kok, beide Oprichters van den Waterstaat alhier. Dit werk is door de heeren Visser Oo. aangenomen en uitgevoerd. Tijdens den bouw van het nieuwe, heeft men onder dezelfde directie de herstelling van het oude droge dok ondernomen, met dat gunstig gevolg, dat het in 1861 geheel gereed was. In Oct. van dit jaar, werd het oorlogs- stoomschip „Admiraal van Wassenaer" er in gebracht. Wel had dit werk eene som van zeer goeden staat te zijn en 't was bovendien voor on-ze, Marine hoog noodig, niet alleen om gebruikt te worden tijdens den bouw, maar ook na de voltooiing van het nieu.we, tegelijk met dit. Tot de dokwerken bovengenoemd moeten nog de volgende werken gerekend worden: 1. Het bouwen van eene keersluis. 2. Hét uitbaggeren, enz. van het bestaande natte dok. 4. Het verbeteren der Maritieme Binnen- 3. Het maken van een dokkanaal, haven. 5. Het Dokstoomwerktuig. 6. De zeedoksluis. 7. De draaibrug daarover. Voor al deze werken is van 1857—1866 eene som op de staatsbegrooting gebracht van 3.440.903.67. J POST- EN TELEGRAAFKANTOOR Het hoofd- en bykantoor der posterijen is geopend "van 's morgens 7.30 u. tot 's avonds 7.30 u. De telegraaf, gevestigd in het hoofd kantoor, tot 's avonds 9 uur. De kantooruren zyn: a. Voor de frankeering, het debiet van postwaarden en de aanneming en afgifte van aangeteekende stukken, dagelyks van 7.80 u. v.m.7,80 tvttt. en Zaterdags van 7.30 u. v-tti.6.u. n.m. De aanneming van aan geteekende stukken, waarvan geen expresse- bestelling wordt verlangd, heeft Zaterdags tot 3 u. mm. plaats. b. Voor den dienst der postwissels, qultan- tiën en rijksverzekeringbank van 8.80 u. vjeu8 u. mm. a Voor den dienst der Rykspostspaarbank van 9 u. vjm.—7.80 u. njm Zaterdags van 9.— u. v.m.—6 u. mm. d. Voor den dienst der pakketpost van 7.80 u. v.m.7.80 m mm. Zaterdags van 7.80 u. vjm6.n.m. e. Voor den postcheque- en girodienst van 8.80 vjn.8 u. mm. De lichting der stadsbrievenbussen heeft plaats des v.m. 8.80 m en 8J.5 u. 'a namiddags 1.60 u. en 5.10 u. en 's avonds 9.80 u. Boven dien gescMedt 10 minuten voor het vertrek van iederen posttrein een lichting van de op het station geplaatste bus. De brievenbussen zyn respectievelijk ge plaatst aan de Javastraat, Brakkeveldweg, Stakmanbossestraat, Binnenhaven, Zuldstr., Ankerpark, Buitenhaven, Kruisweg, Molen straat, Keizerstraat, Piet Heinstraat, Lange- straat, Dykstraat en Schagenstraat. J MARKTBERICHTEN. Schaserm&rkt van Donderdag 9 Mei 192S. 7 stieren 200400; 115 geldekoeien mM- 200—425 83 idem vette 276—560 90 kali koeten 250-680; 60 pinken 125-200'; M nuchtere kalveren 12—26; 180 oveihnuUr» 88—68; 169 lammeren 16—81.60; 9 bokken en geiten; 2 varkens mag. 40; 83 idem vetU K.G. 0.76-0.86; 64 biggen 25-38; 37 kip pen 1—8; 16 eenden 1—1.50; 218 K.G. bot« p. K.G. 1.00-1.80; 9384 kipeloren p. 100 4.50 —5.50; 8287 eendeieren p. 100 ƒ4.90» haantjes 0.25—1. kapitaal hier verteerd werd, behoeft nauwe- ïyks vermeld te worden. Wy Melden ons betrekkeiyk lang op by de vermelding van deze werken, omdat zy mede het hunne hebben bygedragen tot de ontwik keling onzer woonplaats in dit tydperk en om dat de voltooiing er van, van zulk een over wegend belang was voor den Helder. Dat by de uitvoering van zulke werken een aantal be kwame mannen noodig waren bewijst de lijst vande heeren die als buitengewone opzichters bij de dokwerken in dienst rijn geweest. H. van Egmond van den 4 Juni 1857 tot 31 Juli 1857. P. Visser van 3 Sept. 1857 tot 1 Juli 1866. V J' Henkelman van 15 Sept. 1857 tot 2< Jan. 1858. 