JOLKnepjassen HERMAN NYPELS, alléén POLEN. Maatregelen tegen de communisten. RUSLAND. De zaak-Tlchon. Nog meer arrestaties. Het Japansche antwoord op de Duitsche nota VEREENIGDE STATEN. Hotsprings verwoest TURKIJE. Enver pasja nog in leven? KORTE BERICHTEN. Gemeenteraad van Helder, Ingezonden Mededeeüng. De voor Hoeren en Jongeheeren, zijn verkrijgbaar bij HELDER. LEVERING ONDER GARANTIE. n 7 w r t Het College heeft reeds in Meerderheid heV Verzoek beslist. p wtrd'h"" SSTS SSJÏÏ8& k'"f kh<»-£8 uhPwinendaard00r h°'"k,d'n """hSTd™ de behandeling voortgezet van het rapport van Vandervelde over het oongrea te Ham burg. Tal van sprekers hebben zich ver- eeni-gd met de conclusies van Vandervelde inzake de door Duitschland aan te bieden vergoeding. De aanbiedingen van Duitsch land -worden onaannemelijk geacht omdat zij onvoldoende zijn en de waarborgen, die men verwachtte zijn niet aangeboden. Uit Warschau wordt gemeld, dat de politie Maandagnacht het gebouw omsingelde, waar een door gedelegeerden uit het geheele land bezocht communistisch congres werd gehou den en arresteerde alle afgevaardigden. Tevens zijn te Warschau en omgeving een aantal huiszoekingen gedaan, waarbij naar verluidt belangrijke bescheiden en namen lijsten in handen der politieke politie zijn ge vallen. Volgens de „Russpress" hebben de sov jet-autoriteiten den aartsbisschop Michael van Kiejef wegens zijn welwillende houding jegens patriarch Tichon gearresteerd' en naar Moskou gevoerd. Tegelijkertijd zijn nog meer geestelijken, aanhangers van Tichon, aangehouden. Ini de Japansche antwoord-nota op de Duit sche nota wordt verklaard, dat Japan zijn goedkeuring niet kan hechten aan het plan inzake de betaling der schadevergoeding en den levendigen wensch uitspreekt, dat Duitschland het noodige zal doen ten einde een snelle en vriendschappelijke regeling te bevorderen van het geheele vraagstuk der schadevergoedingen! op billijken grondslag. Het bekende vacantie-oord Hotsprings in Arkamsas is door brand en overstrooming verwoest. Een woeste stroom van vier tot negen voet diep snelde door de hoofdstraat, vernielde winkels en voerde de koopwaren mede. De eerste berichten nopens het aantal slachtoffers loopen uiteen van 17 tot 60. Door het Inslaan van d'en bliksem ontstond brand in het Grand Rapids-hoteL De vlammen ver spreidden zich over de zakenwijk. Tal van personen kwamen in1 de vlammen om. Volgens berichten uit Konstantinopel loo- pen daar geruchten, dat Enver Pasja niet gestorven is, doch integendeel opnieuw doende is om verschillende Indische stam men op te wekken- tot -een oorlog tegen Rus land. Zoo moet hij op het oogenblik met Afghanistan onderhandelen over -een ver drag. De draadlooze dienst te Kristiania meldt officieel dat de Koning van Noorwegen op 8 Juni den koning van'België een bezoek te Brussel zal brengen. Een Oostenrijksche luchtvaart-maatschap pij heeft vandaag een vliegdienst tusschen Weenen en Munchen geopend. Bij dezen dienst zal een dienst WeenenBoedapest aansluiten. gehouden op Dinsdag 15 Mei 1923. Afwezig met kennisgeving de heer Baak. De Ingekomen Stukken: a. Uittreksel uit het Koninklijk Besluit d.d. 7 April 1923, No. 8, houdende goedkeuring op het Raadsbesluit tot vaststelling eener verordening op de heffing van schoolgelden voor den Fran- sch,en cursus; b. Dankbetuiging van den Duitschen Consul- Generaal in verband met 'het Raadsbesluit van 24 April j.1. tot onderhoud van gemeentewege van de Duitsche graven, aanwezig op de Algemeene Begraafplaats; c. Verdagings-besluit djd. 11 April 1923, No. IS, inzake aankoop van gronden, benoodigd voor de verbreeding van de Javastraat; d. Dankbetuiging van het bestuur der Afdee- ling_ Helder van de Vereeniging „Het Witte Kruis" voor het aan de Afdeeling toegekende ver hoogde subsidie. e. Missive van Geld. Staten d.d. 2 Mei 1923, No. 47, houdende het bericht van goedkeuring op het Raadsbesluit d.d. 24 April j.1. tot het doen van