JOLKnepjassen
HERMAN NYPELS,
alléén
POLEN.
Maatregelen tegen de communisten.
RUSLAND.
De zaak-Tlchon.
Nog meer arrestaties.
Het Japansche antwoord op de Duitsche
nota
VEREENIGDE STATEN.
Hotsprings verwoest
TURKIJE.
Enver pasja nog in leven?
KORTE BERICHTEN.
Gemeenteraad van Helder,
Ingezonden Mededeeüng.
De
voor Hoeren en Jongeheeren,
zijn
verkrijgbaar bij
HELDER.
LEVERING ONDER GARANTIE.
n 7 w r t Het College heeft reeds
in Meerderheid heV Verzoek beslist.
p wtrd'h""
SSTS SSJÏÏ8& k'"f kh<»-£8
uhPwinendaard00r h°'"k,d'n """hSTd™
de behandeling voortgezet van het rapport
van Vandervelde over het oongrea te Ham
burg. Tal van sprekers hebben zich ver-
eeni-gd met de conclusies van Vandervelde
inzake de door Duitschland aan te bieden
vergoeding. De aanbiedingen van Duitsch
land -worden onaannemelijk geacht omdat
zij onvoldoende zijn en de waarborgen, die
men verwachtte zijn niet aangeboden.
Uit Warschau wordt gemeld, dat de politie
Maandagnacht het gebouw omsingelde, waar
een door gedelegeerden uit het geheele land
bezocht communistisch congres werd gehou
den en arresteerde alle afgevaardigden.
Tevens zijn te Warschau en omgeving een
aantal huiszoekingen gedaan, waarbij naar
verluidt belangrijke bescheiden en namen
lijsten in handen der politieke politie zijn ge
vallen.
Volgens de „Russpress" hebben de sov
jet-autoriteiten den aartsbisschop Michael
van Kiejef wegens zijn welwillende houding
jegens patriarch Tichon gearresteerd' en
naar Moskou gevoerd. Tegelijkertijd zijn nog
meer geestelijken, aanhangers van Tichon,
aangehouden.
Ini de Japansche antwoord-nota op de Duit
sche nota wordt verklaard, dat Japan zijn
goedkeuring niet kan hechten aan het plan
inzake de betaling der schadevergoeding en
den levendigen wensch uitspreekt, dat
Duitschland het noodige zal doen ten einde
een snelle en vriendschappelijke regeling te
bevorderen van het geheele vraagstuk der
schadevergoedingen! op billijken grondslag.
Het bekende vacantie-oord Hotsprings in
Arkamsas is door brand en overstrooming
verwoest. Een woeste stroom van vier tot
negen voet diep snelde door de hoofdstraat,
vernielde winkels en voerde de koopwaren
mede. De eerste berichten nopens het aantal
slachtoffers loopen uiteen van 17 tot 60. Door
het Inslaan van d'en bliksem ontstond brand
in het Grand Rapids-hoteL De vlammen ver
spreidden zich over de zakenwijk. Tal van
personen kwamen in1 de vlammen om.
Volgens berichten uit Konstantinopel loo-
pen daar geruchten, dat Enver Pasja niet
gestorven is, doch integendeel opnieuw
doende is om verschillende Indische stam
men op te wekken- tot -een oorlog tegen Rus
land. Zoo moet hij op het oogenblik met
Afghanistan onderhandelen over -een ver
drag.
De draadlooze dienst te Kristiania meldt
officieel dat de Koning van Noorwegen op
8 Juni den koning van'België een bezoek te
Brussel zal brengen.
Een Oostenrijksche luchtvaart-maatschap
pij heeft vandaag een vliegdienst tusschen
Weenen en Munchen geopend. Bij dezen
dienst zal een dienst WeenenBoedapest
aansluiten.
gehouden op Dinsdag 15 Mei 1923.
Afwezig met kennisgeving de heer Baak.
De Ingekomen Stukken:
a. Uittreksel uit het Koninklijk Besluit d.d.
7 April 1923, No. 8, houdende goedkeuring op het
Raadsbesluit tot vaststelling eener verordening
op de heffing van schoolgelden voor den Fran-
sch,en cursus;
b. Dankbetuiging van den Duitschen Consul-
Generaal in verband met 'het Raadsbesluit van
24 April j.1. tot onderhoud van gemeentewege van
de Duitsche graven, aanwezig op de Algemeene
Begraafplaats;
c. Verdagings-besluit djd. 11 April 1923, No.