'li H$blom van 16 SePt-1857 tot 19 Dec. 1867. M. Maarschalkerweerd van 1 Mrt. 1858 tot 31 Oct. 1860. ?V V' dJ Idnde van 1 Junl 1858 tot 12 Jan. 1863. 7'tt ^egt van 8 Juni 1858 tot 1 Juli 1863. r. J. Hofman van 8 Juni 1858 tot 1 April 1861. v- d. Burgh van 16 Mei 1869 tot 16 Maart 1862. p-B. Weehuizen van 1 April 1862 tot 1 Oct. 1864. H- H. Weehuizen van 1 Dec. 1862 tot 1 Oct. R de Lange van 1 Febr. 1868 tot 1 Maart 1864. Weehui*en van 1 Jan. 1805 tot 1 J"11 G-lJ- ?terr van 15 April 1866 tot 1 Juli 1888- J (Wordt vervolgd). TUKKEN. Eiken dag kun je ze aan den buitenkant bezig zien met „tukken". Vooral met den aohtervloed en de vooreb sdhijnt 't daarvoor de geschiktste gelegen heid te zijn. Men beweert, dat het water dan wat meer tot rust is gekomen en daardoor zich beter leent tot het verschalken van allerlei zeegedierte, dat op den havenbodem zich tegoed doet aan het velerlei voedsel, dat daar groeit en tiert. Dan zie je de jongens op vlotten en pra men en op de steigers bezig met hun touw- snoeren, waaraan ze de hoeken hebben be vestigd en het stukje lood, dat het geheele stel tot den .bodem moet brengen. Met 'behendigheid zwieren ze het snoer uit, zoover als het maar eenigszins kan, palmen dan weer zooveel touw in, dat het snoer strak staat en nu houden ze dat tus- schen duim en vinger. Zoodra een vischje of welk gedierte ook gaat sabbelen aan het piertje, dat om den hoek geschoven zit, planten de rukbewe- ginkjes zich langs het touw voort en treffen de fijne snaren in duim en vinger van den „tukker". Met een ruk haalt hij op, de hoek dringt door het piertje en in den bek van het argelooze vischje en spartelend en klap perend ligt het weldra op vlot of steiger. Dat is een animeerend werkje voor de jongens, vooral als er wat vangst is en dat is er meestentijds. Veelal zijn het scharretjes, die omhoog gehaald worden. Vaak ook zijn het puikaal- tjes, die door den een als minderwaardig gespuis dadelijk weer aan hun element worden prijsgegeven, door anderen daaren tegen zorgvuldig in het netje of het linnen zakje worden gepakt. Een gulletje is een lang niet te versmaden buit, doch als zich een krab de weelde heeft vroorloofd aan des tukkers piertje te gaan sabbelen, dan wee zijn gebeente. De krab is een zee bewoner, die door alle visschen en door de tukkers in het bijzonder met min achting en met wraakgierigheid worden behandeld. Voor de krab bestaat geen par don en sneven moet hij. Met fanatiek geduld kunnen de tukkers op hetzelfde plekje tijden lang bezig zijn. Is het altijd pure zucht tot visschen en vischversohalken, dat hen daarbij drijft of is het ook het intens genot van buiten te zijn, dat hen zooveel geduid doet beoefenen! [Het is misschien1 zoowiel het een als het ander. Heerlijk toch kan het daar aan den bui terkant zijh, als de zon al ver ter kimme is gedaald, na den geheelen dag haar heer lijk koesterende stralen te hebben uitge zonden. Als de wind dan is gaan liggen en het water vlak in de haven nauwelijks wordt beroerd. Dan te droomen op zoo'n vlotje en tevens wat afleiding