uitgaven uit den post voor „Onvoorziene uitgaven", dienst 1922. f. Besluit van den Minister van Arbeid, Han del en Nijverheid, d.d. 3 Mei j.1., No. 743, N. Afd. V nopens het overdragen van de eigendommen, enz. der ontbonden woningbouwverenigingen „Vereeniging voor Volkshuisvesting „Helder" en „Algemeen Belang" aan de Woningstichting; worden voor kennisgeving aangenomen. Gemeentewerken. Voorstel om den titel „Gemeente-Bouwmees ter" te veranderen in „Directeur van Gemeente werken". Held. Crt. 12 Mei. Aangenomen. Toegang Anemonenstraat. Voorstel tot verbreeding van den toegang der Anemonenstraat. Held. Crt. 15 Mei. Wordt op voorstel van -het College aangehou den en om prae-advies naar de Commi-ssie voor Publieke Werken gezonden. Huisduinen. Voorstel tot overneming van Rijksgronden te Huisduinen. Held. Crt. 12 Mei. Aangenomen. Onderwijs. Voorstel tot benoeming van een onderwijzer aan de O. L. School No. 12; voorgedragen wordt E. Ligteringen alhier. Benoemd. Onderwijs. Voorstel tot benoeming van een onderwijzeres aan de O. L. School No. 1; voorgedragen worden: 1. Mej. M. E. van der Kaaij te Groote Lindt. 2. M. van Essen te Marken-Binnen. 3. M. H. Banning te 's-Graverchage. Benoemd wordt Mejuffrouw M. E. van der Kaaij met algemeene stemmen. Beide benoemingen gaan met 14 Mei in. Grondbedrijf. Aanbieding van het schattingsrapport van de gronden, opgenomen in het Grondbedrijf. Held. Crt. 12 Mei. De heer Grunwald vindt het zeer juist de groep „Donkere Duinen' voortaan ten laste van het bedrijf der Waterleiding te brengen (hoewel hiervan geen voorstel was gemaakt, was in over weging gegeven door de Schattingscommissie door het Waterleidingbedrijf hiervoor een jaar- lijksche recognitie van f 1000 te doen betalen we gens de draineerleiding in de Donkere Duinen, met welk denkbeeld B. en W. zich konden ver eenigen). Daarentegen vindt de heer Bok het bezwaar lijk nogmaals het Waterleidingbedrijf met deze som te belasten, hoezeer ,bet misschien boekhoud kundig juist moge zijn. De Voorzitter merkt op, dat de kwestie later in den Raad komt; de bedoeling van van avond is de Donkere Duinen aan het Grondbe drijf te onttrekken. De heer De Zwart zet uiteen, dat de heer Bok zich vergist; zooals het voorstel thans is, komen de kosten der D. D. rechtstreeks voor rekening der gemeente, -en wanneer een ander bedrijf daarvan profiteert, zooals in casu, moet dat daarvoor f 1000 in de gewone exploitatie bij dragen. Administratieve moeilijkheden, die de heer Bok voorzag, geeft deze regeling niet. Bij de gewone waterleidingtarieven voor 1922 heeft dit bedrijf reeds winst opgeleverd, hoewel op ver lies was gerekend, en dit in weerwil van de aan de burgerij opgelegde beperking. Nu zijn ook de tarieven verhoogd, terwijl tal vair woningen in een hoogere tariefsklasse zijn gebracht. De heer Staalman bespreekt de vaststelling van den erfpaohtscanon voor de gronden langs net Spuikanaal. Het ware goed geweest als we dien uit de stukken hadden vernomen, de bur gerij heeft recht die kosten te kennen. De Schat tingscommissie is van meening, dat niet alle gronden dezelfde waarde hebben; zelfs zijn hier en daar gapingen ontstaan. Nu is dat wel meer het geval; de Hoofdgracht heeft een grootere waarde dan de Vischstraat, maar de geheele Hoofdgracht heeft toch dezelfde waarde. Spr. wil vooraf den erfpaohtscanon doen vaststellen; wil d-e Raad) er geen ie (klasse-grond van taak-en, laat men dan een situatie-teekening overleggen, waarop de waarde is aangegeven. De heer De Zwart antwoordt, dat, hetgeen de heer Staalman wil, allang door den Raad is vastgesteld. Ook is er een kaart van de terreinen. De heer Staalman wist dit. Maar de zaak is juist, dat men de prijzen nu veranderen wil. De heer Schoeffelenberger bespreekt de combinatie Kanaalgronden en Heldersche Polder. Men wil deze groepen combineeren om het verlies op den Polder te dekken. Dat zal ver keerd uitkomen, want de Held. Polder is van grooter