IS, inzake aankoop van gronden, benoodigd voor
de verbreeding van de Javastraat;
d. Dankbetuiging van het bestuur der Afdee-
ling_ Helder van de Vereeniging „Het Witte
Kruis" voor het aan de Afdeeling toegekende ver
hoogde subsidie.
e. Missive van Geld. Staten d.d. 2 Mei 1923,
No. 47, houdende het bericht van goedkeuring op
het Raadsbesluit d.d. 24 April j.1. tot het doen
van uitgaven uit den post voor „Onvoorziene
uitgaven", dienst 1922.
f. Besluit van den Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid, d.d. 3 Mei j.1., No. 743, N. Afd.
V nopens het overdragen van de eigendommen,
enz. der ontbonden woningbouwverenigingen
„Vereeniging voor Volkshuisvesting „Helder" en
„Algemeen Belang" aan de Woningstichting;
worden voor kennisgeving aangenomen.
Gemeentewerken.
Voorstel om den titel „Gemeente-Bouwmees
ter" te veranderen in „Directeur van Gemeente
werken".
Held. Crt. 12 Mei.
Aangenomen.
Toegang Anemonenstraat.
Voorstel tot verbreeding van den toegang der
Anemonenstraat.
Held. Crt. 15 Mei.
Wordt op voorstel van -het College aangehou
den en om prae-advies naar de Commi-ssie voor
Publieke Werken gezonden.
Huisduinen.
Voorstel tot overneming van Rijksgronden te
Huisduinen.
Held. Crt. 12 Mei.
Aangenomen.
Onderwijs.
Voorstel tot benoeming van een onderwijzer
aan de O. L. School No. 12; voorgedragen wordt
E. Ligteringen alhier.
Benoemd.
Onderwijs.
Voorstel tot benoeming van een onderwijzeres
aan de O. L. School No. 1; voorgedragen worden:
1. Mej. M. E. van der Kaaij te Groote Lindt.
2. M. van Essen te Marken-Binnen.
3. M. H. Banning te 's-Graverchage.
Benoemd wordt Mejuffrouw M. E. van der
Kaaij met algemeene stemmen.
Beide benoemingen gaan met 14 Mei in.
Grondbedrijf.
Aanbieding van het schattingsrapport van de
gronden, opgenomen in het Grondbedrijf.
Held. Crt. 12 Mei.
De heer Grunwald vindt het zeer juist de
groep „Donkere Duinen' voortaan ten laste van
het bedrijf der Waterleiding te brengen (hoewel
hiervan geen voorstel was gemaakt, was in over
weging gegeven door de Schattingscommissie
door het Waterleidingbedrijf hiervoor een jaar-
lijksche recognitie van f 1000 te doen betalen we
gens de draineerleiding in de Donkere Duinen,
met welk denkbeeld B. en W. zich konden ver
eenigen).
Daarentegen vindt de heer Bok het bezwaar
lijk nogmaals het Waterleidingbedrijf met deze
som te belasten, hoezeer ,bet misschien boekhoud
kundig juist moge zijn.
De Voorzitter merkt op, dat de kwestie
later in den Raad komt; de bedoeling van van
avond is de Donkere Duinen aan het Grondbe
drijf te onttrekken.
De heer De Zwart zet uiteen, dat de heer
Bok zich vergist; zooals het voorstel thans is,
komen de kosten der D. D. rechtstreeks voor
rekening der gemeente, -en wanneer een ander
bedrijf daarvan profiteert, zooals in casu, moet
dat daarvoor f 1000 in de gewone exploitatie bij
dragen. Administratieve moeilijkheden, die de
heer Bok voorzag, geeft deze regeling niet. Bij
de gewone waterleidingtarieven voor 1922 heeft
dit bedrijf reeds winst opgeleverd, hoewel op ver
lies was gerekend, en dit in weerwil van de aan
de burgerij opgelegde beperking. Nu zijn ook de
tarieven verhoogd, terwijl tal vair woningen in
een hoogere tariefsklasse zijn gebracht.
De heer Staalman bespreekt de vaststelling
van den erfpaohtscanon voor de gronden langs
net Spuikanaal. Het ware goed geweest als we
dien uit de stukken hadden vernomen, de bur
gerij heeft recht die kosten te kennen. De Schat
tingscommissie is van meening, dat niet alle
gronden dezelfde waarde hebben; zelfs zijn hier
en daar gapingen ontstaan. Nu is dat wel meer
het geval; de Hoofdgracht heeft een grootere
waarde dan de Vischstraat, maar de geheele
Hoofdgracht heeft toch dezelfde waarde. Spr.
wil vooraf den erfpaohtscanon doen vaststellen;
wil d-e Raad) er geen ie (klasse-grond van taak-en,
laat men dan een situatie-teekening overleggen,
waarop de waarde is aangegeven.
De heer De Zwart antwoordt, dat, hetgeen
de heer Staalman wil, allang door den Raad is
vastgesteld. Ook is er een kaart van de terreinen.
De heer Staalman wist dit. Maar de zaak
is juist, dat men de prijzen nu veranderen wil.