zoekend met visschen. Er kan dan zoo'n heerlijke goudklatering zijn op ruiten en masten en stagen der schepende geluiden' dringen van zoo verre tot je door. Van hoog uit den mast van de Heemskerck uit het kraaiennest klonk op een avond zoo klaar etn duidelijk den roep van den uit kijk: „zeilschip de haven uit" En je gedachten1 gingen uit naar dien peet van dat schip, toen hij koerste naar No-va- Zembla en er vanuit het kraaiennest van zijn schip werd geroepen: „open water te loe- vert." Maar daaraan1 dacht wellicht menigeen niet. Doch zijn de namen aan de schepen niet gegeven om somwijlen even stil te staan bij hetgeen die vernoemden hebben gewrocht? Dat is de droomerij van het vlotje. Behalve die categorie zijn er ook, die uit sluitend trekken om het vischgenot en daar voor trotseeren ze alle weer en wind. Geen regenbuien en ,geen windstooten kunnen hen verdrijven. Al zijn ze tot op hun huid doorweekt, vis schen blijven ze, net zoolang tot ze een „braadje" bij elkaar hebben. Soms heeft vader „trekker" zijn kroost mee genomen om hem behulpzaam te zijn de vischjes op te bergen; nu en dan zie je zelfs de wederhelft, die eens poolshoogte komt ne men. De „hanzen" onder de tukkers zijn die met een scharhoepel. Daaraan zit meer kapitaal en voor elke jongenSbeurs is zoo'n scharhoe- pel nog niet een bereikbaar bezit. De risen aas voor den scharhoepel zijn in dien haringtijd voor het grijpen en menig scharretje en gulletje wordt in dien tijd uit de haven opgediept. Die buitenkant is voor o, zoovelen een bron van genot. Daar slijten ze een groot deel van hun vrijen tijd; daar vinden ze bevrediging "en vreugde. Daar drinken ze met wellust de ziltige luohtstroomen in en daar stalen ze zich voor het verdere leven. Wat de moeders daarvan zeggen! Als zoontjelief thuis komt met een, paar natte kousen en met een teerplakkaat op zijn pantalon, als zijn vingers en zijn haren vol zitten met haringschubben; als zijn schoenen wit beplekt zijn van het opgedroogde zee water! Ja, als moeder daarvan bang is, laait ze dan haar kroost onder een glazen stolpje zetten, of ten minste laat nes haar jongens niet gaan laten tukken. Robinson. Helder 1850—1860. Dranksmokkelaars. De douaneboot „Zeemeeuw" heeft te Ter schelling binnengebracht de A. K. 203, die in de Terachellinger gronden werd aange houden, omdat de kommiezen (door hun reukorganen gewaarschuwd) spiritualiën aan boord vermoeden. Bij onderzoek bleek dat in de ijsvaten van het schip tien vaten alko- holspiritus was verborgen benevens eenige flesschen oognac en rum; alles te zaam een belastbare waarde van 6000. De U. K. kwam van Helgoland en al spoedig bleek, dat de schipper deze smokkelwaar vervoerde voor een handelaar uit Winschoten, die zelf ook aan boord was en de zaak aanvankelijk van zijn schouders wentelde doordien hij Duitsch poogde te spreken. Hij had den schipper 500 voor het vrachtje toegezegd. De U. K. ligt in de haven van Terschel ling, van een goed slot voorzien. (Hbld.) In den laatstemtijd werdén enorme hoe veelheden Persil, een waschmiiddel, van over de Duitsche grenzen hier te lande binnenge smokkeld, totdat het, einde vorige week ge lukt is de voornaamste smokkelaars te ont dekken. Een aantal wagons, ter waarde van niet minder dan 143 millioen Mark, werd door de