omvang. De heer Bok had aanvankelijk het woord ge vraagd, doch zal zijn bezwaren nader in de Com missie toelichten, nu dit voorstel daar toch weer heengaat. De heer De Zwart beantwoordt de verschil lende sprekers. De opmerking van den heer Schoeffelenberger omtrent de grootte van den Held. Polder is juist, maar de prijzen der gron den zijn zóó gesteld, dat de Kanaalgronden duur der zijn en het verlies op den Polder kunnen dekken. De heer Staalman vergist zich: de Schattingscommissie was van oordeel, dat voor de gronden aan het Spuikanaal een lageren canon moest worden gesteld dan de Kanaalcommissie voorstelde, omdat zij meende daardoor den bouw van woningen te zullen bevorderen. De Com missie voor het Grondbedrijf achtte het niet wen sch,elijk wijziging te brengen in de nog eerst kort geleden vastgestelde prijzen van de erfpacht. Het is beter elk geval afzonderlijk te beoordeelen; het kan inderdaad een daad zijn van wijs beleid aanvankelijk een lagen prijs te stellen en dien later geleidelijk op te voeren. Al deze kwesties zullen aan den Raad ter beoordeeling worden onderworpen. De heer Staalman verwondert zich, dat de heer De Zwart op dit standpunt staat. Als wij straks over dit voorstel stemmen, moeten wij toch medegaan met de conclusie om de waarde van de gronden bij elk afzonderlijk geval te doen vaststellen. Dus 'dan zullen B. en \V. telkens met een nieuwen ontwerp-canon komeh en met een ander bedrag. Spr. vindt -de regeling, zooals die is gemaakt, wel goed, maar spr. wil eerst den prijs voor den canon vaststellen. De heer De Zwart repliceert. Op het oogen blik is er een raadsbesluit waarbij de prijs tot voor een bepaalde diepte op 70 cent wordt vast gesteld. Ondanks dit besluit moet toch elke aan vraag voor erfpacht weder door den Raad wor den goedgekeurd. Als er dus aanvragers komen, voor wie 70 cent te veel is, moet hieromtrent een voorstel aan den Raad komen. Overigens wordt in den geest van den heer Staalman gehandeld, maar wij achten het niet wenschelijk thans al weder den prijs te verlagen. De heer Van Os is het met de redeneering van den heer Staalman, dat de geheele Hoofd gracht dezelfde waartje bezit, niet eens. Zooals de zaak nu geregeld is, werkt men den bouw in de hand; daarentegen is het volgens de door den heer Staalman voorgestelde regeling verkeerd. Als hij deze bewering zou blijven volhouden, ge tuigt dat van weinig vertrouwen in de Schattings commissie. De regeling, zooals die in de Bijlage No. 81 wordt voorgesteld, wordt vervolgens aangeno men, waarbij de heer Staalman verklaart ge acht te willen worden tegengestemd te hebben. Begrooting. Behandeling nota van Gedeputeerde Staten nopens de begrooting 1923- Held. Crt. 12 Mei. De heer VanBreda was van meening, dat deze bijlage niet zou worden behandeld en heeft haar thans niet bestudeerd. Op grond daarvan vraagt spr. haar aan te houden. De Voorzitter merkt op, dat dit feitelijk 'het punt is, waarvoor de vergadering is belegd, aangezien Ged. Staten vóór 15 Mei antwoord moeten hebben. Het betreft overigens geen voor stel, doch is alleen' beantwoording Van 'enkele op merkingen, die door Ged. Staten gemaakt zijn. De heer Van Breda heeft de Bijlage ter zijde gelegd, meenende, dat zij niet behandeld zou worden. De Voorzitter geeft den Raad in overwe ging haar toch te behandelen, te meer, daar het slechts kleinigheden betreft. De heer Van Breda zal zich niet teigen be handeling verzetten, doch zal geen deel nemen aan de discussies. De heer Schloeffelenib erger bespreekt de onder 10 gejnaakte opmerking betreffende den omvang der notulen. Spr. heeft bij de begrooting voorgesteld geen algemeene beschouwingen te houden. Als men de notulen inziet en den omvang daarvan, vraagt men zich af: is dit geen geld ver morsen? Welk nut hebben deze beschouwingen voor de gemeente? Spr. verheugt zich over de opmerking van Ged. Staten. De heer Staalman zal om dezelfde reden ale de heer Van Breda niet aan de