De heer Schoeffelenberger bespreekt
de combinatie Kanaalgronden en Heldersche
Polder. Men wil deze groepen combineeren om
het verlies op den Polder te dekken. Dat zal ver
keerd uitkomen, want de Held. Polder is van
grooter omvang.
De heer Bok had aanvankelijk het woord ge
vraagd, doch zal zijn bezwaren nader in de Com
missie toelichten, nu dit voorstel daar toch weer
heengaat.
De heer De Zwart beantwoordt de verschil
lende sprekers. De opmerking van den heer
Schoeffelenberger omtrent de grootte van den
Held. Polder is juist, maar de prijzen der gron
den zijn zóó gesteld, dat de Kanaalgronden duur
der zijn en het verlies op den Polder kunnen
dekken. De heer Staalman vergist zich: de
Schattingscommissie was van oordeel, dat voor
de gronden aan het Spuikanaal een lageren canon
moest worden gesteld dan de Kanaalcommissie
voorstelde, omdat zij meende daardoor den bouw
van woningen te zullen bevorderen. De Com
missie voor het Grondbedrijf achtte het niet wen
sch,elijk wijziging te brengen in de nog eerst
kort geleden vastgestelde prijzen van de erfpacht.
Het is beter elk geval afzonderlijk te beoordeelen;
het kan inderdaad een daad zijn van wijs beleid
aanvankelijk een lagen prijs te stellen en dien
later geleidelijk op te voeren. Al deze kwesties
zullen aan den Raad ter beoordeeling worden
onderworpen.
De heer Staalman verwondert zich, dat de
heer De Zwart op dit standpunt staat. Als wij
straks over dit voorstel stemmen, moeten wij
toch medegaan met de conclusie om de waarde
van de gronden bij elk afzonderlijk geval te doen
vaststellen. Dus 'dan zullen B. en \V. telkens met
een nieuwen ontwerp-canon komeh en met een
ander bedrag. Spr. vindt -de regeling, zooals die
is gemaakt, wel goed, maar spr. wil eerst den
prijs voor den canon vaststellen.
De heer De Zwart repliceert. Op het oogen
blik is er een raadsbesluit waarbij de prijs tot
voor een bepaalde diepte op 70 cent wordt vast
gesteld. Ondanks dit besluit moet toch elke aan
vraag voor erfpacht weder door den Raad wor
den goedgekeurd. Als er dus aanvragers komen,
voor wie 70 cent te veel is, moet hieromtrent een
voorstel aan den Raad komen. Overigens wordt
in den geest van den heer Staalman gehandeld,
maar wij achten het niet wenschelijk thans al
weder den prijs te verlagen.
De heer Van Os is het met de redeneering
van den heer Staalman, dat de geheele Hoofd
gracht dezelfde waartje bezit, niet eens. Zooals
de zaak nu geregeld is, werkt men den bouw in
de hand; daarentegen is het volgens de door den
heer Staalman voorgestelde regeling verkeerd.
Als hij deze bewering zou blijven volhouden, ge
tuigt dat van weinig vertrouwen in de Schattings
commissie.
De regeling, zooals die in de Bijlage No. 81
wordt voorgesteld, wordt vervolgens aangeno
men, waarbij de heer Staalman verklaart ge
acht te willen worden tegengestemd te hebben.
Begrooting.
Behandeling nota van Gedeputeerde Staten
nopens de begrooting 1923-
Held. Crt. 12 Mei.
De heer VanBreda was van meening, dat
deze bijlage niet zou worden behandeld en heeft
haar thans niet bestudeerd. Op grond daarvan
vraagt spr. haar aan te houden.
De Voorzitter merkt op, dat dit feitelijk
'het punt is, waarvoor de vergadering is belegd,
aangezien Ged. Staten vóór 15 Mei antwoord
moeten hebben. Het betreft overigens geen voor
stel, doch is alleen' beantwoording Van 'enkele op
merkingen, die door Ged. Staten gemaakt zijn.
De heer Van Breda heeft de Bijlage ter zijde
gelegd, meenende, dat zij niet behandeld zou
worden.
De Voorzitter geeft den Raad in overwe
ging haar toch te behandelen, te meer, daar het
slechts kleinigheden betreft.
De heer Van Breda zal zich niet teigen be
handeling verzetten, doch zal geen deel nemen
aan de discussies.
De heer Schloeffelenib erger bespreekt
de onder 10 gejnaakte opmerking betreffende den
omvang der notulen. Spr. heeft bij de begrooting
voorgesteld geen algemeene beschouwingen te
houden. Als men de notulen inziet en den omvang
daarvan, vraagt men zich af: is dit geen geld ver
morsen? Welk nut hebben deze beschouwingen
voor de gemeente? Spr. verheugt zich over de
opmerking van Ged. Staten.