doaune-ambtenaren te Weener bij Nieuwe Schans, in beslag genomen en de heele zending ten gunste van het Rijk ver beurd Verklaard. Er werden van de bij dezen smokkelhandel vermoedelijk betrokken zes acht personen, Duitschers en Hollanders, op staanden voet twee gearresteerd, terwijl men nog tracht de overigen te achterhalen. Natte geschiedenis. Gistermiddag ging te Culemborg een mo torfiets en- zijspan met twee dames en een heer met de gierpont over de Lek. Bij het uitrijden aan de overzijde ging het rijwiel plotseling achteruit en kwam alles in het wa ter terecht. Ben der dames wist zich zelf nog intijds te redden. De andere dame en heer moest men met moeite redden. De motorfiets werd later opgehaald. Gespleten bankbiljetten. Bij de politie te Maastricht is weder een bankbiljet van 10 gedeponeerd, dat door een winkelier daar ter stede van een onbe kende in betaling was aangenomen. Het is echter slechts de helft van een bankbiljet, ml. de voorzijde. Blijkbaar kunnen deze bankbiljetten, door de minderwaardige kwa liteit papier, die voor de vervaardiging is ge bruikt, in twee helft, voor- en achterzijde, gespleten worden, vooral wanneer zij van te voren worden nat gemaakt. Daar mien vermoedt dat er meer van deze geschonden bankbiljetten in omloop zijn, verdient het aanbeveling geen „opgevouwen" bankbiljetten in betaling aan te nemen. „Loop naar den bliksem." Een afschuwelijk ongeluk. Een V. D.-boricht uiit Parijs meldt dat mevr. Esoair L. Richard, de echtgenoot© van eem New Yorkschen bainkier, Zondagmorgen werd gedood, doordat zij in den liftkoker van een hotel aam de Ohamps Elyséea viel. Mevr. Richard, die den liftjongen een boodschap had laten doen, had onderwijl geprobeerd de lift zelf in werking te stellen, doch drukte daarbij op een verkeerden knop. Door den plotselingen schok viel zij uit de lift in den liftkoker. Zij viel bijna voor de voeten van haar echtgenoot en haar broeder, kolonel Littaner, die vóór haar naar bene den waren gegaan. Door den val was zij on middellijk dood. Watertochtjes In Nederland. De bevolking van Frankrijk. Wfl hebben onlangs eenige cijfers meege deeld uit de statistiek van de nataliteit in Frankrijk over het jaar 1922. Treurige c? fors, zooals men zich zal herinneren. Hei; aantal geboorten overtreft dat der sterfge vallen slechts met 70.579! In vier-en-deitig teit aantal sterfgevallen grooter dan dait der geboorten. De officieuze Petit Parisien bevat naar aanleiding van Frankryk's zwakke nataliteit een alaxmeerend artikel. Men had gehoont blad, dat het land uit den oorlog de groote les getrokken had en dat het had grepen, dat de voornaamste oorzaak van Duitschland s aanval op Frankrijk in 1914 het van jaar tot jaar toenemend verschil tus schen het zielen-aantal in Frankrijk en dat by onzen geweldigen buurman geweest is. Frankrijk en Duitschland hadden in 1871 bii even groot grondgebied evenveel inwoners ml. ongeveer 40 millioen. Drie-en-veertig jmir later in 1914, heeft Frankrijk nog steeds dat aantal, Duitschland 67 millioen. Dat men niet ergens anders de dliepe oorzaak van den overval zoeke! Frankrijk leek zoo een ge- makkehjke prooi. En inderdaad, zegt de i eert Parisien, wat zouden wij, zonder den steun van zooveel bondgenooten en niet tegenstaande de dapperheid van onze solda- ••n 06It-\ va^ &1111 chefs, geworden u.