discussies deel nemen. x) Op de agenda stonden een tweetal punten vermeld, die krachtens eene medadeeling op de suppl. agenda moesten vervallen. Het tweede be trof 'de nota van Ged. Staten inzake de begroo- ting, maar dit punt stond abusief tweemaal op de agenda, en bleef dus als agendapunt gehand haafd. Verslaggever. De heer De Zwart antwoordt den heer Schoeffelenberger, dat het geenszins de bedoeling was van Ged. Staten den Raad te dwingen geen algemeene beschouwingen te houden. De opmer king betrof de vraag of het stenografisch verslag al dan niet zal worden gehandhaafd, eventueel gedrukt. Hieromtrent zijn al meerdere voorstellen gedaan. Gaat de Raad met de conclusie van B. en W. mee, dan is het College -bereid opnieuw een voorstel in te dienen. De heer Schoeffelenberger meent, dat uit de opmerking niet blijkt, dat dit de bedoeling van Ged. Staten was. De heer De Zwart: Er staat: „de omvang der notulen" heeft de aandacht getrokken. De bedoeling is te vernemen of deze niet op andere wijze, korter, kunnen worden weergegeven. De heer Van Loo: De heer Schoeffelenber ger, die nu deze opmerking maakt, constateert soms, dat hij „zijn avondje" heeft. Als dat het geval ia, is de heer Sch. voortdurend aan het woord. Het gaat dus niet aan, dat hij nu met deze opmerking komt. De heer Schoeffelenberger vraagt het woord voor een persoonlijk feit. De volgende week zijn hier raadsverkiezingen, en nu begint men thans persoonlijke aanvallen. Deze opmerking ontlokt een geweldig rumoer, waardoor de rest van hetgeen de heer Schoeffe lenberger zegt, verloren gaat. De Voorzitter hamert en verzoekt den heer Schoeffelenberger zich tot de agenda te wil len bepalen. De heer Schoeffelenberger meent sterk te staan in zijn opmerking, omdat hij geprotes teerd heeft tegen het houden van algemeene be schouwingen. De heer Van Loo vergist zich als hij meent daar een slaatje uit te kunnen slaan. De Voorzitter vraagt het oordeel van den Raad over opmerking 10 betreffende Ben omvang der notulen. De heer Zondervan Wij willen daarovei wel beslissen, doch wij wenschen ons geenszins aan banden te leggen door daarmede uit te druk ken, dat wij de officieele notulen niet wenschen. De heeren Van Breda en Staalman ver klaren zich tegen de voorgestelde beantwoording, die overigens met algemeene stemmen wordt aan vaard. Pensioenen. Voorstel nopens het toekennen van bijslag op pensioenen. Aangenomen. Held. Crt. 12 Mei. ^Bouwverordening. Voorstel om aan Chr. van Dijk ontheffing te verleenen van het bepaalde bij art. 16, ie lid, der Verordening op het bouwen en op de bewoning ten behoeve van den bouw van drie woonhuizen op perceel Langestraat No. 40, kad. bekend Sec1 tie D, No. 181. Conform. Erfpacht. Voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht aan G. de Beurs. Held. Crt. 12 Mei. Idem aan B. J. van Doorn (voor terrein Brak- keveldweg, ter oppervlakte van 181 M'., voor den bouw van een woning, 3e kl. grond tegen een canon van 0.25 per M'.). De heer Van Breda gaat met deze voorstel len accoord, doch -bepleit voor 'het eerste eenige clementie ten opzichte van den tegenwoordigen huurder. Deze heeft op den grond namelijk jonge groenten gepoot, waardoor hij, nu hij in erfpacht wordt gegeven, schade zal lijden. Laat men hem een billijke tegemoetkoming daarvoor geven. Het is zelfs een stuk broodwinning voor den man, dat hem aldus ontnomen wordt. De heer Zondervan heeft, evenals de heer Van Breda en blijkbaar nog andere heeren, een schrijven van den betrokken huurder gehad. Spr. wil de aanvrage renvoyeeren"\naar de Commissie voor het Grondbedrijf om advies. De beer De Zwart protesteert tegen den toon, waarop de heer Van Breda deze zaak be pleit. Deze doet dat met een ernst alsof het schrij ven, dat genoemde heer en blijkbaar ook anderen, ontvingen, niet voor aanvechting vatbaar zoude zijn. Het College en de Raad hebben bouwgrond aangekocht, en zoolang deze niet in erfpacht was uitgegeven, is de