De heer Staalman zal om dezelfde reden ale
de heer Van Breda niet aan de discussies deel
nemen.
x) Op de agenda stonden een tweetal punten
vermeld, die krachtens eene medadeeling op de
suppl. agenda moesten vervallen. Het tweede be
trof 'de nota van Ged. Staten inzake de begroo-
ting, maar dit punt stond abusief tweemaal op
de agenda, en bleef dus als agendapunt gehand
haafd. Verslaggever.
De heer De Zwart antwoordt den heer
Schoeffelenberger, dat het geenszins de bedoeling
was van Ged. Staten den Raad te dwingen geen
algemeene beschouwingen te houden. De opmer
king betrof de vraag of het stenografisch verslag
al dan niet zal worden gehandhaafd, eventueel
gedrukt. Hieromtrent zijn al meerdere voorstellen
gedaan. Gaat de Raad met de conclusie van B.
en W. mee, dan is het College -bereid opnieuw
een voorstel in te dienen.
De heer Schoeffelenberger meent, dat
uit de opmerking niet blijkt, dat dit de bedoeling
van Ged. Staten was.
De heer De Zwart: Er staat: „de omvang
der notulen" heeft de aandacht getrokken. De
bedoeling is te vernemen of deze niet op andere
wijze, korter, kunnen worden weergegeven.
De heer Van Loo: De heer Schoeffelenber
ger, die nu deze opmerking maakt, constateert
soms, dat hij „zijn avondje" heeft. Als dat het
geval ia, is de heer Sch. voortdurend aan het
woord. Het gaat dus niet aan, dat hij nu met deze
opmerking komt.
De heer Schoeffelenberger vraagt het
woord voor een persoonlijk feit. De volgende
week zijn hier raadsverkiezingen, en nu begint
men thans persoonlijke aanvallen.
Deze opmerking ontlokt een geweldig rumoer,
waardoor de rest van hetgeen de heer Schoeffe
lenberger zegt, verloren gaat.
De Voorzitter hamert en verzoekt den
heer Schoeffelenberger zich tot de agenda te wil
len bepalen.
De heer Schoeffelenberger meent sterk
te staan in zijn opmerking, omdat hij geprotes
teerd heeft tegen het houden van algemeene be
schouwingen. De heer Van Loo vergist zich als
hij meent daar een slaatje uit te kunnen slaan.
De Voorzitter vraagt het oordeel van den
Raad over opmerking 10 betreffende Ben omvang
der notulen.
De heer Zondervan Wij willen daarovei
wel beslissen, doch wij wenschen ons geenszins
aan banden te leggen door daarmede uit te druk
ken, dat wij de officieele notulen niet wenschen.
De heeren Van Breda en Staalman ver
klaren zich tegen de voorgestelde beantwoording,
die overigens met algemeene stemmen wordt aan
vaard.
Pensioenen.
Voorstel nopens het toekennen van bijslag op
pensioenen.
Aangenomen.
Held. Crt. 12 Mei.
^Bouwverordening.
Voorstel om aan Chr. van Dijk ontheffing te
verleenen van het bepaalde bij art. 16, ie lid, der
Verordening op het bouwen en op de bewoning
ten behoeve van den bouw van drie woonhuizen
op perceel Langestraat No. 40, kad. bekend Sec1
tie D, No. 181.
Conform.
Erfpacht.
Voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht aan
G. de Beurs.
Held. Crt. 12 Mei.
Idem aan B. J. van Doorn (voor terrein Brak-
keveldweg, ter oppervlakte van 181 M'., voor den
bouw van een woning, 3e kl. grond tegen een
canon van 0.25 per M'.).
De heer Van Breda gaat met deze voorstel
len accoord, doch -bepleit voor 'het eerste eenige
clementie ten opzichte van den tegenwoordigen
huurder. Deze heeft op den grond namelijk jonge
groenten gepoot, waardoor hij, nu hij in erfpacht
wordt gegeven, schade zal lijden. Laat men hem
een billijke tegemoetkoming daarvoor geven. Het
is zelfs een stuk broodwinning voor den man, dat
hem aldus ontnomen wordt.
De heer Zondervan heeft, evenals de heer
Van Breda en blijkbaar nog andere heeren, een
schrijven van den betrokken huurder gehad. Spr.
wil de aanvrage renvoyeeren"\naar de Commissie
voor het Grondbedrijf om advies.