^Teede les van 19l4> vervolgt het blad schijnt vergeefsch te zijn, want de op zettelijke beperking der geboorten houdt aan, sterker dan vóór den oorlog. van haar artikel'schrijft de Petit Parisien: Over dertig jaar zal ons bevolkingscijfer nog altyd om en bij de veertig millioen rijn fn Duitschiand, waarvan het grondgebied toch kleiner is geworden zal van 62 tot 80 milioen gestegen zijn. Wanneer wij niet be sluiten groote financieele en andere midde len toe te passen, die de kwaal, die ons ver teert, kunnen beperken, dan staat het helaas te vreezen, dat onze overwinning slechts een overwinning zonder toekomst is! Uit Tibet Nog Iets over Edward Bok. De lezers der Held. Crt herinneren zich ongetwijfeld de persoon van Edivard Box van wiens auto-biografisch boek „the Amen- caniization of Edward Bok" wy een paar hoofdstukken in vertaling opnamen. Hy is een Heldersche jongen, die reeds vroeg naar de Vereemdgde Staten vertrok en daar als hoofdredacteur van het grootste Amerikaan- sche damestijdschrift, „Ladies Home Jour nal" een ongekende populariteit geniet In een tweede boekje, waarin hy van zy'n veranderde levensinzichten kennis geeft vertelt hy waarom' ,hy voor zyn auto-bio- graphie den derden persoon gebruikt in stede van den1 eersten. „Deze methode ontstond1 zeer natuuriyk, omdat ik hier Edward Bok, de hoofdredac teur en uitgever, objectief behandelde; een persoonlijkheid die thans uit mijn leven ver dwenen ia Telkens en telkens opnieuw heb ik dien persoon nauwkeurig waargenomen; soms met belangstelling; argwaan; dan weer geamuseerd over zyn vlijt en tenaciteit Ik zag Edward Bok herig, als een zeer zelfstan dig, krachtig individu, arbeidend en zwoe gend. Soms juichte ik hem toe; dan weer cri- tiseerde ik hem, precies zooals dat in de auto biografie geschiedt Meen daarom niet, dat ik mezelf grooter of gewichtiger voelde dan deze Edward Bok; ik vond alleen dat hy an ders was. Zyn smaak, zyn kyk op de dingen en menschen, zyn manier van doen en het in zich opnemen en verwerken van het gaande en komende, verschillen in byna alles met myn persoon." Edward Bok heeft met het hoofdleider schap van zyn tijdschrift drie jaar geleden gebroken. Hy ontving een der grootste salarissen, die ooit aan een redaotiehoofd werd uitbetaald, nL 100000 dollar per jaar. Zijn tijdschrift had nimmer te voren zoo'n bloeityd gekend. Het bezat een betaalde circulatie van 2 millioen exemplaren per maand. In het laatste num mer, dat onder zyn leiding -uitkwam, stond voor één millioen dollar netto, aan adverten ties, wat toen een record was. Edward Bok was gezond en mankeerde niets. De directie van de bekende Curtis Publishing Company te Ehiladelphia, nam het ontslag van Bok niet au serieux. Een jaar lang iag het op haar tafel, zonder dat er notitie van geno men werd. Maar Bok, die zyn afkomst uit Helder niet vergeten kan, bleef by zijn be sluit en gaf de positie op, waarvoor Mj een kwarteeuw gewerkt had. Waarom eigeniyk? Zuiver en alleen om volkomen1 vrij te zijn of zooals hy het karakteristiek noemt „to play". Sinds dien heeft hij ieder aanbod, om weer aan het werk te gaan, afgeslagen. Uitgevers boden hem méér dan 100000 dollar per jaar aan. Hy weigerde zeggende: „Ik ben de pe riode van salarissen te boven