grond onder bepaalde voor waarden verhuurd. Maar hij moet ten allen tijde beschikbaar zijn voor bouwgrond. Het kan dan ook voorkomen, dat op een bepaald oogenblik een stuk in gebruik is. Steeds is in zoo'n geval een verzoek om tegemoetkoming met ernst be handeld en coulance met den betrokken huurder gebruikt. Den betrokkene is thans een stuk land opgezegd, dat 4 4 5 maal zoo groot is als het be bouwde stukje. Op het in gebruik genomen stukje kunnen bij lange na niet zooveel planten geteeld worden als de heer Van Breda het voorstelt. Als er redelijkerwijze eenige schadevergoeding kan worden gegeven, wordt dat steeds gedaan. De heer Van der Veer is het met den heer De Zwart eens, dat elk geval door de Commissie ter plaatse moet worden beoordeeld. Spr. acht het onnoodig yerder over deze Izaak te discus- seeren. De V o o r z i 11 e r antwoordt, dat de aanvraag hedenmiddag naar de Commissie is verzonden. Den heer Van Breda doet het genoegen te vernemen, dat de Raad genegen is tot het toe kennen van schadevergoeding. De heer De Zwart: Maar wij kunnen nóóit voldoen aan de eischen, die soms worden gesteld en dikwijls ver de huursom overtreffen. Het voorstel de erfpacht te verleenen wordt voorts (aangenomen. Erfpacht. Voorstel tot wijziging van de Algemeene Voor waarden voor de uitgifte in erfpacht van aan de gemeente Helder toebehoorende gronden. Held. Crt. 12 Mei. Aangenomen. Alkmaar Packet. Adres d.d. 4 Mei van de Mij. Alkmaar Packet, houdende verzoek om: ie. voor de boot, bestemd voor den personendienst, een vaste ligplaats aan te wijzen in het Heldersche Kanaal en 2e. om de bruggen over dat kanaal op Zon- en Feestdagen open te stellen 's morgens van 8 tot 8.30 uur en "s namiddags van 8.30 tot 9-30 uur en op werk dagen van 6 tot 7 uur 's namiddags. Held. Crt. 12 Mei. De heer Van Breda stelt voor dit adrea Ut neer v o u n W ter afdoening, handen te stellen van B. en W. ter (Hilariteit). over opnieuw prae-advies te «even, «e1«J J waar de meerderheid in het College zeide. welk advies er ook komt, wij zijn en bl'£c" f *nd Vandaar, dat wij voorstellen de zaak hede" te behandelen. Spr. is vóór de inwmiging van .het verzoek. Uitstel van behandeling is niet ge wenscht, omdat daarna de inw:A het inwoners geen ratson meer heeft.:I?Serda- betreft hier het yaren gedurende de Pinksteraa gen. Als het Jvoorstel-Vaa'Breda, zou'.worden aan genomen, zou daarmede het voorstel van de minderheid van het College van de baanzijn De Maatschappij in kwestie vraagt een paar maal des •Zaterdags en Zondags de bruggen te willen ope nen De betrokken hoofdambtenaar adviseert gunstig, en wijst een reserve-brugwachter aan, die dit, op kasten van de Maatschappij, zou kun nen doen. De meerderheid van het College blijft afwijzend op grond, dat deze Maatschappij de concurrentie opent met de „E.s.o.n.a. Naar spr. meening maakt men misbruik van de gemeente lijke macht, indien men de eene maatschappij ae concurrentie ontneemt. Wij hebben in onze ge meente alle mogelijke pogingen ondersteund het vervoer zoo goed mogelijk te krijgen in deze ge meente. Nu komt er een gelegenheid om op een behoorlijke en goedkoope wijze reisjes te maken, en dat wordt op deze manier onmogelijk gemaakt. De heer Bok meent, dat -de heer De Zwart zich vergist. Met de concurrentie heeft deze zaak niets te maken. Als de Alkmaarsc'he boot in de Binnenhaven gaat liggen, zal niemand er zich tegen verzetten. Wij hebben in het belang van de arbeiders en brugwachters destijds besloten des Zondags de bruggen gesloten te houden. Daar mede hebben de heeren, die dat indertijd beslisten, de gemeentenaren onrecht aangedaan, voor de firma Koningsbruggen was dat nadeelig. Spr, pleit hier volstrekt niet als aandeelhouder in de E.s.o.n.a.; indertijd heeft spr., om de overname der boot onmogelijk te maken, daaraan medege werkt door het nemen van -een aandeel. Dat ge schiedde in het algemeen -belang. De heer Schoeffelenberger onder schrijft