De beer De Zwart protesteert tegen den
toon, waarop de heer Van Breda deze zaak be
pleit. Deze doet dat met een ernst alsof het schrij
ven, dat genoemde heer en blijkbaar ook anderen,
ontvingen, niet voor aanvechting vatbaar zoude
zijn. Het College en de Raad hebben bouwgrond
aangekocht, en zoolang deze niet in erfpacht was
uitgegeven, is de grond onder bepaalde voor
waarden verhuurd. Maar hij moet ten allen tijde
beschikbaar zijn voor bouwgrond. Het kan dan
ook voorkomen, dat op een bepaald oogenblik
een stuk in gebruik is. Steeds is in zoo'n geval
een verzoek om tegemoetkoming met ernst be
handeld en coulance met den betrokken huurder
gebruikt. Den betrokkene is thans een stuk land
opgezegd, dat 4 4 5 maal zoo groot is als het be
bouwde stukje. Op het in gebruik genomen stukje
kunnen bij lange na niet zooveel planten geteeld
worden als de heer Van Breda het voorstelt. Als
er redelijkerwijze eenige schadevergoeding kan
worden gegeven, wordt dat steeds gedaan.
De heer Van der Veer is het met den heer
De Zwart eens, dat elk geval door de Commissie
ter plaatse moet worden beoordeeld. Spr. acht
het onnoodig yerder over deze Izaak te discus-
seeren.
De V o o r z i 11 e r antwoordt, dat de aanvraag
hedenmiddag naar de Commissie is verzonden.
Den heer Van Breda doet het genoegen te
vernemen, dat de Raad genegen is tot het toe
kennen van schadevergoeding.
De heer De Zwart: Maar wij kunnen nóóit
voldoen aan de eischen, die soms worden gesteld
en dikwijls ver de huursom overtreffen.
Het voorstel de erfpacht te verleenen wordt
voorts (aangenomen.
Erfpacht.
Voorstel tot wijziging van de Algemeene Voor
waarden voor de uitgifte in erfpacht van aan de
gemeente Helder toebehoorende gronden.
Held. Crt. 12 Mei.
Aangenomen.
Alkmaar Packet.
Adres d.d. 4 Mei van de Mij. Alkmaar Packet,
houdende verzoek om: ie. voor de boot, bestemd
voor den personendienst, een vaste ligplaats aan
te wijzen in het Heldersche Kanaal en 2e. om de
bruggen over dat kanaal op Zon- en Feestdagen
open te stellen 's morgens van 8 tot 8.30 uur en
"s namiddags van 8.30 tot 9-30 uur en op werk
dagen van 6 tot 7 uur 's namiddags.
Held. Crt. 12 Mei.
De heer Van Breda stelt voor dit adrea
Ut neer v o u n W ter afdoening,
handen te stellen van B. en W. ter
(Hilariteit).
over opnieuw prae-advies te «even, «e1«J J
waar de meerderheid in het College zeide. welk
advies er ook komt, wij zijn en bl'£c" f *nd
Vandaar, dat wij voorstellen de zaak hede"
te behandelen. Spr. is vóór de inwmiging van .het
verzoek. Uitstel van behandeling is niet ge
wenscht, omdat daarna de inw:A het
inwoners geen ratson meer heeft.:I?Serda-
betreft hier het yaren gedurende de Pinksteraa
gen. Als het Jvoorstel-Vaa'Breda, zou'.worden aan
genomen, zou daarmede het voorstel van de
minderheid van het College van de baanzijn De
Maatschappij in kwestie vraagt een paar maal des
•Zaterdags en Zondags de bruggen te willen ope
nen De betrokken hoofdambtenaar adviseert
gunstig, en wijst een reserve-brugwachter aan,
die dit, op kasten van de Maatschappij, zou kun
nen doen. De meerderheid van het College blijft
afwijzend op grond, dat deze Maatschappij de
concurrentie opent met de „E.s.o.n.a. Naar spr.
meening maakt men misbruik van de gemeente
lijke macht, indien men de eene maatschappij ae
concurrentie ontneemt. Wij hebben in onze ge
meente alle mogelijke pogingen ondersteund het
vervoer zoo goed mogelijk te krijgen in deze ge
meente. Nu komt er een gelegenheid om op een
behoorlijke en goedkoope wijze reisjes te maken,
en dat wordt op deze manier onmogelijk gemaakt.
De heer Bok meent, dat -de heer De Zwart
zich vergist. Met de concurrentie heeft deze zaak
niets te maken. Als de Alkmaarsc'he boot in de
Binnenhaven gaat liggen, zal niemand er zich
tegen verzetten. Wij hebben in het belang van de
arbeiders en brugwachters destijds besloten des
Zondags de bruggen gesloten te houden. Daar
mede hebben de heeren, die dat indertijd beslisten,
de gemeentenaren onrecht aangedaan, voor de
firma Koningsbruggen was dat nadeelig. Spr,
pleit hier volstrekt niet als aandeelhouder in de
E.s.o.n.a.; indertijd heeft spr., om de overname
der boot onmogelijk te maken, daaraan medege
werkt door het nemen van -een aandeel. Dat ge
schiedde in het algemeen -belang.