gekomen. Wat ik thans nog onderneem, doe ik zonder sa laris, uit eigen vrijen wil." Van dezen man wordt gezegd, en algemeen geloofd, dat hy gedurende zyn geheele loop baan slechts het oog gericht hield op „winst of geld maken". In alles wat hij ondernam zag hy de kans om er göud uit te slaan; hy Meld van geld eji geld maken; voor de rest interesseerde hy zich slechts voor enkele din gen. Zoo werd gezegd: zoo luidde het oor deel.... Het geschriftje, dat Bok thans heeft uitgegeven, werpt een eigenaardig licht op zyn persoonlijkheid. De meest schit terende aanbiedingen, die hem gedaan zijn en nog steeds worden, wijst Mj van de hand; hy wil „vrij" zyn. „Geen dag in ntijn leven is gelukkiger geweest", zoo zeide hij, „dan die waarop ik afscheid nam van mijn tyd- schrift." GEBOREN: Willem, z. v. H. Glim en T Borst; Anna Pieternella, d. v. A. Dekker en' O. J. C. Crum; Jolianna Agatha, d. v. J. Smit en van A. M. Kroonenberg; Catharina Marganetha, d. v. P. O. Blaauboer en van ONDERTROUWD: Pieternella Voorthuy. zen en Albert Oornedissen; Grietje Vau Stipriaan en Jm Grin; Aaltje Niesse en Pi©. ter Liefhebber. GETROUWD: Marretje Bremer en Jan Voorthuy zen; Jaooba Harthoorn en Coordt Kostw OVERLEDEN: ComeJls Bernardus van Oorschot, oud 2 diagen. Naast de bestaande reisgidsen voor spoor- en tram ontbrak er een, waarin men alle ver. dere dienstregelingen vindt, zooals: autobus sen, stoombootverbindingen, viiegdlenst, enz. Tn dit alles voorziet „Vonk's Reisgids", wel.' ke van April af jaarlijks 4 maal zal verschy. nen (t.w. April, Juli, October en Jan.) en- waarvan tusschentydsche wyzigingen eeng per maand in een maandeiyksoh suppi©. ment zullen worden' medegedeeld. Behalve deze dienstregelingen vindt men er nog an< dere belangryke inlichtingen: een lyst van secretarissen van plaatseiyke vereeni gingen voor vreemdelingenverkeer, adressen van reis- en informatiebureau!, voornaamste consulaten en pasbureaux (met pryzen der visa), enz. Het is een boekje, dat als aanvul- ling naast de bestaande spoorweggidsen on misbaar is, en de prijs is slechts 121/. eta en komt dus niet in aanmerking voor het reMmdget. Reizende Hygiëne Tentoonstelling onder lei ding van het Ned. Roode Kruis, in het Gymnastieklokaal Emmastraat Woensdag 0 MeL Uitvoering (Soirée) v. d. IJsolub „Heit Noor den". Casino 8 uur. Zoo gaat het goed! Wie volgt? Naar aanleiding van de novelle „Koning Doms en zijn Blauwe Zeeridders", door Levy Grunwald, mocht ik nog ontvangen van: L. B. te Amsterdam 10, G. S. te Am sterdam 0.60, alsmede een postwissel groot 6 door B. L„ toegezonden aan den Burge meester van Helder, den heer Houwing, motto: voor de ridders beschreven door L. Grunwald. Met dank aan de gevers en met de vraag: „Wie volgt?" zeg ik u, geachte redactie, dank voor de verleende plaatsruimte. LA LAU, Penningmeester Doms Rykersfonds. Breewaterstraat, Helder. f 443.000 gekost, maar het bleek nu weer in Dat het verwerken van zulk eene som een aantal menschen naar de plaats onzer inwo ning bracht en dat een belangryk deel van dat nL o u Az% van 18 1858 tot 6 Aug.1862. G. Schol ten van 13 April 1859 tot 16 Juli 1860. U Herlaar van 1 Mei 1859 tot 16 Maart 1862. G'lS61Q' BraamS Tan 14 Dec' 1869 tot 15 Juli loö4. löDO.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 2