hetgeen de heer De Zwart zegt, hetgeen intens de volle "waarheid is. Als wij werkelijk Helder omhoog willen werken, wat is er dan te gen aan die Maatschappij te vergunnen een stei ger te maken in het Held. Kanaal? Daardoor wordt het verkeer toch verbeterd? Men moet op dit gebied juist concurrentie kweeken, dat is het belang van de gemeente. De heer Bot spreekt niet als aandeelhouder, doch spr. grief is, dat men de bruggen op Zondag zou openstellen. Bovendien is er geen sprake van, dat wij een groote salonboot zouden krijgen, daar die niet in het kanaal komen kan. Waarom kan die boot niet in de Binnenhaven komen te liggen? Spr. zal tegen het voorstel stemmen. De heer Boogaard: Eerst als we bezuider Alkmaar komen, begrijpen we, dat er ook nog andere booten bestaan. En men kan eerst rechi van een boottochtje genieten op zoo'n groote boot met een of twee dekken. Spr. is overigens blij. dat de heer Bok zooveel liefde gekregen heeft voor den werkman, wien hij Zondagsarbeid wi) besparen. Wat die bewering betreft, dat de boot in de Binnenhaven kan 'liggen, -die E.-s.o.n-a. heeft op alle steigers daar beslag gelegd. Bedoel de boot zou dan een- heel eind verder moeten gaan liggen, buiten de stad. De thans gevraagde lig plaats is uitstekend. De V o o r z'i 11 e r merkt op, dat de aanvrage der firma Bosman met gemengde aandoeningen wordt ontvangen. (Hilariteit). Het College ont ving een verzoek van de firma Bosman om een ligplaats in het Heldersche Kanaal. Deze heeft zij evenwel reeds. Verder vroeg de firma om de bruggen op Zondag te willen openen. Dit laatste verzoek werd door het College afgewezen; ovei den dooi^ del firma in gebruik'genomen steiger der firma Witsenburg heeft het College niets te zeg gen. Wat die regeling betreft der bruggen, in dertijd is aangenomen ten behoeve van de brug wachters des Zaterdagsmiddags en des Zondags de bruggen dicht te laten. Voor den Zaterdag middag ontlokte deze maatregel veel verzet van verschillende firma's, die hun goederen per „Anna Cornelia" ontvingen. Er is toen dit op gevonden, dat op Zaterdag de booten van de firma Konings bruggen worden doorgelaten. Thans komt een verzoek voor den Zondag. De gemeente-bouw meester adviseert tot inwilliging op kosten van de betrokkenen; dit laatste acht spr. in strijd met de waardigheid der gemeente. Het algemeen be lang is met een dergelijken maatregel niet ge schaad en naar spr. meening zou het voor de be trokken firma een reclame zijn om te kunnen zeggen: „wij hebben al den steun van het ge meentebestuur". Toen in 1918 de dienst der firma Zur Mühlen dreigde te worden opgeheven en de kans groot was, dat wij niets meer behielden, dacht de firma Bosman er niet over hier te komen varen. Als beide ondernemingen straks elkandei hebben doodgeconcurreerd, worden immers toch de tarieven weder verhoogd I De heer Adrlaanae merkt op, dat de meer derheid van het College met haar voorstel be doelde eens een andere opinie hieromtrent te hooren. We krijgen zoo'n salonboo» overigens maar gedurende enkele Zondagen. De zaak be hoort evenwel tot de competentie van het Col- ege, en de door het College ingenomen houding komt overeen met die bij vroegere beslissingen ingenomen. Waarom zouden we hier afwijken van den ingeslagen weg, en aan een vreemdeling <tgee,n,,me" een andcr weigert? Spr. zal het voorstel-Van Breda steunen. De heer De Zwart constateert, dat de beer Adriaanse aan het slot van zijn betoog weder in- De heer ah" u®" aanvan« daarvan zeide. Hl. Adriaanse is het met den heer Van Breda eens om de zaak ter afdoening in handen te stel- keliikheid he l°'leBe' terwW h« eWSt de »«*£- gelijkheid bepleit eens een andere opinie te hoo ren hieromtrent. Wat komt de heer Adriaanse zlak innheta CnlTet ot!merkinsen. Toen de hieer Adriaanse: Toen was ppn gericht™ B' e" W" th3M U het aan den Ra"d al«Dlhrt'Br„,P6 Z,Tarti Dat bl«ft «^jk- Juist als het College alleen de beslissing heeft, mag een zaak wel eens