De heer Schoeffelenberger onder
schrijft hetgeen de heer De Zwart zegt, hetgeen
intens de volle "waarheid is. Als wij werkelijk
Helder omhoog willen werken, wat is er dan te
gen aan die Maatschappij te vergunnen een stei
ger te maken in het Held. Kanaal? Daardoor
wordt het verkeer toch verbeterd? Men moet op
dit gebied juist concurrentie kweeken, dat is het
belang van de gemeente.
De heer Bot spreekt niet als aandeelhouder,
doch spr. grief is, dat men de bruggen op Zondag
zou openstellen. Bovendien is er geen sprake van,
dat wij een groote salonboot zouden krijgen,
daar die niet in het kanaal komen kan. Waarom
kan die boot niet in de Binnenhaven komen te
liggen? Spr. zal tegen het voorstel stemmen.
De heer Boogaard: Eerst als we bezuider
Alkmaar komen, begrijpen we, dat er ook nog
andere booten bestaan. En men kan eerst rechi
van een boottochtje genieten op zoo'n groote boot
met een of twee dekken. Spr. is overigens blij.
dat de heer Bok zooveel liefde gekregen heeft
voor den werkman, wien hij Zondagsarbeid wi)
besparen. Wat die bewering betreft, dat de boot
in de Binnenhaven kan 'liggen, -die E.-s.o.n-a.
heeft op alle steigers daar beslag gelegd. Bedoel
de boot zou dan een- heel eind verder moeten gaan
liggen, buiten de stad. De thans gevraagde lig
plaats is uitstekend.
De V o o r z'i 11 e r merkt op, dat de aanvrage
der firma Bosman met gemengde aandoeningen
wordt ontvangen. (Hilariteit). Het College ont
ving een verzoek van de firma Bosman om een
ligplaats in het Heldersche Kanaal. Deze heeft
zij evenwel reeds. Verder vroeg de firma om de
bruggen op Zondag te willen openen. Dit laatste
verzoek werd door het College afgewezen; ovei
den dooi^ del firma in gebruik'genomen steiger der
firma Witsenburg heeft het College niets te zeg
gen. Wat die regeling betreft der bruggen, in
dertijd is aangenomen ten behoeve van de brug
wachters des Zaterdagsmiddags en des Zondags
de bruggen dicht te laten. Voor den Zaterdag
middag ontlokte deze maatregel veel verzet van
verschillende firma's, die hun goederen per „Anna
Cornelia" ontvingen. Er is toen dit op gevonden,
dat op Zaterdag de booten van de firma Konings
bruggen worden doorgelaten. Thans komt een
verzoek voor den Zondag. De gemeente-bouw
meester adviseert tot inwilliging op kosten van
de betrokkenen; dit laatste acht spr. in strijd met
de waardigheid der gemeente. Het algemeen be
lang is met een dergelijken maatregel niet ge
schaad en naar spr. meening zou het voor de be
trokken firma een reclame zijn om te kunnen
zeggen: „wij hebben al den steun van het ge
meentebestuur". Toen in 1918 de dienst der firma
Zur Mühlen dreigde te worden opgeheven en de
kans groot was, dat wij niets meer behielden,
dacht de firma Bosman er niet over hier te komen
varen. Als beide ondernemingen straks elkandei
hebben doodgeconcurreerd, worden immers toch
de tarieven weder verhoogd I
De heer Adrlaanae merkt op, dat de meer
derheid van het College met haar voorstel be
doelde eens een andere opinie hieromtrent te
hooren. We krijgen zoo'n salonboo» overigens
maar gedurende enkele Zondagen. De zaak be
hoort evenwel tot de competentie van het Col-
ege, en de door het College ingenomen houding
komt overeen met die bij vroegere beslissingen
ingenomen. Waarom zouden we hier afwijken
van den ingeslagen weg, en aan een vreemdeling
<tgee,n,,me" een andcr weigert? Spr.
zal het voorstel-Van Breda steunen.
De heer De Zwart constateert, dat de beer
Adriaanse aan het slot van zijn betoog weder in-
De heer ah" u®" aanvan« daarvan zeide.
Hl. Adriaanse is het met den heer Van Breda
eens om de zaak ter afdoening in handen te stel-
keliikheid he l°'leBe' terwW h« eWSt de »«*£-
gelijkheid bepleit eens een andere opinie te hoo
ren hieromtrent. Wat komt de heer Adriaanse
zlak innheta CnlTet ot!merkinsen. Toen de
hieer Adriaanse: Toen was ppn
gericht™ B' e" W" th3M U het aan den Ra"d
al«Dlhrt'Br„,P6 Z,Tarti Dat bl«ft «^jk- Juist
als het College alleen de beslissing heeft, mag
een zaak wel eens terdege worden onderzoTh?
Binn/nh' heeft h*100^- dat de firma in de
Nu i nïmLZe" 80 Cen 3teiger kan vi"den.
Nu is niemand yan ons vreemdeling in Jeruzalem
en we weten heel goed, dat de tegenpartH al
kan De R? 8etr°ffen heeft' Waardo°' <S nlï
kan. De Burgemeester merkte 00 dat A. m,T
regel om 's Zondags de bruggen niet te onÜ
genomen is voor de gemeente-werklieden, en dat
de bestaande ondernemingen destiids Haart
opponeerden. Maar wij hebben daar toen fu!
tegen geageerd; integendeel, wij hebben aezetrH
^«nemingen moeten geholpen word"
daS h"r A<lriian'{; Maar a»«n des Zater-
vr?aegdhTanDdeeZaaWnvVa^ ftoSS?^
komen. Nu spreekt de Burgemeester v!n h
den de waardigheid der gemeente" om h "bene'
te laten betalen door de fW Spr VhmT"
Du heer Adriaanse* "n® k
open op werkdagen op uren L,™' ?0et ook
niet geschiedt. waarop het thans
De heer De Z w a r t: Verzoeken al, deze xijn
steeds ten volle ingewilligd. Het argument, dat
men thans aanvoert, betreft niet de bruggen, ma 1
uitsluitend de concurrentie. Door den BUrg(s
meester is dit uitdrukkelijk naar voren gebracht
In een concurrentiestrijd nu mag een gemeente
bestuur niet ingrijpen. De E.s.o.n.a. kan morgeB
aan den dag dezelfde faciliteiten krijgen. Het gaa,
er hier om een goede verbinding te krijgen naai
buiten. Bij de heeren spreekt niet het algemeei)
beland, doch uitsluitend het groepsbelang. Dat de
burgemeester zichi «daar ook voor laat vinden
doet spr. leed.
De Voorzitter merkt op, dat voor dezen
dienst geen aparte brugwachter is, doch dat hij
aan den gewonen brugwachter moet worden op
gedragen. Spr. ziet het gelang voor Helder er niet
van in. Zooals wij thans doen, blijven we onpar.
tijdig en geven geen faciliteiten, die we aan an.
deren onthouden.
De heer Staalman: Toen de instructie be
treffende Zaterdags- en Zondagsdienst gemaakt
werd, werd de „Anna Cornelia" daarvan de dupe
Die voer vóór dien tijd des Zondags en kan dat
nu niet meer.
De heer Boogaard: Maar dat wa» een
vrachtboot]
De heer Van Breda blijft van meening, dat
de zaak bij het College behoort. Spr. zou niet
gaarne hier concurrentie wenschen.
De heer Verstegen wenscht eenige onjui,t.
heden recht te zetten, die gezegd zijn. Er is
principieel verschil tusschen personen- en vratht-
dienst. De vrachtdienst bij de Spoor is des Zou»
dags stopgezet, het personenvervoer gaat, zij het
in beperkte mate, door. De heer Staalman heeft
zich nog nimmer verzet tegen het varen van een
personenboot op Zondag.
De heer Staalman: Dat heeft Liermede niets
te maken.
De heer Verstegen: De heer Staalman, die
zoo goed weet, wat getuigen is, had dat voor
Zondagsdiensten wel eens kunnen doen. Het is
onjuist als men zegt, dat nimmer faciliteiten zijn
verleend. De „Anna Cornelia" werd inderdaad
door de stopzetting van den Zondagsdienst ge
dupeerd, maar na onderling overleg, en omdat
het hier vrachtvaart betrof, is de regeling getrof-
fen, waardoor ,h.et op Zaterdag kon geschieden.
Nu betreft het hier het belang van een deel der
bevolking. Op Goeden Vrijdag (volgens het re
glement op de rechtspositie een feestdag voor
het gemeente-personeel) is aan de „Anna Cor
nelia" gelegenheid gegeven door de bruggen te
gaan. En nimmer is een verzoek om eenig ver
voermiddel door te laten, geweigerd; alleen de
vrachtvaart is destijds op Zondag afgeschaft.
De heer Staalman wenscht naar aanleiding
van het gesprokene door den heer Verategen nog
een enkel woord te zeggen. De „Anna Cornelia",
die pas des Maandagsmorgens met lossen kon
beginnen, kwam uit noodzaak hier des Zondags
binnen. Het Spoor heeft zijn personenvervoer op
Zondag zeer beperkt-, hetgeen een juist standpunt
is. Spr. staat overigens paf over het standpunt
der heeren. Er is toch een gelegenheid; men zegt
wel de Binnenhaven is bezet, maar er bestaat
toch voor deze Maatschappij wel gelegenheid
daar een plaats te vinden. De heer Verstegen wil,
dat spr. getuigt over dit varen op Zondag: hoe
kan men dat, waar het hier een water betreft,
waarover de gemeente in het minst iets te zeggen
heeft
De heer De Zwart: De heer Staalman heeft
datzelfde standpunt evenwel niet ingenomen toen
het de visachera betrof.