terdege worden onderzoTh? Binn/nh' heeft h*100^- dat de firma in de Nu i nïmLZe" 80 Cen 3teiger kan vi"den. Nu is niemand yan ons vreemdeling in Jeruzalem en we weten heel goed, dat de tegenpartH al kan De R? 8etr°ffen heeft' Waardo°' <S nlï kan. De Burgemeester merkte 00 dat A. m,T regel om 's Zondags de bruggen niet te onÜ genomen is voor de gemeente-werklieden, en dat de bestaande ondernemingen destiids Haart opponeerden. Maar wij hebben daar toen fu! tegen geageerd; integendeel, wij hebben aezetrH ^«nemingen moeten geholpen word" daS h"r A<lriian'{; Maar a»«n des Zater- vr?aegdhTanDdeeZaaWnvVa^ ftoSS?^ komen. Nu spreekt de Burgemeester v!n h den de waardigheid der gemeente" om h "bene' te laten betalen door de fW Spr VhmT" Du heer Adriaanse* "n® k open op werkdagen op uren L,™' ?0et ook niet geschiedt. waarop het thans De heer De Z w a r t: Verzoeken al, deze xijn steeds ten volle ingewilligd. Het argument, dat men thans aanvoert, betreft niet de bruggen, ma 1 uitsluitend de concurrentie. Door den BUrg(s meester is dit uitdrukkelijk naar voren gebracht In een concurrentiestrijd nu mag een gemeente bestuur niet ingrijpen. De E.s.o.n.a. kan morgeB aan den dag dezelfde faciliteiten krijgen. Het gaa, er hier om een goede verbinding te krijgen naai buiten. Bij de heeren spreekt niet het algemeei) beland, doch uitsluitend het groepsbelang. Dat de burgemeester zichi «daar ook voor laat vinden doet spr. leed. De Voorzitter merkt op, dat voor dezen dienst geen aparte brugwachter is, doch dat hij aan den gewonen brugwachter moet worden op gedragen. Spr. ziet het gelang voor Helder er niet van in. Zooals wij thans doen, blijven we onpar. tijdig en geven geen faciliteiten, die we aan an. deren onthouden. De heer Staalman: Toen de instructie be treffende Zaterdags- en Zondagsdienst gemaakt werd, werd de „Anna Cornelia" daarvan de dupe Die voer vóór dien tijd des Zondags en kan dat nu niet meer. De heer Boogaard: Maar dat wa» een vrachtboot] De heer Van Breda blijft van meening, dat de zaak bij het College behoort. Spr. zou niet gaarne hier concurrentie wenschen. De heer Verstegen wenscht eenige onjui,t. heden recht te zetten, die gezegd zijn. Er is principieel verschil tusschen personen- en vratht- dienst. De vrachtdienst bij de Spoor is des Zou» dags stopgezet, het personenvervoer gaat, zij het in beperkte mate, door. De heer Staalman heeft zich nog nimmer verzet tegen het varen van een personenboot op Zondag. De heer Staalman: Dat heeft Liermede niets te maken. De heer Verstegen: De heer Staalman, die zoo goed weet, wat getuigen is, had dat voor Zondagsdiensten wel eens kunnen doen. Het is onjuist als men zegt, dat nimmer faciliteiten zijn verleend. De „Anna Cornelia" werd inderdaad door de stopzetting van den Zondagsdienst ge dupeerd, maar na onderling overleg, en omdat het hier vrachtvaart betrof, is de regeling getrof- fen, waardoor ,h.et op Zaterdag kon geschieden. Nu betreft het hier het belang van een deel der bevolking. Op Goeden Vrijdag (volgens het re glement op de rechtspositie een feestdag voor het gemeente-personeel) is aan de „Anna Cor nelia" gelegenheid gegeven door de bruggen te gaan. En nimmer is een verzoek om eenig ver voermiddel door te laten, geweigerd; alleen de vrachtvaart is destijds op Zondag afgeschaft. De heer Staalman wenscht naar aanleiding van het gesprokene door den heer Verategen nog een enkel woord te zeggen. De „Anna Cornelia", die pas des Maandagsmorgens met lossen kon beginnen, kwam uit noodzaak hier des Zondags binnen. Het Spoor heeft zijn personenvervoer op Zondag zeer beperkt-, hetgeen een juist standpunt is. Spr. staat overigens paf over het standpunt der heeren. Er is toch een gelegenheid; men zegt wel de Binnenhaven is bezet, maar er bestaat toch voor deze Maatschappij wel gelegenheid daar een plaats te vinden. De heer Verstegen wil, dat spr. getuigt over dit varen op Zondag: hoe kan men dat, waar het hier een water