De heer Van der Veer is tegen het varen
van die boot op Zondag. De heeren willen er een
lawaaitje van maken; dat moet met groot lawaai
en met optochten enz. gebeuren en dan midden
door de stad. Het zal de vraag zijn of men daar
mede geen menschen kwetst in hun gewetensbe
zwaren.
De heer Bot: De visschers mogen gaan ligge<
waar ze willen. De firma Bosman kan zeer zeker
een steiger krijgen; het is zuiver een zaak, die
onder Waterstaat ressorteert
De heer Verstegen: Onjuist. Toen een der
heeren van de firma Bosman daarover een ge
sprek had met het College, bleek het, dat door
de E.s.o.n.a. onmogelijk is gemaakt in de Binnen
haven een ligplaats te krijgen.
De discussies worden gesloten en het voorstel-
Van Breda komt in stemming. Het wordt aange
nomen met 12 tegen 8 stemmen. Vóór stemden
de heeren Bok, Bot, Van Breda, Grunwald, Mevr
Van der Hulst, Van Loo, Van Os, Poll, Staal
man, Tielrooij, Van der Veer en Adriaanse. Daar
mede is dus besloten, dat het verzoek ter afdoe
ning gesteld wordt in handen van B. en W., en
dus van de hand gewezen wordt.
Voorstel tot benoeming van een leeraar in de
Wiskunde san de ZeevaartschooL
Voorgedragen worden:
1. G. J. Grobben te Almelo.
2. A. J. H. de Busé te Utrecht
3. J. G. W./Mulder te 's-Gravenhage.
Met algemeene stemmen benoemd de heer
Grobben.
Rondvraag.
Betreffende een indertijd door den heer Boo
gaard gedane vraag naar het eventueel batig
saldo van de slooping der „Neptunus", deelt de
beer De Zwart mede, dat hieromtrent een na
deelig aaldo van 2074.13»/, is ontstaan.
De heer Van Loo heeft indertijd gevraagd naaf
den tijdsduur voor het branden van een !M'
muntatuk. Wethouder Verstegen deelt mede,
dat de muntgasmetera zijn ingesteld op een ga»-
prijs van 9 cent (oude prijs). Dat is ongeveer
277 L. gas voor 1 muntstuk. Voor goed afgeregeld
staand licht is het uurverbruik 140 L., zoodat
dus van een muntstuk ongeveer 2 uur kan worden
gebrand (a1/, cent). Op het oogenblik bedraagt
dte prijs 3 cent 0.8 4.2 cent, dus 2.1 cent vet
uur.
Naar aanleiding van het gesprokene in de
raadsvergadering van 24 April j.1. door den heer
w. C. van Breda nopens het onderzoek van de
wmtent!"rekenin8 verwijzen Burgemeester en
Wethouders naar de notulen van de vergadering
van 3 October 1922, bladz. 1056 e.v., waarbij van
de zijde van het College is medegedeeld, dat een
voorstel tot benoeming eener Commissie wanneer
men zoodanige Commissie wenscht, moet komen
uit den Raad zelf.
,beer v*n Breda stelt, naar aanleiding
van deze mededeeling, voor, jaarlijks uit den
5; fV een Commissie van 3 leden te benoemen.
ender vraagt spr. of, nu besloten is tot reorga-
satie van de gem.-reiniging en er een plan van
een hoofdambtenaar in portefeuille is, dat geheel
afwijkt van het in den vorigen Raad aangeno-
mene, terwijl het veel goedkooper zoude zijn, het
aangenomen plan niet kan worden opgeschort
otdat door den Raa-d van 'dit nieuwe plan
Kennis genomen.
De heer Verstegen wenscht met klem te
Protesteeren tegen de indiening van deze twee
belangrijke voorstellen, die vreemd zijn aan de
orde van den dag en hier bij de rondvraag even
rauwelings ter tafel komen. Voorstellen als deze
behooren schriftelijk te worden ingediend; ie
heer Van Breda, als nestor van dezen Raad, moe'
uat weten.
De heer Van Breda: Het betreft hier ee»
ernstig voorstel van een hoofdambtenaar en mij11
verzoek is alleen geen uitvoering te geven aan he'
aangenomen plan alvorens dit nieuwe plan is be
keken. Als de heer Verstegen zich daartegen ver
zet, is dat niet in het belang van de gemeente.
De heer Verstegen: In tweeden termij»
komt de heer Van Breda nu met een verzoek-
eersten termijn was het een voorstel, en dat ®°et
schriftelijk ingediend worden.