betreft, waarover de gemeente in het minst iets te zeggen heeft De heer De Zwart: De heer Staalman heeft datzelfde standpunt evenwel niet ingenomen toen het de visachera betrof. De heer Van der Veer is tegen het varen van die boot op Zondag. De heeren willen er een lawaaitje van maken; dat moet met groot lawaai en met optochten enz. gebeuren en dan midden door de stad. Het zal de vraag zijn of men daar mede geen menschen kwetst in hun gewetensbe zwaren. De heer Bot: De visschers mogen gaan ligge< waar ze willen. De firma Bosman kan zeer zeker een steiger krijgen; het is zuiver een zaak, die onder Waterstaat ressorteert De heer Verstegen: Onjuist. Toen een der heeren van de firma Bosman daarover een ge sprek had met het College, bleek het, dat door de E.s.o.n.a. onmogelijk is gemaakt in de Binnen haven een ligplaats te krijgen. De discussies worden gesloten en het voorstel- Van Breda komt in stemming. Het wordt aange nomen met 12 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heeren Bok, Bot, Van Breda, Grunwald, Mevr Van der Hulst, Van Loo, Van Os, Poll, Staal man, Tielrooij, Van der Veer en Adriaanse. Daar mede is dus besloten, dat het verzoek ter afdoe ning gesteld wordt in handen van B. en W., en dus van de hand gewezen wordt. Voorstel tot benoeming van een leeraar in de Wiskunde san de ZeevaartschooL Voorgedragen worden: 1. G. J. Grobben te Almelo. 2. A. J. H. de Busé te Utrecht 3. J. G. W./Mulder te 's-Gravenhage. Met algemeene stemmen benoemd de heer Grobben. Rondvraag. Betreffende een indertijd door den heer Boo gaard gedane vraag naar het eventueel batig saldo van de slooping der „Neptunus", deelt de beer De Zwart mede, dat hieromtrent een na deelig aaldo van 2074.13»/, is ontstaan. De heer Van Loo heeft indertijd gevraagd naaf den tijdsduur voor het branden van een !M' muntatuk. Wethouder Verstegen deelt mede, dat de muntgasmetera zijn ingesteld op een ga»- prijs van 9 cent (oude prijs). Dat is ongeveer 277 L. gas voor 1 muntstuk. Voor goed afgeregeld staand licht is het uurverbruik 140 L., zoodat dus van een muntstuk ongeveer 2 uur kan worden gebrand (a1/, cent). Op het oogenblik bedraagt dte prijs 3 cent 0.8 4.2 cent, dus 2.1 cent vet uur. Naar aanleiding van het gesprokene in de raadsvergadering van 24 April j.1. door den heer w. C. van Breda nopens het onderzoek van de wmtent!"rekenin8 verwijzen Burgemeester en Wethouders naar de notulen van de vergadering van 3 October 1922, bladz. 1056 e.v., waarbij van de zijde van het College is medegedeeld, dat een voorstel tot benoeming eener Commissie wanneer men zoodanige Commissie wenscht, moet komen uit den Raad zelf. ,beer v*n Breda stelt, naar aanleiding van deze mededeeling, voor, jaarlijks uit den 5; fV een Commissie van 3 leden te benoemen. ender vraagt spr. of, nu besloten is tot reorga- satie van de gem.-reiniging en er een plan van een hoofdambtenaar in portefeuille is, dat geheel afwijkt van het in den vorigen Raad aangeno- mene, terwijl het veel goedkooper zoude zijn, het aangenomen plan niet kan worden opgeschort otdat door den Raa-d van 'dit nieuwe plan Kennis genomen. De heer Verstegen wenscht met klem te Protesteeren tegen de indiening van deze twee belangrijke voorstellen, die vreemd zijn aan de orde van den dag en hier bij de rondvraag even rauwelings ter tafel komen. Voorstellen als deze behooren schriftelijk te worden ingediend; ie heer Van Breda, als nestor van dezen Raad, moe' uat weten. De heer Van Breda: Het betreft hier ee» ernstig voorstel van een hoofdambtenaar en mij11 verzoek is alleen geen uitvoering te geven aan he' aangenomen plan alvorens dit nieuwe plan is be keken. Als de heer Verstegen zich daartegen ver zet, is dat niet in het belang van de gemeente. De heer Verstegen: In tweeden termij» komt de heer Van Breda nu met een verzoek- eersten termijn was het een voorstel, en dat ®°et schriftelijk ingediend worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 2